Onze Vrouwenrubriek
Uit het wetboek der Vreugde
Lichte toiletjes
cWfooie bloemenranden
cBabyjurkje
Speciale baden
Hoeden
voor
lente
en zomer
Het groote Qezin
A
VRIJDAG 12 APRIL 1929
Wroebele bronnen
Kuisheid.)
Pp
V-C
SS
jf
toerm .°f'- dan moet ook de afwerking
„O, die wereld van stralenden.
bloeienden schijn,'
„Maar die afgrond, zoo donker
daar onder!"
(Hélène Swarth)
Er wordt veel gelachen door de men-
•nen, en toch is er weinig echte, ware
feugde!
Er wordt veel pret gemaakt op het
j?°'° theater des levens; men drinkt en
*®kt, zingt en springt, tiert en pleziert,
ost en feest tot diep in den nacht!
ihm <^ie helle, luid-klinkende lach is
ld geen echte, gezonde vreugde-lach!
t juichende lied, die wilde feest-zang is,
~ra®, maar al te dikwijls 't rumoerig
fmmisch, dat de heimelijke droefheid,
naaBt aan zoo menig verbitterd men-
enhart, moet overstemmen!
Ant. biosc°pen, cinema's, café-chan-
trots schouwburgen, theaters, casi-
n,®! tingel-tangeLs; trots strijkjes en
Jes; trots allerlei vermakelijkheden
sP°rt en wedstrijden, optochten en
rots aden' hetoogingen en meetings;
in s de sfeer van allerlei mogelijke en
'mogelijke verstrooiingen ontbreekt on-
fv, rnodeme mensch de gezonde, ware
^ensvreugde!
eloof me vrij, de me°sten van die mo-
Overneming uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden
terne
Ichf t'reugde-zoekers hebben de ware,
e vreugde misschien nooit gekend, of
lan8 verleerd. Ze loopen heel hun
fen"t 06 vrouSds na als een spelend kind
l0ojt °nten vlinder, maar hebben haar
w.' bunnen vangen. Van al die ruste-
jje Sslukzoekers geldt hetzelfde, wat
teelt' kan 03 bet "rat van Dingel-
"Blj heeft in zijn leven veel geluk gehad,
u toch was hij nimmer gelukkig."
Er-
wordt veel gelachen door de men-
liik Ze makcn van het leven een vroo-
dao,etl sP8el-tuin, een rumoerigen kermis-
tocli een luidruchtigen feest-disch en
1 is er maar weinig ware vreugde!
Ie ^tering is er genoeg, maar het is
joort. .ndige glorie, die de zinnen be
ier n de schittering van het vernis
ter het klatergoud! Maar ach
ten d Soudbrocaten voorhangsel van
faalt adente beschaving groeit de mest-
ïet hi-^er ontaarding; de schittering is
lat djlul<:end masker van een aanschijn,
m laftsch is; ze is niets dan schijn,
omdat ze bedriegt, valsche schijn,
de i aI!a gebied wordt het echte, wordt
.natuur, verdrongen door het onechte,
va,,, mamaak. De oorlog bezorgde ons
Tar? koffie, valsche thee, valsche eet-
fericbi De couran'ten staan vol valsche
hant i. valsch goud en valsche dia-
ten zijn in omloop. Er is valsch geld;
fliem-t vaische profeten, valsche gods-
Vripnrt va-ische praktijken, valsche
W0n„?en' valsche documenten. Valsch zijn
VrpiKMn en beloften. Valsch is ook de
p.,1',, (Pr. Mart. Vreeswijk in: Kunst
jir. -'-idr was er misschien zulk een uit-
lhuzi8v -<acilt naar uiterlijke vreugde, met
ek en dans; naar vreugde, met spel
bnzAZang' rumoer, en gedruisch, als In
luidruchtigen tijd, omdat er nimmer
tow gemi" is geweest aan innerlijke
helm Öige vrengde, die opwelt uit de ge-
tT"2 hep ten van 's menschen fiel.
