FEUILLETON GOUDEN HARTEN - 1 DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN i VRIJDAG 12 JULI 1929 TWEEDE BLAD I EERSTE KAMER CRITIEK EN WAARDEERING DE MINISTER IS AAN HET WOORD GEKOMEN MEER NATIONALE SCHOONHEID IN DE GEBEDEN DE DIOCESANE HAARLEMSCHE KATHOLIEKENDAG BENOEMINGEN DE NEUWE TWEEDE KAMER PAGINA 2 -T EERSTE KAMERVERKIEZING DE KATH. LIJSTEN IN N.-HOLLAND 1 HET VERGAAN VAN DE ENGELSCHE ONDERZEEBOOT H 47 VERDRONKEN. axh EEN MOOI PLAN VAN DE NTJMEEGSCHE STUDENTEN Er komt eett bloemlezing Men sehrüft uit den Nijmeegse hen studenten kring: Den taataten tijd ia de Nijmeegsche studen tenwereld plotseling meer naar bulten getreden en heeft daarbij geen Biecht figuur gemaakt, vddr dien tijd, al die vijf jaar heeft men ook niet stil gezeten op wetenschappelijk terrein b.v. op dat der Nederlandsche letteren, getuige de „Publikatles". Nn is echter een gemeensehappc fc e arbeid ondernomen om te toonen welk werk voor een R. K. Universiteit is blijven liggen en wat ook alleen door een R. K. Universiteit kan worden on {tentamen. Reeds dikwijls had prof. van Ginneken den wensch uitgesproken dat in onze gebeden wat meer schoonheid, eigen nationale schoonheid werd gebracht. Wil zijn n.l. en worden nog overstroomd met buitenlandsche gebeden, die teveel spreken tot 't verstand of tot 'n hart, dat niet Nederlandsch is. En t Is toch zoo hard noodig dat 't 'gebed nationaal is, gegroeid op eigen bodem opgekomen uit de nooden en de vreugden van 't eigen volk. Welnu, zulke ge beden bestaan voor Nederland wel degelijk. Behalve In de Middeleeuwen liggen mooie en ontroerende gebeden voor 't grijpen in de poë zie der I7e eeuw, zoowel bij Katholieke als Protestantsche schrijvers. Ook de gedichten van deze laatsten toonen dat onze Gouden Eeuw stoelt op den hoogen bloei der Middeleeuwen, en in denken en voelen nog niet zoo snel Is los geraakt daarvan. Nu hebben dit jaar 'n 20-tal Neerlandici zich tot taak gesteld van deze gebedspoëzle (in ruimeren zin) voorloopig van de 17e eeuw een bloemlezing samen te stellen en uit te geven. De keuze der gedichten steunt niet op 'n schif ting alleen. De verschillende dichters werden vaak in verband met buitenlandsche dichters bestudeerd om den aard van hun godsdienstig denken te leeren kennen en aan de hand van deze karakteristiek geschikte poëzie uit te kiezen. De resultaten werden tot lezingen ver werkt, die op de wekelijksche bijeenkomsten werden voorgedragen en besproken, alles onder leiding van prof. v. Ginneken. Thans ligt 't materiaal klaar en rest nog de laatste en defi nitieve schifting. 't Plan is om naast de gedichten van eiken dichter 'n heel korte levensschets en religieuze karakteristiek te geven. Door deze uitgave hopen we te bereiken aan 't Nederlandsche volk een goede reeks eigen nationale en mooie gebeden te geven, maar ook te bewijzen dat ook in de 17e eeuw ondanks alles de katholieke geest der Middeleeuwen is blijven leven en ook in ons kleine land bewezen heeft „van alle tijden" te zijn. TH. P. Antwoord-teJegram van H. M. de Koningin Het antwoord van H. M. de Koningin aan den voorzitter van den Katholiekendag luidt als volgt: H. M. de Koningin is zeer gevoelig voor het telegram, H. M. door de te Haarlem vergaderde katholieken uit het diocees Haarlem toegezon den, ter gelegenheid van den Katholiekendag en voor de haar daarin getoonde gevoelens van verknochtheid. De Koningin draagt mij op al ien daarvoor haar welgemeenden dank over te brengen. w.g. VAN GEEN, Secretaris der Koningin. In het Bisdom Breda J>. H. de Bisschop van Breda heeft belast iact de oprichting van een parochie op StiJ vesand onder de gemeente Oosterhout deu Wel- ecTW. Heer P. Rombouts, kapelaan van de St. Antoniuskerk te Roosendaal. Te verwachten is de benoeming van. een derden kapelaan te Dongen (H. Laurentius), van een derden