VAN ALLES WAT FEUILLETON DE ONVOORZIENE AANKLAGER KABOUTER VAN DE LEESTAFEL. Pagina 2 WOENSDAG 8 MEI 1929 EERSTE BLAD WEERBERICHT. UIT KETHEL UIT GOUDERAK. LAATSTE BERICHTEN VEERTIEN ARBEIDERS VERDRONKEN MARKTBERICHTEN. 4- GIDS VOOR SCHOOLREIZEN. Ver-vracht wordt: Meest matige, tijdelijk wel licht toenemende Z. tot W. wind, mest zwaar bewolkt met tijdelijke opklaringen, waarschijn, lijk eenige regenbuien, zelfde temperatuur. De barometer stijgt op den voormiddag lang haam. Fietsers en motorrijders lichten op van 'b avonds 8,06 tot 's morgens 3.48. EEK GOEDE HOND STAAT VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN KOMT ER OOK WEL OVERHEEN PASTOOR W. DE GROOT Naar men ons hedenmorgen meedeelde zal pastoor de Groot, die lijdende is aan longont steking, voorloopig een maand rust moeten houden. De toestand van den pastoor was tn den afgeloopen nacht en ook hedenmorgen naar om- etandigheden redelijk goed. AUTO-PECH Hedenmorgen om 6 uur geraakte de vracht auto van den expediteur J. Hoogland, alhier, kan den Kerkweg even buiten het dorp, te •water. Met behulp van dommekracht en hijsch- jniddelen werd de wagen opgetrokken. De car rosserie werd evenals de stuurinrichting ern- ktig beschadigd. Ter hoogte van den warmoezier v. d. D. aan den Schieweg zakte vanmorgen om 8 uur Jen auto van C. Koot, van Delft en beladen 'inet varkens in de kant. Door tijdig afladen Vist men te voorkomen dat de wagen in de Schie terecht kwam. Een kraanwagen van de fa. de Graaf, van Delft heeft den auto gelicht. EEN SPORTDAG. Naar aanleiding van genomen besluiten op de jaarvergadering der gymn. en athl.veree- Jiiging „T, H. O. R." alhier, was het bestuur der voetbalvereniging „Galon" eveneens al- hier, zoo welwillend om het T. H. O. R.- J>estuur tot zijn vergadering uit te noodigen, teneinde gezamenlijk besprekingen te voeren, die zouden ledden tot het houden van een jsportdag te Gouderak en wel op Zaterdag 6 ;iuli e.k. Deze besprekingen hebben een zeer gunstig Terloop gehad en in beginsel werd o.m. het 'yolgende besloten. Er zal een voetbalwedstrijd gespeeld worden jtusschen Union en een nog nader uit te Ipoodigen club, voor welken wedstrijd een me daille beschikbaar gesteld zal worden. Dien middag zullen er atletiekwedstrijden georganiseerd worden voor jongens en meisjes San 11 tot 17 jaar, zoowel voor T. H. O. R.- leden als andere inwoners der gemeente. Bovendien zal goedkeuring gevraagd wor den tot het honden van een wegwedstrijd over p K.M. voor leden van den Z. H. A. B. en een jiieuwelingenwedstrijd over 3 K.M. voor leden Jan den G. A. K. Voor dezen sportdag zal de medewerking ver docht worden van de plaatselijke muziekveree- nlging „Caecilia". UIT HAASTRECHT w L,„SNELPOST". De Póstduivenver. „Snelpost" hield Zondag Jf,l. een wedvlucht met oude duiven uit Soignles ftfstand 166 K.M. Los 8 uur, aankomst eerste flulf 8-32-21, laatste duif 10-12,00. Prijzen: C. G. Aerts 1, 7, 13; T, J. Spek, 2, 5, 8, 11; J. de Hartog 3; R. de Besten 4, 9, 10; C v. Vliet 6, 12. Zondag a.s. wordt een wedvlucht gehouden Jpit Noyon, afstand 296,7 K.M. inkerrven 10 Mei jtusschen 67 uur v.m. Be Gids voor schoolreizen waarvan zoo juiste de nieuwe jaargang verscheen, is in de onderwijswereld geen onbekende meer. Waar iedere schood reeds sinds 7 jaar ongevraagd een exemplaar gratis en franco krijgt toege zonden, ligt het voor de hand, dat deze uit. gave bij de onderwijzers een buitengewone populariteit geniet, temeer daar het boekje een schat van gegevens bevat, die onmisbaar zijn voor iedereen, die met kinderen op reis gaat. Correspondent voor Schiedam is de heer A. Hukshorn, Stadhouderalkan 72. Jammer is het alleen dat de objectiviteit bij het verschaffen van inlichtingen