ANDERMAAL OVER DEN OCEAAN.
gouden harten
SOCIALE TEGENSTELLINGEN
fll iLf
NOORBfiüJKE
UMBURGSCH
OERWOUDEN
VOORBEELD
Maandag 5 Augustus 1929 Tweede Blad Pagina 1
DE „GRAF ZEPPELIN" IS TE LAKEHURST GELAND
FEUILLETON
fff
Ld-.J
BOVEN- EN BENEDEN MOERDIJKSCHE VERHOUDINGEN
DE BLINDE PASSAGIER EEN BAKKERSJONGEN.
wam
MttM
Ook thans is dr. Eckener, de kranige com
mandant van de- „Graf Zeppelin" er in ge
slaagd. den Atlantisclien Oceaan over te ste
ken. En hiermede heeft hij het bewijs gele.
Verd, dat zijn a.s. wereldvlucht tot de moge
lijkheden behoort, iets waaraan door sommigen
Setwijüeld werd.
Het is nog niet bekend, welke wederwaar
digheden de Zeppelin op deze reis heeft on
dervonden. Te oordeelen naar de berichten, die
^ij in de laatste dagen ontvingen, heeft het
iuehtschip het bij de Azoren het moeilijkst ge
had, maar overigens schijnt de reis ditmaal
voorspoediger te zijn geweest, dan de vorige
maal, toen men bij het oversteken van den
Srooten plas met ernstige, om niet te zeggen
geweldige moeilijkheden te kampen had.
Maar het is gelukt. En aan dit „het is ge-
lukt" is niet het bijkomstige verbonden, dat
doet denken aan een gewaagde onderneming,
die maar even kans op slagen had.
Het luchtschip is met formidabele zekerheid
Westwaarts gestevend. Natuurlijk, het was niet
voor den eersten keer, doch elke reis met zulk
een gevaarte is een onderneming op zich, die
geheel nieuwe wegen kiezen moet en telkens
°nder andere omstandigheden plaats vindt.
He honderdduizenden, die in de laatste da-
Sen naar Lakehurst zijn getogen, hebben het
lichtschip zien verschijnen als komend uit het
oneindige. Ondanks alle moderne verkeersmid
delen en hun verbijsterende snelheid, heeft
®en tocht van het eene werelddeel over een on-
'netelijken oceaan naar het andere iets van
het oneindige, temeer, omdat wij menschen, dit
oneindige niet kunnen beseffen en daarom al
gauw geneigd zijn, van oneindige afstanden te
BPreken.
Het spreekt vanzelf, dat daar ginds in Ame
rika de gemoederen tot een hoogtepunt ge
bannen waren, al is men er ook veel gewend
6h al zal elke Amerikaan zich nog wel even
bedenken, alvorens hij zich geheel en al over
geeft aan enthousiasme over iets van de Oude
Gereld. Doch de Zeppelin heeft hier het pleit
hl alle opzichten gewonnen.
Overal, waar de „Graf Zeppelin" zich ver
toonde, liepen de huizen en zelfs de steden
heg. Alles wat een auto had, en dat is in de
hereenigde Staten zoowat iedereen, trok naar
huiten, het vrije veld in, door weer en wind,
door dag on nacht.
He Z droeg er nog hst zijne toe bij,
°m on i massa's menschen op de been
ta bren;.
Men hce.i de „Graf Zeppelin" een Ameri-
haansch-grootsche ontvangst bereid, en dit
doet ons Europeesche hart goed, dit temeer na
de zekere spanning, waarmede de laatste be
richten over het luchtschip en het weer ge
bigd werden. Er werd immers zelfs van storm
gesproken.
Maar laten we de Zeppelin volgen op het
iaatste, glorierijke deel van haar route.
Het luchtschip bereikte de Amerikaansche
kust gisterenavond om 11 uur 22 M.E.T., ten
hosten van Lakehurst. Het had bij de kust met
z®er krachtige tegenwinden te kampen, het
geen veel afbreuk deed aan de snelheid. Doch
•ator werd de wind eenigszin3 minder. Dr.
Eckener zag er van af, om, zooals aanvanke-
Nk zijn plan was, over Philadelphia en
Washington te vliegen, doch stuurde direct op
Li'cehurst aan. Het weer was toen mooi en
bi uitzicht goed. Om 11 uur 56 M.E.T. werd
luchtschip, van de luchthaven uit 't eerst
g Men. Op het laatste oogenblik besloot dr.
