GOUDEN HARTEN
STAATKUNDIGE PARTIJEN EN PARLEMENTAIRE
HERINNERINGEN
FEUILLETON
DINSDAG 23 JUL! 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
AAN HET NOENMAAL VAN DEN NED. JOURNALISTENKRING.
ERGERLIJKE STUDENTENSTREEK
451' STAATSLOTERIJ,
Eerste Klasse. Tweede Lijst.
Trekking van 23 Juli.
ONWEER MET HAGEL.
•■jrlfc»?
«uaat'
DR. J. TH. DE VISSER AAN HET WOORD
Zaterdagmiddag heeft in Hotel Paulz te
's Gravenhage het noenmaal plaats gehad, dat
de Nederlandsche Journalisten-kring aanbood
aan dr. J. de Visser, oud-minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen.
Voor dit noenmaal bestond in de kringen van
de Nederlandsche pers groote belangstelling.
De tafels waren keurig met bloemen versierd;
een strijkje luisterde den maaltijd op.
Om één uur kwam dr. de Visser, door Kring
bestuurders aan den ingang van het hotel ont
vangen, onder applaus der aanwezigen de
receptiezaal binnen, waar de velschillende deel
nemers aan hem werden voorgesteld.
De heer D. Hans, voorzitter van de Journa
listenkring en tafel-president, sprak bij het be
gin van den maaitijd Dr. De Visser toe.
De maaltijd, waartoe wij U heden hebben uit-
genoodigd, is, zeide spr., nóch bovenal belegd
tot streeling der zinnen, nóch om een diplo
matiek of mercantiel doel te bereiken. Wij wil
len, aldus spr., hier zitten als uw genegen en
bewonderende vrienden, die u op dit oogenblik
een eenvoudig bewijs van oprechte waardeering
en erkentelijkheid wenschen te brengen.
Spr. huldigde vervolgens dr. De Visser voor al
hetgeen hij heeft gedaan en geweest is.
Wij verheugen ons, aldus eindigt spr., dat
uw afscheid van de actieve politiek niet is een
afscheid van het openbare leven, dat gij u aan
velerlei werk zult blijven wijden.
Tegen het dessert verkreeg dr. De Visser het
woord tot het uitspreken van een rede, waar
aan het volgende ontleend is:
Nog eenigszins onder den indruk van het
vreemdsoortig groot aantal partijen, welke hij
de onlangs plaats gehad hebbende verkiezin
gen candidaten stelde, dacht ik nog eens na
over het partijwezen in 't algemeen en de partij
formaties in het bijzonder. Geen tegenspraak
zal het uitlokken, wanneer ik zeg, dat het partij
wezen een integreerend deel uitmaakt van den
constitutioneelen staat. Op zeer natuurlijge
wijze spreekt een volk, door in zijn midden
gevormde partijen zijn politieke overtuiging
uit en maakt daardoor zijn oordeel over de
regeering bekend. In dit opzicht is de partij
verre te verkiezen boven de coterie, die in bet
geheim door enkelen de zaken bedisselt.
Echter is het niet te ontkennen, dat in het
bijzonder in ons land het partijwezen aan één
groot gebrek lijdt. Wij missen n.l. flinke, his-
torische-geconsolideerde partij-formaties. Bij
ons is alles, wat dit betreft, eigenlijk eerst van
reeenten datum, doordien pas na de afscheiding
van België met eigenlijke partijvorming kon
worden begonnen. In dit opzicht ontbrak bier
te lande een flink fundament, waarop men
eenvoudig had voort te bouwen. Daarmede hing
een gemis samen, hetwelk andere landen, met
historische partijformatie, niet kennen. Daar
hebben de groote partijen de vraagstukken die
in het volk leven in zich opgenomen, bestudeerd
en elk op haar wijze verwerkt, hier daarentegen
loepen dikwijls de vraagstukken de partijen in
het leven en dragen zij dientengevolge van
stonde dan niet zelden een minder deugdelijk
en een eenzijdig karakter. Het gevolg van een
en ander is dat aan partijen hij ons de vaste
grondslag in ons volsleven ontbreekt die elders
wordt gekend en deze zoowel het aauzien mis
sen, waarin zij hij andere volken staan, als
voor voortdurende versplitsing vatbaar zijn.
