FEUILLETON
GOUDEN HARTEN
- 1
DE FINANCIEELE VERHOUDING TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN
i
VRIJDAG 12 JULI 1929
TWEEDE BLAD
I
EERSTE KAMER
CRITIEK EN WAARDEERING
DE MINISTER IS AAN HET WOORD GEKOMEN
MEER NATIONALE SCHOONHEID
IN DE GEBEDEN
DE DIOCESANE HAARLEMSCHE
KATHOLIEKENDAG
BENOEMINGEN
DE NEUWE TWEEDE KAMER
PAGINA 2
-T
EERSTE KAMERVERKIEZING
DE KATH. LIJSTEN IN N.-HOLLAND 1
HET VERGAAN VAN DE ENGELSCHE
ONDERZEEBOOT H 47
VERDRONKEN.
axh
EEN MOOI PLAN VAN DE NTJMEEGSCHE
STUDENTEN
Er komt eett bloemlezing
Men sehrüft uit den Nijmeegse hen studenten
kring:
Den taataten tijd ia de Nijmeegsche studen
tenwereld plotseling meer naar bulten getreden
en heeft daarbij geen Biecht figuur gemaakt,
vddr dien tijd, al die vijf jaar heeft men ook
niet stil gezeten op wetenschappelijk terrein
b.v. op dat der Nederlandsche letteren, getuige
de „Publikatles".
Nn is echter een gemeensehappc fc e arbeid
ondernomen om te toonen welk werk voor een
R. K. Universiteit is blijven liggen en wat ook
alleen door een R. K. Universiteit kan worden
on {tentamen.
Reeds dikwijls had prof. van Ginneken den
wensch uitgesproken dat in onze gebeden wat
meer schoonheid, eigen nationale schoonheid
werd gebracht. Wil zijn n.l. en worden nog
overstroomd met buitenlandsche gebeden, die
teveel spreken tot 't verstand of tot 'n hart, dat
niet Nederlandsch is. En t Is toch zoo hard
noodig dat 't 'gebed nationaal is, gegroeid op
eigen bodem opgekomen uit de nooden en de
vreugden van 't eigen volk. Welnu, zulke ge
beden bestaan voor Nederland wel degelijk.
Behalve In de Middeleeuwen liggen mooie en
ontroerende gebeden voor 't grijpen in de poë
zie der I7e eeuw, zoowel bij Katholieke als
Protestantsche schrijvers. Ook de gedichten van
deze laatsten toonen dat onze Gouden Eeuw
stoelt op den hoogen bloei der Middeleeuwen, en
in denken en voelen nog niet zoo snel Is los
geraakt daarvan.
Nu hebben dit jaar 'n 20-tal Neerlandici zich
tot taak gesteld van deze gebedspoëzle (in
ruimeren zin) voorloopig van de 17e eeuw een
bloemlezing samen te stellen en uit te geven.
De keuze der gedichten steunt niet op 'n schif
ting alleen. De verschillende dichters werden
vaak in verband met buitenlandsche dichters
bestudeerd om den aard van hun godsdienstig
denken te leeren kennen en aan de hand van
deze karakteristiek geschikte poëzie uit te
kiezen. De resultaten werden tot lezingen ver
werkt, die op de wekelijksche bijeenkomsten
werden voorgedragen en besproken, alles onder
leiding van prof. v. Ginneken. Thans ligt 't
materiaal klaar en rest nog de laatste en defi
nitieve schifting.
't Plan is om naast de gedichten van eiken
dichter 'n heel korte levensschets en religieuze
karakteristiek te geven.
Door deze uitgave hopen we te bereiken aan
't Nederlandsche volk een goede reeks eigen
nationale en mooie gebeden te geven, maar ook
te bewijzen dat ook in de 17e eeuw ondanks
alles de katholieke geest der Middeleeuwen is
blijven leven en ook in ons kleine land bewezen
heeft „van alle tijden" te zijn.
TH. P.