even als zulks bij „gewone" reisgidsen het geval is ten koste van reclame-doeleinden zoo dikwijls verloren gaat. Jammer vooral om do in zekeren zin ideëe-le bedoelingeu der sa menstellers. „Christus verworpen", drama in drie bedrijven, door Jan Vuysters. „Gisterwijk" te Oisterwijk. We willen niet ontkennen, dat ondanks het enthousiasme waarmee we ons van verschil lende zijden over het tooneelwerk waarvan men boven den titel vindt afgedrukt, had on derhouden, we ons met eenige beklemming aan de lezing ervan hebben gezet. Gedachtig intusschen de woorden, dat ook het pogen om Iets goeds te doen lofwaardig is, al moet dan misschien later blijken dat de kracht ont breekt, namen wij het werk het zij ter loops gezegd: 't is typografisch keurig uit gevoerd, ai valt het te betreui en dat een paar drukfeilen over het hoofd weiden gezien ter hand en zetten ons ter lezing. En we hebben het uitgelezen in één adem door, geïnteresseerd, geboeid, ontroerd en gesticht. De heer Vuysters heeft liet Christusdrama gezien, zooals Samuel het teekende met de woorden: „Zij hebben Mij als hunnen Ko ning verworpen", en zoo zien we den Chris tus de drie bedrijven door, in den Hoogen Raad van het Sanhedrin, in het verhoor hij en het vonnis van Piiatus, bespot in en ver oordeeld om Zijn Koningschap. Het thema is voldoende strak aangehouden, om het motto te rechtvaardigen en het is uitgewerkt met treffende, eerbied afdwingende zekerheid, welke ons voor verrassingen plaatst, welke keer op keer de aandacht in nieuwe spanning brengen. We hebben hier met een werk te doen, dat bedoeld is ais tooneelstuk; het moet worden gespeeld en bij de lectuur ervan hebben we daarmee rekening te houden. Welnu, het heeft alle eigenschappen van een goed tooneel werk; er zit climax in en afwisseling; de karakterteekening is volgeladen met tempera ment. Een enkele maal, ais in de Judasscène, die ons buitengewoon moeilijk te vertolken lijkt, en de droom van Claudia Frccla, zou eenige tempering licht zelfs verbetering be- teekenen. De kloeke taal, waar 't pas geeft werd de rhetor.iek, in goeden zin dan, niet ver. smaad, maakt indruk reeds bij 't enkel lezen. We kunnen slechts hopen, dat onze goede tooneeflgezelschappen met dat werk hun re pertoire e u/U en willen vefrgtooten; het zal een verrijking ervan zijn, welke, we zijn er zeker van, voldoening schenken zal. Pater C. Keulens, M.S.C., schreef by liet stuk in versvorm een proloog, welke de stem ming noodig voor het ten voile kunnen ge nieten van het werk, op waardige wijze voor bereidt. ONS DAGELIJKSCH BROOD In het Broodbesluit is o.m. bepaald, dat de bereiding, verpakking, bewaring, behande ling en het vervoer van brood uitsluitend mogen geschieden op zindelijke wijze, niet mogen plaats hebben door personen, die lijden aan zweren, etterende wonden of huidziekten aan het hoofd, aan de handen en (of) armen, voor zoover deze personen met deeg of brood In aanraking komen. Bij vervoer van brood op den openbaren weg moet het brood op deugdelijke wijze beveiligd zijn tegen stof, vuil en insecten. GEZONDHEIDSRAAD Johan Strauss, de 20.000 en de 100.000. De tijd is voorbij, dat de kunstenaars op een houtje beten. Althans voor kunstenaars, die eenig zakelijk instinct bezitten of het geluk hebben, door een gewiekst impresario te wor den geïntroduceerd. Ook behoeven er tegenwoordig geen goede kunstenaars te zijn, die zich doodtreuren over miskenning of vergetelheid. Wie het verstaat, de groote trom te roeren, komt er en dat zelfs talentloozen er tegen woordig komen, is slechte een bewijs er voor, dat er tegenwoordig heel weinig menschen zijn, die op een eenigszins behoorlijke gave des onderscheids kunnen bogen. Overigens moet