°kener niet terstond te dalen, doch toch nog
iver Nèw-Tork te vliegen, teneinde af te wach-
e1> of de wind, die intusschen weer zeer
-achtig was geworden', wat zou verminderen.
Bovi
endien legde de overweging, dat bij een
'kling op een later tijdstip niet zooveel gas
hgela'cn zon behoeven te worden, nog het
nodig- gewicht in schaal.
De L'-nling.
htn half 3 verscheen het luchtschip weer
j°Ven Lakehurst, waar het tegen half 4 aan
r'> ankermast werd gemeerd, teneinde later
211
ROMAN VAN I. EDHOR
Uit het Duitsch vertaald door
J. M. v. H.
W zullen hopen van wel, want we ver
komt ^en v°l'Sen<ien zomer weer terug
heel lang bij ons blijft, zei Eva.
buit nS Je stiefzuster mee, zei Anna lachend,
kelüi geloof nlet- dat je zonder haar gemak-
uk op reis gaat.
Al ^"'gemden zomer? Ik zou het wel willen.
óvaj.r neeT1' dat is te vlug. Misschien nog eens
*:en Paar jaartjes, en dan moet mijn Anna
Ind r'ien tusschentijd kan echter veel ver-
ft'ffe'1? Z°U ill"0 dan hier nog wel aan-
la,,. Hns? De dochters van den houtvester
_J-en. Waarom niet?
Jullie konden wel eens getrouwd zijn!
ketid °EStens één van ons, zei Anna nadeu-
Wiopp terwiji zij gen zijdelingschen blik op Eva
_^aa|' die schudde het mooie hoofdje.
antwoordde ze beslist.
Vree '!s i° hebt hem vandaag afgeschreven?
tv„ ,nna' hijna sprakeloos van verwondering.
knikte.
ft trouw nooit,
haar z Uwas zoo'n goede partij! meende
^hitter' j1" °P treuri&en toon. Eva had zulke
aan r, vooiruitzichten, verklaarde ze nader
6a Ui is alles afgebroken? Ik zou
a°(getlg a kader je niet zoo vrij liet in je ver-
t0est0tll' a' Je hadt toch zoo half en half je
mi'\? gegeven
in de hal te worden getrokken. De douane
formaliteiten waren zeer spoedig afgeloopen.
Den deelnemers aan de vlucht werd geen gele
genheid gegeven, met anderen te spreken, voor
dat deze formaliteiten waren vervuld. De Pool
reiziger Wilkins was de eerste passagier, die
het schip verliet. Hij verklaarde, dat de reis
schitterend was geweest. Dr. Eckener werd bij
het verlaten van het luchtschip uitgenoodigd,
enkele woorden te spreken, waarbij de opmer
king werd gemaakt, dat dit in het belang van
de gelieele wereld was, waarop hij lachend ant
woordde, dit niet te gelooven. Intusschen stond
hij toch de journalisten te woord, waarbij hij
verklaarde, dat de reis zeer interessant is ge
weest. Het luchtschip heeft met allerlei soort
van weer te doen gehad. Het stormde, toen de
Zeppelin vertrok, en wel eerst zoo hevig, dat
dr. Eckener reeds aarzelde de vlucht voort te
zetten. Hij besloot echter toch tot' de voort
zetting. Na Gibraltar had het luchtschip ge-
ruimen tijd goed weer, doch de laatste veertig
uur was het weer opnieuw afschuwelijk ge
weest. Boven den Golfstroom vieien hevige re
gens.
Wat den blinden passagier betreft, dr. Ecke
ner en de scheepsofficieren weigerden zijn
naam hekend te maken, omdat hij niet de on
verdiende belangstelling van het publiek zou
trekken. Volgens verklaringen van sommige
passagiers zou het echter een zekere Albert
Buschkl, een 17-jarige hakkersjongen uit
Düsseldorf, zijn. De inspecteur van het Immi
gratiewezen nam hem terstond een kort ver
hoor af, waarna hij direct naar Gloucester
werd gebracht, waar hij in hechtenis blijft om
per eerste scheepsgelegenheid naar Duitschland
teruggezonden te worden.