Er°t le bronnen, troebele vreugde! -
biM ,s hinder ware vreugde dan vroeger,
de vT °hgodsdienstigheid en zedeloosheid
E- nn*b der vreugde hebben vergiftigd!
ls hinder ware vreugde, omdat er
haat geld en luxe is; omdat er te veel
Wpi,,, Wo°nt onder de menschen en te
ej, g liefde; te veel twist en tweedracht,
e Weinig broederschap!
tomir minder ware vreugde, omdat het
den "leven zich niet meer schaart aan
Stall bdiseljjken haard, om het lichtende
Elar? u van Bethlehem, of het versierde
Van v "jeeId' onder den plechtigen zegen
vader en den teêren lach van moeder!
Jon» ls hinder ware vreugde, omdat de
blekt han vóór het huwelijk met zijn
curirir-?een vdstige blijheid vindt in het
gelui, huis. en na het huwelijk geen
kind Vhdt in eigen huis, bij vrouw en
bieden
tonhhder ware vreugde dan vroeger,
at er nog te veel herberg-bezoek is
en te weinig kerk-bezoek; te veel feest
buiten vreugde en te weinig vreugde-
sport is.
Troebele bronnen, troebele vreugde!
Waar zoekt de moderne mensch zijn
honger naar vreugde te stillen? Niet meer
in het stralende rijk van Gods vrije
natuur, waar kleurige bloemen bloeien,
waar de vogelen zingen en de frissche
lente-wind het heele voorhoofd koelt!
Maar in de drukke groot-stad, waar een
internationale wedren wordt gehouden,
met buiteniandsche ras-paarden, of een
groote honden ten toonstelling, waar de
honden-liefhebbers komen met trek
honden, huis-honden, waak-honden, poh-
tie-honden, jacht-honden en allerlei an
dere soorten honden, waar voorname me
vrouwen komen met excentrieke schoot
hondjes 'n hond is toch zoo'n trouw
dier en niet zoo lastig als 'n kind in de
wieg, vooral als men hem voedt met sui-
kerklontjes en zoete melk! Waar 'n groote
wielrijders-wedstrijd of motor-concours
wordt gehouden met 200 deelnemers en
3000 premie! Of een wereldberoemd0
voetbal-match, waarover straks drie ko
lommen in de dagbladen zullen staan •-
die door 10.000 toeschouwers in aer'
looze stilte wordt gevolgd! Of twee were
beroemde Amerikaansche boksers c"
eere-prijs kampen!
In zijn prachtig boek over de Vlaam
sche Volksjeugd geeft Pater Callewaei t
ons de volgende beschrijving van zoon
luidruchtigen. troebelen vreugde-avond m
de moderne groot-stad. j
't Wordt avond! De straten der sta
worden helder verlicht, naarmate a-
avond gaat vallen; de gezichten worden
bleeker; de oogen vlammen hartstocht
en zonde! De avond valt; de diuhke dag
is dood! Nu gaan de menschen leven!
De dag was voor den arbeid, de avond j
voor het feest, de nacht voor een korte
Poinds op den hoek van 'n drukke straat
rijst tegen den donkeren avondhemel n
nieuw gebouw op: een ioscoop.
blauw geel en groene lichtreclame wordt
met stralend letterschrift 't stuk aange-
kondiïd dat dezen avond de toeschouwers
zal doen schudden van 't la?he"- De c
golf boven dat reuzengebouw doet In
licht van Gods sterren verbleeken!
in lange
Sht ^og aantrekkelijker te maken
wordt het stuk aangekondigd als met
geschikt voor kinderen en jongheden
heneden zestien jaar. Nu zullen aue
plaatsen wel goed bezet wordem En men
verlaat den gezelligen haard en sluit de
deur om de vreugde te zoeken, waar ze
niet te vinden is. En intusschen juicht
en schatert de moderne vreugde-stad
het wilde lied des levens.
Maar achter de schermen van- dit
luidruchtig spel -speelt zich een droevige
tragedie af, die enkel door de spleten
heen kan worden gezien, door hem, die
peilen kan het ware tooneel van ïeaer
menschenlevende ziel en m haar
uiterste hoeken, het lijden en de stille
smart!