Antwoord-teJegram van H. M. de Koningin
Het antwoord van H. M. de Koningin aan
den voorzitter van den Katholiekendag luidt
als volgt:
H. M. de Koningin is zeer gevoelig voor het
telegram, H. M. door de te Haarlem vergaderde
katholieken uit het diocees Haarlem toegezon
den, ter gelegenheid van den Katholiekendag
en voor de haar daarin getoonde gevoelens van
verknochtheid. De Koningin draagt mij op al
ien daarvoor haar welgemeenden dank over te
brengen.
w.g. VAN GEEN,
Secretaris der Koningin.
In het Bisdom Breda
J>. H. de Bisschop van Breda heeft belast
iact de oprichting van een parochie op StiJ
vesand onder de gemeente Oosterhout deu Wel-
ecTW. Heer P. Rombouts, kapelaan van de St.
Antoniuskerk te Roosendaal.
Te verwachten is de benoeming van. een
derden kapelaan te Dongen (H. Laurentius),
van een derden kapelaan te Roosendaal (H.
Jozef), van een tweeden kapelaan te Bergen
op Zoom (O. L. Vrouw van Lourdes, Fort), van
een kapelaan te Borgvliet en een te Steenber
gen (H. Cornelius) en van een tweeden priester
voor het Eucharistisch werk. (S. Maria.)
Gistermorgen wérd voortgezet de behandeling
van 't wetsontwerp tot herziening dec finan
cieel® verhouding tusacben 't Rijk en de gemeen
ten en wijziging van eenige bepalingen der
Provinciale wet en der Gemeentewet.
De heer JANSSEN (R. K.) brengt den mi
nister van Financiën hulde voor zijn arbeid.
Het ontwerp bevat twee zeer belangrijke on
derwerpen: de regeling der financieele ver
houding en herziening van het gemeentelijk
belastingstelsel. Bij de beoordeeling van het
ontwerp moet men letten op de gevolgen voor
groote en kleine gemeenten. De Regeering
slaat geheel nieuwe banen in; zij ontkent het
recht der gemeenten op uitkeering, doch hot
heeft, gezien het feit, dat nitkeeringen gege
ven worden, weinig nut hierover te discus
sieeren. Wie valt der Regeering lastig omdat
zij geeft zonder het recht op een vordering
te erkennen?. Tegen het stelsel door de Re
geering iu het ontwerp opgenomen tot het
wegnemen van de groote verschillen in be
lastingdruk zou, volgens spreker, al zeer wei
nig oppositie gekomen zijn indien daaraan niet
was vastgekoppeld de opheffing der gemeen
telijke inkomstenbelasting. De financieele ver
houding wordt op alleszins bevredigende wijze
geregeld, het bezwaar van verschillende ge
meenten zit dan ook in de opheffing der ge
meentelijke inkomstenbelasting, welk bezwaar
veel te breed wordt uitgemeten.
Een andere vraag is het of aan de gemeente
daarnaast de noodige vrijheid wordt gelaten om
haar groeiende taak te vervullen. Wat dit be
treft staat het naar spr's oordeel vast, dat
deze regeling haar daartoe, althans in den eer
sten tijd, beter in staat zal stellen dan tot nu
toe het geval was.
De heer KOSTER (V. B.) ontwikkelt, hoewel
de instelling van het gemeentefonds algemeene
instemming heeft, niettemin ernstige bezwaren
tegen het ontwerp. Het fonds zal bijdragen tot
nivelleering der ongewenschte verschillen In
belastingdruk, doch de voordeelen zullen niet
duurzaam zijn.
De grens der opeentenheffing, die uniform
is, is voor vele gemeenten te eng, voor andere
veel te ruim, zoodat zij die niet zouden berei
ken, ook al zouden zij nog zoo roekeloos met
het geld omspringen. Daarom heeft spr. tegen
deze uniforme limiet bezwaar.
Spr. acht verder een scherpere contröle: op
de gemeentelijke belastingheffing noodig.
