Onze Vrouwenrubriek Uit het wetboek der Vreugde Lichte toiletjes cWfooie bloemenranden cBabyjurkje Speciale baden Hoeden voor lente en zomer Het groote Qezin A VRIJDAG 12 APRIL 1929 Wroebele bronnen Kuisheid.) Pp V-C SS jf toerm .°f'- dan moet ook de afwerking „O, die wereld van stralenden. bloeienden schijn,' „Maar die afgrond, zoo donker daar onder!" (Hélène Swarth) Er wordt veel gelachen door de men- •nen, en toch is er weinig echte, ware feugde! Er wordt veel pret gemaakt op het j?°'° theater des levens; men drinkt en *®kt, zingt en springt, tiert en pleziert, ost en feest tot diep in den nacht! ihm <^ie helle, luid-klinkende lach is ld geen echte, gezonde vreugde-lach! t juichende lied, die wilde feest-zang is, ~ra®, maar al te dikwijls 't rumoerig fmmisch, dat de heimelijke droefheid, naaBt aan zoo menig verbitterd men- enhart, moet overstemmen! Ant. biosc°pen, cinema's, café-chan- trots schouwburgen, theaters, casi- n,®! tingel-tangeLs; trots strijkjes en Jes; trots allerlei vermakelijkheden sP°rt en wedstrijden, optochten en rots aden' hetoogingen en meetings; in s de sfeer van allerlei mogelijke en 'mogelijke verstrooiingen ontbreekt on- fv, rnodeme mensch de gezonde, ware ^ensvreugde! eloof me vrij, de me°sten van die mo- Overneming uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden terne Ichf t'reugde-zoekers hebben de ware, e vreugde misschien nooit gekend, of lan8 verleerd. Ze loopen heel hun fen"t 06 vrouSds na als een spelend kind l0ojt °nten vlinder, maar hebben haar w.' bunnen vangen. Van al die ruste- jje Sslukzoekers geldt hetzelfde, wat teelt' kan 03 bet "rat van Dingel- "Blj heeft in zijn leven veel geluk gehad, u toch was hij nimmer gelukkig." Er- wordt veel gelachen door de men- liik Ze makcn van het leven een vroo- dao,etl sP8el-tuin, een rumoerigen kermis- tocli een luidruchtigen feest-disch en 1 is er maar weinig ware vreugde! Ie ^tering is er genoeg, maar het is joort. .ndige glorie, die de zinnen be ier n de schittering van het vernis ter het klatergoud! Maar ach ten d Soudbrocaten voorhangsel van faalt adente beschaving groeit de mest- ïet hi-^er ontaarding; de schittering is lat djlul<:end masker van een aanschijn, m laftsch is; ze is niets dan schijn, omdat ze bedriegt, valsche schijn, de i aI!a gebied wordt het echte, wordt .natuur, verdrongen door het onechte, va,,, mamaak. De oorlog bezorgde ons Tar? koffie, valsche thee, valsche eet- fericbi De couran'ten staan vol valsche hant i. valsch goud en valsche dia- ten zijn in omloop. Er is valsch geld; fliem-t vaische profeten, valsche gods- Vripnrt va-ische praktijken, valsche W0n„?en' valsche documenten. Valsch zijn VrpiKMn en beloften. Valsch is ook de p.,1',, (Pr. Mart. Vreeswijk in: Kunst jir. -'-idr was er misschien zulk een uit- lhuzi8v -<acilt naar uiterlijke vreugde, met ek en dans; naar vreugde, met spel bnzAZang' rumoer, en gedruisch, als In luidruchtigen tijd, omdat er nimmer tow gemi" is geweest aan innerlijke helm Öige vrengde, die opwelt uit de ge- tT"2 hep ten van 's menschen fiel. Er°t le bronnen, troebele vreugde! - biM ,s hinder ware vreugde dan vroeger, de vT °hgodsdienstigheid en zedeloosheid E- nn*b der vreugde hebben vergiftigd! ls hinder ware vreugde, omdat er haat geld en luxe is; omdat er te veel Wpi,,, Wo°nt onder de menschen en te ej, g liefde; te veel twist en tweedracht, e Weinig broederschap! tomir minder ware vreugde, omdat het den "leven zich niet meer schaart aan Stall bdiseljjken haard, om het lichtende Elar? u van Bethlehem, of het versierde Van v "jeeId' onder den plechtigen zegen vader en den teêren lach van moeder! Jon» ls hinder ware vreugde, omdat de blekt han vóór het huwelijk met zijn curirir-?een vdstige blijheid vindt in het gelui, huis. en na het huwelijk geen kind Vhdt in eigen huis, bij vrouw en bieden tonhhder ware vreugde dan vroeger, at er nog te veel