VAN ALLES WAT
FEUILLETON
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
KABOUTER
VAN DE LEESTAFEL.
Pagina 2
WOENSDAG 8 MEI 1929
EERSTE BLAD
WEERBERICHT.
UIT KETHEL
UIT GOUDERAK.
LAATSTE BERICHTEN
VEERTIEN ARBEIDERS VERDRONKEN
MARKTBERICHTEN.
4-
GIDS VOOR SCHOOLREIZEN.
Ver-vracht wordt: Meest matige, tijdelijk wel
licht toenemende Z. tot W. wind, mest zwaar
bewolkt met tijdelijke opklaringen, waarschijn,
lijk eenige regenbuien, zelfde temperatuur.
De barometer stijgt op den voormiddag lang
haam.
Fietsers en motorrijders lichten op van
'b avonds 8,06 tot 's morgens 3.48.
EEK GOEDE HOND STAAT
VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN
KOMT ER OOK WEL OVERHEEN
PASTOOR W. DE GROOT
Naar men ons hedenmorgen meedeelde zal
pastoor de Groot, die lijdende is aan longont
steking, voorloopig een maand rust moeten
houden. De toestand van den pastoor was tn den
afgeloopen nacht en ook hedenmorgen naar om-
etandigheden redelijk goed.
AUTO-PECH
Hedenmorgen om 6 uur geraakte de vracht
auto van den expediteur J. Hoogland, alhier,
kan den Kerkweg even buiten het dorp, te
•water. Met behulp van dommekracht en hijsch-
jniddelen werd de wagen opgetrokken. De car
rosserie werd evenals de stuurinrichting ern-
ktig beschadigd.
Ter hoogte van den warmoezier v. d. D.
aan den Schieweg zakte vanmorgen om 8 uur
Jen auto van C. Koot, van Delft en beladen
'inet varkens in de kant. Door tijdig afladen
Vist men te voorkomen dat de wagen in de
Schie terecht kwam. Een kraanwagen van de
fa. de Graaf, van Delft heeft den auto gelicht.
EEN SPORTDAG.
Naar aanleiding van genomen besluiten op
de jaarvergadering der gymn. en athl.veree-
Jiiging „T, H. O. R." alhier, was het bestuur
der voetbalvereniging „Galon" eveneens al-
hier, zoo welwillend om het T. H. O. R.-
J>estuur tot zijn vergadering uit te noodigen,
teneinde gezamenlijk besprekingen te voeren,
die zouden ledden tot het houden van een
jsportdag te Gouderak en wel op Zaterdag 6
;iuli e.k.
Deze besprekingen hebben een zeer gunstig
Terloop gehad en in beginsel werd o.m. het
'yolgende besloten.
Er zal een voetbalwedstrijd gespeeld worden
jtusschen Union en een nog nader uit te
Ipoodigen club, voor welken wedstrijd een me
daille beschikbaar gesteld zal worden.
Dien middag zullen er atletiekwedstrijden
georganiseerd worden voor jongens en meisjes
San 11 tot 17 jaar, zoowel voor T. H. O. R.-
leden als andere inwoners der gemeente.
Bovendien zal goedkeuring gevraagd wor
den tot het honden van een wegwedstrijd over
p K.M. voor leden van den Z. H. A. B. en een
jiieuwelingenwedstrijd over 3 K.M. voor leden
Jan den G. A. K.
Voor dezen sportdag zal de medewerking ver
docht worden van de plaatselijke muziekveree-
nlging „Caecilia".
UIT HAASTRECHT
w
L,„SNELPOST".
De Póstduivenver. „Snelpost" hield Zondag
Jf,l. een wedvlucht met oude duiven uit Soignles
ftfstand 166 K.M. Los 8 uur, aankomst eerste
flulf 8-32-21, laatste duif 10-12,00.
Prijzen: C. G. Aerts 1, 7, 13; T, J. Spek, 2,
5, 8, 11; J. de Hartog 3; R. de Besten 4, 9, 10;
C v. Vliet 6, 12.
