Schoonmaak FEUILLETON DE ONVOORZIENE AANKLAGER DüwDEROAG 25 APRIL 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 HfcT kiJ£ lH DE GEMEENTEN DE MINISTER VERDEDIGT ZIJN WERK JENRI HERMANS ZAL EEN OPERATIE ONDERGAAN HET KELL0GPACT „DE OORLOG IS EEN GEESEL VAN DE MENSCHHEID" DE MOORDZAAK TE GIESSEN—NIEUWKERK AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN. ERNSTIG AUTO-ONGEVAL GROOTE BRAND CARTONNAGEFABRIEK AFGEBRAND. TWEEDE KAMER HET WETSONTWERP BETREFFENDE DE FINANCIEELE VERHOUDING Doordat enkele sprekers ziek kadden laten schrappen o.a. de burgemeester van Rotterdam de heer Droogieever Fortuijn, die gisteren niet aanwezig was. kwam minister de Geer eerder aan het woord, dan oorspronkelijk verwacht werd. De critiek op het ontwerp was met den dag welwillender geworden; alleen aan 't slot liet de heer ter Laan ais altijd nog een somber geluid hooren. Zijn meening en die van een deel zijner partijgenooten wordt echter niet algemeen gedeeld en is zeker niet sterk genoeg om het ontwerp te laten stranden in de Tweede Kamer Minister de Geer constateerde met genoegen, dat uit alles bletb dat de Kamer zich met de leidende gedachte van het ontweTp vereenigd had en tot aanneming bereid was. Voor hem is het nu de groote moeilijkheid om eenheid te brengen in de verschillende stroo mingen. Allen die de een of andere wijziging wenschen kon hij onmogelijk tevreden stellen De minister is bereid aan de bezwaren van enkele leden tegemoet te komen, maar moet daarbij oppassen niet lets in de wet te brengen, dat volgens hem daarin niet hoort. Hij is het volkomen met den beer van den Tempel eens, dat het voor hem een groote voldoening zal zijn. als hij een goede wet in het Staatsblad brengt en niet een wet die niet voldoet, maar zijn naam draagt. Er Is zooals uit zijn beele betoog bleek groot verschil van Inzicht over wat de minister en wat de heer v. d. Tempel verstaat onder een goede wet. Dat de minister de sociaal-democraten zal volgen en al hun wenschen bevredigen kunnen we reeds bij voor baat als onmogelijk verklaren. Deze wet is persoonlijk werk van minister de Geer en hij beheerscht de stof als geen ander, zoodat zijn verdediging precies te kennen gaf wat hij wel en wat hij niet wenschte te wijzigen. Liever ziet hij de wet dan ook vallen dan toe te geven aan Iets wat hij niet goed acht. Heel kernachtig drukte hij dit uit door te verklaren, dat hij de verwerping van een goede wet minder duchtte, dan de aanneming van een slechte. Wie er spreekt van een regeling der taak- veröeeling tusschen Rijk en gemeente, voor en aleer tot de kostenverdeellng wordt overge gaan, vraagt iets wat zoo maar niet te ver wezenlijken is. De minister werd hierbij zelfs dichterlijk toen hij uitriep. Taakverdeeiing dat is een gedachte, die uitstel bepleit, of een illusie die het kinderhart verblijdt, .van dit werk begint hij dan ook niet; daar bij zou zooveel van het historisch gegroeide moeten worden afgekapt, dat er dan zeker strijd zou komen over de autonomie van de ge meenten. Het denkbeeld van den heer van Vuuren, om alle wetten waarbij lasten aan de gemeenten worden opgelegd voortaan mede te laten onderteekenen door den minister van Bin- nenlandsche Zaken zal hij overwegen, maar de wijze waarop dat geregeld zou moeten worden besprak hij niet. De bedoeling van het wetsont werp is te komen tot een betrekkelijke egali satie van belastingdruk voor alle bewoners van Nederlandsche gemeenten. Een normaliseering van het belastingstelsel, opdat de verschillen in belastingdruk tusschen de 1079 Nederlandsche gemeenten wat kleiner worden. Hierdoor zal natuurlijk in tal van gemeente® wat meer be lasting betaald moeten worden, maar daartegen over staat dat in andere