Onze Vrouwenrubriek cDoch ter-problemen Kinderjurken Kinderjurkje leeftijd anderhalf jaar QOnze huid en de „lente Qpnze hond op straat Recepten voor de keuken cVarels VRIJDAG 17 MEI 1929 DERDE BLAD Spiegeltje aan den wand oo H/i Goedkoope Patronen in. Het „ieelijke eendje" vormt altijd een moeilijk vraagstuk voor haar moeder, óók wanneer deze niet zoo oppervlakkig en Jjdel is, dat ze alleen waarde hecht aan de uiterlijke verschijning. Al beseft ze ïiatuurlijk heel goed, dat ze hieraan geen overheerschende beteekenis moet hech ten, en dat er dingen zijn van véél meer gewicht, de moeder van het bepaald-lee- lifke kind kan zich, wanneer ze een en ander nuchter en practisch beschouwt, toch wel eens bezorgd maken over de tot komst van haar meisje. Het meerendeel der menschen is nu eenmaal maar al te zeer geneigd, te oordeelen naar 't uiter lijke, en dat verklaart dan ook volko men den algemeenen wensch van letter lijk alle moeders, dat hun dochtertjes er lief en aantrekkelijk zullen uitzien. Gelukkig is volstrekte, afstootende lee- lijkheid even zeldzaam als volmaakte schoonheid. Verreweg de meeste meisjes zijn noch hinderlijk leelijk, noch opval lend knap. En letterlijk ieder meisje, ook het minst bedeelde, heeft Iets aantrek kelijks, iets moois. Haar gezicht mag grof of alledaagsch zijn, maar heur haar is dik en golvend. Heur haar mag dun en steil zijn, maar haar gestalte is soe- jpel en gracieus. De natuur houdt ervan, ook haar stiefkinderen tot op zekere hoogte schadeloos te stellen, en zelfs het leelijke eendje zal, al zinkt ze op 't eerste gezicht naast haar aantrekkelijker zuster in 't niet, toch altijd enkele voordeelen bezitten. Die moeten worden opgespoord en daarvan dient partij te worden ge trokken. Om nog eens even bij de uiterlijke mid delen tot oplossing van het vraagstuk te blijven; er is zoo verbazend veel aan te doen, het is zoo gemakkelijk, te bewer ken, dat een zoogenaamd „leelijk" meis je tenslotte toch nog een prettige ver schijning wordt. De meeste moeders ge ven zibh daar genoeg moeite voor, maar niet altijd op de verstandigste manier. Het uiterlijk van 't leelijke meisje is niet te verbeteren door extra-opschik, door drukke versieringen; die zullen haar inte gendeel belachelijk maken en haar gemis aan natuurlijke bevalligheid nog des te Sterker doen uitkomen. Een goede, ge distingeerde smaak is het eenige, dat haar kan helpen. Toiletjes, die meer spreken door uitstekende coupe en mooie Stof dan door opvallend model en poe nige modegameeringen, zijn de aangewe zen dingen voor haar. Zij moet er niet opgemaakt, maar bui tengewoon gesoigneerd, uitzien. Bijzondere zorg moet besteed worden aan tanden, haar en handen. Zachte, blanke, aan trekkelijke handen kan letterlijk ieder1 meisje hebben, ten koste van een paar minuten dagelijksche zorg. Ik bedoel vol strekt niet de overdreven gemanicuurde Vingers, die eer afstootend dan sympa thiek werken, maar de eenvoudige, keurig Verzorgde handen, waarvan zoo'n groote charme kan uitgaan. Voorts moet de moeder van het lee-1 ïijke meisje bijzondere aandacht wijden aan wat men noemt „stijl" bij de keuze Van haar kleeding. Zij moet haar type bestudeeren en haar kleeren geven, die dit accentueeren en alle voordeelen ervan öp 't gunstigst doen uitkomen. Een vol komen harmonische verschijning wordt dikwijls hooger aangeslagen dan schoon heid en het meisje dat haar kleeren op de juiste manier weet te dragen en nooit anders kiest dan wat bij haar past, kan