ANDERMAAL OVER DEN OCEAAN. gouden harten SOCIALE TEGENSTELLINGEN fll iLf NOORBfiüJKE UMBURGSCH OERWOUDEN VOORBEELD Maandag 5 Augustus 1929 Tweede Blad Pagina 1 DE „GRAF ZEPPELIN" IS TE LAKEHURST GELAND FEUILLETON fff Ld-.J BOVEN- EN BENEDEN MOERDIJKSCHE VERHOUDINGEN DE BLINDE PASSAGIER EEN BAKKERSJONGEN. wam MttM Ook thans is dr. Eckener, de kranige com mandant van de- „Graf Zeppelin" er in ge slaagd. den Atlantisclien Oceaan over te ste ken. En hiermede heeft hij het bewijs gele. Verd, dat zijn a.s. wereldvlucht tot de moge lijkheden behoort, iets waaraan door sommigen Setwijüeld werd. Het is nog niet bekend, welke wederwaar digheden de Zeppelin op deze reis heeft on dervonden. Te oordeelen naar de berichten, die ^ij in de laatste dagen ontvingen, heeft het iuehtschip het bij de Azoren het moeilijkst ge had, maar overigens schijnt de reis ditmaal voorspoediger te zijn geweest, dan de vorige maal, toen men bij het oversteken van den Srooten plas met ernstige, om niet te zeggen geweldige moeilijkheden te kampen had. Maar het is gelukt. En aan dit „het is ge- lukt" is niet het bijkomstige verbonden, dat doet denken aan een gewaagde onderneming, die maar even kans op slagen had. Het luchtschip is met formidabele zekerheid Westwaarts gestevend. Natuurlijk, het was niet voor den eersten keer, doch elke reis met zulk een gevaarte is een onderneming op zich, die geheel nieuwe wegen kiezen moet en telkens °nder andere omstandigheden plaats vindt. He honderdduizenden, die in de laatste da- Sen naar Lakehurst zijn getogen, hebben het lichtschip zien verschijnen als komend uit het oneindige. Ondanks alle moderne verkeersmid delen en hun verbijsterende snelheid, heeft ®en tocht van het eene werelddeel over een on- 'netelijken oceaan naar het andere iets van het oneindige, temeer, omdat wij menschen, dit oneindige niet kunnen beseffen en daarom al gauw geneigd zijn, van oneindige afstanden te BPreken. Het spreekt vanzelf, dat daar ginds in Ame rika de gemoederen tot een hoogtepunt ge bannen waren, al is men er ook veel gewend 6h al zal elke Amerikaan zich nog wel even bedenken, alvorens hij zich geheel en al over geeft aan enthousiasme over iets van de Oude Gereld. Doch de Zeppelin heeft hier het pleit hl alle opzichten gewonnen. Overal, waar de „Graf Zeppelin" zich ver toonde, liepen de huizen en zelfs de steden heg. Alles wat een auto had, en dat is in de hereenigde Staten zoowat iedereen, trok naar huiten, het vrije veld in, door weer en wind, door dag on nacht. He Z droeg er nog hst zijne toe bij, °m on i massa's menschen op de been ta bren;. Men hce.i de „Graf Zeppelin" een Ameri- haansch-grootsche ontvangst bereid, en dit doet ons Europeesche hart goed, dit temeer na de zekere spanning, waarmede de laatste be richten over het luchtschip en het weer ge bigd werden. Er werd immers zelfs van storm gesproken. Maar laten we de Zeppelin volgen op het iaatste, glorierijke deel van haar route. Het luchtschip bereikte de Amerikaansche kust gisterenavond om 11 uur 22 M.E.T., ten hosten van Lakehurst. Het had bij de kust met z®er krachtige tegenwinden te kampen, het geen veel afbreuk deed aan de snelheid. Doch •ator werd de wind eenigszin3 minder. Dr. Eckener zag er van af, om, zooals aanvanke- Nk zijn plan was, over Philadelphia en Washington te vliegen, doch stuurde direct op Li'cehurst aan. Het weer was toen mooi en bi uitzicht goed. Om 11 uur 56 M.E.T. werd luchtschip, van de luchthaven uit 't eerst g Men. Op het laatste oogenblik besloot dr. °kener niet terstond te dalen, doch toch nog iver