DE ONTZETTENDE SCHEEPSRAMP OP DE WESTERSCHELDE. FEUILLETON GOUDEN HARTEN rWij verzinken F i Een onderhoud niet een der opvarende n. 1 DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 Banen de twee minuten zonk de „Esteila" naar de diepte. Door een schoorsteeagat bo /en gekomen. DE MOORD AAN HET BEZUIDENHOUT. MEER LICHT IN DE ZAAK. DE DUITSCHE GRAANINVOER HET VOORZITTERSCHAP DER l| EERSTE KAMER. i 1 VERLOST VAN DE VLIEGEN- J PLAAG. ,,Ik voelde dat de kop van het schip naar beneden werd gezogen" Om vijf uur gistermorgen was de sleepboot „Noordzee" van L. Smit Co.'s Internationalen Sleepdienst op de plaats des onheils aanwezig. Doordat het water ter plaatse zeer diep U, ongeveer 30 35 meter, was van het veronge lukte schip echter niets te herkennen. Later arriveerde ook nog de sleepboot „Goliath" en verscheidene andere bergingsvaartuigen uit Bath. Enkele dezer schepen zijn ter plaatse gebleven om af te wachten of bij laag water misschien eenig spoor van de „Esteila" te ont dekken zal zijn. De „Esteila" was geladen met stukgoed on derweg van Antwerpen naar Londen. Het schip is in 1919 gebouwd en meet 758 tons bruto en 386 tons netto. Een correspondent seint ons uit Walsoorden: Het was ongeveer half twee toen het Bel gische stoomschip Esteila uit Antwerpen Wals oorden passeerde. Juist in het zicht van de haven maakt de vaargeul daar een zeer sterke bocht. Op het moment, dat de Esteila haar draai nam, kwam van de tegenovergestelde richting de Duitsche houtboot „Herwin". In de bocht tusschen de landboei en boei 26 werd de „Esteila" door de „Herwin" in de flank ge varen. In twee minuten was de boot geheel van de wateroppervlakte verdwenen. Dat van de opvarenden zich zoo weinig per sonen konden redden, moet men toeschrijven aan het feit, dat de geheele bemanning, op het personeel na, dat belast was met het besturen van het schip, zich ter ruste had begeven. Een onzer correspondenten seint ons nog nader uit Walsoorden: Wat het verloop van de ramp betreft, kan nog gemeld worden, dat de aanvaring plaats had nabij het Oude Hoofd. Het Duitsche, met hout geladen s.s. „Gerwin" uit Bremen, dat de Schelde opstoomde naar Antwerpen, trof de Esteila nabij de machine-kamer, waardoor een zoodanig lek ontstond, dat het aangevaren schip binnen enkele minuten zonk. De bemanning van de Gerwin stelde on- ïiddellijk reddingspogingen In het werk, doch m er slechts in slagen twee of drie op varenden van de Esteila te redden. De gered den zijn per s.s. Gerwin, dat tot circa half negen ter plaatse bleef, naar Antwerpen v<nero. i Esteila ligt bij laag water op ruim 31 M. de. ij onze aankomst te Walsoorden lagen ver- s eidena sleepbooten ter beveiliging van de v t nabij de plek des onbeils. :e duiker Sperling van W. A. v. d. Tak's I. ringsbedrijf probeerde een onderzoek in te ROMAN VAN I. EDHOR Lit liet Duitsch vertaald door ft J. M. v. H. 59) Ga niet van mij weg, anders sterf ik, bad i ontróerenden toon, in tranen uitbarstend. Ik weet niet, of u zooveel zelfbeheer- s ig hebt om u over het verdriet, dat u zelf i M zaakt. hebt, heen te zetten, zei hij streng. 1 hebt een kind, mevrouw de barones, een I, lief kind. U hebt plichten te vervullen e u mag een vervlogen jeugddroom niet na- jugen. Wilt u dien goeden raad van mij aan- n* men? O. riten snakte naair adem. Ik wil mij voor je vernederen, zooals r "t iemand zk;h vernedert; je voet zetten op i '.in hoofd, dat op alle schitterende partijen in de hofstad de bewondering van de uitgele- u gezelschappen heeft opgewekt, slechts geef mij je liefde weer! Laat mij niet vallen, anders zal ik in de bel verzinken. Kun je me dan li- seven, al was het nog maar zoo weinig? Zij was grootsoh, dlia trotsche vrouw, ook in haar ongebreidelden hartstocht, die tot nu toe onder een ijsmantel