soms veel aantrekkelijker zijn dan een ander, dat poppig-knap is en volkomen stijlloos opgetuigd. Dit alles wat het uiterlijk betreft. Maai er is nog zooveel meer en beters, waar mee we onze minder-bedeelde dochters kunnen troosten waardoor we haar ge zien en bemind kunnen maken ook zon der de machtige hulp van een op 't eer ste gezicht aantrekkelijk uiterlijk! Vrouwen met een goed verstand en een warm hart zijn eigenijk nooit werkelijk leelijk. Haar trekken mogen onregelmatig zijn, er mag 't een of ander haperen aan haar teint, haar of silhouette, maar de uitdrukking van haar gezicht, die op den duur beslissend is voor 't al of niet aantrekkelijke daarvan, zal steeds prettig en rustig aandoen. En haar bewegingen zullen zacht en waardig zijn iets dat werkelijk wel opweegt 'tegen de bestu deerde gratie die zich links en rechts aan ons opdringt en die zoo allervreeselijkst gaat worden op den duur, al evenzeer als het gave, zorgvuldig-gepoederde gezicht, waar „niets achter zit" en waarop geen andere gedachte te lezen valt dan de voortdurende bezorgdheid of die poeder nog houdt! Naast en boven de noodzakelijke aan dacht die aan uiterlijke details gewijd moet v/orden, moet de moeder van het „leelijke" meisje zich vooral concentreeren op haar innerlijke ontwikkeling en verrij king; dat innerlijk schoon zal zij, wanneer 't eenmaal tot hoogéii bloei gebracht is, zoozeer naar buiten stralen, dat dit de verschijning van het meisje meer ten goede komt dan welke buiten-opgelegde charme ook. Zij zal de belangstelling van haar omgeving blijven weten te boeien, waar anderen slechts vluchtig de aan dacht tot zich weten te trekken. Een leelijk meisje is dikwijls van jongs- afaan een beetje linksch en schuw en heeft gebrek aan zelfvertrouwen. Door de aandacht van het kind van haar min der gelukkig uiterlijk af te leiden en haar' belangstelling naar gewichtiger dingen heen te trekken, zal de verstandige moe der heel wat meer bereiken dan door 't kindal vroegtijdig haar eigen bezorgdheid voor dat uiterlijk onomwonden te laten blijken en het te doen deelen in hoofd schuddend overleg, wat er nog van te maken zou zijn! Het meisje moet leeren, in alle denk bare dingen, die van nut en gewicht zijn, belang te stellen, en te houden van nut tig, animeer end werk. De vrouw die le vendige interessen heeft, is steeds zelf be langwekkend. Haar geest Is steeds bezig en haar energie vindt een gezonden uit weg. Ze heeft geen tijd om te zitten tobben en piekeren over het feit, dat haar neus niet zoo recht is als men zou kunnen wenschen. Dingen van meer gewicht ne men haar aandacht in beslag, en dit alles maakt haar voor anderen veel interes santer dan ze ooit zou kunnen zijn, wan neer ze, hoe mooi ook, opging in de cul tus van haar eigen verschijning, zooala schoonheden dat bijna zonder uitzonde ring gewoon zijn! MACHTELD. Overneming nit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden Voor dit jurkje hebben we 1 Meter mousseline of katoen van 70 c.M. breed te ncodig. Het ral allerliefst staan van gebloemde tobralco of cretonne, beide zeer goed waschbaar. Wil men echter een warmer jurkje maken, dan is viyella geschikt. Kraag en manchetjes zijn van tussor fof effen stof. We festonneeren den bui tenkant om met zijde. De sluiting komt midden achter, hiervoor knippen we een klem split in de jurk. Dit split wordt aan den rechterkant met boorünt en links met een biesje stof afgewerkt. Deze bies wordt aangezet, en valt, als de jurk gesloten