FEUILLETON DE ONVOORZIENE AANKLAGER HET RIJK EN DE GEMEENTEN. VRIJDAG 26 APRIL 1929 TWE 3LAD PAGINA 2 BEHANDELING VAN HET WETSONTWERP BETREFFENDE DE FINANCIEELE VERHOUDING ZOMERDIENST NED. SPOORWEGEN BELOONllMGEN VOOR RIJKSPOLITIEBEAMBTEN GEMEENTEONTVANGERS IN LIMBURG SPOORWEGVERVOER EN STRENGE WINTER DE REEUWIJKSCHE- EN SLUIPWIJKSCHE PLASSEN DE INDISCHE VOLKSRAAD HET RAPPORT INZAKE HET ENCEPHALITIS-VRAAGSTUK DE ACCIJNS OP GEDISTILLEERD CENTRALE COMMISSIE FILMKEURING HET UTRECHTSCH STED. ORCHEST. TWEEDE KAMER O DE CLASSIFICATIE DER GEMEENTEN TEGEMOETKOMING AAN T BEZWAAR VAN HEN, DIE EEN EIGEN GEMEENTELIJKE INKOMSTENBELASTING WENSCHEN Het feit, dat de Kamer nog maar een paar weken vergaderen zal heeft grooten invloed op de behandeling van het aanhangige wetsont werp. Men wil het zoo spoedig mogelijk af maken, maar daarvan is het gevolg, dat de behandeling zeer ingewikkeld wordt. Op het laatste oogenblik worden talrijke diep ingrij pende amendementen ingediend en komt de regeering ook nog met twee belangrijke nota's van wijziging. De heer Schaper, die de Kamei; waarschuwde tegen het laat indienen van amen dementen, handelde in strijd daarmede toen hij zelf tijdens de vergadering een amendement van zijn partijgenoot Ter Laan mee onderteekende. De heer van den Tempel ging zelfs zoo ver, dat hij verklaarde als lid van de commissie van voorbereiding de stof bijna niet meer te kunnen overzien en nu had hij nog wel het voorrecht eerder van wijzigingen en de strek king dearvan op de hoogte te worden gesteld dan de andere Kamerleden. Voor deze laatsten werd het dus wel heel moeilijk, om niet te spreken van de pers, die hij in deze dagen werkelijk beklaagde. De replieken leverden zakelijk niet veel op, tenzij men uit de rede van den heer van den Tempel zou mogen besluiten, dat hij en zijn partijgenooten ten slotte toch tegen deze wet zullen stemmen. Het is toch niet aan te nemen, dat een lid, dat zulke overwegende bezwaren heeft zijn stem aan dit ontwerp zal geven. De zwenking, die de heer Vliegen aan het slot van de vergadering maakte, toen hij die eerst ver klaard had zeer sympathiek tegenover het ont werp te staan, plots van inzicht veranderde, nog wel naar aanleiding van een regerings wijziging die hij Woensdag bepleit had, wijst in de richting van plannen tot tegenstemmen van de heele fractie. De behandeling van de artikelen begon heel rustig en bracht den heer Kampschöer reeds dadelijk een klein succes, doordat de Kamer haar goedkeuring hechtte aan zijn amendement, waarbij het Rijk niet 2500, maar 3000 per gemeente tegemoet komt in de salarissen van burgemeester en secretaris. In plaats van 2.3 millioen, zal het Rijk daarvoor nu jaarlijks 3 millioen moeten betalen. Do tooverformule, zooals de Kamer, of de bcrekeningsmechaniek. zooals de minister de formule noemt volgens welke de ultkeering van het voor iedere gemeente over het eerste jaar beschikbaar zijnde bedrag wordt uitgerekend gaf aanleiding tot hevigen strijd. Een amendement- Ebels, waarvan de bedoeling was het gemiddel de van liet belastbaar Inkomen per aangesla gene en per Inwoner zuiverder aan te geven, dan in het ontwerp geschiedde werd door den minister onaannemelijk verklaard en daarom ingetrokken. Er bleven toen nog twee amende menten over van den heer Lovink betrekking hebbend op den factor in de formule, waarin uitgaven voor lager onderwijs en armenzorg in rekening worden gebracht. De heer Lovink wenscbte dat hierbij ook de geiden zouden mogen worden Ia rekening gebracht voor armenzorg of werkloosheid, uit gegeven door burgerlijke, kerkelijke en bijzon dere of gemengde instellingen. Mocht daar in beginsel