gemeenten de druk minder wordt. Nu zou de minister voor en aleer hij daartoe overging eerst het geheele belastingstelsel kun nen gaan herzien, zooals de heel' Ter Laan wenschte, maar dan kwam er voorloopig niets terecht van dit ontwerp. Heel veel wijziging in het voorstel zal de minister nu ook niet brengen, dat bleek wel uit zijn antwoord aan hen die gepleit hebben voor een eigen inkomstenbelasting voor de gemeen- teu. Op dit oogenbliik zijn er duizend gemeenten, die een aftrek hebben beneden de f 800.en daaronder een groot aantal met zelfs 'n aftrek van 500.- -, 400.— en 300. Hieraan wil de minister een eind maken en dit kan volgens hem alleen door de gemeente- fondsbelasting, waarin 600.— de laagste grens is. Door een eigen gelimiteerde inkom stenbelasting in de wet op te nemen, inplaats van de S0 opcenten op de gemeentafondsibelas- ting, wordt volgens den minister de kiem ge loerd voor het herleven van aJ de ellende die we nu hebben. Met een verhooging der opcen ten op de belastingen zai men nooit zoo zwaar kunnen zondigen als n.et een eigen inkom stenbelasting in tal van kleine gemeenten. Heel veel kans, dat de minister nog van in zicht zal veranderen, bestaat er dus niet. Even eens geloove® we niet. dat de minister zal toe geven aan de wenschen van de sociaal-demo craten om het aantal opcenten op de gemeente fondsbelasting ongelimiteerd te laten, of zelfs maar te verhoogen tot 100 of 120 procent. De 80 procent voert tot een dergelijke hoogte, dat de grens voor belastingheffing daarmede be reikt is. Ais de gemeente daaraan niet ge noeg heeft, moet zij, zoo meent de minister, maar wat meer halen uit de andere belastin gen. Aan voorspellingen over de gevolgen van het ontwerp waagde de minister zich niet, want dan zou hij wel bunnen gaan spreken over de belastingopbrengst in dit en in het volgend jaar en over het regeerings-program van de regeering, die na de verkiezingen optreedt. Als geheel was het. zooals te verwachten was. een krachtige verdediging van het ont werp. Op de verschillende bij interruptie gestelde vragen, of de salarissen van boventallige on derwijzers, of andere uitgaven daaronder vie len, gaf de minister geen antwoord. Het Tweede Kamerlid de heer Henri Her mans, die thans in het R. K. Ziekenhuis aan het Westeinde te den Haag vertoeft en die. zooals men weet, lijdende is aan galsteen, zal waar schijnlijk Vrijdag een operatie ondergaan. Woensdagmorgen bracht jhr. mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck een bezoek aan den patiënt. HET TWEEDE KAMERLID DS. LANGMAN Ds. J. Langman, lid der Tweede Kamer en wethouder van Voorburg, heeft zijn beroep naar de Ned. Herv. Gemeente te Wassenaar aangenomen. Zijn opvolger als lid van den gemeenteraad te Voorburg is ds. D. J. de Hoog (C.H.) MR. J. G. SCHüRMANN, Naar het „Vad." verneemt, h mr. J. G. Schürmann bedankt als buiten i lid van den Middenstandsraad, waarin voor den Kon. Nederl. Middenstandsbond zitting had Dit aftreden zou verband houden met zijn be sluit om zich gfheel aan actieve werkzaam heden in de middenstandsbeweging te ont trekken. DE TWEEDE KAMER-VERKIEZINGEN. Voor de Staatkundig Gereformeerde Partij zullen, naar de „Rott." meldt, voor de Tweede Kamer de volgende candidaten worden gesteld. 