I
FEUILLETON
DE IDEALIST
ONS LAND ÏN CIJFERS
NAAR EEN SOCIALE
H00GESCK00L
ZATERDAG! JUNI 1929
|iET VLIEGONGELUK TE BAGDAD
I^MOTOR- EN RIJWIELREGLEMENT
I
DE AGENT EN DE STUKGETRAPTE
HUISDEUR.
M
ALS STICHTING DER KATH.
ARBEIDERSBEWEGING
DE VISSCHERS3TAKING TE
SCHEVENINGEN
a
Rapport yan den leider der
Holland-Indië- vlucht
Blijkens bij bet Departement van Defensie
ingekomen schriftelijk rapport van den leider
f$er HollandIndië-vlucht, den luitenant tor
tèee der le klasse W. H. Tetenburg, beeft het
^Vliegongeval in Bagdad zich als volgt toege
dragen:
i Te 10 uur 30 voormiddag van 2 Mei j.l. kreeg
Je officier-vlieger 2de klasse P. S. Everts op
dracht om een proefvlucht van ongeveer een
half uur te maken met de D 22, ten einde de
chter-motor, waarvan eenige cylinders verwis-
beid waren, te controleeren. "Volgens verklaring
an de overlevende inzittenden, sergeant-vlieg-
aigmaker Langeraad en korporaal vliegtuig ma
ker Symons, liepen heide motoren zeer goed en
yas de aanwijzing der instrumenten normaal,
een gegeven oogenblik vloog bet vliegtuig
jjn de telefoondraden, welke op ongeveer 45 M.
hoogte over de igris zijn gespannen, waardoor
en blad van de voorschreef afsloeg en landen
[Noodzakelijk was. Dit geschiedde op normale
vijze, hoewel snel, tegen den stroom In op het
aidden van de rivier, doch daar de Maude-hrug
ieh op betrekkelijk korten afstand van de over
ie rivier gespannen draden bevond, botste het
Sliegtuig hiertegen met groote snelheid, waar
door het voorste gedeelte van den romp werd
fngedrukt en Everts beklemd raakte tusschen
[brug en achterkant zitplaats van den bestuur
der.
Volgens de meeniug van den leider van den
Piocht heeft Everts na 'het vliegen tegen de
.telefoondraden niet anders kunnen handelen
an hij heeft gedaan. Hij is tot het allerlaatste
lorr.ent op zijn post gebleven, heeft zijn plicht
>t bet uiterste gedaan en heeft daardoor zeer
^Waarschijnlijk het leven van Langeraar en Sy-
cïmons gered.
j. Bij de begrafenis, welke den volgenden dag
plaats had met volle militaire eer op het spe-
jSjCiale kerkhof van het vliegkamp, verrichtte
teen R. K. priester de liturgische plechtigheden.
Ontheffing van bepalingen
De Minister van Waterstaat heeft:
X. voor lichte motorrijtuigen op twee wie-
j,len, in gebruik bij den openbaren dienst van
\.'i Departement van Defensie, welke deel uit-
i maken van wielrijdersafdeelingen, voor zoover
kffil gebezigd worden voor militaire doeleinden,
1 |ot wederopzegging ontheffing veTleend van
Jjet bepaalde bij art. 66, eerste lid, van bet
fMetor- en Rijwielreglement, ten aanzien van
F rijwielpaden in beheer bij openbare lichamen,
pChet uitzondering van dezulke, welke naast een
Cfpcr motorrijwielen openetaanden weg gelegen
II. voer rijwielen, in gebruik bij den open-
„baren dienst van het Departement van Defen
sie, voor zoover zij gebezigd worden voor mi-
[Tltaire doeleinden, ontheffing verleend van het
fbepaalde hij art. 69 van het Motor- en Rijwiel-
"jreglement;
III. met Intrekking van de beschikkingen
van 12 December 1927, tot ket verleenen van
.Ontheffing van bepalingen van het Motor- en
jj-ttjwielreglement, ten behoeve van de daarin
jtyedoelde voertuigen van het Departement van
.Oorlog en van het Departement van Marine,
Voor de motorrijtuigen en de door motorrijtui
gen voortbewogen aanhangwagens, in gebruik
bij deu openharen dienst van het Departement
,var. Defensie, voor zooveel deze worden gebe
zigd voor militaire doeleinden, tot wederopzeg
ging ontheffing verleend van het bepaalde hij
de artt. 2, 28, 43, eerste lid, 44 en 50 van het
Motor- en Rijwielreglement, en ten behoeve
van rgotorrijtuigen en aanhangwagens, als
bovenbedoeld, die in het bijzonder bestemd zijn
voor het vervoer van vliegtuigen of onderdee-
len van vliegtuigen, daarenboven ontheffing
ver! nd van bet bepaalde bij de artt. 11, eerste
en tweede lid, en 77 van genoemd reglement.