De komst van de „Graf Zeppelin" boven
New-York, werd door duizenden, die door het
geronk van de motoren werden aangelokt, gade
geslagen. Vooral bij Timessquare, waar 't Zon
dagsavonds altijd zeer druk is, hieven vele
theater- en bioscoopbezoekers staan, teneinde 't
luchtschip, dat met de hei-verlichte kajuiten
duidelijk te zien was, en een ellips hoven de
stad in de richting van Lakehurst beschreef,
gade te slaan.
De sirenen der schepen in de haven deden
zich hooren en op dé daken wemelde het van
kijkers.
Hoe de reis werd afgelegd.
Het luchtschip zal Woensdagavond de terug
reis aanvaarden.
De reis tot de eerste aankomst hoven Lake
hurst heeft precies 93 «w 1 min. aeduurd.
Volgens een berekening van het departement
van marine bedraagt de afgelegde afstand to
taal 9255 KM. Het luchtschip bereikte een ge
middelde snelheid van SO KM. per uur, welke
snelheid boven den Oceaan ongeveer 101 K.M.
per uur werd.
Dr. Eckener buitengewoon tevreden.
Dr. Eckener vertelde nog, dat blijkens de
ook op deze reis opgedane ervaringen de „Graf
Zeppelin'' tegen alls weersomstandigheden be
stand is. Bovendien deelde hij mede, dat de
stemming aan boord steeds uitstekend is ge
weest. Er was voldoende amusement. Hij wist
echter niet, hoe het bridge-tornooi van de pas
sagiers afgeloopen was....
De voldoening, die de kranige commandant
van het luchtschip in een uitstekende stem
ming bleek te hebben gebracht, was zöö groot,
dat hij verklaarde, buitengewoon tevreden te
zijn. Indien thans alles gereed zou kunnen wor
den gemaakt, aldus verzekerde dr. Eckener,
zou hij onmiddellijk de wereldreis willen aan
vaarden en inplaats van naar Friedriciishafen,
zou hij a.s. Woensdag graag naar Tokio koers
willen zetten.
Die buitengewone tevredenheid van dr.
Eckener neemt intusschen niet weg, dat de lan
ding zooals gewoonlijk nogal omslachtig is
geweest en het luchtschip den nacht aan den
akermast heeft moeten doorbrengen. We geven
hier nog een resumé van de telegrammen, die
nog een aantal bijzonderheden gaven over de
aankomst èn het landen.
Ik trouw nooit!
Do opperhoutvester sprak er gisteren nog
met vader over, dat Arnold zoo'n goede jongen
Is, en dat hij wel graag zou zlem, dat je.
Wam neer zei hij dat? stoof Eva op.
Gisteren; hij was vol lof over Arnold's
karakter, zijn ontwikkeling en plichtsvervulling,
zijn zachten, hartelijken aard.
Praat er alsjeblieft niet over!
Eva drukte in een opwelling van bitterheid
beide handen tegen haar borst.
Maar do opperhoutvester zei.
Wat gaat het den opperhoutvester aan,
of ik hem.
Ik praat er nist meer over, dat is jouw
zaak.
Ruth keek onderzoekend naar Eva. Eigen
aardig, dat die twee knappe jonge menschen,
niet van elkaar hielden.
De houtvester kwam langzaam het vertrek
binnen. Anna nam hem dienstvaardig zijn ge
weer af, terwijl Ruth zwijgend haar melk op
dronk en naar hem toe ging.
Ben je al klaar voor de reis, kind? Ga je
toch henseh weg?
Ik moet, mijnheer Dolling; ik moet terug
om het juk op mijn schouders te nemen.
Waarom wil de reddende hand niet aan
nemen, die je er van bevrijdt? Ik wil.
N^pn, neen, weerde Ruth angstig af, ik
kan, ik durf niet, ik zou er geen zielevrede bij
vinden. Misschien kan ik met mijn stiefzuster
het een of ander op touw zetten; ik heb ge-
durend© deze stille dagen veel nagedacht en
mij alles duidelijk voor den geest gehaald; dat
ik met Anua alleen was en dat wij, na overdag
vlijtig gewerkt te hebben, des avonds de welver
diende rust gingen genieten In kalm samen
zijn; na gedanen arbeid zou het goed rusten zijn
en zoo'n leven zou mijn ideaal wezen. Bat wil
ik haar allemaal voorhouden en haar dan
vragen.