Zondag a.s. wordt een wedvlucht gehouden
Jpit Noyon, afstand 296,7 K.M. inkerrven 10 Mei
jtusschen 67 uur v.m.
Be Gids voor schoolreizen waarvan zoo
juiste de nieuwe jaargang verscheen, is in de
onderwijswereld geen onbekende meer. Waar
iedere schood reeds sinds 7 jaar ongevraagd
een exemplaar gratis en franco krijgt toege
zonden, ligt het voor de hand, dat deze uit.
gave bij de onderwijzers een buitengewone
populariteit geniet, temeer daar het boekje
een schat van gegevens bevat, die onmisbaar
zijn voor iedereen, die met kinderen op reis
gaat.
Correspondent voor Schiedam is de heer A.
Hukshorn, Stadhouderalkan 72.
Jammer is het alleen dat de objectiviteit
bij het verschaffen van inlichtingen even
als zulks bij „gewone" reisgidsen het geval
is ten koste van reclame-doeleinden zoo
dikwijls verloren gaat. Jammer vooral om
do in zekeren zin ideëe-le bedoelingeu der sa
menstellers.
„Christus verworpen", drama in
drie bedrijven, door Jan Vuysters.
„Gisterwijk" te Oisterwijk.
We willen niet ontkennen, dat ondanks het
enthousiasme waarmee we ons van verschil
lende zijden over het tooneelwerk waarvan
men boven den titel vindt afgedrukt, had on
derhouden, we ons met eenige beklemming
aan de lezing ervan hebben gezet. Gedachtig
intusschen de woorden, dat ook het pogen om
Iets goeds te doen lofwaardig is, al moet dan
misschien later blijken dat de kracht ont
breekt, namen wij het werk het zij ter
loops gezegd: 't is typografisch keurig uit
gevoerd, ai valt het te betreui en dat een
paar drukfeilen over het hoofd weiden gezien
ter hand en zetten ons ter lezing. En we
hebben het uitgelezen in één adem door,
geïnteresseerd, geboeid, ontroerd en gesticht.
De heer Vuysters heeft liet Christusdrama
gezien, zooals Samuel het teekende met de
woorden: „Zij hebben Mij als hunnen Ko
ning verworpen", en zoo zien we den Chris
tus de drie bedrijven door, in den Hoogen
Raad van het Sanhedrin, in het verhoor hij
en het vonnis van Piiatus, bespot in en ver
oordeeld om Zijn Koningschap.
Het thema is voldoende strak aangehouden,
om het motto te rechtvaardigen en het is
uitgewerkt met treffende, eerbied afdwingende
zekerheid, welke ons voor verrassingen plaatst,
welke keer op keer de aandacht in nieuwe
spanning brengen.
We hebben hier met een werk te doen, dat
bedoeld is ais tooneelstuk; het moet worden
gespeeld en bij de lectuur ervan hebben we
daarmee rekening te houden. Welnu, het
heeft alle eigenschappen van een goed tooneel
werk; er zit climax in en afwisseling; de
karakterteekening is volgeladen met tempera
ment. Een enkele maal, ais in de Judasscène,
die ons buitengewoon moeilijk te vertolken
lijkt, en de droom van Claudia Frccla, zou
eenige tempering licht zelfs verbetering be-
teekenen.
De kloeke taal, waar 't pas geeft werd
de rhetor.iek, in goeden zin dan, niet ver.
smaad, maakt indruk reeds bij 't enkel
lezen.
We kunnen slechts hopen, dat onze goede
tooneeflgezelschappen met dat werk hun re
pertoire e u/U en willen vefrgtooten; het zal
een verrijking ervan zijn, welke, we zijn er
zeker van, voldoening schenken zal.
Pater C. Keulens, M.S.C., schreef by liet
stuk in versvorm een proloog, welke de stem
ming noodig voor het ten voile kunnen ge
nieten van het werk, op waardige wijze voor
bereidt.
