FEUILLETON
GOUDEN HARTEN
DE BEGROOTING VAN WATERSTAAT
VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1929
GEDURENDE ENKELE JAREN BELANGRIJKE BEDRAGEN NOODIG
TWEEDE BLAD
DE EIEREXPORT NAAR
ENGELAND.
zoonoodig Ingrijpen van de
R. K. NEDERL. BOEREN- EN
TUINDERSBOND.
INVOER VAN GRANEN UIT
DUITSCHLAND.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
PAGINA 2
EXPEDITEURS CONTRA A. T. O.
„ONDER DEN DRANG VAN ECONOMISCHE OPLEVING"..,
Particuliere uitvoercontrole spoedig
te wachten.
REGEERING.
Op de vragen van den heer Kortenhorst in
verband met den uitvoer van Nederlandsche
eieren naar Engeland heeft de heer Ruys de
Beerenbrouck, Minister van Staat, Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, het
volgende geantwoord:
Do ondergeteekende heeft kennis genomen
vfin het door den steller van deze vragen be
doelde rapport, voorkomende in Handelsberich
ten van 29 Augustus 1929.
Het valt moeilijk te zeggen, of Biet de hoe
danigheden van het in Engeland ingevoerde
Nederlandsche ei wat te pessimistisch worden
geschilderd, in aanmerking genomen hetgeen
door andere landen pleegt te geschieden.
Nochtans ongetwijfeld valt hier en daar
knoeierij te eonstateeren, al is generaliseeren
gevaarlijk. Als oorzaken, in Nederland zelf
aanwezig, moeten worden aangemerkt die, in
bedoeld rapport aangegeven, waarbij als
diepste bron van het euvel nog kan worden
genoemd een neiging tot uitsluitend hande
len naar hetgeen dadelijk persoonlijk voordeel
schijnt op te levéren, te zamen met een gemis
van Juist inzicht in hetgeen voor den nationa-
len eierenexport, als geheel en met een zeker
tijdsperspectief bezien, van algemeen belang
zonde zijn.
Inderdaad komt het noodzakelijk voor, naast
de op den in- en doorvoer betrekking hebbende
middelen, die reeds zijn Ingevoerd, de tot
standkoming van de in het vooruitzicht ge
stelde voorzieningen betreffende den uitvoer
te bevorderen, echter niet zonder de geleide
lijkheid, welke daarbij geboden is.
Een organisatie van de controle op den
export van Nederlandsc.be eieren is thans in
dit stadium, dat een uit initiatief van direct
belanghebbenden voortgekomen contröle, voor
zooveel versche eieren betreft, naar kan wor
den verwacht, zeer binnenkort in werking zal
kunnen treden. Bij deze, vooralsnog particu
liere en vrijwillige contröle, berust onder meer
de belangrijke taak, om het begrip uitvoer
controle in den eierhandel meer vertrouwd te
maken.
De Regeeringsbemoeiing met deze controle
is voorloopig niet rechtstreeksch, doch bepaalt
zich voor het oogenblik tot het zooveel mogelijk
bevorderen van het werk van het particulier
initiatief, in den geest van de Landbouwuit-
voerwet 1929. Aan 'n geleidelijke ontwikkeling
van dat initiatief moet, ais Waarborg voor een
hechten grondslag, de grootste beteekenis wor
den toegekend.
Mocht het blijken, dat dit laatste het geval
is, dat derhalve tot schade van het belang van
onzen uitvoer de betrokkenen niet in staat zou
den zijn om, onder medewerking van over
heidswege op den voet van de Landbouwuit-
voerwet 1929, binnen afzienbaren tijd tot een
geheel behoorlijk omsluitende regeling te ge
raken, dan zullen maatregelen, om van Rijks
wege de noodige voorziening te geven, niet uit
blijven.
Jaarverslag over 1928.
Wij hebben het jaarverslag der werkzaam
heden van den R. K. Nederlandschen Boeren-
en Tulndersbond over 1928 ontvangen, een
lijvig boekdeel van bijna 400 bladzijden.