iets voor te zeggen zijn, de wijze waarop het amendement geredigeerd was, maakte dat het toch geen effect kon hebben. Hier werd nu het bewijs geleverd hoe moeilijk het Is en ook gevaarlijk om o® het laatste oogenblik amendementen saam te stellen. Na een heftig debat over dit amendement, waarin zich zelfs de heer Heemskerk mengde, kwam de minister verklaren, onder- hilariteit van de Kamer, dat aanneming of verwerping hem on verschillig liet. Het artikel bepaalde uitdruk kelijk, dat In dezen factor slechts voor moch ten komen bedragen der volgens de gemeente- rekenirugen over 1926, 1927 en 1928 ten laste der gemeente blijvende uitgaven. Het amende ment bracht daarin niet de minste wijziging. Natuurlijk werd het ingetrokken. Het andere amendement, waarbij de heer Lovink voorstelde dat onder kosten voor het lager onder-wijs alleen die verstaan mochten worden voor zoover deze als verplichte uitga ven door de Lager-Onderwijswet 1920 op de gemeenten worden gelegd, deed eerst recht de hartstochten opvlammen. Door dit amende ment toch zouden niet meegerekend mogen worden de boventallige onderwijzers, de as sistenten, heit voorbereidend onderwijs en tal van andere zaken. Die onderwijs-factor Is een heel moeilijk ding. De commissie die deze voor de verschillende gemeenten zal moeten nagaan, heeft geen gemakkelijk werk, want, om maar Iets te noemen, ze zal reeds dadelijk moeten uitmaken of buitengewoon onderwijs ook valt onder de verplichte uitgaven. Vooral voor de groote gemeenten, waar men de bezuiniging op onderwijs-uitgaven van 1923 niet heeft toegepast, beteeikende aanneming van het amendement een streep door de re kening. Alle tot heden gepubliceerde becijferingen over opcenten op de fondsbelasting door de regeering of de Vereeniging van Nederland- sche Gemeenten, zijn thans waardeloos ge worden. Dit was trouwens toch ook reeds het geval door de gisteren door de regeering aan gebrachte wijziging In de garantiebepaling en het vervallen van de classificatie door het Rijk. Bij gemeente-verordening kan iedere ge meente zelf bepalen in welke van de drie im de wet genoemde klassen ze zich gemaatet wensobt te zien. Een bijzonderheid hierbij is nog dat de meerdere opbrengst van de belas ting lm eeme gemeente tengevolge van hare rangschikking In de tweede of derde klasse, niet in het gemeentefonds zal worden gestort, doch rechtstreeks aan de gemeente van aan slag ten goedie zal komen. Op deze wijze is de regeering een stapje nader gekomen tot hen, die een eigen gelimiteerde inkomstenbelasting wenschte®, maar die de minister niet genegen is in de wet op te nemen. Het amendement van den heer van de Tempel om de heele classificatie uit de wet te nemen en dus voor alle gemeenten den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud gelijk te maken heeft niet veel kans op aanneming. Iets meer kans heeft het amendement van den heer Bul ten, die den aftrek voor noodzakelijk levens onderhoud van ongehuwden in de drie klassen respectievelijk ƒ200, ƒ300 en ƒ400 lager wil stellen dan gehuwden, terwijl de regeering voorstelt 100, 200 en 300. De garantiebepaling is ook ingrijpend gewij zigd. omdat deze evenals de limiet niet meer afhangt van de opbrengst van de gemeentelijke inkomstenbelasting maar omdat ook rekening wordt gehouden met het feit, dat de hoofdsom der persoueele belasting geheel ter beschikking van de gemeenten komt. Heden wordt over de artikelen 6 en 11 en de drie amendementen, die nog zijn overgebleven gestemd. Het had er op het laatst den schijn van, als of na de talrijke wijzigingen de Kamer den koers eenigszins kwijt was. Alle berekeningen zijn waardeloos geworden en