Nadat de „Graf Zeppelin" boven New-York
had gekruist, keerde het luchtschip zonder de
twaalf vliegtuigen, die het op zijn tocht had
den vergezeld, naar Lakehurst terug, de New-
Yorkers buitengewoon tevreden achterlatend
over hun indrukken van dit eigenaardige vlag
vertoon:
Bij de landing te Lakehurst hebben 25000
menschen kans gezien, ondanks de hijzonder
sterke politiemacht, de afzetting te verbreken,
met het doel, de landing meer van nabij en
daardoor beter gade te slaan. De verschillende
elkander tegensprekende berichten en de Zep
pelin, die inplaats van te landen, weer wegvloog
om even naar New-York te vliegen, hadden
de massa ook danig ongeduldig gemaakt.
Naar „United Press" telegrammen ons meld
den, werd het eerst bekend, dat het luchtschip
de kust dei- Vereenigde Staten, bij Barnegat
te 5.25 uur in den namiddag bereikt had. Ook
dr. Eckener seinde naar Lakehurst in dien
geest en men begon daar direct met het in orde
maken van den meermast, aangezien het weder
niet toe zou laten, dat de Zeppelin indien ze
's avonds landde, in de hangar kon worden op
geborgen. De wind waaide toen met An snel
heid van ongeveer vijf en vijftig kilometer
per uur. Later kwam er een bericht, dat de
Zeppelin Kaap May 'was gepasseerd en op
Philadelphia afstevende. Doch tenslotte kwam
liet bericht, de Zeppelin koerst nu werkelijk
op Lakehurst aan, te ongeveer elf uur 's avonds
Amerikaanschen tijd.
En daalde de „Graf Zeppelin" onder gewel
dig enthousiasme en na een vlucht over Was
hington, Philadelphia en New-York. Men schat
dat de menigte te. Lakehurst ongeveer honderd
duizend man sterk was. Terwijl vier honderd
twintig man ten behoeve van het luchtschip
werd gerequireerd, kregen er vijf honderd de
opdracht, de menigte 'in bedwang te houden
wat niet volkomen gelukt is.
Temidden van dit geweldige gebeuren en
tusschen de talrijke telegrammen met ernstige
bijzonderheden irerd ook het treurige bericht
de wereld rondgeseind, dat de twee kararie's
aan boord van de Zeppelin gestorven waren.
Het was Fred Nicholson, de man van de
„United Press'die niet vergat, deze gebeurte
nis door den marconist van de Zeppelin te
laten telegrafeeren.
Toen de Zeppelin ten tweeden male boven
Lakehurst verscheen, cirkelde ze eenige malen
boven het vliegveld en het dorp, stak den neus
in den wind en daalde statig.
Het luchtschip is verplicht geweest, den
nacht buiten door te brengen, gelijk reeds werd
medegedeeld, maar het kon 'den volgende mor
gen, dus heden ochtend, in de hangar worden
gebracht, waar men het nu voor de terugreis
in gereedheid gaat brengen.
NIEUWE GIDS VOOR OE VLIEGENIER
Het grootste zoeklicht ter wereld, met epn
lichtsterkte van 50.000 kaarsen, dat 75 mijl kan
bestralen, is kórt geleden op het vliegveld te
„Long Bach" iu gebruik genoman
De wekelijksche vakbladenserie kan toe
valligerwijze soms berichten brengen, die op
zich geen direct nieuwen toestand aanwijzen,
doch ia combinatie een merkwaardigen kijk
geven op de bestaande verhoudingen en toe
standen.
Zoo trof ons nu een tweetal mededeelingen
betreffende vooral door de socialistische organi
saties uitgebuite situaties -in de twee helften
van Nederland', waarvan de lijn Moerdijk
Nijmegen de befaamde scheidingslijn vormt.
De twee bedoelde mededeelingen spreken vol
doende voor zich. Commentaar is overbodig.
Het eerste bericht lanceert „De R. IC. Bouw
vakarbeider". Het orgaan zegt c.a.
„De socialisten kunnen in li zuiden van
Ons land maar geen betaeke.ic-n !en invloed
krijgen en vooral daarom deugt het zuiden
niet.
Daarom is het er knudde.
Den goedgeloovigen rooden en anderen
vrienden wordt stelselmatig verteld, dat net
in het zuiden van het land met de arbeids
voorwaarden toch zoo heel erg is. En, men
begrijpt, daar zit de katholieke vakbeweging:
dus dat ligt aan de katholieke vakbeweging.
