Schoonmaak
FEUILLETON
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
DüwDEROAG 25 APRIL 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
HfcT kiJ£ lH DE GEMEENTEN
DE MINISTER VERDEDIGT ZIJN WERK
JENRI HERMANS
ZAL EEN OPERATIE ONDERGAAN
HET KELL0GPACT
„DE OORLOG IS EEN GEESEL VAN
DE MENSCHHEID"
DE MOORDZAAK
TE GIESSEN—NIEUWKERK
AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN.
ERNSTIG AUTO-ONGEVAL
GROOTE BRAND
CARTONNAGEFABRIEK AFGEBRAND.
TWEEDE KAMER
HET WETSONTWERP BETREFFENDE DE FINANCIEELE VERHOUDING
Doordat enkele sprekers ziek kadden laten
schrappen o.a. de burgemeester van Rotterdam
de heer Droogieever Fortuijn, die gisteren niet
aanwezig was. kwam minister de Geer eerder
aan het woord, dan oorspronkelijk verwacht
werd. De critiek op het ontwerp was met den
dag welwillender geworden; alleen aan 't slot
liet de heer ter Laan ais altijd nog een somber
geluid hooren. Zijn meening en die van een
deel zijner partijgenooten wordt echter niet
algemeen gedeeld en is zeker niet sterk genoeg
om het ontwerp te laten stranden in de Tweede
Kamer Minister de Geer constateerde met
genoegen, dat uit alles bletb dat de Kamer
zich met de leidende gedachte van het ontweTp
vereenigd had en tot aanneming bereid was.
Voor hem is het nu de groote moeilijkheid om
eenheid te brengen in de verschillende stroo
mingen. Allen die de een of andere wijziging
wenschen kon hij onmogelijk tevreden stellen
De minister is bereid aan de bezwaren van
enkele leden tegemoet te komen, maar moet
daarbij oppassen niet lets in de wet te brengen,
dat volgens hem daarin niet hoort. Hij is het
volkomen met den beer van den Tempel eens,
dat het voor hem een groote voldoening zal
zijn. als hij een goede wet in het Staatsblad
brengt en niet een wet die niet voldoet, maar
zijn naam draagt. Er Is zooals uit zijn beele
betoog bleek groot verschil van Inzicht over
wat de minister en wat de heer v. d. Tempel
verstaat onder een goede wet. Dat de minister
de sociaal-democraten zal volgen en al hun
wenschen bevredigen kunnen we reeds bij voor
baat als onmogelijk verklaren.
Deze wet is persoonlijk werk van minister
de Geer en hij beheerscht de stof als geen
ander, zoodat zijn verdediging precies te kennen
gaf wat hij wel en wat hij niet wenschte te
wijzigen. Liever ziet hij de wet dan ook vallen
dan toe te geven aan Iets wat hij niet goed
acht. Heel kernachtig drukte hij dit uit door
te verklaren, dat hij de verwerping van een
goede wet minder duchtte, dan de aanneming
van een slechte.
Wie er spreekt van een regeling der taak-
veröeeling tusschen Rijk en gemeente, voor en
aleer tot de kostenverdeellng wordt overge
gaan, vraagt iets wat zoo maar niet te ver
wezenlijken is. De minister werd hierbij zelfs
dichterlijk toen hij uitriep. Taakverdeeiing
dat is een gedachte, die uitstel bepleit,
of een illusie die het kinderhart verblijdt,
.van dit werk begint hij dan ook niet; daar
bij zou zooveel van het historisch gegroeide
moeten worden afgekapt, dat er dan zeker
strijd zou komen over de autonomie van de ge
meenten. Het denkbeeld van den heer van
Vuuren, om alle wetten waarbij lasten aan de
gemeenten worden opgelegd voortaan mede te
laten onderteekenen door den minister van Bin-
nenlandsche Zaken zal hij overwegen, maar de
wijze waarop dat geregeld zou moeten worden
besprak hij niet. De bedoeling van het wetsont
werp is te komen tot een betrekkelijke egali
satie van belastingdruk voor alle bewoners van
Nederlandsche gemeenten. Een normaliseering
van het belastingstelsel, opdat de verschillen in
belastingdruk tusschen de 1079 Nederlandsche
gemeenten wat kleiner worden. Hierdoor zal
natuurlijk in tal van gemeente® wat meer be
lasting betaald moeten worden, maar daartegen
over staat dat in andere gemeenten de druk
minder wordt.
