FEUILLETON f SCHAAKRUBRIEK. - DAMRUBRIEK. DE SPAANSCHE SCHATGRAVER. PAGINA 4 MAANDAG 9 SEPTEMBER 1929 UITLOTINGEN DERDE BLAD MARKTBERICHTEN. Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82c. Schiedam. Verzoeke alle mededeellngen aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 4201. H. van BEEK, Naaldwijk. Eerste plaatsing. Mat in t we e zetten. PROBLEEM No. 4202. A. MARI. lste prijs „The Chess Amateur" Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4203. Dr. L. N. de JONG, Ruinen. Eerste plaatsing. Mat in dr i e zetten 1890. Leze worden bij ons ingewacht tot Dinsdag 84 September. No. 4192. 1. D'e8h8 enz. No. 4193. 1. Lc8b7 enz. No. 4194. 1. a7a8 (P.), Ka5; 2. Pd6 enz. GOEDE OPLOSSINGEN. J. L. van Grieken, Rotterdam alle; W. H. Haring, Kethel no. 4192: Jef. Helmer, Heerlen HO. 4193; J. Marcelis. Rotterdam no. 4193 en 4194; H. Verheggen, Roermond no. .4194. CORRESPONDENTIE. J. M. te R. en J. H. te H. De oplossing van no. 4192 door U beide ingezonden verschilt met die van de auteurs. E. v. P. te Z. Uw oplossingen van no. 4192 en 4193 komen niet met de onze overeen. PARTIJ No. 924. D4-opening. (Gespeeld in het Russisch nationaal tornooi 1928). Wit: P. Romanowsky. Zwart: Tscbechower. 1. d2—d4 2. Pgl—f3 3. Lel—g5 Veel beter hier 3 PgS—fG e7eB d7—d5 c5 om wit's te vroegen looperuitval te weerleggen. 4. e2e3 5. Lfl—d3 6. 0—0 7. Pbl—d2 8. c2c3 8. b6 gevogd door Pb8d7 L£8—e7 0—0 c7c5 Dd8c7 Lb7 zou zwart een goede ontwikkeling geven. De tekstzet laat Le7 ongedekt. 9. Ddle2 e6—e5 10. e3—e4 d5Xe4 11. Pd2Xe4 e5Xd4 12. c3X<34 b7—b6 12. cd4:; 13. Pd4: zou wit's spel openen maar door den tekstzet stelt zwart zich aan ern stige dreigingen bloot. 13. Pe4Xf6f Pd7X£6' Het beste, een val openzetten tegen de witte dame zou slecht zijn b.vt 13. Lf6:: 14. De4, g$; 15. Da8, Lb7; 16. Lf4, Dc6; 17. Lb5 en Wit is een kwaliteit voor. 14. Tfl—el Nu zou 14. LfG:, Lf6:; 15. De4, g6; 16. Da8:, Lb7; 17. Da7:, Ta8 wit dwingen de D. te offeren voor twee torens in een minder goede stelling. De tekstzet dreigt echter deze voortzetting daar thans Te8f mogelijk is. 1 4Lc8e6 15. d4<3.5 Hiermede maakt wit gebruik van het feit, dat Le7 ongedekt is. 1 5Pf6Xd5 16. De2e4 g7—g6 17. Lg5Xe7 Pd5Xe7 De7: zou natuurlijk een leelijke fout zijn want wit zou antwoorden met 19. Pd5:l 18. Pf3—g5 Le6—f5 Dit blijkt onvoldoende te zijn, er was niet beter dan: 18. Pfó; 19. Pe6:, fe6: 20. De6:t waar door wit zijn pion teruggewonnen zou hebben. 19. De4h4 h7—h5 20. Pg5h7! De verrassing, het paard moet genomen wor- 20 21. TelXeT 22. Ld3—c4 23. Lc4d5 24. Dh4—f4 25. Df4—e5-|- 26. h2h4 27. De&jr-f4t 28. h4xg5f Kg8Xh7 Dc7c8 Kh7—g7 Ta8—b8 Dc8d8 Kg7h6 f7—f« g6g5 Kh6g6 Op 2 8. fg5zou 29. De5! winnen. 29. Ld5e4 De kroon op het werk! Indien nu 29. De7 30. Df5f, Kf7; 31. Dh7f, Ke6; 32. Lf5j-, Kd6; 33. Tdlt, op 31. Ke8 volgt 32. Lc6t enz. 29f6X»5 30. Te7eGf zwart geeft op, want op 30. Kg7 volgt 31. De5f gevolgd door Lf5:. 2 PCT. PREMIE LEENING ST, JOZEF KERKJE BARGER COMPASCUUMi. Zevende trekking van 31 Augustus 1929. Hoofdprijzen; 1000 21385; 600 12876; 250 12856, 38879; 100 19963, 23274, 27476, 46175 en 47471. Prijzen van 60: 02335, 07838, 13485, 17711, 22043, 33385, 34463, 36076,. 