herberg-bezoek is en te weinig kerk-bezoek; te veel feest buiten vreugde en te weinig vreugde- sport is. Troebele bronnen, troebele vreugde! Waar zoekt de moderne mensch zijn honger naar vreugde te stillen? Niet meer in het stralende rijk van Gods vrije natuur, waar kleurige bloemen bloeien, waar de vogelen zingen en de frissche lente-wind het heele voorhoofd koelt! Maar in de drukke groot-stad, waar een internationale wedren wordt gehouden, met buiteniandsche ras-paarden, of een groote honden ten toonstelling, waar de honden-liefhebbers komen met trek honden, huis-honden, waak-honden, poh- tie-honden, jacht-honden en allerlei an dere soorten honden, waar voorname me vrouwen komen met excentrieke schoot hondjes 'n hond is toch zoo'n trouw dier en niet zoo lastig als 'n kind in de wieg, vooral als men hem voedt met sui- kerklontjes en zoete melk! Waar 'n groote wielrijders-wedstrijd of motor-concours wordt gehouden met 200 deelnemers en 3000 premie! Of een wereldberoemd0 voetbal-match, waarover straks drie ko lommen in de dagbladen zullen staan •- die door 10.000 toeschouwers in aer' looze stilte wordt gevolgd! Of twee were beroemde Amerikaansche boksers c" eere-prijs kampen! In zijn prachtig boek over de Vlaam sche Volksjeugd geeft Pater Callewaei t ons de volgende beschrijving van zoon luidruchtigen. troebelen vreugde-avond m de moderne groot-stad. j 't Wordt avond! De straten der sta worden helder verlicht, naarmate a- avond gaat vallen; de gezichten worden bleeker; de oogen vlammen hartstocht en zonde! De avond valt; de diuhke dag is dood! Nu gaan de menschen leven! De dag was voor den arbeid, de avond j voor het feest, de nacht voor een korte Poinds op den hoek van 'n drukke straat rijst tegen den donkeren avondhemel n nieuw gebouw op: een ioscoop. blauw geel en groene lichtreclame wordt met stralend letterschrift 't stuk aange- kondiïd dat dezen avond de toeschouwers zal doen schudden van 't la?he"- De c golf boven dat reuzengebouw doet In licht van Gods sterren verbleeken! in lange Sht ^og aantrekkelijker te maken wordt het stuk aangekondigd als met geschikt voor kinderen en jongheden heneden zestien jaar. Nu zullen aue plaatsen wel goed bezet wordem En men verlaat den gezelligen haard en sluit de deur om de vreugde te zoeken, waar ze niet te vinden is. En intusschen juicht en schatert de moderne vreugde-stad het wilde lied des levens. Maar achter de schermen van- dit luidruchtig spel -speelt zich een droevige tragedie af, die enkel door de spleten heen kan worden gezien, door hem, die peilen kan het ware tooneel van ïeaer menschenlevende ziel en m haar uiterste hoeken, het lijden en de stille smart! Zoo zwerft menig rustelooze vreugde- zoeker langs sportveld, theater, cinema en danslokaal, op zoek naar vreugde, en keert weer huiswaarts, onvoldaan, met 'n leeg hart en een verscheurde ziel; met meer verlatenheid en droefgeestig heid in de matte oogen, dan toen hij uit toog, al zegt hij straks aan z'n lustige makkers, uit menschelijk opzicht, dat hij veel plezier heeft gehad. Zoo gaat hij slapen iederen Zondagavond, om.... 's anderendaags op kantoor of werk plaats weer te snoeven op z'n troebele Zondagsvreugde. Zoo slijt hij de zes harde werkdagen, vol heimwee naar den komenden Zondag, met dezelfde teleur stellingen om het gemis aan gezonde, ware levensvreugde! Troebele bronnen, troebele vreugde! In de oudheid leefde er een Wijsgeer, Heraclites genaamd; Aristonymus zegt van hem, dat hij reeds als jongeling de wijste aller menschen was, doch dat men hem nooit zag lachen; onafgebroken schreidde hij over de mensehen. De Ephesiërs, dat wijsgeerig gehuil moede, vaardigden op zekeren dag een bevel uit, dat al wie nooit lachte en de menschen haatte, de stad vóór zons opgang moest verlaten. Heraclites begaf zich daarom naar het gebergte, vanwaar hij aan zijn vriend Hermodorus een brief zond, waarin