FEUILLETON
V
CIU3CAG
;Q JUL! 1329
DERDE BLAD
PAGINA 3
DE INVALIDITEITSWET.
belangrijke wijzigingen
JEUGDLEIDSTERSCURSUS
R. K. VROUWENBOND.
het dbh hozen um x-sthxlen omtrnmtAmmmt Arthur c. piusbnry
I
Men schrijft ons:
Op 10 Juni j.l. zijn eenige wijzigingen in de
Invaliditeitswet in werking getreden, voorna
melijk betreffende de navolgende punten:
a. de lbongrens van 1200 voor opnam'e in
de iuvnliditeits-verzekering is verboogd tot
2000 per jaar.
Voortaan is dus ieder, die in loondienst is,
jonger dan 35 jaar is en niet meer dan 2000
Per jaar verdient, verplicht zich bij dc-n
Kaad van Arbeid aan te melden tot het ver
krijgen van een rentekaart.
Voor degenen, die thans niet onder den ver
zekeringsplicht vallen en die tussehen 30 Juni
1922 en 10 Juni 1929 in de verzekering zouden
zijn opgenomen, indien de loongrens voor deze
opna,me toen reeds 2000 per jaar was geweest,
is de gelegenheid opengesteld om alsnog in het
bezit van een rentekaart te komen, mits aan
nog enkele bij de wijzigingswet gestelde voor
waarden wordt voldaan. Zij, die meenen van
deze gunstige bepaling, gebruik te kunnen
maken, dienen zich ten' spoedigste, doch in
ieder geval vóór 10 Augustus 1930, bij den Raad
van Arbeid te melden.
Ter voorkoming van misverstand wordt nog
opgemerkt, dat de werkgever voor een verze
leerden arbeider zegels moet plakken, zoolang
het loon van dien arbeider minder dan 3000
Per jaar bedraagt.
b. Fooien of andere ontvangsten van derden,
die een arbeider ontvangt in verband nfet den
ten behoeve van den werkgever verrichten ar
beid, worden thans steeds als loon aange
merkt.
Voor kellners, die uitsluitend tegen fooien
Werkzaam zijn, moet dus thans ook door den
wergevor geplakt worden. Zijn deze arbeiders
biet in het bezit van een rentekaart, zijn zij
bovendien jonger dan 36 jaar en ontvangen zij
biet meer dan 2000 per jaar, dan moeten zij
zich aanmelden bij den Raad van Arbeid, ten
einde in het bezit van een rente,, aart te wor
den gesteld.
Zij, die thans niet onder den verzekerings-
Plicht vallen en die reeds vroeger in de ver
zekering zouden zijn opgenomen, indien de hier
bedoelde bepaling ten aanzien van fooien en ont
vangsten van derden reeds op 3 December 1019
in werking was getreden, kunnen nog in het
bezit van een rentekaart worden gesteld, mits
aan bepaalde bij de wijzigingswet gestelde voor
waarden wordt voldaan. Zij dienen zich ten
spoedigste, doch in ieder geval vóór 10 Augus
tus 1930, bij den Raad van_ Arbeid te melden.
c. Zij, die persoonlijk iii aangenomen werk
arbeiden, worden thans, indien zij niet hekend
zijn bij de Rijksverzekeringsbank als werkgever
ib den zin der Ongevallenwet of Land- en Tuin-
bouw-Ongevallenwet, evenals hun hulpen geacht
ib loondienst te zijn van den „aanbesteder''.
Deze laatste moet dan zoowel voor den „aan
nemer" als voor diens hulpen plakken.
d. Ieder, die bij wijze van werkverschaffing
te werk gesteld is en daarvoor een geldelijke
Uitkeering geniet, wordt geacht krachtens ar
beidsovereenkomst in loondienst te werken van
dengene, die het werk verschaft. Deze laatste
moet thans voor den te werk gestelde zegels
Plakken.
e. De Raad van Arbeid kan thans het bedrag,
dat wordt nagevorderd, afgescheiden van even-
ttteele strafvervolging, met lOpCt. verhoogen.