kapelaan te Roosendaal (H. Jozef), van een tweeden kapelaan te Bergen op Zoom (O. L. Vrouw van Lourdes, Fort), van een kapelaan te Borgvliet en een te Steenber gen (H. Cornelius) en van een tweeden priester voor het Eucharistisch werk. (S. Maria.) Gistermorgen wérd voortgezet de behandeling van 't wetsontwerp tot herziening dec finan cieel® verhouding tusacben 't Rijk en de gemeen ten en wijziging van eenige bepalingen der Provinciale wet en der Gemeentewet. De heer JANSSEN (R. K.) brengt den mi nister van Financiën hulde voor zijn arbeid. Het ontwerp bevat twee zeer belangrijke on derwerpen: de regeling der financieele ver houding en herziening van het gemeentelijk belastingstelsel. Bij de beoordeeling van het ontwerp moet men letten op de gevolgen voor groote en kleine gemeenten. De Regeering slaat geheel nieuwe banen in; zij ontkent het recht der gemeenten op uitkeering, doch hot heeft, gezien het feit, dat nitkeeringen gege ven worden, weinig nut hierover te discus sieeren. Wie valt der Regeering lastig omdat zij geeft zonder het recht op een vordering te erkennen?. Tegen het stelsel door de Re geering iu het ontwerp opgenomen tot het wegnemen van de groote verschillen in be lastingdruk zou, volgens spreker, al zeer wei nig oppositie gekomen zijn indien daaraan niet was vastgekoppeld de opheffing der gemeen telijke inkomstenbelasting. De financieele ver houding wordt op alleszins bevredigende wijze geregeld, het bezwaar van verschillende ge meenten zit dan ook in de opheffing der ge meentelijke inkomstenbelasting, welk bezwaar veel te breed wordt uitgemeten. Een andere vraag is het of aan de gemeente daarnaast de noodige vrijheid wordt gelaten om haar groeiende taak te vervullen. Wat dit be treft staat het naar spr's oordeel vast, dat deze regeling haar daartoe, althans in den eer sten tijd, beter in staat zal stellen dan tot nu toe het geval was. De heer KOSTER (V. B.) ontwikkelt, hoewel de instelling van het gemeentefonds algemeene instemming heeft, niettemin ernstige bezwaren tegen het ontwerp. Het fonds zal bijdragen tot nivelleering der ongewenschte verschillen In belastingdruk, doch de voordeelen zullen niet duurzaam zijn. De grens der opeentenheffing, die uniform is, is voor vele gemeenten te eng, voor andere veel te ruim, zoodat zij die niet zouden berei ken, ook al zouden zij nog zoo roekeloos met het geld omspringen. Daarom heeft spr. tegen deze uniforme limiet bezwaar. Spr. acht verder een scherpere contröle: op de gemeentelijke belastingheffing noodig. Wij hebben een hobbeligen belastingweg met vluchtheuvels erlangs. Deze worden nu afge graven om de kuilen te dempen, maar men ver zuimt den weg behoorlijk te walsen en vast te stampen; hij zal niet bestand zijn tegen wind en weer en mettertijd zullen de kuilen en gaten weer te voorschijn komen. Dan zal men echter geen vluchtheuvels meer hebben om ze aan te vullen. Zeer ernstig bezwaar heeft spreker tegen de handhaving der zakelijke bedrijfsbelasting en van het mijnrecht van 10 cent per ton kolen. De wet Is een sprong in het duister, omdat de gevolgen niet zijn te overzien. De vergadering wordt te 12.55 voor een half uur geschorst. De vergadering werd te 1.30 uur heropend. De heer DE VLUGT (A.R.) waardeert het, dat de regeering deze zaak aan de- orde heeft gesteld, temeer daar zij rekenen kon op cri tiek. Spr. aeht het ontwerp aanvaardbaar, daar het hreekt met een verkeerd systeem. Het in voeren van een geheel nieuw systeem zal wel de ondergrond van veel critick zijn. Spr. meent, dat de commissie van 1921 wel verdienstelijk materiaal heeft bijeengebracht, doch zijn be zwaar tegen haar project is, dat het moeilijk uitvoerbaar is. De commissie, wil het geven van vergoeding afhankelijk maken van de draagkracht der gemeente. Zij wil de eene wel de andere geen vergoeding