Nu zou de minister voor en aleer hij daartoe
overging eerst het geheele belastingstelsel kun
nen gaan herzien, zooals de heel' Ter Laan
wenschte, maar dan kwam er voorloopig niets
terecht van dit ontwerp.
Heel veel wijziging in het voorstel zal de
minister nu ook niet brengen, dat bleek wel uit
zijn antwoord aan hen die gepleit hebben voor
een eigen inkomstenbelasting voor de gemeen-
teu. Op dit oogenbliik zijn er duizend
gemeenten, die een aftrek hebben beneden de
f 800.en daaronder een groot aantal met
zelfs 'n aftrek van 500.- -, 400.— en 300.
Hieraan wil de minister een eind maken en
dit kan volgens hem alleen door de gemeente-
fondsbelasting, waarin 600.— de laagste
grens is. Door een eigen gelimiteerde inkom
stenbelasting in de wet op te nemen, inplaats
van de S0 opcenten op de gemeentafondsibelas-
ting, wordt volgens den minister de kiem ge
loerd voor het herleven van aJ de ellende die
we nu hebben. Met een verhooging der opcen
ten op de belastingen zai men nooit zoo zwaar
kunnen zondigen als n.et een eigen inkom
stenbelasting in tal van kleine gemeenten.
Heel veel kans, dat de minister nog van in
zicht zal veranderen, bestaat er dus niet. Even
eens geloove® we niet. dat de minister zal toe
geven aan de wenschen van de sociaal-demo
craten om het aantal opcenten op de gemeente
fondsbelasting ongelimiteerd te laten, of zelfs
maar te verhoogen tot 100 of 120 procent. De
80 procent voert tot een dergelijke hoogte, dat
de grens voor belastingheffing daarmede be
reikt is. Ais de gemeente daaraan niet ge
noeg heeft, moet zij, zoo meent de minister,
maar wat meer halen uit de andere belastin
gen.
Aan voorspellingen over de gevolgen van het
ontwerp waagde de minister zich niet, want
dan zou hij wel bunnen gaan spreken over de
belastingopbrengst in dit en in het volgend
jaar en over het regeerings-program van de
regeering, die na de verkiezingen optreedt.
Als geheel was het. zooals te verwachten
was. een krachtige verdediging van het ont
werp.
Op de verschillende bij interruptie gestelde
vragen, of de salarissen van boventallige on
derwijzers, of andere uitgaven daaronder vie
len, gaf de minister geen antwoord.
Het Tweede Kamerlid de heer Henri Her
mans, die thans in het R. K. Ziekenhuis aan het
Westeinde te den Haag vertoeft en die. zooals
men weet, lijdende is aan galsteen, zal waar
schijnlijk Vrijdag een operatie ondergaan.
Woensdagmorgen bracht jhr. mr. Ch. Ruijs
de Beerenbrouck een bezoek aan den patiënt.
HET TWEEDE KAMERLID DS. LANGMAN
Ds. J. Langman, lid der Tweede Kamer en
wethouder van Voorburg, heeft zijn beroep
naar de Ned. Herv. Gemeente te Wassenaar
aangenomen. Zijn opvolger als lid van den
gemeenteraad te Voorburg is ds. D. J. de
Hoog (C.H.)
MR. J. G. SCHüRMANN,
Naar het „Vad." verneemt, h mr. J. G.