gesluimerd had. Zij was groot tn haar deemoed en tocheen nnttelooze kracht! En wat ontbrak dan aan die volheid van schoonheid en talenten? Het gouden hart ontbrak, het gouden hart, met zijn edele onbaatzuchtigheid, zijn alles vergevende, stellen aan boord van het gezonken .vaartuig. Omtrent de oorzaak kon men ons nog niels naders mededeelen. Het weer was helder en de vaargeul is ter plaatse pl.m. 80 M. breed, zoodat er ruim voldoende gelegenheid bestaat om te passeeren. De sleepboot „Goliath" uit Hansweert is gis ternacht direct nadat de Gerwin seinen had ge- gegeven, naar de plaats van de ramp gestoomd en heeft het water afgezocht naar de opvaren den van de „Esteila" echter tevergeefs. Ook een boot van het loodswezen is thans ter plaatse. Voor de scheepvaart levert het wrak geen gevaar op, doch wel voor de vaargeul, wegens zand verplaatsing. Vermoedelijk zal men het wrak laten springen. Het lijk van den verdronken opvarende dat bij Waarde is aangespoeld is nog niet herkend. Vermoedelijk is het iemand van het dek personeel. Het is een rossig, ongeveer 1.60 M. lange jongeman. De oorzaak van de ramp Men meldt ons uit Sas van Gent: Omtrent de oorzaak van de ramp vernamen wij, dat deze waarschijnlijk gezocht zal moe ten worden in de kracht van den stroom, die bij ebbe de Duitsche boot dwars op de Belgi sche geworpen zou hebben. Te vier uur gisterennamiddag had de duiker nog niets kunnen uitrichten, daar de stroom te sterk bleek. Waarschijnlijk kon hij pas in den nacht te 3 M uur met zijn onderzoek aan vangen. Men deelde ons nog mede, dat terstond na dat de aanvaring had plaats gehad, de Gerwin door signalen de aandacht der nabijzijnde schepen, en van de oeverbewoners trachtte te trekken. Later arriveerden nog enkele vis- schersvaartuigen uit Ierseke, die eveneens te vergeefs het terrein afspeurden. Bij nader onderzoek is gebleken, dat de roerganger een Estlander is, die niets anders spreekt dan zijn eigen taal. Een onderhoud met den geredden eersten machinist Toen wij Dinsdagavond, aldus de machinist, om half 11 vertrokken, was de avond kalm en rustig, deed niets vermoeden dat zulk een ramp zou plaats vinden. De „Esteila" vaalt van Antwerpen op Londen, en voert enkel koopwaar, geen passagiers mee. Om 12 uur des nachts werd ik door den tweeden machi nist afgelost. Gewoonlijk ga ik vóór het sla pen even op mijn sofa liggen, doch dezen keer ging ik direct naar bed. Om half een werd ik een hevigen schok gewaar; ik sprong over eind, doch kon door de dikke duisternis niet3 zien. Ik snelde naar de machinekamer en voel de plotseling dat de kop van het schip naar beneden werd gezogen. „Wij verzinken", schreeuwde ik, en wilde naar boven klimmen, maar kon niet boven komen. Op de trap stroomde het water en golfde het me met groote kracht tegen de borst. Ik hield me vast aan een ijzeren staaf. Het water drong me in de keel. Ik verloor mijn krachten. Toen gaf ik er mij rekenschap van, dat het schip geheel verslonden werd. Ik liet de staaf los en werd achteruit geslagen. Door den druk van het wa ter werd ik daarop omlaag gezogen. Ik sloeg maar met handen en voeten, en ging door een schoorsteengat naar hoven. In het bruisend en alles verklarende naastenliefde, zijn beschei denheid, zijn zelfverloochening, zijn nederig heid het gouden hart, dat alle uiterlijke ga ven verbleeken doet, zijn stralende liefde. Mevrouw de barones, sprak de opperhout vester kalm en klaar, vergeet niet, dat wij niets meer voor elkander kunnen zijn; mijn vriendschap wil ilt je schenken Je vriendschap! onderbrak Carmen hem met schelle stem, een je hart? Dat blijft eenzaam, omdat het zoo be stemd is een nooit zal trachten in de Godde lijke ordening in te grijpen. Maar u treedt het strijdperk binnen en al zal de kamp ook zwaar en pijnlijk