m MSX*£F*M;: Een steentje in den schoen (Babyschoen tjes Houd den ti <in vroolijk! k&chtendkleeding (Recepten voor de Keuken Een frisch tafelkleed VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1929 ft GROOTTE. Een wandelaar trok er op uit om zich een heel en vacantle-dag lang aan dé zornersche pracht in de vrije natuur te Vergasten. Hij voelde zich gelukkig en overmoedig gestemd, toen hij de ontel bare bloemen op de wei en in het bosch zag en luisterde naar het uitgelaten vo- Selgedoe. Aan een dartel beekje ging hij 'anguit in het gras liggen voor een korte rust. Door een onhandige beweging raakte epn klein plat kiezelsteentje in zijn schoen, waarvan hij in 't begin heelemaal niets merkte. Ook toen hij zijn weg ver volgde, bespeurde hij in 't eerst nog niets van het ongemak. Mettertijd werd echter oen lichte druk voelbaar, die steeds ster ker werd en tenslotte overging in pijn. jre wandelaar liep nu op de punt van oen bewusten schoen om het steentje haar een plaats te laten rollen waar het blinder drukte. Dit hielp niet veel. Al gauw werd de pijn zóó hevig, dat de man slechts met moeite vooruit kon komen. f?.u zag hij niets meer van de verrukke- ujke bloemen om hem heen en hoorde geen vogelconcert meer. Zijn gedachten waren alleen nog maar geconcentreerd op het ellendige steentje in zijn schoen. Alle K-hot was weg. Mismoedig sukkelde hij den Weg terug, dien hij gekomen was. Onder- Weg mopperde hij over het verwenschte toeval, dat zijn mooien tocht zoo reddeloos bedorven had. Pas 's avonds, toen hij in bed nog eens aan den mislukten dag te- vfg dacht, kwam de gedachte bij hem °P: „Wat ben ik toch dom geweest! Had Jk dadelijk mijn schoen uitgetrokken en het steentje verwijderd, dan had ik me ten heelen verderen dag in de heerlijke hatuur kunnen verlustigen!" En hij nam zich voor, in het vervolg verstandiger te handelen. Nu kon hij over zijn domheid glimlachen en hij sliep gekalmeerd in. °e geschiedenis is begrijpelijkerwijze "laar 'n gelijkenis. De lezeres zal met 'echt zeggen, dat zij heusch niet zoo dom 's, om uren lang met een steentje in den schoen rond te loopen. Och maar wan- beer 't geen steentje in den schoen is, dan j® 't misschien toch vaak genoeg een kleine druk op ons innerlijk, op onzen Beest, op ons hart, die ons belet, vroolijk ®h welgemoed door het leven te gaan. h wat nu verstandiger is, die af te schudden of dat steentje in den schoen te blijven meesleepen? Van de een of andere zijde wordt ons bericht, misschien niet eens met stoke- p ge bedoelingen, dat deze of gene zich op luu 'ie:fdelooze wijze over onze psrsoon- ■ikheid. ons doen en laten heeft uitge rukt. We doen nu wel net zoo, of we bp deze praatjes heelemaal geen acht 'aan. Maar heimelijk boort de weten schap zich vaster en vaster in ons gedach- enleven. Dagen, 'ja weken en maanden hhg verbittert de herinnering aan het Behoorde ons innerlijk, we kunnen ons b'et' zoo echt in onzen schik voelen; in hronische mismoedigheid zien we de eugden voorbij, die het eigen thuis of °hze werkkring ons biedt. Onder zoo'n bestand lijdt niet alleen de enkeling, blaar zijn heele omgeving. .Hoe zou wel in zoo'n geval het steentje bit den schoen verwijderd kunnen wor- b®n? Niets is eenvoudiger dan dat. Een Poedig, open uitspreken van de zaak met bengene, van wien de geruchten het eerst bn uitgegaan, zal de zaak ophelderen h zelfs dikwijls bewijzen, dat een vluch- ,g eruitgeworpen woord heusch zoo t^'aaó niet gemeend was en pas in de Weede en derde hand de ongunstige be tekenis kreeg. De uiteenzetting ruimt de beele onaangenaamheid uit den Weg, be- baït voor verbittering, en geeft de evensvreugde terug; die oog en oor toe gankelijk maakt voor de bloemen en ahgen langs den levensweg, rn dikwijls schiet er ook in het be- epsieven zoo'n steentje in den schoen, en slappe tijd, een mislukt plan, wrij- bg met ondergeschikten