Men begrijpt d-e situatie en den samenhang.
Door het suggereeren van het verschil van
toestanden boven den Moerdijk en ben-eden
den Moerdijk pogen de socialisten, voorname
lijk de katholieke, vakbeweging te treffen.
Natuurlijk, de roode broeders zeggen van
het Noorden niet gemakkelijk veel kwaads,
want dan zouden ze de tegenstelling niet
langer meer kunnen plaatsen.
Do protestantsch-christelijke vakbeweging
staat er anders en objectief tegenover en
het is dan ook een der besturders van dsza
vakbeweging, dien wij hier citeeren.
Palma, besturder van den N. C. B., schrijn
in de Opbouw over „De actie en propaganda
in het Noorden" o.m. het volgende:
„Het is voor sommige plaatsen waar men
nog maar pas tot de organisatie is toege
treden, voor wat de arbeidsvoorwaarden be
treft, nog bitter slecht gesteld.
Er zijn plaatsen waar het loon der ge
schoolden nog maar slechts 40 cent per uur
bedraagt, terwijl voor andere plaatsen dit
varieert van 4245 cent per uur.
Men krijgt soms den indruk op enkelo
plaatsen, dat men in de oerwouden is terecht
gekomen, gezien de slechte loonen en het
ontbreken van elke zoogenaamde sociale be
paling, die, dank zij het optreden der organi
satie, overal elders een deel der collectieve
arbeidsovereenkomst uitmaken.
Van een handhaving van den wettelijkcn
arbeidstijd Is geen sprake, plaatselijke over
heid noch rijkspolitie denkt er aan esnig
bezwaar te maken de gruwelijkste overschrij
ding van den normalen arbeidstijd. Ook de
bepalingen der wet op het arbeidscontract,
vervat in het B. W„ zijn hier absoluut
vreemd."
De redactie vc.n het- Katholieke vakblad
teekent hierbij aan:
„Ziehier een s: l'j? uit de noordelijke
oerwouden.
Ook in deze in sociaal opzicht onontgonnen
wereld heeft de roods beweging al vele tien
tallen jaren zijn propagandisten kunnen zen
den. Zij hebben er tot heden niets gemaakt;
noch de anderen.
Het iis zelfs niet de schuld van de pr< pa
gan disten, van welke richting dan ook.
Maar de vertelling van Palma schuift de
waarheid weer naar voren, de waarheid, die
de roode leugen over de tegenstelling tus
schen „verlichte" Noordien en „donkere"
Zuiden achterhaalt".
De andera mededeeliug vinden we in „St
Eloy", het vakblad der Katholieke Metaal
bewerkers.
Daarin wondt opgemerkt onder den titel
Een ander geluid uit de Lirmburgscho metaal-
niwertioid
Den laatsten tijd worden door onzen bond
in 't Zuiiden, speciaal in Limburg, scherpe
actios gevoerd ter verbetering der arbeids
voorwaarden.
Aangenaam em van belang is het zeker, nu
eens op een nog weinig' voorkomende tegen
stelling te kunnen wijzen.
Dit betreft dan de N.V. Staalwerken De
Maas te Maastricht, directeur de heer Emila
v. Oppen, tevens bestuurslid van de R. K.
Vetiieonlginig van Werkgevers in de Metaal,
nijverheid.
Aan deze onderneming, welke thans onge.
veer ©en jaar bestaat, is begonnen met meest
ongeschoolde arbeiders tewerk te stellen. Uit
den aard der zaak bracht dit nog wel
eens moeilijkheden niet zich, maar vanaf
den beginne is daar Ten aanzien van de ar
beidsvoorwaarden een volkomen overleg en
samenwerking met onze organisatie.
Thans draait dit bedrijf met pl.m. 100 inge
werkte arbeidskrachten en geeft de t.edrijïs-
toeistaod zoowel voor werkgever als voor
werkgever als voor werknemers tot tevreden
heid aanleiding.
Uit de loon-o verzichten die oils regelmatig
worden toegezonden, geeft het laatste over
zicht n.L van Juli j.l., het volgende beeld van
het gemiddelde uurlooa en uurinkomen.
Daarbij moet dam i-n acht genomen worden,
worden, dat over die maand 't bedrijf wegens
reparaties aan machines een 5 a 6-tal dagen
heeft stilgelegen, waardoor 't uur-iukomcU
nadeelig werd beïnvloed.