Zoo zwerft menig rustelooze vreugde-
zoeker langs sportveld, theater, cinema
en danslokaal, op zoek naar vreugde, en
keert weer huiswaarts, onvoldaan, met
'n leeg hart en een verscheurde ziel;
met meer verlatenheid en droefgeestig
heid in de matte oogen, dan toen hij uit
toog, al zegt hij straks aan z'n lustige
makkers, uit menschelijk opzicht, dat hij
veel plezier heeft gehad. Zoo gaat hij
slapen iederen Zondagavond, om....
's anderendaags op kantoor of werk
plaats weer te snoeven op z'n troebele
Zondagsvreugde. Zoo slijt hij de zes
harde werkdagen, vol heimwee naar den
komenden Zondag, met dezelfde teleur
stellingen om het gemis aan gezonde, ware
levensvreugde!
Troebele bronnen, troebele vreugde!
In de oudheid leefde er een Wijsgeer,
Heraclites genaamd; Aristonymus zegt
van hem, dat hij reeds als jongeling de
wijste aller menschen was, doch dat men
hem nooit zag lachen; onafgebroken
schreidde hij over de mensehen.
De Ephesiërs, dat wijsgeerig gehuil
moede, vaardigden op zekeren dag een
bevel uit, dat al wie nooit lachte en de
menschen haatte, de stad vóór zons
opgang moest verlaten. Heraclites begaf
zich daarom naar het gebergte, vanwaar
hij aan zijn vriend Hermodorus een brief
zond, waarin hij zich bitter beklaagde
over dezen maatregel der Ephesiërs en
iedereen kon zien, hoe ernstig deze wijze
man over de vreugde dacht.
„Zij hebben die wet gemaakt, o, Her
modorus," zegt hij „en daar er onder hen
geen enkele gevonden wordt, die nooit
lacht, uitgenomen Heraclites, zoo heb
ben zij mij alleen willen verbannen."
O, menschen, wilt gij weten, waarom
ik nooit lach?
Neen, het is niet, omdat ik de men
schen, 'maar omdat ik hun goddeloosheid
haat. Verwondert gij u, dat ik nooit
lach? Welnu, ik verwonder mij, dat gij
vroolijk kunt zijn en te gelijk kwaad
doen, want hij die onrecht doet, behoort
niet te lachen. Wilt gij mij gelegenheid
geven om te kunnen lachen, verander
dan van levenswijze."
Zouden onze moderne vreugdezoekers
deze woorden van dien Heiden niet eens
te harte kunnen nemen?
Terecht schreef een andere vermaarde
wijsgeer: „de ware vreugde is een ern
stige zaak." (Seneca. Epist. XIII).
Goes.
C. VIS. Rector.
V '7-
dag, waimeer de jongens het huisweel
eens hebben laten daveren van de over-
groote vroolijkheid.
„Ik zal maar beginnen met in Jantje's
broek een stuk te zetten; die is weer eens
op het ijs gevallen," zegt moeder, terwijl
ze de naaimachine laat ratelen. „Vind je 't
heusch zoo naar, vader; heb je 't werke
lijk zoo hard?" gaat moeder door. en haai
glundere oogen lachen, als ze er nog aan
terugdenkt, hoe die Jan met zijn blozend
gezicht en zijn heerlijk blauwe oogen, zoo
lustig op het ijs rondzwierde. „Vader wil
zeker weer eens filosofie gaan studeeren
of misschien wel sterrenkunde," zegt moe
der, „maar leef je dan? Onze buurman
en onze buurvrouw, leven die eigenlijk?
ik zou er niet een van het zestal willen
missen, hoor, en met twee zou ik vast niet
zoo gelukkig zijn. Heb je wel gezien, hoe
Kees zijn eerste letters, die hij op school
leert, bezig is zijn broertje voor te teeke
nen en heb je opgemerkt die liefheid van
hem, toen Jantje vanmiddag de gebakken
aardappeltjes niet kon eten, omdat ze te
hard waren en Koosje hem stilletjes de
zachtste toeschoof? En wat heeft die
Kees me toch geholpen vanmorgen, toen
er als maar gebeld werd en hij maar naai
de deur draafde en met bakker en groen-
tenman onderhandelde."