geven. Daardoor zon' de autonomie eerst recht aangetast worden en willekeur bevorderd worden. Dat de regee ring de vergoeding als allesbeheerschenden factor heeft losgelaten en zelf eigen banen heeft gekozen, acht spr. een voordeel. Spr. legt zich er intusschen, zij het noode, bij neer, dat de Regeering de eigen gemeente lijke Inkomstenbelasting niet heeft gewild, omdat ze de voordeelen van 't ontwerp daarvoor niet wil prijsgeven. Spr. zal zijn stem aan, het ontwerp geven, doch, verbindt daaraan den wensch, dat onmid dellijk de hand geslagen, wordt aan de verdee ling der lasten. De heer BLOMJOUS (R.K.) betoogt, dat de gemeenten door dit ontwerp geholpen worden. Hij is zeer tevreden gesteld daar het meer brengt dan hij bij een vorige gelegenheid als wenschelijk op belastinggebied heeft genoemd. Het ontwerp verplaatst de belastingen voor een groot deel van het inkomen naar die belastin gen, die niet verhoogd kunnen worden zonder dat daartegen bij groote groepen der burgerij oppositie komt. Het tweede voordeel is de verplaatsing van het belastinggebied naar het territorialiteitsbeginsel, het derde de opheffing der forensenbelasting. Spr. heeft tegenover dit intermezzo-kabinet niet altijd sympathiek gestaan, dit ontwerp echter verraadt de hand van den meester en vertoont geniale trekken. De heer DE ZEEUW (S.D.A.P.) moet van az de critiek van den heer Wibaut onder schrijven. De voorbereiding van de behandeling van dit ontwerp in de Staten-Generaal Iaat te wenaehen over. De Tweede Kamer beschikte niet over voldoende gegevens en het is de vraag of de Tweede Kamer niet ver beneden baar taak is gebleven tengevolge van het gebrek aan gege vens. De Minister heeft daar een taak gehad zoo gemakkelijk als geen andere minister heeft gehad. Het overleg met de Kamer was het over leg van den herder met de kudde. Spr. begrijpt niet waarom de mogelijkheid van een eigen Inkomstenbelasting of de ver hooging van de opcenten op de fondshelasting niet in de wet is opengelaten. Thans is de toe stand zoo, dat als een gemeente met de opcen ten niet toe kan, de Minister toch met een wets ontwerp komen moet, dat het deksel er af neemt. In de practijk zal dit gedeelte van het wetsontwerp onhoudbaar blijken. De heer DE VEER (A.R.) merkt op, dat het ontwerp met bezuiniging of besparing niets te maken heeft; alleen de verdeeling der lasten zal beter zijn. Spr. vraagt of de" schatkist ook thans nog de uitkeering van 20.000.000 aan de gemeen ten kan dragen. De Regeering was aanvankelijk vrijgeviger jegens de gemeenten dan thans; de' wijziging in de regeling der garantie is voor de gemeen ten niet in alle opzichten gunstig. De afschaffing der forensenbelasting ook voor de werkforensen, acht spr. niet onverdeeld gun stig. Het gevolg zal zijn, dat steeds meerderen de gemeente, waar zij werken, verlaten, om zich elders te vestigen. De heer REYMEK (R.K.) betoogt, dat Ne derland steeds het land der gemeentelijke vrij heid is geweest, Deze urtjheid heeft echter slechts dan beteekenis als de gemeenten de be schikking hebben over eigen geldmiddelen, het geen natuurlijk niet betzelfde is als absolute financieele vrijheid, welke anarehie zou be- teekenen. Spr. wijst op de groote verschillen in be lastingdruk en merkt op, dat het stelsel der Regeering beter is dan dat der staatscommis sie. Nivelleering Is niet beoogd, doch tempe ring der verschillen.; dat is immers een ken merk van de decentralisatie in ons land, dat er verschillen zijn tusschen de gemeenten op be lastinggebied, De vraag is Intusschen of het ontwerp het gevaar nisi meebrengt, dat de zelf standigheid der gemeenten wordt ondermijnd. Indien dat het geval was, zou men bezwaarlijk voor het ontwerp kunnen stemmen. Doch met het niet bestaan van eigen inkomstenbelasting staat of valt de gemeentelijke autonomie niet. Het denkbeeld