38820, 42739. Prijzen van 25: 09577, 13859, 19045, 20482, 23994, 25246, 26950, 27021, 33563, 33940, 36837, 37675, 37971, 38257, 38764, 39087, 39520, 39712, 40699, 48174. De premies zijn van heden af betaalbaar bij het Arnhemsch Vereenigd Assurantie Kantoor. No. 81 (8 September 1929). Alle correspondentie te richten aan den dam- redacteur dezer courant. PROBLEEM No. 180. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart Zwart: 11, 13, 15, 19, 21, 27 en 28. Wit: 20, 29, 30, 34, 36/7, 42 en 49. PROBLEEM No. 181. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart. t Zwart: 8, 17, 20, 27, 30, 3§ en 40. Wit: 23. 28, 33, 38, 39, 41 en 42. PROBLEEM No. 182. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart Wit. Zwart: 3, 4, 7, 16, 19, 20, 30 en 37. Wit: 22, 28, 32, 40, 41 en 45. PROBLEEM No. 183. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart Wit Zwart: 9, 12/3, 18/9, 22, 31, 36 en 40. Wit: 24, 29, 33, 39, 41, 43, 46 en 47. Partij gespeeld In het internationaal tournool te Amsterdam op 23 Oct. 1928 tusschen de heeren Dr. Molimard met wit en Ben." Springer met zwart 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 3. 31—27 17—21 4. 44—39 7—12 5. 37—31 21—26 6. 49—44 26 37 7. 42 31 20—24 8. 34—30 14—20 9. 30—25 2— 7 10. 25 14 9 20 11. 47—42 4— 9 12. 41—37 10—14 13. 39—34 12—17 14. 44—39 7—12 15, 46—41 1— 7 Stand zwart: 3, 5/9, 11/20, 23/4. Wit: 27/8, 31/43, 45, 48 en 50. 16. 34—29 Op 50—44, zw. 5—10, wit 34—30, zw. 17—21, wit 3025, zwart 2126! 16. 23 34 17. 39 30 Op 40 29 zou zwart positievoordeel behalen met 1822, 12 34 en 2025 gevolgl op 50—44 en 44—40 door 712 en 1524 of op 2823 en 30 10, 15 4. 17. 2(1—25 18. 2823 19 39 19. 30 10 15 4 20 43 34 6—10 21. 5044 10—14 22. 44—39 4—10 23. 4843 10—15 24. 31—26 17—21 Beter dan 1722. 25. 26 17 11 31 26. 36 27 6—11 Stand zw.: 3, 7/9, 11/16, 18 en 25. Wit: 27, 32, 34/5, 37/43 en 45. 27. 38—33 Hier was 32—28 te verkiezen. 27. r- 11—17 28. 42—38? Niet sterk, nu kan schijf 41 niet anders meer gespeeld worden dan na 36, hetgeen zwak is. Hier had moeten worden gespeeld 32—28, zw. 17—21, wit 37—32, gevolg door 42—38 en 41—37. 28. 17—21 29. 33—28 14—19 30. 41—36 9—14 Op 2126 zou wit eenig voordeel behalen met 37—31 en 32 41. 31. 34—30 Deze zet is vrijwel gedwongen. 31. 25 34 32. 39 30 15—20 33. 43—39 18—23 Op 2024, wit 2722, 2823 en wint. Stand zwart: 3, 7, 8, 12/4, 16, 19/21, 23. Wit: 27/8, 30, 32, 35/40 en 45. 34. 30—24? 20 29 35. 39—33 Wit had de volgende afwikkeling van zwart kunnen berekenen. Maar na het offeren van schijf 30 was verlies toch niet meer te voor komen. b.v. 35—30 (3—9A) 28—22 gedw. (7—11B) 3731C (21—28) 22—17 gedw. (26 28) 17 6 (28—33). 39 28 (24 43 wint). A. Dreigend 2933 of 34. B. Dreigend 1217 of op 3933, 2328. C. Op 36—31 (12—17) 31—26 (17 28, 29—33 en 13 44 wint). 35. - 3- 9 36. 33 24 19 30 37. 28 10 30—34 38. 40 29 9—14 39. 10 19 13 22 Wit staat vrijwel verloren 40. 35—30 2227 41. 3228 27—31 42. 36 27 21 23 43. 30—25 23—28 44. 25—20 28—33 45. 20—14 32—37 46. 14—10 37R 47. 10— 4 41—47 48.' 45—43 Op 436 zwart 1218 enz. 48. 47 36 49. 410 12—18 50 4035 36 17 51. 35—30 18—22 Wit geeft op. FANTASIEPROBLEEM. De heer J. Boelens zond ons het volgende fan tasieprobleem. Wij geven het curiositeitshaive hier met de oplossing er bij. Zwart: 3, 9, 12, 21, 23, 25, 28, 34, 37 en 43. Wit: 8, 14, 17, 20, 26, 30, 31, 39 42 en 43. Wit speelt 31—27, 42 31. 