1. Ds. G. H. Kersten, Rotterdam; 2. ds. P, Zandt, Delft; 3. ir. C. N. van Dis, Rotterdam; 4. E. Kuyk, Amsterdam; 5. A. J. Kersten, Rot terdam; 6. J. W. van Houdt, Herkingen; 7. D. Kodde, Zoutelande; 8. ds. A. van der Kooy, Kampen; 9. D. van Leeuwen, Alphen aan den Rijn; 10. C. B. van Woerden, Akkrum; H. A. Hoogendijk, Zeist; 12 B. J. van Putten, Kam pen; 13. W. van der Vate, Rhenen. VRIJE UNIVERSITEIT De eerste hoogleeraar in de vijfde faculteit Aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is benoemd tot gewoon hoogleeraar i® de schei kunde dr. J. Coops, te 's-Gravemhage. In verband met deze benoeming, welke de eerste is in de nieuw op te richten faculteit der wis- en natuurkunde, zuilen directeuren ten spoedigste het vraagstuk der laboratorium ruimten onder het oog zien en maatregelen nemen inzake nieuwbouw of verbouwing. EERSTE KAMER VOOR ONS LAND NIET VAN GROOTE BETEEKENIS Het had er allen schijn van, alsof de senaat huiverig was van het ln behandeling nemen van het Kellogg pact. Vrijdagmiddag te twee uur was men al zoo ver, dat de voorzitter zelf reeds aan den heer Anema het woord had verleend, om daarover te spreken. De minister van Bui- tenlandscbe Zaken was niet aanwezig. Volgens den heer Anema had hij zittende in zijn comfor tabel ingerichte Kamer op het departement den heelen wereldvrede vergeten. Van de toezeg ging van den voorzitter, dat hij nu Dinsdag da delijk aan het woord zou komen, kwam ook niets, want de voorzitter plaatste dit ontwerp dat volgens velen den wereldvrede moet verze keren aan het eind van de agenda en noemde dat een verbeterde agenda! De heer Anema meende dat dit geen verbetering was, maar van het standpunt van den voorzitter een ras echt militair, zooals de luitenant-generaal van Voorst tot Voorst is, kon hij het zich toch voor stelen. Gister werd hij weder lang op de proef gesteld, want het duurde nog een uur voor de heer Lindeijer de propagandist voor de komen de verkiezingen in de mijnstreek klaar was met zijn debat met den minister van Waterstaat. De rede die professor Anema hield over het Kelloggpact behoort ongetwijfelt tot «de beste, die daarover hier te lande is gehouden en de hulde die de minister hem daarvoor bracht is ten veile verdiend. Als bijzonderheid zouden we kunnen vermelden, dat de Amerikaansche gezant op de gereserveerde tribune deze uiteen zetting aanhoorde. Met trots wees hij er op, dat dit nu eens een professorentractaat was. want slechts door de propaganda voor de denkbeelden van Brland, gevoerd door de professoren van de Columbia universiteit, was Kellogg tot zijn voorstel gekomen. Van een uitbannen van den oorlog is echter geen sprake, want ook volgens zijn opvatting is de verdedigingsoorlog en zelfs de aanvalsoor log tegen hen, die dit tractaat niet teekenen, of het schenden ten volle gerechtvaardigd. Het is een non-agressie verdrag in den meest universeelen zin. Voor ons land is het verdrag van geen groote beteekenis, al zijn we het met den heer v. d. Bergh eens, dat het toch wel iets meer heeft dan moreele waarde! Het bevordert de vriend schappelijke betrekkingen tusschen de volke ren. Professor Anema drukte het zeer mooi uit toon hij zeïde. dat aanneming van dit ver drag, waarna ratificatie mogelijk is, voor ons de beteekenis moet hebben van bet hangen van een Aeolusharp in den boom van de inter- tlonaie volkeren-gemeenschap. De oorlog is een geesel van de menschheld en al wat we doen kunnen om de ellende, die er uit voort spruit, verre te hóuden van de volkeren, mo gen we niet nalaten. Ooi al zouden wij eir geen gebruik van maiken, dat ontheft ons niet van den plicht om dit oude instrument van inter nationale politiek ontwlkkelbaar te maken, als we daartoe door toetreding tot dit verdrag kunnen medewerken. In dit opzicht waren de redevoeringen van. alle voorstandere ons heel wat sympathieker, dan die van den heer Verkouteren, die den vredesvrtende® kwam vertellen, of zij wel wis ten dat juist iedere oorlog den vrede brengt, en het dus onlogisch ls deze uit te bannen. Het spijt ons, maar een dergelijke redeneering kunnen we niet meer vatten. Verwondering wekte het, dat volgens berich ten Japan niet bereid zoti zijn het