ONS DAGELIJKSCH BROOD
In het Broodbesluit is o.m. bepaald, dat
de bereiding, verpakking, bewaring, behande
ling en het vervoer van brood uitsluitend
mogen geschieden op zindelijke wijze, niet
mogen plaats hebben door personen, die
lijden aan zweren, etterende wonden of
huidziekten aan het hoofd, aan de handen en
(of) armen, voor zoover deze personen met
deeg of brood In aanraking komen. Bij
vervoer van brood op den openbaren weg
moet het brood op deugdelijke wijze beveiligd
zijn tegen stof, vuil en insecten.
GEZONDHEIDSRAAD
Johan Strauss, de 20.000
en de 100.000.
De tijd is voorbij, dat de kunstenaars op een
houtje beten. Althans voor kunstenaars, die
eenig zakelijk instinct bezitten of het geluk
hebben, door een gewiekst impresario te wor
den geïntroduceerd.
Ook behoeven er tegenwoordig geen goede
kunstenaars te zijn, die zich doodtreuren over
miskenning of vergetelheid.
Wie het verstaat, de groote trom te roeren,
komt er en dat zelfs talentloozen er tegen
woordig komen, is slechte een bewijs er voor,
dat er tegenwoordig heel weinig menschen zijn,
die op een eenigszins behoorlijke gave des
onderscheids kunnen bogen.
Overigens moet men hier niet generalieeeren,
speciaal niet, wanneer het de kunstenaars be
treft.
Er leven heel wat goede en uitstekende
artisten, die liever zouden zien, dat hun
manager wat bescheidener en fijner in zijn
propaganda was.
Door de busin-ese-manieren van vele impre
sario's worden bekende kunstenaars af en toe
in een lastig parket gebracht, waaruit zé zich
dikwijls slechts kunnen redden door „bonne
mine au mauvais jeu" te maken.
Johann Strauss, de walskoning, die thans
In ons land vertoeft, heeft in Amerika in dit
opzicht een alles behalve prettige ervaring op
gedaan.
Na de eerste successen met z'n kapel in de
Weensche concerttuinen en groote restaurants,
trok hij met een vergroot orkest de wereld in.
En tijdens één zijner tournée's kreeg hij op
een goeden dag de uitnoodiging, in Boston een
uitvoering van zijn beroemde koor- en orkest
compositie „An der schonen blauen Donau"
te dlrigeeren. Niet minder dan 20.000 zangers
en orkest-musici zouden hieraan hun mede
werking verleenen.
Met een niet geheel gerust hart nam de
componist deze vereerende invitatie aan, die
overigens voor hem ook buitengewoon gunstige
condities van materieelen aard medebracht.
Zijn succes bleef Strauss gelukkig ook in de
Nieuwe Wereld trouw. Hij kwam en overwon!
Van dit eerste concert in Boston gaf hij de
volgende beschrijving;
„Op het podium bevonden zich 20.000 zan
gers en musici, die ik dirigeeren zou. Om deze
geweldige massa te leiden, waren mij honderd
onderdirigenten ter beschikking gesteld, maar
ik kon alleen de alierdichtstbijzijnde zien, en
niettegenstaande vooraf plaats gehad hebbende
repetities, viel er aan een artistieke prestatie
of iets dergelijks niet te denken.
Een weigering had ik evenwel met den prijs
van mijn leven moeten betalen. Stelt u zich
mijn positie een3 voor, tegenover een publiek
van 100.000 Amerikanen! Daar stond ik op den
bovensten dirigeer-stoei. Plotseling een kanon
schot: een zachte wenk voor onze 20.000 execu
tanten, dat het concert beginnen moest.
Ik gaf het toeken: mijn honderd sub-dirigen
ten volgden mij zoo goed en zoo kwaad al3 ze
konden en nu ontstond een heidensch lawaai,
dat ik van mijn leven nooit vergeten zal. Daar
wij ongeveer op denzelfden tijd begonnen waren,
was mijn geheels opmerkzaamheid nog daarop
gericht, dat wij ook op denzelfden tijd zouden
eindigen. Goddank, ik volbracht ook dit. De
100.000 toehoorders bi'ulden hun bijval uit en
lk ademde op, toen lk mij weer in de vrüe
lucht bevond en vasten grond onder mijn voeten
voelde
Dat. had de edele geefster
niet zoo bedoeld.