Nèw-Tork te vliegen, teneinde af te wach- e1> of de wind, die intusschen weer zeer -achtig was geworden', wat zou verminderen. Bovi endien legde de overweging, dat bij een 'kling op een later tijdstip niet zooveel gas hgela'cn zon behoeven te worden, nog het nodig- gewicht in schaal. De L'-nling. htn half 3 verscheen het luchtschip weer j°Ven Lakehurst, waar het tegen half 4 aan r'> ankermast werd gemeerd, teneinde later 211 ROMAN VAN I. EDHOR Uit het Duitsch vertaald door J. M. v. H. W zullen hopen van wel, want we ver komt ^en v°l'Sen<ien zomer weer terug heel lang bij ons blijft, zei Eva. buit nS Je stiefzuster mee, zei Anna lachend, kelüi geloof nlet- dat je zonder haar gemak- uk op reis gaat. Al ^"'gemden zomer? Ik zou het wel willen. óvaj.r neeT1' dat is te vlug. Misschien nog eens *:en Paar jaartjes, en dan moet mijn Anna Ind r'ien tusschentijd kan echter veel ver- ft'ffe'1? Z°U ill"0 dan hier nog wel aan- la,,. Hns? De dochters van den houtvester _J-en. Waarom niet? Jullie konden wel eens getrouwd zijn! ketid °EStens één van ons, zei Anna nadeu- Wiopp terwiji zij gen zijdelingschen blik op Eva _^aa|' die schudde het mooie hoofdje. antwoordde ze beslist. Vree '!s i° hebt hem vandaag afgeschreven? tv„ ,nna' hijna sprakeloos van verwondering. knikte. ft trouw nooit, haar z Uwas zoo'n goede partij! meende ^hitter' j1" °P treuri&en toon. Eva had zulke aan r, vooiruitzichten, verklaarde ze nader 6a Ui is alles afgebroken? Ik zou a°(getlg a kader je niet zoo vrij liet in je ver- t0est0tll' a' Je hadt toch zoo half en half je mi'\? gegeven in de hal te worden getrokken. De douane formaliteiten waren zeer spoedig afgeloopen. Den deelnemers aan de vlucht werd geen gele genheid gegeven, met anderen te spreken, voor dat deze formaliteiten waren vervuld. De Pool reiziger Wilkins was de eerste passagier, die het schip verliet. Hij verklaarde, dat de reis schitterend was geweest. Dr. Eckener werd bij het verlaten van het luchtschip uitgenoodigd, enkele woorden te spreken, waarbij de opmer king werd gemaakt, dat dit in het belang van de gelieele wereld was, waarop hij lachend ant woordde, dit niet te gelooven. Intusschen stond hij toch de journalisten te woord, waarbij hij verklaarde, dat de reis zeer interessant is ge weest. Het luchtschip heeft met allerlei soort van weer te doen gehad. Het stormde, toen de Zeppelin vertrok, en wel eerst zoo hevig, dat dr. Eckener reeds aarzelde de vlucht voort te zetten. Hij besloot echter toch tot' de voort zetting. Na Gibraltar had het luchtschip ge- ruimen tijd goed weer, doch de laatste veertig uur was het weer opnieuw afschuwelijk ge weest. Boven den Golfstroom vieien hevige re gens. Wat den blinden passagier betreft, dr. Ecke ner en de scheepsofficieren weigerden zijn naam hekend te maken, omdat hij niet de on verdiende belangstelling van het publiek zou trekken. Volgens verklaringen van sommige passagiers zou het echter een zekere Albert Buschkl, een 17-jarige hakkersjongen uit Düsseldorf, zijn. De inspecteur van het Immi gratiewezen nam hem terstond een kort ver hoor af, waarna hij direct naar Gloucester werd gebracht, waar hij in hechtenis blijft om per eerste scheepsgelegenheid naar Duitschland teruggezonden te worden. De komst van de „Graf Zeppelin" boven New-York, werd door duizenden, die door het geronk van de motoren werden aangelokt, gade geslagen. Vooral bij Timessquare, waar 't Zon dagsavonds altijd zeer druk is, hieven vele theater- en bioscoopbezoekers staan, teneinde 't luchtschip, dat met de hei-verlichte kajuiten duidelijk