is, onder de rechterhelft. Hierbij geven we 'n uitgewerkt patroon De verschillende deelen zijn eveneens op de stof geteekendf. Pig. 1 het voor pand, fig. 2 het rugpand, fig. 3 de mouw, fig. 4 dem anchet, fig. 5 de kraag. Voor kraag en manchetten namen we 30 c.M. stof. ANEMOON. De garderobe van onze kleine meiojes moet zeker ieder seizoen worden aange vuld, want elke zes maanden zijn ze weer eenige centimeters gegroeid en al staat 'n kort jurkje wel eens aardig, te kórt moet het toch niet zijn, want onze klein tjes beginnen dan leelijk te kijken op ü'ie smakelooze gelukspoppetjes. Het zal daar om heusch wel noodig zijn, enkele jurk jes van het vorig jaar af te danken of naar de jongere zussen te laten afdalen en er eenige nieuwe exemplaren bij te maken. We hebben een schat van keus uit die aardige waschbare stofjes van de Indanthren en Vliscofabrieken. Bij dat telkens wasschen en buiten drogen zijn onversohietbare stoffen van greote waar de. Hoe armoedig staat het als zoo'n jurkje zoo verschoten en doorgeloopen is. Willemijntje draagt een jurkje van gewerkt vliscoline; 'n klein koffieboon-, motiefje van geel en blauw; de versiering bestaat uit een bies om het vierkant uit gesneden halsje en «a ors-euere recht van voren van blauw en geel. Het wijd- uitloopend jurkje wordt van voren even bijeengehouden met een klein strikje, dat de twee breede passen verbindt 4799. Marleentje draagt een kruippakje, wat voor het spelen in den tuin en aan het strand zeer practisch is (4801). De jurk van Cathrientje is ook van onverschietbaar katoen met 'n rood en blauw motiefje. De pas om het halsje en het zakje opzij zijn van hei-rood lin nen 4800. Als we al deze heerlijke zomerdingskes tiaar hebben, zullen de bloesems einde lijk wel aan boomen en struiken zijn en de madeliefjes hun kopjes tusschen de groene grassprieten steken. „Im wonder schonen Monat Mai, wenn al die Knos- pen blühnDe dichters zullen toch rist altijd ongelijk hebben POLA neer het zooveel moeilijker voor hem is geworden, een en ander af te leeren, zulks vergeefs te beproeven. Zoodra jonge hondjes sterk genoeg zijn om hun eigenaar op een korte wandeling te vergezellen, moeten ze, één voor één, mee uit genomen worden. Ze leeren daar dingen kennen, die thuis niet te vinden zijn. Vreemde voorbijgangers, voertuigen van allerlei aard, enz. Zoodra het diertje angst toont, moet het even worden op genomen en kalmeerend warden toege sproken. Het mag ook natuurlijk niet te veel vermoeid worden, en daarom moet zoo'n eerste wandeling ter kennismaking met de buitenwereld altijd maar heel kort zijn. Ze moet echter dikwijls her haald worden, want hoe eerder de hond gewend raakt aan de gewone voorwerpen en geluiden van de straat, hoe beter, want hij zal er dan niet tegen blaffen en zich er over opwinden, wanneer hij ou der is. Na een paar Aveken, wanneeT hij groot genoeg is, om geregelde wandelingen mee te maken, moet hij een halsband om heb ben. Is hij daar eenmaal aan gewend, bind er dan een lang koord aan en laat dat achter hem aan sleepen. Wanneer de hond u zooveel vooruit is als' het koord lang is, trap dan op het eind daar van en zeg daarbij: „Achter!" Trek hem dan zachtjes terug tot naast en een beetje achter u. Blijft dit doen, totdat hij goed begrepen heeft, wat „achter" betes- kent. Men moet nooit met jonge honden op straat stoeien of spelen. Leer ze dade lijk, dat alle dingen hun eigen tijd heb ben en dat een wandeling een ernstigs bezigheid is. Als ze gewend