EriilPLDES ALS OPERA-LIBRETTIST
De Trajaanschen
Bij gelegenheid van het 59e toonkunstenaars-
feest, dat van 2—7 Juli a.s. te Duisburg wordt
'gehouden, zal ook een nieuwe opera worden
.opgevoerd van den componist Emil Peeters
^,Do Trojaansehen" waarvoor het llibretto is
geschreven door Franz Werfel, die daarvoor
Op zijn beurt bij den Griekschen treurspeldich
ter Euripides borgde.
ENKELE GREPEN UIT DE STATISTIEK
In 1927 werden in totaal In Nederlandsen»
havens 24.710 zeeschepen in- en 24.870 uitge
klaard, resp. met een Inhoud van 33.716.000
en 33.637.000 netto register-ton. Voor de ge
laden schepen is het aandeel in deze cijfers
19.039, 18,201, 2S.282.000 en 23. 223.000.
Vergeleken bij 1926 is er een achteruitgang
geweest in de cijfers, met uitzondering van
die van de inklaring van geladen schepen. De
oorzaak hiervan Is de zeer sterke toeneming
in 19,26, welke werd veroorzaakt door de
Engelsche kolenstaking van dat jaar. Laten
we 1926 buiten beschouwing dan vertoonen de
cijfers ever 1927 den normalen vooruitgang.
Van de 19.039 Ingeklaarde geladen schepen
voeren in 1927 5844 onder Nederlandsche, 3212
onder Duitsche en 4803 onder Engelsche vlag.
Voor de 18.201 uitgeklaarde schepen zijn de
overeenkomstige cijfers 5094, 3053 en 4668 sche
pen. Naar de havens toonen de inhoudcijfers
der in- en uitklaringen voor Rotterdam in
beide gevallen ongeveer 63 pet. Ook voor wat
de aantallen betreft, komen de cijfers voor de
haven van Rotterdam hoven de helft van de
totaalcijfers van het Rijk.
Het scheepvaartverkeer met het buitenland
toonde in de laatste Jaren sterken vooruit
gang, het verdubbelde zelfs van 1921 op 1928.
In 1927 had evenwel eenige teruggang plaats.
In dat jaar werden 119.479 schepen in- en
118.302 uitgeklaard. In beide gevallen bedroeg
het laadvermogen ruim 56 millioen tonnen van
1000 K.G.
In 1926 was aan de teruggaande beweging
op de Nederlandsche spoorwegen een einde ge
komen. De vooruitgang heeft zich in 1927 al
leen voortgezet veer wat betreft het aantal
vervoerde reizigers. In 1927 werden ruim 52
millioen plaatskaarten verkocht tegen ruiin
-48 millioen in 1926.
Niettegenstaande deze toename van 4 mil
lioen bleven de ontvangsten voor het reizigers-
vervoer nog iets heneden die van 1926 en daar
ook de opbrengst van het goederenvervoer
eenigszins heneden die van 1926 bleef, was de
totale opbrengst van het verveer in 1927
(158.830.000 gulden) ongeveer een millioen
minder dan het jaar tevoren.