de eenige die het geheele debat nog beheerscht is de minister, die hier en daar wel geeft en neemt, maar toch steeds scherp in het oog blijkt te houden, dat de uitgaven voor het Rijk niet hooger worden dan hij zich die gedacht heeft. Nieuwe trein ingelegd De heer J. Hoornberg Jr., lid van den Spoor- wegraad, deelt in het orgaan der Ned. R.K. Ver. van Handelsreizigers „St. Christoffel" mede, dat van de wenschen welke Indertijd zijn ingediend ter behandeling in den Spoorwegraad, o.a. de navolgende In vervulling zal gaan bij den aanvang der nieuwe dienstregeling op 15 Mei «.k. Trein 189 RotterdamRoermond wordt in gelegd, vertrek Rotterdam D.P. 16.30, via BredaTilburgEindhoven naar Roermond en aldaar aansluitend op trein 133 (nieuw 437) naar Maastricht en Heerlen. EEN NIEUWE REGELING Met ingang van 1 Juli a s. In het Algemeen Politieblad is opgenomen een circulaire van den minister van Justitie aan de procureurs-generaal, fungeerende direc teuren van politie, betreffend© de regeling aan gaande het genot van beloomingen door Rijks- polltie-beambten. In de circulaire wordt allereerst, voor zoo veel noodig, bepaaldelijk vastgesteld, dat het Zjg. premiestelsel is opgeheven. Ten aanzien van het genieten van gratifica tiën of belooningen wegens verrichte diensten door bezoldigde Rijksambtenaren en onbezol digde Rijksveldwachters in ambtelijken dienst, worden met ingang van 1 Juli 1929 de volgen de vo'Oirsehriften vastgesteld: Beloonlmgen van de zijde van particulieren of zedelijke lichamen mogen niet meer wor den aanvaard. Belooningen van de zijde van publiekrech telijke lichamen mogen, behoudens de vereisch- te machtiging, alleen worden aanvaard we gens bepaalde buitengewone diensten, tot een maximum bedrag van 20 in eens (per per soon) en tot een totaalbedrag van 100 in een kalenderjaar (per persoon). Tegemoetkoming in hooge huishuur, waar onder ooik gerekend kan worden het goedkoop laten wonen in een woning van een voor een Rijksveldwachter te hooge huurwaarde, kan aanvaard wonden met goedkeuring vain den be trokken districtscommandant der Rijksveld- wacht. Als overgamgsmaaregeien betreffende nïet meer geoorloofde gratificatiën of beloomingen wordt het volgende vastgesteld: Ten aanzien van regelmatig toegedachte gra tificatiën van particulieren of zedelijke iiöha- meu, kan de toestand, zooals deze ten opzichte van eenjjg bezoldigd Rijkspolitieambtenaar en onbeaoldlgd Rijksveldwachter in ambtelijken diienst mocht besjtaan en van de zijde van par ticulieren of zedelijke lichamen mocht worden gehandhaafduiterlijk tot 1 Januari 1931 be stendigd blijven, tenzij verandering fcoimt in functionaris, die de belooning genoot, in welk geval de toestand met verandering van func tionaris moet worden beëindigd. Wat betreft regelmatig toegedachte gratifi catiën van p'Ubl'lefcrechtelijke lichamen, "die niet onder de toegelatene kunnen worden ge rangschikt, zal de bestaande toestand gehand haafd blijven, zoolang de betrokken functiona ris, die de gratificatie geniet, in functie blijft ter plaatse, en uiteraard zoolang het publiek rechtelijk lichaam de verleening bestendigt. Voor zoo ver betreft premies, die van de zijde der Justitie of met goedkeuring der Justitie door anderen niet alleen ten dienste van een poiitiie-ambtenaar worden uitgedoofd in ver band met de opsporing of aanhouding van den dader van een gepleegd strafbaar feit of in verband met de opsporing van gezjochte (bijv. ontvreemde) voorwerpen, dan wel in verband met buitengewone gebeurtenissen, aooals ern stige rampen, ongeregeldheden, zoo bestaat er voor zooveel noodig in afwijking van voren- sitaande regelen geen bezwaar