26 17, 14 3, 3 26. 48—42, 31—27, 26 45. ONZE PROBLEMEN. Onze trouwe medewerker, de heer W. J. V'J^ Voort zond ons een viertal problemen, door hero uitsluitend voor beginners samengesteld. "£"°c denken wij, dat deze er een kluifje aan hebben. Onzen dank voor de toezei 'ing. Waar blijven onze andere medewerkers? OPLOSSINGEN. Probleem No. 172. (W. J. v. d. Voort.) Zwart: 7/9 11, 13/4, 19, 23/4. 26, 31, 35/6. Wit: 15/6, 22, 25, 27/8, 30, 32/3, 39, 42/3 en 46. Wit: 15—10, 25—20, 39—34, 27—21, 34"29* 43—39, 42—37, 33—29, 28 37, 32 1. Probleem No. 173 (J. Boelens.) Zwart6, 9, 10, 12/4, 16/8, 20, 22, 23, 25. f' Wit: 26/7, 31, 33/5, 37, 39, 40, 43, 45, 47,9. Wit: 27—21, 47—41, 33—29, 26—21, 34—3°» 39 19, 37—31, 48—42, 40—34 en 35 22. Probleem No. 174. (J. v. Bemmel.) Zwart: 3, 7, 9/10, 12, 14, 16/8, 20/1, 25, 27/8. Wit: 23, 26, 29, 32, 34, 37/40, 43/4, 47/50. Wit: 34—30, 29—24, 37—31, 47—41, 39—34 eB 44 2. Probleem no. 175. (W. J. v. d. Voort.) Zwart: 6/9, 18, 20, 26, 30, 36, dam op 13. Wit: 16, 22, 27/8, 37, 40, 42/3, 46/7 en 50. Wit: 28—23, 16—11, 43—39, 37—32, 33 46—41. Goede oplossingen ontvangen van: W. J- v- 4" Voort, Nieuw-Vennep; Joh. Lodewijkx, C. v- S„ H. H. W. Borghardt, J. P. H„ J. O., J. Stol» D. R., allen Rotterdam. Van probleem no. 174 werden ons verschil-" lende nevenoploesingen gezonden: 1. 37—31 (zw. 27 36 gedw.), 23—19, 40 3832, 39—33, 35 2 en 26 8. 2. 2924, 38—33, 34 23, 4034 en 44 18. 3. 23—19 38—33 en 33 24. i. 2319. 39—33, 40—35 en 35 2. UTRLc.UA, 7 .September. (Vee). Aangevoerd 695 runderen. Stieren 4045 ct. per kg., bah" del matig; kalfvaarzen 150240, pinken f 120, melkkoeien 200330, kalfkoeien ƒ710— 360, vaarskoeien 140250, handel matig; slac koeien le soort 48—52 ct., 2e soort 43—47 ct. soort 3942 ot per kg., handel matig; nuch* tere kalveren 1016, handel redelijk; graskal" veren 4570, handel gedrukt; schapen 30""* 38, lammeren 2028, handel matig; schraTO" men 2438, varkens 4456, biggen 20— handel matig; boter 1.15 per kg., eieren 7Yt ct. per stuk. Een humoristisch griezelverhaal. door WILLIAM CAINE. 21.) Zij ging naast signora Quesada zitten en zei in haar beste Spaansch: Wij blijven een heelen tijd In San Pablo wonen en hopen maar, dat wij u dikwijls te zien zullen krijgen. Carlos en ik zijn al jaren lang vrienden. Vindt u het niet prettig, dat u hem weer terug hebt? Zij streelde de hand der oude dame, de oude dame streelde de hare. Ann was een verbazend hoogstaande vrouw, die onmiddellijk de dingen begreep en ze naar waarde wist te schatten. En waar gaat u wonen? vroeg zij. O, we zijn juist naar ons huis wezen kij ken en laten er vanmiddag onze koffers heen brengen. Het is het heerlijkste huis van San Pablo, geloof ik. Ik zou haast zeggen, van de heele wereld. En wat, vroeg Quesada, is dan wel het heerlijkste huis van San Pablo en van de heele wereld? O, zoo'n heerlijk atelier! riep Ann uit, en nu begon zij in eens in het Engelsch: Op het noorden, mr. Quesada. Het is een oude dansacademie, zegt kolonel Ribera. Dat zal uw moeder wel interesseeren. Dat geloof ik ook, zei Quesada luchtig. Hoe heet de straat? Daar hij dit in het Spaansch had