HET POLITIEK SUCCES
Nagekomen belichten uit
de vorige Editie
FEUILLETON
VRIJDAG 26 JULI 1929
TWEEDE BLAD
- PAGINA 2'"
OPGEGROEID UIT HET INNER-
LIJKE LEVEN.
DE TWEEDE KAMER.
DE KABINETSCRISIS-
EEN REEKS ONGELUKKEN
AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN
VERDRONKEN.
goederen aan een faillissement
UIT ROTTERDAM
DE BEKENTENIS VAN DEN
BRANDSTICHTER. f
steeds nauwer met het volk in aanraking kan
komen, ontstonden al spoedig veel meer pries
terroepingen. En zoo constateert men op het
oogenblik het verheugende feit, dat er zelfs
in de groote steden 'een priester op 600 a 700
Katholieken is. In Zwitserland is er in de
steden op gemiddeld 2000 k 3000 Katholieken
één priester!
In het nauwste verband hiermede staat,
dat het episcopaat sinds tientallen jaren zoo
veel mogelijk kerken laat bouwen. Vooral de
stedelingen willen nu eenmaal niet ver naar
de kerk loopen. En daarom bouwt men in
Nederland de kerken eenvoudig vlak voor
de deuren hunner huizen. De kerken zijn dan
ook geen overdonderende monumenten, meest
al Zelfs eenvoudige, kleine kerken, dikwijls
maar kapelletjes. Maar zij beantwoorden aan
het doel, wijl juist vele kleine kerken over
de geheele stad verspreid liggen. Vijf k tien
minuten heeft een katholiek noodig om naar
een godsdienstoefening te gaan, niet meer
(Op het platteland kan de toestand natuurlijk
niet zoo gunstig zijn
Berust deze tactiek niet op een diepe ken
nis der menschelijk ziel?"
EEN STOER-PRINCIPIEELE LEIDING
Te verwonderen valt het geenszins, dat de
schitterende overwinning, welke de katholieke
Staatspartij bij de jongste verkiezing hier te
lande behaalde, in de buitenlandsche Katho
lieke pers druk besproken wordt.
Er ligt inderdaad iets stimuleerends in ons
succes, waarom wij meer dan benijd: bewon
derd worden. Wat de Katholieken in het kleine,
lage landje aan de zee bereikten, ligt voor
anderen in zulke verten, dat het den indruk
van een fata morgana maakt.
Natuurlijk wordt de krachtige eenheid der
Katholieke staatspartij in Nederland algemeen
als een der diepste oorzaken der overwinning
aangegeven en wordt ook veel geschreven over
het sterke geloofsleven der Nederlandsche
Katholieken.
Maar, ook deze twee verschijnselen, welke
ongetwijfeld den grondslag onzer stembusover
winning uitmaken, dienen verklaard. Het zijn
feiten, welke niet in de lucht hangen, maar
het reëele resultaat vormen van de opbouwende
factoren in het leven der Nederlandsche Kerk.
Zeer scherp komt dit naar voren in een arti
kel van de „Neue Zürcher Nachrichten", dat
van „de groote Nederlandsche verrassing''
spreekt.
Maar, zegt het blad, ook een verrassend effect
komt slechts tot stand, als te voren de daartoe
noodige veroorzakende krachten aanwezig zijn.
De verrassing bestaat feitelijk slechts daarin,
dat wij plotseling een effect waarnemen, waar
van wij de oorzaken niet vermoedden.
De schrijver van hot artikel, Ernst Freier-
niut, gaat dan op zoek naar de oorzaken, en
wijst er allereerst op, dat de Katholieke jeugd
van Nederland sinds tientallen jaren in de bij
zondere scholen zuiver Katholiek opgevoed
wordt, met Kruisteeken en Onze Yader, en niet
alleen met neutrale alVunanswijsheid. „Kan het
dan anders, dat de Katholieke jeugd, een
maal in den minnelijken leeftijd gekomen,.
Katholiek denkt en is?"