Vooral dit laatste doet zich hij ons op groote
schaal voor. Daartoe werken met name twee
factoren-mede. Dr. Knyper, die de dingen zoo
pakkend zeggen kan, sprak eens in het Parle
ment: Er zijn twee machten, die het ISederland-
sche volk in beweging brengen: „de religie en
de negotie". En daarin had hij gelijk. Op het
punt van den godsdienst is ons volk, tsaar zijn
aard en historie, zeer gevoelig. In den nieuwe-
ren tijd heeft de met taaie volharding gevoerde
schoolstrijd dit nog eens voldoende bewezen.
Maar t«»eJijk is een belangrijk deel van ons
volk i t." theologiseerend en dogmatisch in puri
tein; zin, aangelegd. En nu de kerkelijke
str:: t, die verscheidene jaren lang ock op het
terrein der staatkunde werd overgebracht, daar
bijkans niet meer wordt gevoerd, dringt zich de
confessioneele naar voren. Hierover loopen
ROMAN VAN I. EDHOR
Uit het Duitsch vertaald door
J. M. v. H.
10)
Ruth wisit niet, hoe het kwam, maar zij
moest onwillekeurig aan den houtvester den-
kon, wiens donkere, vurige oogen heel goed
een vergelijking het die denkbeeldige bosch-
oc-gen konden doorstaan.
En hoe moeten wij je nu noemen, vroeg
Dolling hoffelijk aan Ruth.
Ik heet Ruth, Ruth Walden.
Ruth! Wat een weinig voorkomende
naam! riep-an de meisjes. Maar toch wel een
mooie naam, zei Eva, zoo van zelf denk je aan
d gsschiedenis ui' het Oude Testament.
Ruth klinkt zor raadselachtig, zei Anna en
meteen verdween zij in de keuken om een kleine
v.-nrisasching voor >_H gasten to halen.
Ja, dal is het, zei Eva, terwijl zij zich een
beetje naar Ruth voorover boog. Je oogen bieden
nog meer raadsels dan de waternimfen uit een
sprookje.
Juffrouw Eva, mooiere oogen dan de uwe
heb ik nog nooit gezien.
Van verlegeheid wist Ruth nauwelijks wat zij
Eva wierp ongemerkt een blik op de andere
aanwezigen. Kalisch en Allee waren gaan zitten
en de houtvester stond voor hen. Het gesprek
nam alle drie volkomen in beslag.
Mijn oogen zijn doorzichtig, daar wordt
gemakkelijk in weerspiegeld, wat in het diepste
der ziel ontgaat. Maar jouw oogen bieden bij
echter zelfs in den boezem eener zelfde rechtsche
partij, de meeningen zoozeer uiteen, dat het
niet te verwonderen zou zijn, wanneer althans
onder rechtzinnige protestanten, het splitsings
proces, inzake staatkundige partijen nog verder
doorging. De een of andere bekwame en behen
dige theologant behoeft slechts de snaren te grij
pen van het een of ander theologiseercnd volks
deel, of hij heeft kans op een kamerzetel.
Men vraagt zich daarbij niet af, welke nood
lottige gevolgen dit dogmatisch krakeel in een
land met een zoo gemengde godsdienstige be
volking kan hebben en ook niet of daarbij eenig
positief politiek resultaat zal worden bereikt.
Het is slechts om getuigen te doen. En wij zien
die partijtjes heden verschijnen en morgen
verdwijnen, omdat de geestdrift, bij het aanhoo-
ren van steeds dezelfde klanken, zander dat
men eenige vrucht ziet, naturlijk van lieverlede
verslapt, en dan weer iets anders tijdelijk op
geld moet doen. Maar intusschen is het kwaad
geschied, en vreet de kwaal der partij-verbrok
keling, die belemmerend werkt op den goeden
gang van/zaken, gestadig vort. Eenzelfde pro
ces zien wij zich ontwikkelen naar aanleiding
van wat Kuyper de negotie noemde, dit $yoord
nu genomen in zeer ruimen zin. De historie
leert ons, dat ons volk ook op dit punt altijd
zeer gevoelig was, en het heden verloochent ook
in dit opzicht het verleden niet. Hoevele mate-
rieele belangen en belangetjes komen, als de
verkiezingen in aantocht zijn, niet naar voren!
Daarnevens wordt het gezonde partijwezen
ook nog van een andere zijde bedreigd. Het is
een feit, dat de sterkste beide partijen in ons
land, de Roomsch-Katholieke en de sociaal-de
mocratische, tot heden op kranige wijze haar
eenheid en saamhoorigheid hebben weten te
bewaren. Maar bet is zeer de vraag of dit ook
in de toekomst het geval zal zijn.