Schürmann bedankt als buiten i lid van
den Middenstandsraad, waarin voor den
Kon. Nederl. Middenstandsbond zitting had
Dit aftreden zou verband houden met zijn be
sluit om zich gfheel aan actieve werkzaam
heden in de middenstandsbeweging te ont
trekken.
DE TWEEDE KAMER-VERKIEZINGEN.
Voor de Staatkundig Gereformeerde Partij
zullen, naar de „Rott." meldt, voor de Tweede
Kamer de volgende candidaten worden gesteld.
1. Ds. G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds. P,
Zandt, Delft; 3. ir. C. N. van Dis, Rotterdam;
4. E. Kuyk, Amsterdam; 5. A. J. Kersten, Rot
terdam; 6. J. W. van Houdt, Herkingen; 7. D.
Kodde, Zoutelande; 8. ds. A. van der Kooy,
Kampen; 9. D. van Leeuwen, Alphen aan den
Rijn; 10. C. B. van Woerden, Akkrum; H. A.
Hoogendijk, Zeist; 12 B. J. van Putten, Kam
pen; 13. W. van der Vate, Rhenen.
VRIJE UNIVERSITEIT
De eerste hoogleeraar in de vijfde faculteit
Aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is
benoemd tot gewoon hoogleeraar i® de schei
kunde dr. J. Coops, te 's-Gravemhage.
In verband met deze benoeming, welke de
eerste is in de nieuw op te richten faculteit
der wis- en natuurkunde, zuilen directeuren
ten spoedigste het vraagstuk der laboratorium
ruimten onder het oog zien en maatregelen
nemen inzake nieuwbouw of verbouwing.
EERSTE KAMER
VOOR ONS LAND NIET VAN GROOTE
BETEEKENIS
Het had er allen schijn van, alsof de senaat
huiverig was van het ln behandeling nemen van
het Kellogg pact. Vrijdagmiddag te twee uur
was men al zoo ver, dat de voorzitter zelf reeds
aan den heer Anema het woord had verleend,
om daarover te spreken. De minister van Bui-
tenlandscbe Zaken was niet aanwezig. Volgens
den heer Anema had hij zittende in zijn comfor
tabel ingerichte Kamer op het departement den
heelen wereldvrede vergeten. Van de toezeg
ging van den voorzitter, dat hij nu Dinsdag da
delijk aan het woord zou komen, kwam ook
niets, want de voorzitter plaatste dit ontwerp
dat volgens velen den wereldvrede moet verze
keren aan het eind van de agenda en noemde
dat een verbeterde agenda! De heer Anema
meende dat dit geen verbetering was, maar
van het standpunt van den voorzitter een ras
echt militair, zooals de luitenant-generaal van
Voorst tot Voorst is, kon hij het zich toch voor
stelen. Gister werd hij weder lang op de proef
gesteld, want het duurde nog een uur voor de
heer Lindeijer de propagandist voor de komen
de verkiezingen in de mijnstreek klaar was met
zijn debat met den minister van Waterstaat.
De rede die professor Anema hield over het
Kelloggpact behoort ongetwijfelt tot «de beste,
die daarover hier te lande is gehouden en de
hulde die de minister hem daarvoor bracht is
ten veile verdiend. Als bijzonderheid zouden
we kunnen vermelden, dat de Amerikaansche
gezant op de gereserveerde tribune deze uiteen
zetting aanhoorde. Met trots wees hij er op, dat
dit nu eens een professorentractaat was. want
slechts door de propaganda voor de denkbeelden
van Brland, gevoerd door de professoren van
de Columbia universiteit, was Kellogg tot zijn
voorstel gekomen.
Van een uitbannen van den oorlog is echter
geen sprake, want ook volgens zijn opvatting is
de verdedigingsoorlog en zelfs de aanvalsoor
log tegen hen, die dit tractaat niet teekenen,
of het schenden ten volle gerechtvaardigd. Het
is een non-agressie verdrag in den meest
universeelen zin.