Ketlogg-pact te teekenen, want dat ls voor de waarde van het ratificeeren van groote beteekenis. Als hierna nog het Belgisch verdrag was be handeld, nu de Senaat toch In vergadering bij een was, zou dat een prachtig slot zijn ge weest van de zitting, maar de voorzitter had helaas anders beslist. DE FILMKEURING IN HET ZUIDEN. Drie bioscopen geschorst Door B, en W. der gemeente Kerkrad e zijn de drie aldaar bestaande bioscopen gedurende den tijd van 1 maand geschorst. De bioscoop houders gingen In beroep bij Ged. Staten. geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol. Reel. 26556 VM 6 DE VERHOOREN Gisterenmiddag zijn, naar „Het Volk" meldt, in de meineedinstructie tegen het echtpaar Kroon geen nieuwe getuigen gehoord. Het ligt in de bedoeling van den rechter commissaris de getuigen-verhooren Vrijdag as. te doen af kropen, waarna de «tukken naar den Hooigen Raad zullen worden opgezonden. DE RO. 42 VERONGELUKT Een der lijken herkend Na een ingesteld onderzoek is ^h.c-t door den motor logger Sch. 32 te Ilmuiden aangebrachte lijk door de familie te Maassluis herkend als te zijn van den matroos van Wolveren, een der opvarenden van den sedert eenigen tijd vermisten motorbotter R.O. 42. Door het vin den van het lijk ls thans zoo goed als zeker aan te nemen, dat genoemd vaartuig met alle opvarenden op de Noordzee is verongelukt. Omtrent de oorzaak van het vergaan van den botter zal men moeten blijven gissen, doch men neemt aan, dat het vaartuig tijdens must door een of ander stoomschip is overvaren, om dat het tijdens het laatste verblijf van de R.O. 42 op de Noordzee geen zwaar stormweer is geweest. Voor de nagelaten betrekkingen Op Vrijdag 22 Maart j.l. vertrok des morgens te elf uur vanuit de haven van Maassluis de schokker R.O. 42. Sedert is van dit schip niets meer vernomen, zoodat da vreeB, dat het met man en muis is vergaan, alleszins gewettigd is. De bemanning bestond uit vier personen, n.l. Teunls Pasterkamp, Dirk Pasterkamp, Johannes Morin en Johannes van Wolferen, waarvan er drie een gezin achterlaten, zonder middelen van bestaan. Tengevolge van de thans nog vigeerende wettelijke bepalingen, konden deze mensehen niet op eenige wijze verzekerd worden. Derhalve krijgen zij geen andere uit- keering dan het bedrag dat de reeder wel willend te hunner beschikking stelt. Het is met het ook hierop, dat zich een comité heeft gevormd, ten einde tot leniging van den nood der achtergeblevenen gelden in te zamelen. Voorzitter van dit comité is de heer C. P. J. Dommisse, burgemeester van Maassluis; pen ningmeester de heer J. Gaasbeek, reeder, Haven 15, Maassluis. DIEFSTAL IN HET STATION TE ASSEN. Een voorwaardelijk vonnis De Zutphensche rechtbank heeft D. van L., 26 jaar, zonder beroep te Amsterdam, thans gedetineerd wegens diefstal gepleegd in het spoorwegstation te Assen veroordeeld tot een jaar gevangenisschap voorw. met een proeftijd van drie jaar met bijzondere voorwaarden en aftrek van de voorloopige hechtenis. De chauffeur ernstig verwond Gisterenavond omstreeks half zeven had op den Rijksweg onder de gemeente Gilzen een tamelijk ernstig antoongeval plaats. Een Che- vrolet-vTa>ahtauto van de Nederlandsche Pels industrie te Tilburg, kwam vermoedelijk ten- gervolge van de gladheid van den weg in bot sing met een boom. De chauffeur J. Wlllbers, uit Tilburg, zat zoodanig bekneld, dat de ca bine moest worden stukgezaagd. Hij werd in wendig ernstig aan zijn sohouderblad gewond, terwijl zijn mede-inzittende B. Simons, uit Tilburg, met den schrik vrij kwam. De wagen werd zoo goed als gehec vernield. De chauf feur werd naar het ziekenhuis te Tilburg ver voerd. BRANDSTICHTING. De burgemeester van Midwolda (Old.J heeft proces-verbaal laten