of hooger-ge- b*bbtsten, onaangename storingen midden nder de dringendste werkzaamheden J die omstandigheden kunnen ieder op li.bbzelf het steentje worden, dat het ge- JRmatig-rustige en tevreden verloop van dag in den weg zit. Gelukkig' de ensch, die de kunst verstaat, zulke k bitjes slechts als onbelangrijke bij- bistigheden te beschouwenHij is de verstandige wandelaar, die dadelijk aan den kant van den weg halt maakt, om het lastige ding te verwijderen. De meerder heid sleept echter zulke steentjes mee naar huis, naar het gezin, maakt daar vrouw en kinderen het leven zwaar, en ziet en hoort zelf niets meer van de hui selijke verkwikkingen, die toch den mensch na zijn zware dagtaak wachten. Met knorrig gepieker wordt elk. uur van ontspanning en vrijen tijd doorgebracht. Geen lachje van den anders verafgoden dreumes, geen hartelijk woord van de zorgzame huisvrouw kan de spanning breken. Vader is uit zijn humeur; dat drukt op allen in huis. Er hangt een beangstigende stilte in de kamer, die nu en dan zelfs wordt onderbroken door een om de onbenulligste oorzaken losbrekend noodweerNatuurlijk is het niet alleen de huisvader, die aan zulke onverkwik kelijke stemmingen ten prooi kan zijn. Een verregende waschdag, een mislukt mid dagmaal, een vlek in de goede jurk al zulke dingen kunnen ook het humeur van de huisvrouw en moeder totaal bederven. Dan is het, of het huiselijk zonnetje hee lemaal is schuilgegaan. De beklagens waardigste slachtoffers zijn doorgaans de jongere kinderen, die schuw en gedrukt moeder uit den weg gaan. Oudere zoons en dochters brengen dikwijls zelf van het terrein hunner werkzaamheden hinder lijke steentjes mee en omdat ze zich nog niet al te goed hebben leeren beheerschen, is gemeenlijk triestigheid het natuurlijke gevolg. Zou dat alles niet anders en beter kun nen zijn? Als we die kleine onaangenaam heden van het leven nu eens beschouwden in het licht van hooger en edeler belan gen! Wat nietig, wat microscopisch klein lijken ze dan! Maar reeds de verantwoor delijkheid en de zorg voor eigen levens vreugd en het gemeenschapsleven in het gezin moest ieder ernstig mensch er toe kunnen brengen met ijzeren zelftucht alle wrevelige en opstandige gedachten' af te schudden, om in staat te zijn, rustig en vroolijk den drempel van het eigen tehuis te overschrijden. Alleen een opgeruimd gemoedsleven maakt ons toegankelijk voor de talrijke bonte vreugden, die het leven ons biedt. Wel dragen de ouders soms steenen met zich mee, dfe niet alleen in den schoen drukken, maar als een bijna ondraaglijke last op de schouders van vader en moeder lisgen. Dat zijn de zorgen voor het dage- lijksch brood, de zorgen voor den we'stand en de toekomst der kinderen, de zorgen voor een menschwaardige woning Iedereen begrijpt, dat daardoor geest en hart soms blijvend worden gedrukt en bekneld, en dat het geen lichte taak is, daaronder rustig en opgeruimd te blijven schijnen. Eén vraag is echter wel geoor loofd en men moet er zich niet met een schouderophalen afmaken. Wat verandert er aan de bestaande feiten, wanneer men, mistroostig en kortaangebonden, bet heele gezin er onder laat lijden? Integendeel, de zorgen, die blljvenden invloed en macht, over den mensch krijgen, berooven hem van zijn helderen blik, belemmeren hem in ziin pogingen om zijn lot met krachtige activiteit te verbeteren, ja, voeren niet zelden tot vertwijfeling en een rampzalig einde. Is het werkelijk niet beter, de zor gen, voor zoover ze in kommer, muizenis sen, gepieker ontaarden, met vastberaden wil af te schudden, om met he'der hoofd er over te kunnen nadenken, hoe ze hee lemaal te overwinnen zouden zijn? De materialist, de ongeloovige zou daartoe wel nauwelijks in staat zijn. Maar de Christen leeft toch niet zonder hoop van den eenen dag in den andere! In Christelijken geest beschouwd, zullen de zorgen geen hinderpaal