Voor ons land is het verdrag van geen groote
beteekenis, al zijn we het met den heer v. d.
Bergh eens, dat het toch wel iets meer heeft
dan moreele waarde! Het bevordert de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de volke
ren. Professor Anema drukte het zeer mooi
uit toon hij zeïde. dat aanneming van dit ver
drag, waarna ratificatie mogelijk is, voor ons
de beteekenis moet hebben van bet hangen
van een Aeolusharp in den boom van de inter-
tlonaie volkeren-gemeenschap. De oorlog is
een geesel van de menschheld en al wat we
doen kunnen om de ellende, die er uit voort
spruit, verre te hóuden van de volkeren, mo
gen we niet nalaten. Ooi al zouden wij eir geen
gebruik van maiken, dat ontheft ons niet van
den plicht om dit oude instrument van inter
nationale politiek ontwlkkelbaar te maken, als
we daartoe door toetreding tot dit verdrag
kunnen medewerken.
In dit opzicht waren de redevoeringen van.
alle voorstandere ons heel wat sympathieker,
dan die van den heer Verkouteren, die den
vredesvrtende® kwam vertellen, of zij wel wis
ten dat juist iedere oorlog den vrede brengt,
en het dus onlogisch ls deze uit te bannen.
Het spijt ons, maar een dergelijke redeneering
kunnen we niet meer vatten.
Verwondering wekte het, dat volgens berich
ten Japan niet bereid zoti zijn het Ketlogg-pact
te teekenen, want dat ls voor de waarde van
het ratificeeren van groote beteekenis.
Als hierna nog het Belgisch verdrag was be
handeld, nu de Senaat toch In vergadering bij
een was, zou dat een prachtig slot zijn ge
weest van de zitting, maar de voorzitter had
helaas anders beslist.
DE FILMKEURING IN HET ZUIDEN.
Drie bioscopen geschorst
Door B, en W. der gemeente Kerkrad e zijn
de drie aldaar bestaande bioscopen gedurende
den tijd van 1 maand geschorst. De bioscoop
houders gingen In beroep bij Ged. Staten.
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol.
Reel. 26556 VM 6
DE VERHOOREN
Gisterenmiddag zijn, naar „Het Volk" meldt,
in de meineedinstructie tegen het echtpaar
Kroon geen nieuwe getuigen gehoord.
Het ligt in de bedoeling van den rechter
commissaris de getuigen-verhooren Vrijdag as.
te doen af kropen, waarna de «tukken naar den
Hooigen Raad zullen worden opgezonden.
DE RO. 42 VERONGELUKT
Een der lijken herkend
Na een ingesteld onderzoek is ^h.c-t door den
motor logger Sch. 32 te Ilmuiden aangebrachte
lijk door de familie te Maassluis herkend als
te zijn van den matroos van Wolveren, een
der opvarenden van den sedert eenigen tijd
vermisten motorbotter R.O. 42. Door het vin
den van het lijk ls thans zoo goed als zeker
aan te nemen, dat genoemd vaartuig met alle
opvarenden op de Noordzee is verongelukt.
Omtrent de oorzaak van het vergaan van den
botter zal men moeten blijven gissen, doch
men neemt aan, dat het vaartuig tijdens must
door een of ander stoomschip is overvaren, om
dat het tijdens het laatste verblijf van de
R.O. 42 op de Noordzee geen zwaar stormweer
is geweest.
