FEUILLETON V CIU3CAG ;Q JUL! 1329 DERDE BLAD PAGINA 3 DE INVALIDITEITSWET. belangrijke wijzigingen JEUGDLEIDSTERSCURSUS R. K. VROUWENBOND. het dbh hozen um x-sthxlen omtrnmtAmmmt Arthur c. piusbnry I Men schrijft ons: Op 10 Juni j.l. zijn eenige wijzigingen in de Invaliditeitswet in werking getreden, voorna melijk betreffende de navolgende punten: a. de lbongrens van 1200 voor opnam'e in de iuvnliditeits-verzekering is verboogd tot 2000 per jaar. Voortaan is dus ieder, die in loondienst is, jonger dan 35 jaar is en niet meer dan 2000 Per jaar verdient, verplicht zich bij dc-n Kaad van Arbeid aan te melden tot het ver krijgen van een rentekaart. Voor degenen, die thans niet onder den ver zekeringsplicht vallen en die tussehen 30 Juni 1922 en 10 Juni 1929 in de verzekering zouden zijn opgenomen, indien de loongrens voor deze opna,me toen reeds 2000 per jaar was geweest, is de gelegenheid opengesteld om alsnog in het bezit van een rentekaart te komen, mits aan nog enkele bij de wijzigingswet gestelde voor waarden wordt voldaan. Zij, die meenen van deze gunstige bepaling, gebruik te kunnen maken, dienen zich ten' spoedigste, doch in ieder geval vóór 10 Augustus 1930, bij den Raad van Arbeid te melden. Ter voorkoming van misverstand wordt nog opgemerkt, dat de werkgever voor een verze leerden arbeider zegels moet plakken, zoolang het loon van dien arbeider minder dan 3000 Per jaar bedraagt. b. Fooien of andere ontvangsten van derden, die een arbeider ontvangt in verband nfet den ten behoeve van den werkgever verrichten ar beid, worden thans steeds als loon aange merkt. Voor kellners, die uitsluitend tegen fooien Werkzaam zijn, moet dus thans ook door den wergevor geplakt worden. Zijn deze arbeiders biet in het bezit van een rentekaart, zijn zij bovendien jonger dan 36 jaar en ontvangen zij biet meer dan 2000 per jaar, dan moeten zij zich aanmelden bij den Raad van Arbeid, ten einde in het bezit van een rente,, aart te wor den gesteld. Zij, die thans niet onder den verzekerings- Plicht vallen en die reeds vroeger in de ver zekering zouden zijn opgenomen, indien de hier bedoelde bepaling ten aanzien van fooien en ont vangsten van derden reeds op 3 December 1019 in werking was getreden, kunnen nog in het bezit van een rentekaart worden gesteld, mits aan bepaalde bij de wijzigingswet gestelde voor waarden wordt voldaan. Zij dienen zich ten spoedigste, doch in ieder geval vóór 10 Augus tus 1930, bij den Raad van_ Arbeid te melden. c. Zij, die persoonlijk iii aangenomen werk arbeiden, worden thans, indien zij niet hekend zijn bij de Rijksverzekeringsbank als werkgever ib den zin der Ongevallenwet of Land- en Tuin- bouw-Ongevallenwet, evenals hun hulpen geacht ib loondienst te zijn van den „aanbesteder''. Deze laatste moet dan zoowel voor den „aan nemer" als voor diens hulpen plakken. d. Ieder, die bij wijze van werkverschaffing te werk gesteld is en daarvoor een geldelijke Uitkeering geniet, wordt geacht krachtens ar beidsovereenkomst in loondienst te werken van dengene, die het werk verschaft. Deze laatste moet thans voor den te werk gestelde zegels Plakken. e. De Raad van Arbeid kan thans het bedrag, dat wordt nagevorderd, afgescheiden van even- ttteele strafvervolging, met lOpCt. verhoogen. Dit moge een aansporing zijn voor de werkge vers om regelmatig en in de juiste loonklasse zegels te plakken ter voorkoming van finan- cdeele schade. f. De berekening van het aantal benoodigde Uremiën voor het recht op o u d e rd o m s r e n- t e ex artikel 373 is thans voor den verzekerde gunstiger geworden, doordat onder bepaalde omstandigheden daarbij ook rekening kan wor den gehouden met de weken, gedurende