Wij hebben een hobbeligen belastingweg met
vluchtheuvels erlangs. Deze worden nu afge
graven om de kuilen te dempen, maar men ver
zuimt den weg behoorlijk te walsen en vast
te stampen; hij zal niet bestand zijn tegen
wind en weer en mettertijd zullen de kuilen
en gaten weer te voorschijn komen. Dan zal
men echter geen vluchtheuvels meer hebben
om ze aan te vullen.
Zeer ernstig bezwaar heeft spreker tegen de
handhaving der zakelijke bedrijfsbelasting en
van het mijnrecht van 10 cent per ton kolen.
De wet Is een sprong in het duister, omdat
de gevolgen niet zijn te overzien.
De vergadering wordt te 12.55 voor een half
uur geschorst.
De vergadering werd te 1.30 uur heropend.
De heer DE VLUGT (A.R.) waardeert het,
dat de regeering deze zaak aan de- orde heeft
gesteld, temeer daar zij rekenen kon op cri
tiek. Spr. aeht het ontwerp aanvaardbaar, daar
het hreekt met een verkeerd systeem. Het in
voeren van een geheel nieuw systeem zal wel
de ondergrond van veel critick zijn. Spr. meent,
dat de commissie van 1921 wel verdienstelijk
materiaal heeft bijeengebracht, doch zijn be
zwaar tegen haar project is, dat het moeilijk
uitvoerbaar is. De commissie, wil het geven
van vergoeding afhankelijk maken van de
draagkracht der gemeente. Zij wil de eene wel
de andere geen vergoeding geven. Daardoor
zon' de autonomie eerst recht aangetast worden
en willekeur bevorderd worden. Dat de regee
ring de vergoeding als allesbeheerschenden
factor heeft losgelaten en zelf eigen banen
heeft gekozen, acht spr. een voordeel.
Spr. legt zich er intusschen, zij het noode,
bij neer, dat de Regeering de eigen gemeente
lijke Inkomstenbelasting niet heeft gewild,
omdat ze de voordeelen van 't ontwerp daarvoor
niet wil prijsgeven.
Spr. zal zijn stem aan, het ontwerp geven,
doch, verbindt daaraan den wensch, dat onmid
dellijk de hand geslagen, wordt aan de verdee
ling der lasten.
De heer BLOMJOUS (R.K.) betoogt, dat de
gemeenten door dit ontwerp geholpen worden.
Hij is zeer tevreden gesteld daar het meer
brengt dan hij bij een vorige gelegenheid als
wenschelijk op belastinggebied heeft genoemd.
Het ontwerp verplaatst de belastingen voor een
groot deel van het inkomen naar die belastin
gen, die niet verhoogd kunnen worden zonder
dat daartegen bij groote groepen der burgerij
oppositie komt. Het tweede voordeel is de
verplaatsing van het belastinggebied naar het
territorialiteitsbeginsel, het derde de opheffing
der forensenbelasting.
Spr. heeft tegenover dit intermezzo-kabinet
niet altijd sympathiek gestaan, dit ontwerp
echter verraadt de hand van den meester en
vertoont geniale trekken.
De heer DE ZEEUW (S.D.A.P.) moet van
az de critiek van den heer Wibaut onder
schrijven.
De voorbereiding van de behandeling van dit
ontwerp in de Staten-Generaal Iaat te wenaehen
over. De Tweede Kamer beschikte niet over
voldoende gegevens en het is de vraag of de
Tweede Kamer niet ver beneden baar taak is
gebleven tengevolge van het gebrek aan gege
vens. De Minister heeft daar een taak gehad
zoo gemakkelijk als geen andere minister heeft
gehad. Het overleg met de Kamer was het over
leg van den herder met de kudde.
Spr. begrijpt niet waarom de mogelijkheid
van een eigen Inkomstenbelasting of de ver
hooging van de opcenten op de fondshelasting
niet in de wet is opengelaten. Thans is de toe
stand zoo, dat als een gemeente met de opcen
ten niet toe kan, de Minister toch met een wets
ontwerp komen moet, dat het deksel er af
neemt. In de practijk zal dit gedeelte van het
wetsontwerp onhoudbaar blijken.
De heer DE VEER (A.R.) merkt op, dat het
ontwerp met bezuiniging of besparing niets te
maken heeft; alleen de verdeeling der lasten
zal beter zijn.