der afschaffing van de gem. in komstenbelasting is ook zoo nieuw niet; daar mee werd ook reeds ProeTe van Kan eu Treub in 1903 rekening gehouden. De grondlijnen, waardoor het ontwerp ge dragen wordt, zijn juist; de lasten worden bil lijker verdeeld en deze voordeelen zijn het of fer der gemeentelijke inkomstenbelasting vol komen waard. Yan harte juicht spr- de afschaffing der werk- forensenbelasting toe. Er zal geen enkele rege ling te bedenken zijn. waartegen niet enkele gemeenten bezwaren zullen hebben. Be rege- VEREEN. VAN NED. ARBEIDSBEURZEN In jaarvergadering De vertegenwoordigers Yan. bovengenoemde vereéniging kwamen Woensdag en Donderdag te Bussum bijeen tot het houden der jaarver gadering. Woensdagmiddag vond op het raadhuis een officleele ontvangst door het gemeentebestuur plaats, waarbij burgemeester H. de Bordes, een f welkomstrede hield. De voorzitter ,ir. J. W. Albarda, lid der Tweede Kamer, beantwoordde den burgemees- ter. Des avonds werd in Concordia, een bulaliou- delijke vergadering gehouden. De voorzitter, de heer Albarda, bracht in de eerste plaats dank aan het gemeentebestuur van Bussum en aan den directeur der arbeids beurs aldaar voor de wijze van voorbereiding en de veraangenamingvan het verblijf in Bussum. In zijn openingswoord wees de voorzitter verder o.m. op de belangrijkheid der praead- viezen die aan de orde komen en op de indie ning van het wetsontwerp op de Arbeidsbe middeling bij de Tweede Kamer. De vereent ging heeft steeds gestreefd naar wettelijke rege ling der arbeidsbemiddeling, zoodat zij een harer wenschen een stap nader tot het doel ziet. De voorzitter boopte, dat nog in het eerst volgende zittingsjaar het wetsontwerp tot wet zou worden verheven. In. bestaande vacatures werden tot bestuurs leden. gekozen de heeren Dufour, dir. der Mij, Figée te Haarlem en van Geelen, dir. der gem. en distrlcts-arbeidsbeurs te Utrecht, terwijl de periodiek aftredende bestuursleden de heeren. v. d. Mark en Roozenkamp werden herkozen. De secretaris der vereeniging, de heer Ant. Falmer, werd staande de vergadering met alg. stemmen herkozen. Verslag werd gedaan omtrent den in 1928 1929 te Utrecht gehouden cursus voor opleiding van personeel der arbeidsbeurzen. Besloten- werd in het najaar nieuwe cursus sen te openen in de eerste plaats te Amster dam en verder zoo mogelijk te Zwolle en te Tilburg of 's-Hertogenbosch. LEIDERS DER FRACTIEL De liberale Tweede Kamer-fractie heeft Mr. H. J. Knottenbelt tot voorzitter der fractie gekozen als opvolger van Prof. van Gijn, die van de nieuwe Kamer geen deel zal uitmaken. Van de nieuwe C. H. Tweede Kamer-groep zal Mr. J. A. Schokking als voorzitter optreden als opvolger van Dr., De Visser. BESMETTE HAVEN De Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft de haven van Aden besmet verklaard, wegens pokken. ling, hier voorgesteld, acht spr. aannemelijk. De MINISTER VAN FINANClëN, de heer DE GEER wil eerst de vrienden beantwoorden die feilen hebhen getoond. De heer de Zeeuw had een bezwaar ten aanzien van de wijziging der per- soneele belasting. Ten sterkste moet spr. er tegen op komen, dat men de indiening van een ontwerp reeds beschouwt als een verkregen recht voor de ge meenten en dat wijziging van het ontwerp, waardoor een gemeente minder zou krijgen dan in het oorspronkelijke ontwerp, een ver kregen recht zou aantasten. De critiek van den heer de Zeeuw op de werkwijze der Tweede Kamer acht spr. onjuist, de voorbereiding is niet te kort geweest en de commissie van voor bereiding heeft de zaak met nauwgezetheid, be handeld. De wijziging van den aftrek der per- soneele belasting was een gevolg van den alge- meenen aandrang om de classificatie te schrap pen. De Regeering deed een bemiddelingsvoor stel, waarbij behoorde een wijziging der ga rantiebepaling, welke minder