(Door de Nederlandsche posterijen werden
in 1927 bijna 368 millioen gefrankeerde brieven
en briefkaarten overgebracht, dat is ongeveer
14 millioen meer dan het jaar te voren. Ook
het aantal overgebrachte nieuwsbladen en
andere gedrukte stukken toont een belangrijke
toeneming namelijk van 447.751.000 in 1926 op
478.642.000 in 1927. Per hoofd der bevolking
stemt dit in 192.7 overeen met 48,2 brieven en.
briefkaarten en 62,3 nieuwsbladen en andere
gedrukte stukken.
Het aantal verzonden binnenlandsche tele
grammen is sedert 1919 van jaar tot jaar afge
nomen, in 1927 bedro'eg het 2.270.200. Het aan
tal buitenlandsche telegrammen geeft, behou
dens enkele schommelingen een stijgende lijn
aan.
Het aantal gevoerde gesprekken in het
Rijkstelefoonverkeer is regelmatig gestegen.
Van resp. 58 millioen, 9J4 millioen en 28 dui
zend gesprekken in. het locaal, het interlocaal
en. 't. intenationaai verkeer in 1918 klom 't tot
resp. 143, 17 en bijna 2 millions in 1927.
De financieels uitkomsten van den dienst
der posterijen, welke over vroegere jaren ge
regeld een nadeelig saldo deden zien, teonen
sedert 1924 een voordeëlig saldo. In 1927 be
droeg dit 6 millioen.
De telegraaf werkt reeds jaren achtereen
met nadeellge sloten, dit was het grootst in
1922 met 5.776.000 gulden, daarna afnemend
tot. 2.747.000 gulden in 1927. De Rijkstelefoon
werpt daarentegen geregeld een batig slot af,
al is dit ook gedurende de laatste jaren af
nemend geweest, in 1924 5.109.000, in 1927
3.162.000 gulden.
Zoowel de Rijksinkomsten als -uitgaven ver
toonen een sterken groei met de jaren 1920
1922 als hoogtepunt om daarna weer te dalen.
Voor alle diensten te zamen (met inbegrip van
crisisdienst, leeningfonds en wegenfonds voor
zoover in de respectievelijke jaren ingesteld)
bedroegen de rijksinkomsten in 1910, 1920 en
1929 (dit laatste jaar geraamde) resp. 200 mil
lioen, 919 millioen en 747 millioen, de Rijks
uitgaven in 1910, 1922 en 1929 resp. 204 millioen
1197 millioen en 896 millioen gulden.
De opbrengst van alle rijksbelastingen ve
zamen bedroeg gemiddeld in de jaren 1900
1904 124millioen gulden of 23.51 per hoofd
der bevolking, voor het jaargemiddelde der
periode 19201924 waren deze cijfers resp.
opgeloopen tot 607 millioen en 86.29, de ra
ming voor 1929 bedraagt. 553 millioen, het ver-
houdingscijfer per hoofd der bevolking in
1928 71.13.
Gevolgen van een echtelijken twist J
I
§F EEN DEMONSTRATIE TER
'V TERECHTZITTING Tc
„MET ONWILLIGE HONDEN IS HET
SLECHT HAZEN VANGEN"
Voor het Gerechtshof te 's Gravenhage is In
hooger beroep behandeld de zaak tegen een
Haagschen koopman, die in eerste instantie
door de Haagsche Rechtbank wegens mishan
deling van een agent van politie Is veroor
deeld tot 14 dagen gevangenisstraf.
Verdachte beweerde, dat de agent weder
rechtelijk zijn woning aan de eerste v. d.
Boschstraat was binnengekomen, door een
stuk getrapt paneel en dat de agent hem heeft
aangevallen en daarbij aan den mond heeft
verwond. Naar aanleiding daarvan heeft ver
dachte dan ook een klacht tegen den agent
ingediend.
Ook verdachte's vrouw en schoonmoeder,
onder eede gehoord, verklaarden, dat zij gezien
hadden, dat de agent door het paneel binnen
-is gekomen.
Na een worsteling van circa een half uur is
verdachte ten slotte vrijwillig met den agent
meegegaan.
Volgens den agent zou men zijn hulp hebben
ingeroepen, naar aanleiding van een twist tus
schen verdachte ën zijn vrouw en zou men de
deur voor hem - hebben opengemaakt. Voorts
verklaarde de agent, dat verdachte hem on
middellijk heeft aangevallen, nadat hij binnen
wag gekomen.