Spr. vraagt of de" schatkist ook thans nog
de uitkeering van 20.000.000 aan de gemeen
ten kan dragen.
De Regeering was aanvankelijk vrijgeviger
jegens de gemeenten dan thans; de' wijziging
in de regeling der garantie is voor de gemeen
ten niet in alle opzichten gunstig.
De afschaffing der forensenbelasting ook voor
de werkforensen, acht spr. niet onverdeeld gun
stig. Het gevolg zal zijn, dat steeds meerderen
de gemeente, waar zij werken, verlaten, om zich
elders te vestigen.
De heer REYMEK (R.K.) betoogt, dat Ne
derland steeds het land der gemeentelijke vrij
heid is geweest, Deze urtjheid heeft echter
slechts dan beteekenis als de gemeenten de be
schikking hebben over eigen geldmiddelen, het
geen natuurlijk niet betzelfde is als absolute
financieele vrijheid, welke anarehie zou be-
teekenen.
Spr. wijst op de groote verschillen in be
lastingdruk en merkt op, dat het stelsel der
Regeering beter is dan dat der staatscommis
sie. Nivelleering Is niet beoogd, doch tempe
ring der verschillen.; dat is immers een ken
merk van de decentralisatie in ons land, dat er
verschillen zijn tusschen de gemeenten op be
lastinggebied, De vraag is Intusschen of het
ontwerp het gevaar nisi meebrengt, dat de zelf
standigheid der gemeenten wordt ondermijnd.
Indien dat het geval was, zou men bezwaarlijk
voor het ontwerp kunnen stemmen. Doch met
het niet bestaan van eigen inkomstenbelasting
staat of valt de gemeentelijke autonomie niet.
Het denkbeeld der afschaffing van de gem. in
komstenbelasting is ook zoo nieuw niet; daar
mee werd ook reeds ProeTe van Kan eu
Treub in 1903 rekening gehouden.
De grondlijnen, waardoor het ontwerp ge
dragen wordt, zijn juist; de lasten worden bil
lijker verdeeld en deze voordeelen zijn het of
fer der gemeentelijke inkomstenbelasting vol
komen waard.
Yan harte juicht spr- de afschaffing der werk-
forensenbelasting toe. Er zal geen enkele rege
ling te bedenken zijn. waartegen niet enkele
gemeenten bezwaren zullen hebben. Be rege-
VEREEN. VAN NED. ARBEIDSBEURZEN
In jaarvergadering
De vertegenwoordigers Yan. bovengenoemde
vereéniging kwamen Woensdag en Donderdag
te Bussum bijeen tot het houden der jaarver
gadering.
Woensdagmiddag vond op het raadhuis een
officleele ontvangst door het gemeentebestuur
plaats, waarbij burgemeester H. de Bordes, een
f welkomstrede hield.
De voorzitter ,ir. J. W. Albarda, lid der
Tweede Kamer, beantwoordde den burgemees-
ter.
Des avonds werd in Concordia, een bulaliou-
delijke vergadering gehouden.
De voorzitter, de heer Albarda, bracht in
de eerste plaats dank aan het gemeentebestuur
van Bussum en aan den directeur der arbeids
beurs aldaar voor de wijze van voorbereiding
en de veraangenamingvan het verblijf in
Bussum.
In zijn openingswoord wees de voorzitter
verder o.m. op de belangrijkheid der praead-
viezen die aan de orde komen en op de indie
ning van het wetsontwerp op de Arbeidsbe
middeling bij de Tweede Kamer. De vereent
ging heeft steeds gestreefd naar wettelijke rege
ling der arbeidsbemiddeling, zoodat zij een
harer wenschen een stap nader tot het doel
ziet. De voorzitter boopte, dat nog in het eerst
volgende zittingsjaar het wetsontwerp tot
wet zou worden verheven.