welke tengevolge van ziekte of gebrek aan Werk niet is geplakt. PROV- STATEN VAN NOORD-BRABANT Afscheid Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt Gisterennamiddag werd de zomerzitting der Provinciale Staten van Noord-Brabant voort gezet. Verslag werd gedaan van een schrijven van het lid jhr. mr. van Sasse van Ysselt,. waarin hij in verhand met zijn verkiezing tot lid der Eerste Kamer reeds nu ontslag neemt als lid der bijzondere commissie voor de water schappen en der bijzondere commissie voor de provinciale reglementen. De commissaris der Koningin sprak in deze zitting namens allfen het volgende afscheids woord tot het oudste Statenlid jhr. mr. Van Sasse van Ysselt: "BBrtarwoE-ww» VRIJSTELLING VAN WEGENBELASTING En een nieuw verzoek aan den Minister Met vreugde is in de kringen der auto- toeristen vernomen, dat een regeling is ver kregen, waardoor Nederlandsche en Deensche automobilisten over en weer vrijstelling van belasting genieten voor een tijdvak van drie achtereenvolgende maanden. In verband hiermede heeft de A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland, andermaal een request gericht tot den Minister van Financiën, met verzoek om ook aan automobilisten uit Engeland. Zwitserland en Italië vrijstelling van wegenbelasting te verleenen voor de periode gedurende welke Nederlanders in die landen zijn vrijiresteld. Het vertrouwen uwer medeleden, ik zou durven zeggen: het vertrouwen der hevolking van ons gewest, in uw persoon en in uw be gaafdheden heeft u, jhr. mr. van Sasse van Ysselt, als 't ware ter bekroning van uw maat schappelijk leven een plaats gegeven in de Eerste Kamer dar Staten-Generaal. Wij zullen ten gevolge daarvan u moeten missen in deze Staten, waarin gij gedurende 29 jaren zitting gehad hebt. Dat gemis is niet gering. Uw werkzaamheid bij de rechterlijke macht heeft in zekeren zin uw richting bij de wet gevende macht bepaald. „Bij geren tak van bestuur heeft een natie li oog er belang dan bij de recbtsbedeeling zoo heeft de geschiedschrijver Fnün terecht ver klaard. Wëliiu, ik dücht geen tegenspraak, wanneer ik verklaar, dat uw grootste verdienste voor ons gewest hierin gelegen is, dat gij u steeds tot het uiterste beijverd hebt, haar verorde ningen en reglementen in overeenstemming te brengen met de eiscben van het Recht. Voor uw arbeid danken wij u van harte. Wij wenschen u toe, dat uw opgewektheid en levenskracht u nog vele jaren mogen bij blijven tot welzijn van Noordbrabant en tot heil van ons Vaderland. De Staten stemden daar door langdurig applaus mee in. Mr. P. Loeff, die 28 jaar met jhr. van Sasse van Ysselt moaht samenwerken en steeds zijn adviezen heeft gewaardeerd, sloot zich bij deze woorden van hulde gaarne aan. Het lid jhr. mr. van Sasse van Ysselt verklaarde deze toespraken zeer op prijs te stellen. Met weemoed zeide hij heen te gaan, maar toen bij voor de keuze stond, meende hij dat hij geen lid der Tweede Kamer kon blijven. Hij meende het meest nuttig te kunnen zijn voor de provincie Noordbrabant als lid der Eerste Kamer. Noehthans doet het hem verdriet uit deze vergadering heen te gaan, waar hij zoo veel vriendelijkheid heeft onder vonden. Hij dankte voor de vriendschap welke hij had ondervonden en beveelt zich in aller voort durende vriendschap aan. De opvolger van Jhr. Mr. van Sasse van Ysselt Opvolger van jhr. mr. van Sasse van Ysselt als lid der Provinciale Staten wordt na dieps aftreden als zoodanig de heer H. Grasso te g-Hertogenbosch, A, TA. VAN RIJEN Lid van Ged. Staten van Noord-Brabant In de gistermiddag gehouden zitting van de Prov, Staten van Noord-Brabant is in de vava- tureCh. Francken, gekozen tot lid van