Zoo zitten en spreken vader en moeder
van het groote gezin en ondanks hun
moeheid 'en hun financieele zorgen, voe
len zij zich dankbaar en gelukkig, veel
gelukkiger dan buurman en buurvrouw,
die er maar twee hebben. Och, de dag
was eigenlijk niet zoo rustig begonnen.
Jantje kon maar niet opschieten met
aankleeden, Keesje wou zijn boeken en
kaarten over de Noordpoolreis van Nobile
niet in den steek laten, terwijl het ont
bijt wachtte en om half negen naar school
gegaan moest worden, moeder nog een
afgesprongen knoop aan Anna's onder
lijfje moest zetten en vader aan 't schoe
nen poetsen was; je begrijpt, dat het
spande! Maar met de door ervaring ver
kregen stuurmanskunst van vader en
moeder was het ontbijt toch rustig ver-
loopen met voorlezen en een liedje tot
slot, zooals eiken dag. En dan tegen
twaalf uur is 't dikwijls al niet beter,
als de hongerige magen niet rustig kun
nen afwachten, totdat alles op tafel staat
en moeder haar best doet, 't iedereen
naar zin te maken Neen, rustig is het
niet, het groote gezin, maar vol leven,
vol onverwachte, gelukkige oogenbükken
van liefderijke warmte en hartelijk m~de-
voelen, misschien wat armer aan geld,
maar stellig rijker aan liefde en dat tech
is hoofdzaak.
C. JACOBS.
2 Me?°Cdigd: Vi el stof van 90 c.M, br„
Jurk' Van 3 C'M' breedte- Bovenstaand
b.v v kunt ge maken van velerlei stof,
fjjd an batist of voilestof, doch ook van
fijn of zephir. Maakt ge het van een
heem/'" in overeenstemming zijn, en
Waai,1 ge hiervoor Valencienne-kant,
Maairt "e dao el noodig hebt.
Sephi het Jurl5je van flanel of
tönpT' c'an kunt ge het omhaken, affes-
steeb 'C:1 c- afwerken met een aardige
cewerkt in een bijpassende kleur
jWaschecht D. M. C.-garen. Waschecht
heu^ch wel zijn, want het zal
Va '-'ens een beurtje noodig hebben.
l:, bovenstuk maakt ge eerst een
t^tje. waarna ge den geheelen om-
omi-, aïwerlct met een kantje of stukje,
Vatinf of afgefestoneerd. Op 20 c.M.
81 middenvoor maakt ge rechts een
6 c.M. lang knoopsgat in. Hiervoor legt
ge op den goeden kant een stukje van
dezelfde stof, stikt het op c.M. naad,
waarna ge het lapje naar den achter
kant haalt en daar op de stiksteken
óverzoomt. De schoudernaadjes verbindt
ge met een plat naadje. Onder aan het
rokje maakt ge een 4 c.M. breeden zoom.
waarna ge het aan den bovenkant in-
rimpelt. Bij het opzetten zorgt ge er
voor, dat het midden achter precies tot
elkaar sluit. De rafels aan den achter
kant werkt ge met een één c.M. breed
biesje af. Aan de uiteinden van net
bovenstuk zet ge de linten. Als sluiting
trekt ge het linkereinde door 't knoops
gat waarna ge de linten er aan vast
strikt. Onder het jurkje laat ge een
truitje of blousje dragen.
DINY.
Het is weer een genot na de sombere
winterkleeding de etalages uitgesteld te
zien met al die fleurige, soepele zomer-
kleeding. Behalve enkele bijzonderheden,
zooals een lange rok, die ons herinnert
aan de sleepen, die zulke heerlijke stof
wolken deden opwaaien, en een rok, die
aan de binnenzijde geheel met gekleurde
zijde of kant is gevoerd, behalve nog
meer kleine eigenaardigheden, zien we nu
niet bepaald een verrassend nieuwe lijn
in de zomermode.
