HET POLITIEK SUCCES Nagekomen belichten uit de vorige Editie FEUILLETON VRIJDAG 26 JULI 1929 TWEEDE BLAD - PAGINA 2'" OPGEGROEID UIT HET INNER- LIJKE LEVEN. DE TWEEDE KAMER. DE KABINETSCRISIS- EEN REEKS ONGELUKKEN AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN VERDRONKEN. goederen aan een faillissement UIT ROTTERDAM DE BEKENTENIS VAN DEN BRANDSTICHTER. f steeds nauwer met het volk in aanraking kan komen, ontstonden al spoedig veel meer pries terroepingen. En zoo constateert men op het oogenblik het verheugende feit, dat er zelfs in de groote steden 'een priester op 600 a 700 Katholieken is. In Zwitserland is er in de steden op gemiddeld 2000 k 3000 Katholieken één priester! In het nauwste verband hiermede staat, dat het episcopaat sinds tientallen jaren zoo veel mogelijk kerken laat bouwen. Vooral de stedelingen willen nu eenmaal niet ver naar de kerk loopen. En daarom bouwt men in Nederland de kerken eenvoudig vlak voor de deuren hunner huizen. De kerken zijn dan ook geen overdonderende monumenten, meest al Zelfs eenvoudige, kleine kerken, dikwijls maar kapelletjes. Maar zij beantwoorden aan het doel, wijl juist vele kleine kerken over de geheele stad verspreid liggen. Vijf k tien minuten heeft een katholiek noodig om naar een godsdienstoefening te gaan, niet meer (Op het platteland kan de toestand natuurlijk niet zoo gunstig zijn Berust deze tactiek niet op een diepe ken nis der menschelijk ziel?" EEN STOER-PRINCIPIEELE LEIDING Te verwonderen valt het geenszins, dat de schitterende overwinning, welke de katholieke Staatspartij bij de jongste verkiezing hier te lande behaalde, in de buitenlandsche Katho lieke pers druk besproken wordt. Er ligt inderdaad iets stimuleerends in ons succes, waarom wij meer dan benijd: bewon derd worden. Wat de Katholieken in het kleine, lage landje aan de zee bereikten, ligt voor anderen in zulke verten, dat het den indruk van een fata morgana maakt. Natuurlijk wordt de krachtige eenheid der Katholieke staatspartij in Nederland algemeen als een der diepste oorzaken der overwinning aangegeven en wordt ook veel geschreven over het sterke geloofsleven der Nederlandsche Katholieken. Maar, ook deze twee verschijnselen, welke ongetwijfeld den grondslag onzer stembusover winning uitmaken, dienen verklaard. Het zijn feiten, welke niet in de lucht hangen, maar het reëele resultaat vormen van de opbouwende factoren in het leven der Nederlandsche Kerk. Zeer scherp komt dit naar voren in een arti kel van de „Neue Zürcher Nachrichten", dat van „de groote Nederlandsche verrassing'' spreekt. Maar, zegt het blad, ook een verrassend effect komt slechts tot stand, als te voren de daartoe noodige veroorzakende krachten aanwezig zijn. De verrassing bestaat feitelijk slechts daarin, dat wij plotseling een effect waarnemen, waar van wij de oorzaken niet vermoedden. De schrijver van hot artikel, Ernst Freier- niut, gaat dan op zoek naar de oorzaken, en wijst er allereerst op, dat de Katholieke jeugd van Nederland sinds tientallen jaren in de bij zondere scholen zuiver Katholiek opgevoed wordt, met Kruisteeken en Onze Yader, en niet alleen met neutrale alVunanswijsheid. „Kan het dan anders, dat de Katholieke jeugd, een maal in den minnelijken leeftijd gekomen,. Katholiek denkt en is?" De schrijver ziet echter nog een tweede, diepere oorzaak van het Katholieke succes, een oorzaak, waarop in dezen vorm gesteld, te weinig tot dusverre de algemeene aandacht viel. Wij meenen, dat dit gezichtspunt belang wekkend genoeg is om het woordelijk uit het Zwitsersche blad te vertalen. „De tweede oorzaak van het succes is de grootsche, systematische en doelbewuste wijze, waarop het Nederlandsche episcopaat de geloovigen leidt. Eén gedachte beheerscht sinds tientallen jaren de geestelijke leiding in Nederland: het inwerken op de Katholieke massa. Deze gedachte werd echter, heel logisch, niet alleen gekoesterd en uitgesproken, maar ook uitge voerd. Men ging van net beginsel uit: wil de naam-katholiek zijn plichten vervullen, dan moet de gelegenheid daartoe zoo gunstig mogelijk geboden worden. Dit doel moest bereikt worden in overeen stemming met de menschelijke psyche: de mensch wil persoonlijk gekend worden, dan gehoorzaamt hij graag. 