Men zal zich wel herinneren, dat het dezen
winter ook in Italië bitter koud is geweest.
In Milaan lag de sneeuw op een dag dertig
centimeter hoog en hier en daar werd een tem
peratuur genoteerd van zestien graden on
der nul.
Er waren verschillende milddadige men
schen, die er het hunne toe bijdroegen, om de
in het land van de zon ontstane ellende te ver
zachten.
Zoo schonk een zekere Donna Crespi aan de
Milaneesehe bank van leening vijftig duizend
lire, overwegend, dat Te aldus vele menschen
zou kunnen helpen. Ze bepaalde n.l., dat dit
geld zou dienen, om zich in de bank van lee
ning bevindende kleedingstukken in te lossen,
zoodat de menschen zich tegen het barre weer
zouden kunnen beschermen, ook al hadden za
geen geld voor het inlossen van hun pand.
Duizenden menschen togen na het bekend
worden van deze edele en verstandige daad met
hun briefjes naar de lommerd. De politie moest
er de orde in houden.
Onder die duizenden bevond zich ook een
jongeman, die een briefje toonde met: 1 Gi
taar, 30 lire.
De beambte schudde van neen. Een gitaar
is geen kleedingstuk. Maar de jongeman be
toogde, dat hij met die gitaar geld zou kunnen
verdienen en zoodoende misschien wel in staat
zou zijn, zich een jas aan te schaffen.
Men oordeelde tenslotte, dat z'n verzoek ln
overeenstemming was met de bedoeling van
Donna Crespi.
Er verscheen toen een jongeman, die een
wollen deken terug wilde hebben, wat hij ge
daan kreeg.
Maar op den volgenden dag kwamen er weer
twee jongelieden, de één voor een gitaar, de
ander om een wollen deken. Den derden dag
was het 't zelfde liedje.
Op een rustig moment staken de beambten
de hoofden bij elkaar en spoedig waren ze er
achter, dat het dezelfde jongelui moesten zijn.
Den dag daarop kregen ze zekerheid. Maar
hoe kwamen Giovanni en Pietro dan aan de
briefjes?
De beambten peinsden zich suf, tot één hun
ner in een helder oogenblik zag, dat de briefjes
op den eigen dag gedateerd waren. En toen was
de kwestie gauw opgelost.
De twee handige jongelui brachten de gitaar
en de wollen deken 's morgens aan den voor
kant, waar men de panden in ontvangst nam
en ontvingen er de noodige lires voor.
En 's middags kwamen ze aan den achter
kant van het gebouw, waar ze dank zij Donna
Crespi hun spullen gratis terugkregen.
Aangezien dit echter niet de bedoeling van de
edele dame was, werd er een biljet opgehangen,
waarin werd medegedeeld, dat goederen, die na
het bekend worden van de stichting van het
Crespi-fonds in pand waren gegeven, niet meer
gratis zouden worden ingelost.
Eere .ivien eere toekomt.
Charles Lindbergh is den Atlantischen Oceaan
over gevlogen. Hij werd er „Lin-dy" door, afgod
van de Amerikaansche oude vrijsters, kolonel
en a.s. echoonzoon van een gezant.
Anderen hebben het hem nagedaan: Levin,
Chamberlin etc.
Tientallen verloren hun leven bij een ver-
geefsche poging.
Twee Duitschers en een Ier volbrachten het
waagstuk ln tegenovergestelde richting.
Als die vermetele avonturiers, al die pioniers,
ze hebben de hun toekomende eer naar mate
ontvangen. De één een krans om zijn hals, de
ander bloemen op het deel van de zee, waar
van verondersteld werd, dat ze er den dood
hadden gevonden.