Het golvend en geplisseerd rokje blijft
in den smaak. De taille wordt iets hooger
gedragen. De stoffen zijn doorzichtig en
vertoonen nog veel een gebloemd dessin.
Het costuumpje van Ella is van geruite
toile de soie! Op zij in den rok zijn klok-
stukken aangebracht. Het is gegarneerd i
met dezelfde stof in een sprekende kleur.
Een sportieve strik en peau de suède
ceintuurtje voltooien het geheel. 4966.
Meta is gekleed in een japon, waarvan
het bovenstuk bestaat uit bedrukte crêpe
de_ chine. Twee geplisseerde volants van
effen crêpe de chine vormen het rokje,
dat van achteren iets langer valt dan van
voren. De wijde uitsnijding van de casa-
a-uc wordt aangevuld door een groot vest
met zijden strik 4739. Jenny draagt een
kleedje van bedrukte crêpe georgette. De
taille heeft voor een paar kleine plooitjes,
wat de opgaande lijn accentueert.
Aan bet schouderstuk, dat alweer ein
digt in een soepele das, is de blouse met
een Weinig ruimte bevestigd. Het rokje is
geplisseerd of, zoo men dit verkiest, ge
woon met een weinig ruimte 4967.
Zooals u ziet: er is weer keuze voor
uw nieuwe zomertoiletten. POLA.
Als iemand me vraagt, welke bloemen
het meest zijn aan te raden voor de roo-
kerige atmosfeer van groote steden, zeg ik
altijd: violen. En als iemand vraagt naai
de meest geschikte voor koude, winderige
plekjes in landhuistuinen, zeg ik weer:
violen! En het is ook waar: hoe teer-
fluweelig deze bloemen er ook uitzien,
ze hebben een buitengewoon uithoudings
vermogen. En dit is nog niet hun eenige
goede eigenschap: ze hebben den langsten
bloeitijd van alle planten, en bezitten
door hun fijne veelkleurigheid bijzondere
charme.
Maart is eigenlijk de tijd van planten,
volgens alle tuinhoeken, maar voor den
amateur, vooral wanneer hij 'in het Noor
den van ons land woont, is het in de
praktijk veel verkieselijker te wachten
tot April.
Een van de merkwaardigste dingen, die
we bij violenplantjes kunnen opmerken,
is, dat ze twee stel wortels bezitten; een
dat doordringt tot een diepte van soms
15 c.M. in den grond, en één, dat voedsel
zoekte in de aarde, onmiddellijk onder de
oppervlakte. Dit verkaart, hoe de viool
tjes altijd zoo dapper kunnen bloeien,
zoowel in heel droge als in heel natte
zomers.
Ze willen er ons echter ook mee te
kennen geven, dat we den grond, waar
we zc in willen planten, goed diep om
spitten en er flink wat stalmest in te ver
werken, als extra reserve-voedsel voor de
diepgaande wortels, wamfeer in tijden van
droogte de wortels aan de oppervlakte
niets kunnen uitrichten.
Driekleurige violen zoowel als bosch- of
Maartsche viooltjes houden erg veel van
de morgenzon, maar indien het eenigszins
mogelijk is, moeten ze beschut worden
tegen de schroeiende hitte van den mid
dag. Soms werpt een groote boom een
verkwikkende schaduw over een bloem
perk, juist van twaalf uur af, en dit
i is juist het soort van beschutting, dat ze
I noodig hebben.
Om viooltjes te planten, moet men
een dag uitzoeken, dat de grond niet te
droog en niet te nat is, juist mooi rul, en
de aarde rondom moet stevig aangedrukt
worden.