Voor de nagelaten betrekkingen
Op Vrijdag 22 Maart j.l. vertrok des morgens
te elf uur vanuit de haven van Maassluis de
schokker R.O. 42. Sedert is van dit schip niets
meer vernomen, zoodat da vreeB, dat het met
man en muis is vergaan, alleszins gewettigd
is. De bemanning bestond uit vier personen,
n.l. Teunls Pasterkamp, Dirk Pasterkamp,
Johannes Morin en Johannes van Wolferen,
waarvan er drie een gezin achterlaten, zonder
middelen van bestaan. Tengevolge van de thans
nog vigeerende wettelijke bepalingen, konden
deze mensehen niet op eenige wijze verzekerd
worden. Derhalve krijgen zij geen andere uit-
keering dan het bedrag dat de reeder wel
willend te hunner beschikking stelt. Het is
met het ook hierop, dat zich een comité heeft
gevormd, ten einde tot leniging van den nood
der achtergeblevenen gelden in te zamelen.
Voorzitter van dit comité is de heer C. P. J.
Dommisse, burgemeester van Maassluis; pen
ningmeester de heer J. Gaasbeek, reeder, Haven
15, Maassluis.
DIEFSTAL IN HET STATION TE ASSEN.
Een voorwaardelijk vonnis
De Zutphensche rechtbank heeft D. van L.,
26 jaar, zonder beroep te Amsterdam, thans
gedetineerd wegens diefstal gepleegd in het
spoorwegstation te Assen veroordeeld tot een
jaar gevangenisschap voorw. met een proeftijd
van drie jaar met bijzondere voorwaarden en
aftrek van de voorloopige hechtenis.
De chauffeur ernstig verwond
Gisterenavond omstreeks half zeven had op
den Rijksweg onder de gemeente Gilzen een
tamelijk ernstig antoongeval plaats. Een Che-
vrolet-vTa>ahtauto van de Nederlandsche Pels
industrie te Tilburg, kwam vermoedelijk ten-
gervolge van de gladheid van den weg in bot
sing met een boom. De chauffeur J. Wlllbers,
uit Tilburg, zat zoodanig bekneld, dat de ca
bine moest worden stukgezaagd. Hij werd in
wendig ernstig aan zijn sohouderblad gewond,
terwijl zijn mede-inzittende B. Simons, uit
Tilburg, met den schrik vrij kwam. De wagen
werd zoo goed als gehec vernield. De chauf
feur werd naar het ziekenhuis te Tilburg ver
voerd.
BRANDSTICHTING.
De burgemeester van Midwolda (Old.J heeft
proces-verbaal laten opmaken tegen H. K., al
daar, die opzettelijk een perceel heide in brand
heeft gestoken, hetgeep mol groote moeite
werd gebluseht
VIER PERSONEN GEWOND
De auto verpletterd
Gisterenmiddag is op den Muiderstraatweg
tegenover de Kruitfabriek te A'dam 'n auto-
ongevai gebeurd. Een zespereoons-Hudsonwa-
gen is bij het passeeren van een anderen auto
tegen een uit de tegenovergestelde richting ko
menden melkauto gebotst. De Hudsonwagen be
hoorde tot een begrafenisstoet, die van de Israë
litische Begraafplaats Muiderberg terugkeerde.
De beide auto's werden door 'de botsing totaal
versplinterd. In den Hudsonwagen, waren ge
zeten de heeren J. M. Hes, directeur van het
Israëlitisch Begrafenis Genootschap, en L. D.
Staal, Joodsch leeraar. Beide personen werden
ernstig gewond, evenals de ebauffeur van Zwle-
ten. Ook de bestuurder van den melkauto. een
zekere Bogaert uit Weeep, bekwam een hersen
schudding. Dr. J. van Konijnenburg^ directeur
van den Gemeentelijken geneeskundigen dienst
van Haarlem, die zich in een der auto's van den
begrafenisstoet bevond, legde, geassisteerd door
Dr. Smits uit Muiden den gewonden het nood
verband.