Eindelijk mag hij dit alles niet worden ver
geten dat het evenredigheidsstelsel in hooge
mate bevorderlijk is voor de door mij gewaakte
snipperHig van partijen.
Zoo wordt de chaos der partijen veroorzaakt;
het partijwezen in zijn gezonde kern bedreigd:
de waardigheid van het Parlement verminderd
en ten slotte het regeeren bemoeilijkt.
Wanneer wij dit heden bezien, hoe ver zijn
wij dan van den tijd af toen Thorbecke het be
staan van staatkundige partijen in Nederland
ontkende en er zelfs tegen waarschuwde, ons
volk wijs te maken, dat deze hier bestaan!
Wannéér wij verder naar de oorzaken vragen,
die de verwording van het partijwezen hebben
bewerkt, dan moet ongetwijfeld, naast hetgeen
ik reeds noemde, ook een deel van de schuld
op de andere partijen worden afgewenteld. Hoe
lang heeft niet in de tweede helft der i9e
eeuw het onverkwikkelijk schouwspel der op
allerlei combinaties bedachte, weinig principieel
zich vertoonende en langzaam stervende conser
vatieve partij de politiek bedorven! Welk een
verkeerden invloed oefende bet overmoedig op
treden der moderne theologen niet uit op de
liberale partij en het vertrouwen, dat zij in den
lande bezat! Hoezeer verlamde de stijgende
oneenigheid in deze partij niet haar kracht, zoo-
dac zelfs Buys moest erkennen, dat zij zich be
gon te bederven in een afmattenden personen
strijd, zoodat de groote vraagstukken niet wer
den opgelost, zelfs niet aangedurfd! En welk
een omwenteling kwam er in onze geheele staat
kunde, toen de Roomsch-Katholieken zich ein
delijk in den schoolstrijd aan de zijde der anti
revolutionairen schaarden en bij toeneming
zich afkeerden van hun vroegeren vriend Thor
becke! Voegt daarbij de scheuring, die de opko
mende democratische strooming in ons volk,
zoowel aan de linkerzijde als aan de rechter
zijde veroorzaakte, terwijl zij niet zelden door
persoonlijke oneenlgheden in de hand gewerkt
werd, en wij hebben een beeld van de parlemen
taire geschiedenis voor ons, dat ons allerminst
een gezonde ontwikkeling van ons partijwezen
doet zien, integendeel zijn langzaam bederf
demonstreert.
Onder HeerrAkerk deed de obstructie
baar intocht in de Tweede Kamer en werd
daar zelfs taal gehoord, die een fatsoenlijk
mensch niet op de lippen neemt. Tegen Talma
ontketende zich een openbare en stille hetze,
die voor hem soms op een marteling geleek;
en eindelijk leverde de bekende lintjeszaak een
zeer verdrietige periode in ons parlementaire
leven. Het bevreemdt dan ook niet, dat met
hoeveel talent minister-president Heemskerk
ook zijn kabinet leidde en welke verdiensten
Colijn ook om zijn oplossing van het leger-
vraagstuk hebben mocht, niet verhoed kon wor
den, dat de verwarde toestand, waarin zijn
politiek van lieverlede was gekomen, zich
voortplantte op het kiezersvolk en straks zelfs
de vorming van een parlementair kabinet on
mogelijk zou blijken.
Zooals het echter hij den stembusstrijd van
1913 ging had niemand kunnen verwachten.
Wie toch had in 1909, toen rechts GO zetels
in de Tweede Kamer innam, kunnen vermoe
den, dat reeds vier jaar later, in 1913, de
sociaal-democraten zouden worden uitgenoo-
digd in een ministerie zitting te nemen T En
toch was het begrijpelijk, dat de liberale con
centratie, die toen 37 zetels had veroverd, niet
zonder hen, die nu 18 plaatsen in de Tweede
Kamer hadden veroverd, in zee wilde gaan.
Wèl was de sociaal-democratische stroom in de
laatste jaren sterk gewassen en zijn invloed
gestegen. Echter achtte zooals wij weten
de partij toen haar tijd om deel uit te maken
eener burgerlijke regeering, nog niet gekomen.
Zoo mislukte de poging van den kabinets
formateur Bos en deed voor het eerst een
extra-parlementair kabinet zijn intrede in onze
staatkunde.