'aarom, veel priesters, op dat iedere priester niet te veel menschen behoeft te kennen. Daarom veel kerken en kerkjes opdat de ge loovigen niet te ver behoeven te gaan, om in contact met de geestelijkheid te komen. 'aren geleden reeds is een aanvang met dit eenig juiste program van moderne ziel zorg gemaakt en practisch gesproken is het op het oogenblik in hoofdzaak uitgevoerd. 'ion heeft begrepen, dat het voor een pastoor onmogelijk is alle Katholieken te kennen, als zijn parochie meer dan 3000 a 4000 zielen telt. Dus zonder pardon, en zonder te 'etten op de gevoeligheden van een pastoor, die gaarne aan het hoofd van een groote parochie zou staan, werden de parochies ge deeld, zoodra daaruit twee parochies van 2000 ii 3000 zielen te maken waren. Men vindt dan ook in Nederland geen paroches meer v an 10 a 20 duizend zielen, zooals er in Zwitserland nog zoo vele zijn. In Nederland kan elke pastoor zijn schajïpjes kennen en derhalve ook weiden; hij behoeft ze niet alleen in zijn kartotheek als blaadjes papier te bewaren. Ook in Holland koesterden enkelen aanvan kelijk de vrees, dat men bij de verdeeling der groote parochies in vele kleinere te weinig priesters zou hebben. In den begin ne was het ook zoo, maar daar de priester Daarom verwonder ik mij ook geenszins over het succes der Nederlandsche Katholieken, be sluit de schrijver dit merkwaardig stukje. Inderdaad wordt hier een der diepere oor zaken van het succes der Katholieken bij de kamerverkiezingen geteekend. Zij betreft de innerlijke organisatie van het kerkelijk leven in ons vaderland. Maar ook het leven naar huiten, in de politiek, moet uit het innerlijke opbloeien; en juist dat verband geeft Ernst Freiermut aan. Wat hem aanvankelijk een ver rassing leek, wordt na deze analyse een heel natuurlijke zaak. Aan de stoer-principieele leiding door het episcopaat aan de Nederlandsche Katholieken gegeven, is in uiterste instantie ook het politiek succes voor een groot deel te danken. DE NIEUW GEKOZENEN Tot dusver zijn bij het Centraal Stembureau reeds van 90 der nieuwbenoemde Tweede Ka merleden berichten ingekomen, dat zij hun be noeming tot Kamerlid hebben aangenomen. Hiertoe behoort ook minister de Geer. Van minister Slotemaker de Bruine en van den heer Colijn is nog geen bericht ingekomen. Voorts heeft tot dusver nog geen der gekozenen voor zijn benoeming bedankt. DE VERGADERING DER KATHOLIEKE KAMERFRACTIE In het bericht van gisteravond omtrent de vergaderingen der Kamerfracties ter be spreking van de oplossing der Kabinetscrisis werd vermeld, dat de Katholieke fractie heden middag zou bijeenkomen. Dit is onjuist. De Katholieke fractie vergadert eerst morgen middag om half twee. WONINGBOUW IN NEDERLAND Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt de volgende cijfers mede omtrent de toeneming van het aantal woningen in Nederland. I. Gereedgekomen woningen. II. Onbewoonbaar verklaarde, gesloopte en aan haar bestemming onttrokken woningen. III. Netto-vermeerdertng. I II Hl Mei 1929 4.318 773 3.545 April 3.451 507 2.944 Maart 99 2.434 670 1.764 Februari 1.663 467 1.196 Januari 2.622 524 2.098 December 1928 3.481 1.117 2.364 November 99 4.437 636 3.S01 October >1 4.795 463 4.332 September 99 4.208 641 3.567 Augustus 19 3.949 535 3.414 Juli 19 3.982 602 3.380 Juni 99 4.557 494 4.063 Mei 99 4.609 608 4.001 EXAMEN PAEDAGOGIEK. Aan het Psychologisch