kostbaar voor het Rijk was. Be heer Slingenberg meende, dat spr. de amendementen Lovink en Smeenk onaanneme lijk had moeten verklaren. Wat het amende- ment-Lovink betreft, acht spr. deze opvatting begrijpelijk, doch wat het amendement-Smeenk betreft, berust die opvatting op een logische fout. Het amendement-Smeenk was spr.'s oor spronkelijke gedachte, het daarna door hem ge dane voorstel was een concessie; daarom gaf hij de voorkeur aan het amendement. Voor een onaannemelijkverklaring was het amendement bovendien niet ingrijpend genoeg. Spr. breekt zijn rede af. De vergadering wordt te 4.55 uur verdaagd, tort hedenmorgen 11 uur. -N J' De heer H. Brouwer stelt zich niet beschikbaar De heer H. Brouwer te Hilversum, die lig no. 5 voorkomt, op de candïdatenlijst, Ingedienl door de meerderheid der R. K. Statenfractie;; van, Noord-Holland, deelt aan d« „Volkskr," mee,, dat hij tijdig aan het bureau der StateiRi fractie het hem gezonden formulier ongeteekend, heeft teruggestuurd, en eveneens tijdig aan bef' secretariaat der R. KT. Staatspartij het bericht#4 dat hij geen candidatuur voor de Eerste Kamer aanvaardde. UIT DE METAAL INDUSTRIE CONFLICT TE TEGELEN? Succesvol optreden van den Rijksbemiddclaar De Rijksbennddelaar mr. P. J. M. Aalbersa had gisteren een bespreking met partijen, be trokken bij het dreigend conflict in de metaal industrie te Tegelen en Bier ik. Het geschil liep over de Ioonen en over het doorbetalen op feestdagen, alsmede over het invoereR van vacantie. Het mocht den Rijksbemiddelaar gelukken een basis te vinden, waarop naar zijn meening partijen tot elkaar zouden kunnen komen. De aanwezige werkgevers en vertegenwoordigers der arbeiders (R. K. Metaalbewerkersbond) ver bonden zich, de voorstellen in hun resp. organi saties te verdedigen. UIT HET BOUWBEDRIJF CONFICT TE ROERMOND? De situatie wordt scherper Nu de onderhandelingen voor een collectief arbeidscontract voor het bouwbedrijf te Roer- mond en 'omgeving als mislukt kunnen worden beschouwd, krijgt de situatie een scherperen vorm, meldt de „Volkskrant". Aan een vijftal werkgevers is een. ultimatum gezonden, waarin tot uiting komt, dat op 18 Juli de staking zal Ingaan, indien vóór dieil tijd geen overeenstemming is bereikt. Het eigenlijke doel van deze stakingen ist te komen tot een contract voor het geheele, bedrijf te Roermond en omgeving. Met de bevoegde personen van het in aan bouw zijnde ziekenhuis, wordt nog overleg ge pleegd en het laat zich aanzien, dat het daal* zonder staking wel In orde zal komen. Nederlandsche deelneming T Namens den. Minister van Defensie heeft gisteren de luitenant ter Zee le klasse, L. A, C .M. Doorman deelneming betuigd aan den Engelscheir gezant te 's Gravenhage, Sir Odo Russell, met de ramp, welke de Britsche Mari ne getroffen heeft door het vergaan van de onderzeeboot. H. 47. De chef van den Marinestaf, Schout-bij-Nacht mr. Jager, heeft telegrafisch deelneming be tuigd aan den te Parijs standplaats hebben den marine-attaché der Britsche Legatie bij het Nederlandsche Hof, kapftein ter zee Gay Waterhouse Hallifax. DE GEZONKEN DUITSCHE KOTTER. Uit IJmuiden vernemen we nader, dat de i stoomtrawler IJ.M. 78 nog geruimen tijd in de nabijheid van den aangevaren Duitschen kot ter H.F. 284 is gebleven, zoodat de Duitsche lezing, dat de Nederlandsche visschers In het geheel niet naar schip en bemanning zouden hebben omgezien, uit de lucht gegrepen is. Eerst nadat de opvarenden van de IJ.M. 78 zich overtuigd hadden, dat voor de Duftschera h.I. geen gevaar dreigde, heeft men de reis voortgezet. In de buitenhaven van Enkhuizen is het lijk opgehaald van de ongehuwde «kjarige mej. M. v. W. ROMAN VAN I. EDHOR Uit het Dultsch vertaald door J. M. v. H Het was een snikheet® dag. De zon stond hoog aan den strakblauwen Julihemel en over goot het kleine