De deur was ter terechtzitting aanwezig en
het paneel was er uitgenomen. Verdachte en
twee andere personen bleken er door te kun
nen, de agent echter niet, hetgeen aan ver
dachte de opmerking ontlokte, dat het met
onwillige honden slecht hazen vangen Is.
De advocaat-generaal vroeg bevestiging van
liet vonnis quo.
Verdachte's raadsman, mr. "Weil, meende
dat het «.Hof hier voor een zeer dubieus en
moeilijk geval staat. Hier staan de verkla
ringen van verdachte en van twee getuigen
tegenover die van den agent. Nu kan men na
tuurlijk altijd een verdachte veroordeelen op
een ambtseedig procesverbaal. De consequen
tie zou dan hier echter moeten zijn, dat men
de beide- getuigen gaat vervolgen wegens
meineed.
Pi. oefende critiek uit op het ontactvolie op
treden van den agent in dezen en conclu
deerde tot vrijspraak.
De advocaatïgeneraaj zeide in zijn repliek,
niet te willen aannemen, dat de beide getui
gen 5. dëcharge te kwader trouw zijn. De vrou
wen zijn wellicht wat zenuwachtig geweest.
Mr. "Well meende daartegenover even goed
te mogen veronderstellen, dat de agent zenuw
achtig is geweest.
Uitspraak 12 Juni a.s.
EOLLANDSCH STRIJKKWARTET
NAAR ENGELAND
Naar wij vernemen zal het Hollandsch
Strijkkwartet (Leydensdorff c.s.) Maandag 3
Juni a.s. ingevolge een daartoe ontvangen
uitnoodiging naar Engeland vertrekken. Het
kwartet zal te Londen o.a. aan het concert
ten bate van het Koning Willem-fonds mede
werken en ook te Oxford optreden.
De cijfers betreffende het rechtswezen zijn
niet^ongunstig.
In 1927 werden door de kantongerechten
186.000 strafzaken behandeld en 182.000 on
voorwaardelijk veroordeeld. De Arrondisse
mentsrechtbanken wezen 24.000 vonnissen iu
eersten aanleg in strafzaken, waarbij 23.000
personen werden veroordeeld in hooger be
roep werden ruim 1G00 strafzaken behandeld.
In 1920 waren deze cijfers voor de kantonge
rechten resp. 245.000 en 237.000 voor de ar
rondissementsrechtbanken 27.000 en 30.000 en
800 strafzaken in hooger beroep.
De politierechter wees in 1927 bijna 17.000
vonnissen, waarbij 18.000 verdachten waren
betrokken. Van deze werden 16.000 onvoor
waardelijk en bijna 900 voorwaardelijk veroor
deeld.
De bevolking der gevangenissen enz. bedroeg
op het einde der jaren.1919 en 1927 resp. 7179
mannen en 288 vrouwen en 4494 mannen en
119 vrouwen, de tusschenliggende jaren wij
zen op een regelmatige afneming.
Voorstellen der desbetreffende commissie
DE CENTRALE VAN HET
ONTWIKKELINGSWERK
Naar de „Volkskr." verneemt, is de com
missie welke door het R. K. Werkliedenver-
hond was ingesteld, ter bestudeering van het
vraagstuk der arbeiders-hoogeschool gekomen
tot de volgende voorstellen aan het Verbond;
„Het R. IC Werkliedenverbond roepe als
stichting in het leven de „Sociale Hoogesohool
der Katholieke Arbeidersbeweging."
De Sociale Hoogesohool is de centrale van
het ontwikkelingswerk in de arbeiders-bewe
ging.
Zij bereidt voor, leidt en beheert 4-jar.ige
plaatselijke cursussen en gewestelijke leer^
gangen voor de opleiding van plaatselijke be
stuursleden, benoemt de docenten, neemt de
examens af en geeft diploma's f
Zij biedt een tweejarige internaatsopleiding
voor toekomstige arbeiderslelders en geeft
daarnaast gelegenheid tot speciale functies te
worden opgeleid.