men hier niet generalieeeren, speciaal niet, wanneer het de kunstenaars be treft. Er leven heel wat goede en uitstekende artisten, die liever zouden zien, dat hun manager wat bescheidener en fijner in zijn propaganda was. Door de busin-ese-manieren van vele impre sario's worden bekende kunstenaars af en toe in een lastig parket gebracht, waaruit zé zich dikwijls slechts kunnen redden door „bonne mine au mauvais jeu" te maken. Johann Strauss, de walskoning, die thans In ons land vertoeft, heeft in Amerika in dit opzicht een alles behalve prettige ervaring op gedaan. Na de eerste successen met z'n kapel in de Weensche concerttuinen en groote restaurants, trok hij met een vergroot orkest de wereld in. En tijdens één zijner tournée's kreeg hij op een goeden dag de uitnoodiging, in Boston een uitvoering van zijn beroemde koor- en orkest compositie „An der schonen blauen Donau" te dlrigeeren. Niet minder dan 20.000 zangers en orkest-musici zouden hieraan hun mede werking verleenen. Met een niet geheel gerust hart nam de componist deze vereerende invitatie aan, die overigens voor hem ook buitengewoon gunstige condities van materieelen aard medebracht. Zijn succes bleef Strauss gelukkig ook in de Nieuwe Wereld trouw. Hij kwam en overwon! Van dit eerste concert in Boston gaf hij de volgende beschrijving; „Op het podium bevonden zich 20.000 zan gers en musici, die ik dirigeeren zou. Om deze geweldige massa te leiden, waren mij honderd onderdirigenten ter beschikking gesteld, maar ik kon alleen de alierdichtstbijzijnde zien, en niettegenstaande vooraf plaats gehad hebbende repetities, viel er aan een artistieke prestatie of iets dergelijks niet te denken. Een weigering had ik evenwel met den prijs van mijn leven moeten betalen. Stelt u zich mijn positie een3 voor, tegenover een publiek van 100.000 Amerikanen! Daar stond ik op den bovensten dirigeer-stoei. Plotseling een kanon schot: een zachte wenk voor onze 20.000 execu tanten, dat het concert beginnen moest. Ik gaf het toeken: mijn honderd sub-dirigen ten volgden mij zoo goed en zoo kwaad al3 ze konden en nu ontstond een heidensch lawaai, dat ik van mijn leven nooit vergeten zal. Daar wij ongeveer op denzelfden tijd begonnen waren, was mijn geheels opmerkzaamheid nog daarop gericht, dat wij ook op denzelfden tijd zouden eindigen. Goddank, ik volbracht ook dit. De 100.000 toehoorders bi'ulden hun bijval uit en lk ademde op, toen lk mij weer in de vrüe lucht bevond en vasten grond onder mijn voeten voelde Dat. had de edele geefster niet zoo bedoeld. Men zal zich wel herinneren, dat het dezen winter ook in Italië bitter koud is geweest. In Milaan lag de sneeuw op een dag dertig centimeter hoog en hier en daar werd een tem peratuur genoteerd van zestien graden on der nul. Er waren verschillende milddadige men schen, die er het hunne toe bijdroegen, om de in het land van de zon ontstane ellende te ver zachten. Zoo schonk een zekere Donna Crespi aan de Milaneesehe bank van leening vijftig duizend lire, overwegend, dat Te aldus vele menschen zou kunnen helpen. Ze bepaalde n.l., dat dit geld zou dienen, om zich in de bank van lee ning bevindende kleedingstukken in te lossen, zoodat de menschen zich tegen het barre weer zouden kunnen beschermen, ook al hadden za geen geld voor het inlossen van hun pand. Duizenden menschen togen na het bekend worden van deze edele en verstandige daad met hun briefjes naar de lommerd. De politie moest er de orde in houden. Onder die duizenden bevond zich ook een jongeman, die een briefje toonde met: 1 Gi taar, 30 lire. De beambte schudde van neen. Een gitaar is geen kleedingstuk. Maar de jongeman be toogde, dat hij met die gitaar geld zou kunnen verdienen en