In. bestaande vacatures werden tot bestuurs
leden. gekozen de heeren Dufour, dir. der Mij,
Figée te Haarlem en van Geelen, dir. der gem.
en distrlcts-arbeidsbeurs te Utrecht, terwijl de
periodiek aftredende bestuursleden de heeren.
v. d. Mark en Roozenkamp werden herkozen.
De secretaris der vereeniging, de heer Ant.
Falmer, werd staande de vergadering met alg.
stemmen herkozen.
Verslag werd gedaan omtrent den in 1928
1929 te Utrecht gehouden cursus voor opleiding
van personeel der arbeidsbeurzen.
Besloten- werd in het najaar nieuwe cursus
sen te openen in de eerste plaats te Amster
dam en verder zoo mogelijk te Zwolle en te
Tilburg of 's-Hertogenbosch.
LEIDERS DER FRACTIEL
De liberale Tweede Kamer-fractie heeft Mr.
H. J. Knottenbelt tot voorzitter der fractie
gekozen als opvolger van Prof. van Gijn, die
van de nieuwe Kamer geen deel zal uitmaken.
Van de nieuwe C. H. Tweede Kamer-groep
zal Mr. J. A. Schokking als voorzitter optreden
als opvolger van Dr., De Visser.
BESMETTE HAVEN
De Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft de haven van Aden besmet verklaard,
wegens pokken.
ling, hier voorgesteld, acht spr. aannemelijk.
De MINISTER VAN FINANClëN, de heer DE
GEER wil eerst de vrienden beantwoorden die
feilen hebhen getoond. De heer de Zeeuw had een
bezwaar ten aanzien van de wijziging der per-
soneele belasting.
Ten sterkste moet spr. er tegen op komen,
dat men de indiening van een ontwerp reeds
beschouwt als een verkregen recht voor de ge
meenten en dat wijziging van het ontwerp,
waardoor een gemeente minder zou krijgen
dan in het oorspronkelijke ontwerp, een ver
kregen recht zou aantasten. De critiek van den
heer de Zeeuw op de werkwijze der Tweede
Kamer acht spr. onjuist, de voorbereiding is
niet te kort geweest en de commissie van voor
bereiding heeft de zaak met nauwgezetheid, be
handeld. De wijziging van den aftrek der per-
soneele belasting was een gevolg van den alge-
meenen aandrang om de classificatie te schrap
pen. De Regeering deed een bemiddelingsvoor
stel, waarbij behoorde een wijziging der ga
rantiebepaling, welke minder kostbaar voor het
Rijk was.
Be heer Slingenberg meende, dat spr. de
amendementen Lovink en Smeenk onaanneme
lijk had moeten verklaren. Wat het amende-
ment-Lovink betreft, acht spr. deze opvatting
begrijpelijk, doch wat het amendement-Smeenk
betreft, berust die opvatting op een logische
fout. Het amendement-Smeenk was spr.'s oor
spronkelijke gedachte, het daarna door hem ge
dane voorstel was een concessie; daarom gaf
hij de voorkeur aan het amendement. Voor een
onaannemelijkverklaring was het amendement
bovendien niet ingrijpend genoeg.
Spr. breekt zijn rede af.
De vergadering wordt te 4.55 uur verdaagd,
tort hedenmorgen 11 uur.
-N J'
De heer H. Brouwer stelt zich niet beschikbaar
De heer H. Brouwer te Hilversum, die lig
no. 5 voorkomt, op de candïdatenlijst, Ingedienl
door de meerderheid der R. K. Statenfractie;;
van, Noord-Holland, deelt aan d« „Volkskr,"
mee,, dat hij tijdig aan het bureau der StateiRi
fractie het hem gezonden formulier ongeteekend,
heeft teruggestuurd, en eveneens tijdig aan bef'
secretariaat der R. KT. Staatspartij het bericht#4
dat hij geen candidatuur voor de Eerste Kamer
aanvaardde.
UIT DE METAAL INDUSTRIE
CONFLICT TE TEGELEN?
Succesvol optreden van den Rijksbemiddclaar
De Rijksbennddelaar mr. P. J. M. Aalbersa
had gisteren een bespreking met partijen, be
trokken bij het dreigend conflict in de metaal
industrie te Tegelen en Bier ik. Het geschil
liep over de Ioonen en over het doorbetalen op
feestdagen, alsmede over het invoereR van
vacantie.