Paedagogisch Insti tuut der R.K. Leergangen te Tilburg slaagde voor diploma Paedagogiek B: Zr. Mr. Elisia (mej. C. M. Timmermans), leerares aan de St. Pius Middelbare School voor Meisjes te Amster dam, Prinsengracht 779. Slechts een gewonde, maar veel schade Woensdag is te Beverwijk een personen-auto, die tengevolge van te groote snelheid, de bocht naar de Schans veel te ruim moest nemen, op het trottoir aan den linkerkant van den rijweg terecht gekomen. De wagen waarin vier perso nen gezeten waren, kwam eeTst in aanraking met het hoekhuis, hotste vervolgens tegen den voorgevel van een visehwinkei, waardoor een groote spiegelruit werd vernield, reed toen nog twee steenen paaltjes omver en kwam ten slotte weer op den rijweg tot stilstand. Een dei' inzittenden werd uit den auto geslingerd en bleef bewusteloos op den weg liggen. De man bleek een ernstige hoofdwonde en een armfractuur te hebben bekomen. Nadat geneeskundige hulp was verleend kon hij naar zijn woning worden overgebracht. De overige inzittenden bekwamen geen letsel, terwijl zich gelukkig op het moment der^anrijding geen voorbijgangers op liet trot toir bevonden. De aangerichte schade was aan zienlijk. De chauffeur ernstig gewond Omstreeks vijf uur liad gisterenavond op den rijksstraatweg LeeuwardenZwolle een autc-ongeluk plaats. Een luxe-auto van de fa. de Raadt en Kistemaker, autobusondernemers te Purmerend en bestuurd door een der chauf feurs dezer onderneming, maakte sinds 23 Juni j.l. met twee Amerikanen een tocht door Neder land. Gisteren waren zij van Zwolle vertrok ken, doch bij Wijtgaard reed de auto door tot nu toe onbekende oorzaak met een vaart van ongüeer 45 K.M. tegen een boom. De wagen werd zwaar beschadigd, terwijl de chauffeur ernstig aan het hoofd werd verwond, zoodat hij naar het St Bonifacius-hospitaal te Leeu warden moest worden vervoerd. De beide Amerikanen kwamen er met lichte kwetsuren af. DE LISTIGE FIETSER Een auto-ongeluk veroorzaakt en hij ging zwemmen Te Montfoort was een lakenfabrikant uit Antwerpen, die Per auto uit de richting Utrecht naderde, genoodzaakt met auto en al In een droge sloot langs den weg te rijden, wilde hij een jongen, die al maar zigzag over den weg fietste, niet overrijden. De auto mobilist kwam er met een kleine hoofdwonde af, maar de matei'ieele schade aan den auto was nog al groot. De zigzaggende fietsrijder had v hij het ongeluk ijlings de plaat gepoetst en be gaf zich eiders in de gemeente te water, het aldus willende doen voorkomen of hij reeds lang zwom en dus niets met het ongeluk uit staande had. Bij een verhoor viel hij echter door de mand. Gistermorgen geraakte 'n onbekend mans persoon in don IJssel bij Gouda te water en verdronk. Bij het baden in de Eem is Woensdag de 23- jarige Behnker verdronken. Gisterenmiddag te ongeveer twaalf uur Is in de haven van de Hevea-fabriek nabij Ooster beek de 22-jarige v. d. H- hij het baden ver dronken. De 21-jarige Gerard Lemmens, wonende te Loozen, is te Budel bij het zwemmen in de ZuidwillemsvaaTt verdronken. ONTTROKKEN. De verdachte aangehouden Door de politie te Kampen is in beslag genomen een groote hoeveelheid goederen, be staande uit vloerkleeden, tafelkleeden, confee tie-pakken, enz. ter waarde van circa 2000 en welke goederen onttrokken waren aa.j den faillieten boedel van W- G .y. D. te Nijmegen. Op verzoek van den Offfc'er van Justitie is de verdachte aangehouden en naar Arnhem overgebracht. •b'L, Een Brandweer maniak Half bedronken en alleen met lucifers gewapend. Waarom en hoe de Rotterdamsche brand stichter, de 27-jarige W. F. K. sedert geruimen tijd zijn gevaarlijk en zonderling werk heeft verricht is thans door zijn vrijwel volledige bekentenis in het Huis van Bewaring vermoe delijk geheel tot klaarheid gekomen. Zooals wij reeds mededeelden