Allen werden ze door de pers en «door de
autoriteiten verheerlijkt. De wereld was voor
een oogenblik vol van hen.
Die wereld heeft nu een beetje genoeg van
Oceaanvluchten. Het nieuwtje is er af....
Maar de wereld is toch wel een beetje stief
moederlijk geweest tegenover de twee kranige
Spaansche vliegeniers, Jimenez en Iglesias, die
met hun vliegtuig „Jesus del Gran Poder"
(Jesus, de Almachtige) een prestatie hebben
geleverd, welke een heel bijzondere is in de
geschiedenis der Oceaanvluchten.
Lindbergh was de eerste. Doch het zat
hem mee. Zijn vlucht duurde drie en dertig
uur en hij legde 5700 kilometer af, waarvan
er 3000 over open zee gingen. Hij had een ster
ken wind ln den rug, een wind, die een snel
heid bezat van zeventig kilometer per uur.
Lindbergh vloog slechts vijftien uur boven
den Oceaan.
De „Jesus del Gran Poder" vloog vier en
veertig uur en legde 6550 kilometer af, in
tegenovergestelde richting. Meer dan 3200 kilo
meter bevond het vliegtuig zich boven den
Oceaan. De Spanjaarden hadden met tegen
wind te kampen en bestuurden bovendien een
zwaar toestel.
Hun prestatie mag er dus zijn en ze ver
diende meer aandacht, dan de wereld er aan
besteed heeft.
K. R. O.-CONGRES 1929
Naar het secretariaat van den Bond van
R. K. Radio-vereenigingen „St. Willebrordus"
ons mededeelt, Is door het bondsbestuur be.
sloten, dit jaar het IC R. O.-congres te
houden in het schilderachtige Limburgsche
stadje Valkenburg, en wel op 4 en 5 Augustus
NEDERLAND EN DE DAVIS-CUP. i
De wedstrijd voor de tweede ronde
in Den Haag.
Het bestuur van den N. L. T. B. heeft toeslo
ten den wedstrijd voor do tweede ronde van
den Davis-beker (Nederland tegen Finland of
Egypte) niet in Amsterdam te doen spelen, zoo
als door het bestuur van D. D. V. verzocht was,
doch in Den Haag, waar de wedstrijd reeds voor
loopig was vastgesteld.
Naar wij vernemen, heeft de overweging dat
in Den Haag grooter belangstelling te verwach
ten is, den doorslag gegeven, terwijl Amsterdam
Voor een eventueelen volgenden wedstrijd In
aanmerking komt.
ROEIBOOT MET NEGEN MEISJES j
GEZONKEN 1
Iu het stadje Chaltsj in het district Gomel
is een roeiboot met negen jo-nge meisjes tijdens
een watertochtje gezonken. Een tweede boot,
die hulp wilde verleenen en reeds eenige
der meisjes had opgenomen, sloeg om. De
negen meisjes kwamen allen om het leven.
CALCUTTA, 7 Mei (R.O.) Een boot, die 2S
arbeiders der jutespinnerijen na afloop van
hun dagtaak vervoerde, is op de Hooghly
gezonken. Veertien arbeiders zijn daarbij om
het leven gekomen, terwijl de negen anderen
in uitgeputten toestand er in slaagden den
over te bereiken.
DE ONLUSTEN IN BRITSCH-INDIë jj
3000 maa in een gevecht gewikkeld
LONDEN, 8 Mei (H,N.) Volgens een be
richt uit Bombay is het in Mangalore tot
nieuwe botsingen tusschen mohammedanen en
Hindoes gekomen.
Er ontwikkelde zich een formeel gevecht,
waarbij aan weerszijden ongeveer 3000 man
deelnamen, die elkaar met steenen en messen
bestookten.
WISSELKOERSEN TE ROTTERDAM
Londen 12.07; Berlijn 5S.9S; Parijs 9.72;;
België (Belga's) 34.54; Zwitserland 42.92;'
Amerika 2.48%; Oostenrijk 34.95; Denemar,
ken 66.30; Zweden 66.45%; Noorwegen 66.32;'
Spanje 35.50; Italië 13.02%.