Bij het overzicht der werkzaamheden vormen
die, gedaan in verhand met wetgeving en
regeeringsmaatregelen, een lange lijst van 35
artikelen. Betrekkingen werden onderhouden
met negen internationale honden, commissies
en congressen.
De gewone leden, te weten de Noord-Bra-
bantsehe Christ. Boerenbond met 269 afdee-
lingen en 39.622 leden op 1 Januari 1928, en
de Limb. Land- en Tuinbouwbond, de aarts
diocesane R. K. Boeren- en Tulndersbond en
de R. K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond
in bet bisdom Haarlem, resp. met 162, 168 en
129 afdeelingen en 16.455, 11.994 en 5000 leden,
vormen een aantal van 72.981 georganiseerde
R. IC. bGeren en tuinders. De verlies- en winst
rekening hoekt een voordeel!? saldo over 1928
van 4.343.17J<j, terwij! dat voor 1929 geraamd
is op 6500.
Het systeem der Einfuhrscheine.
GEEN REGEERINGü. IAATREGELEN
TER BELEMMERING VAN DEN
INVOER VAN HAVER.
Dp ae vragen van den heer Braat betreffen
de het nemen van maatregelen tot bescherming
van den landbouw hier te lande in verband met
de regeling van den uitvoer van Duitsche land
bouwproducten, heeft de Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw het volgende ge
antwoord:
Het is ondergeteekende bekend, dat 11
van de Duitsche wet op de invoerrechten van
25 December 1902, welke wet 1 Maart 1908 in
werking i's getreden, de bepaling bevat, dat bij
uitvoer van verschillende landbouwproducten
invoercertificaten (Einfubrscheine) worden af
gegeven, op welke certificaten overeenkomstige
hoeveelheden aanverwante artikelen vrij van
invoerrechten kunnen worden ingevoerd. Om
dit met een voorbeeld toe te lichten, zij ver
meld, dat het invoerrecht op haver thans M. 6,
op mais M. 2.50 per 100 K.G. bedraagt. Bij uit
voer van 10.000 K.G. haver wordt dus een in-
voer-certificaat tot een bedrag van M. 600 afge
geven, op welk certificaat 24.000 K.G. mais vrij
van invoerrechten kan worden ingevoerd. Deze
wet, die tijdens den oorlog buiten werking was
gesteld, is in het jaar 1925 weer van kracht
geworden, waarbij in 11 geen principieele wij
zigingen zijn aangebracht.
De. bedoelde regeling houdt vooreerst ver
band met de groote uitgestrektheid van het
Duitsche Rijk, waar in het eene deel met name
het Oosten, aanzienlijke overschotten van ver
schillende producten worden voortgebracht, ter
wijl de gebieden, waar tekorten aan deze en
soortgelijke producten bestaan, op groote af
standen van de eerstgenoemde gebieden, n.l.
in het westen en zuiden des Rijks zijn gelegen.
Deze afstanden, althans de kosten van trans
port, zijn veel grooter dan die tussehen de Duit
sche productiegebieden en verschillende andere
landen, w.o. Nederland. Door de „Einfuhr-
schein"-regeling wordt mogelijk gemaakt dat de
oven-productiegebieden een hoogeren prijs voor
hun artikelen ontvangen, terwijl de gebieden
met een tekort een lageren prijs voer de aan
verwante behoeven te betalen.
Voorts heeft de „Einfuhrschein"-regeiing ten
gevolge, dat indien van een der artikelen de
productie de behoefte van het geheele land te
boven gaat, het invoerrecht van dat artikel
nog volledig van kracht blijft en de prijs dus
niet daalt tot het prijsniveau van de wereld
markt, althans zoolang de „Einfuhrscheine"
nog ten volle voor den invoer van de aanver
wante producten kunnen worden verbruikt, het
geen, gezien de groote hoeveelheden tarwe,
gerst en mais, die in Duitschland moeten wor
den ingevoerd, voorhands steeds het geval zal
zijn. Dit verklaart, dat, terwijl hier te lande,
alsook in de overige afzetgebieden, de Duitsche
haver werd aangeboden voor pl.m. 8, 8.50
per 100 K.G., de prijs van dezelfde haver in
Midden Duitschland 10, 10.50 per 100 K.G.
bedroeg.