zoodoende misschien wel in staat zou zijn, zich een jas aan te schaffen. Men oordeelde tenslotte, dat z'n verzoek ln overeenstemming was met de bedoeling van Donna Crespi. Er verscheen toen een jongeman, die een wollen deken terug wilde hebben, wat hij ge daan kreeg. Maar op den volgenden dag kwamen er weer twee jongelieden, de één voor een gitaar, de ander om een wollen deken. Den derden dag was het 't zelfde liedje. Op een rustig moment staken de beambten de hoofden bij elkaar en spoedig waren ze er achter, dat het dezelfde jongelui moesten zijn. Den dag daarop kregen ze zekerheid. Maar hoe kwamen Giovanni en Pietro dan aan de briefjes? De beambten peinsden zich suf, tot één hun ner in een helder oogenblik zag, dat de briefjes op den eigen dag gedateerd waren. En toen was de kwestie gauw opgelost. De twee handige jongelui brachten de gitaar en de wollen deken 's morgens aan den voor kant, waar men de panden in ontvangst nam en ontvingen er de noodige lires voor. En 's middags kwamen ze aan den achter kant van het gebouw, waar ze dank zij Donna Crespi hun spullen gratis terugkregen. Aangezien dit echter niet de bedoeling van de edele dame was, werd er een biljet opgehangen, waarin werd medegedeeld, dat goederen, die na het bekend worden van de stichting van het Crespi-fonds in pand waren gegeven, niet meer gratis zouden worden ingelost. Eere .ivien eere toekomt. Charles Lindbergh is den Atlantischen Oceaan over gevlogen. Hij werd er „Lin-dy" door, afgod van de Amerikaansche oude vrijsters, kolonel en a.s. echoonzoon van een gezant. Anderen hebben het hem nagedaan: Levin, Chamberlin etc. Tientallen verloren hun leven bij een ver- geefsche poging. Twee Duitschers en een Ier volbrachten het waagstuk ln tegenovergestelde richting. Als die vermetele avonturiers, al die pioniers, ze hebben de hun toekomende eer naar mate ontvangen. De één een krans om zijn hals, de ander bloemen op het deel van de zee, waar van verondersteld werd, dat ze er den dood hadden gevonden. Allen werden ze door de pers en «door de autoriteiten verheerlijkt. De wereld was voor een oogenblik vol van hen. Die wereld heeft nu een beetje genoeg van Oceaanvluchten. Het nieuwtje is er af.... Maar de wereld is toch wel een beetje stief moederlijk geweest tegenover de twee kranige Spaansche vliegeniers, Jimenez en Iglesias, die met hun vliegtuig „Jesus del Gran Poder" (Jesus, de Almachtige) een prestatie hebben geleverd, welke een heel bijzondere is in de geschiedenis der Oceaanvluchten. Lindbergh was de eerste. Doch het zat hem mee. Zijn vlucht duurde drie en dertig uur en hij legde 5700 kilometer af, waarvan er 3000 over open zee gingen. Hij had een ster ken wind ln den rug, een wind, die een snel heid bezat van zeventig kilometer per uur. Lindbergh vloog slechts vijftien uur boven den Oceaan. De „Jesus del Gran Poder" vloog vier en veertig uur en legde 6550 kilometer af, in tegenovergestelde richting. Meer dan 3200 kilo meter bevond het vliegtuig zich boven den Oceaan. De Spanjaarden hadden met tegen wind te kampen en bestuurden bovendien een zwaar toestel. Hun prestatie mag er dus zijn en ze ver diende meer aandacht, dan de wereld er aan besteed heeft. K. R. O.-CONGRES 1929 Naar het secretariaat van den Bond van R. K. Radio-vereenigingen „St. Willebrordus" ons mededeelt, Is door het bondsbestuur be. sloten, dit jaar het IC R. O.