hij zich bitter beklaagde over dezen maatregel der Ephesiërs en iedereen kon zien, hoe ernstig deze wijze man over de vreugde dacht. „Zij hebben die wet gemaakt, o, Her modorus," zegt hij „en daar er onder hen geen enkele gevonden wordt, die nooit lacht, uitgenomen Heraclites, zoo heb ben zij mij alleen willen verbannen." O, menschen, wilt gij weten, waarom ik nooit lach? Neen, het is niet, omdat ik de men schen, 'maar omdat ik hun goddeloosheid haat. Verwondert gij u, dat ik nooit lach? Welnu, ik verwonder mij, dat gij vroolijk kunt zijn en te gelijk kwaad doen, want hij die onrecht doet, behoort niet te lachen. Wilt gij mij gelegenheid geven om te kunnen lachen, verander dan van levenswijze." Zouden onze moderne vreugdezoekers deze woorden van dien Heiden niet eens te harte kunnen nemen? Terecht schreef een andere vermaarde wijsgeer: „de ware vreugde is een ern stige zaak." (Seneca. Epist. XIII). Goes. C. VIS. Rector. V '7- dag, waimeer de jongens het huisweel eens hebben laten daveren van de over- groote vroolijkheid. „Ik zal maar beginnen met in Jantje's broek een stuk te zetten; die is weer eens op het ijs gevallen," zegt moeder, terwijl ze de naaimachine laat ratelen. „Vind je 't heusch zoo naar, vader; heb je 't werke lijk zoo hard?" gaat moeder door. en haai glundere oogen lachen, als ze er nog aan terugdenkt, hoe die Jan met zijn blozend gezicht en zijn heerlijk blauwe oogen, zoo lustig op het ijs rondzwierde. „Vader wil zeker weer eens filosofie gaan studeeren of misschien wel sterrenkunde," zegt moe der, „maar leef je dan? Onze buurman en onze buurvrouw, leven die eigenlijk? ik zou er niet een van het zestal willen missen, hoor, en met twee zou ik vast niet zoo gelukkig zijn. Heb je wel gezien, hoe Kees zijn eerste letters, die hij op school leert, bezig is zijn broertje voor te teeke nen en heb je opgemerkt die liefheid van hem, toen Jantje vanmiddag de gebakken aardappeltjes niet kon eten, omdat ze te hard waren en Koosje hem stilletjes de zachtste toeschoof? En wat heeft die Kees me toch geholpen vanmorgen, toen er als maar gebeld werd en hij maar naai de deur draafde en met bakker en groen- tenman onderhandelde." Zoo zitten en spreken vader en moeder van het groote gezin en ondanks hun moeheid 'en hun financieele zorgen, voe len zij zich dankbaar en gelukkig, veel gelukkiger dan buurman en buurvrouw, die er maar twee hebben. Och, de dag was eigenlijk niet zoo rustig begonnen. Jantje kon maar niet opschieten met aankleeden, Keesje wou zijn boeken en kaarten over de Noordpoolreis van Nobile niet in den steek laten, terwijl het ont bijt wachtte en om half negen naar school gegaan moest worden, moeder nog een afgesprongen knoop aan Anna's onder lijfje moest zetten en vader aan 't schoe nen poetsen was; je begrijpt, dat het spande! Maar met de door ervaring ver kregen stuurmanskunst van vader en moeder was het ontbijt toch rustig ver- loopen met voorlezen en een liedje tot slot, zooals eiken dag. En dan tegen twaalf uur is 't dikwijls al niet beter, als de hongerige magen niet rustig kun nen afwachten, totdat alles op tafel staat en moeder haar best doet, 't iedereen naar zin te maken Neen, rustig is het niet, het groote gezin, maar vol leven, vol onverwachte, gelukkige oogenbükken van liefderijke warmte en hartelijk m~de- voelen, misschien wat armer aan geld, maar stellig rijker aan liefde en dat tech is hoofdzaak. C. JACOBS. 2 Me?°Cdigd: Vi el stof van 90 c.M, br„ Jurk' Van 3 C'M' breedte- Bovenstaand b.v v kunt ge maken van velerlei stof, fjjd an batist of voilestof, doch ook van fijn of zephir. Maakt ge het van een heem/'" in overeenstemming zijn, en Waai,1 ge hiervoor Valencienne-kant, Maairt "e dao el noodig hebt. Sephi het Jurl5je van flanel of tönpT' c'an kunt ge het omhaken, affes- steeb 'C:1 c- afwerken met een aardige cewerkt in een bijpassende kleur jWaschecht D. M. C.