Zij. regelt regionale cursussen voor arbei-
dersleiders in .functie met een algemeen ont
wikkeld en speciaal gedeelte.
Zij wordt bestuurd door een Raad van Be-
hoer, waarin naast vertegenwoordigers van
het R. K. Werkliedenverbond als leden be
noemd worden de directeur en secretaris der
school.
De wetenschappelijke belange^ worden aan
een Curatorium toevertrouwd, waarin des
kundigen zitting hebben.
Met de dagelijksche leiding vau het onder
lijs is de directeur belast, daarin bijgestaan
door den secretaris.
De secretaris moet over voldoende ontwik
keling en practische ervaring in de arbeiders
beweging beschikken.
De directeur geniet een jaarljjksch hono
rarium, terwijl de secretaris in bezoldigden
dienst werkzaam is-.
Begonnen wordt met de plaatselijke en ge
westelijke cursussen, terwijl de aanvullende
opleiding van arbeidersleiders in functie te
gelijkertijd ter hand wordt genomen.
Het Internaat voor opleiding van toekom
stige arbeidersleiders en de opleiding voor
speciale functies wordt geleidelijk voorbereid".
De commissie werd gevormd door: prof. mr,
P. J. M. Aalberse, voorzitter, prof. mr. dr. Ch.
Raaymakers S. J., dr. M. J. Verhoeven, Henri
Hermans, P. J. S. Serrarens, Alb. M. van der
Meijs, B. Berendsen en G. D. Zegers, secretaris-
rapporteur.
HET WERK VAN DON BOSCO IN
ONS LAND.
Hoe te steunen?
De Zeereerw. Pater Joh. Fischer, Priester
Salesiaan van Don Bosco, Lauradorp, Wau-
bach (L.) verzocht ons opname o.m. van het
yolgende:
Op 2 Juni wordt door Z. H. Paus Pius XI
de Eerbiedwaardige Don Joannes Boeoo, de
Apostel en vader der arme verlaten jeugd, tot
de eer der Altaren verheven. Dit feit moet
ook elk Roomsch hart van Nederland met dank
tot God vervullen,
Zijne zonen de. Salesianen, en zijne dochters,
de Maria-Hulp-Zusters (elk r.eeds 7000!) werken
over de heele wereld verspreid, met denzelfden
ijver en denzelfden geest als hun vader, en met
hetzelfde gevolg! Ook in Nederland? Mgr.
Schrijnen,- Bisschop van Roermond, en Dr.
Pools, Hoofdaalmoezenier, begrepen destijds,
dat het kind der Mijnstreek door he* R. K. On
derwijs alléén op den duur niet te vrijwaren is
voor ongeloof en zedenbederf, en stelden hun
hoop op Don Bosco. In het mijndorp „Laura
dorp" gemeente Uhach over Worms (L.) zal
het eerste werk van Don Bosco in Nederland
ontstaan. Van het eerste gedeelte, het gebouw
bestemd, voor Jeugdwerk, dat helaas voorlooplg
ook als noodkerk en woning der Salesianen
moet dienen, rijzen de fundeeringen reeds uit
den grond.
Dit echte"sociale werk weze het feestgeschenk
der Nederlandsche Katholieken aan Don Bosco!
Gelden kunnen gestort worden op postreke
ning van Pater Fischer no. 149336.
VRIJ NAAR HET ENGELSCH
VAN
E. P. ISPHILL
18)
1 De maan scheen vaag van achter een sluier
Aan nevel. Men vernam nog slechts het druipen
T^aii den regen van de boomen.
D:ar hoorde hij opeens een voetstap langs
jhet pad, Hij trachtte de duisternis te door
springen. Dan zag hij, dat het een man was,
-die onvast, maar niettemin snel den weg
Ijfifkvam.