meer zijn voor rein levensgenot. Ze zullen niet meer als een donkere schaduw over het gezin, over de spaarzame ontspanningsuren hangen. Het hart zal ontvankelijk blijven voor de duizend schoonheden, die ons van alle kanten omringen. En wij worden moedige, veerkrachtig-voortstappende wandelaars, die tot aan het schoone doel van den tocht hun belangstelling cn dankbaarheid voor de bloeiende boorden van den langen weg behouden! MACHTELD. Overneming uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verbeden ^'hoe- we graag bloote °etjes zien, an er toch nog H eens een ge- ®Senheid zijn, b.v. l reizen, dat we etn üever een paar poentjes aantrekken „Nevenstaande, aardige hoentjes zijn u mis- hien welkom. Ge kunt ze aken van flaneluitknipsels, heht86 Waarschijnlijk wel over v "t gehouden bij het knippen h een kleedingstuk. zoodat te u.r weinig of niets voor behoeft sen °°pen' Het patroontje van het hoentje is op ware grootte gegeven, t ge er niet eerst een behoeft te bun n' docl1 dit 200 uitknipt op tliJ tlh' Nu neemt men een dubbel PeUen lapje,, waarna ge dit in ruitjes van V, A c. m. grootte op de machine doorstikt. °raf- overtuigd ge u even, of het schoentje met zooltje Uitgeknipt kan worden. Is de lap doorgestikt, dan legt ge het patrwntje er op, (5 ^Pt het precies op de lün af, dus zonder naadje. Hierna festonneert ge met zachte tint wol, of D. M. G.-garen, eerst het zooltje om en daarna het geheele hoentje. Dan maakt ge midden achter een naadje, door de festonneersteken sjo*1 elkaar te overhandschen. Op' dezelfde manier wordt het zooltje aan het Von°Cntj'e bevestigd. Voor sluiting maakt ge bovenin een vetergaatje, waarna ge 4' 1 beide schoentjes te zamen één el smal lint koopt, ln de tint van de wol. Van ^ersiering kunt ge voor op het schoentje nog een rosetje maken van wol, of of bigehaald lint. Met een klein beetje hulp kunnen deze muiltjes ln de vacantie, D regenachtige Woensdagmiddagen ook door jonge meisjes gemaakt worden. DINY. de In dezen tijd van 't jaar komt 't dik wijls voor, dat je langs twee naast-eikaar liggende tuinen loopt en dat de eena den indruk geeft, dat 't met d'e bloemen voor dit jaar grootendeels gedaan raakt, terwij] de andere niet alleen één en al kleur en vroolijkheid is, maar nog frissche, nieuwe rozen heeft en jonge bloeiende scheuten van verschillende vaste planten, nog vol knoppen. Ik weet't wel; sommige amateur-tuiniers verliezen voor een goed deel hun belang stelling in hun tuin, zoodra het hoogte punt bereikt schijnt; daarna gaan ze dan in hun zorgen verflauwen. Maar juist wanneer we in den vóórtijd alle mogelijke zorg aan onze planten be steed hebben, moeten we ook maken, dat ze ons al die moeite zooveel mogelijk loonen en ons zooveel bloemen geven als maar mogelijk is zonder dat 't hun schade doet. Het is b.v. niet verstandig, zwakke of pas geplante „vaste planten" twee of driemaal in één jaar te laten bloeien. Maar daar zijn de groote, forsche bossen ridderspoor, lupine en andere vaste plan ten, die in op 't Zuiden gelegen tuinen veelmeer geëxploiteerd konden worden dan we gewoonlijk zien gebeuren en die frissche bloeiende takken kunnen hebben tot November toe wanneer de tuiner er maar op let, dat alle stengels die zaad gaan vormen, dadelijk worden weggesne den! Om een ander voorbeeld te noemen; neem de groote driekleurige violen. Indien de oude vooze scheuten, die in het afge- loopen voorjaar gebloeid hebben, aan de plant gelaten worden, zullen de talrijke jonge spruitjes, die zich in het centrum van de plant vormen, verstikt worden en dit jaar zeker niet meer bloeien. Indien echter alle oude stengels worden uitge trokken en dit is de beste manier om ze weg te nemen zullen de nieuwe scheuten spoedig gaan bloeien en ruim schoots de enkele knoppen vergoeden, dié aan de oude scheuten moesten worden opgeofferd. En. indien u bovendien de kleine moeite wilt nemen den grond ron- dom de viooltjes met een tuinvork wat om te werken en er wat hop-afval of een ander goed plantenvoedsel doorheen te mengen, zullen deze bollen, wanneer het weer° wat meewerkt, een overvloed van bloemen geven, zelfs tot Nieuwjaar toe. Asters die gaan bloeien, zullen veel mooier worden, wanneer een beetje guano over de aarde tusschen de plantjes gesprenkeld wordt en voorzichtig omlaag geprikt met een handvork. 