De schrijver ziet echter nog een tweede,
diepere oorzaak van het Katholieke succes, een
oorzaak, waarop in dezen vorm gesteld, te
weinig tot dusverre de algemeene aandacht
viel. Wij meenen, dat dit gezichtspunt belang
wekkend genoeg is om het woordelijk uit het
Zwitsersche blad te vertalen.
„De tweede oorzaak van het succes is de
grootsche, systematische en doelbewuste
wijze, waarop het Nederlandsche episcopaat
de geloovigen leidt.
Eén gedachte beheerscht sinds tientallen
jaren de geestelijke leiding in Nederland:
het inwerken op de Katholieke massa. Deze
gedachte werd echter, heel logisch, niet alleen
gekoesterd en uitgesproken, maar ook uitge
voerd.
Men ging van net beginsel uit: wil de
naam-katholiek zijn plichten vervullen, dan
moet de gelegenheid daartoe zoo gunstig
mogelijk geboden worden.
Dit doel moest bereikt worden in overeen
stemming met de menschelijke psyche: de
mensch wil persoonlijk gekend worden, dan
gehoorzaamt hij graag.
'aarom, veel priesters, op dat iedere priester
niet te veel menschen behoeft te kennen.
Daarom veel kerken en kerkjes opdat de ge
loovigen niet te ver behoeven te gaan, om
in contact met de geestelijkheid te komen.
'aren geleden reeds is een aanvang met
dit eenig juiste program van moderne ziel
zorg gemaakt en practisch gesproken is het
op het oogenblik in hoofdzaak uitgevoerd.
'ion heeft begrepen, dat het voor een
pastoor onmogelijk is alle Katholieken te
kennen, als zijn parochie meer dan 3000 a 4000
zielen telt. Dus zonder pardon, en zonder te
'etten op de gevoeligheden van een pastoor,
die gaarne aan het hoofd van een groote
parochie zou staan, werden de parochies ge
deeld, zoodra daaruit twee parochies van
2000 ii 3000 zielen te maken waren. Men vindt
dan ook in Nederland geen paroches meer
v an 10 a 20 duizend zielen, zooals er in
Zwitserland nog zoo vele zijn. In Nederland
kan elke pastoor zijn schajïpjes kennen en
derhalve ook weiden; hij behoeft ze niet
alleen in zijn kartotheek als blaadjes papier
te bewaren.
Ook in Holland koesterden enkelen aanvan
kelijk de vrees, dat men bij de verdeeling
der groote parochies in vele kleinere te
weinig priesters zou hebben. In den begin
ne was het ook zoo, maar daar de priester
Daarom verwonder ik mij ook geenszins over
het succes der Nederlandsche Katholieken, be
sluit de schrijver dit merkwaardig stukje.
Inderdaad wordt hier een der diepere oor
zaken van het succes der Katholieken bij de
kamerverkiezingen geteekend. Zij betreft de
innerlijke organisatie van het kerkelijk leven
in ons vaderland. Maar ook het leven naar
huiten, in de politiek, moet uit het innerlijke
opbloeien; en juist dat verband geeft Ernst
Freiermut aan. Wat hem aanvankelijk een ver
rassing leek, wordt na deze analyse een heel
natuurlijke zaak.
Aan de stoer-principieele leiding door het
episcopaat aan de Nederlandsche Katholieken
gegeven, is in uiterste instantie ook het politiek
succes voor een groot deel te danken.
DE NIEUW GEKOZENEN
Tot dusver zijn bij het Centraal Stembureau
reeds van 90 der nieuwbenoemde Tweede Ka
merleden berichten ingekomen, dat zij hun be
noeming tot Kamerlid hebben aangenomen.
Hiertoe behoort ook minister de Geer. Van
minister Slotemaker de Bruine en van den heer
Colijn is nog geen bericht ingekomen. Voorts
heeft tot dusver nog geen der gekozenen voor
zijn benoeming bedankt.