In dit verband moet ik opmerken, dat wij
langzamerhand gewoon waren geraakt in
Engelsche trant te spreken van parlementaire
kabinetten en nu stelde zich daartegenover
een extra-parlementair kabinet. Noch Thor
becke noch Groen hadden echter in hun tijd
daarvan willen weten.
En zoo schuiven wij thans steed3 meer naai
Koninklijke kabinetten toe, hetwelk juist bij
de toeneming van den volks-invloed te be
treuren valt, maar feitelijk den ongeluklcigcn
parlementairen toestand bewijst.
Ik voor mij zie te dezen opzichte weinig
of geen teekenen van verandering ten goede.
Meesterlijk is het Minister Ruys in het ver
leden gelukt verscheidene jaren eerst een zgn.
parlementair kabinet, met behulp der rechter
zijde te handhaven. Doch of het weer gelukken
zal? Er is reden tot twijfel. En wanneer deze
twijfel mocht worden bevestigd, zoo rijst de
vraag: wat dan? Voor het consequent door
trekken van de scheidslijn tusschen demo
cratisch en conservatief is ook thans veel min
der kans dan ooit, omdat al wat roomsch is
zich tegen de groote leuze der vrijzinnig-demo
craten en sociaal-democraten bij de jongste
verkiezingen: „staatspensioen en nationale ont
wapening" heeft verzet en deze laatsten zon
der deelname der katholieken geen kabinet
kunnen vormen. Ook is het een veeg teeken
voor het vormen van een vaste meerderheid
tegenover een minderheid, dat de groote
principieele vraagstukken, die jaren lang de
geesten bezig hielden, van de baan zijn. Tegen
woordig is het meer een gevecht om wat meer
of minder en weet een regeering bijna niet
meer vooraf, hoe de uitslag van een bepaalde
stemming zal zijn. Aan allerlei verrassingen
staat zij bloot. Ook is de zoogenaamde coalitie
niet meer in den voordeeligen toestand van
aanvallen, hoogstens in dien van verdediging
tegen mogelijke aanslagen op in de wetgeving
neergelegde christelijke beginselen.
Maar niettegenstaande derhalve tengevolge
van allerlei omstandigheden op dit oogenblik
het partijwezen, inhaerent aan den constitutio
neelen staat, In een ongelukkigen toestand
verkeert en dientengevolge zoowel de verhou
ding tusscben regeering en volksvertegenwoor
diging schade lijdt als de waardeering van het
parlement daalt, 'mag dit er ons niet toe
brengen de waarde van het parlementaire stel
sel te miskennen en nog verder gaande de
politiek als zoodanig te minachten. Niet ge
noeg toch kan worden herinnerd aan het prach
tig werk, dat de Staat in onz8 samenleving
te vervullen' heeft en vervult door de samen
werking van regeering en volksvertegenwoordi
ging en de machtige problemen, die hierbij
aan de orde komen. De handhaving van het
recht, de regeling van strijdige belangen, de
bescherming van levensgoederen, als: eer,
eigendom en leven, zijn voor bet voorthestaan
en de ontwikkeling onzer samenleving de on
misbare voorwaarde. Maar daarbij doet zich
voortdurend de eisch gelden dat het geldend
recht in overeenstemming blijve met de rechts
overtuiging des volks, waarvoor allereerst de
volksvertegenwoordiging te waken heeft. Ook
doet zich daarbij voortdurend de belangrijke
vraag, voor naar het verband tusschen recht
en moraal en most men vooral zorgen minder
den vollen inhoud der moraal in openbaar
recht vast te leggen, dan aan het recht mo-
reelen inhoud te geven. Ook hier rust op de
volksvertegenwoordiging een gewichtige taak.
Evenzeer verdient voor haar de vraag ernstige
overweging of er, met het oog op de erken
ning van het recht aan allen, ook een grens
moet worden gesteld aan steeds doorgaande
democratische verlangens en zoo ja, waar die
grens moet worden getrokken.
En dit geldt evenzeer het probleem waar
de staatsdwang ophoudt en in hoeverre de vrij
heid moet worden ontzien.