heeft K. ten slotte bekend, omdat het bewijsmateriaal tegen hem zoo overstelpend v/as, dat ontkennen hem volgens eigen inzicht toch niet meer zou haten. Voornamelijk door de vele publicaties in de kranten van de laatste dagen, is hij door een groot aantal getuigen herkend en de aanwij zingen welke ook dooi' deze getuigen gegeven werden waren al te bezwarend dan dat nog in de onschuld van den boekdrukker kon worden geloofd. Behalve echter de eenvoudige bekentenis van brandstichting heeft K. zich thans vrij uit voerig uitgelaten over de manier waarop, de motieven en zijn gedrag nadat hij ergens vuur had doen ontstaan. Uit deze verklaringen blijkt niet dat het er den boekdrukker om te doen is geweest, te stelen, zooals verondersteld kon worden. Men heeft hier hoogstwaarschijnlijk te ma ken met een man, dis hoewel vermoedelijk toe rekeningsvatbaar, tccli vreemde neigingen had, n.l. al te verzot was op de Rotterdamsche brandw-eer en min of meer onder den invloed van drank, den lust om brandjes te gaan stich ten niet kon bedwingen. Dus een uitzonder lijke brandweer-enthousiast en een z.g. pyro- maniak. Immers IC. heeft toegegeven sedert Maart j.l. minstens 20 brandjes en branden in onze stad te hebben gesticht alle nadat hij eerst eenige café's had bezocht. Meestal ging hij tussehen 4 en 6 uur des middags er op uit, dronk eerst in een of meel' café's bier of sterken drank en liep dan op goed geluk af, door dé binnenstad, daarbij speurend naar panden, waarin hij makkelijk kon binnen gaan. Dit wekte de eerste maanden begrijpe lijkerwijze geenszins achterdocht temeer daar de boekdrukker voor zijn vader offerten maak te en dus dikwijls kantoren e.d. moest binnen gaan. Vond de brandstichter iets, dat gemakkelijk kon worden aangestoken, dan gooide hij een voudig een brandende lucifer neer, keek eerst even of hij succes had en verdween snel als het volgens zijn inzicht hard genoeg brandde om de brandweer ter plaatse te krijgen. Vond hij niets dat snel zou kunnen branden, dan verdween hij onverrichter zake en ging el ders zijn geluk beproeven. Zijn geestdrift voor de brandweer wordt ge demonstreerd door dat deel van zijn bekente nis waarin hij zeide: „Ik vind het reusachtig om een brandspuit te zien rijden en een ladderwagen mee te helpen duwen, als schooljongen was ik er ai gek op". Deze bewering wordt gestaafd door dé fei ten, dat IC. bijna altijd bij de door hem gestichte branden lieeft helpen blusschen en eenige kee- ren zelfs zoo ver is gegaan, dat hij de bewoüers van het pand, waarin hij brand had gesticht, waarschuwde om zoodoende de brandweer maar spoedig ter plaatse te krijgen. Dit was uiterst onvoorzichtig, want hierdoor had hij vooral den laatsten tijd, kans verdacht te worden. Dat de man niet geheel nuchter zijn werk deed wordt aannemelijk, door het feit, dat men hem bij volgen dikwijls enkele café's aehter elkaar had zien binnengaan, doordat de brandstichtingen soms gebeurden op plaat sen, waar het zelfs voor een brandstichter zeer gevaarlijk is. In het pand van de A.P.E.M. een foto-arti- kelen-handel in de "Wijnstraat heeft IC. name lijk brand gesticht in een hoop papier, welke bij een openstaand gevuld benzinëblik lag. Er volgde toen spoedig een ontploffing, waarbij IC. brandwonden kreeg aan linkerhand en bij zijn rechteroog. Hij zou hier echter evengoed het leven hij hebben kunnen inschieten, want liet vuur greep zeer snel om zich heen. Tenslotte is zijn verklaring hoe hij tot het stichten van branden gekomen is zeer merk waardig. Ik had, zoo vertelde hij, in Februari in de krant gelezen van een brand aan de Middelland straat, waarbij de brandweer in het begin het vuur bijna niet meester meer kon worden, (om dat het toen vroor en de slangen niet te han- teeren waren Red.) Hef moest dus heel hard gebrand hebben en zoo