Het mocht den Rijksbemiddelaar gelukken
een basis te vinden, waarop naar zijn meening
partijen tot elkaar zouden kunnen komen. De
aanwezige werkgevers en vertegenwoordigers
der arbeiders (R. K. Metaalbewerkersbond) ver
bonden zich, de voorstellen in hun resp. organi
saties te verdedigen.
UIT HET BOUWBEDRIJF
CONFICT TE ROERMOND?
De situatie wordt scherper
Nu de onderhandelingen voor een collectief
arbeidscontract voor het bouwbedrijf te Roer-
mond en 'omgeving als mislukt kunnen worden
beschouwd, krijgt de situatie een scherperen
vorm, meldt de „Volkskrant".
Aan een vijftal werkgevers is een. ultimatum
gezonden, waarin tot uiting komt, dat op 18
Juli de staking zal Ingaan, indien vóór dieil
tijd geen overeenstemming is bereikt.
Het eigenlijke doel van deze stakingen ist
te komen tot een contract voor het geheele,
bedrijf te Roermond en omgeving.
Met de bevoegde personen van het in aan
bouw zijnde ziekenhuis, wordt nog overleg ge
pleegd en het laat zich aanzien, dat het daal*
zonder staking wel In orde zal komen.
Nederlandsche deelneming
T Namens den. Minister van Defensie heeft
gisteren de luitenant ter Zee le klasse, L. A,
C .M. Doorman deelneming betuigd aan den
Engelscheir gezant te 's Gravenhage, Sir Odo
Russell, met de ramp, welke de Britsche Mari
ne getroffen heeft door het vergaan van de
onderzeeboot. H. 47.
De chef van den Marinestaf, Schout-bij-Nacht
mr. Jager, heeft telegrafisch deelneming be
tuigd aan den te Parijs standplaats hebben
den marine-attaché der Britsche Legatie bij
het Nederlandsche Hof, kapftein ter zee Gay
Waterhouse Hallifax.
DE GEZONKEN DUITSCHE KOTTER.
Uit IJmuiden vernemen we nader, dat de
i stoomtrawler IJ.M. 78 nog geruimen tijd in de
nabijheid van den aangevaren Duitschen kot
ter H.F. 284 is gebleven, zoodat de Duitsche
lezing, dat de Nederlandsche visschers In het
geheel niet naar schip en bemanning zouden
hebben omgezien, uit de lucht gegrepen is.
Eerst nadat de opvarenden van de IJ.M. 78
zich overtuigd hadden, dat voor de Duftschera
h.I. geen gevaar dreigde, heeft men de reis
voortgezet.
In de buitenhaven van Enkhuizen is het
lijk opgehaald van de ongehuwde «kjarige
mej. M. v. W.
ROMAN VAN I. EDHOR
Uit het Dultsch vertaald door
J. M. v. H
Het was een snikheet® dag. De zon stond
hoog aan den strakblauwen Julihemel en over
goot het kleine spoorwegstation van het Sile-
zische grensdorpje Stewitz met haar gouden
stralen. Het leek of de metalen deelen van de
seinpalen gloeiden en de bloemen voor het
raam van de eenige kleine wachtkamer lieten
verwelkend haar kopjes hangen. Weliswaar
beletten de witte gordijnen den zonnestralen
rechtstreeks naar binnen te dringen, maar
toch viel een hreede lichtstraal door de geo
pende glazen deur op den vloer van de wacht
kamer.
Een paar mannen, wien men aau kon zien,
dat zij arbeiders waren, zaten om de bruin- ge-
polijst» tafel en spraken een groote flesdh
duchtig aan, die de restaurateur met een boer
achtig uiterlijk zoo juist voor hen had klaar
gezet.
Een jonge koetser van den poetwagen, met
licht vervaagde gelaatstrekken, had afeït bij de
dorstige» gevoegd en bracht even ijverig als
de onderen het gjtas naar zijn lippen.