te zien was, en een ellips hoven de stad in de richting van Lakehurst beschreef, gade te slaan. De sirenen der schepen in de haven deden zich hooren en op dé daken wemelde het van kijkers. Hoe de reis werd afgelegd. Het luchtschip zal Woensdagavond de terug reis aanvaarden. De reis tot de eerste aankomst hoven Lake hurst heeft precies 93 «w 1 min. aeduurd. Volgens een berekening van het departement van marine bedraagt de afgelegde afstand to taal 9255 KM. Het luchtschip bereikte een ge middelde snelheid van SO KM. per uur, welke snelheid boven den Oceaan ongeveer 101 K.M. per uur werd. Dr. Eckener buitengewoon tevreden. Dr. Eckener vertelde nog, dat blijkens de ook op deze reis opgedane ervaringen de „Graf Zeppelin'' tegen alls weersomstandigheden be stand is. Bovendien deelde hij mede, dat de stemming aan boord steeds uitstekend is ge weest. Er was voldoende amusement. Hij wist echter niet, hoe het bridge-tornooi van de pas sagiers afgeloopen was.... De voldoening, die de kranige commandant van het luchtschip in een uitstekende stem ming bleek te hebben gebracht, was zöö groot, dat hij verklaarde, buitengewoon tevreden te zijn. Indien thans alles gereed zou kunnen wor den gemaakt, aldus verzekerde dr. Eckener, zou hij onmiddellijk de wereldreis willen aan vaarden en inplaats van naar Friedriciishafen, zou hij a.s. Woensdag graag naar Tokio koers willen zetten. Die buitengewone tevredenheid van dr. Eckener neemt intusschen niet weg, dat de lan ding zooals gewoonlijk nogal omslachtig is geweest en het luchtschip den nacht aan den akermast heeft moeten doorbrengen. We geven hier nog een resumé van de telegrammen, die nog een aantal bijzonderheden gaven over de aankomst èn het landen. Ik trouw nooit! Do opperhoutvester sprak er gisteren nog met vader over, dat Arnold zoo'n goede jongen Is, en dat hij wel graag zou zlem, dat je. Wam neer zei hij dat? stoof Eva op. Gisteren; hij was vol lof over Arnold's karakter, zijn ontwikkeling en plichtsvervulling, zijn zachten, hartelijken aard. Praat er alsjeblieft niet over! Eva drukte in een opwelling van bitterheid beide handen tegen haar borst. Maar do opperhoutvester zei. Wat gaat het den opperhoutvester aan, of ik hem. Ik praat er nist meer over, dat is jouw zaak. Ruth keek onderzoekend naar Eva. Eigen aardig, dat die twee knappe jonge menschen, niet van elkaar hielden. De houtvester kwam langzaam het vertrek binnen. Anna nam hem dienstvaardig zijn ge weer af, terwijl Ruth zwijgend haar melk op dronk en naar hem toe ging. Ben je al klaar voor de reis, kind? Ga je toch henseh weg? Ik moet, mijnheer Dolling; ik moet terug om het juk op mijn schouders te nemen. Waarom wil de reddende hand niet aan nemen, die je er van bevrijdt? Ik wil. N^pn, neen, weerde Ruth angstig af, ik kan, ik durf niet, ik zou er geen zielevrede bij vinden. Misschien kan ik met mijn stiefzuster het een of ander op touw zetten; ik heb ge- durend© deze stille dagen veel nagedacht en mij alles duidelijk voor den geest gehaald; dat ik met Anua alleen was en dat wij, na overdag vlijtig gewerkt te hebben, des avonds de welver diende rust gingen genieten In kalm samen zijn; na gedanen arbeid zou het goed rusten zijn en zoo'n leven zou mijn ideaal wezen. Bat wil ik haar allemaal voorhouden en haar dan vragen. Nadat de „Graf Zeppelin" boven New-York had gekruist, keerde het luchtschip zonder de twaalf vliegtuigen, die het op zijn tocht had den vergezeld, naar Lakehurst terug, de New- Yorkers buitengewoon tevreden achterlatend over hun indrukken van dit eigenaardige vlag vertoon: Bij de landing te Lakehurst hebben 25000 menschen kans gezien, ondanks de hijzonder sterke politiemacht, de afzetting te verbreken, met het doel, de landing meer van nabij en daardoor beter gade te slaan. De verschillende elkander tegensprekende berichten en de Zep pelin, die inplaats van te landen, weer wegvloog om even naar New-York te vliegen, hadden de massa ook danig ongeduldig gemaakt. Naar „United Press" telegrammen ons meld den, werd het eerst bekend, dat het luchtschip de kust dei- Vereenigde Staten, bij Barnegat te 5.25 uur in den namiddag bereikt had. Ook dr. Eckener seinde naar Lakehurst in dien geest en men begon daar direct met het in orde maken van den meermast, aangezien het weder niet toe zou laten, dat de Zeppelin indien ze 's avonds landde, in de hangar kon worden op geborgen. De wind waaide toen met An snel heid van ongeveer vijf en vijftig kilometer per uur. Later kwam er een bericht, dat de Zeppelin Kaap May 'was gepasseerd en op Philadelphia afstevende. Doch tenslotte kwam liet bericht, de Zeppelin koerst nu werkelijk op Lakehurst aan, te ongeveer elf uur 's avonds Amerikaanschen tijd. En daalde de „Graf Zeppelin" onder gewel dig enthousiasme en na een vlucht over Was hington, Philadelphia en New-York. Men schat dat de menigte te. Lakehurst ongeveer honderd duizend man sterk was. Terwijl vier honderd twintig man ten behoeve van het luchtschip werd gerequireerd, kregen er vijf honderd de opdracht, de menigte 'in bedwang te houden wat niet volkomen gelukt is. Temidden van dit geweldige gebeuren en tusschen de talrijke telegrammen met ernstige bijzonderheden irerd ook het treurige bericht de wereld rondgeseind, dat de twee kararie's aan boord van de Zeppelin gestorven waren. Het was Fred Nicholson, de man van de „United Press'die niet vergat, deze gebeurte nis door den marconist van de Zeppelin te laten telegrafeeren. Toen de Zeppelin ten tweeden male boven Lakehurst verscheen, cirkelde ze eenige malen boven het vliegveld en het dorp, stak den neus in den wind en daalde statig. Het luchtschip is verplicht geweest, den nacht buiten door te brengen, gelijk reeds werd medegedeeld, maar het kon 'den volgende mor gen, dus heden ochtend, in de hangar worden gebracht, waar men het nu voor de terugreis in gereedheid gaat brengen. NIEUWE GIDS VOOR OE VLIEGENIER Het grootste zoeklicht ter wereld, met epn lichtsterkte van 50.000 kaarsen, dat 75 mijl kan bestralen, is kórt geleden op het vliegveld te „Long Bach" iu gebruik genoman De wekelijksche vakbladenserie kan toe valligerwijze soms berichten brengen, die op zich geen direct nieuwen toestand aanwijzen, doch ia combinatie een merkwaardigen kijk geven op de bestaande verhoudingen en toe standen. Zoo trof ons nu een tweetal mededeelingen betreffende vooral door de socialistische organi saties uitgebuite situaties -in de twee helften van Nederland', waarvan de lijn Moerdijk Nijmegen de befaamde scheidingslijn vormt. De twee bedoelde mededeelingen spreken vol doende voor zich. Commentaar is overbodig. Het eerste bericht lanceert „De R. IC. Bouw vakarbeider". Het orgaan zegt c.a. „De socialisten kunnen in li zuiden van Ons land maar geen betaeke.ic-n !en invloed krijgen en vooral daarom deugt het zuiden niet. Daarom is het er knudde. Den goedgeloovigen rooden en anderen vrienden wordt stelselmatig verteld, dat net in het zuiden van het land met de arbeids voorwaarden toch zoo heel erg is. En, men begrijpt, daar zit de katholieke vakbeweging: dus dat ligt aan de katholieke vakbeweging. Men begrijpt d-e situatie en