kwam ik op de gedachte om brand te gaan stichten en alles van het begin af zelf mee te maken. Het eerste brandje heb ik gesticht in Maart in den ouden winkel van Grol aan den Goolsingel (Dit was op een Zaterdag des middags te on geveer half een; de winkel was in gebruik all} emballagepakhuis van Au Gout Artistique, hef was niet moeilijk hier met een brandenden lu cifer brand te maken Red.) Toen ben ik doorgegaan altijd aUe«a metj lucifers bij me en hoewel ik er 's morgens cr na telkens reusachtig veel spijt van had, kwak), 's middags als ik een en ander gedronken had( de lust weer zoo sterk in me op, dat ik de ver* leiding niet kon weerstaan. Soms deed ik het enkele dagen niet, maaf dan kon ik het niet langer uithouden, ik ben altijd blijven wachten om te zien wat het wor den zou. IC. kon zich niet alle branden meer her inneren; hij heeft echter o.a. toegegeven op het Slagveld brand te hebben gesticht, doch ontkent schuldig te zijn aan den brand bij Elze en Lazarus op het Haagsche Veer, die, zooals men zich herinnert, kort daarna is uit gebroken en bijzonder fel was. Ook ontkent hij iets met de branden bij Piot van Rasuwijk te maken te hebben. Dat men hier niet te doen heeft met een man, die 't zij omdat hij door aanwijzingen in het nauw is gebracht, 't zij doordat hij zucht tot zelfbeschuldiging heeft, dit alles verklaart wordt met absolute zekerheid uitgelezen door het feit, dat IC. niet alleen bijzonderheden ver telt over branden, waarvan „men" weet, door de krant of burenpraaijes doch ook over zeer kleine brandjes, die niet in de kranten ver meld zijn, daar zij te onbelangrijk waren. Omtrent zijn arrestatie kan nog gemeld wor den, dat de man, die reeds geruimen tijd ge volgd werd door rechercheurs naar aanlei ding van de onvoorzichtige uitlating in woede van zijn vrouw op Dinsdag 16 Juli j.l. een brandje gestïeht heeft aan de Kruiskade en toen onmiddellijk door de recherche gevolgd is. Op het Hofplein is men hem toen echter kwijtgeraakt. Het was toen niet direct mogelijk hem in zijn huis te gaan arresteeren, redenen van uiterste voorzichtigheid beletten dit. Bovendien was IC. van zijn vrouw weggegaan en, zooals thans is gebleken, naar Katendreclit. Ook al weer om hem geen kans te geven lont te ruiken, kon men niet gaan uitvinden, waar hij de nachten doorbracht. Inmiddels is een bevel tot aanhouding uitge vaardigd en toen de boekdrukker Vrijdagmid dag j.l. in een Ford-auto door de Vredenoord- laan reed, werd hij op signalement gearresteerd De strafmaaL Vermoedelijk zal K. in September of Octo ber terecht staan, verdacht van opzettelijke brandstichting terwijl daarvoor gemeen ge vaar voor goederen te duchten was, terwijl bo vendien levensgevaar voor een ander te' duchten was (artikel 157 Wetboek van Strafrecht) Hierop staat een maximumstraf van vijf tien jaar. Of en tot welk een straf hij veroordeeld zal worden is natuurlijk nog niet te zeggen, dit hangt o.a. af van de rechtbank of de man ge heel, ten deele of niet toerekenbaar is. In elk geval deze brandstichter, die voor zoover thans door de feiten en zijn eigen ver klaringen bekend is, moet worden beschouwd als een hij uitstek brandweerzuehtig en hrand- zuchtig mensch, voor zoover wij weten wel haast een unicum. Want pyro-manïakken, komen meer voor, brandwe e i'zuehtigen als deze K. echter bijna niet. PATER W. VAN DIJK NAAR CARTHAGO, Een vereerend verzoek Op verzoek van Z.D.H. Mgr. Lemaitre, aarts bisschop van Carthago vertrekt naar de „Tijd"' meldt, pater W. van Dijk O.E.S.A. a.s. Dinsdag met de „Prinses Juliana" naar Carthago, cm gedurende eenige maanden deel te nemen aan de voorbereiding van het dertigste Internatio naal Eucharistisch Congres, dat van 7 tot tl Mei volgend jaar aldaar zal worden gehouden. Dit vereerend verzoek is gedaan naar aanlei ding van het