Ged. Staten, de heer A. Th. van Rijen, wethouder van Tilburg en voorzitter van den Bosscben Diocesanen R. K. Werkliedenbond. ROMAN VAN 1. EDflOR Pit het Duïtsch vertaald door .1 M. v. H. 161 Ruth sprak dsn zulke besliste en tevens toch f'iep doordachte meeningen uit, dat Hellda meer dan eens getroffen op keek en zijn blik ocader- zceleerd langs de slanke meisjesfiguur liet gaan. Wa&r zou zij wel die mooie levensbeschouwing, waar dien elegante® vorm om zich uit te druk- 1(cn, die ongetwijfeld een sterke persoonlijkheid verri-d, aangeleerd hebben? Ofschoon Hellda uauwhamdg acht gaf op iederen zin, dien zij sPrak, gelukte het hem toch niet een verkeerd woord in haar gesprekken te ontdekken. Iedere z'n was goed gebouwd. Zij bezat een rustige zekerheid, waaraan hij geen naam kon geven. scheen vrij te zijn van alle verlegenheid on toch was zij niet, wat men noemt een „geleerde'? v1'°pw; zy was eenvoudig en toch anders dan anderen. Als Ruth vergrijpen begaan zou zijn tegen cla regels van het gezelschapsleven, ja %]fs a,s zij don klemtoon op een verkeerden ettergreep gelegd zou hebben, dan zou de as- sessur zich er aan gestooten hebben en hhar Bozolschap niet meer hebben gezocht. Zijn meer van gewone kennis en fijn verzorgde opvotding lat '1Cm io^ere onyolkomc.nheid als een ergernis v f11 hebben gevoelen en hij was er eigenlijk uit Ce-n '>e^'e bevreesd voor, dat een of andere 0 1 ""king van het meisje hem voor verder 2~rl!0U(* zou doen terugschrikken. zich er eigenlijk rekenschap van te bij he']1 sevea' zocbt hij onophoudelijk de na- Dttgen Ir" 'U bind, dat in niets de verwacli- ie hij van zijn toekomstige vrouw, ge vormd had, zou kunnen beantwoorden. Maar dacht hij er dan aan met haar te trouwen? Hellda moest hardop lachen bij die gedachte. Dat was nog nooit in zijn hoofd opgekomen. Maar hij kon toch niet ontkennen, dat hij een ongewonde belangstelling voor haar koesterde. Het was een wondervolle tijd voor Ruth, ■waarin zij de gezondheid, met volle teugen in ademde. De zuivere dennenlucht en de verster kende melk haddon haar een gazonder- uitorliik gegeven. Een zacht rood schemerde van tijd tot tijd door dan bloaken schijn van haar ge zicht. Zoo zat zij weer in de met klimop toe.groeid» waranda van tie hvu tves berswon img en keek vol gedachten naar de hemelhocige kruinen der boomen, wier bladeren 'n diepgroene tint hadden gekregen. Hier en daar was al een geel blad be zien, als voorbode ^an den naderenden herfst. Het was im den laten namiddag. Twee sonore mannenstemmen, die naar het huis toe kwamen, deden haar omkijken. Ving schoof ze de brief- bladan, die voor haar op tafel lagen hij elkaar, vouwde ze samen en verdeelde ze in twee enveloppen, waarop zij adressen schreef U zult droeve ervaringen opdoen, mijnheer de opperhoutvester, zei assessor von Hellda. Mot Seholz haalt u een annoodige ergernis in het bosch; zijn eigenaardig temperament, dat reeds zooveel ongelukken heeft veroorzaakt, is absoluut ongeschikt voor den dienst. Ik mag hem de gelegenheid nog eenmaal in zijn oude beroep terug te keeren niet ont nemen de mogelijkheid blijft toch bestaan, dat hij daardoor zijn leven betert. Seholz zal nooit beter, maar wel'slechter worden. Vraag het maar aan wie u wilt en iedereen zal u hetzelfde antwoord geven. Graag wil ik mijn persoonlijk gevoelen het zwijgen opleggen alleen verzoek ik u mij niet ver antwoordelijk te stellen, wanneer er meer on regelmatigheden in den dienst voorkomen, dan In ,»Saeré Coeur" te Arnl< EERSTE DAG. Het was in liet prachtig gelegen Pensionaat „Sacré Coeur" te Arnhem dat Zaterdag en Zon dag ruim 'n 100-tal Katholieke vrouwen bijeen kwamen, van verschillende .leeftijd en