voor u zijn, de zege moet ten slotte toch door u behaald worden. Aldenhofen maakte een lichte buiging en ging heen. Carmen keek hem duister dreigend na. Ik bezit niet die sterke deugd, die jij be zit en ik kan mijzelve niet tot rust dwingen! Welaan dan, Ik aanvaard den strijd, den strijd om jou! XV. Hellda heeft naar je gevraagd; hij wacht op je in den tuin, waar hij al ongeveer een uur heen en weer loopt. Hij vroeg zoo gauw als je kwam d,e boodschap over te brengen. Dat vertelde Eva Dolling aan de zoo juist binnengetreden Ruth, die veirhit door het vlugge loopen, bezig was haar handschoenen uit te trekken. Hij wil me spreken! Haar stem beefde. Hij wacht met ongeduld op je. Ben je niet door den tuin gekomen? Neen, lk ben door de voordeur gekomen. Omdat ik Carmen met Irma In de nabijheid vaa den tuin zag ben ik omgeloopen en den voorkant ingegaan. Eva snelde naar het raam. borrelend water klampte ik mij aan een balk vast en schreeuwde om hulp. Ik vond een lamp en zwaaide, hopende dat zij mij zouden zien. Drie kwartier bleef ik drijvende en dan be merkte ik het schip, dat ons bad aangevaren. Dat liet een bootje uit; verder weet ik niets, en werd ik bewusteloos. Lijk aangespoeld i Men seint ons uit Hansweert: Hier is een lijk aangebracht, vermoedelijk van den bootsman. Papieren zijn niet op het lijk gevonden. Hij had een ring aan zijn vin ger met er in: H. N., 17-12-1906. De aanvaring Uit Antwerpen meldt men ons, dat de Es teila niet in (aanvaring is geweest met de Gerwin, maar met het Duitsche ss. „Indra van Kotka naar Antwerpen. Het wrak gevonden Om half twee gistermiddag raakte de Noord zee vast en aldus kon de plaats waar het schip gezonken is, worden vastgesteld. In den loop van den morgen zijn de lijken van den loods en een onbekenden jongen aan den dijk van Waarde aangespoeld, terwijl later, gistermiddag ongeveer half drie, te Hansweert nog drie lijken zijn aangespoeld. Nog een geredde? k Van andere zijde meld tmen ons uit Wals oorden, dat vermoedelijk drie der opvarenden zijn gered. Twee n.l. de machinist en de roer ganger, zouden aan boord zijn genomen van de „Herwin", terwijl een voorbijvarend schip een matroos zou hebben opgepikt. Zulks is echter nog niet bevestigd, stukken van de lading des Esteila spoelen te Walsoorden aan zooais pakken kurkschors, een in een krat verpakte kleerkast, een kist met doezen biscuits en kisten met enveloppen. Voorts een kooi met 4 duiven. De dieren waren echter verdronken. Ook zijn aangedreven een roeiboot van de Esteila en twee reddinggcrdels. INSTITUTO Dl RELIQUIE CATTOLICHE Afwachten de boodschap Door bovengenoemde handelsonderneming wordt van Rome uit op ruime schaal een cir culaire in ons land verspreid, waarbij de be middeling van het instituut wordt aangeboden, aan wie zich in het bezit wil stellen van een serie Vaticaansche munten. Wij hebben, zoodra ons een exemplaar dezer circulaire onder de oogen kwam, een onderzoek laten instellen naar het instituut en zijn be doelingen. Hangende dit onderzoek, lijkt het ons ver standig, dat gegadigden onder onze lezers geen relaties met de onderneming aanknoopen. ALASTRIM Te Delft Dinsdag is als lijdende aan alastrim in de barak van het Gasthuis te Delft opgenomen dr. J. Th. DE BESMETTELIJKE ZIEKTE AAN BOORD VAN „DE HOOP". Een typhusgeval. Uit een nader ingesteld geneeskundig on derzoek is gebleken, dat de door het hospitaal- schip „De Hoop" te IJmuiden aan land ge brachte patiënt lijdende was aan typhus. Het in de Haringhaven aldaar liggende hospitaai- schip is inmiddels door den gemeentelijken geneeskundigen dienst ontsmet. DOORDAT HET PAARD STRUIKELDE Onder het dier terecht gekomen Te Odoorn is de 15-jarige A. Knik doordat het paard voor den wagen waarop hij meereed struikelde, van den wagen gevallen en