Op het stille perron, waarop de zon onbarm
hartig brandde, liep een Jonge man, beboerende
tot de betere kringen, heen en weer,terwijl hij
duidelijk teekenen gaf van. het grootste ongo-
duld. Hij droeg een zomercostuum naar da
laatste mode en een etroohoed op zijn weelde
rige», blonden li aai* dos; zoo nn en dan wuifde
hij zich met zijn zijden zakdoek koelte toe,
zonder een. oogenblik zijn zenuwachtige» stap
te onderbreken. Zijn gelaat was door de zon
nestralen licht gebruind, warin een paar don
kere oogem schitterden, die zijn uiterlijk een
interessant aanzien gaven.
Herhaaldelijk haalde hij zijn gouden horloge
uit den zak en vergeleek den stand met dien
van de groote stationsklok. Het resultaat
scheen hem niet te bevredigen, want ontmoe
digd keek hij langs de spoorbaan tot ta de
eindelooze verte.
Niet de minste schaduw kon zijn zoekend
oog bespeuren, want in de nabijheid stond
boom noch struik.
Terzijde van het stationsgebouw reed 'een
gele postwagen, van reusachtige afmetingen,
voor de twee paaiden waren dood-op en lieten
de moede koppen hangen.
Een stationsbeambte met een roode pet. op,
kwam een deur uit en toen hij den jongen man
op het perron bemerkte, ging hij vriendelijk
groetend naar hem toe.
Mijnheer de chef, bent tr er werkelijk
zeker van, dat de trein van Berlijn vandaag
nog aankomt en niet hier of daar een rondrltje
maakt, misschien w© heelcmaal belieft weg
te Wijven?
De chef glimlachte.
Hij komt beslist, mijnheer. Maar vandaag
heeft hij toch wel een bijzonder lange vertrar
ging. Dat is hij die boemeltreinen, die veel
door arbeiders uit de kleine plaatsen gebruikt
worden, bijna niet te vermijden. Maar waarom
blijft n buiten wachten? Gaat u liever in de
wachtkamer.
Bij deze temperatuur?
De mijnheer met het linnen zomerpak streek
melt zijn. hand langs. zijn. gloeiende voorhoofd
en draaide toen zijn. knevelpunten wat op, ter
wijl hij een veelbeteetoenenden blik wierp op
de groep, rond de tafel verenigd.
AchInderdaad, Ik had die menschen
nog niet gezien. Maar u dan eva het kan
toor binnen.
Dank u, ik zou l^ver van u hooren,, wan-
neer wij den trein kunnen verwachten.
Die kan leder oogenbHk komen, zoos juist
is de aankomst gemeld*
jOjfc ,^.3 de jongeman trok voor de
zooveelste maal zijn horloge uit zijn zak het
is nu bijna al half een.
Dat vind ik werkelijk jammer; uw onge-
duld is in deze warnrte tot verontwaardiging
aangegroeid, en niet zondei reden... ha, kijk,
ziet n die zwarte rookwolken hoven het hosch
omhoog stijgen?
Goddank! In het vervolg zal ik er wel
voor oppassen, niet nog eena twee uur hier te
moeten wachten. Men weet waarachtig niet
waar men naar to© moet gaan, zoolang de
spoorwegdirectie er biet voor zorgt hier een
eerste en tweede klas wachtkamer te laten in
richten.
Waarom bent u biet naar het dorp gegaan,
mijnheer, de assessor? De families von Kalk-
reuth en Binke zijn reeds sinds een week van
de reis naar hun badplaats terug.
Wat Zegt u? Ala ik dat had kunnen raden.
Ik dacht dat ze' nog afwezig waren! Alles is
toch In orde, nietwaar?
Zeker, zeker -- maat' neem me niet kwa
lijk en de stationschef liep ijlings den met
veel geraas het stationnetje binnenrollende»
trein tegemoet.
Zuchtend en stamPen,l kwam de locomotief
aanzetten en een oogenbttk werd de heldere
hemel door grauwe rookwolken verduisterd.