-congres te houden in het schilderachtige Limburgsche stadje Valkenburg, en wel op 4 en 5 Augustus NEDERLAND EN DE DAVIS-CUP. i De wedstrijd voor de tweede ronde in Den Haag. Het bestuur van den N. L. T. B. heeft toeslo ten den wedstrijd voor do tweede ronde van den Davis-beker (Nederland tegen Finland of Egypte) niet in Amsterdam te doen spelen, zoo als door het bestuur van D. D. V. verzocht was, doch in Den Haag, waar de wedstrijd reeds voor loopig was vastgesteld. Naar wij vernemen, heeft de overweging dat in Den Haag grooter belangstelling te verwach ten is, den doorslag gegeven, terwijl Amsterdam Voor een eventueelen volgenden wedstrijd In aanmerking komt. ROEIBOOT MET NEGEN MEISJES j GEZONKEN 1 Iu het stadje Chaltsj in het district Gomel is een roeiboot met negen jo-nge meisjes tijdens een watertochtje gezonken. Een tweede boot, die hulp wilde verleenen en reeds eenige der meisjes had opgenomen, sloeg om. De negen meisjes kwamen allen om het leven. CALCUTTA, 7 Mei (R.O.) Een boot, die 2S arbeiders der jutespinnerijen na afloop van hun dagtaak vervoerde, is op de Hooghly gezonken. Veertien arbeiders zijn daarbij om het leven gekomen, terwijl de negen anderen in uitgeputten toestand er in slaagden den over te bereiken. DE ONLUSTEN IN BRITSCH-INDIë jj 3000 maa in een gevecht gewikkeld LONDEN, 8 Mei (H,N.) Volgens een be richt uit Bombay is het in Mangalore tot nieuwe botsingen tusschen mohammedanen en Hindoes gekomen. Er ontwikkelde zich een formeel gevecht, waarbij aan weerszijden ongeveer 3000 man deelnamen, die elkaar met steenen en messen bestookten. WISSELKOERSEN TE ROTTERDAM Londen 12.07; Berlijn 5S.9S; Parijs 9.72;; België (Belga's) 34.54; Zwitserland 42.92;' Amerika 2.48%; Oostenrijk 34.95; Denemar, ken 66.30; Zweden 66.45%; Noorwegen 66.32;' Spanje 35.50; Italië 13.02%. AMSTERDAM, 8 Mei. (Vee) Aanvoer en prijzen waren: 265 vette kalveren le kw. ƒ0.98110, 2e lew. 8286 ct, 8e kw. 7080 ct per kg. lev. gewicht, 172 nuchtere kalveren 814 per stuk, 480 varkens Holl. le kw. f 1.061.08, 2e kw. 1.031.05, overzeesche en Geldersche le kw, 1.061.08, 2e kw. 1.0S1.05, vette varkens 1.031.05 per kg. slachtgewicht. WOERDEN, 8 Mei. (Kaasmarkt) (Bericht van de firma E. Ruys) Aangevoerd 354 partijen, le srt rijksmerk 4145, 2e srt 3740, zwaardere tot 45, zonder rijksmerk 3538 per 50 kg. Handel matig. GOUDA, 8 Mei. (Veemarkt) Aangevoerd ln totaal 3196 stuks, waarvan 229 slachtvarkens. Vette 4346 ct, Londensehen 3034 ct, zouters 4244 ct per pond levend met 2 pet korting; 867 magere varkens f 40—60, 1661 biggen 29 35. 18 runderen 250350, 237 nuchtere kal veren 1216, 10 schapen 3040, 165 lammeren f 1117. Handel: vette varkens, Londensche, zouters, magere varkens en biggen vast, runde ren matig, nuchtere kalveren vast, schapen, lammeren, bokken en geiten matig. Algemeene mankt 287 partijen kaas. Prijzen le kw. met rijksmerk 4044, 2e kw. 3649, le kw. zonder rijksmerk 3538 per 50 kg Handel matig; 414 partijen eieren: kipeierer f 5.306, eendeieren f 4,905.25 per 100 stuks Handel vast. 1548 pond boter: goeboter 8090 ct weiboter 6575 ct per pond. Handel vast. naar het Italiaansch van DE MARCHX (Slot) 18) Gaat u zitten, mijnheer de baron, sprak Mr. Martellini met een vriendelijke stem, die Be liter in het besef harer ambtelijke waardig heid iets plechtigs had. Met kleine, stijve pasjes begaf de baron zich naar de fauteuil welke men hem aanwees. Ge t de bewijsstukken, Quaglia, beval de rech ter. Een donkere gestalte verwijderde zich van den muur en zette op de tafel der rechters een mand neer, bedekt met een groen laken. Ons onderhoud zal niet lang duren mijn beer de baron. Wat is uw meening in de zaak don Cyrillus? Ik weet nergens van, antwoordde de onder vraagde op een toon welke ongewild iets snij dends had. Zeker, hernam de magistraat bedaard en waardig, maar wat denkt u er van? Gelooft u pf veronderstelt u als geioofswaardig dat een gekere jager een gewichtige rol speelt fn de zaak Zooals ik u gezegd heb weet ik nergens lets van. Dat nieuws is betrekkelijk niet