zeer uiteenloopende richting, omhaar godsdienstige en practische kennis te gaan verbroeden en verdiepen en die dienstbaar te maken aan de vorming der Katholieke schoolvrije vrouwelijke jeugd. Pater Smit uit Nijmegen. de sP°a1:ane. druk gebarende, vurige en vrome Dominicaan, had het leeuwenaandeel in de voordrachten. Hij be lichtte van alle kanten van theologisch stand punt bezien: „De opvoeding in dienst der H. kerk". Hij had ook de kerkelijke opening in de kapel te verzorgen en de verdere geestelijke oefenin gen tijdens de cursus-dagen. Zijn voordrachten waren geestdriftig. Op de eerste plaals kwam zijn priesterzijn naar vore.V .rua-rnd. de leeraar, wiens dagelijksch werk speciasl geweid is aan. de' vorming der Katholieke m jeugd. De algemeene leiding berustte bij Je O. voorzitster der cursus-commissie. In zijn eerste voordracht werkte Pater Smit' uit ,,de Kerk in haar oorsprong en wezen". Spr. merkte vooraf, op. dat zielen vormen on leiden ontzettend moeilijk is, zelfs voor priesters, die in de meest gunstige- omstandigheden ver- keeren, door hun biechtvaderschap. Daarom vinden alleen de door God geroepenen, beoefe nend de edelste liefde, den moed, de leiding en opvoeding der zielen op zR'1 te neme»- Ons doel ia, onze Moeder de H. Kerk te helpen in de leiding der zielen. Spr. wees op de bestemming van den mensch en den zondeval. Hij sprak over den eeuwigen strijd en Gods liefde, wijsheid, almacht en grootheid. Hij stierf voor ons aan ten kruis en gaf ons de middelen om tot Ifun op te stijgen. In den breede be lichtte. spr. de kerk, als Bruid. van. Christus en het mystieke lichaam, waarvan Christus het hoofd is. Chrsitus is onze Vader, de Kerk-onze moeder. Zij werken samen tot ons.heil. Vervol gens gaf hij een definitie van het bovennatuur lijk leven, het verband met Christus. Voor de tweede voordracht werd een brief gelezen van Mgr. H. van de Wetering, die vergezeld ging van zijn Bisschoppelijken zegen. Daarna een verhandeling van P. Smit over ,,de zending en het werk van de II. Kerk onder ons". De zending van de Kerk is Chistenen voort-te brengen, ze op te voeden en te bescher men. Spr. gaf een beknopt historisch ovorzicht van het lystaan der R. K. Kerk. Vervolgens een verklaring op welke wijze de Kerk de zielen leidt. Maria Emich uit Nijmegen behandelde „tact en persoonlijkheid van da jeugdleidster". Zij gaf zeer mooie practische puntjes aan, hekelde de eigenschappen va.n slechte jeu^Haidstera en- was niet bevreesd harde waarheden te zoggen. TWEEDE DAG Na de II. Mte on ontbijt vingen Zondag de conferenties weer aan. Pater Smit, die da voordrachtenrij opende behandelde dit keer: We moeten de Kerk beminnen met heel ons verstand. Het hoogste gcüik van den mensch bestaat in het opnemen van het hoogst kenbare object in ons vet stand. Dat geluk is God te kennen. Op aarde de hemelsclie waarheden in ons opnemen, voor zoover we ze kunnen be vatten. Op. 't woord Gods blijven Btudaercn, opdat we meer van God leeren begrijpen en bevatten. Die kennis brengt ons de hoogste cultuur en stelt de wereldsclie dwaasheid in het juiste licht. Doen we genoeg, vroeg spr., om die godskennis te verwerven?' Voeden we onze-kinderen op, om ze den godsdienst te lee- den kennen en beleven? We moeten niet te veel theoretisch zijn, maar de eeuwige waarheden laten doordringen in heel hun doen en laten. In onzen tijd, die begonnen is met mannen- organisatie en doorgegaan is met or ganisatie op sociaal en politiek ter rein, is thans de meeste belangstelling geconcentreerd op godsdienstige bijeenkoipsten. De godsdienst is trouwens het steunpunt van geheel ons vereenigmgsleven. Vervolgens weidde spr. uit over: „we mosten