Geschoolden 3065 jaar; 64.8 67.7; bene
den 30 jaar 45 52.4. Geoeferuden 280'5 jaar.
60.3 78; beneden 27 jaar 48.3 61.8 Onge
schoolden 2665 jaar. 40 55.8; beneder?6 jaar
35.3 43.4.
Nu willen wij hiermede niet zeggen, dat in
alle andere ondernemingen deze uitkomsten
zouden zijn door te voeren, maar dit is zeker
cmzc overtuiging, dat, Indien de werkgevers
in het algemeen, een samenwerking en over
leg zouden toepassen als deze directie en In
stede van de deur voor de organisatie geslo
ten te houden deze geheel openstelde, in
belang èn van werkgever èn van werknemer
'heel wat betere resultaten te bereiken zouden
zijn.
Een mooi bewijs van de verhoudingen bij
De Maas is wel 't fait, dat de directie op een
der vacantie-dagen de arbeiders n.l. 29 Juli
jl.I met zijn geheele personeel, waarbij ook
waren uitgenoodigd de l>e&turders van den
R. K. Metaalbewerkerisbond, geestelijke advi
seurs en plaatselijke bestuurders, een excursie
heeft ondernomen naar de fabrieken van
Ourgrée-Marihaye te Luik.
Werkelijk deze excursie was een echt be
wijs van de bijzondere verhouding aan de
Staalwerken de Maas.
De spreuk, die aan den ingang der fabriek
is geplaatst n.l. Patroon en arbeider ont
moet elkander. Die belden gemaakt heeft la
de Heer, blijkt geen ijdel woord te zijn, maar
wordt daar metterdaad betracht.
MAND- OF WEEKKAARTEN DEP
NED. SPOORWEGEN
Ee .-.varen bij den Nijverheidsraad
Cv.-r de maatregel der Nederlandsche Spoor
wegen, om de maandkaarten door weekkaarten
te vervangen, zijn bij den Nijverheidsraad van
indu-strieele zijde bezwaren ingekomen, die de
Raad door bemiddeling van zijn vertegenwoor
digen in den Spoorwegraad ter kennis van den
voorzitter van dien Raad heeft gebracht met
verzoek daarover met de directie der Neder
landsche Spoorwegen overleg te plegen. Het
daarop ingekomen antwoord heeft den Raad na
voorlichting zijner organisaties doen besluiten,
om, alvorens verdere stappen in deze te doen,
eerst af te wachten, hoe de maatregel in de
praktijk zal werken.
Kom da,n naar Bshach en vestig je in onze
nabijheid, riep Anna.
Ik geloof, dat wij dit niet kunnen doen
met het oog op mijn familie in do stad. Het
liefste, het allerliefste kwam ik hier naar toe.
Wie zal over ons vertrek treuren? Hoogstens
mevrouw Brannier, waar ik al sedert jaren in
betrekking ben, en haar zoon. Vaarwel mijnheer
Dolling en duizendmaal bedankt voor uw gul
onthaal en liefdevolle® omgang.
Ruth stak den ruwen woudman haar beide
handen toe.
God behoede je, beste meld. Ik hen blij,
dat ons bosch je zoo goed gedaan heeft, dat je
weer heelemaal opgeknapt bent. Niet waar,
je zult nog wel eens aan ons denken en ik hoop,
dat die herinnering niet treurig zal zijn.
Aan u denken? Ik heb aam u en aan het
bosch zoo veel te danken. Ik zal altijd, altijd
aan u moet-em denken. Eva, je gedachten zuilen
toch nog wel eens uitgaam, naar dat kleine,
arme meisje, dat hier zoo gelukkig geweest is
on dat hier geleerd heeft da natuur lief te
hebben.
Je komt terug, Ruth, dat is zeker! Wij
zullen niet rusten, voor we je weer hieir hebben.
Ik heb je veel te danken, Eva, veel moois
en veel edels en dat verzekert je een altijd
durende plaats in mijn gedachten en in mijn
hart. En du ben jij aan de beurt, Anna, onze
trouwe, vlijtige Anna.
Ruth maakte zich uit Eva's armen los, die
haar vast omhelsd had, en legde haar hoofd
op An na's schouder.
Mijn zuster heeft mij een beetje geld ge
stuurd, dat ik jou moest geven.
Rutii haalde een goed gevulde portemonnaie
te voorschijn.