onder het paard terecht gekomen. Bewusteloos werd hij opgenomen en in ernstigen toestand naar het ziekenhuis te Groningen vervoerd. HET SCHEERMES HERKEND Bezwarend getuigenis van een brievenbesteller Dinsdag heeft zich bij de politie een nieuwe getuige aangemeld in de beruchte moordzaak van het Bezuidenhout. Dinsdag had de politie een verzoek om ver melding gedaan van dengene, die het scheer mes. dat met bloedvlekken gevonden was, bad verkocht. Deze persoon, een Inwoner van den Haag, heeft zich bij de politie vervoegd en beeft het scheermes herkend als zijn vroeger eigen dom, dat hij voor eenige maanden aan K. v. d. M„ den verdachte, heeft verkocht. Deze getuige was in zijn verklaringen zeer pertinent. Zooals men weet, ontkent de verdachte, dat hij het scheermes ooit in zijn bezit gehad heeft Voorts is nog het volgende bij de politie ter oore gekomen. Dinsdag tusschen 12 en 1 uur zou een chauffeur, die eenige oogenblikken vertoefde aan de koffieteut op het Paul Kru- g'srplein daar verteld hebben, dat op den dag voor den moord een persoon zich bij een bar bier liet scheren en daar een scheermes heeft laten aanzetten. Hij betaalde daarvoor 35 cent. Den chauffeur wordt verzocht zich onverwijld te melden bij de politie om nadere inlichtingen te gevsn. Naar bet Vad. verneemt, heeft zich Dinsdag een belangrijke getuige bij de Haagsche politie gemeld. Een hulpbesteller van de posterijen kwam Woensdagmiddag, den dag voor den moord omstreeks vier uur, van het hoofdpost kantoor. Op den hoek van den Noordwal en de Torenstraat ontmoette hij Kr. van der M., dien hij sinds eenigen tijd kende. Hij wist, dat de man zich met oplichterijen ophield. Beiden liepen een eindje op en Kr. van der M. vertelde, dat hij te Amsterdam geweest was en zich daar vermaakt had met vriendinnetjes. Hoe kom je aan het geld? vroeg de getuige hem. O, zei Kr. van der M. toen, daar weet ik altijd v/el aan te komen. Kr. van der M. vertelde toen ook nog, dat hij op weg was naar een oude dame op het Bezui denhout, waarop de getuige hem vroeg, dan een briefje te willen meenemen naar zijn meisje, wier woning hij zou moeten passeeren op weg naar het Bezuidenhout. De getuige heeft het briefje geschreven in de openbare leeszaal. Kr. van der M. heeft bet in zijn zak gestoken. En bij het afscheid nemen zei hij nogmaals, dat hij toch naar het Bezui denhout moest, om een oude dame te bezoe ken: „Ilt zal probeeren, dat ik wat geld achter over trek", zei hij toen. VRAGEN VAN DEN HEER BRAAT Bestrijding van de dumpingpolitiek verzocht Door den heer Braat ziin aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de Neder- landscbe landbouw reeds nu en nog meer in de toekomst, onberekenbare schade zal ondervin den van het dumpinssysteem, dat de Duitsche Regeering toepast door den invoer van haar overtollige granen, in dit geval enorme quan- tums haver, welke granen hier te lande worden ingevoerd en verhandeld tegen een prijs voor dergelijke qualiteit ver beneden den wereld- prijs en den prijs, waarvoor de Nederlandsche landbouwer deze producten kan verkoopen daar de kostprijs van verbouwing en landhuur hier van meer zullen bedragen? Is bet den minister bekend, dat de Duitsche Regeering dit den Duitschen landbouwer moge lijk maakt door dezen uitvoer met zes Mark per 100 kg. te steunen en zoodoende elke concur rentie onmogelijk maakt, zoodat genoemde dumpingpolitiek don Nederlandsehen landbouw zal doen ondergaan, wat een terugslag zal geven op den Nederlandschen handel in het algemeen met zijn funeste gevolgen? Welke maatregelen denkt de minister te nemen tot bescherming van onzen eigen land bouw? 1' Baron de Vos van Steenwijk benoemd Naar wij vernemen is benoemd tot voorzit* ter van de Eerste Kamer mr. W. L. baron 00 Vos van Steenwijk (C.