DE VERGADERING DER KATHOLIEKE
KAMERFRACTIE
In het bericht van gisteravond omtrent
de vergaderingen der Kamerfracties ter be
spreking van de oplossing der Kabinetscrisis
werd vermeld, dat de Katholieke fractie heden
middag zou bijeenkomen. Dit is onjuist. De
Katholieke fractie vergadert eerst morgen
middag om half twee.
WONINGBOUW IN NEDERLAND
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt
de volgende cijfers mede omtrent de toeneming
van het aantal woningen in Nederland.
I. Gereedgekomen woningen.
II. Onbewoonbaar verklaarde, gesloopte en
aan haar bestemming onttrokken woningen.
III. Netto-vermeerdertng.
I
II
Hl
Mei
1929
4.318
773
3.545
April
3.451
507
2.944
Maart
99
2.434
670
1.764
Februari
1.663
467
1.196
Januari
2.622
524
2.098
December
1928
3.481
1.117
2.364
November
99
4.437
636
3.S01
October
>1
4.795
463
4.332
September
99
4.208
641
3.567
Augustus
19
3.949
535
3.414
Juli
19
3.982
602
3.380
Juni
99
4.557
494
4.063
Mei
99
4.609
608
4.001
EXAMEN PAEDAGOGIEK.
Aan het Psychologisch Paedagogisch Insti
tuut der R.K. Leergangen te Tilburg slaagde
voor diploma Paedagogiek B: Zr. Mr. Elisia
(mej. C. M. Timmermans), leerares aan de St.
Pius Middelbare School voor Meisjes te Amster
dam, Prinsengracht 779.
Slechts een gewonde, maar veel schade
Woensdag is te Beverwijk een personen-auto,
die tengevolge van te groote snelheid, de bocht
naar de Schans veel te ruim moest nemen, op
het trottoir aan den linkerkant van den rijweg
terecht gekomen. De wagen waarin vier perso
nen gezeten waren, kwam eeTst in aanraking
met het hoekhuis, hotste vervolgens tegen den
voorgevel van een visehwinkei, waardoor een
groote spiegelruit werd vernield, reed toen
nog twee steenen paaltjes omver en kwam ten
slotte weer op den rijweg tot stilstand. Een dei'
inzittenden werd uit den auto geslingerd en bleef
bewusteloos op den weg liggen. De man bleek
een ernstige hoofdwonde en een armfractuur te
hebben bekomen. Nadat geneeskundige hulp
was verleend kon hij naar zijn woning worden
overgebracht. De overige inzittenden bekwamen
geen letsel, terwijl zich gelukkig op het moment
der^anrijding geen voorbijgangers op liet trot
toir bevonden. De aangerichte schade was aan
zienlijk.
De chauffeur ernstig gewond
Omstreeks vijf uur liad gisterenavond op
den rijksstraatweg LeeuwardenZwolle een
autc-ongeluk plaats. Een luxe-auto van de fa. de
Raadt en Kistemaker, autobusondernemers te
Purmerend en bestuurd door een der chauf
feurs dezer onderneming, maakte sinds 23 Juni
j.l. met twee Amerikanen een tocht door Neder
land. Gisteren waren zij van Zwolle vertrok
ken, doch bij Wijtgaard reed de auto door tot
nu toe onbekende oorzaak met een vaart van
ongüeer 45 K.M. tegen een boom. De wagen
werd zwaar beschadigd, terwijl de chauffeur
ernstig aan het hoofd werd verwond, zoodat
hij naar het St Bonifacius-hospitaal te Leeu
warden moest worden vervoerd.
De beide Amerikanen kwamen er met lichte
kwetsuren af.
DE LISTIGE FIETSER
Een auto-ongeluk veroorzaakt en hij ging
zwemmen
Te Montfoort was een lakenfabrikant uit
Antwerpen, die Per auto uit de richting
Utrecht naderde, genoodzaakt met auto en al
In een droge sloot langs den weg te rijden,
wilde hij een jongen, die al maar zigzag over
den weg fietste, niet overrijden. De auto
mobilist kwam er met een kleine hoofdwonde
af, maar de matei'ieele schade aan den auto
was nog al groot. De zigzaggende fietsrijder had
v hij het ongeluk ijlings de plaat gepoetst en be
gaf zich eiders in de gemeente te water, het
aldus willende doen voorkomen of hij reeds
lang zwom en dus niets met het ongeluk uit
staande had. Bij een verhoor viel hij echter
door de mand.