Het bleek, dat de beer Staal en de chauffeur
van Zwieten een lichte hersenschudding hadden
bekomen. Bovendien hadden de beide chauffeurs
nog verscheidene bloedende wonden. Ook de
heer Hes had zware wonden aan bet hoofd en
op verschillende plaatsen van het lichaam op
gekropen. Alle vier gewonden werden naar Am
sterdam vervoerd. De heeren Staal, van Zwie
ten en Bogaert werden in het Burgerziekenhuis
ter verpleging opgenomen. De heer Hes werd
eerst in het Nieuw Israëlitisch ziekenhuis ver
bonden en is daarop op zijn verzoek naar zijn
woning vervoerd.
Zeven woonhuizen in den asch gelegd
DERTIG PERSONEN DAKLOOS T
GEWORDEN
Gistermorgen te 8 uur ontdekte men een
brand in een woning aan de Oud Maasdijk
straat te Dretimel. Het vuur verspreidde zich
in korten tijd over nog zes naastgelegen huis-
jee. waartoe het feit, dat de huisjes met riet
gedekt waren, niet weinig meewerkte. De
brandweer uit Dreumel, geassisteerd door die
uit Wamei, kon niet veel tegen de vlammen
uitrichten. Om verdere uitbreiding te voor
komen liet men een landbouwschuur instor
ten, waardoor bet vuur gestuit kon worden. De
schade bedraagt ongeveer 15.000. Ongeveer
dertig personen zijn dakloos geworden. Zij
werden bij buren ondergebracht. De oorzaak
van den brand is onbekend.
tie brandweer machteloos
Gister is te Oosterbeek-Laag de cartonnage.
fabriek „Oosterbeek", aan den Klingelbeek-
schenweg afgebrand. Onmiddellijk na bet uit
breken van den brand waarschuwde men het
personeel van de Wennix Chloorfabriek, die op
eenigen afstand gelegen is, opdat daar de noo-
dige maatregelen tot bescherming van de fa
briek konden worden genomen. Aan blusschen
van de cartonnagefabriek viel niet te denken.
De Oosterbeeksche brandweer stond machteloos
tegenover het vuur.
DOOR EEN MOLENWIEK GETROFFEN
Het slachtoffer overleden
Dinsdagavond te 7 uur fs te Llerop de 14-
jarige zoon van den molenaar v. d. Bleeen door
een molenwiek getroffen. Hij werd ernstig aan
het hoofd gewond en is naar het R. K. Gasthuis
te Helmond overgebracht. Des nachts is hij
aan de gevolgen overleden.
BELASTINGONTDUIKING.
De Utrechtsche Rechtbank veroordeelde den
25-jarigen landbouwer C. J. A. O. te Houten
wegens overtreding der wet op de Rijksinkom
stenbelasting tot 750 boete subsidiair 3 maan
den hechtenis. De eiseh had geluid ƒ1000 sube.
3 maanden hechtenis.
AUDIËNTIES.
De gewone audiëntie van den minister van.
Defensie, zal op Maandag 29 April e.k. niet
plaats hebben.
naar het Italiaansch
van
DE MAROH1
De baron haalde tien.
Louter toeval, zei Usilii. Laten we nog
eens beginnen.
-- Dat is altijd het geval wanneer men zoo
maar voor do aardigheid speelt; maar als je
honderd lire in je zak had zou de duivel ze
}e gauw afhandig gemaakt hebben.
Vanavond zal ik ze hebben, hernam
Bantaïusca.
Usilii bood zich aan voor dien avond. Coriolan
dronk nogmaals. Het gesprek, de drank en zijn
goede spelkans wonden hem op en maakten
hem min of meer dronken. Hij werd opnieuw
de geestdriftige baron van voorheen en 't
was alsof hij onder de ruïne van vroegere schit
terende dagen zijn ouden ridderlijken geest
terugvond.
Toen hij weer op straat stond was het hem
een lust de drukte van vervoermiddelen en
voetgangers gade te slaan.
Bij zijn thuiskomst werd hij hartelijk ver
welkomd door de oude Magdalena die blij was
dat haar heer reeds teruggekomen was.