-IL), lid dier Karn01'1 voor de zitting, die zal aanvangen op den dsi" den Dinsdag in September 1929. MILLIOENEN VLIEGENLIJKEN IN ZAKKEN GESCHEPT Nu klinkt weer het carillon De vliegenplaag in den Wijnhuistoren te Zn'* phen, waarover wij gisteren meldden, steld® de directie van de Bataafsche Import Ma01* schappij in de gelegenheid een buitengew®10 demonstratie te geven met een door haar fabriceerde vliegendoodende vloeistof. Op oordeelkundige wijze werd ae offensief tegen de millioenen vlieg®11 boven in dén toien geopend. N® een electrischen verstuiver ging men de 'a* secten met het praeparaat, Shell-Tox genaani"' tn lijf. Zoodra de damp de insecten bereikte vlogen deze even op, raakten onmlddellÜ® daarna bedwelmd en stortten dan dood nee1' Na verloop van eenigen tijd waren de vlo0' ren met een dik tapijt van vliegenlijken b0' dekt, zoodat het noodig was ze in zakken scheppen en naar buiten te brengen. De insecten, die nog de kracht hadden n&a buiten te vliegen, vielen aan den voet van d® toren neer, waar de grond ook weldra bezaai was met doode vliegen. Een aantal bedwelm0 vliegen, die nog kans zagen naar buiten vliegen, waren een gemakkelijke prooi va zwermen zwaluwen, die van alle kanten op festijn aankwamen. Na ruim een uur -werken was de toren g heel gezuiverd van vliegen en dus zullen Zutphenaren, de tonen van hun mooie ca1 Ion wederom over hun schoone stad hoor0 weerklinken. VERBETERING VAN DE HAVEN TE VLISSINGEN Een wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp gediend tot wijziging van de wet van 25 Jm 1919 tot verbetering van de haven te Vlls®' gen. Voorgesteld wordt om de diepte van d®^ gedeelte der haven, dat gelegen is tegenop en ten Zuiden van den kaaimuur in plaats 10 10 op 12 M. te brengen. Het gedeelte benoorden daarvan heeft m een diepte van 12 M. vooralsnog geen beboet en zou voorloqplg op een diepte van 8.50 - kunnen worden gehouden. De kosten worden geraamd op f 10»- j waarvan de provincie 1/9 en de gemeente -* zullen bijdragen. NIEUW VEILINGSGEBOUW TE PIJNACKER. Woensdag geopend Te Pijnacker is Woensdagmorgen de nieUG inrichting voor de Veilingvereeniging alda geopend. Deze inrichting beslaat een tot® oppervlakte van 50 X 68 M2. voor zoover de gebouwen betreft, terwijl de gegraven h®v0 een gezamenlijke lengte van 300 M. bezitte en gemiddeld 12 en 17 Meter breed zijn. Toen de vele leden der vereenigingen to de verdere genoodigden zich gisterenmorg in het gebouw hadden vereenigd, hield eerst de voorzitter der Vereeniging, de 'je^ P Bregman een toespraak, welke spr. besl met de beste wenscheu te uiten voor de v ecniging met deze nieuwe inrichting. Van zijn erkentelijkheid jegens de Ter®eflf ging liet het gemeentebestuur blijken d de aanbieding van een ameublement de bestuurskamer in bet gebouw. Nadat v schillende sprekers nog het woord hadden voerd, verklaarde de burgemeester de vei geopend. O ja, kijk, zij hebben den kleinen Ewald hij zich, die vlintders probeert te vangen. Daar is de assessor, hij spr©®kt de dames aan. De kleine jongen schijnt moe te zijn, hij wil niet verder gaan en keert met zijn oom terug, ter wijl de dames den weg nahr Koppen opgaan. Ruth was naar de deur gegaan om de kamer te verlaten. Ga je naar hem toe? vroeg Eva zacht. Hij wil het hebben, antwoordde Ruth beklemd. Je west, wij hebben elkaar verschei dene dagen niet gesproken. Wou je me wat zeggen, Eva? Deze streelde liefkozend Ruth's wangen. Ik wilde vragen goed te zijn voor Hellda. Hij ziet er* den kaatsten tijd zoo neerslachtig uit. Ja, Eva, dat wil ik wel, maar hij kar, niets meer van mij verdragen, ik ten hem totaal onverschillig geworden. Eva zweeg en keek nadenkend vo-er zich uit. Toen omhelsde zij Ruth in een plotse linge opwelling van toegenegenheid. Mijn lieveling, fluisterde zij. De assessor