schitterend welslagen van het Amsterdamsche Congres. Pater van Dijk zal in- tussehen slechts zoolang te Carthago blijven tot de missiezaken geregeld zijn en zijn over heid hem voor de missie noodig heeft. ROMAN VAN 1. EDHOR Uit het Dultsch vertaald door J. M. v. H. -3) Je melk staat al op je te wacihten, kijk, hi-r! Anna nam een groot glas van een plank langs den muur en vulde het tot hoven toe. Niet zoo vol doen, Anna, anders kan ik het niet heelemaal leegdrinken, vroeg Ruth, die haar oogeD nog niet van die voorbeeldige keu keninrichting kon afwenden. Ach kom, kindje, dit glas moet je nu leeg drinken en in den loop van den dag zullen er nog wel meer moeten volgen. Boschlucht geeft een grage maag; het zal niet lang meer duren of je vraagt zelf om meer. Mijn keuken valt nog al in Je smaak, is 't niet? O, Anna, ik kan je niet genoeg bewonde ren! En dat onderhoud je allemaal zelf? Anna lachte en wreef zich in de handen. Kun je dat niet aan mijn handen zien! Ja, zeker, dat doe ik allemaal zelf. Welverdiende zelfvoldaanheid klonk in die woorden door. Terwijl Ruth de lauw-war me melk aan haar lippen bracht, zette Anna een trekpot op het vuur en legde een paar blokken hout op het lustig knappende vuur van het fornuis. Een be haaglijke gour van de koffie vervulde prikke lend de ruimte; een mandje versche groente stond op tafel haar bereiding af te wachten. Een aanlokkend, echt huiselijk tafreeltje. Ruth's oog on schitterden, terwijl zij aan alle kleinigheden aandacht schonk. Wat moet je toch gelukkig zijn, zei ze in gedachten. Nu ja, antwoordde Anna van het vuur opkijkend, maar dat kan man zonder werk ook wel zijn. Zeker, maar die vertrouwelijke huiselijke bezigheden maken pas het leven lief, terwijl bij omstandigheden, die zooiets onmogelijk maken, het verlangen er naar steeds blijft voortleven. Je praat zoo ernstig, Rutlh, is jouw thuis je dan niet zoo lief? Neen, luidde het antwoord. Een bleeke schijn over haar ietwat misnoegde trekken. Dat begrijp ik niet. Je spreekt toch met zooveel liefde van je zuster Anna? Ja, mijn zuster Anna is een door God be genadigd .wezen; iemand die geheel vrij is van zelfzucht, slechts op het welzijn van anderen bedacht; die alles geeft en niets vraagt. Als je eens wist, hoe mijn Anna is! Ruth's stem had een warmen toon aange nomen.! op ihet woord „mjfn" legde zij zoo'n nadruk, dat het onwillekeurig opviel. Dan verwondert het mij, dat het je thuis niet bevalt. Ruth schudde het hoofd en zette haar glas neer. Je drinkt als een vogeltje, daar heb je niets aan. Ik kan me best voorstellen, dat je iu Berlijn ziek geworden bent; jon ontbreekt levenslust en levensvreugde. Ruth knikte bevestigend met haar bruin-lok kig hoofd. Maar nu naar buiten, vermaande Anna met nadruk. Keukenlucht is bet laatst, wat Je thans ncodig hebt. Zij opende de deur, die toegang naar buiten verleende. Een lieele zwerm duiven, kippen en eenden kwam met veel lawaai aangevlogen en uit de geopende staldeur kwamen twee gei ten aangehold. Alles wil eten die zijn niet zoo erg be scheiden. Anna greep met beide handen in een kist en wierp het gevederde volk volop voeder toe. Op die twee geiten wijzend, z<-'1 ze- Die zijn nog geen jaar oud en kijk eens, hoe goed ze er uit zien. Zie je, daar aan den overkant staan onze koeien, die moeten ook naar de weide. Anna was vlug naai* den stal gegaan en maak te de drie dieren los fan den ketting; toen bracht zij ze naar huiten en zei lachend: Dat Is pracihtve>e, nietwaar Ru-th? Je zult eens zien, hoe goed ze mU bennen. Zulke dieren zijn erg dankbaar. Dia bonte mat die witte vlekken is mijn lievelinS» want dat is de goed moedigste; ze boet Mika en de melk, die je drinkt, komt van haai'. De tweede heet Liese «n die grouwe heet Hans. Ruth's bewondering werd steeds grooter, zij streelde over den