Dit moge een aansporing zijn voor de werkge
vers om regelmatig en in de juiste loonklasse
zegels te plakken ter voorkoming van finan-
cdeele schade.
f. De berekening van het aantal benoodigde
Uremiën voor het recht op o u d e rd o m s r e n-
t e ex artikel 373 is thans voor den verzekerde
gunstiger geworden, doordat onder bepaalde
omstandigheden daarbij ook rekening kan wor
den gehouden met de weken, gedurende welke
tengevolge van ziekte of gebrek aan
Werk niet is geplakt.
PROV- STATEN VAN NOORD-BRABANT
Afscheid Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse
van Ysselt
Gisterennamiddag werd de zomerzitting der
Provinciale Staten van Noord-Brabant voort
gezet. Verslag werd gedaan van een schrijven
van het lid jhr. mr. van Sasse van Ysselt,.
waarin hij in verhand met zijn verkiezing tot
lid der Eerste Kamer reeds nu ontslag neemt
als lid der bijzondere commissie voor de water
schappen en der bijzondere commissie voor de
provinciale reglementen.
De commissaris der Koningin sprak in deze
zitting namens allfen het volgende afscheids
woord tot het oudste Statenlid jhr. mr. Van
Sasse van Ysselt:
"BBrtarwoE-ww»
VRIJSTELLING VAN WEGENBELASTING
En een nieuw verzoek aan den Minister
Met vreugde is in de kringen der auto-
toeristen vernomen, dat een regeling is ver
kregen, waardoor Nederlandsche en Deensche
automobilisten over en weer vrijstelling van
belasting genieten voor een tijdvak van drie
achtereenvolgende maanden.
In verband hiermede heeft de A.N.W.B.
Toeristenbond voor Nederland, andermaal een
request gericht tot den Minister van Financiën,
met verzoek om ook aan automobilisten uit
Engeland. Zwitserland en Italië vrijstelling
van wegenbelasting te verleenen voor de periode
gedurende welke Nederlanders in die landen
zijn vrijiresteld.
Het vertrouwen uwer medeleden, ik zou
durven zeggen: het vertrouwen der hevolking
van ons gewest, in uw persoon en in uw be
gaafdheden heeft u, jhr. mr. van Sasse van
Ysselt, als 't ware ter bekroning van uw maat
schappelijk leven een plaats gegeven in de
Eerste Kamer dar Staten-Generaal.
Wij zullen ten gevolge daarvan u moeten
missen in deze Staten, waarin gij gedurende
29 jaren zitting gehad hebt.
Dat gemis is niet gering.
Uw werkzaamheid bij de rechterlijke macht
heeft in zekeren zin uw richting bij de wet
gevende macht bepaald.
„Bij geren tak van bestuur heeft een natie
li oog er belang dan bij de recbtsbedeeling zoo
heeft de geschiedschrijver Fnün terecht ver
klaard.
Wëliiu, ik dücht geen tegenspraak, wanneer
ik verklaar, dat uw grootste verdienste voor
ons gewest hierin gelegen is, dat gij u steeds
tot het uiterste beijverd hebt, haar verorde
ningen en reglementen in overeenstemming
te brengen met de eiscben van het Recht.
Voor uw arbeid danken wij u van harte.
Wij wenschen u toe, dat uw opgewektheid
en levenskracht u nog vele jaren mogen bij
blijven tot welzijn van Noordbrabant en tot
heil van ons Vaderland.
De Staten stemden daar door langdurig
applaus mee in.
Mr. P. Loeff, die 28 jaar met jhr. van Sasse
van Ysselt moaht samenwerken en steeds
zijn adviezen heeft gewaardeerd, sloot zich bij
deze woorden van hulde gaarne aan.
Het lid jhr. mr. van Sasse van Ysselt
verklaarde deze toespraken zeer op prijs te
stellen. Met weemoed zeide hij heen te gaan,
maar toen bij voor de keuze stond, meende
hij dat hij geen lid der Tweede Kamer kon
blijven.