de Kerk "bemihnen met geheel onzen wil". We moeten onzen wil in alle opzichten neigen, naar den wil van God. Daarom moeten we Zijn gebo- den onderhouden, die de Kerk ons gedetailleerd I in California, e;*n tekende, botanist en X-stral-'n-expert, maakt thars i'ceo's van. het bloeien van rozen. omschrijft. Ook niesten we de Kerk volgen in de dingen die zij aanraadt. Veelvuldige H. Com munie, H. Mis bijwonen. Tracht, met. het kind in contact te komen en zoo zijn innerlijk te doorgronden. Geeft den kinderen den raad: zorgt voor een goeden biechtvader. Spr. bleef-geruimen tijd zijn aandacht wijden aan het funeste, van hetsléchte voorbeeld en daartegenover de kracht van het goede voor beeld. Na iedere voordracht ontspon zich telkens een levendige discussie, bewijs van meeleven en volkomen- opgaan in het gesprokene. Aan „de opvoedster en haar rol in de Kerk" werd weer een. conferentie-besteed. Daarin liet spr. vooral uitkomen, dat we moeten leven volgens de Katb. principen en wraak nemen op onze vijanden. Het bovenna tuurlijk leven, dat is het, waar het om gaat, We moeten zooveel mogelijk goede daden stel len, kennis en inzicht verwerven, waarom we de deugden beoefenen. Studeert in u zelf. Hebt eerbied en liefde voor de Kerk. Hoe meer we de Kerk liefhebben,.. boa meer we God aan hangen Spr. beval tot slot aan den meisjes, die buitenshuis haar werkkring hebben, zoo veel mogelijk huishoudelijke kennis bij te bren gen, Laten we zorg dragen, voor gepaste Auf- klarung. Twee vragen, gesteld door cursisten, die bij zonder de aandacht vroegen, zijn: I. Is het op richten van gemengde vereenigingea niet het middel, om het huwelijk met andersdenkenden tegen te gaan? II. Wat moeten we doen om de minachting weg te nemen, die er bij een groot deel van onze, meisjes: bestaat voor liet moeder schap? Tfjdens de pauze in - het- middaguur, toen alle deelneemsters zich gingen vermeien in dé heer lijkheden van Sacró Goenr's verrukkelijke tui nen, werden op het zon doorstoofde grasveld, dat daar lag uitgestrekt in zachte glooiing, eenige reidansen uitgevoerd. Daarna volgde P. Smit's .slotconferentie over de Liturgie. Spr. begon met te zeggen, dat uiter lijk eerbetoon in liet geestelijk leven noodza kelijk is. Het lichaam drukt uit, vat de ziel ondergaat. De reformatie heeft onze liturgie geknecht. De rijkdom ervan moest achterwege blijven. Het begrip liturgie was verloren ge raakt. Toen voldoende vrijheid, werd verkregen bloeide ze veer op. Daar is tegenwoordig cïe prachtig werkende liturgische vereeniging. De Euch. beweging bloeit overal weer op. De Eucha ristie, dat is de zon, die heel ons leven bestraalt, verlevendigt en verwarmt. Aan de Eucharistie danken we ons godsdienstig leven. Zooals lichaam en ziel ten nauwste aan elkaar zijn verbonden, zoo zijn de uiterlijke handelingen verbonden aan onzen eoredienst. Uitwendige Godsvereering is noodzakelijk om Ged voldoen de eer te geven. Spr. weidde uit., over het Of fer en dq uitwendige teekenea verbonden aan de Sacramenten. Nu was het de beurt aan rector de Groot, voorzitter van dé Interdiocesane jeugdcommis sie om te spreken over: „Dc nieuwe richting-in bet Jeugdwerk". Het is, zoo begon spr., van lxet grootste ge wiekt om ons jeugdwerk op het peil te hou den, waarop we het gebracht hebben. Is de jeugd, van nu slechter dan vroeger? De con clusie van sommigen luidt: er is tegenwoor dig veel lichtzinnigheid bij de jeugd. Maar dan kunnen: we daar tegenover stellen, dat er een kern is, die veel. heter is dan. vroeger. Er ia zooveel enthousiaste edelmoedigheid bij onze jongeren, dat bij duizenden de roepingen ko men voor priester en religieus. Dat wijst op vooruitgang. Dat