't Is het beste, dit te doen, wanneer er een regenbuitje op' komst is, of bij vast droog weer, on middellijk daarna te sproeien, zoodat de vruchtbaar-makende bestanddeelen dade lijk naar de wortels zakken. Een zwakke vloeibare mest-oplossing eens per week aan de wortels van uw gla diolen toegediend, zal prachtige resulta ten geven en hetzelfde geldt voor de dahlia's. Het is 't best, ze eerst met schoon water te besproeien en pas daar na met den vloeibaren mest, omdat de wortels der planten dien veel gauwer tot zich kunnen nemen, wanneer de grond vochtig is. Voorts zijn er nog allerlei kleinigheden waarmee we ertoe kunnen, bijdragen, dat onze tuin werkelijk riant blijft en niet tegen het einde van den zomer een ver waarloosde wildernis wordt. Ruim alle over den grond slepende oude ranken weg, ook wanneer ze den verderen bloei van de plant niet schaden, bind platliggende planten op aan stokjes, hark afgevallen bloemen zorgvuldig weg en houd het gras uit de paden. Vergeet niet, de oude bloemscheuten van klimrozen te verwijderen wanneer ze zijn uitgebloeid. De mate waarin ze ge snoeid moeten worden, hangt af van de hoeveelheid nieuwe scheuten, die ze ge maakt hebber.. Staan ze op een gunstige plaats, dan zult u zien dat ze nieuwe ran ken gevormd hebben van 80 a 120 c.M. hoogte. In dit geval moeten de oude ran ken tot aan den grond worden afgesne den en de nieuwe in hun plaats geleid, CROCUS. KOMKOMMERGERECHTEN KOMKOMMERS (ALS GEKOOKTE GROENTE) 2 flinke, of 3 kleine komkommers. 50 gram boter. 2 eidooiers. 10 gram tarwebloem. 2 di,. kooknat van de komkommers. Sap van y2 citroen. Bereiding: Schil de komkommers, verwijder mei een lepel het zaad en snijd de vruchten in lange reepen. Kook ze in kokend water met zout gaar. Laat de boter lichtbruin braden, voeg er 2 d.L. van het kooknat der komkommers bij en roer dit mengsel lepelsgewijs door de eidooiers, die met wat zout, de bloem en het citroensap in een pannetje zijn geklopt. Zorg dat de saus onder het toevoegen der vloeistof zachtjes blijft koken. Giet ze dan over de inmld-. dels op een vergiet uitgelekte komkom mers en doe het gerecht op in een ven warmde dekschaal. KOMKOMMERS MET KERRYSAUS 4 Komkommers. 2'A d. L. bouillon. 15 gram tarwebloem. 25 gram boter. stukje ui. 1 theelepel kerry. Bereiding; Schil de komkommers, snijd ze over langs in vieren, verwijder met een lepel het zaad en snijd verder de stukken in schuine reepen van ongeveer 8 c.M. lengte. Kook ze gaar in wat water met zout af in wat bouillon; laat ze daarna uitlokken. Verwarm nu de saus, roerende, boter en bloem, de kerry en het gesnipperd" uitje; voeg daarbij langzamerhand den bouillon of in plaats daarvan desnoods vocht waarin de komkommers zijn gaargeknokt. Laat de saus, roerende, even do -koken en giet ze dan door een zeef over de uit gelekte komkommers. Stoof alles amen op een zacht vuur ongeveer 10 minuren. KOMKOMMERS MET TOMATENSAUS 4 Komkommers. 2% d.L. bouillon of kooknat V. <1. kom kommers. 15 gram tarwebloem. 