Hij meende het meest nuttig te kunnen
zijn voor de provincie Noordbrabant als lid
der Eerste Kamer. Noehthans doet het hem
verdriet uit deze vergadering heen te gaan,
waar hij zoo veel vriendelijkheid heeft onder
vonden.
Hij dankte voor de vriendschap welke hij
had ondervonden en beveelt zich in aller voort
durende vriendschap aan.
De opvolger van Jhr. Mr. van Sasse
van Ysselt
Opvolger van jhr. mr. van Sasse van Ysselt
als lid der Provinciale Staten wordt na dieps
aftreden als zoodanig de heer H. Grasso te
g-Hertogenbosch,
A, TA. VAN RIJEN
Lid van Ged. Staten van Noord-Brabant
In de gistermiddag gehouden zitting van de
Prov, Staten van Noord-Brabant is in de vava-
tureCh. Francken, gekozen tot lid van Ged.
Staten, de heer A. Th. van Rijen, wethouder
van Tilburg en voorzitter van den Bosscben
Diocesanen R. K. Werkliedenbond.
ROMAN VAN 1. EDflOR
Pit het Duïtsch vertaald door
.1 M. v. H.
161
Ruth sprak dsn zulke besliste en tevens toch
f'iep doordachte meeningen uit, dat Hellda meer
dan eens getroffen op keek en zijn blik ocader-
zceleerd langs de slanke meisjesfiguur liet gaan.
Wa&r zou zij wel die mooie levensbeschouwing,
waar dien elegante® vorm om zich uit te druk-
1(cn, die ongetwijfeld een sterke persoonlijkheid
verri-d, aangeleerd hebben? Ofschoon Hellda
uauwhamdg acht gaf op iederen zin, dien zij
sPrak, gelukte het hem toch niet een verkeerd
woord in haar gesprekken te ontdekken. Iedere
z'n was goed gebouwd. Zij bezat een rustige
zekerheid, waaraan hij geen naam kon geven.
scheen vrij te zijn van alle verlegenheid on
toch was zij niet, wat men noemt een „geleerde'?
v1'°pw; zy was eenvoudig en toch anders dan
anderen. Als Ruth vergrijpen begaan zou zijn
tegen cla regels van het gezelschapsleven, ja
%]fs a,s zij don klemtoon op een verkeerden
ettergreep gelegd zou hebben, dan zou de as-
sessur zich er aan gestooten hebben en hhar
Bozolschap niet meer hebben gezocht. Zijn meer
van gewone kennis en fijn verzorgde opvotding
lat '1Cm io^ere onyolkomc.nheid als een ergernis
v f11 hebben gevoelen en hij was er eigenlijk
uit Ce-n '>e^'e bevreesd voor, dat een of andere
0 1 ""king van het meisje hem voor verder
2~rl!0U(* zou doen terugschrikken.
zich er eigenlijk rekenschap van te
bij he']1 sevea' zocbt hij onophoudelijk de na-
Dttgen Ir" 'U bind, dat in niets de verwacli-
ie hij van zijn toekomstige vrouw, ge
vormd had, zou kunnen beantwoorden. Maar
dacht hij er dan aan met haar te trouwen?
Hellda moest hardop lachen bij die gedachte.
Dat was nog nooit in zijn hoofd opgekomen.
Maar hij kon toch niet ontkennen, dat hij een
ongewonde belangstelling voor haar koesterde.
Het was een wondervolle tijd voor Ruth,
■waarin zij de gezondheid, met volle teugen in
ademde. De zuivere dennenlucht en de verster
kende melk haddon haar een gazonder- uitorliik
gegeven. Een zacht rood schemerde van tijd
tot tijd door dan bloaken schijn van haar ge
zicht.
Zoo zat zij weer in de met klimop toe.groeid»
waranda van tie hvu tves berswon img en keek
vol gedachten naar de hemelhocige kruinen der
boomen, wier bladeren 'n diepgroene tint hadden
gekregen. Hier en daar was al een geel blad be
zien, als voorbode ^an den naderenden herfst.