opmaken tegen H. K., al daar, die opzettelijk een perceel heide in brand heeft gestoken, hetgeep mol groote moeite werd gebluseht VIER PERSONEN GEWOND De auto verpletterd Gisterenmiddag is op den Muiderstraatweg tegenover de Kruitfabriek te A'dam 'n auto- ongevai gebeurd. Een zespereoons-Hudsonwa- gen is bij het passeeren van een anderen auto tegen een uit de tegenovergestelde richting ko menden melkauto gebotst. De Hudsonwagen be hoorde tot een begrafenisstoet, die van de Israë litische Begraafplaats Muiderberg terugkeerde. De beide auto's werden door 'de botsing totaal versplinterd. In den Hudsonwagen, waren ge zeten de heeren J. M. Hes, directeur van het Israëlitisch Begrafenis Genootschap, en L. D. Staal, Joodsch leeraar. Beide personen werden ernstig gewond, evenals de ebauffeur van Zwle- ten. Ook de bestuurder van den melkauto. een zekere Bogaert uit Weeep, bekwam een hersen schudding. Dr. J. van Konijnenburg^ directeur van den Gemeentelijken geneeskundigen dienst van Haarlem, die zich in een der auto's van den begrafenisstoet bevond, legde, geassisteerd door Dr. Smits uit Muiden den gewonden het nood verband. Het bleek, dat de beer Staal en de chauffeur van Zwieten een lichte hersenschudding hadden bekomen. Bovendien hadden de beide chauffeurs nog verscheidene bloedende wonden. Ook de heer Hes had zware wonden aan bet hoofd en op verschillende plaatsen van het lichaam op gekropen. Alle vier gewonden werden naar Am sterdam vervoerd. De heeren Staal, van Zwie ten en Bogaert werden in het Burgerziekenhuis ter verpleging opgenomen. De heer Hes werd eerst in het Nieuw Israëlitisch ziekenhuis ver bonden en is daarop op zijn verzoek naar zijn woning vervoerd. Zeven woonhuizen in den asch gelegd DERTIG PERSONEN DAKLOOS T GEWORDEN Gistermorgen te 8 uur ontdekte men een brand in een woning aan de Oud Maasdijk straat te Dretimel. Het vuur verspreidde zich in korten tijd over nog zes naastgelegen huis- jee. waartoe het feit, dat de huisjes met riet gedekt waren, niet weinig meewerkte. De brandweer uit Dreumel, geassisteerd door die uit Wamei, kon niet veel tegen de vlammen uitrichten. Om verdere uitbreiding te voor komen liet men een landbouwschuur instor ten, waardoor bet vuur gestuit kon worden. De schade bedraagt ongeveer 15.000. Ongeveer dertig personen zijn dakloos geworden. Zij werden bij buren ondergebracht. De oorzaak van den brand is onbekend. tie brandweer machteloos Gister is te Oosterbeek-Laag de cartonnage. fabriek „Oosterbeek", aan den Klingelbeek- schenweg afgebrand. Onmiddellijk na bet uit breken van den brand waarschuwde men het personeel van de Wennix Chloorfabriek, die op eenigen afstand gelegen is, opdat daar de noo- dige maatregelen tot bescherming van de fa briek konden worden genomen. Aan blusschen van de cartonnagefabriek viel niet te denken. De Oosterbeeksche brandweer stond machteloos tegenover het vuur. DOOR EEN MOLENWIEK GETROFFEN Het slachtoffer overleden Dinsdagavond te 7 uur fs te Llerop de 14- jarige zoon van den molenaar v. d. Bleeen door een molenwiek getroffen. Hij werd ernstig aan het hoofd gewond en is naar het R. K. Gasthuis te Helmond overgebracht. Des nachts is hij aan de gevolgen overleden. BELASTINGONTDUIKING. De Utrechtsche Rechtbank veroordeelde den 25-jarigen landbouwer C. J. A. O. te Houten wegens overtreding der wet op de Rijksinkom stenbelasting tot 750 boete subsidiair 3 maan den hechtenis. De eiseh had geluid ƒ1000 sube. 3 maanden hechtenis. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den minister van. Defensie, zal op Maandag 29 April e.k. niet plaats hebben. naar het Italiaansch van DE MAROH1 De baron haalde tien. Louter toeval, zei Usilii. Laten we nog eens beginnen. -- Dat is altijd het geval wanneer men zoo maar voor do aardigheid speelt; maar als je honderd lire in je zak had zou de duivel ze }e gauw afhandig gemaakt hebben. Vanavond zal ik ze hebben, hernam Bantaïusca. Usilii bood zich aan voor dien avond. Coriolan dronk nogmaals. Het gesprek, de drank en zijn goede spelkans wonden hem op en maakten hem min of meer dronken. Hij werd opnieuw de geestdriftige baron van voorheen en 't was alsof hij onder de ruïne van vroegere schit terende dagen zijn ouden ridderlijken geest terugvond. Toen hij weer op straat stond was het hem een lust de drukte van vervoermiddelen en voetgangers gade te slaan. Bij zijn thuiskomst werd hij hartelijk ver welkomd door de oude Magdalena die blij was dat haar heer reeds teruggekomen was. De harem duwde de deur zijner kamer dicht en schoof den grendel over. Dan zette hij zich in een fauteuil neer en ledigde zijn zak vol geld Met innige voldaanheid telde hij alle biljet ten te zamen. Behalve het koopcontract en de som van twintig duizend lire, vond hij verscheidene recepis van effecten. Hij had zich dus slechts naar de bank te begeven om die effecten in ontvangst te gaan nemen. Prachtig, mompelde hij opgetogen, alles gaat naar wenseh en zelfs nog beter dan dat; ik ben dus gered. Opeens deed een geklop op de deur hem opspringen. Wie is daar? vroeg hij met iets angstigs in de stem, hoeveel moeite hij zich ook deed gewoon, rustig te spreken. Een priester mijnheer, antwoordde Mag dalena, hij vraagt u te spreken. Welke priester? Ik ken geen enkelen pries ter riep de baron terug. Zeg maar dat ik niet thuis hen. De bejaarde vrouw slofte weg. Coriolan bleef aan zijn tafel staan met de handen op het geld als een roofdier dat een buit bemachtigd heeft en het niet zoo gemakkelijk zal laten ontsnap pen De noodlottige indruk welke het bezoek van^ dien onbekenden priester bij den baron ver oorzaakte duurde slechts eenige oogenblikken. De koelbloedige moordenaar had spoedig zijn evenwicht hersteld en zei schouderophalend bij zich zelf: De dooden komen niet terug. Die vrees is goed voor kinderen en zwakke geesten! 't Was zeven uur 's avond. Sinds den vorlgen dag had de baron niet gegeten en de honger, die zich reeds eerder had laten voelen, kwelde hem opnieuw. Nadat hij eenige honderden lire's bij zich gestoken had, verborg hij het gestolen geld in een lade van zijn bureau. Dan kleedde hij zich met veel zorg. Daar hij voornemens was opnieuw zijn kan sen te beproeven bij het spel, zei hij aan Mag- deiena- Vannacht kom ik niet thuis. Pas op voor uw gezondheid, mijnheer de Baron, klonk de zachte stem der oude vrouw. Laat me maar begaan. Morgen breng ik geld voor je mee. Op den drempel bleef hij een oogenblik staan en voegde er aan toe: Heeft die priester niet gezegd wat hij wilde? Hij zei dat hij terug zou komen, mijnheer de Baron. Er ging een onzichtbare rilling door Corio lan. Hij vertrok en richtte zijn schreden naar het café „De opgaande Zon". Onderweg had hij veel last van spierpijn in al zijn leden, maar vooral ln zijn armen. Toch trad hij met vasten stap het café binnen, groette in het voorbijga011 eenige etende gasten en zette zich neer in een zaa-l die schitterde van licht, spiegels en verguldsel. Weldra stond een kellner, elegant en onberispelijk als een gentleman, vóór hem om zijn orders af te wachten. Baron Coriolan was bekend in de „Opgaande Zon" zoowel door het personeel dat hij royaal bedacht, als door den eigenaar bij wien hij een groote schuld had. Hij nam de spijskaart op, wees met de punt van zijn mes drie, vier gerechten aan en be stelde een fijne flesch wijn. Het feestelijke licht, de mooie omgeving, de schittering van het kristal en de geur van den uitstekenden wijn brachten hem