neemt niet weg, dat da psyche- vaar dn jongeren, heel anders is dan voor 35 jaar. De jeugd is meer actief, voelt in zioh een drang van zelfwerkzaamheid, heeft veel dieper verantwoordelijkheidsgevoel, wil niet meer passief maar actief zijn en voelt in zich een sterken vrijheidsdrang. Dat stre ven naar meer zelfstandigheid, vervolgde spr., moeten we toejuichen, zoomede het aankwee- ken van persoonlijkheid. We moeten dat be nutten in onze jongens en meisjes. Ze brengen tot de vrijheid der kinderen Gods. Ze aan moedigen om persoonlijk werkzaam te zijn. Wij noete-n rekening houden met de invloeden van binnen en van buiten, het huiselijk, arbeids en genots-mülieu. Vroeger kenden we jeugdzorg, nu heeft de-jeugd behoefte aan jeugdbeweging. De jeugd wil niet meer bemoederd worden, maar streeft naar den eigen arbeid van zich zelf. Dat is de- nieuwe richting. Wat is: opvoeding? Invloed uitoefenen. De oudere moet zijn invloed doen: gelden op den jongere, hem brengen tot een volledige per soonlijkheid, hem leeren zoo good mogelijk God te dienen en hem brengen tot zelfstandigheid. Daartoe moet zijn verstand ontwikkeld en zijn wil gevormd worden. Wo moeten hem een complex van lerens waarheden bijbrengen. Vroeger waren we veel te schoolsch, veel te intellectueel. We moeten intensiever te werk gaan. Persoonlijk contact bewaren met ieder kind afzonderlijk. Zijn wilsvorming bevorderen en durf aanmoedigen. &pr. besloot zijn enthou siast systematisch betoog met het propageeren van het vrije clubsysteem en verplichte groep- irrdeeling. Zoo werken we aan het ideaal der persc-oniijkheidscultuur. Voorde opening-der avond-bijeenkomst dank te mej.. Cremers allen, die tot het welslagen van den cursus hadden bijgedragen. Daarna kreeg mej. Emich het woord, die in aansluiting op Rector de Groot's rede, nu meer gedetailleerd uit haar praktijk als clublcidster een uiteenzetting gaf van de organisatie van een jeugdvereeniging, in clubs onderverdeeld. Deze les uit de praktijk trok veel belangstel ling. Et kwamen dan ook weer veel vragen los. Gisterenmorgen vond de sluiting plaats met een H. Mis en een warm bezielde slotpredikatie in de intieme zustershui.el van pater Smit. gewoonlijk. I]£ zai iiet toezicht over d» bosehwachters aan Bruek opdragen, ook het drooghnis kan hij overnemen: dan leunt u niet met Seholz in aan raking komen. TOt ziens mijnheer de assessor. Aldenhofen ging dan hoek van het huis om. Hellda ging den tuin in. Een lichte ontstemd heid lag op zijn gebruind gezicht toen hij vlug den weg naar- dé waranda insloeg, waarin zijn zoekende blik een grijze japon had ontdekt. Juffrouw RUth, heeft u al gehoord, dat die liederlijke Seholz een aanstelling als hoseto- wachter heeft gekresen Hellda wierp miet een ongeduldige beweging zijn Voed naast 2ich op de bank. jj- i10orde uw gesprek met den opperhout vester, antwoordde Z'J aarzelend. Hellda haalde verachtelijk de schouders op, Onbegrijpelijk0 nalatigheid! We waren allemaal blij, dat die man eindelijk uit dit district weg was en au? Maar wat trek ik er mij eigenlijk van: aam? Een ironisch ladhje speelde om zijn mond. We jollen zien, heer Aldenhofen, wat voor ondervinding u ®et hem' ™lt opdoen, mom pelde hij half luid; daarna plotseling ophoudend voegde hij er aan toe: Zoo, juffrouw Ruth, u bent ijverig geweest. Twee brieven, en, niet van die kleintjes ook! ja> vandaag geécbreven en dan ben ik voor den middag, zooals u weet, een groote wandeling wezen maken. Dat was te veel inspanning; dat moet u niet meer doen; Ik geloof dat ik juffrouw Doiling een wenk- moet geven een wakend oogje in hot zeil te houden. Ilsllda's blik ontmoette de zonnigs bruino oogen, die hem