Gistermorgen geraakte 'n onbekend mans
persoon in don IJssel bij Gouda te water en
verdronk.
Bij het baden in de Eem is Woensdag de 23-
jarige Behnker verdronken.
Gisterenmiddag te ongeveer twaalf uur Is in
de haven van de Hevea-fabriek nabij Ooster
beek de 22-jarige v. d. H- hij het baden ver
dronken.
De 21-jarige Gerard Lemmens, wonende te
Loozen, is te Budel bij het zwemmen in de
ZuidwillemsvaaTt verdronken.
ONTTROKKEN.
De verdachte aangehouden
Door de politie te Kampen is in beslag
genomen een groote hoeveelheid goederen, be
staande uit vloerkleeden, tafelkleeden, confee
tie-pakken, enz. ter waarde van circa 2000 en
welke goederen onttrokken waren aa.j den
faillieten boedel van W- G .y. D. te Nijmegen.
Op verzoek van den Offfc'er van Justitie is
de verdachte aangehouden en naar Arnhem
overgebracht.
•b'L,
Een Brandweer maniak Half bedronken
en alleen met lucifers gewapend.
Waarom en hoe de Rotterdamsche brand
stichter, de 27-jarige W. F. K. sedert geruimen
tijd zijn gevaarlijk en zonderling werk heeft
verricht is thans door zijn vrijwel volledige
bekentenis in het Huis van Bewaring vermoe
delijk geheel tot klaarheid gekomen.
Zooals wij reeds mededeelden heeft K. ten
slotte bekend, omdat het bewijsmateriaal tegen
hem zoo overstelpend v/as, dat ontkennen hem
volgens eigen inzicht toch niet meer zou
haten.
Voornamelijk door de vele publicaties in de
kranten van de laatste dagen, is hij door een
groot aantal getuigen herkend en de aanwij
zingen welke ook dooi' deze getuigen gegeven
werden waren al te bezwarend dan dat nog in
de onschuld van den boekdrukker kon worden
geloofd.
Behalve echter de eenvoudige bekentenis van
brandstichting heeft K. zich thans vrij uit
voerig uitgelaten over de manier waarop, de
motieven en zijn gedrag nadat hij ergens vuur
had doen ontstaan.
Uit deze verklaringen blijkt niet dat het er
den boekdrukker om te doen is geweest, te
stelen, zooals verondersteld kon worden.
Men heeft hier hoogstwaarschijnlijk te ma
ken met een man, dis hoewel vermoedelijk toe
rekeningsvatbaar, tccli vreemde neigingen had,
n.l. al te verzot was op de Rotterdamsche
brandw-eer en min of meer onder den invloed
van drank, den lust om brandjes te gaan stich
ten niet kon bedwingen. Dus een uitzonder
lijke brandweer-enthousiast en een z.g. pyro-
maniak.
Immers IC. heeft toegegeven sedert Maart j.l.
minstens 20 brandjes en branden in onze stad
te hebben gesticht alle nadat hij eerst eenige
café's had bezocht.
Meestal ging hij tussehen 4 en 6 uur des
middags er op uit, dronk eerst in een of meel'
café's bier of sterken drank en liep dan op goed
geluk af, door dé binnenstad, daarbij speurend
naar panden, waarin hij makkelijk kon binnen
gaan. Dit wekte de eerste maanden begrijpe
lijkerwijze geenszins achterdocht temeer daar
de boekdrukker voor zijn vader offerten maak
te en dus dikwijls kantoren e.d. moest binnen
gaan.
Vond de brandstichter iets, dat gemakkelijk
kon worden aangestoken, dan gooide hij een
voudig een brandende lucifer neer, keek eerst
even of hij succes had en verdween snel als
het volgens zijn inzicht hard genoeg brandde
om de brandweer ter plaatse te krijgen.