spoorwegstation van het Sile- zische grensdorpje Stewitz met haar gouden stralen. Het leek of de metalen deelen van de seinpalen gloeiden en de bloemen voor het raam van de eenige kleine wachtkamer lieten verwelkend haar kopjes hangen. Weliswaar beletten de witte gordijnen den zonnestralen rechtstreeks naar binnen te dringen, maar toch viel een hreede lichtstraal door de geo pende glazen deur op den vloer van de wacht kamer. Een paar mannen, wien men aau kon zien, dat zij arbeiders waren, zaten om de bruin- ge- polijst» tafel en spraken een groote flesdh duchtig aan, die de restaurateur met een boer achtig uiterlijk zoo juist voor hen had klaar gezet. Een jonge koetser van den poetwagen, met licht vervaagde gelaatstrekken, had afeït bij de dorstige» gevoegd en bracht even ijverig als de onderen het gjtas naar zijn lippen. Op het stille perron, waarop de zon onbarm hartig brandde, liep een Jonge man, beboerende tot de betere kringen, heen en weer,terwijl hij duidelijk teekenen gaf van. het grootste ongo- duld. Hij droeg een zomercostuum naar da laatste mode en een etroohoed op zijn weelde rige», blonden li aai* dos; zoo nn en dan wuifde hij zich met zijn zijden zakdoek koelte toe, zonder een. oogenblik zijn zenuwachtige» stap te onderbreken. Zijn gelaat was door de zon nestralen licht gebruind, warin een paar don kere oogem schitterden, die zijn uiterlijk een interessant aanzien gaven. Herhaaldelijk haalde hij zijn gouden horloge uit den zak en vergeleek den stand met dien van de groote stationsklok. Het resultaat scheen hem niet te bevredigen, want ontmoe digd keek hij langs de spoorbaan tot ta de eindelooze verte. Niet de minste schaduw kon zijn zoekend oog bespeuren, want in de nabijheid stond boom noch struik. Terzijde van het stationsgebouw reed 'een gele postwagen, van reusachtige afmetingen, voor de twee paaiden waren dood-op en lieten de moede koppen hangen. Een stationsbeambte met een roode pet. op, kwam een deur uit en toen hij den jongen man op het perron bemerkte, ging hij vriendelijk groetend naar hem toe. Mijnheer de chef, bent tr er werkelijk zeker van, dat de trein van Berlijn vandaag nog aankomt en niet hier of daar een rondrltje maakt, misschien w© heelcmaal belieft weg te Wijven? De chef glimlachte. Hij komt beslist, mijnheer. Maar vandaag heeft hij toch wel een bijzonder lange vertrar ging. Dat is hij die boemeltreinen, die veel door arbeiders uit de kleine plaatsen gebruikt worden, bijna niet te vermijden. Maar waarom blijft n buiten wachten? Gaat u liever in de wachtkamer. Bij deze temperatuur? De mijnheer met het linnen zomerpak streek melt zijn. hand langs. zijn. gloeiende voorhoofd en draaide toen zijn. knevelpunten wat op, ter wijl hij een veelbeteetoenenden blik wierp op de groep, rond de tafel verenigd. AchInderdaad, Ik had die menschen nog niet gezien. Maar u dan eva het kan toor binnen. Dank u, ik zou l^ver van u hooren,, wan- neer wij den trein kunnen verwachten. Die kan leder oogenbHk komen, zoos juist is de aankomst gemeld* jOjfc ,^.3 de jongeman trok voor de zooveelste maal zijn horloge uit zijn zak het is nu bijna al half een. Dat vind ik werkelijk jammer; uw onge- duld is in deze warnrte tot verontwaardiging aangegroeid, en niet zondei reden... ha, kijk, ziet n die zwarte rookwolken hoven het hosch omhoog stijgen? Goddank! In het vervolg zal ik er wel voor oppassen, niet nog eena twee uur hier te moeten wachten. Men weet waarachtig niet waar men naar to© moet gaan, zoolang de spoorwegdirectie er biet voor zorgt hier een eerste en tweede klas wachtkamer te laten in richten. Waarom bent u biet naar het dorp gegaan, mijnheer, de assessor? De families von Kalk- reuth en Binke zijn reeds sinds een week van de reis naar hun badplaats terug. Wat Zegt u? Ala ik dat had kunnen raden. Ik dacht dat ze' nog afwezig