tegen, dat een bezo>M:lgd Rijkisipolitieambtenoar of een on bezoldigd Rijksveldwachter in ambtelijken dienst c.q. in aanmerking komt voor aanvaar ding van zoodanige premie DE NIEUWE SALARISREGELING VASTGESTELD Naar het „Limb. Dgbl." verneemt hebben Ged. Staten van Limburg vastgesteld een alge- meene regeling voor de salarieering der ge meente-ontvangers, welke thans aan de Ko ninklijke goedkeuring zal worden onderwor pen. De vastgestelde regeling wijkt niet veel af van het ontwerp, dat voor korten tijd aan de gemeentebesturen werd toegezonden om ad vies, met dien verstande, dat de periodieke verhoogingen voor functionarissen in kleinere gemeenten nog iets gunstiger zijn geworden, dan in dit ontwerp werd voorgesteld. DE NIEUWE FRANSCHE GEZANT H. M. de Koningin-Moeder ontving gisteren namiddag ten 6 ure den nleuwbenoemden Fran- schen gezant, den heer Kammerer, in audiëntie. Had het anders kunnen zijn? IN SPOORWEGKRINGEN ZEGT MEN: JA In het „Rechte Spoor", het orgaan van den Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel, wordt een terugblik geworpen op de moeilijkheden, welke het goederenvervoer ondervond gedu rende den afgeloopen strengen winter, waarbij de vraag werd gesteld: had het anders kunnen zijn? Het blad. constateert, dat deze vraag bevesti gend moet beantwoord worden. Het is een feit dat de geheele dienst geba seerd is op zeer normale omstandigheden. Er is nergens een mannetje te veel eer te weinig de toegemeten tijden zijn krapaan en berekend op een vervoer van normalen omvang. We zien dan ook herhaaldelijk gebeuren dat bij te ver wachten afwijkingen bijzondere maatregelen worden getroffen. Dat is bij zomerdrukte het gevalwe kennen ook sinds 'n paar jaar maat regelen bij winterdrukte en strenge vorst. De gevolgtrekking ligt voor de hand. „Voor groote kwalen, sterke geneesmiddelen", zegt de Franschman terecht. De eenige weg ware geweest en die zal in de toekomst ook wel bewandeld worden dat de geheele dienst bij strenge vorst gereorganiseerd was en dit vooraf tot in bijzonderheden geregeld was. Daartoe zoo o.m. behooren een sterkere per- soneelbezetting, waar noodig. Men is biertoe achteraf toch moeten overgaan. Voor een goeden treinenloop zou uoodig zijn geweest een breken met bet bestaande stelsel der locomotief diensten. De overgang van goederentrein op personentrein en omgekeerd, thans een der verwijderde oorzaken geworden van de ontwrichting van den treinenloop, dient te worden vermeden. Zou het daartoe gewenscht zijn een geheel nieuwen dienst der goederen treinen te ontwerpen, dan zou dit niet achter wege moeten blijven. Het ware dan ook mogelijk de stationnementen te verlengen, ook al iets, wat In dagen van vorst noodig is gebleken. Er zullen nog meerdere wenschelijkheden op te sommen vallen, welke in deze winterdrukte en abnormale weersgesteldheden gebleken zijn. Men zal ter bevoegder plaatse wel tot de slotsom komen of reeds gekomen zijn dat een herhaling van de narigheden, die zich in de maand Februari hebben voorgedaan, onder gelijke omstandigheden slechts grooten- deels te ondervangen zijtn door het ontwerpen van een regeling, waarbij de dienst in zijn ge- heelen omvang aan de abnormale omstandig heden is aangepast. Die regeling zal dan zoo dienen te worden voorbereid, dat een enkele aankondiging van invoering voldoende is. BEHANDELING DOOR DE PROV. STATEN IN DE NAJAARSZITTING Wij vernemen uit goede bron, dat het vraag stuk betreffende de plannen tot droogmaking der Reeuwijksche en Sluipwijksclie Plassen, in de najaarszitting der Prov. Staten van Zuid- Holland aan de orde zal komen. NEDERL. EIERCONTROLE BUREAU Tot oprichting besloten Dezer