Macheson leunde over het hek. Hij zou er de
(Voorbeur aan gegeven hebben, om zich niet to
tóten zien, maar toen de man voorbijkwam,
gad hij opeens een gevoel, alsof er iets bij-
JSonders moest gebeuren. Het was geen man uit
dorp. Hij zag er zelfs niet eens uit als een
ffijagelsehman. Hij was klein, en ietwat gedron
gen. De kraag van zijn jas stond op, en een
jjrolien pet was diep over zijn voorhoofd ge
trokken. Hij liep met onvaste schreden, en
anompeida in zichzelf woorden, die klonken
ps een gebed, maar In een vreemde taal. Ma-
joh'" <m sprak hem aan.
I Hallo! zeide hij. Bent u den weg kwijt
Beraakt?
f De man uitte een kreet, en bleef dan bevend
Rngs den weg staan. Hij wendde zijn bleek,
atzat gelaat naar de plaats wiaar Macheson
a het hek leunde.
Wie is daar? riep hij. Wat wilt u van me?
Macheson begaf zich op den weg.
iIn het gelieel niets, antwoordde hij ge
ruststellend. Ik dacht alleen, dat u misschien
den weg was kwijt geraakt. Het is hier een
eenzame streek
De pasaangekomene kwam een stap naderbij.
Thans zag men een korte, ruige baard, een van
schrik verwrongen gelaat, en kleine, bijzonder
heldere oogen.. Zijn donkere kleeren waren
doornat, en bespat met modder.
Ik zoek een spoorwegstation, zei hij snel.
"Wat is het dichtste bij?
Macheson wees naar het dal.
Net waar u dat licht ziet, antwoordde hij,
maar er is geen trein vóór morgenvroeg.
Dan moet ik loopen, verklaarde de man
koortsachtig opgewonden. Hoe ver is liet naar
Nottingham?
Vijf en twintig mijlen, antwoordde Mache
son.
Dat is te ver. En naar Leicester?
Twaalf misschien. Maar u gaat in de ver
keerde richting.
De man keerde zich snel om.
Wijs me, waar Leichester ligt, zei hij, Ik
zal den weg wel vinden.
Macheson wees over de boomen.
U kunt niet missen, zeide hij. Ga den
heuvel op, tot u aan een weg komt met tele
graafpalen. Sla dan links af, dan komt tl in
Leicester.
Om een of andere reden scheen de vreem
deling een ernstige studie te maken van Ma-
cheson's gelaat.
Wat doet u hier? vroeg hij kortaf.
Ik ben hier dicht bij waar ik woon, ant
woordde Macheson. Daarginds in het bosch.
De man deed snel een pas vooruit, en wan
kelde dan. Zijn hand greep naar zijn zijde. Hij
werd. door een plotselinge flauwte overvallen*
en zou gevallen zijn, als Macheson niet zijn
arm had uitgestoken.
O God! mompelde liij, het is met mij ge
daan.
Hij was klaarblijkelijk een alg'eheele uitput
ting nabij. Macheson sleepte hem naar de hut,
en goot brandewijn tusschen zijn lippen. Hij
kwam weer een weinig tot zichzelf, en trachtte
op te staan.
Ik moet verder, riep hij. Ik durf hier niet
Wijven.
De ontzetting op zijn gelaat was* onmisken.
baar. Macheson keek hem ernstig aan.
U zou heter doen, met te blijven, waar u
bent, tot het dag is, zeide hij. U bent niet in
een geschikten toestand, om te reizen.
De man had zich op één arm opgericht. HIJ
zag wild om zich heen.
Waar ben ik? vroeg hij. Wat is het hier?
Een schuilplaats voor een opzichter, ant
woordde Macheson, waar ik een paar dagen ge
bruik van maak. U kunt hier gerust blijven, tot
het diag is. -
Ik moet verder, kreunde de man. vk ben
bang.
Bijna gelijktijdig, dat bij die woorden uitte,
viel hij weer terug, en "zonk onmiddellijk in
een onrustige sluimering. Macheson wierp zijn
overblijvende deken over de liggende gestalte,
stak zijn pijp aan, en slenterde naar buiten,
het kreupelhout In, 's Mans komst vervulde hem
van een vaag gevoel van ongerustheid. Hij scheen
zoo geheel en al vreemd aan de plaats. Hij ver
tegenwoordigde een vreemd en ongewenscht
element; bijna een tragisch element. Al dien
tijd, in zijn onrustigen slaap, mompelde hij In
zichzelf. Een of twee keer schreeuwde hij het
uit van ontzetting, vooral één keer. Macheson
wendde zich om, en zag hem overeind zitten op
de deken, zijn bruine oogen vol wilde vrees,
terwijl het zweat hem langs het gezicht liep.