worden aan spelen en ravotten op den publieken weg, wordt de kans, dat ze op een goeden dag overreden worden, belangrijk grooter, om dat ze niet leeren uitkijken, waar ze loo- pen. 1 De straatmanieren, die een hond erop na behoort te houden, moeten hem heel zorgvuldig ingescherpt worden, daar er een heeleboel van afhangt. Hij moet leeren, dat de publieke weg niet van hem hoort, en dat hij daar niet mag blaffen en last verkoopen zooals thuis; dat voertuigen van allerlei aard alleen gevaarlijk zijn, wanneer hij er zich vrijheden mee ver oorlooft. Onthoud ook, dat honden blaf fen tegen dingen, waar ze bang voor zijn. Een jonge hond begeeft zichzelf in het grootste gevaar door te blaffen tegen een motor, omdat hij er bang voor is. Sla hem hiervoor niet, maar neem hem aan de korte lijn en breng hem aan 't ver stand, dat hij zooiets niet doen mag. Als hij gedurende de rest van de wandeling aan de lijn gehouden wordt, begrijpt hij gauw genoeg, waar 't om gaat, en leert 't af, want aan de lijn loopen vindt hij niets gezellig! Laat den hond geen steenen, stokken, beenen of dergelijke in den bek nemen. Behalve voor zijn tanden kunnen zulke dingen slecht zijn voor zijn maag. Een tuigje is nog beter dan een hals band. Bij heel koud weer moeten kleine teere hondjes en kortharige honden be schut worden door een dekje, Laat dit niet den eenen dag achterwege om 't hem den anderen dag weer aan te ge ven. Als de hond in den regen nat wordt, droog hem dan goed af, zoodra u met hem thuis komt. Jonge honden moeten niet op hun een tje zwerftochten op straat en door de buurt mogen maken. Ze worden dan heel licht gestolen of overreden. Wanneer hun dit van jongsafaan belet wordt, zullen ze er ook, wanneer ze ouder zijn, geen neiging meer toe .vertoonen, NOACH. ff güy al onzt modellen die genummerd zijn boven 4000, ffin verkrijgbaar aan „Het Patronen kantoor". Post bus no. i, Haarlem. Onberispelijke coupe. Dames- Weeding in de maten 88, ©6, f04 bovenwijdte, o.55. jKiüderWeeding, alleen voor den in de beschrijving Rnoemden leeftijd i 0.35. Bij elk patroon handiei- *W8 yoor hei knippen en naaien, benevens een ver- klemde oatroonschets. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld i naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de armen 'door, gewoon glad zonder extra toegift. De lente tusschen aanhalingsteekens Die kennen we allemaal, misschien beter dan ons lief is, beter dan de zachte, groen-en-gouden lentes, die in vroeger ja ren wel eens ooit zijn voorgekomen. Ge tuige de vele zangen en enthousiaste schilderingen, die ons daaromtrent door 't voorgeslacht zijn overgeleverd. Wij ken nen tegenwoordig alleen nog maar de lente tusschen aanhalingsteekens: de ka lender-lente, waarom de natuur zich niet in 't minst schijnt te bekreunen. Intusschen vormen de gure buien en vlagen een ernstig gevaar voor onze ge zichtshuid; wanneer ons er tenminste iets aan gelegen is, dat die zacht en gaaf blijft. Afwasehingen met regenwater zijn erg goed voor de huid, wordt altijd be weerd; maar als dat regenwater met ge weld in 't gezicht gezweept wordt door "n scherpen, vinnigen wind, is het resul taat allesbehalve verblijdend. Het eigenaardig en zoo dikwijls voor komend verschijnsel, dat 'n gezicht, waar op tijdens de winterkou geen oneffen- heidje te bespeuren viel, in de zoogen. lente met den dag ruwer en schraler wordt, is eenvoudig hieraan te wijten, dat we te gosd van vertrouwen zijn, wat de uitwerking der steeds wisselende