dagen heeft onder leiding van den heer Breukers, directeur van de Coöperatieve Roer- mondsche Eiermijn, te Utrecht een bespreking plaats gevonden tusschen vertegenwoordigers van de Nederlandsche Pluimvee-federatie, de Vreeniging van Eierhandelaren Barneveld en omstreken, de Geldersch-Overijsselsche Vereeni ging van Eierhandelaren en de Eierbeurs te Amsterdam. De vergadering werd mede bijgewoond door den heer inspecteur van den landbouw en den Rijijkspiuimveeteelt-consulent voor Nederland. Als leidraad voor de besprekingen diende een ontwerp-statuten en huishoudelijk reglement voor een Nederlandsch eiercontrole-bureau, ont worpen door een commissie uit de Nederland sche Pluimvee-federatie. Het is de bedoeling 15 Mei direct tot oprich ting van het bureau over te gaan. DE NIEUWE VOORZITTER Bij Kon. besluit is, met ingang van 8 Mei 1929, benoemd tot lid, tevens voorzitter van den Volksraad de heer J. W. Meijer Ranneft, president ter beschikking van den Gouverneur van Midden-Java. PROPAGANDA VOOR VRIJWILLIGE VACCINATIE Door den heer I. H. J. Vos zijn aan den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen gesteld: le. Kan de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid mededeelen of het rapport van de commissie teT bestudeering van het encephalitis-vraagstuk spoedig te verwach ten is? 2e. Zoo het antwoord op deze vraag ont kennend mocht luiden, is Zijn Excellentie dan niet van meening, dat het gewenscht. is, met het oog O'P het voorkomen van een vrij groot aantal pokkengevalien in Engeland, de vrijwillige vaccinatie tegen pokken in ons land aan te moedigen? 3e. Is Zijn Excellentie bereid, met alle haar ten dienste staande middelen propaganda te maken, c.q. te doen maken, voor een vrij willige vaccinatie tegen pokken van de kinde ren in het eerste levensjaar? 4e. Is Zijn Excellentie met name bereid, aan diiegenen, die aangifte van een geboorte komen doen, een geschriftje te doen uit reiken, waarin met redenen omkleed wordt aangedrongen op vrijwillige vaccinatie in het eerste levensjaar? WIJZIGING VAN EENIGE WETTELIJKE BEPALINGEN In verband met het gevonden middel om alcohol in vasten toestand i te brengen r' Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van eenige wettelijke bepalingen betreffende den accijns op gedis tilleerd. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Bestond er tot dusver geen reden om van fiscaal standpunt bijzondere aandacht te schenken aan alcohol in vasten vorm. de zaak heeft een ander aanzien gekregen sedert be- kend Is geworden, dat door dir. Heinz Ohle, privaat-docent aan de universiteit te Berlijn, een middel gevonden is om alcohol in vasten vorm te brengen, zonder dien minder bruik baar te maken, hetzij voor inwendig gebruik, hetzij voor de bereiding van reukwaters of ge neesmiddelen, waardoor bet product „Gelacol" ontstaat. Toevoeging van water of verwarming maakt den alcohol weder vloeibaar. Aangezien naar het schijnt de zaak thans in een zoodanig stadium verkeert, diat Gelacol eerlang in den handel zal worden gebracht en men groote verwachtingen koestert van het ge bruik, dat do nijverheid van het nieuwe midr ded zal maken, is het noodig de wetgeving in zake den gedistilleerd accijns met den nieu wen toestand in overeenstemming te brengen; daartoe strekt het hierbijgaand wetsontwerp. Eervol ontslag Dorus Hermeen Naar wij vernemen, heeft de heer Dorus Hermsen te Den Haag, op zijn verzoek eervol ontslag bekomen als lid van de Centrale Com missie voor de Filmkeuring. Het nieuwe contract voor de leden De leden van het Utrechtsch Stedelijk Or- chest hebben hunne nieuwe contracten ingaande 1 Mei a.e. met het bestuur