gezegd, ant woordde Ann in dezelfde taal. De straat? Hoe die heet? O, Te .Tetuan. Tetuan? riep signora fuesada luid. Haar zoon liet zich rustig neer in den stoel aan den anderen kant van zijn moeder en zocht spoedig zijns moeders schoen. En wat is het nummer? vroeg hij. Nummer 17, zei Ann nog altijd in het Spaansch. Signora Quesada nam een groote teug van haar derde crème de Menthe. Op dat oogenblik kwam juist John Billing binnen. Hij liep als een reus tusschen de tafels en was spoedig bij hen. Ha, ha, zei hij opgewekt, daar zijn wij allemaal weer bij elkaar. Dit is zeker je moe der, guixoté? Hij werd voorgesteld. Jammer, dat je dien ouden Ribera niet hebt kunnen overhalen om te blijven, Ann, zei hij, dan zou de zaak voltallig geweest zijn. Ik kwam hem daar net tegen, toen hij als een ra zende naar beneden racede met zijn rijtuig. Hij zei, dat hij de een of andere vervelende af spraak had en dat je verbazend tevreden was met je huis. Is dat zoo? Of het zoo is? Man, ik weet niet, hoe ik kolonel Ribera ooit genoeg zal kunnen danken. Kolonel Ribera? zei Quesada, die dien naam al drie maal had opgevangen. Ken je kolonel Ribera? Zeker, zei Ann weer in het Spaansch. Hij heeft het huis voor ons uitgezocht. O! zei signora Quesada. Zij zocht Carlos' oogen, die strak op haar ge richt waren. Dat was zeer vriendelijk van hem, merkte zij op. En Carlos glimlachte. Wat was het toch heer- ijk zoo'n moeder te hebben! HOOFDSTUK VIII. I. Oom, zei Mercedes, terwijl zij naar het dakterras kwam, hier is Ribera. Hilario sprong op, stak in drie passen het dak over en verdween in het huis. Mercedes hoorde hem bijna de trappen afstormen. Een oogenblik later stapten de twee mannen door het venster. Mercedes, zei haar oom, ik moet onzen vriend Engelsche les gaan geven. Verdwijn! O, zei ze, een oogenblikje! Beste vriend, zei zij tegen Ribera. Ik heb iets voor hem, zelf gemaakt. Zij huppelde weg. Ribera neuriede een be kend wijsje, Hilario zat ondertusschen te flui ten en op San Pablo te vloeken. Mercedes kwam terug. Zij hield een bal van lichtkleurig papier in haar hand. Het zal spoedig zomer worden, zei ze en lier komen alle vliegen op af. Zij glimlachte. Het zal wat zon brengen in zijn cel. Het ls mor sen zijn verjaardag. O, dat wist u natuurlijk liet. Niemand denkt er meer aan behalve lk, voegde zij er met een zucht aan toe. Hij zal het hebben! zei Ribera. Een prach tige bal! Welke vlieg zal daar weerstand aan kunnen bieden? Hij lachte opgewekt. U lacht toch zeker niet om mijn armen bal? pruilde Mercedes. Het is idioot, zei Hilario. Ik vind het erg ordinaire kleuren. Je vader is een man van maak, Mercedes. Wat moet hij nu met een pa pleren vliegenbal doen? Als het nu een sigaar was. Ach, zei zij, die sigaar zou hij oprooken en dan was hij verdwenen, maar mijn bal blijft altijd. Denk je, dat vliegen op zooiets afkomen? zei haar oom weer. Zeker, het stond in de Magazine. Ik heb het zelf in het rommelhoekje van de Magazine gevonden, legde zij Ribera uit. Daar stond pre cies, hoe je zooiets in elkaar moet knutselen. Ik dacht; ik zal er een voor hem maken en dan gaan er alle vliegen op af en dan heeft hij een beetje meer rust. Veel kan ik niet voor hem doen, waar wat ik kan, doe ik. Zult u het hem