stond bij den ingang va.n het met klimop overgroeide prieel en .keek som ber in het struikgewas. Kurt, hier ben ik. De aangesprokene schrok op. Goeden dag, zei hij kalm. Ik dank je, dat je gekomen bent. Ga zitten als je blieft. Ruth volgde hem in het prieel. Ik dank je ook nog vooral, dat je met groote zelfverloochening mij aangeraden hebt, mij zelf nog eens grondig op de proef te stel len, voordat, ik het laatste woord zou spre ken in onze aangelegenheid. Hij keek langs het jonge meisje heen, alsof zij lucfcjt voor hem was. Misschim vreesde hij den treurigen blik uit haar bruine oogen te ontmoeten. Ik heb het gedaan, em.Ruth hoor je mij? Ja, Kurt; ik zie ook dat je zwaar gele den moet hebben; je ziet er bleek en afgemat uit. - Ik zie er slecht uit, want ik heb ver scheidene nachten niet geslapen heb en een hevigen strijd met mij zelf heb gestreden. Ik hab den graadmeter van mijn hart verloren, ik voel niet meer liet bewuste kloppen, dat mij zegt: doe diit en laat dat. Ik geloof, dat ik slecht geworden ben. Ik wil je niets ver zwijgen, opdat je duidelijk inziot, wat er ge beuren moet. De witte hand vam den jongeman, die langs zijn voorhoofd streek, beefde. Ben je boos op mij, Ruth? Neen, Kurt, dat word ik nooit. Je bent grooter dan ik, dat maakt mij beschaamd. Ja, dat ik daaraan denken moet, drukt mij zwaar. Weer ontstond een pauze. Daarna richtte hij zich op ein zijn oogen strak op haar gezicht richtend, vroeg hij met eigenaardig klinkende stem: En jij.... hoe zal jij hét opnemen? Ook Ruth was opgestaan: Spreek niet van mij, spreek over je zelf, over jou alleen, weerde zij af, diep aangegrepen door ziin ernstigen toon. Het moet zijn, Ruth, het mostik heb mijn woord gebroken! Ik wilde het niet, maar de toestand, zooals die nu is, is onge zond. Da verhoudingen hebben zich toegespitst en ik ben er door meegetrokken ik ben nipt zoo sterk, als ik gedacht had, ik ben een zwakkeling in rsrgeUjking met ban, die mij omringen en mijn wispelturig hart wil vrij zijn tot- eiken rrljs. En nu ik die bekentenis heb afgelegd, /al je m» wi verachten, niet waar? -— Norit! o-nc't je An gro-.nen moed gehad b-bt. vryviö'v to erts-'h irn wat. jo hart als de vv art:aid vo-Xc: tl', r 'ei door esn on gelukkig hv.v.i;.;. o: u l:r. r.tri erger te maken. Dat zou een slochte opvatting van eergev'^, zijn. Dus nog eens, verachten zal ib je no° Do polsen van Ruth sloegen heftig, beu' a lings werd ze bleek en rood en baar HpP trilden van nauwelijks bedwongen smart. Ik dank je, Ruth. Ik hoop dat de ach1 1 mij. de plaats geeft, die de liefde niét m°cr. veroveren. Je wilt mij dus mijn word te1""" geven? Ja, Kurt, je l>ent zoo vrij, ;>'s je hlf'' zoudt kunnen wenscheu. - Zij trok den zwaren, mabgoudai ring v,'.)( haar vinger, bekeek dien nog eon oogon'1^ nauwkeurig en legde hem toen zacht W tafel, die in heit prieel stond. Onmiddellijk nam Hellda cat zinueteri oneindige trouw op en stak het in zijn Dat ik voor je zal zorgen, sta j zeker niet toe? vroeg hij. Afwerend hief zij de hand op. Mijn kradhten zijn ten einde Kurt; deze pijnlijke oogenblikken zoo kort nu/S-' voor me! Het is afgeloopan. Alleen zou ik rog glA,j) willen weten, wat je verder denkt te doen. je van plan hier te blijven? Ik heb je b°v je gewone omstandigheden uit verheven. j, Ik verwacht elk oogenTdik mtln s zuster hier, die zal verder beslissen. ifl- me niet kwalijk, Kurt, ik most het ®ïoBC'Gjd. Ruth stak hem haar hand toe ten (€i) Hellda nam die niet aam, maar maakte lichte buiging. ,ne Tante Ruth, neem mij mee! riep de b Ewald, die al dien tijd stil in een fco0 gestaan had. Ruth kuste den kleinen wildzang W wang, maar wees hem terug. jK Je kunt niet met me meegaan. waD ga heel ver. J (Wordt vervolg01 ma0"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6