De harem duwde de deur zijner kamer dicht en
schoof den grendel over. Dan zette hij zich
in een fauteuil neer en ledigde zijn zak vol geld
Met innige voldaanheid telde hij alle biljet
ten te zamen.
Behalve het koopcontract en de som van
twintig duizend lire, vond hij verscheidene
recepis van effecten. Hij had zich dus slechts
naar de bank te begeven om die effecten in
ontvangst te gaan nemen.
Prachtig, mompelde hij opgetogen, alles
gaat naar wenseh en zelfs nog beter dan dat;
ik ben dus gered.
Opeens deed een geklop op de deur hem
opspringen.
Wie is daar? vroeg hij met iets angstigs
in de stem, hoeveel moeite hij zich ook deed
gewoon, rustig te spreken.
Een priester mijnheer, antwoordde Mag
dalena, hij vraagt u te spreken.
Welke priester? Ik ken geen enkelen pries
ter riep de baron terug. Zeg maar dat ik
niet thuis hen.
De bejaarde vrouw slofte weg. Coriolan bleef
aan zijn tafel staan met de handen op het geld
als een roofdier dat een buit bemachtigd heeft
en het niet zoo gemakkelijk zal laten ontsnap
pen
De noodlottige indruk welke het bezoek van^
dien onbekenden priester bij den baron ver
oorzaakte duurde slechts eenige oogenblikken.
De koelbloedige moordenaar had spoedig zijn
evenwicht hersteld en zei schouderophalend bij
zich zelf:
De dooden komen niet terug. Die vrees is
goed voor kinderen en zwakke geesten!
't Was zeven uur 's avond. Sinds den vorlgen
dag had de baron niet gegeten en de honger,
die zich reeds eerder had laten voelen, kwelde
hem opnieuw. Nadat hij eenige honderden lire's
bij zich gestoken had, verborg hij het gestolen
geld in een lade van zijn bureau. Dan kleedde
hij zich met veel zorg.
Daar hij voornemens was opnieuw zijn kan
sen te beproeven bij het spel, zei hij aan Mag-
deiena-
Vannacht kom ik niet thuis.
Pas op voor uw gezondheid, mijnheer de
Baron, klonk de zachte stem der oude vrouw.
Laat me maar begaan. Morgen breng ik
geld voor je mee.
Op den drempel bleef hij een oogenblik staan
en voegde er aan toe:
Heeft die priester niet gezegd wat hij
wilde?
Hij zei dat hij terug zou komen, mijnheer
de Baron.
Er ging een onzichtbare rilling door Corio
lan. Hij vertrok en richtte zijn schreden naar
het café „De opgaande Zon".
Onderweg had hij veel last van spierpijn in
al zijn leden, maar vooral ln zijn armen. Toch
trad hij met vasten stap het café binnen,
groette in het voorbijga011 eenige etende gasten
en zette zich neer in een zaa-l die schitterde
van licht, spiegels en verguldsel. Weldra stond
een kellner, elegant en onberispelijk als een
gentleman, vóór hem om zijn orders af te
wachten.
Baron Coriolan was bekend in de „Opgaande
Zon" zoowel door het personeel dat hij royaal
bedacht, als door den eigenaar bij wien hij
een groote schuld had.
Hij nam de spijskaart op, wees met de punt
van zijn mes drie, vier gerechten aan en be
stelde een fijne flesch wijn.
Het feestelijke licht, de mooie omgeving,
de schittering van het kristal en de geur van
den uitstekenden wijn brachten hem aanstonds
In de gewenschte stemming. Hij dineerde met
veel eetlust.
Na eenige oogenblikken in het theater San
Carlo te hebben doorgebracht, herinnerde hij
zich dat Usilii hem op de club wachtte. Het
was toen ongeveer tien uut.
Om elf uur had hij reeds tien duizend lire
gewonnen.
Usilii wond zich op, werd zenuwachtig en
zette als een krankzinnige in. Hij verloor
echter steeds.