den samenhang. Door het suggereeren van het verschil van toestanden boven den Moerdijk en ben-eden den Moerdijk pogen de socialisten, voorname lijk de katholieke, vakbeweging te treffen. Natuurlijk, de roode broeders zeggen van het Noorden niet gemakkelijk veel kwaads, want dan zouden ze de tegenstelling niet langer meer kunnen plaatsen. Do protestantsch-christelijke vakbeweging staat er anders en objectief tegenover en het is dan ook een der besturders van dsza vakbeweging, dien wij hier citeeren. Palma, besturder van den N. C. B., schrijn in de Opbouw over „De actie en propaganda in het Noorden" o.m. het volgende: „Het is voor sommige plaatsen waar men nog maar pas tot de organisatie is toege treden, voor wat de arbeidsvoorwaarden be treft, nog bitter slecht gesteld. Er zijn plaatsen waar het loon der ge schoolden nog maar slechts 40 cent per uur bedraagt, terwijl voor andere plaatsen dit varieert van 4245 cent per uur. Men krijgt soms den indruk op enkelo plaatsen, dat men in de oerwouden is terecht gekomen, gezien de slechte loonen en het ontbreken van elke zoogenaamde sociale be paling, die, dank zij het optreden der organi satie, overal elders een deel der collectieve arbeidsovereenkomst uitmaken. Van een handhaving van den wettelijkcn arbeidstijd Is geen sprake, plaatselijke over heid noch rijkspolitie denkt er aan esnig bezwaar te maken de gruwelijkste overschrij ding van den normalen arbeidstijd. Ook de bepalingen der wet op het arbeidscontract, vervat in het B. W„ zijn hier absoluut vreemd." De redactie vc.n het- Katholieke vakblad teekent hierbij aan: „Ziehier een s: l'j? uit de noordelijke oerwouden. Ook in deze in sociaal opzicht onontgonnen wereld heeft de roods beweging al vele tien tallen jaren zijn propagandisten kunnen zen den. Zij hebben er tot heden niets gemaakt; noch de anderen. Het iis zelfs niet de schuld van de pr< pa gan disten, van welke richting dan ook. Maar de vertelling van Palma schuift de waarheid weer naar voren, de waarheid, die de roode leugen over de tegenstelling tus schen „verlichte" Noordien en „donkere" Zuiden achterhaalt". De andera mededeeliug vinden we in „St Eloy", het vakblad der Katholieke Metaal bewerkers. Daarin wondt opgemerkt onder den titel Een ander geluid uit de Lirmburgscho metaal- niwertioid Den laatsten tijd worden door onzen bond in 't Zuiiden, speciaal in Limburg, scherpe actios gevoerd ter verbetering der arbeids voorwaarden. Aangenaam em van belang is het zeker, nu eens op een nog weinig' voorkomende tegen stelling te kunnen wijzen. Dit betreft dan de N.V. Staalwerken De Maas te Maastricht, directeur de heer Emila v. Oppen, tevens bestuurslid van de R. K. Vetiieonlginig van Werkgevers in de Metaal, nijverheid. Aan deze onderneming, welke thans onge. veer ©en jaar bestaat, is begonnen met meest ongeschoolde arbeiders tewerk te stellen. Uit den aard der zaak bracht dit nog wel eens moeilijkheden niet zich, maar vanaf den beginne is daar Ten aanzien van de ar beidsvoorwaarden een volkomen overleg en samenwerking met onze organisatie. Thans draait dit bedrijf met pl.m. 100 inge werkte arbeidskrachten en geeft de t.edrijïs- toeistaod zoowel voor werkgever als voor werkgever als voor werknemers tot tevreden heid aanleiding. Uit de loon-o verzichten die oils regelmatig worden toegezonden, geeft het laatste over zicht n.L van Juli j.l., het volgende beeld van het gemiddelde uurlooa en uurinkomen. Daarbij moet dam i-n acht genomen worden, worden, dat over die maand 't bedrijf wegens reparaties aan machines een 5 a 6-tal dagen