De machinist en een conducteur waren tegelijk
op het! perron gespronfeen. De eerste begaf zich
naar den stationschef, blijkbaar om een mede-
dealing te doenterwijl de conducteur langs dte
rij, spoorwagens liep eu ua een coupé vierde
klasse geopend te hebben, riep hijstation
Stewitz., uitstappen!
De assessor was eveneens onderzoekend langs
de spoorwegwagons geloopen en toen zijn ge
oefend oog geen onderzoekend gezicht voor
een der coupé's eerste klasse had ontdekt;
keerde hij zich kort om en ging naar de wach
tende postkoets toe. Doch halverwege bleef hij
staan «n keerde zich nog eenmaal om. Plotse
ling haalde hij zijn gouden lorgnon voor den
dag en hield die voor zijn oog. Uit den wagen
vierde klasse was een slank, jong meisje ge-
sprongen, dut een eenvoudig, maar modern
reisccstuum droeg. De witkiel nam juist een
kleinen reiskoffer van haar in ontvangst en
wees met uitgestrekte hand eenige malen naar
de postkoets. Het meisje keek vluchtig in de
aangeduide richting en vroeg toen weer tets;
de man maakte toen een. beweging naar het in
het dal liggende dorp. Daarna volgde zij den
voo: uitgeloopen pakjesdrager zonder nog tets
te zeggen, waarbij ze met een. zwierige» zwaai
haar regenmantel over dien arm wierp.
Zij sloeg niet de minste acht op den heer
die terzijde van den weg stond, maar ep de
tredie van de. postkoets staande legde zij Baar
mantel op de rood-bekleede zitting: en sprong
daarna de koets in. Schouderophalend liet da
assessor zijn lorgnet aan het zijden koord
hengelen en een ironisch lachje speelde een
oogenblik om zijn mond.
Eenvoudig spul, murmelde hij voor zich
heen, vierde klasse.
De witkiel had lea grijzen koffer van da
Jongedame aan den keetsier van den postwagen
overhandigd en bracht nn uit het stationsgebouw
een hooge, zorgvuldig verpakte bloemenvaas
hoven het papier, dat om de vaas zat, stak een
heelc kroon van donkerroode bloemen uit, die
een heerlijken geur verspreidden. De pakjee
drager zette de kostbare vaas naast het meisje
op <te zitbank en wierp een lichte overjas
op de tegenoverliggende plaats. De prachtige
bloemen waren het eigendom van den assessor,
die zie als- geschenk voor een oude dame mee
gebracht had.
Met een lichte buiging voor den jongeman,
die. den wagen genaderd was, trad de witkiel
terug;
U kunt niet op den bok gaan zitten,
mijnheer de assessor, zei hij langzaam, Schola
is weer stom-dronken.
De jongeman antwoordde slechts met een
afwerend gebaar.
Ik zou maar heel voorzichtig zijn, zei de
witkiel tegen den koetsier, die verdacht op den
wagen zat te waggelen.
Hou jij je mond maaT. oude zanik, ant
woordde Seholz binnensmonds.
Bij zette zijn posthoorn aan zijn mond. Akelig
valsch klonken een paar tonen door de trillend-
heete lucht en gingen met een zwakke echo-
verloren in de verte.
Vooruit, vooruit, lachte de witkiel, voor
uit schiet op.
De postwagen zette zich werkelijk in bewe
ging en de assessor sprong nog net bijtijds naar
binnen, terwijl de pakjesdrager met een barden
slag; de deur dichtsloeg.
De jonge dame zat met haar gezicht van haar
reisgenoot afgewend, en keek opmerkzaam.'
door het raampje naar buiten. Terwijl de
postwagen over den oneffen landweg,, die naar
bet dorp voerde, voorthnbbelde, schonk zij: af
haar aandacht aan de vruchtbare landstreken#
dia zij passeerden, waarvoor zij; veel belang
stelling scheen te koesteren.
Een assessor is Iemand, dJe aan den
leider i» toegevoegd alk' helper ta het dag»
lijksch bestuur.
(Wordt vonoigd.)