Zoo liggen er voor den staatsman allerlei
vraagstukken van diep ingrijpenden aard, die
verre uitgaan hoven kleinzielig partij-gekibbel,
maar door iedere partij zelfstandig diene te
worden bestudeerd en verwerkt, opdat er in
derdaad door regeering en volksvertegenwoor
diging leiding aan onze staatkunde kan worden
gegeven-
In vele opzichten werkt de politieke arbeid
veredelend. Hij brengt den staatsman in aan
raking met personen van andere levensrich
ting. Zijn eigen gevoelens moeten dientenge
volge ieder oogenblik aan dat van anderen ge
toetst worden. Hun critiek brengt de zwakke
plekken in zijn eigen meeningen aan het licht.
Men leert mild zijn in de beoordeeling van
andere personen en hun werk, ook vooral om
dat hij niet zelden, echter, naar onze eigen
overtuiging, verkeerde theorieën, persoonlijk
heden, menschen, ziet van zoo nobelen aard
dat hij tot weldadige zelfcritiek wordt gebracht
en zuiniger wordt met bet opheffen van leuzen,
die een onoverkomelijken scheidsmuur opbou
wen tusscben den een en den ander. Ook van
een anderen kant bezien is het parlement ecu
leerschool voor persoonsvorming. Er is mis
schien geen college, waarin men ien and zoo
zeer taxeert naar wat bij i s, in plaats van naar
wat hij zegt en doet.
Achter het hartelijk afscheid, dat bij de slui
ting der zitting de verschillende leden van
elkaar nemen, ligt geen schijn maar werke
lijkheid.
Er is dus alle reden om met het oog op het
hoog belang der Staatkunde en ziende op het
peil, waarop ous parlement als zoodanig nog
steeds staat, ons in te spannen o'm de „pub!ie
spirit" in ons voik zooveel mogelijk op te
wekken.
Een langdurig applaus volgde op deze rede.
Van de gelegenheid tot het stellen van vra
gen maakten enkele aanwezigen gebruik.
De heer Hans ten slotte dankte als kring
voorzitter, dr. De Visser voor diens aanwezig
heid en voor de schoone rede.
Men bleef hierna in intiemeren kring nog
eenigen tijd bijeen.
Een journalist tijdens een donderjool
mishandeld
ZOO GING HET IN DE „SOOS"
BANDOENG, 20 Juli. (ANETA). De journalist
Czerwinski is het slachtoffer geworden van een
ergerlijke studentenstreek. Hij was uitgenoo-
digd een donderjool in de studentensociëteit te
komen meemaken, welke uitnoodiging hij aan
nam. Hij werd met een hoera ontvangen, waar
op plotseling de lichten gedeeltelijk werden
uitgedraaid. Czerwinski wérd bedreigd met een
pak slaag, waarop hij deed alsof hij een
revolver bij zich had, waarna de studenten te
rugdeinsden. Tenslotte overmeesterde een der
tig studenten Czerwinski, die daarop volge-
smeerd werd met pap en volgespoten met drank,
In zijn mond en over zijn geheele lichaam.
Zijn hoofd werd daarna kaal geschoren, doch
op een wijze dat het mishandeling genoemd
moet worden Hierna werd hij geverfd in al
lerlei kleuren en zijn mond, neus en oeren
volgestopt met verguldsel. Daarna werd hij in
een zak genaaid en op een vrachtauto geladen
en door de stad gereden. Bij de sociëteit Con
cordia werd hij gedeponeerd en de studenten
kregen hier ruzie met de leden van deze soos,
die hen wegjoegen. De soosleden ontfermden
zich over Czerwinski, die heden volkomen on
geschikt was tot het verrichten van zijn werk.
De zaak is in handen van de politie gesteld,
omdat het hier vrijheidsberooving en mishande
ling betreft.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN
Vijfjarig meisje gedood
Te Alphen a.d. Rijn is gisteren een 5-jarig
dochtertje van den arbeider V. door een auto
overreden en gedood. Den bestuurder van den
auto treft geen schuld.
AZIJNEXTRACT GEDRONKEN
Het vierjarig zoontje van den smid F. te
Groen Jo dronk uit een flesch azijnextract. De
kleine is na hevig lijden overleden.
f 400 No. 3249.
200 No. 682, 3291.
t 100 No. 4322, 10208, 13542, 204S7.
PRIJZEN VAN 20.