werkelijk geven? Ik zal het geven, hoor! zei Ribera, terwijl hij den bal naast zijn kepi, handschoenen en wandelstok op tafel legde. U bent erg goed, zei hij. Zij nam even zijn hand. De man keek haar met een typischen, eenigszins zoekenden blik aan. Daar gaat geen vlieg op af, zei Hilario, achter hem staande, koppig- En nu, verdwijn, onze vriend zijn tijd is kostbaar. Geloof me nu maar gerust, de vliegen willen met dat ding niets uit te staan hebben. Zij lachte. Och, wat komt er dat ook op aan. Hij zal In ieder geval aan mij denkeu en misschien ls er wel een klein, klein vliegje op dit terras, dat op het oogenblik begrijpt, wat wij zeggen en dat vliegt dan vast en zeker naar Santa Brigida om het aan de andere over te bren gen en dan zijn er allicht een paar vriendelij ke vliegen, die zoo goed zullen zijn om op de zen bal af te gaan en mijn vader niet te ste ken. Hoe gaat het er vandaag mee? vroeg zij aan Ribera. O, uitstekend, zei Ribera zacht. Hij vroeg zijn beste groeten over te brengen naar zijn lief, klein meisje. Dat hem nooit vergeet. Hij glimlachte haar vaderlijk toe. Nooit! zei zij, nooit! Is er geen enkele kans op amnestie? Ribera schudde droevig het hoofd. Geen enkele, zei hij, geen enkele. Zij zuchtte zwaar en ging naar binnen. Ribera volgde haar met zijn oogen. Zijn blik had iets laags. Hilario wendde zich nijdig tot zijn gast. Wat is dat toch allemaal, zei hij, wat voor idioterie heb je mij nu weer op mijn hals ge schoven? Wat heb ik met dien Billing uit te staan? Groote genade, ik dacht, dat je nooit zou komen. Ribera legde heel ernstig en vriendelijk een hand op den schouder van den ander. Beste vriend, begon hij zachtjes, er is een spreekwoord, dat zegt: Ieder huis heelt zijn kruis, maar waar is de dankbaarheid? Dankbaarheid? herhaalde Hilario. Denk je, dat ik nog dankbaar ben, dat jij me dien horzel in mijn ooren hebt gezonden? Wat is er aan de hand? Vooruit, vertel eens op. Ik maak uit je toorn op, zei Ribera, ter wijl hij een sigaar voof den dag haalde, die Hilario gretig aanvaardde, ik maak dus op, dat jij een onderhoud hebt gehad met mijn vriend Billing, wat ik ook wel verwachtte, toen ik hem voor het venster van de Tajo zag staan. Wat denk je, schreeuwde Hilario, dat hem hierheen heeft gebracht? Hij kwam regelrecht van mijn huis. Mercedes, de duivel moge dat nest halen, had hem naar het café gezonden. Alle heiligen! En al dien tijd zat ik met hem opgescheept. Zeg nu maar eens, dat ik geen onderhoud met hem heb gehad. Hij is amper vertrokken. Hij veegde zijn zweetend voorhoofd af. Daarom ben ik gekomen, beste man. Ik ontmoette hem vlak hij zijn hotel. Nu, riep de ander ongeduldig uit. En de brief? Heb je dien ook gezien? Ja, dat is een fijn stukje zwendel. Wat is dat met die koffers en al dat geld? De waarheid, zei Ribera eenvoudig. De waarheid? Sebastian zou dus 37.000 pond in een koffer met een valschen bodem hebben opgesloten? Idioot, ja! Waarom heeft hij daar nooit iets van ge zegd en toch zeker op den dag voor zijn ge vangenneming? Als hij werkelijk Hij hield plotseling op. Ha, als hij dat allemaal had bezeten, wil je zeggen, zou hij nu nog wel in vrijheid zijn, hè? Hilario vloekte en veranderde van onder werp. Welnu? zei hij. Een beetje