Vond hij niets dat snel zou kunnen branden,
dan verdween hij onverrichter zake en ging el
ders zijn geluk beproeven.
Zijn geestdrift voor de brandweer wordt ge
demonstreerd door dat deel van zijn bekente
nis waarin hij zeide:
„Ik vind het reusachtig om een brandspuit
te zien rijden en een ladderwagen mee te
helpen duwen, als schooljongen was ik er ai
gek op".
Deze bewering wordt gestaafd door dé fei
ten, dat IC. bijna altijd bij de door hem gestichte
branden lieeft helpen blusschen en eenige kee-
ren zelfs zoo ver is gegaan, dat hij de bewoüers
van het pand, waarin hij brand had gesticht,
waarschuwde om zoodoende de brandweer maar
spoedig ter plaatse te krijgen.
Dit was uiterst onvoorzichtig, want hierdoor
had hij vooral den laatsten tijd, kans verdacht
te worden. Dat de man niet geheel nuchter zijn
werk deed wordt aannemelijk, door het feit,
dat men hem bij volgen dikwijls enkele café's
aehter elkaar had zien binnengaan, doordat
de brandstichtingen soms gebeurden op plaat
sen, waar het zelfs voor een brandstichter zeer
gevaarlijk is.
In het pand van de A.P.E.M. een foto-arti-
kelen-handel in de "Wijnstraat heeft IC. name
lijk brand gesticht in een hoop papier, welke
bij een openstaand gevuld benzinëblik lag. Er
volgde toen spoedig een ontploffing, waarbij
IC. brandwonden kreeg aan linkerhand en bij
zijn rechteroog. Hij zou hier echter evengoed
het leven hij hebben kunnen inschieten, want
liet vuur greep zeer snel om zich heen.
Tenslotte is zijn verklaring hoe hij tot het
stichten van branden gekomen is zeer merk
waardig.
Ik had, zoo vertelde hij, in Februari in de
krant gelezen van een brand aan de Middelland
straat, waarbij de brandweer in het begin het
vuur bijna niet meester meer kon worden, (om
dat het toen vroor en de slangen niet te han-
teeren waren Red.)
Hef moest dus heel hard gebrand hebben en
zoo kwam ik op de gedachte om brand te gaan
stichten en alles van het begin af zelf mee te
maken.
Het eerste brandje heb ik gesticht in Maart
in den ouden winkel van Grol aan den Goolsingel
(Dit was op een Zaterdag des middags te on
geveer half een; de winkel was in gebruik all}
emballagepakhuis van Au Gout Artistique, hef
was niet moeilijk hier met een brandenden lu
cifer brand te maken Red.)
Toen ben ik doorgegaan altijd aUe«a metj
lucifers bij me en hoewel ik er 's morgens cr
na telkens reusachtig veel spijt van had, kwak),
's middags als ik een en ander gedronken had(
de lust weer zoo sterk in me op, dat ik de ver*
leiding niet kon weerstaan.
Soms deed ik het enkele dagen niet, maaf
dan kon ik het niet langer uithouden, ik ben
altijd blijven wachten om te zien wat het wor
den zou.
IC. kon zich niet alle branden meer her
inneren; hij heeft echter o.a. toegegeven op
het Slagveld brand te hebben gesticht, doch
ontkent schuldig te zijn aan den brand bij
Elze en Lazarus op het Haagsche Veer, die,
zooals men zich herinnert, kort daarna is uit
gebroken en bijzonder fel was.
Ook ontkent hij iets met de branden bij Piot
van Rasuwijk te maken te hebben.
Dat men hier niet te doen heeft met een man,
die 't zij omdat hij door aanwijzingen in het
nauw is gebracht, 't zij doordat hij zucht tot
zelfbeschuldiging heeft, dit alles verklaart
wordt met absolute zekerheid uitgelezen door
het feit, dat IC. niet alleen bijzonderheden ver
telt over branden, waarvan „men" weet, door
de krant of burenpraaijes doch ook over zeer
kleine brandjes, die niet in de kranten ver
meld zijn, daar zij te onbelangrijk waren.