waar? Men jls niet eigenaar van een villa zonder zich min meer te interesseeren voor hetgeen daar t gebeurt. Wanneer onze naam In het spel komt, rj»unnen we niet anders dan het geval met eenige 1.nieuwsgierigheid gadeslaan. De hoed Is op uw 2 Villa te Santafusca gevonden. Kent u don Cyrillus? Noor! Dat neen, met een hard, bijna toornig accent uitgesproken, klonk onheilspellend in het fijne geoefende oor van den rechter, dat het wonder bare vermogen bezat, waarheid en leugen ln de menschelijke stem te onderscheiden. En wat weet u van Salvator te zeggen,? de Salvator, die goede, brave man. Laten we de rust van dien doode niet storen... Hoe zoudt u dan kunnen verklaren dat Salvator den hoed van don Cyrillus in zijn bezit had? Dat weet ik niet, mijnheer de Juist... En waar zouden de vlekken van daan komen die nu nog op den hoed zichtbaar zijn en door deskundigen als bloed en slijkspat- ten erkend zijn? Nu nog zichtbaar? Hoe kunt u vlekken zien op een hoed die u niet bezit? Uw opwerping Is juist Wij zouden de vlekken niet kunnen zien indien we den hoed niet hadden. Doch deze is in onze handen. En indien u hem onmiddellijk wenscht te zien Quaglia neem den doek weg. De man stak de hand uit naar de mand en ontdekte deze. Martelini richt zich vervol gens naar den baron en zei minzaam Komt u hier eens kijken! De baron verroerde zich niet De rechter herhaalde de uitnoodiging, maar 't was of de andere verlamd was, of vasigebon- beu aan zijn stoel. Neen mij niet kwalijk dat lk het u*Zoo lastig maak, maar 't is noocllg dat U komt kijken Coriolan begreep dat hij onmogelijk langer kon blijven zitten..Hoe verslagen hij ook was, toch meende hij op het gelaat van den rechter een zonderlinge uitdrukking te zien. Hij stond op en liep bevend naar de tafel. De mooie gitzwarte hoed stak scherp af op het rood der weitasch. De rechter vervolgde: Ziedaar de bewuste hoed: onderzoek hem maar eens, mijnheer de Baron. Deze haalde de schouders op en sprak: Dat is de hoed van don Cyrillus niet... De rechter en zijn assistenten wisselden een snellen blik. Bent u daar zeker van? Ja beslist. Men heeft ook deze weitasch gevonden welke misschien aan dien geheimzinnigen jager toebehoort. Een rede te meer- Eet is gemakkelijk te zien dat die hoed niet in die weitasch kan. Zat de hoed dus in de weitasch van den jager? Natuurlijk. Trouwens als n daaraan twij felt zoudt u het kunnen vragen aan den her bergier die hem er zelf in gedaan heeft Ik zou uw woorden niet in twijfel durven trekken, mijnheer de Baron, te meer daar uw bewering geheel overeenkomt met die van den herbergier. Ziet u dus welhernam de baron, zon der in te zien dat die weinige woorden hem op de welsprekendste wijze beschuldigden. Laten wij nu tot besluit de feiten memo- reeiren, zei de magistraat zoo minzaam en vrien delijk als hij nog niet geweest was. Hij gaf nu het relaas der gebeurtenissen zooals hij dat opmaakte uit de onvoorzichtige verklaringen van den baron. Er Is een jager naar Falda geweest niet waar? naar de herberg. „De Vesuvius". Een baanwachter heeft hem gezien. De jager heeft den trein voor Napels genomen, ls daar '8 avonds gearriveerd on toen naar het strand gegaan, waar hij de zee is opgevaren met een visscherssehuit dit hij bij zekere rotsen gevon den heeftDat zijn de feiten niet waar? Juist antwoordde Santafusca op den een- vou-digen, natuurlijken toon van iemand die de dingen, welke hij bevestigt, gezien en zelfs aan geraakt heeft. De rechter deed alsof hij eenige papieren zocht en nakeek, om den tijd te hebben een defi nitieve handelwijze vast te stellen. De twee andere beeren aan de beide uitein den der tafel, wierpen eikander van achter hun papieren en registers een blik van