Een vloed van gebroken woorden stroomde van
zijn lippen. Macheson wierp hem weer op de
deken.
Ga slapen, zede hij.. Er is niets, om bang
van te zijn.
Daarna sliep de man vaster. Macheson zelf
sluimerde een uur of zo<t, tot hij wakker werd
van het geroep der vogels. Terstond, toen hij
zijn oogen opende, wist hij, dat er iets met
hem gebeurd was. Het was niet alleen de muziek
der vogels. Eir klonk een vreemde, nieuwe mu
ziek in zijn hart. Het parelachtig licht aan den
Oostelijken hemel had nooit zoo schoon gele
ken. Nooit, voorzeker, was het zonlicht op zulk
een volmaakte plek van de aarde in stroomen
neergevallen. En toen, terwijl een snelle blos
hem naar de wangen steeg, herinnerde hij zich,
wat het was, dat de wereld zoo veranderd had,
Hij beleefde weer dat ontstellend oogenblik,
toen hij op eenmaal wist. Het was als uit een
sprookjesgeschiedemls. Zoo "heerlijk, zoo ro
mantisch, zoo ongelooflijk en onwaarschijnlijk
ook, als hij aan haar dacht als de meesteres
van Thorpe, de moe-doende, onvriendelijke
vrouw van de wereld, die hem zoo koud beje
gend had.
Een beweging achter hem herinnerde hem
aan zijn vreemden bezoeker. Hij wendde zich
om. De man was reeds overeind. Hij zag er beter
uit, nadat bij geslapen had, maar de wilde blik
was nog in zijn oogen.
Ik moet gaan, zeide hij. Ik had al eerdeT
moeten gaan. Dank u voor het onderkomen.
Macheson stak zijn hand uit naar het spiritus
stel.
- Wacht nog een paar mimiten, zeide hij,
dan heb Ik de koffie klaar.
De man aarzelde. Hij zag er naar uit, dat
hij iets dergelijks hard noodig had. Toen bij
bü de deur van de hut kwam, begon hij opnieuw
te beven. Hij keek schuw naar buiten, alsof
hij bevreesd was voor bet daglicht. Het zonlicht,
en de heerlijke, heldere dag, scheen hem angst
aan te jagen.
Ik had gisterenavond moeten gaan, mom
pelde hij. Ik moet
Hij sprak den zin niet uit. Ook Macheson
De loonregeling der «schippers
EEN BESCHEIDEN POGING TOT
OPLOSSING
In aansluiting op het gisteren medegedeelde
betreffende het besluit der algemeene leden
vergadering van de schippersvereeniging „Ons
Aller Belang" om in den loop der volgende
week de zeilen en netten, die zich nog in de
schepen bevinden, te gaan bergen deelt men
ons van die zijde mede, op het verzoek, van de
stakingsleiding om dit werk, dat voor de
schippers noodzakelijk geacht wordt, toe te
staan, geen antwoord te hebben ontvangen.
Wij vernemen verder, dat in boven genoem
de vergadering, bijgewoond door 82 leden met
algemeene stemmen besloten is een bescheiden
poging te doen een einde aan deze staking te
maken door geen gebruik te maken van
het half pet. meer, dat de bemanning
zou ontvangen boven de loonregeling van
1928". Daardoor zou dus de loonsverhooging,
welke ook den schippers is toegezegd, ten goede
De man ---- -
Mijnheer, smeekte hij, ik ben overal on
schuldig aan, behalve dat ik in woede een
klap gegeven heb. Help me ontsnappen, smeek
lk u. Er zijn nog andereu, die te lijden zullen
hebben, als er iets met mij gebeurt.
De wet is rechtvaardig, antwoordde Mache
son. U zult niets anders dan gerechtigheid on
dervinden*
(Wordt vervolgd)