Het was im den laten namiddag. Twee sonore
mannenstemmen, die naar het huis toe kwamen,
deden haar omkijken. Ving schoof ze de brief-
bladan, die voor haar op tafel lagen hij elkaar,
vouwde ze samen en verdeelde ze in twee
enveloppen, waarop zij adressen schreef
U zult droeve ervaringen opdoen, mijnheer
de opperhoutvester, zei assessor von Hellda.
Mot Seholz haalt u een annoodige ergernis in
het bosch; zijn eigenaardig temperament, dat
reeds zooveel ongelukken heeft veroorzaakt, is
absoluut ongeschikt voor den dienst.
Ik mag hem de gelegenheid nog eenmaal
in zijn oude beroep terug te keeren niet ont
nemen de mogelijkheid blijft toch bestaan, dat
hij daardoor zijn leven betert.
Seholz zal nooit beter, maar wel'slechter
worden. Vraag het maar aan wie u wilt en
iedereen zal u hetzelfde antwoord geven. Graag
wil ik mijn persoonlijk gevoelen het zwijgen
opleggen alleen verzoek ik u mij niet ver
antwoordelijk te stellen, wanneer er meer on
regelmatigheden in den dienst voorkomen, dan
In ,»Saeré Coeur" te Arnl<
EERSTE DAG.
Het was in liet prachtig gelegen Pensionaat
„Sacré Coeur" te Arnhem dat Zaterdag en Zon
dag ruim 'n 100-tal Katholieke vrouwen bijeen
kwamen, van verschillende .leeftijd en zeer
uiteenloopende richting, omhaar godsdienstige
en practische kennis te gaan verbroeden en
verdiepen en die dienstbaar te maken aan de
vorming der Katholieke schoolvrije vrouwelijke
jeugd.
Pater Smit uit Nijmegen. de sP°a1:ane. druk
gebarende, vurige en vrome Dominicaan, had
het leeuwenaandeel in de voordrachten. Hij be
lichtte van alle kanten van theologisch stand
punt bezien: „De opvoeding in dienst der H.
kerk".
Hij had ook de kerkelijke opening in de kapel
te verzorgen en de verdere geestelijke oefenin
gen tijdens de cursus-dagen. Zijn voordrachten
waren geestdriftig. Op de eerste plaals kwam
zijn priesterzijn naar vore.V .rua-rnd. de
leeraar, wiens dagelijksch werk speciasl geweid
is aan. de' vorming der Katholieke m
jeugd.
De algemeene leiding berustte bij Je O.
voorzitster der cursus-commissie.
In zijn eerste voordracht werkte Pater Smit'
uit ,,de Kerk in haar oorsprong en wezen". Spr.
merkte vooraf, op. dat zielen vormen on leiden
ontzettend moeilijk is, zelfs voor priesters, die
in de meest gunstige- omstandigheden ver-
keeren, door hun biechtvaderschap. Daarom
vinden alleen de door God geroepenen, beoefe
nend de edelste liefde, den moed, de leiding en
opvoeding der zielen op zR'1 te neme»-
Ons doel ia, onze Moeder de H. Kerk te
helpen in de leiding der zielen. Spr. wees op de
bestemming van den mensch en den zondeval.
Hij sprak over den eeuwigen strijd en Gods
liefde, wijsheid, almacht en grootheid. Hij stierf
voor ons aan ten kruis en gaf ons de middelen
om tot Ifun op te stijgen. In den breede be
lichtte. spr. de kerk, als Bruid. van. Christus
en het mystieke lichaam, waarvan Christus het
hoofd is. Chrsitus is onze Vader, de Kerk-onze
moeder. Zij werken samen tot ons.heil. Vervol
gens gaf hij een definitie van het bovennatuur
lijk leven, het verband met Christus.
Voor de tweede voordracht werd een brief
gelezen van Mgr. H. van de Wetering, die
vergezeld ging van zijn Bisschoppelijken zegen.