heeft stilgelegen, waardoor 't uur-iukomcU nadeelig werd beïnvloed. Geschoolden 3065 jaar; 64.8 67.7; bene den 30 jaar 45 52.4. Geoeferuden 280'5 jaar. 60.3 78; beneden 27 jaar 48.3 61.8 Onge schoolden 2665 jaar. 40 55.8; beneder?6 jaar 35.3 43.4. Nu willen wij hiermede niet zeggen, dat in alle andere ondernemingen deze uitkomsten zouden zijn door te voeren, maar dit is zeker cmzc overtuiging, dat, Indien de werkgevers in het algemeen, een samenwerking en over leg zouden toepassen als deze directie en In stede van de deur voor de organisatie geslo ten te houden deze geheel openstelde, in belang èn van werkgever èn van werknemer 'heel wat betere resultaten te bereiken zouden zijn. Een mooi bewijs van de verhoudingen bij De Maas is wel 't fait, dat de directie op een der vacantie-dagen de arbeiders n.l. 29 Juli jl.I met zijn geheele personeel, waarbij ook waren uitgenoodigd de l>e&turders van den R. K. Metaalbewerkerisbond, geestelijke advi seurs en plaatselijke bestuurders, een excursie heeft ondernomen naar de fabrieken van Ourgrée-Marihaye te Luik. Werkelijk deze excursie was een echt be wijs van de bijzondere verhouding aan de Staalwerken de Maas. De spreuk, die aan den ingang der fabriek is geplaatst n.l. Patroon en arbeider ont moet elkander. Die belden gemaakt heeft la de Heer, blijkt geen ijdel woord te zijn, maar wordt daar metterdaad betracht. MAND- OF WEEKKAARTEN DEP NED. SPOORWEGEN Ee .-.varen bij den Nijverheidsraad Cv.-r de maatregel der Nederlandsche Spoor wegen, om de maandkaarten door weekkaarten te vervangen, zijn bij den Nijverheidsraad van indu-strieele zijde bezwaren ingekomen, die de Raad door bemiddeling van zijn vertegenwoor digen in den Spoorwegraad ter kennis van den voorzitter van dien Raad heeft gebracht met verzoek daarover met de directie der Neder landsche Spoorwegen overleg te plegen. Het daarop ingekomen antwoord heeft den Raad na voorlichting zijner organisaties doen besluiten, om, alvorens verdere stappen in deze te doen, eerst af te wachten, hoe de maatregel in de praktijk zal werken. Kom da,n naar Bshach en vestig je in onze nabijheid, riep Anna. Ik geloof, dat wij dit niet kunnen doen met het oog op mijn familie in do stad. Het liefste, het allerliefste kwam ik hier naar toe. Wie zal over ons vertrek treuren? Hoogstens mevrouw Brannier, waar ik al sedert jaren in betrekking ben, en haar zoon. Vaarwel mijnheer Dolling en duizendmaal bedankt voor uw gul onthaal en liefdevolle® omgang. Ruth stak den ruwen woudman haar beide handen toe. God behoede je, beste meld. Ik hen blij, dat ons bosch je zoo goed gedaan heeft, dat je weer heelemaal opgeknapt bent. Niet waar, je zult nog wel eens aan ons denken en ik hoop, dat die herinnering niet treurig zal zijn. Aan u denken? Ik heb aam u en aan het bosch zoo veel te danken. Ik zal altijd, altijd aan u moet-em denken. Eva, je gedachten zuilen toch nog wel eens uitgaam, naar dat kleine, arme meisje, dat hier zoo gelukkig geweest is on dat hier geleerd heeft da natuur lief te hebben. Je komt terug, Ruth, dat is zeker! Wij zullen niet rusten, voor we je weer hieir hebben. Ik heb je veel te danken, Eva, veel moois en veel edels en dat verzekert je een altijd durende plaats in mijn gedachten en in mijn hart. En du ben jij aan de beurt, Anna, onze trouwe, vlijtige Anna. Ruth maakte zich uit Eva's armen los, die haar vast omhelsd had, en legde haar hoofd op An na's schouder. Mijn zuster heeft mij een beetje geld ge stuurd, dat ik jou moest geven. Rutii haalde een goed gevulde portemonnaie te voorschijn. Het is