AMSTERDAM, 8 Mei. (Vee) Aanvoer en prijzen
waren: 265 vette kalveren le kw. ƒ0.98110,
2e lew. 8286 ct, 8e kw. 7080 ct per kg. lev.
gewicht, 172 nuchtere kalveren 814 per stuk,
480 varkens Holl. le kw. f 1.061.08, 2e kw.
1.031.05, overzeesche en Geldersche le kw,
1.061.08, 2e kw. 1.0S1.05, vette varkens
1.031.05 per kg. slachtgewicht.
WOERDEN, 8 Mei. (Kaasmarkt) (Bericht van
de firma E. Ruys) Aangevoerd 354 partijen, le
srt rijksmerk 4145, 2e srt 3740, zwaardere
tot 45, zonder rijksmerk 3538 per 50 kg.
Handel matig.
GOUDA, 8 Mei. (Veemarkt) Aangevoerd ln
totaal 3196 stuks, waarvan 229 slachtvarkens.
Vette 4346 ct, Londensehen 3034 ct, zouters
4244 ct per pond levend met 2 pet korting;
867 magere varkens f 40—60, 1661 biggen 29
35. 18 runderen 250350, 237 nuchtere kal
veren 1216, 10 schapen 3040, 165 lammeren
f 1117. Handel: vette varkens, Londensche,
zouters, magere varkens en biggen vast, runde
ren matig, nuchtere kalveren vast, schapen,
lammeren, bokken en geiten matig.
Algemeene mankt 287 partijen kaas. Prijzen
le kw. met rijksmerk 4044, 2e kw. 3649,
le kw. zonder rijksmerk 3538 per 50 kg
Handel matig; 414 partijen eieren: kipeierer
f 5.306, eendeieren f 4,905.25 per 100 stuks
Handel vast. 1548 pond boter: goeboter 8090 ct
weiboter 6575 ct per pond. Handel vast.
naar het Italiaansch
van
DE MARCHX
(Slot)
18)
Gaat u zitten, mijnheer de baron, sprak
Mr. Martellini met een vriendelijke stem, die
Be liter in het besef harer ambtelijke waardig
heid iets plechtigs had.
Met kleine, stijve pasjes begaf de baron zich
naar de fauteuil welke men hem aanwees.
Ge t de bewijsstukken, Quaglia, beval de rech
ter.
Een donkere gestalte verwijderde zich van
den muur en zette op de tafel der rechters een
mand neer, bedekt met een groen laken.
Ons onderhoud zal niet lang duren mijn
beer de baron. Wat is uw meening in de zaak
don Cyrillus?
Ik weet nergens van, antwoordde de onder
vraagde op een toon welke ongewild iets snij
dends had.
Zeker, hernam de magistraat bedaard en
waardig, maar wat denkt u er van? Gelooft u
pf veronderstelt u als geioofswaardig dat een
gekere jager een gewichtige rol speelt fn de
zaak
Zooals ik u gezegd heb weet ik nergens
lets van.
Dat nieuws is betrekkelijk niet waar? Men
jls niet eigenaar van een villa zonder zich min
meer te interesseeren voor hetgeen daar
t gebeurt. Wanneer onze naam In het spel komt,
rj»unnen we niet anders dan het geval met eenige
1.nieuwsgierigheid gadeslaan. De hoed Is op uw
2 Villa te Santafusca gevonden. Kent u don
Cyrillus?
Noor!
Dat neen, met een hard, bijna toornig accent
uitgesproken, klonk onheilspellend in het fijne
geoefende oor van den rechter, dat het wonder
bare vermogen bezat, waarheid en leugen ln de
menschelijke stem te onderscheiden.
En wat weet u van Salvator te zeggen,?
de Salvator, die goede, brave man. Laten
we de rust van dien doode niet storen...