voor- jaarstemperaturen betreft, terwijl dit juist de tijd van het jaar is, waarin we de meeste voorzorgen moeten nemen. Zelfs een zoogenaamde „vette huid", die rijk is aan natuurlijke oliën, kan niet straffeloos dag in, dag uit worden bloot gesteld aan „slecht weer" zonder de lee lijke, ietwat vervellende plekjes te gaan vertoonen. En bij een droge huid is dit alles nog tienmaal erger. Door toevoeging van extra vetten kun nen we een en ander gemakkelijk verhel pen en zelfs voorkomen, maar regelmaat is hierbij een eerste vereischtegeen over slaan of verwaarloczen! Eiken avond trouw wordt het gezicht, na met goede, vette coldcream op de bekende manier gereinigd te zijn, zachtjes gewreven met verwarmde olijfolie. Deze moet goed in trekken en zoo noodig den geheelen nacht blijven inwerken, 's Morgens wasschen we het gezicht met lauw water en zeer vette zeep; is het water „hard", dan voegen we er een paar theelepeltjes enkel-koolzure- soda-kris tallen aan toe. We mogen natuurlijk nooit ons gezicht poederen zonder een z.g. „poederbasis", die de huid tegen uitdrogen beschermt; maar rr.i moeten we hier meer dan ooit voor oppassen. We doen zelfs beter. We doen zelfs beter, inplaats van de Vani shing cream, die we gewoonlijk gebruiken om de poeder te doen „houden", een lo tion te nemen, bestaande uit gelijke dee len glycerine en rozenwater, waarin enkele druppels benzoë-tinetuur. Met een zacht watje betten we daarmee het gezicht en, terwijl het nog vochtig is, brengen we de poeder aan. Wanneer we een goede, na tuurlijke tint gebruiken, mag dit laagje gerust iets zwaarder zijn bij slecht weer dan gewoonlijk. Ons gezicht wordt des te beter beschermd, terwijl de huid door de glycerine-lotion onmogelijk kan uitdro gen. EVA Mej. T„ IJsselstein. Zooals ik reeds meermalen heb aangekondigd, kunnen vragen niet meer rechtstreeks per brief beantwoord worden, maar uitsluitend in deze rubriek. V/at betreft uw vraag betreffende hei dragen van polkahaar: wanneer het u ge makkelijker lijkt, kunt u gerust nu nog het haar laten afknippen. Er is nog geen vooruitzicht, dat deze dracht voorloopig zal verdwijnen. Ja, het is waar, dat in het buitenland' en in de groote steden weer veel gekapt haar wordt gedragen maar dit is al die jaren zoo geweest, voor al bij avondtoiletten. Men bedient zich dan van losse krulletjes, die voor zoo'n ge legenheid tegen het achterhoofd worden gespeld, maar men blijft het haar kon dragen. De shingle, het zoogenaamde hooge „opknippen" is echter geheel vèr- cfwenen. Het haar wordt over 't alge meen iets langer gedragen, en sterker gekruid dan vroeger. Voor watergolf zijn tegenwoordig aller lei practische kammetjes te krijgen. Deze worden in het haar gezet terwijl het nog nat Is, hetzij van 't wasschen of van haarwater, en wanneer 't haar droog ls en ze eruit genomen worden, liggen de mooie golven er stevig in, wanneer 't soort van haar er tenminste geschikt voor is; dit is niet bij iedereen het geval. Wanneer u voor sproeten citroensap ge bruikt, moet dit zeer sterk verdund wor den. Voor een blanke gelaatskleur ge bruikt u beter verdunde waterstof-per- oxyde, ofwel rozenwater, waarin enkele druppels benzoë-tinctuur. Overtollige haren in 't gezicht trekt men uit met een pincet; ontharingsmiddelen mogen nooit op het gezicht gebruikt wor den. Om de ongewensohte haren blijvend kwijt te raken, bestaat er geen ander middel dan electrische ontharing. Dit is echter vrij kostbaar en nooit geheel pijn loos. EVA. GEFARCEERDE