geduld, zei Ribera. Het is, zoo als ik je zeg. Je zult toch zeker tegenover dien nr. Billing de mogelijke twijfels, die je nu aan den dag legt, niet naar voren hebben gebracht? Dat zou wel erg dom van je geweest zijn. Hilario lachte zelfgenoegzaam. Ik geloof, dat ik van tijd tot tijd nog wel geschikt ben om een dergelijk geval onder de oogen te zien. Ik bepaalde mij tot niets anders dan een algemeene uiteenzetting van Se bastian's avonturen. Ik speelde de rol van den belangeloozen vriend. Morgen komen wij weer bij elkaar. Toen hij weg ging, was hij nog net oover als ik op het oogenblik ben. Maar ik kan je wel zeggen, dat het heelemaal geen aan genaam experiment was. Wat heb ik vandaag al gezweten. Als je mij daar straks in de Tajo niet even te kennen had gegeven, dat er zeer belangrijke en tastbare voordeelen voor Mer cedes te behalen waren, zou ik den allerwijstefl weg hebben gekozen, doodweg ontkend hebbeB» dat ik ook maar iets met de zaak had uit te staan en hem zelf het heele geval laten oP" knappen. Ribera klopte hem op zijn knie. Maar jij had vertrouwen in mij, be- zei hij. Ik geef toe, zei Hilario, dat je heel vee) ndruk op mij hebt gemaakt in het caié. I ben maar een arme man. Ik heb een jon£ meisje, dat geheel van mij afhankelijk is en 1* mag dus nooit de risico nemen belangrijke ea tastbare voordeelen voor haar te ontlooPeD' Maar ik heb mij nog nergens toe laten ovef* halen. Nu zeg eens, waar het op staat. II. Hilario was werkelijk zeer verlangend orn alles te weten te komen. 37.000 pond sterling- Alleen het uitspreken van dat bedrag gaf ben) al vreugde. Maar er waren een paar dingen, die hem niet erg duidelijk waren, waarover hij reeds kalm had zitten nadenken sinds het vertrek van John Billing en de komst van Ribera vooral het feit, dat zijn adres was genoemd' ivas hem niet ontgaan. Oogenschijnlijk ee® kleinigheid, maar voor hem van het meeS vitale belang. Het was alsof er een prop rijn keel zat, die hij met geen mogeltfkbei verwerken kon. Het zal nu zoowat een jaar geleden zijn. da libera hem in het café had opgezocht en be 'oorstel had gedaan om Engelsche les bij bet® te nemen, omdat hij van plan was naar Enge* and te trekken. Sinds dien dag had Hilar' vergeefs getracht een indruk van het karakte van Santa Brlgida's commandant te k:ijge°' Ribera was altijd een beetje te vriendelijk 6f" weest, maar hij had zijn lessen goed en steed op tijd betaald. Dat pleitte weer voor hem. Hij had werkelijk heel wat practisclie pathie getoond voor een man, die zoo goed a op de keien zat. Zoowel in het café als tbu was hij steeds zeer kwistig geweest met h aanbieden van allerlei dranken. Dat was 11 tuurlijk een zeer goede noot, maar er zijn me schen, die altijd om bijzondere redenen vrrn delijk of vrijgevig zijn. Veronderstel dat b® motief nu alleen maar was om Engelsch te lf ren, dat nam niet weg, dat hij het huis van zU leermeester een zeer geschikte plaats vond O ook nog andere lessen te nemen, dat hi) langzamerhand Intieme kennis had aahg knoopt met de moeder van zijn leermeeste dat hij langzaam maar zeker het hart van oude dame had weten te winnen door een rlJ dom van bloemen en andere dwaasheden- (Wordt vervolgd)-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 12