Het is maar weinig in vergelijking met
wat ik hier ontvangen heb; dat zal ik nooit
naai' waarde kunnen voldoen haar stem.
over in een zr.rht
fn'ster altijd zal
ik je schuld ©nar es blijven, neem dit voorloopig.
Anna strekte afwerend den arm uit.
Je schijnt ons nog maar heel weinig te
kennen, lieve Ruth, als je denkt, dat wij ons
Voor onze gastvrijheid laten betalen. Zelfs als
we je niet uitsluitend als onze gast hadden
beschouwd, zouden wij toch bezwaarlijk voor
de geringe moeite lets van je aan kunnen ne
men. Wij, menschen van het woud, wij geven
met vreugde en zonder daarvoor vergelding te
verlangen, van wat wij hebben en wij houden
onze gasten im eere, zooals dat behoort. Maar
van jou, Ruth! Anna drukte het meisje
stevig tegen zich aan wij houden zooveel
van je.
Kom, wij gaan met je mee en later schrijf
je ons nog wel eena, niet waar?
Ik schrijf gauw maar neem me niet
kwalijk, ik heb nog geen afscheid genomen
van het bosch, mag ik niet alleen gaan?
Bosehbetoovering, fluisterde Eva langzaam,
zachtjes lachend.
Enkele oogenblikken later stond Ruth op den
stoep van de houtvesterswonlng, waar zij wer
kelijk een tehuis gevonden had en met omfloer
sten blik bekeek zij nog eenmaal het huls. In
den tuin bleef zij staan. Langzaam breidde zij
de armen uit, alsof zij de met klimop begroeide
woudwoning aan haar hart wilde drukken.
Dolling. Eva en Anna stonden in de deur en
keken bewogen het vertrekkend meisje na.
Vlak bij den gToenem eik, woudgeest noemde
Eva dien boom, had men 't laatste uitzicht op de
houtvesterij. Ruth leunde tegen den voebtigen
boom, door wiens takken een zacht ruischen
voer, van duizenden druppels, die op de bladeren
vielen, en tusschen het loof door ter aarde
nederdaalden,
Vaarwel! Het was hier zoo mooi!
Diepe weemoed klonk door in deze woorden.
Bij den ingang van den tuin werd een donkere
gcstelto zichtbaar, dat was Anna, en nu wuifde
groetend een witte zakdoek. Zuchtend rukte
Ruth zich uit haar mijmeringen los en gaf zich
rekenschap van haar omgeving. Wat leven die
menschen gelukkig, zij hebben een thuis, een
vertrouwd en lief thuis! Zij bezitten dit hooge,
zwijgende woud, miet al zijn diepzinnige schoon
heid.
Onwillekeurig richtte het meisje haar blik
naar het raam, op de eerste verdieping in dan
hoek, waar de opperhoutvester zijn werkkamer
had. Ondanks den regen waren de gordijnen
heelemaal dichtgetrokken. De opperhoutvester
zou wel niet boven zijn, hoogstwaarschijnlijk
was ihij in de Heirthavallei, waar do nymfbron
sedert enkele dagen weer opgericht werd.
Vlug liep zij verder op den breeden weg, alsof
zij de herinnering aam iets wilde ontloopan.
Voorhij, voorhij dat heerlijke droomen, nu be
gint weer dat lange even van voortdurendem
arbeid.
Ruth huiverde. Zij dacht weer aan dat lokaal,
met tabakswalm bezwangerd, vol luidruchtige
ruwe mannen en daarachter had zij do nach
ten van haar leven ln een kamertje bij die
kroeg doorgebracht. Wat een afschuwelijke
dagen moest haar moeder naast Gruhert hebben
doorleefd! Het koude zweet parelde op het
voorhoofd van het jonge meisje. De ruwe vloe
ken, do hemeltergende godslasteringen klomkon
haar in de ooren. Het hatelijke gezwets en de
dubbelzinnige praatjes van de halfdronken be
zoekers scheen zij weer te hooren. Hoe dikwijls
had zij van Anna's lippen de woorden vernomen:
als ik maar wist, hoe ik het doen moest, zonder
mij van Ruth te moeten scheiden!
En zoo waren dagen voorbijgegaan, weken
en maanden verloopan, die aangegroeid waren
tot lange jaren, verschrikkelijke jaren!
(Wordt vervolgd).