lachend aankeken. Ik ben er buitengewoon goed aan toe en ik voel, dat ik veel sterker geworden hen. Een straal van bewondering scheen uit Hell- da's oogen. Ja, n ziet ergoed uit en uw An-n-a zon er- goed aan doen u hier ook nog d,en herfst on. den. winter te laten blijven. Nee®, dat zou ik niet willen, onderbrak Ruth hem lachend. Ilc zou bang worden in deze van de wereld afgesloten eenzaamheid. Daar over bob" ik pas nog van gedachten gewisseld met Anna en Eva Dolling, die natuurlijk par tijdig zijn. Houdt u dam zooveel van het geJruisch van de wereld, juffrouw Rubh? Neen, dat niet, maar ik beu liefst onder de mensch en. Onze gevoelens stemmen voortreffelijk overeen' juffrouw Walden, ook ik zoek zoo enx dan de wereid, het gezelschap. Maar u bent onbestendig, schertste Ruth. Xk lieh u vroeger ai eens verteld, dat., al mag ik soms hcndordmal van ecu weg. afwij ken, ik er tooit altijd weer op terugkeer; aast- ernstige na trouw maak ik mij niet achuidig. Het kan zijn, dat zo»'», korte afwijking al ontrouw is. Als ik mij in de gegeven om standigheden volgens mijn natuurlijken aan leg aan het bosch gewijd Hebben, dan- zou ik nergens anders meer den winter willen door brengen of ook maar de minste b.vhosfte aan een of ander- go zei schap gevoel"®. U beschuldigt mij dus vr.a cmk-::'-ndigh i of wispelturigheid, als ik Het - m'g?' Ben licht rood teekemie zi "dn -or- hoofd. Ik heb het lweht niet n van i schuldigen, mijnheer de assessor, zei li' i e legen. Maar ik geef u dat recht doch g.k- mij, Ruth, ondaui.s mijn oubcrtciwli-beid. I en ik dan ook.-niet bet cnbaatzr.chti--:.- g-prthn hart van uw= Anna dat u altijd- met zo-v'n groeten: weemoed naar voren brengt, toch ben ik trouw aan dat wat ik lief heb. Gelooft u. als ik in de plaats was van uw zuster en u mij anc-t zoo'n kinderlijke aanhankelijkheid beminde en mij met uw reino gevoelens omringde, dat ik dan niét een ander, eeu heter en edeler mensch zou worden? Gelooft u niet, dat ilc dan gelijk zou kunnen worden aan uw zuster? Ruth schudde haar met krullen omkranste hoofd, De volkomen baatzuchtigheid van mijn Anna zou u outbroken, antwoordde zij haperend onder zijn onderzoekende blilckon, dio haar in verlegenheid brachten. O, u denkt, dat u in dezen korten tijd, mijn heele karakter heb leeren kennen; u denkt dus werkelijk, dat ik alleen van mij zelf zal kunnen houden? Pardon, mijnheer de assessor. Ik ben er vast van overtuigd dat u zeer veel van iemand kunt houden doch alleen. als het voorwerp van uw liefde aam alle kanten het volmaaakte nabij komt. Wanneer do voortreffelijkheden van lichaam en gesst samenwerken- om iets bijzon ders tot stand te brengen. U bemilit niet onge woon, zoaals nicht Ai.-aa zegt. maar buitenge woon. II streeft na-u- hf-t hoogste on schoonste! Dat heb ik u ai eens: gnzassd. Mtiar mijn Anna is geheel an-k-rs, ofschoon w eest vergelijking wilde trekken. Di«- offert riöh ieder uur van dn <ïas op vtn.r haar st.i: "Zusje, en onverbid delijk streng vota- TacazelfJ zoekt zij geen ver- lichte!tig iu ltutvr. karde lewu;. steeds werkt en zwoegt zij in de bit.1 t'held van haar bestaan, dat voor haar fijnbesnaards zul ctn voortdu rends foltering moet zijn. Met een allesover- wiuneiid engelengeduld, ziet zij de messt ver nederende voorbeelden van een losbandig leven, do droakenseh p» vloeken en .liederlijke taal i au zich voorbijbaan -en werkend le midden van zoon o?itze;t?K<le omgeving Heeft zij toch nau- v, ijks goseeg om don lcnagwn'sn honger ta stil! n; nooit hééft z-ij gelegenheid den nimmer oph'/Videnden zorgen te ontvlieden, die haar nu t altijd dreig-wd gelaat aanstaren. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 11