broeden blanken hals van de beesten en riep verrast uit: Wat eau verstandige oogen hebben ze; kijk ze me eens aankijken! Anna maakte het tuinhek open en ging met Ruth het bosdh in. Tussehen bloeiende struiken en meesters stond op houten stellingen een mooie rij korven, waaromheen een ontelbare menigte bijen heen cm weer gonsden. Het zoem de en snorde om de hoofden der "beide meisjes in de steeds hooger stijgende zon in onbewust strekte Rutli de hand uit, om een van die gele vliegen te vangen. Pas op, hoor, vermaande Anna, de steek van een bij ts vergiftig en veroorzaakt pijnlijke gezwellen. We zullen maar liever hier vandaan gaan en naar huls teri'.gkéeren. Vader kan ieder oogenblik voor het ontbijt komen. Heb je onze Grethe al gezien? Ruth keek de ander vragend aan. Ja, wacht maar even Grethe! Grebbe! riep Anna hard naar den kant van het sche merige wond. Nog eens herhaalde zij haar luiden •roep en toen kwam do geroepene aangestoven over het groene mos. Nauwelijks den grond rakend, vloog een jong hert naderbij en bleef viak voor Anna staain, wiier hand het likte. In een opwelling van bewondering en vreug de knielde Rnth neer en sloeg haar arm om den hals van het makke dier. Laat mij nu maar niets meer zien, Anna, vroeg ze, want anders wil ik hier niet meer weg. Anna lachte. Ik ben er blij om, dat de aantrekkelijkheid van liet buitenleven indruk op je maakt; daar om houd ik nog meer van je. Houtvester Dolling en Eva waren niet weinig verwonderd Ruth al izoo vroeg ln het bosch to zien. Het ontbijt werd ln gezellig samenzijn gebruikt en Ruth moest op algemeen aaa drin gen haar glas melk lieelemaal opdrinken. Het duurde geen uur, of het meisje uit de groote stad voelde zich in het hoirtvestersgezin zoo goed thuis, of zij er al jarenlang geweest was en de Dollings van hun kant voelden een ge negenheid voor het vreemde meisje met, haar onschuldige oogen, a!s voor e»sii naast lid van hun familie. Eva zat met haar jonge gast in de waranda voor het huis on de twee meisjes hadden een levendig gesprek aangeknoopt, dat natuurlijk over Berlijn handelde. Ontken het maar niet, Eva, riep Rut,h met vuur; het is je la tea- toch zwaar gevallen, dat je niet meer de pracht on den praal van de schitterende feesten van de hoofdstad kunt zien. Eva schudde even haar blonden krullekop. Het was toch mijn eigen verlangen, dat Ik niet meer terugging. Ruth dacht een oogen blik na en zei toon op haar diepzinnige manier een beetje aarzelend: Neen, Eva, er moet toch iets bijzonders zijn, dat je kier vastgehouden heeft, anders was je wel weer naar je tante teruggegaan, die in zoo'n prachtig huis woont en die zulke schitterende partijen geeft. Een zacht rcod steeg naar dis frirache wangen van de houtvestersdochter. Kleine Ruth, het beeclh heef: mij vastge houden. Ja, het bosch met zijn donkere oogcti, "knikte Rnth. Pa® maar op, dat d« kwade boschgeeat het niet hoort, anders betocver kij je en laat je tot jo dood van heimwee verteren, - Mij! -neam hoor! lachte Ruth, met haar hoofd tegen de klimopplanten leunend. Mij Bal hij nooit betooveren. Ik heb er geen tijd voor om batooveremde droomen te hebben en daar over na te peinzen. Luister eens, Eva, van den tijd af, dat Ik in staat was te denken, heeft mij zoo'n heerlijke bosch als dit voor den geest gezweefd, want mijn overleden moed: r heeft er heel dikwijls van verteld. Arna moeit mij er altijd van vertellen, gedurende al de vervlogen jaren. En verrukt éi ir het bc-ch, wiens volte pracüt ik neg niet eens ten volle ken, "ben ïk toch in staat op den eterstan dag, dat ik bier ben, nu do indruk op mij toch zoo frisch en onbesmet mogelijk is, te zeggen, dat Ik in den zomer wel hevig kan verlangen hier te zijn. maar dat ik 's winters liever in de stad ben. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6