-garen. Waschecht heu^ch wel zijn, want het zal Va '-'ens een beurtje noodig hebben. l:, bovenstuk maakt ge eerst een t^tje. waarna ge den geheelen om- omi-, aïwerlct met een kantje of stukje, Vatinf of afgefestoneerd. Op 20 c.M. 81 middenvoor maakt ge rechts een 6 c.M. lang knoopsgat in. Hiervoor legt ge op den goeden kant een stukje van dezelfde stof, stikt het op c.M. naad, waarna ge het lapje naar den achter kant haalt en daar op de stiksteken óverzoomt. De schoudernaadjes verbindt ge met een plat naadje. Onder aan het rokje maakt ge een 4 c.M. breeden zoom. waarna ge het aan den bovenkant in- rimpelt. Bij het opzetten zorgt ge er voor, dat het midden achter precies tot elkaar sluit. De rafels aan den achter kant werkt ge met een één c.M. breed biesje af. Aan de uiteinden van net bovenstuk zet ge de linten. Als sluiting trekt ge het linkereinde door 't knoops gat waarna ge de linten er aan vast strikt. Onder het jurkje laat ge een truitje of blousje dragen. DINY. Het is weer een genot na de sombere winterkleeding de etalages uitgesteld te zien met al die fleurige, soepele zomer- kleeding. Behalve enkele bijzonderheden, zooals een lange rok, die ons herinnert aan de sleepen, die zulke heerlijke stof wolken deden opwaaien, en een rok, die aan de binnenzijde geheel met gekleurde zijde of kant is gevoerd, behalve nog meer kleine eigenaardigheden, zien we nu niet bepaald een verrassend nieuwe lijn in de zomermode. Het golvend en geplisseerd rokje blijft in den smaak. De taille wordt iets hooger gedragen. De stoffen zijn doorzichtig en vertoonen nog veel een gebloemd dessin. Het costuumpje van Ella is van geruite toile de soie! Op zij in den rok zijn klok- stukken aangebracht. Het is gegarneerd i met dezelfde stof in een sprekende kleur. Een sportieve strik en peau de suède ceintuurtje voltooien het geheel. 4966. Meta is gekleed in een japon, waarvan het bovenstuk bestaat uit bedrukte crêpe de_ chine. Twee geplisseerde volants van effen crêpe de chine vormen het rokje, dat van achteren iets langer valt dan van voren. De wijde uitsnijding van de casa- a-uc wordt aangevuld door een groot vest met zijden strik 4739. Jenny draagt een kleedje van bedrukte crêpe georgette. De taille heeft voor een paar kleine plooitjes, wat de opgaande lijn accentueert. Aan bet schouderstuk, dat alweer ein digt in een soepele das, is de blouse met een Weinig ruimte bevestigd. Het rokje is geplisseerd of, zoo men dit verkiest, ge woon met een weinig ruimte 4967. Zooals u ziet: er is weer keuze voor uw nieuwe zomertoiletten. POLA. Als iemand me vraagt, welke bloemen het meest zijn aan te raden voor de roo- kerige atmosfeer van groote steden, zeg ik altijd: violen. En als iemand vraagt naai de meest geschikte voor koude, winderige plekjes in landhuistuinen, zeg ik weer: violen! En het is ook waar: hoe teer- fluweelig deze bloemen er ook uitzien, ze hebben een buitengewoon uithoudings vermogen. En dit is nog niet hun eenige goede eigenschap: ze hebben den langsten bloeitijd van alle planten, en bezitten door hun fijne veelkleurigheid bijzondere charme. Maart is eigenlijk de tijd van planten, volgens alle tuinhoeken, maar voor den amateur, vooral wanneer hij 'in het Noor den van ons land woont, is het in de praktijk veel verkieselijker te wachten tot April. Een van de merkwaardigste dingen, die we bij violenplantjes kunnen opmerken, is, dat ze twee stel wortels bezitten; een dat doordringt tot een diepte van soms 15 c.M. in den grond, en één, dat voedsel zoekte in de aarde, onmiddellijk onder de oppervlakte. Dit verkaart, hoe de viool tjes altijd zoo dapper kunnen bloeien, zoowel in heel droge als in heel natte zomers. Ze willen er ons echter ook mee te kennen geven, dat we den grond, waar we zc in willen planten, goed diep om spitten en er flink wat stalmest in te ver werken, als extra reserve-voedsel voor