14
29
59
99
292
436
494
499
504
539
576
631
673
736
779
793
805
891
905
1010
1U30
1053
1104
1140
1208
1275
1360
1382
1453
1-549
1553
1557
1574
1618
1691
1791
1310
1824
1925
1974
1975
2052
2118
2141
2228
2283
2322
2342
2348
2362
2414
2417
2523
254e
2562
257-5
2586
2603
2636
2650
2652
2669
2721
2723
2726
2743
2750
2756
2801
2326
2845
2877
288-5
2916
2921
2929
29-55
2960
2971
3263
3430
3507
3541
35SO
3669
3711
3714
3722
3753
3780
3533
2841
3883
3836
3933
3945
3956
3986
4093
4143
4160
4169
4214
4324
4445
4516
4548
4571
4697
4704
4929
5019
5100
6111
5164
-5170
5314
5322
5334
-5467
5563
5568
5578
5591
5728
5738
5742
5877
5912
5916
5944
5990
6120
6145
6191
6313
6353
6397
640-3
6437
6476
6506
6553
6472
6606
6644
6657
6691
6717
6719
6786
6985
7029
7074
7148
7169
8518 11103
8637 11123
8662 11134
8705 11218
8775 11222
8892 11257
8933 11300
9038 11337
9ÜS5 11382
9118 11405
9248 11452
S256 11454
9371 ]1519
9387 11546
9439 11549
9466 11611
9467 11652
S475 11667
951S 11682
9526 11743
9562 11817
9574 11825
9677 1195b
9686 11998
9720 12002
9798 12004
9809 12034
9834 12137
9870 12141
9919 12237
9947 12260
9963 12273
7211 10019 12316
7236 10053 12353
7277 10164 12400
7322 10174 12421
7362 1017-5 12455
'475 10188 12556
7555 10212 12-572
7597 10224 12573
7644 103-56 12655
7647 10411 12703
7655 10442 12711
7686 10519 12748
7795 10527 12773
7339 10643 12814
7853 10696 12836
7912 107i6 12843
7919 10796 12876
7931 10830 12395
7941 10879 12319
7990 1C8S5 13026
S037 10905 13190
8080 10949 13204
8090 10957 13280
8131 10960 13299
£13y 10972 13345
385-5 10980 13402
8299 11001 13411
8409 110O3 13429
8355 11014 13446
8497 11084 13-17 0
13579 15S59
13581 15808
13635 15912
13617 15917
13692 15925
13703 15933
13810 16094
13S29 16152
13831 16180
13S8S 16200
13950 16306
13969 16319
14012 16325
14067 16344
14097 16475
14120 16507
141s0 16523
14194 16560
14235 16572
14296 16601
14298 16643
14323 16744
14337 16777
14447 16793
14611 16931
14655 16947
14690 17042
14709 17063
14741 17137
14776 17204
14802 17217
14909 17283
14927 17295
14973 17317
150O2 17354
15051 17403
15057 17414
151 "23 17432
15132 17453
1-5170 17506
151 S3 17613
15224 17638
15230 17647
15263 17715
15276 17750
15299 17806
15312 17861
1-5331 17905
15368 17921
15382 17949
1-5412 1S0O8
15423 18070
15425 18111
1-5431 18150
15494 18172
15551 18286
15072 18384
15636 13408
15662 18438
15691 18452
15752 18484
18573
18583
18646
18727;
18779
18825
18834
18851
18864
19022
19028
19042
19045I
19073
19093:
19117/
19163
191821
191911
192681
19295;i!
1932253
19349
19372
19375
19410
19477
19503
19513
19542
19556!
19592
19619,
19679!
19695
19S23
19959;
19975
20045
200811
20082
201SO1
20239
20258i
20263
20296;
20334
20347
20349
20357-
20399!
20447;
20453:
20483'
205711
206761
208020
208161
20887i
20937;
20960
Schade aan den cogst
In Viagtwedde en omgeving zijn Zondag na
een onweder hagelsteenen als knikkers geval*
len. De oogst heeft groote schade gelede;
VAN DEN SCHOMMEL GEVALLEN ff
EN GEWOND
Te Etten en Deur zijn Zondagavond de twaalf
jarige R. R. en de elf-jarige J. N., terwiP zij
aan liet schommelen wa. uit den schommel
gevallen, met gevolg, dal M. zijn sleutelbeen
heeft gebroken en P. R. met een zware hersen
schudding naai1 het gemeenteziekenhuis over
gebracht moest worden.
DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD li
Te Hengelo is tijdens 'n onweder de 73-jarige
landbouwer Bergering door den bliksem getrof
fen en gedood.