Hoe zoudt u dan kunnen verklaren dat
Salvator den hoed van don Cyrillus in zijn bezit
had?
Dat weet ik niet, mijnheer de
Juist... En waar zouden de vlekken van
daan komen die nu nog op den hoed zichtbaar
zijn en door deskundigen als bloed en slijkspat-
ten erkend zijn?
Nu nog zichtbaar? Hoe kunt u vlekken
zien op een hoed die u niet bezit?
Uw opwerping Is juist Wij zouden de
vlekken niet kunnen zien indien we den hoed
niet hadden. Doch deze is in onze handen. En
indien u hem onmiddellijk wenscht te zien
Quaglia neem den doek weg.
De man stak de hand uit naar de mand en
ontdekte deze. Martelini richt zich vervol
gens naar den baron en zei minzaam
Komt u hier eens kijken!
De baron verroerde zich niet
De rechter herhaalde de uitnoodiging, maar
't was of de andere verlamd was, of vasigebon-
beu aan zijn stoel.
Neen mij niet kwalijk dat lk het u*Zoo
lastig maak, maar 't is noocllg dat U komt
kijken
Coriolan begreep dat hij onmogelijk langer
kon blijven zitten..Hoe verslagen hij ook was,
toch meende hij op het gelaat van den rechter
een zonderlinge uitdrukking te zien. Hij stond
op en liep bevend naar de tafel.
De mooie gitzwarte hoed stak scherp af op
het rood der weitasch.
De rechter vervolgde:
Ziedaar de bewuste hoed: onderzoek hem
maar eens, mijnheer de Baron.
Deze haalde de schouders op en sprak:
Dat is de hoed van don Cyrillus niet...
De rechter en zijn assistenten wisselden een
snellen blik.
Bent u daar zeker van?
Ja beslist.
Men heeft ook deze weitasch gevonden
welke misschien aan dien geheimzinnigen jager
toebehoort.
Een rede te meer- Eet is gemakkelijk te
zien dat die hoed niet in die weitasch kan.
Zat de hoed dus in de weitasch van den
jager?
Natuurlijk. Trouwens als n daaraan twij
felt zoudt u het kunnen vragen aan den her
bergier die hem er zelf in gedaan heeft
Ik zou uw woorden niet in twijfel durven
trekken, mijnheer de Baron, te meer daar uw
bewering geheel overeenkomt met die van den
herbergier.
Ziet u dus welhernam de baron, zon
der in te zien dat die weinige woorden hem
op de welsprekendste wijze beschuldigden.
Laten wij nu tot besluit de feiten memo-
reeiren, zei de magistraat zoo minzaam en vrien
delijk als hij nog niet geweest was.
Hij gaf nu het relaas der gebeurtenissen
zooals hij dat opmaakte uit de onvoorzichtige
verklaringen van den baron.
Er Is een jager naar Falda geweest niet
waar? naar de herberg. „De Vesuvius". Een
baanwachter heeft hem gezien. De jager heeft
den trein voor Napels genomen, ls daar '8
avonds gearriveerd on toen naar het strand
gegaan, waar hij de zee is opgevaren met een
visscherssehuit dit hij bij zekere rotsen gevon
den heeftDat zijn de feiten niet waar?
Juist antwoordde Santafusca op den een-
vou-digen, natuurlijken toon van iemand die de
dingen, welke hij bevestigt, gezien en zelfs aan
geraakt heeft.
De rechter deed alsof hij eenige papieren
zocht en nakeek, om den tijd te hebben een defi
nitieve handelwijze vast te stellen.
De twee andere beeren aan de beide uitein
den der tafel, wierpen eikander van achter
hun papieren en registers een blik van ver
standhouding toe.
De zenuwachtige houding en verschrikte blik
van den baron zeiden den rechters reeds veel,
maar de getuige vended zich vooral door de
beslistheid, de naïviteit bijna, waarmee hij de
ontdekkingen van het ondrzoek bevestigde.
Nadat Mr. Martellini opnieuw plaats had
genomen in zijn fauteuil zei hij kalm en vrien
delijk.