zoodanig afgesloten, dat de 5 pet. welke op de loonen de laatste paar jaren is ingehouden, wederom wordt ver strekt als loon. naar bet Italfaansch van DB MARCH1 3). Een groote menigte stond voor en in de deur van het huis der loterij. Het waren kleine lieden zooals arbeaders, visschers, waterdra gers en arme vrouwen. Zij. allen hadden een gansche week in angstige spanning geleefd tot op het oogenblik dat de trekkingslijsten be kend zouden gemaakt worden. Druk gesticuleerend stonden dq menschen hun kansen te bespreken. Ik weet welk nummer zal winnen; dat van het jaar der aardbeving". Neen, ik denk dat bet 't nummer is van den Engelschman die zich in het hotel op gehangen heeft. 't Zal achttien zijn. Of zeven en twintig. Hoe weet u dat? U zult het zien. Het bijgeloovige volk maakte allerlei bere keningen. Men praatte, men riep, men schreeuwde. Ieder bad iets in 't midden te brengen en allen werden door denzeifden koortsigen geest en geldzucht overheerscht, terwijl iedereen hoopte. Stilte! Een kleine knaap wiens oogen door een doek bedekt waren, beklimt de verhevenheid, grijpt in de urn welke men hem voorzet eö haalt er een klein rolletje papier uit dat hij aan een heer naast zich geeft. Er wordt iets op een register geschreven en daarna hetzelfde op een groot bord, teTwijl een luide stem aankondigt: een en dertig. Een en dertig! zegt de hoedenmaker. Dat is ook toevallig, ik had dertig. Wat jammer! Opnieuw komt er stilte. Weer haalt de jongen een papiertje te voor schijn cn wordt het nummert voor het publiek opgeschreven. Twee klinkt er. Wij hebben vijf, vijjf, zeggen de kinderen van den hoedenmaker teleurgesteld. Een dorde maal .verschijnt er een getal op het bord; Negentig! Heeft hij het gehoord, negentig? Philippi heft een zijner kinderen in zijn armen op, zoodat bet meisje nu goed op het bord kan lezen. 't Is negentig, pa, ons nummer, roept het meisje opgetogen uit. Zie je het wel goed, vraagt haar vader die eeu vreeselijke vergissing vreest. De hoedenmaker, die den laatsten tijd veel gebrek gehad heeft en daardoor verzwakt is, voelt een bezwijming nabijl nu de kans hem zoo onverwachts bevoordeelt. Reeds meende hij door don Cyrillus bedro gen te zijn daar de twee eerste nummers niets opleverden, maar het laatste maakte alles goed. Geheel het volk is spoedig van alles op de hoogte. Philippin, de hoedenmaker, heeft op een num mer gewonnen en don Cyrillus heeft hem dat aangewezen in ruil voor een hoed. EEN NIEUWE HOED Vier dagen zijn er verloopen na den vree- seüjlcen moord. Don Antonio, de pastoor van Santafusca was in zijn tuin de rozen aan 't besproeien, toen Martin, de kosten buiten adem aangeloopen kwam een den priester toeriep dat Salvator op den weg neergestort was, getroffen door een beroerte of iets dergelijks. De pastoor moest dus haast maken hem het H. Oliesel toe te die nen, indien het niet reeds te laat was. Don Antonio nam zijn hoed om zich tegen de brandende zon te wapenen, deed een stool om en spoedde zich naar de kerk om de heilige olie te halen. Weinige minuten later was hij op de villa waar eenige boeren, die Salvator op den weg gevonden hadden, den patient gebracht hadden. De oude knecht was door een beroerte ge troffen en lag op sterven. Eenige minuten later gaf hij den laatsten adem. Don Antonio sloot hem de oogen, bad de gebeden der stervenden en liet den koster bij het lijk, terwijl hij zelf langzaam naar de pas torie terug ging. Onderweg werd hiji opmerkzaam gemaakt door de schaduw van zijn hoed. Het scheen hem dat het hoofddeksel niet denzelfden vorm had als dat waarmee hij reeds jaren lang in de zon had geloopen. De schaduw van zijn ouden