Om één uur speelde de baron nog.en
was ook toen aan de winnende hand.
Zooveel geluk had hij nog nooit gehad.
De eeh na de andere speler wilde hem in
zijn succes stuiten, maar allen werden gesla
gen. De baron bleef in 't bezit van een groote
som gelds. GeGbroken door vermoeidheid, emo
ties en koorts sliep hij in op een canapé van
de speelzaal.
Een zware en tegelijk onrustige slaap volgde.
Allerlei zonderlinge gedaanten en angstaanja
giende vizioenen mengden zSch dooreen. In
een chaos zag hij verweerde trappen, half
ingestorte kelders, donkere sousterrainen, hoo-
ge muren en een kalkhoop.
Bij het aanbreken van den dag opende de
baron zijn oogen en had de eerste oogen
blikken veel moeite zich bewust te worden
van zijn toestand. Waar was hij? De bleeke
schemering van een regenachügen dag sloop
door de vensters en kroop over de tafels en
stoelen der zaal welke men in wanorde ver
laten had.
Met de oogen nog zwaar van den slaap en
den mond vol bitterheid, voelde de twwon
zich overmeesterd worden door een ontroost
bare droefheid waarvan hij de ware oorzaak
niet vond. Hij spande zijn hersenen in en
steeg langzaam van herinnering tot herinne
ring alsof hij de sporten van een bijna on-
brutkbaren ladder opklom.
Het viel hem nu in dat zijn slaap vooraf
was gegaan door een uren lang spel, waarbij
hij veel geld gewonnen had,dat hij in
„De Opgaande Zon" gedineerd had na een
gesprek met Usiliidat hij in den tuin ge
wecst was en.
Maar toen sidderde hij, keek angstig om
zich heen en voelde zijn hart hevig hameren.
Hij bevond zich alleen in de zaal. Ofschoon
hij zijn spelwlnst nog niet geteld had, wist
hij dat de som belangrijk was.
Waarom heeft de kans mij niet eerder
toegelachen? Wat zou ze dan niet voorkomen
hebben? Enfin, op aarde is alles toeval.
Een zonderling instinct dreef hem naar een
der volkrijkste wijken der stad. Weldra ech
ter kon hij niet verder gaan. Het scheen hem
alsof de straten van Napels vol priesters wa
ren. Nog nimmer had hij er zooveel ontmoet.
Bij lederen hoek zag hij de zwarte gedaanten.
Hoe kwam het dat er plotseling zooveel
geestelijken in de Btad waren? Of lette hij
er nu voor 't eerst op? Was misschien die in
druk het gevolg van gewetenswroeging?
Er ontwaakte iets in zijn gemoed en in zijn
hersenen en niets was in staat dat gevoelen,
die gedachte te verdrijven of te vernietigen.
Integendeel het steeds meer opdringende idee
zou hem bij de keel grijpen en hem niet meer
loslaten.
De baron moest ondervinden dat men wel
een mensch kan dooden, maar niet een idee
en nog minder een wroeging.
LOTERIJKOORTS... EN WINST.
PhilUppin, de arme hoedenmaker, die ver
volgd werd door zijn schuldeischers en den
deurwaarder, had aanstond de nummers, hem
door don CyriMus aangewezen, opgeschreven
om ze niet te vergeten: vier, dertig en negen
tig, Dat noemt men een terne.
Hij verkocht den laatsten armband van zijn
vrouw om aan een weinig geld te komen en
zich de fameuze loten aan te schaffen.
De Vrijdag ging voorbij en ook de Zaterdag
morgen; die zes en dertig uur schenen den
armen Philippin een eeuwigheid toe.
Tegen drie uur in den namiddag begaf hij
zich, vergezeld van zijn vier kinderen naar
de St. Clarastraat om tegenwoordig te zijn
bij de trekking; zijn vrouw, die nog altijd ziek
was, moest natuurlijk thuis blijven.
(Wordt vervolgd).