Nog een enkel woord, mijnheer de baron,
dan kunt u de zaak voor u als beëindigd be
schouwen. Wat zou volgens u het motief ge
weest zijn van dien moord op een armen pries
ter?
Wel de man zal geld bij zich gehad heb
ben, antwoordde de ander, terwijl hij onver-'
schillig de schouders ophaalde.
Even keek Mr. Martellini den getuige scherp
en zwijgend aan en hernam dan:
Dus is diefstal de drijfveer geweest van
den moord welken den 4en April gepleegd is
op den persoon van don Cyrillus, -do-or de hand
van baron Coriolan de Santafusca
DE STRAF
Bij die woorden, waarvan alle lettergrepen
als een doodsklok in de stilte der ruime zaal
klonken, voelde de barom dat hij onherroepelijk
verloren was.
Een hevige woede ontstak geheel zijn wezen
in vuur en vlam.
Opspringend en hevig gesticuleetrend ver
weet hij den rechter met beleed igende woorden,
misbruik gemaakt te hebben van den goeden
trouw, beweerde dat men hem in een hinderlaag
gelokt had en zwoer, dat hij en Salvator geheel
onschuldig waren.
Als eenig antwoord sprak de rechter, wiens
laatste twijfelingen geweken waren, met rus
tige, vaste stem:
In naam der wet, neem ik u gevangen!
De baron week een stap achteruit alsof hij
een geweldige slag tegen de borst ontvangen
had en keek dan met verwilderde blikken om
zich heen.
Het scheen alsof hij den geheelen omvang en
diepte van zijn rampzaligen toestand Inzag, nu
het een oogénblik minder zijn driftigen toorn
inhield.
Plotseling stiet hij een ijselijiken kreet uit en
de armen, opheffend riep hij tot de rechters:
Neen! Gij vergist u! Ik kan de bewijzen
van mijn onschuld leveren! Ik ben ziek, ik
heb koorts! Voel mijn hoofd eens! Ik zweet
dat ik onschuldig ben en de koorts mij wartaal
heeft doen spreken. Ik ben onschuldig, onschul
dig laat me gaan! Ha, gij denkt dat u mij in
uw macht hebt! Neen, u zult mij niet hebben!
Ik heet baron de Santafusca. De Santafusca's
gaan niet naar de gevangenis!
Hij was vreeselijk om aan te zien. Zijn haren
rezen ten berge, het schuim kwam op zijn
mond en zijn verwrongen gelaat zag doodsbleek,
terwijl een paar vurige oogen deden vreezen
voor waanzin.
Nauwelijks had hij den laatsten zin geëindigd,
of hij bukte zich, greep zijn stoel met brfde
handen aan, hief hem dreigend boven zijn hoofd
op en wilde zich, aldus gewapend een uitweg
banen.
Een onbeschrijflijke scene volgde.
De rechters waren verschrikt van hun zetels
opgestoven en lieten hun boeken en papieren
in den steek.
De deurwaarder ontkwam als door een won
der aan de wrekende woede van den moorde
naar wiens zware stoel, met de kracht der
wanhoop gehanteerd, het op den veegen schedel
van den bejaarden man gemunt had.
Een wilde worsteling ontstond tusschen den
baron en zijn beide bewakers. De ongelukkigs
moordenaar rolde tot aan de tafel der rechters
en sleepte een der karabiniers mee, terwijl hij
dien intusschen in het gezicht en de handen
trachtte te bijlen.
Nadat er hulp was komen opdagen kon mer
den woesteling overmeesteren.
Toen men hem stevig gebonden had bemerk tf
men dat do razernij van den schuldige ir
krankzinnigheid was overgegaan.
Inderdaad het was geen gevangene meei
dien men te straffen, had maar een krankzin
nige dien men bewaken en verplegen moest
Een wrekende hand, prompter dan die val
aard-scha rechters, had den priestermoordenaai
gestraft
EINDE 4 t ,j