Daarna een verhandeling van P. Smit over
,,de zending en het werk van de II. Kerk onder
ons". De zending van de Kerk is Chistenen
voort-te brengen, ze op te voeden en te bescher
men. Spr. gaf een beknopt historisch ovorzicht
van het lystaan der R. K. Kerk. Vervolgens
een verklaring op welke wijze de Kerk de
zielen leidt.
Maria Emich uit Nijmegen behandelde „tact
en persoonlijkheid van da jeugdleidster". Zij
gaf zeer mooie practische puntjes aan, hekelde
de eigenschappen va.n slechte jeu^Haidstera en-
was niet bevreesd harde waarheden te zoggen.
TWEEDE DAG
Na de II. Mte on ontbijt vingen Zondag de
conferenties weer aan. Pater Smit, die da
voordrachtenrij opende behandelde dit keer:
We moeten de Kerk beminnen met heel ons
verstand. Het hoogste gcüik van den mensch
bestaat in het opnemen van het hoogst kenbare
object in ons vet stand. Dat geluk is God te
kennen. Op aarde de hemelsclie waarheden in
ons opnemen, voor zoover we ze kunnen be
vatten. Op. 't woord Gods blijven Btudaercn,
opdat we meer van God leeren begrijpen en
bevatten. Die kennis brengt ons de hoogste
cultuur en stelt de wereldsclie dwaasheid in
het juiste licht. Doen we genoeg, vroeg spr.,
om die godskennis te verwerven?' Voeden we
onze-kinderen op, om ze den godsdienst te lee-
den kennen en beleven? We moeten niet te veel
theoretisch zijn, maar de eeuwige waarheden
laten doordringen in heel hun doen en laten.
In onzen tijd, die begonnen is met mannen-
organisatie en doorgegaan is met or
ganisatie op sociaal en politiek ter
rein, is thans de meeste belangstelling
geconcentreerd op godsdienstige bijeenkoipsten.
De godsdienst is trouwens het steunpunt van
geheel ons vereenigmgsleven.
Vervolgens weidde spr. uit over: „we mosten
de Kerk "bemihnen met geheel onzen wil". We
moeten onzen wil in alle opzichten neigen, naar
den wil van God. Daarom moeten we Zijn gebo-
den onderhouden, die de Kerk ons gedetailleerd
I
in California, e;*n tekende, botanist en X-stral-'n-expert, maakt thars i'ceo's van. het bloeien
van rozen.
omschrijft. Ook niesten we de Kerk volgen in
de dingen die zij aanraadt. Veelvuldige H. Com
munie, H. Mis bijwonen. Tracht, met. het kind
in contact te komen en zoo zijn innerlijk te
doorgronden. Geeft den kinderen den raad: zorgt
voor een goeden biechtvader.
Spr. bleef-geruimen tijd zijn aandacht wijden
aan het funeste, van hetsléchte voorbeeld en
daartegenover de kracht van het goede voor
beeld.
Na iedere voordracht ontspon zich telkens
een levendige discussie, bewijs van meeleven
en volkomen- opgaan in het gesprokene.
Aan „de opvoedster en haar rol in de Kerk"
werd weer een. conferentie-besteed.
Daarin liet spr. vooral uitkomen, dat we
moeten leven volgens de Katb. principen en
wraak nemen op onze vijanden. Het bovenna
tuurlijk leven, dat is het, waar het om gaat,
We moeten zooveel mogelijk goede daden stel
len, kennis en inzicht verwerven, waarom we
de deugden beoefenen. Studeert in u zelf. Hebt
eerbied en liefde voor de Kerk. Hoe meer we
de Kerk liefhebben,.. boa meer we God aan
hangen Spr. beval tot slot aan den meisjes,
die buitenshuis haar werkkring hebben, zoo
veel mogelijk huishoudelijke kennis bij te bren
gen, Laten we zorg dragen, voor gepaste Auf-
klarung.