aanstonds In de gewenschte stemming. Hij dineerde met veel eetlust. Na eenige oogenblikken in het theater San Carlo te hebben doorgebracht, herinnerde hij zich dat Usilii hem op de club wachtte. Het was toen ongeveer tien uut. Om elf uur had hij reeds tien duizend lire gewonnen. Usilii wond zich op, werd zenuwachtig en zette als een krankzinnige in. Hij verloor echter steeds. Om één uur speelde de baron nog.en was ook toen aan de winnende hand. Zooveel geluk had hij nog nooit gehad. De eeh na de andere speler wilde hem in zijn succes stuiten, maar allen werden gesla gen. De baron bleef in 't bezit van een groote som gelds. GeGbroken door vermoeidheid, emo ties en koorts sliep hij in op een canapé van de speelzaal. Een zware en tegelijk onrustige slaap volgde. Allerlei zonderlinge gedaanten en angstaanja giende vizioenen mengden zSch dooreen. In een chaos zag hij verweerde trappen, half ingestorte kelders, donkere sousterrainen, hoo- ge muren en een kalkhoop. Bij het aanbreken van den dag opende de baron zijn oogen en had de eerste oogen blikken veel moeite zich bewust te worden van zijn toestand. Waar was hij? De bleeke schemering van een regenachügen dag sloop door de vensters en kroop over de tafels en stoelen der zaal welke men in wanorde ver laten had. Met de oogen nog zwaar van den slaap en den mond vol bitterheid, voelde de twwon zich overmeesterd worden door een ontroost bare droefheid waarvan hij de ware oorzaak niet vond. Hij spande zijn hersenen in en steeg langzaam van herinnering tot herinne ring alsof hij de sporten van een bijna on- brutkbaren ladder opklom. Het viel hem nu in dat zijn slaap vooraf was gegaan door een uren lang spel, waarbij hij veel geld gewonnen had,dat hij in „De Opgaande Zon" gedineerd had na een gesprek met Usiliidat hij in den tuin ge wecst was en. Maar toen sidderde hij, keek angstig om zich heen en voelde zijn hart hevig hameren. Hij bevond zich alleen in de zaal. Ofschoon hij zijn spelwlnst nog niet geteld had, wist hij dat de som belangrijk was. Waarom heeft de kans mij niet eerder toegelachen? Wat zou ze dan niet voorkomen hebben? Enfin, op aarde is alles toeval. Een zonderling instinct dreef hem naar een der volkrijkste wijken der stad. Weldra ech ter kon hij niet verder gaan. Het scheen hem alsof de straten van Napels vol priesters wa ren. Nog nimmer had hij er zooveel ontmoet. Bij lederen hoek zag hij de zwarte gedaanten. Hoe kwam het dat er plotseling zooveel geestelijken in de Btad waren? Of lette hij er nu voor 't eerst op? Was misschien die in druk het gevolg van gewetenswroeging? Er ontwaakte iets in zijn gemoed en in zijn hersenen en niets was in staat dat gevoelen, die gedachte te verdrijven of te vernietigen. Integendeel het steeds meer opdringende idee zou hem bij de keel grijpen en hem niet meer loslaten. De baron moest ondervinden dat men wel een mensch kan dooden, maar niet een idee en nog minder een wroeging. LOTERIJKOORTS... EN WINST. PhilUppin, de arme hoedenmaker, die ver volgd werd door zijn schuldeischers en den deurwaarder, had aanstond de nummers, hem door don CyriMus aangewezen, opgeschreven om ze niet te vergeten: vier, dertig en negen tig, Dat noemt men een terne. Hij verkocht den laatsten armband van zijn vrouw om aan een weinig geld te komen en zich de fameuze loten aan te schaffen. De Vrijdag ging voorbij en ook de Zaterdag morgen; die zes en dertig uur schenen den armen Philippin een eeuwigheid toe. Tegen drie uur in den namiddag begaf hij zich, vergezeld van zijn vier kinderen naar de St. Clarastraat om tegenwoordig te zijn bij de trekking; zijn vrouw, die nog altijd ziek was, moest natuurlijk thuis blijven. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6