De kweeker zendt de violenplantjes
steeds uit met om hun wortels een fiinken
bal zwaren, klei-achtigen grond, en als
regel komen ze prachtig frisch aan, wan-
naar ze aldus verpakt worden. Maar ik
vind altijd, dat 't voor de .Worteltjes een
heele inspanning moet zijn, zich door dsze
ombolstering heen te werken, wanneer ze
met kluit en al geplat worden; daarom
bevrijd ik ze liever eerst daarvan. De
juiste manier om dit te doen. is: ze m
een niet te diep bakje vol regenwater te
zetten, zoowat een kwartier lang, en
daarna heel behoedzaam de worteltjes te
bevrijden met een spoelende beweging,
terwijl ze nog In bet water staan. Men
moet daarbij werkelijk héél voorzichtig
zijn, omdat de jonge worteltjes .uiterst
broos zijn en het minste forceeren in de
verkeerde richting ze kan doen breken.
Violenplantjes zijn niet zoo heel goed
koop, zoodat men misschien zal meenen,
dat 't vrij kostbaar wordt, er een heel
perk of een langen rand van aan te
leggen. Maar men moet niet vergeten, dat
twee of drie planten ons in 't najaar een
heelen voorraad stekjes zullen leveren, en
totdat nien genoeg eigengekweekte plan
ten heeft, kan men ter aanvulling v. nt
éénjarige dwergplantjes gebruiken die
minder in de papieren loopen, ook bij
aanschaffing „en gros".
Violen stellen ons zelden of nooit !.e
leur, en we zullen er daarom werkelijk
geen spijt van hebben, wanneer we hun
een flink plaatsje in onze perken of
randen hebben ingeruimd.
CROCUS.
Behalve het gewone warme, niet te
heete reinigingsbad, dat op zichzelf reeds
'onze tint ten goede komt, bestaan er nog
verschillende speciaal bereide baden, die
ieder voor zich door him bijzondere
eigenschappen een gunstige uitwerking op
de huid of het gestel hebben.
Daar zijn op de eerste plaats da mos-
terdbaden. Tot nog toe hebben we die,
bij 't hooren van den klank, steeds in
verband gebracht met gevatte koude en
zeere of vermoeide voeten, maar juist in
den laatsten tijd komen de schoonheids
specialisten niet uitgeroepen over de won
derdadige resultaten, die er in de huid
verzorging mee bereikt worden. Een mos-
terdbad, dikwijls gebruikt, blijkt een on
feilbaar middel tegen de gevreesde vet-
wormpjes met zwarte kopjes, en tegen de
zweerpuistjes, die daarmee gewoonlijk sa
mengaan. Wie een te vette huid heeft, of
last ondervindt van haar, dat vet wordt
enkele dagen na het wasschen, zal zich
hiervan spoedig bevrijd zien bij het ge
regeld gebruik van zulke mosterdbaden,
die even gemakkelijk te bereiden zijn als
een doodgewoon warm bad.
De huisvrouw zal bovendien groote
waardeering hebben voor het feit, dat,
door een toevallige bijkomstigheid, mos
terd, wanneer hij in water wordt opge
lost, voorkomt, dat zeepdeelen of derge
lijke zich in een vettigen rand langs bet
bad vastzetten.
We weten allemaal, dat badzouten het
water verzachten en dus goed zijn voor
de huid, en dat bovendien een bad,
waarin een hoeveelheid goed badzout is
opgelost, veel verkwikkender is dan een
gewoon bad. De werkelijk goede merken
zijn echter nogal prijzig, zoodat we beter
doen, zeif ons badzout te maken, wat uit
stekend gaat. We nemen een flinke gla
zen stopfiesch en koopen een half pond
of meer enkel koolzure soda-kristallen en
een klein fleschje lavendel- of rozenolie.
Schud een dun bodempje kristallen in
de flesch, voeg er één druppel van de
olie aan toe, sluit de flesch goed, en laat
ze een dag staan. Eiken dag wordt een
nieuw laagje gelegd met een of twee
druppels olie en ten slotte laat men het
geheel nog veertien dagen staan; daarna
is het badzout voor. het gebruik gereed
Houd de flesch steeds goed gesloten
Weinig menschen kennen een ander,
zeer eenvoudig middel, dat het bad even
verkwikkend maakt als de toevoeging van
badzout en bovendien een heerlijken,
achten balsemgeur aan het water geeft.