KALFSBORST A LA ST. GERMAIN 200 gr. boter l'yi K.G. kalfsborst Voor de farce: 500 gram varkensgehakt 1 uitje 1 blikje champignons 1 eetlepel gehakte peterselie 1 ei peper, zout Voor de erwtenpurée iy, L. jonge groene erwten I kropje sla 1 gesnipperd uitje 75 gram boter iets suiker zout. Bereiding: Maak de kalfsborst gereed cm ze te vullen, d.w.z. maak met een mes voor zichtig de bovenste laag aan één kant los, zoodat een zakvormige holte ont staat, evenwijdig met de oppervlakte; zorg echter, dat de holte aan de zijden niet al te ver doorloopt, daar dan de zak later wel kans zou hebben van openspringen. Maak de farce gereed door het uitje zeer fijn te hakken en dit met de gehakte pe terselie, de iets grover gehakte champig nons, het ei, de peper en het zout door het varkensgehakt te mengen. Vul met deze farce de holte in het vleesch zoo gelijkmatig mogelijk en naai vervolgens den open kant met een stevigen draad of dun touwtje goed op elkaar. Wasch de gevulde kalfsborst en zout haar. Laat de boter bruin worden. Wentel het vleesch aan alle kanten door het heete vet en braad het op de gewone wijze gaar. Reken voor den braadtijd. 30 minuten per 500 gram vleesch. Bereid in dien tijd de erwtenpurée dooi de gewasschen geweekte groene erwten met «san water aan de kook te brengen, er na 1 uur de fijngesneden sla en ui bij te voegen en alles met elkaar verder te laten koken, tot de erwten en de groenten geheel zacht zijn. Laat ze samen op een vergiet uitlekken en wrijf het mengsel door een zeef, af en toe iets van het kooknat toevoegende, wanneer blijkt, dat de purée te stijf zou worden. Vermeng de purée met wat zout, iets suiker en 75 gram boter en laat ze, af en toe roerende, goed heet worden. Snijd het inmiddels gaar geworden vleesch in nette plakken, voeg die zooveel mogelijk tot één geheel aan elkaar,leg er de heete purée omheen en schep over het vleesch een paar le- ils van de jus. MARMELADE-PUDDING De grootste helft van een potje oranje- marmelade 120 gram oud brood zonder korst 50 gram boter 2 >A d.L. melk 40 gram suiker 3 eieren iets Zout. Bereiding Besmeer dunne sneetjes oud breed zon der korst licht met boter en laat ze weeken in een mengsel van de geklopte eieren, suiker en melk. Smeer een warmen puddingvorm goed in met boter en bestrooi haar met paneer meel. "Leg onderin een dun laagje mar melade, daarop brood, dan weer marme lade enz., maar zorg, dat de bovenste laag uit brood bestaat. Giet het overge bleven vocht er op. Kook den pudding on geveer ly uur au bain Mane (in een pan met kokend water). Er behoeft geen saus bij gepresenteerd te worden, omdat de pudding vrij vochtig en niet flauw van smaak is. CATHARINA Welke vrouw heeft onder haar siera den niet een snoer parels? Ik denk dat weinigen van u hier 'n ontkennend ant woord op kunnen geven. Van de dure tot de goedkoope imitatie vullen ze bij haast ied'ere vrouw een deel van haar bijouteriekistje. De kunstmatige parels worden uit vel schillende stoffen vervaardigd, vandaar de vele prijsverschillen in dit artikel. Men maakt ze o.a. van koralen, barnsteen, tandemail, albast, metaalle- geeringen, enz., maar het best nog uit glas. In het midden van de vorige eeuw kwam een fabrikant van bidsnoeren of „rozenkransen" in Frankrijk, op 't denk beeld holle, glazen bolletjes van binnen met fijngestooten vischschubben te be dekken en hun op deze wijze den glans van parels te verschaffen. Sedert dien tijd wordt deze uitvinding op vrij groote schaal