Omtrent zijn arrestatie kan nog gemeld wor
den, dat de man, die reeds geruimen tijd ge
volgd werd door rechercheurs naar aanlei
ding van de onvoorzichtige uitlating in woede
van zijn vrouw op Dinsdag 16 Juli j.l. een
brandje gestïeht heeft aan de Kruiskade en
toen onmiddellijk door de recherche gevolgd
is. Op het Hofplein is men hem toen echter
kwijtgeraakt. Het was toen niet direct mogelijk
hem in zijn huis te gaan arresteeren, redenen
van uiterste voorzichtigheid beletten dit.
Bovendien was IC. van zijn vrouw weggegaan
en, zooals thans is gebleken, naar Katendreclit.
Ook al weer om hem geen kans te geven
lont te ruiken, kon men niet gaan uitvinden,
waar hij de nachten doorbracht.
Inmiddels is een bevel tot aanhouding uitge
vaardigd en toen de boekdrukker Vrijdagmid
dag j.l. in een Ford-auto door de Vredenoord-
laan reed, werd hij op signalement gearresteerd
De strafmaaL
Vermoedelijk zal K. in September of Octo
ber terecht staan, verdacht van opzettelijke
brandstichting terwijl daarvoor gemeen ge
vaar voor goederen te duchten was, terwijl bo
vendien levensgevaar voor een ander te'
duchten was (artikel 157 Wetboek van
Strafrecht)
Hierop staat een maximumstraf van vijf
tien jaar.
Of en tot welk een straf hij veroordeeld zal
worden is natuurlijk nog niet te zeggen, dit
hangt o.a. af van de rechtbank of de man ge
heel, ten deele of niet toerekenbaar is.
In elk geval deze brandstichter, die voor
zoover thans door de feiten en zijn eigen ver
klaringen bekend is, moet worden beschouwd
als een hij uitstek brandweerzuehtig en hrand-
zuchtig mensch, voor zoover wij weten wel
haast een unicum.
Want pyro-manïakken, komen meer voor,
brandwe e i'zuehtigen als deze K. echter bijna
niet.
PATER W. VAN DIJK NAAR CARTHAGO,
Een vereerend verzoek
Op verzoek van Z.D.H. Mgr. Lemaitre, aarts
bisschop van Carthago vertrekt naar de „Tijd"'
meldt, pater W. van Dijk O.E.S.A. a.s. Dinsdag
met de „Prinses Juliana" naar Carthago, cm
gedurende eenige maanden deel te nemen aan
de voorbereiding van het dertigste Internatio
naal Eucharistisch Congres, dat van 7 tot tl
Mei volgend jaar aldaar zal worden gehouden.
Dit vereerend verzoek is gedaan naar aanlei
ding van het schitterend welslagen van het
Amsterdamsche Congres. Pater van Dijk zal in-
tussehen slechts zoolang te Carthago blijven
tot de missiezaken geregeld zijn en zijn over
heid hem voor de missie noodig heeft.
ROMAN VAN 1. EDHOR
Uit het Dultsch vertaald door
J. M. v. H.
-3)
Je melk staat al op je te wacihten, kijk,
hi-r!
Anna nam een groot glas van een plank langs
den muur en vulde het tot hoven toe.
Niet zoo vol doen, Anna, anders kan ik het
niet heelemaal leegdrinken, vroeg Ruth, die
haar oogeD nog niet van die voorbeeldige keu
keninrichting kon afwenden.
Ach kom, kindje, dit glas moet je nu leeg
drinken en in den loop van den dag zullen
er nog wel meer moeten volgen. Boschlucht
geeft een grage maag; het zal niet lang meer
duren of je vraagt zelf om meer. Mijn keuken
valt nog al in Je smaak, is 't niet?
O, Anna, ik kan je niet genoeg bewonde
ren! En dat onderhoud je allemaal zelf?
Anna lachte en wreef zich in de handen.
Kun je dat niet aan mijn handen zien! Ja,
zeker, dat doe ik allemaal zelf.