Twee vragen, gesteld door cursisten, die bij
zonder de aandacht vroegen, zijn: I. Is het op
richten van gemengde vereenigingea niet het
middel, om het huwelijk met andersdenkenden
tegen te gaan? II. Wat moeten we doen om de
minachting weg te nemen, die er bij een groot
deel van onze, meisjes: bestaat voor liet moeder
schap?
Tfjdens de pauze in - het- middaguur, toen alle
deelneemsters zich gingen vermeien in dé heer
lijkheden van Sacró Goenr's verrukkelijke tui
nen, werden op het zon doorstoofde grasveld,
dat daar lag uitgestrekt in zachte glooiing,
eenige reidansen uitgevoerd.
Daarna volgde P. Smit's .slotconferentie over
de Liturgie. Spr. begon met te zeggen, dat uiter
lijk eerbetoon in liet geestelijk leven noodza
kelijk is. Het lichaam drukt uit, vat de ziel
ondergaat. De reformatie heeft onze liturgie
geknecht. De rijkdom ervan moest achterwege
blijven. Het begrip liturgie was verloren ge
raakt. Toen voldoende vrijheid, werd verkregen
bloeide ze veer op. Daar is tegenwoordig cïe
prachtig werkende liturgische vereeniging. De
Euch. beweging bloeit overal weer op. De Eucha
ristie, dat is de zon, die heel ons leven bestraalt,
verlevendigt en verwarmt. Aan de Eucharistie
danken we ons godsdienstig leven. Zooals
lichaam en ziel ten nauwste aan elkaar zijn
verbonden, zoo zijn de uiterlijke handelingen
verbonden aan onzen eoredienst. Uitwendige
Godsvereering is noodzakelijk om Ged voldoen
de eer te geven. Spr. weidde uit., over het Of
fer en dq uitwendige teekenea verbonden aan
de Sacramenten.
Nu was het de beurt aan rector de Groot,
voorzitter van dé Interdiocesane jeugdcommis
sie om te spreken over: „Dc nieuwe richting-in
bet Jeugdwerk".
Het is, zoo begon spr., van lxet grootste ge
wiekt om ons jeugdwerk op het peil te hou
den, waarop we het gebracht hebben. Is de
jeugd, van nu slechter dan vroeger? De con
clusie van sommigen luidt: er is tegenwoor
dig veel lichtzinnigheid bij de jeugd. Maar dan
kunnen: we daar tegenover stellen, dat er een
kern is, die veel. heter is dan. vroeger. Er ia
zooveel enthousiaste edelmoedigheid bij onze
jongeren, dat bij duizenden de roepingen ko
men voor priester en religieus. Dat wijst op
vooruitgang. Dat neemt niet weg, dat da
psyche- vaar dn jongeren, heel anders is dan
voor 35 jaar. De jeugd is meer actief, voelt in
zioh een drang van zelfwerkzaamheid, heeft
veel dieper verantwoordelijkheidsgevoel, wil
niet meer passief maar actief zijn en voelt
in zich een sterken vrijheidsdrang. Dat stre
ven naar meer zelfstandigheid, vervolgde spr.,
moeten we toejuichen, zoomede het aankwee-
ken van persoonlijkheid. We moeten dat be
nutten in onze jongens en meisjes. Ze brengen
tot de vrijheid der kinderen Gods. Ze aan
moedigen om persoonlijk werkzaam te zijn. Wij
noete-n rekening houden met de invloeden van
binnen en van buiten, het huiselijk, arbeids en
genots-mülieu.
Vroeger kenden we jeugdzorg, nu heeft
de-jeugd behoefte aan jeugdbeweging. De
jeugd wil niet meer bemoederd worden, maar
streeft naar den eigen arbeid van zich zelf.
Dat is de- nieuwe richting.
Wat is: opvoeding? Invloed uitoefenen. De
oudere moet zijn invloed doen: gelden op den
jongere, hem brengen tot een volledige per
soonlijkheid, hem leeren zoo good mogelijk God
te dienen en hem brengen tot zelfstandigheid.