25 gram boter. stukje ui. 4 volle eetlepels tomatenpuree. Eenige druppels citroensap. Bereiding: Behandel de komkommers op dezelfde wijze als in het vorige recept bare reven is. Laat nu de saus, de boter en cl» uioem roerende met elkaar vermengen; voeg er het fijngehakte uitje bij, de torna tenpurée en den bouillon of 't kooknat van de kom- j kommers. Laat de saus, roerende, vjt mi nuten doorkoken, voeg een paar druppels citroencap toe en giet de saus door een narenzeef over de uitgelekte komkommer- stukjes. Laat op een zacht vuur alles nog pl.m. 10 minuten stoven. N.B. In plaats van de tomatenpuree kan men ook 3 k 4 verscbe tomaten ge bruiken. Deze worden dan gewasschen, in grove stukken gesneden, in den veor de saus bestemden bouillon gaar gekookt en bij de dooreengemengde boter en bloem gedaan. Na vijf minuten doorkoken wordt de saus gezeefd, zoodat met den gesnip- perden ui cok de pitten en schillen der tomaten achterblijven. CATHARINA. Op eiken leeftijd is een peignoir een nuttig kleedingstuk. Hetzij we met de ouderwetsche sleutelmand aan den arm het huis inspecteeren; hetzij we tot laat in den nacht op den rand van ons bed romannetjes zitten te lezen of 's morgens voor dag en dauw rechtop in ons ledikantje staan liedjes te zingen, een licht en soepel négligé is ten allen tijde haast onontbeerlijk. Wie niet houdt van zoo'n algemeenen goedkoopen Japanschen kimono en 'n happy-coat toch wel 'n beetje te excentriek vindt en die toch iets wil hebben, wat aardig en tevens goedkoop is, mak-p haar ochtendkleedje dus zelf. Fig. 4856 toont ons een model van licht violet wollen mousseline met gemossde» rand en ruime stroaken aan de mouwen, eveneens gevoerd met gewerkte stof. Model 4860 doet meer aan een japon denken en kunnen we dus wel een uurtje langer dragen. De smalle shawlkraag eindigt in een grooten strik. Het rokje, dat sluit aan een glad heupstuk, valt enkel van voren in ruime plooien. Als materiaal hiervoor kiezen we bedrukte kunstzijde of toile de soie. Veel moeders vinden het overdreven om hun kleine meisje al in een peignoirtje te steken en toch is het zoo bizonder practisch. Als ze b.v. 's morgens met den besten wil niet meer onder de dekens te houden is en we hebben nog geen tijd om haar aan te kleeden of als ze 's winters ziek is en niet, zooals groote men- schen met haar neus onder de wel blijft, is zoo'n warm kleedingstuk heerlijk. We knippen maar een heel een voudig modelletje, 'n beetje klok kend, met een ruim pagode-mouw tje en om den hals een smal, opstaand boordje. We trekken hier en daar een grooten cirkel, waarin we allerlei leuke figuren bor duren. We omranden alles met een grooten flanel- of festonneersteek, een wollen koord met kwasten om het middel en ons meisje ziet er uit als een grappig, klein Chineesje POLA. maken, voor een ronde tafel vierkant en voor een langwer pige tafel langwerpig vierkant. Op een lichten ondergrond zullen de kleuren der bloemen beter uitkomen. Een veldbouquet zal op een rose of lila gekleurd kleed nJet zoo mooi staan. Langs den zoom kunnen we in eenvoudige randjes de kleuren der bloemen herhalen, doch nog mooier zal een open zoompje staan. We hebben noodig een kluwen witte, gele, korenblauwe, groene, roode en marine-blauwe koordzijde. Het voorbeeld Is op ware grootte geteekend, en we kunnen dus met behulp van carbonpapier overtrekken op de vier hoeken van het kleed. De margriet is wit, met een geel hartje; de paardebloem in 't midden is geel, ook die opzij en onderaan geteekend zijn. De knop, waaruit de blaadjes komen, is groen. Verder komen daar tusschen nog vier witte margrieten met gele hartjes; de klokjes zijn wilde hyacinten, welke we een blauwe kleur geven. De klaproos bovenaan maken we rood, met een marine-blauw hartje, en alle stengels en bladeren groen. Het is aardig als we ook bij passende vingerdoekjes maken. We kiezen voor ieder een ver schillende bloem uit ons bou quet. Een mooi veldbouquet-ontwerp gebruiken we op een kleed van grof linnen. We kunnen het toepassen voor een tuin- of een serre-tafelkleed, maar ook heel goed voor een ontbijttafel- laken. Het met bloemen bewerkte kleed zal de ontbijttafel vroolijk maken. We kunnen den onder grond van maïskleurig linnen ANEMOON

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7