Eén theelepel benzoë-tinctuur, goed door
het water geroerd Het resultaat zal u
ven-assen.
Hebt u ooit een proef genomen met een
verfrisschend dennen-bad? Dit klinkt erg
luxueus, en toch is het zoo doodeenvoudig
klaar te maken! We koopen weer de be
kende soda-kristallen en besproeien ze
met het volgend mengsel: 15 gram eau de
cologne, is gram lavendelwater, twee
theelepels dennenolie, 10 druppels terpen
tijnolie. Roer alles goed door de kristallen
(de bovengenoemde hoeveelheden zijn be
rekend voor 2 pond kristallen) laat ze
eenlgen tijd staan, en gebruik bij elk bad
ongeveer een handvol. Ze lossen vanzelf
in het warme water op.
EVA.
Dit seizoen biedt ons een geweldige
verscheidenheid hoeden, in eiken vorm en
soort.
We bepalen ons niet tot één speciaal
model, we zien grootrandige, middel en
kleine clocheranden, toques, turbans, in
vilt, zijde, paardenhaar en vooral stroo.
De laatste vormen wel de hoofdzaak
der collectie. Zeer fijne uitheemsche
stroosoorten zooals Bengalen, Panama,
Bangkok, parasisol, baku en Yèda, één
van de luchtigste stroosoorten.
Doffe, glimmende soorten, parelmoer,
kleurige, in verschillende kleuren door
elkaar gevlochten, zooals zwart en wit,
rood en wit, groen en wit, groen en geel
en ook wel drie kleuren door elkaar. De
laatste soorten vooral in zeer grof stroo
(paillasson)
Op het oogenblik worden nog veel de
kleuren zwart en wit gedragen, doch
breekt de Lentezon voorgoed door, dan
zal men een weelde van kleuren kunnen
aanschouwen. De garneering der groote
hoeden bestaat veelal uit soepele dra
perieën van de gebloemde stof der japon
of uit rubans van meer kleuren zijde
door elkaar. Zeer nieuw is ook de groote
luchtige paardenharen hoed, veel in
marineblauw, zwart of in ruiten, waar
van de zwarte modellen, meestal met
een rand van kantwerk paardévdiaar of
met entre-deux in paardenhaar, verder
geheel zonder garneering.
Vilthoedjes vinden haar .persoonlijk
heid door een enkelen naar beneden of
naar boven geslagen rand of punt, of
door verschillende banden van hetzelfde
vilt, door elkaar over den bol gewerkt.
Alles in één kleur gehouden.
DINA LANDWEER.
Zoo tegen acht uur 's avondls komen
moeder en vader van het groote gezin
eindelijk eens tot rustig zitten, maar het
duurt nc-g wel een uurtje, voordat ze bel
den eenigszins zijn bekomen van hun dag
taak. En dat, terwijl een groote mand
met verstelgoed moeder tegenlacht, het
nieuwe ondergoed van Marietje nog ge
merkt moet worden en zij haar gedach
ten moet laten gaan over het eten van
morgenmiddag en vader nog een brief
over Jantje aan meester op school zal
.'gaan schrijven, het huishoudboek moet
bijwerken en de belastingbiljetten heeft
in te vullen.
„Och," zegt vader, ,ik geloof niet, dat
we erg verstandig zijn geweest, om zoo'n
groot gezin te hebben. Kijk naar onzen
buurman, die er maar twee heeft. Die lui
gaan zooveel uit, als ze maar willen, alijd
netjes gekleed en mevrouw heeft, zooals
't hoort, haar ontvangdagen. Moet je bij
ons komen! Ik geloof, dat onze ontvang
dagen bestaan uit het instuiven van een
hoop vriendjes en vriendinnetjes van de
jongens met een heeleboel herrie in huis,
nog niet gesproken van den rommel, dien
je achterna hebt op te ruimen."
Vader is zoo'n beetje zuurzoet geestig;
dat gebeurt wel eens meer na 'n drukken
r?-