Welverdiende zelfvoldaanheid klonk in die
woorden door.
Terwijl Ruth de lauw-war me melk aan haar
lippen bracht, zette Anna een trekpot op het
vuur en legde een paar blokken hout op het
lustig knappende vuur van het fornuis. Een be
haaglijke gour van de koffie vervulde prikke
lend de ruimte; een mandje versche groente
stond op tafel haar bereiding af te wachten.
Een aanlokkend, echt huiselijk tafreeltje.
Ruth's oog on schitterden, terwijl zij aan alle
kleinigheden aandacht schonk.
Wat moet je toch gelukkig zijn, zei ze
in gedachten.
Nu ja, antwoordde Anna van het vuur
opkijkend, maar dat kan man zonder werk ook
wel zijn.
Zeker, maar die vertrouwelijke huiselijke
bezigheden maken pas het leven lief, terwijl bij
omstandigheden, die zooiets onmogelijk maken,
het verlangen er naar steeds blijft voortleven.
Je praat zoo ernstig, Rutlh, is jouw thuis
je dan niet zoo lief?
Neen, luidde het antwoord. Een bleeke
schijn over haar ietwat misnoegde trekken.
Dat begrijp ik niet. Je spreekt toch met
zooveel liefde van je zuster Anna?
Ja, mijn zuster Anna is een door God be
genadigd .wezen; iemand die geheel vrij is van
zelfzucht, slechts op het welzijn van anderen
bedacht; die alles geeft en niets vraagt. Als je
eens wist, hoe mijn Anna is!
Ruth's stem had een warmen toon aange
nomen.! op ihet woord „mjfn" legde zij zoo'n
nadruk, dat het onwillekeurig opviel.
Dan verwondert het mij, dat het je thuis
niet bevalt.
Ruth schudde het hoofd en zette haar glas
neer.
Je drinkt als een vogeltje, daar heb je
niets aan. Ik kan me best voorstellen, dat je
iu Berlijn ziek geworden bent; jon ontbreekt
levenslust en levensvreugde.
Ruth knikte bevestigend met haar bruin-lok
kig hoofd.
Maar nu naar buiten, vermaande Anna
met nadruk. Keukenlucht is bet laatst, wat Je
thans ncodig hebt.
Zij opende de deur, die toegang naar buiten
verleende. Een lieele zwerm duiven, kippen en
eenden kwam met veel lawaai aangevlogen
en uit de geopende staldeur kwamen twee gei
ten aangehold.
Alles wil eten die zijn niet zoo erg be
scheiden.
Anna greep met beide handen in een kist en
wierp het gevederde volk volop voeder toe. Op
die twee geiten wijzend, z<-'1 ze-
Die zijn nog geen jaar oud en kijk eens,
hoe goed ze er uit zien. Zie je, daar aan den
overkant staan onze koeien, die moeten ook
naar de weide.
Anna was vlug naai* den stal gegaan en maak
te de drie dieren los fan den ketting; toen
bracht zij ze naar huiten en zei lachend:
Dat Is pracihtve>e, nietwaar Ru-th? Je zult
eens zien, hoe goed ze mU bennen. Zulke dieren
zijn erg dankbaar. Dia bonte mat die witte
vlekken is mijn lievelinS» want dat is de goed
moedigste; ze boet Mika en de melk, die je
drinkt, komt van haai'. De tweede heet Liese
«n die grouwe heet Hans.
Ruth's bewondering werd steeds grooter, zij
streelde over den broeden blanken hals van de
beesten en riep verrast uit:
Wat eau verstandige oogen hebben ze;
kijk ze me eens aankijken!
Anna maakte het tuinhek open en ging met
Ruth het bosdh in. Tussehen bloeiende struiken
en meesters stond op houten stellingen een
mooie rij korven, waaromheen een ontelbare
menigte bijen heen cm weer gonsden. Het zoem
de en snorde om de hoofden der "beide meisjes
in de steeds hooger stijgende zon in onbewust
strekte Rutli de hand uit, om een van die gele
vliegen te vangen.