ver standhouding toe. De zenuwachtige houding en verschrikte blik van den baron zeiden den rechters reeds veel, maar de getuige vended zich vooral door de beslistheid, de naïviteit bijna, waarmee hij de ontdekkingen van het ondrzoek bevestigde. Nadat Mr. Martellini opnieuw plaats had genomen in zijn fauteuil zei hij kalm en vrien delijk. Nog een enkel woord, mijnheer de baron, dan kunt u de zaak voor u als beëindigd be schouwen. Wat zou volgens u het motief ge weest zijn van dien moord op een armen pries ter? Wel de man zal geld bij zich gehad heb ben, antwoordde de ander, terwijl hij onver-' schillig de schouders ophaalde. Even keek Mr. Martellini den getuige scherp en zwijgend aan en hernam dan: Dus is diefstal de drijfveer geweest van den moord welken den 4en April gepleegd is op den persoon van don Cyrillus, -do-or de hand van baron Coriolan de Santafusca DE STRAF Bij die woorden, waarvan alle lettergrepen als een doodsklok in de stilte der ruime zaal klonken, voelde de barom dat hij onherroepelijk verloren was. Een hevige woede ontstak geheel zijn wezen in vuur en vlam. Opspringend en hevig gesticuleetrend ver weet hij den rechter met beleed igende woorden, misbruik gemaakt te hebben van den goeden trouw, beweerde dat men hem in een hinderlaag gelokt had en zwoer, dat hij en Salvator geheel onschuldig waren. Als eenig antwoord sprak de rechter, wiens laatste twijfelingen geweken waren, met rus tige, vaste stem: In naam der wet, neem ik u gevangen! De baron week een stap achteruit alsof hij een geweldige slag tegen de borst ontvangen had en keek dan met verwilderde blikken om zich heen. Het scheen alsof hij den geheelen omvang en diepte van zijn rampzaligen toestand Inzag, nu het een oogénblik minder zijn driftigen toorn inhield. Plotseling stiet hij een ijselijiken kreet uit en de armen, opheffend riep hij tot de rechters: Neen! Gij vergist u! Ik kan de bewijzen van mijn onschuld leveren! Ik ben ziek, ik heb koorts! Voel mijn hoofd eens! Ik zweet dat ik onschuldig ben en de koorts mij wartaal heeft doen spreken. Ik ben onschuldig, onschul dig laat me gaan! Ha, gij denkt dat u mij in uw macht hebt! Neen, u zult mij niet hebben! Ik heet baron de Santafusca. De Santafusca's gaan niet naar de gevangenis! Hij was vreeselijk om aan te zien. Zijn haren rezen ten berge, het schuim kwam op zijn mond en zijn verwrongen gelaat zag doodsbleek, terwijl een paar vurige oogen deden vreezen voor waanzin. Nauwelijks had hij den laatsten zin geëindigd, of hij bukte zich, greep zijn stoel met brfde handen aan, hief hem dreigend boven zijn hoofd op en wilde zich, aldus gewapend een uitweg banen. Een onbeschrijflijke scene volgde. De rechters waren verschrikt van hun zetels opgestoven en lieten hun boeken en papieren in den steek. De deurwaarder ontkwam als door een won der aan de wrekende woede van den moorde naar wiens zware stoel, met de kracht der wanhoop gehanteerd, het op den veegen schedel van den bejaarden man gemunt had. Een wilde worsteling ontstond tusschen den baron en zijn beide bewakers. De ongelukkigs moordenaar rolde tot aan de tafel der rechters en sleepte een der karabiniers mee, terwijl hij dien intusschen in het gezicht en de handen trachtte te bijlen. Nadat er hulp was komen opdagen kon mer den woesteling overmeesteren. Toen men hem stevig gebonden had bemerk tf men dat do razernij van den schuldige ir krankzinnigheid was overgegaan. Inderdaad het was geen gevangene meei dien men te straffen, had maar een krankzin nige dien men bewaken en verplegen moest Een wrekende hand, prompter dan die val aard-scha rechters, had den priestermoordenaai gestraft EINDE 4 t ,j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2