maar weinig in vergelijking met wat ik hier ontvangen heb; dat zal ik nooit naai' waarde kunnen voldoen haar stem. over in een zr.rht fn'ster altijd zal ik je schuld ©nar es blijven, neem dit voorloopig. Anna strekte afwerend den arm uit. Je schijnt ons nog maar heel weinig te kennen, lieve Ruth, als je denkt, dat wij ons Voor onze gastvrijheid laten betalen. Zelfs als we je niet uitsluitend als onze gast hadden beschouwd, zouden wij toch bezwaarlijk voor de geringe moeite lets van je aan kunnen ne men. Wij, menschen van het woud, wij geven met vreugde en zonder daarvoor vergelding te verlangen, van wat wij hebben en wij houden onze gasten im eere, zooals dat behoort. Maar van jou, Ruth! Anna drukte het meisje stevig tegen zich aan wij houden zooveel van je. Kom, wij gaan met je mee en later schrijf je ons nog wel eena, niet waar? Ik schrijf gauw maar neem me niet kwalijk, ik heb nog geen afscheid genomen van het bosch, mag ik niet alleen gaan? Bosehbetoovering, fluisterde Eva langzaam, zachtjes lachend. Enkele oogenblikken later stond Ruth op den stoep van de houtvesterswonlng, waar zij wer kelijk een tehuis gevonden had en met omfloer sten blik bekeek zij nog eenmaal het huls. In den tuin bleef zij staan. Langzaam breidde zij de armen uit, alsof zij de met klimop begroeide woudwoning aan haar hart wilde drukken. Dolling. Eva en Anna stonden in de deur en keken bewogen het vertrekkend meisje na. Vlak bij den gToenem eik, woudgeest noemde Eva dien boom, had men 't laatste uitzicht op de houtvesterij. Ruth leunde tegen den voebtigen boom, door wiens takken een zacht ruischen voer, van duizenden druppels, die op de bladeren vielen, en tusschen het loof door ter aarde nederdaalden, Vaarwel! Het was hier zoo mooi! Diepe weemoed klonk door in deze woorden. Bij den ingang van den tuin werd een donkere gcstelto zichtbaar, dat was Anna, en nu wuifde groetend een witte zakdoek. Zuchtend rukte Ruth zich uit haar mijmeringen los en gaf zich rekenschap van haar omgeving. Wat leven die menschen gelukkig, zij hebben een thuis, een vertrouwd en lief thuis! Zij bezitten dit hooge, zwijgende woud, miet al zijn diepzinnige schoon heid. Onwillekeurig richtte het meisje haar blik naar het raam, op de eerste verdieping in dan hoek, waar de opperhoutvester zijn werkkamer had. Ondanks den regen waren de gordijnen heelemaal dichtgetrokken. De opperhoutvester zou wel niet boven zijn, hoogstwaarschijnlijk was ihij in de Heirthavallei, waar do nymfbron sedert enkele dagen weer opgericht werd. Vlug liep zij verder op den breeden weg, alsof zij de herinnering aam iets wilde ontloopan. Voorhij, voorhij dat heerlijke droomen, nu be gint weer dat lange even van voortdurendem arbeid. Ruth huiverde. Zij dacht weer aan dat lokaal, met tabakswalm bezwangerd, vol luidruchtige ruwe mannen en daarachter had zij do nach ten van haar leven ln een kamertje bij die kroeg doorgebracht. Wat een afschuwelijke dagen moest haar moeder naast Gruhert hebben doorleefd! Het koude zweet parelde op het voorhoofd van het jonge meisje. De ruwe vloe ken, do hemeltergende godslasteringen klomkon haar in de ooren. Het hatelijke gezwets en de dubbelzinnige praatjes van de halfdronken be zoekers scheen zij weer te hooren. Hoe dikwijls had zij van Anna's lippen de woorden vernomen: als ik maar wist, hoe ik het doen moest, zonder mij van Ruth te moeten scheiden! En zoo waren dagen voorbijgegaan, weken en maanden verloopan, die aangegroeid waren tot lange jaren, verschrikkelijke jaren! (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5