BIJ HET KERSENPLUKKEN GEVALLEN
Bij het kersenplukken is de 55-jarige J:
Bi and te Oud-Beijerland van een ladder ge
vallen. Hij liep een kaakbreuk en inwendige
kneuzingen op.
BIJ EET BADEN VERDRONKEN *tj
Zondagmorgen is de ongehuwde voorman J.
H., zonder vaste woonplaats, werkzaam bij
den dijkaanieg op Ameland, bij het baden ia
de Noordzee verdronken.
eiken blik een nieuw raadsel; daar denkt men
dan graag eens over na, terwijl de oplossing er
van een bijzondere aantrekkelijkheid heeft.
Ruth zweeg, Waarom moest Eva daar nu juist
op komen? Zij nam zich voor zooveel mogelijk
de anderen "te beletten haar in de oogen te zien.
Anna bracht een theeblad binnen met thee
gerei en heerlijk geurende appolkoek.
Juffrouw Ruth, niet waar? U laat mij toch
niet lang vragen, voor u wat gebruikt? Ze vatte
de hand van de aangesprokene.
Zeker niet, maar eerst heb ik een verzoek:
ik zou niet met dat officieele u kunnen antwoor
den, dan moest uw naam niet „Anna" zijn. Wilt
u maar gewoon „je" tegen me zeggen?
O, je bent een echt leuk kind! riep Anna,
terwijl zij haar armen om haar hals sloeg.
Dan wil ik ook rdet achterblijven, zei Eva
lachend; ofschoon ik ook ©en paar jaar oud-er
ben dan Anna, mag ik toch ook wel tot het com
plot beh oor en. Wil je ook wat van mij houden,
Ruth?
Ruth omarmde ook Eva, die haar hartelijk
kuste.
Dat gaat daar gauw, schertste de hout
vester tegen Alice, wier voorhoofd door een lich
te wolk beschaduwd werd. Zij wierp een snellen
blik op zij naar Kalisch, maar deze keek met
onmiskenbaar plezier naar de groep jongemeis-
jee, dfe zoo ongedwongen met elkaar omgingen.
Ruth, ga toch zitten en drink je thee op,
dadelijk moeten wij weer weg.
De stem van Alice klonk een beetje scherp hij
die woorden.
Er werd aan de deur geklopt.
Mijnheer de assessor! De houtvester stond
op.
Dat tref ik nog net! Ik was al hang, dat
de bezoekers reeds vertrekken waren.
Hellda Het zich op een stoel vallen, dien de
houtvester voor hem had klaar gezet.
Dolling, ik ben niet zoo erg tevreden; Ik
v as bij de ontginning, die pas aangelegd is. De
jonge eikenboompjes hebben geen water gehad.
De assessor sprak kort-afgebreken: hij scheen
een beetje opgewonden te zijn.
U kwam toch gisteren pas van de reis
terug?
Dat hindert niets; volgens mijn piickt
liad ik gisteren nog moeten controleeren ©n
nu ik door de omstandighud^n daartoe gedwon
gen dat moest nalaten, komt het mij wel wat als
plichtsverzuim voor, dat men de jonge aanplan
tingen verwaarloosd heeft. Een klein verzuim
dat kannen wij.
Juffrouw Stiller maande nu aan naar huis
terug te keeren.
-- Het is hoog tijd, dat wij naar Bebaeh
komen.
Ik kom morgen zeer vroeg on blijf dan tot
den namiddag, zei Ruth tot de beiide zusters.
Gaat u hier een luchtkuur houden, juf
frouw? vroeg Hellda belangstellend.
Ruth knikte.
Dat is goEd. Het bosch is gezond, ik geloof,
dat men hier nooit sterft.
Het was een prachtige dag geweest. De zon
daalde purper-rood achter de toppen der hoornen.
Muggen speelden in duizendtallen en dansten
om da hoofden der huiswaartskeeremden. Hellda
liep met Ruth enkele meters vooruit. Alice volg
de langzaam met Kalisch.
-Hoort u dat prachtig gezang van de vogels?
Dat slaat door elkaar als een klokkenspel. Won
derbaar toch, hoe verschillend al die vogeltjes
ook zingen, het klinkt toch altijd mooi samen
dat is de nachtegaal, nietwaar mjjnhaer de as
sessor?