Daartoe moet zijn verstand ontwikkeld en zijn
wil gevormd worden. Wo moeten hem een
complex van lerens waarheden bijbrengen.
Vroeger waren we veel te schoolsch, veel te
intellectueel. We moeten intensiever te werk
gaan. Persoonlijk contact bewaren met ieder
kind afzonderlijk. Zijn wilsvorming bevorderen
en durf aanmoedigen. &pr. besloot zijn enthou
siast systematisch betoog met het propageeren
van het vrije clubsysteem en verplichte groep-
irrdeeling. Zoo werken we aan het ideaal der
persc-oniijkheidscultuur.
Voorde opening-der avond-bijeenkomst dank
te mej.. Cremers allen, die tot het welslagen
van den cursus hadden bijgedragen.
Daarna kreeg mej. Emich het woord, die in
aansluiting op Rector de Groot's rede, nu meer
gedetailleerd uit haar praktijk als clublcidster
een uiteenzetting gaf van de organisatie van
een jeugdvereeniging, in clubs onderverdeeld.
Deze les uit de praktijk trok veel belangstel
ling. Et kwamen dan ook weer veel vragen los.
Gisterenmorgen vond de sluiting plaats met
een H. Mis en een warm bezielde slotpredikatie
in de intieme zustershui.el van pater Smit.
gewoonlijk.
I]£ zai iiet toezicht over d» bosehwachters
aan Bruek opdragen, ook het drooghnis kan hij
overnemen: dan leunt u niet met Seholz in aan
raking komen. TOt ziens mijnheer de assessor.
Aldenhofen ging dan hoek van het huis om.
Hellda ging den tuin in. Een lichte ontstemd
heid lag op zijn gebruind gezicht toen hij vlug
den weg naar- dé waranda insloeg, waarin zijn
zoekende blik een grijze japon had ontdekt.
Juffrouw RUth, heeft u al gehoord, dat die
liederlijke Seholz een aanstelling als hoseto-
wachter heeft gekresen
Hellda wierp miet een ongeduldige beweging
zijn Voed naast 2ich op de bank.
jj- i10orde uw gesprek met den opperhout
vester, antwoordde Z'J aarzelend.
Hellda haalde verachtelijk de schouders op,
Onbegrijpelijk0 nalatigheid! We waren
allemaal blij, dat die man eindelijk uit dit
district weg was en au? Maar wat trek ik er
mij eigenlijk van: aam?
Een ironisch ladhje speelde om zijn mond.
We jollen zien, heer Aldenhofen, wat voor
ondervinding u ®et hem' ™lt opdoen, mom
pelde hij half luid; daarna plotseling ophoudend
voegde hij er aan toe: Zoo, juffrouw Ruth,
u bent ijverig geweest. Twee brieven, en, niet
van die kleintjes ook!
ja> vandaag geécbreven en dan ben ik
voor den middag, zooals u weet, een groote
wandeling wezen maken.
Dat was te veel inspanning; dat moet u
niet meer doen; Ik geloof dat ik juffrouw
Doiling een wenk- moet geven een wakend oogje
in hot zeil te houden.
Ilsllda's blik ontmoette de zonnigs bruino
oogen, die hem lachend aankeken.
Ik ben er buitengewoon goed aan toe en
ik voel, dat ik veel sterker geworden hen.
Een straal van bewondering scheen uit Hell-
da's oogen.
Ja, n ziet ergoed uit en uw An-n-a zon er-
goed aan doen u hier ook nog d,en herfst on. den.
winter te laten blijven.
Nee®, dat zou ik niet willen, onderbrak
Ruth hem lachend. Ilc zou bang worden in deze
van de wereld afgesloten eenzaamheid. Daar
over bob" ik pas nog van gedachten gewisseld
met Anna en Eva Dolling, die natuurlijk par
tijdig zijn.
Houdt u dam zooveel van het geJruisch
van de wereld, juffrouw Rubh?