hoed geleek altijd op de uitgeslagen vleugels van een groote vegel, terwijl zij nu iets slanks en sierlijks had, dat hij nog nooit had opge merkt. Hij bleef daarom staan en nam den hoed van het hoofd. Zijn verwondering verdub belde nu nog. Neen, dat was zijn oude, verschoten en uitge zakte hoed niet, maar wel een spinternieuwe hoed met zijden linten en zijden voering, een echte hoed voor monseigneur! Wat beteekent dat? zei de pastoor bij zich zelf. Ik heb wel in de H. Schrift gelezen dat een raaf den profeet Elias van brood voor zag, maair ik heb nog nooit geboord dat God ook hoeden uitdeelde aan arme priesters. Het mooiste van het geval was dat die prach tige hoed hem Juist paste, alsof men daar boven eerst de maat genomen had. Het was overduidelijk dat hij zich vergist moest hebben en zijn hoed met een anderen verwisseld had. Maar waar? Dat moet dan in de sterfkamer van Salvator gebeurd zijn, besloot don Antonio na eendg nadenken. Als hij den volgenden dag voor de begrafe nis weer op de villa kwam, vond don Antonio inderdaad zijn oude hoed op een stoel in een somberen boek liggen. Hij bemerkte nu tevens dat hij den anderen van een tafeltje langs den muur had genomen en het bewijs daarvoor was de cirkel op het stoffige tafelblad. Daar had de nieuwe hoed dus gelegen. Hij nam zich voor de vergissing ongemerkt na de begrafenis te herstellen, maar met het hoofd vol allerlei zorgen dacht hij er weidra niet meer aan. Hij hield de hoed dus. Had Salvator geweten hoe die hoed in zijn kamer was gekomen? Zijn hond die in een der stallen, sliep en daar vaak in het stroo snuffelde, had den hoed gevonden en aan zijn meester gebracht, zooals hij vroeger gewoon was geweest het geschoten wild aan te dragen Had het dier met zijp scherpe speurzin iets meer gevonden? Had hij misschien zijn meester op de plaats van den moord geroepen? Dat was een geheim! Maar zoo ja, dan was het zeer wel mogelijk dat een vreeseiijk vermoeden den ouden, trou wen knecht den genadeslag gegeven had. Wie zou dat ooit uitmaken? DE SCHADUW VAN DON CYRILLUS De baron die meer en meer het slachtoffer werd van een idéé fixe, vroeg zich onophou delijk af of hij alle noodige voorzichtigheids maatregelen genomen had en of niets, hoe klein dan ook, op het spoor kon brengen van de mis daad. Zijn voorzichtigheid ging zóóver, dat hij alle brieven, van don Cyrillus verbrandde. Terwül hij daarmee bezig was, klopte Magdalena aan de deur. Mijnbeer de baron, vanmorgen is die priester er weer geweest Wat wil hij? vroeg de baron met een rauwe stem Hij vraagt u te spreken. Heeft hij zijn naam genoemd? Dat wildé hij niet; hij zei dat hij terug zou komen. Wat mocht die priester hem toch te zeggen hebben, dat hij met zooveel aandrang telkens een poging waagde tot hem door te dringen? De baron kende toch geen enkelen priester, behalve... „den zijnen!" Wie was degene, die reeds twee maal, drie malen naar hem gevraagd had, zonder zila naam bekend te willen maken' Zeker, de baron vreesde niet dat de ziel van don Cyrillus of don Cyrillus in vleesch en ge beente uit het graf zou komen, om zich bit hem aan te dienen, maar de doode kon vrien den hebben. En indien zij naar den verdwenen zochten en een onderzoek instelden? Om zich heen kijkend, viel zijn blik op den kalender die nog het cijfer vier vertoonde, den datum van de groote gebeurtenis. Die 4 stond daar als een stomme getuige. De baron sprong op om dat tartende cijfer af te scheuren, toen hij opnieuw de stem hoorde der oude Magdalena. Mijnheer de baron daar Is een brief voor U. De enveloppe droeg het poststempel van Santafusca. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6