U moet eens op een ntooien nio.-g m door
het bosch ge an, juffrouw Wa'dsn, en cTan den
zonsopgang zien. Wie dat verheven schouwspel
nog nooit heeft bijgewoond, die kan niet ver-,
moidan, welk een betecvering daar van sltgaat.
Langzaam, heel langzaam beginnen zoet den
eersten zwakken schijn aan den horizon do
zwarte schaduwen zich terug te trekk 3®, die
de on met el ijke uitgestrektheid van het woud in
diep -donker begraven bielden. Als sluiers vallen
de schemeringsnevel-en van de hooge kruinen
der boomen; het is, alsof heesters en struiken
zich haasten hun nachtelijk omhulsel af te wer
pen om de nieuwe zon op waardige wijze te
begroeten. Straal na straal teekent zich opvol
gend af in de steeds lichter wordende lucht en
eindelijk verrijst hot bosch in uitgestrekte hel
derheid, in majesteitelijke schoonheid op in het
jonge licht van den nieuwen dag. En doorschij
nend, lichtend en stralend, omkranst door witte,
vattigo wolkjes, komt als een purperen zegekar
de koningin van den dag van uit het Oosten
opdagen.
De assessor had zijn hoed afgenomen en keek
met een eigenaardige uitdrukking op zijn ge
zicht zijn begeleidster aan.
Ruth keek naar dat mooie gezicht met ver
wonderden blik en zei toom op vrij moedigen
toon:
Ik heb u wat te z/eggen sedert ik u en
uw positie ken, heb ik me zelf al meermalen
afgevraagd: ho® past dez9 heer nu in het bosch?
O, u hield mij waarschijnlijk voor een
stadsmensch, voor een salwnheer?
Ruth knikte bevestigend.
Dan hebt u bet lieelemaal mis. V/el Is waar
heb Ik van de stad de manleren en gewoonten
meegebracht, maar ik ben toch ecu gevoels-
mensch, ofschoon ik dat niet dikwijls laat blij
ken. Een l-etja g ,-oel voor het harmonische
In de natuur most In ieder woudman schuil-en
om de hooge poezie van de eenzaamheid der
bosschen te kunnen begrijpen en meeleven; als
u eens wist w-elke moeilijkheden ik heb moeten
overwinnen om de door mij gekozen loopbaan
te kunnen volgen, zou u meer begrijpen van mijn
liefde voor do natuur. Ondanks de velerlei hin
dernissen, die mijn vader en mijn zuster mij ln
den weg gelegd hebben, ben ik mijn op jeugdi
gen Deftijd genomen besluit trou-w gebleven iin
nu nu heb ik mijn zin en daar ben ik trctsch
op. En al zwerf ik nu hier en dan daar heen
en al verwijt men mij ook dat ik onstandvastig
en wispelturig ben mijn bosschen blijf ilt
trouw! Altijd trekt het bosch met zijn machtigen'
invloed mij weer naar zich toe. Zelfs in de dol
ste uitspattingen van een hoog oplaaiende»
feestroes, word ik bevangen dor.» knagend ver
langen naar het groene woud. Z.itt u ook gaan!
houden van onize bosschen, juffrouw Ruth?
Zooals u ziet, ken ik uw naam al, lachte Hellda,;
Zeker, zal ik van de bosschen gaan houden.'
verzekerde het meisje met ongewonen ernst i»
haar stem.
Kijk eens hier de arm van den asstao®)
strekte zich uit naar een stillen, geheel over
groeiden landweg, die tea» zijde van het bowil-
pad lag deze weg leiidt naar de HertliavaUei
en naar de nimfbronnen. Dat is de paarl va»
het bosch en als u die eens op wilt zoeken -*
maar neen, ga daar maar niet heeo.
"Waarom niet?
Ruth scheen vergeten be zijn, dat zij besloten
had aan niemand meer een blik in haar oogerf
te gunnen. H-elldr's ocgen staarden diep in <T#
hare en schenen cr zich niet van los te kur.uefl
maken.
Over de Herthavallei is een droeve sage ijl
omloop en als men daar alleen naar toe gafttf
overmeestert u een treurig verlangen en ban#
voorgevoel. De nevelsluiers van de nlmfbroffl
nen veroorzaken gestalten en schaduwen etf
voor dat mien er iets tegen doen kan, droomt <K
fantasie een neerdrukkend tooverdrama. Dj
Herlliaval'lei is gevaarlijk c® daarom waarschuw
ik u vooruit.
(Wordt vervolgd).