Pas op, hoor, vermaande Anna, de steek
van een bij ts vergiftig en veroorzaakt pijnlijke
gezwellen. We zullen maar liever hier vandaan
gaan en naar huls teri'.gkéeren. Vader kan ieder
oogenblik voor het ontbijt komen. Heb je onze
Grethe al gezien?
Ruth keek de ander vragend aan.
Ja, wacht maar even Grethe! Grebbe!
riep Anna hard naar den kant van het sche
merige wond. Nog eens herhaalde zij haar luiden
•roep en toen kwam do geroepene aangestoven
over het groene mos. Nauwelijks den grond
rakend, vloog een jong hert naderbij en bleef
viak voor Anna staain, wiier hand het likte.
In een opwelling van bewondering en vreug
de knielde Rnth neer en sloeg haar arm om den
hals van het makke dier.
Laat mij nu maar niets meer zien, Anna,
vroeg ze, want anders wil ik hier niet meer
weg.
Anna lachte.
Ik ben er blij om, dat de aantrekkelijkheid
van liet buitenleven indruk op je maakt; daar
om houd ik nog meer van je.
Houtvester Dolling en Eva waren niet weinig
verwonderd Ruth al izoo vroeg ln het bosch
to zien. Het ontbijt werd ln gezellig samenzijn
gebruikt en Ruth moest op algemeen aaa drin
gen haar glas melk lieelemaal opdrinken. Het
duurde geen uur, of het meisje uit de groote
stad voelde zich in het hoirtvestersgezin zoo
goed thuis, of zij er al jarenlang geweest was
en de Dollings van hun kant voelden een ge
negenheid voor het vreemde meisje met, haar
onschuldige oogen, a!s voor e»sii naast lid van
hun familie.
Eva zat met haar jonge gast in de waranda
voor het huis on de twee meisjes hadden een
levendig gesprek aangeknoopt, dat natuurlijk
over Berlijn handelde.
Ontken het maar niet, Eva, riep Rut,h met
vuur; het is je la tea- toch zwaar gevallen, dat
je niet meer de pracht on den praal van de
schitterende feesten van de hoofdstad kunt
zien.
Eva schudde even haar blonden krullekop.
Het was toch mijn eigen verlangen, dat
Ik niet meer terugging. Ruth dacht een oogen
blik na en zei toon op haar diepzinnige manier
een beetje aarzelend:
Neen, Eva, er moet toch iets bijzonders zijn,
dat je kier vastgehouden heeft, anders was je
wel weer naar je tante teruggegaan, die in zoo'n
prachtig huis woont en die zulke schitterende
partijen geeft.
Een zacht rcod steeg naar dis frirache wangen
van de houtvestersdochter.
Kleine Ruth, het beeclh heef: mij vastge
houden.
Ja, het bosch met zijn donkere oogcti, "knikte
Rnth.
Pa® maar op, dat d« kwade boschgeeat het
niet hoort, anders betocver kij je en laat je
tot jo dood van heimwee verteren,
- Mij! -neam hoor! lachte Ruth, met haar
hoofd tegen de klimopplanten leunend. Mij Bal
hij nooit betooveren. Ik heb er geen tijd voor
om batooveremde droomen te hebben en daar
over na te peinzen. Luister eens, Eva, van den
tijd af, dat Ik in staat was te denken, heeft mij
zoo'n heerlijke bosch als dit voor den geest
gezweefd, want mijn overleden moed: r heeft
er heel dikwijls van verteld. Arna moeit mij er
altijd van vertellen, gedurende al de vervlogen
jaren. En verrukt éi ir het bc-ch, wiens volte
pracüt ik neg niet eens ten volle ken, "ben ïk
toch in staat op den eterstan dag, dat ik bier
ben, nu do indruk op mij toch zoo frisch en
onbesmet mogelijk is, te zeggen, dat Ik in den
zomer wel hevig kan verlangen hier te zijn.
maar dat ik 's winters liever in de stad ben.
(Wordt vervolgd)