de diepgaande wortels, wamfeer in tijden van droogte de wortels aan de oppervlakte niets kunnen uitrichten. Driekleurige violen zoowel als bosch- of Maartsche viooltjes houden erg veel van de morgenzon, maar indien het eenigszins mogelijk is, moeten ze beschut worden tegen de schroeiende hitte van den mid dag. Soms werpt een groote boom een verkwikkende schaduw over een bloem perk, juist van twaalf uur af, en dit i is juist het soort van beschutting, dat ze I noodig hebben. Om viooltjes te planten, moet men een dag uitzoeken, dat de grond niet te droog en niet te nat is, juist mooi rul, en de aarde rondom moet stevig aangedrukt worden. De kweeker zendt de violenplantjes steeds uit met om hun wortels een fiinken bal zwaren, klei-achtigen grond, en als regel komen ze prachtig frisch aan, wan- naar ze aldus verpakt worden. Maar ik vind altijd, dat 't voor de .Worteltjes een heele inspanning moet zijn, zich door dsze ombolstering heen te werken, wanneer ze met kluit en al geplat worden; daarom bevrijd ik ze liever eerst daarvan. De juiste manier om dit te doen. is: ze m een niet te diep bakje vol regenwater te zetten, zoowat een kwartier lang, en daarna heel behoedzaam de worteltjes te bevrijden met een spoelende beweging, terwijl ze nog In bet water staan. Men moet daarbij werkelijk héél voorzichtig zijn, omdat de jonge worteltjes .uiterst broos zijn en het minste forceeren in de verkeerde richting ze kan doen breken. Violenplantjes zijn niet zoo heel goed koop, zoodat men misschien zal meenen, dat 't vrij kostbaar wordt, er een heel perk of een langen rand van aan te leggen. Maar men moet niet vergeten, dat twee of drie planten ons in 't najaar een heelen voorraad stekjes zullen leveren, en totdat nien genoeg eigengekweekte plan ten heeft, kan men ter aanvulling v. nt éénjarige dwergplantjes gebruiken die minder in de papieren loopen, ook bij aanschaffing „en gros". Violen stellen ons zelden of nooit !.e leur, en we zullen er daarom werkelijk geen spijt van hebben, wanneer we hun een flink plaatsje in onze perken of randen hebben ingeruimd. CROCUS. Behalve het gewone warme, niet te heete reinigingsbad, dat op zichzelf reeds 'onze tint ten goede komt, bestaan er nog verschillende speciaal bereide baden, die ieder voor zich door him bijzondere eigenschappen een gunstige uitwerking op de huid of het gestel hebben. Daar zijn op de eerste plaats da mos- terdbaden. Tot nog toe hebben we die, bij 't hooren van den klank, steeds in verband gebracht met gevatte koude en zeere of vermoeide voeten, maar juist in den laatsten tijd komen de schoonheids specialisten niet uitgeroepen over de won derdadige resultaten, die er in de huid verzorging mee bereikt worden. Een mos- terdbad, dikwijls gebruikt, blijkt een on feilbaar middel tegen de gevreesde vet- wormpjes met zwarte kopjes, en tegen de zweerpuistjes, die daarmee gewoonlijk sa mengaan. Wie een te vette huid heeft, of last ondervindt van haar, dat vet wordt enkele dagen na het wasschen, zal zich hiervan spoedig bevrijd zien bij het ge regeld gebruik van zulke mosterdbaden, die even gemakkelijk te bereiden zijn als een doodgewoon warm bad. De huisvrouw zal bovendien groote waardeering hebben voor het feit, dat, door een toevallige bijkomstigheid, mos terd, wanneer hij in water wordt opge lost, voorkomt, dat zeepdeelen of derge lijke zich in een vettigen rand langs bet bad vastzetten. We weten allemaal, dat badzouten het water verzachten en dus goed zijn voor de huid, en dat bovendien een bad, waarin een hoeveelheid goed badzout is opgelost, veel verkwikkender is dan een gewoon bad. De werkelijk goede merken zijn echter nogal prijzig, zoodat we beter doen, zeif ons badzout te maken, wat uit stekend gaat. We nemen een flinke gla zen stopfiesch en koopen een half pond of meer enkel koolzure soda-kristallen en een klein fleschje lavendel- of rozenolie. Schud