waren! Alles is toch In orde, nietwaar? Zeker, zeker -- maat' neem me niet kwa lijk en de stationschef liep ijlings den met veel geraas het stationnetje binnenrollende» trein tegemoet. Zuchtend en stamPen,l kwam de locomotief aanzetten en een oogenbttk werd de heldere hemel door grauwe rookwolken verduisterd. De machinist en een conducteur waren tegelijk op het! perron gespronfeen. De eerste begaf zich naar den stationschef, blijkbaar om een mede- dealing te doenterwijl de conducteur langs dte rij, spoorwagens liep eu ua een coupé vierde klasse geopend te hebben, riep hijstation Stewitz., uitstappen! De assessor was eveneens onderzoekend langs de spoorwegwagons geloopen en toen zijn ge oefend oog geen onderzoekend gezicht voor een der coupé's eerste klasse had ontdekt; keerde hij zich kort om en ging naar de wach tende postkoets toe. Doch halverwege bleef hij staan «n keerde zich nog eenmaal om. Plotse ling haalde hij zijn gouden lorgnon voor den dag en hield die voor zijn oog. Uit den wagen vierde klasse was een slank, jong meisje ge- sprongen, dut een eenvoudig, maar modern reisccstuum droeg. De witkiel nam juist een kleinen reiskoffer van haar in ontvangst en wees met uitgestrekte hand eenige malen naar de postkoets. Het meisje keek vluchtig in de aangeduide richting en vroeg toen weer tets; de man maakte toen een. beweging naar het in het dal liggende dorp. Daarna volgde zij den voo: uitgeloopen pakjesdrager zonder nog tets te zeggen, waarbij ze met een. zwierige» zwaai haar regenmantel over dien arm wierp. Zij sloeg niet de minste acht op den heer die terzijde van den weg stond, maar ep de tredie van de. postkoets staande legde zij Baar mantel op de rood-bekleede zitting: en sprong daarna de koets in. Schouderophalend liet da assessor zijn lorgnet aan het zijden koord hengelen en een ironisch lachje speelde een oogenblik om zijn mond. Eenvoudig spul, murmelde hij voor zich heen, vierde klasse. De witkiel had lea grijzen koffer van da Jongedame aan den keetsier van den postwagen overhandigd en bracht nn uit het stationsgebouw een hooge, zorgvuldig verpakte bloemenvaas hoven het papier, dat om de vaas zat, stak een heelc kroon van donkerroode bloemen uit, die een heerlijken geur verspreidden. De pakjee drager zette de kostbare vaas naast het meisje op <te zitbank en wierp een lichte overjas op de tegenoverliggende plaats. De prachtige bloemen waren het eigendom van den assessor, die zie als- geschenk voor een oude dame mee gebracht had. Met een lichte buiging voor den jongeman, die. den wagen genaderd was, trad de witkiel terug; U kunt niet op den bok gaan zitten, mijnheer de assessor, zei hij langzaam, Schola is weer stom-dronken. De jongeman antwoordde slechts met een afwerend gebaar. Ik zou maar heel voorzichtig zijn, zei de witkiel tegen den koetsier, die verdacht op den wagen zat te waggelen. Hou jij je mond maaT. oude zanik, ant woordde Seholz binnensmonds. Bij zette zijn posthoorn aan zijn mond. Akelig valsch klonken een paar tonen door de trillend- heete lucht en gingen met een zwakke echo- verloren in de verte. Vooruit, vooruit, lachte de witkiel, voor uit schiet op. De postwagen zette zich werkelijk in bewe ging en de assessor sprong nog net bijtijds naar binnen, terwijl de pakjesdrager met een barden slag; de deur dichtsloeg. De jonge dame zat met haar gezicht van haar reisgenoot afgewend, en keek opmerkzaam.' door het raampje naar buiten. Terwijl de postwagen over den oneffen landweg,, die naar bet dorp voerde, voorthnbbelde, schonk zij: af haar aandacht aan de vruchtbare landstreken# dia zij passeerden, waarvoor zij; veel belang stelling scheen te koesteren. Een assessor is Iemand, dJe aan den leider i» toegevoegd alk' helper ta het dag» lijksch bestuur. (Wordt vonoigd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6