Neen, dat niet, maar ik beu liefst onder de
mensch en.
Onze gevoelens stemmen voortreffelijk
overeen' juffrouw Walden, ook ik zoek zoo
enx dan de wereid, het gezelschap.
Maar u bent onbestendig, schertste Ruth.
Xk lieh u vroeger ai eens verteld, dat., al
mag ik soms hcndordmal van ecu weg. afwij
ken, ik er tooit altijd weer op terugkeer; aast-
ernstige na trouw maak ik mij niet achuidig.
Het kan zijn, dat zo»'», korte afwijking
al ontrouw is. Als ik mij in de gegeven om
standigheden volgens mijn natuurlijken aan
leg aan het bosch gewijd Hebben, dan- zou ik
nergens anders meer den winter willen door
brengen of ook maar de minste b.vhosfte aan
een of ander- go zei schap gevoel"®.
U beschuldigt mij dus vr.a cmk-::'-ndigh i
of wispelturigheid, als ik Het - m'g?'
Ben licht rood teekemie zi "dn -or-
hoofd.
Ik heb het lweht niet n van i
schuldigen, mijnheer de assessor, zei li' i e
legen.
Maar ik geef u dat recht doch g.k-
mij, Ruth, ondaui.s mijn oubcrtciwli-beid. I en
ik dan ook.-niet bet cnbaatzr.chti--:.- g-prthn hart
van uw= Anna dat u altijd- met zo-v'n groeten:
weemoed naar voren brengt, toch ben ik trouw
aan dat wat ik lief heb. Gelooft u. als ik in de
plaats was van uw zuster en u mij anc-t zoo'n
kinderlijke aanhankelijkheid beminde en mij
met uw reino gevoelens omringde, dat ik dan
niét een ander, eeu heter en edeler mensch zou
worden? Gelooft u niet, dat ilc dan gelijk zou
kunnen worden aan uw zuster?
Ruth schudde haar met krullen omkranste hoofd,
De volkomen baatzuchtigheid van mijn
Anna zou u outbroken, antwoordde zij haperend
onder zijn onderzoekende blilckon, dio haar in
verlegenheid brachten.
O, u denkt, dat u in dezen korten tijd,
mijn heele karakter heb leeren kennen; u
denkt dus werkelijk, dat ik alleen van mij zelf
zal kunnen houden?
Pardon, mijnheer de assessor. Ik ben er
vast van overtuigd dat u zeer veel van iemand
kunt houden doch alleen. als het voorwerp
van uw liefde aam alle kanten het volmaaakte
nabij komt. Wanneer do voortreffelijkheden van
lichaam en gesst samenwerken- om iets bijzon
ders tot stand te brengen. U bemilit niet onge
woon, zoaals nicht Ai.-aa zegt. maar buitenge
woon. II streeft na-u- hf-t hoogste on schoonste!
Dat heb ik u ai eens: gnzassd. Mtiar mijn Anna
is geheel an-k-rs, ofschoon w eest vergelijking
wilde trekken. Di«- offert riöh ieder uur van
dn <ïas op vtn.r haar st.i: "Zusje, en onverbid
delijk streng vota- TacazelfJ zoekt zij geen ver-
lichte!tig iu ltutvr. karde lewu;. steeds werkt en
zwoegt zij in de bit.1 t'held van haar bestaan,
dat voor haar fijnbesnaards zul ctn voortdu
rends foltering moet zijn. Met een allesover-
wiuneiid engelengeduld, ziet zij de messt ver
nederende voorbeelden van een losbandig leven,
do droakenseh p» vloeken en .liederlijke taal
i au zich voorbijbaan -en werkend le midden van
zoon o?itze;t?K<le omgeving Heeft zij toch nau-
v, ijks goseeg om don lcnagwn'sn honger ta
stil! n; nooit hééft z-ij gelegenheid den nimmer
oph'/Videnden zorgen te ontvlieden, die haar
nu t altijd dreig-wd gelaat aanstaren.
(Wordt vervolgd).