een dun bodempje kristallen in de flesch, voeg er één druppel van de olie aan toe, sluit de flesch goed, en laat ze een dag staan. Eiken dag wordt een nieuw laagje gelegd met een of twee druppels olie en ten slotte laat men het geheel nog veertien dagen staan; daarna is het badzout voor. het gebruik gereed Houd de flesch steeds goed gesloten Weinig menschen kennen een ander, zeer eenvoudig middel, dat het bad even verkwikkend maakt als de toevoeging van badzout en bovendien een heerlijken, achten balsemgeur aan het water geeft. Eén theelepel benzoë-tinctuur, goed door het water geroerd Het resultaat zal u ven-assen. Hebt u ooit een proef genomen met een verfrisschend dennen-bad? Dit klinkt erg luxueus, en toch is het zoo doodeenvoudig klaar te maken! We koopen weer de be kende soda-kristallen en besproeien ze met het volgend mengsel: 15 gram eau de cologne, is gram lavendelwater, twee theelepels dennenolie, 10 druppels terpen tijnolie. Roer alles goed door de kristallen (de bovengenoemde hoeveelheden zijn be rekend voor 2 pond kristallen) laat ze eenlgen tijd staan, en gebruik bij elk bad ongeveer een handvol. Ze lossen vanzelf in het warme water op. EVA. Dit seizoen biedt ons een geweldige verscheidenheid hoeden, in eiken vorm en soort. We bepalen ons niet tot één speciaal model, we zien grootrandige, middel en kleine clocheranden, toques, turbans, in vilt, zijde, paardenhaar en vooral stroo. De laatste vormen wel de hoofdzaak der collectie. Zeer fijne uitheemsche stroosoorten zooals Bengalen, Panama, Bangkok, parasisol, baku en Yèda, één van de luchtigste stroosoorten. Doffe, glimmende soorten, parelmoer, kleurige, in verschillende kleuren door elkaar gevlochten, zooals zwart en wit, rood en wit, groen en wit, groen en geel en ook wel drie kleuren door elkaar. De laatste soorten vooral in zeer grof stroo (paillasson) Op het oogenblik worden nog veel de kleuren zwart en wit gedragen, doch breekt de Lentezon voorgoed door, dan zal men een weelde van kleuren kunnen aanschouwen. De garneering der groote hoeden bestaat veelal uit soepele dra perieën van de gebloemde stof der japon of uit rubans van meer kleuren zijde door elkaar. Zeer nieuw is ook de groote luchtige paardenharen hoed, veel in marineblauw, zwart of in ruiten, waar van de zwarte modellen, meestal met een rand van kantwerk paardévdiaar of met entre-deux in paardenhaar, verder geheel zonder garneering. Vilthoedjes vinden haar .persoonlijk heid door een enkelen naar beneden of naar boven geslagen rand of punt, of door verschillende banden van hetzelfde vilt, door elkaar over den bol gewerkt. Alles in één kleur gehouden. DINA LANDWEER. Zoo tegen acht uur 's avondls komen moeder en vader van het groote gezin eindelijk eens tot rustig zitten, maar het duurt nc-g wel een uurtje, voordat ze bel den eenigszins zijn bekomen van hun dag taak. En dat, terwijl een groote mand met verstelgoed moeder tegenlacht, het nieuwe ondergoed van Marietje nog ge merkt moet worden en zij haar gedach ten moet laten gaan over het eten van morgenmiddag en vader nog een brief over Jantje aan meester op school zal .'gaan schrijven, het huishoudboek moet bijwerken en de belastingbiljetten heeft in te vullen. „Och," zegt vader, ,ik geloof niet, dat we erg verstandig zijn geweest, om zoo'n groot gezin te hebben. Kijk naar onzen buurman, die er maar twee heeft. Die lui gaan zooveel uit, als ze maar willen, alijd netjes gekleed en mevrouw heeft, zooals 't hoort, haar ontvangdagen. Moet je bij ons komen! Ik geloof, dat onze ontvang dagen bestaan uit het instuiven van een hoop vriendjes en vriendinnetjes van de jongens met een heeleboel herrie in huis, nog niet gesproken van den rommel, dien je achterna hebt op te ruimen." Vader is zoo'n beetje zuurzoet geestig; dat gebeurt wel eens meer na 'n drukken r?-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 13