toegepast. De alvertjes (die men daarom ook wel schrapvisch noemt) word'en afgesohubd, de schubben in een bak met water ge worpen en hierin zoo fijn mogelijk stuk gewreven. Het water, dat op deze wijze spoedig de kleur van zilver verkrijgt, wordt in een groot glas overgegoten en blijft hierin verscheidene uren achtereen Het is volstrekt niet zoo moeilijk als sommige menschen meenen, een hond te leeren, zich op straat behoorlijk te ge dragen, zoodat hij geen bron van ergernis wordt voor vreedzame wandelaars en fiet sers, en ons zelf bekeuringen en onkos ten op den hals kan schuiven. Het ge- heele geheim bestaat hierin, dat we hem beginnen te trainen, wanneer hij nog heel jong is, en hem niet eerst al zijn jonge- honden-onhebbelijkheden toegeeflijk op straat laten uitvieren om dan later, wan- op een stille plaats staan, om het zil verachtige poeder te laten bezinken. Zoo dra dit zich op den bodem heeft afge zet, wordt het daarboven staande water," door het glas scheef te houden, voor zichtig afgegoten van de vliesachtige, dikke, vloeiba-re massa, die „Essence d'Orient" heet. Met ammoniak ver mengd, wordt de „essence" in de holle j glazen bolletjes gegoten. 50 K.G. alver tjes leveren 3 K.G. schubben, voor 500 gram „essence" zijn wel 20.000 vischjes noodig. Nu iets-over de echte parels. Deze word'en in de pareloesters gevon den en zijn zeer verschillend in omvang! zelden overtreft haar grootte die van 'n kers, die welke zoo groot zijn als een kleine speldltnop, zijn zeer talrijk en heeten „seedpearls". Het is weieens voorgekomen, dat een kapitein in één oester 150 parels vond; niet zelden komt het echter voor, dat men honderden schelpen achtereenvolgens opent, zonder een enkele parel te vin den. In het gunstigste jaargetijde, van Juni tot het midden van September, houden zich aan de Perzische Golf 30.000 menschen bezig met de parelvisscherij- Iedsi-e duiker heeft een kleinen korf bti zich, springt over boord *«n zet de vos ten op een steen, die aan een touw vast gelegd is. Op een door hem gegeven teeken, laat de visscher, die in d'e boot zit, het tou# los, waarna het met den duiker naar den zeebodem zinkt. Indien hij aankomt op een plaats, waar de pareloester dicht op eengepakt zijn, is het hem mogelijk er in éénmaal 8 a, 10 los te scheuren. D°°r een ruk aan het touw noodigt hij d® lieden in de boot uit, om hem zoo snsj mogelijk weer op te trekken. Gemiddeld vertoeft hij 40 seconden achtereen on der water. Ongelukken door haaien ko men niet dikwijls voor, meer vrees boe zemt 'de zaagvisch in; het is weleenS voorgekomen, dat dit gevaarlijke dier een duiker letterlijk doormidden sneed. O11* beter a'en adem te kunnen inhouden, ze de duiker zich een hoornen knijper op z'n neus. De parels worden in den rege1 door rotting van de weeke deelen uit de schelpen te voorschijn gebracht. In 1839 bedroeg de opbrengst van d« parclvischerijen aan den Perzischen ze®" boezem 3600.000. Op Ceylon, waar d® Engelsche regeering het monopolie van t vangst heeft, worden ieder jaar .bepaak» banken bevischt, die vervolgens 6 a 7 ja!* achtereen onaangeroerd blijven liggel Hierdoor is de jaarlijksche opbrengt a»? groote afwisseling onderhevig', zij draagt soms niet meer dan 300.000 e stijgt in andere jaren tot 2400.000. V parelvisscherij in Mexico leverde in l".i een bedrag van 85.000 dollar op. scheepsladingen woTden van verschilled oorden de parelmoerichelpen naar pa vervoerd. R- K"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 10