Hoewel derhalve de Duitsche regeiing van de
„Einfuhrscheine" bezwaarlijk een „dumping
systeem" kan worden genoemd, moet worden
erkend dat deze regeling de uitbreiding van de
teelt van een gewas, dat voor de cultuurver-
houdingen in Duitschland bijzonder geschikt
is, bevordert, zelft tot boven de behoefte van
het eigen land. Het zijn vooral de gewassen
haver en rogge, waarvan de teelt door dezen
maatregel is uitgebreid. Deze productie-uitbrei
ding is ongetwijfeld nadeelig voor de produ
centen in de omringende landen, met name ook
die in Nederland, boewei de hoofdzaak is te
zoeken in de ruime oogsten in de meeste lan
den. Wanneer hiertegen maatregelen zouden
moeten worden genomen, zoo zouden deze moe
ten bestaan in het instellen van een invoerver
bod van haver uit Duitschland of wel van het
heffen van een invoerrecht op het artikel, af
komstig uit dat land. Nog afgezien van het
feit, dat de regeering niet de bevoegdheid heeft
het eerste middel toe te passen en voor het
tweede het bestaande handelsverdrag zou moe
ten worden opgezegd, acht ondergeteekende het
niet gewensclit tot het nemen van zoodanige
ingrijpende maatregelen in deze aangelegen
heid over te gaan.
De schilder Jos. Claessens, welke Woens
dag te Sittard van een circa 8 meter hooge
ladder stortte, is gisteren in het Fransche kloos
ter aldaar aan de verwondingen overleden. Hij
was gehuwd, en vader van twee kinderen.
Oprichting van een comité van actie.
PARTICULIER INITIATIEF TEGEN
VERKAPT OVERHEIDSBEDRIJF.
Gisterenmiddag vond te Amsterdam een ver
gadering plaats van vrachtvervoerders en expe
diteurs, bijeengeroepen door een voorloopig co
mité, dat zich gevormd bad uit belanghebben
den, teneinde te komen tot middelen ter be
sttijding van verschillende toestanden ontstaan
in verband met de oprichting van de A. T.
O., het semi-onafhankelijk autobusbedrijf
van de Nederlandsche Spoorwegen. De vergade
ring was druk bezocht door een 60-tal expedi
teurs en vertegenwoordigers van belangrijke
expeditie-ondernemingen uit het geheele land.
De voorzitter, de heer A. Glazer, verklaarde
zich, hoewel buiten het bedrijf staande, beschik
baar te hebben gesteld, wijl het hier een strijd
betrof, van bet particulier initiatief tegen ver
kapt overheidsbedrijf.
ervolgens hield de heer Kraak Steeman,
sèer. van den Ned. Bond van Autobusdienst-
ondernemers, een inleiding, waarin hij betoog
de, dat op het gebied van bet goederenvervoer
de Spoorwegen en A.T.O. door allerlei middelen,
o.a. door het aanbieden van groote reducties, de
opdrachten van de cliënten der particuliere on
dernemers trachten te verkrijgen, zelfs ondanks
de contracten, die de Spoorwegen zelf met groe
pen expediteuren hadden loopen. Evengoed als
de A.T.O. haar verschillende autobusdiensten
weer moest loslaten, zal zij misschien binnen
enkele jaren haar concurrentie op het gebied
van het vrachtgoederenvervoer moeter. opgeven,
maar dan zijn intusschen de tarieven reeds be
dorven. Hiertegen moet stelling worden geno
men.
Uit de vergadering voerde een drietai sprekers
het woord, de oprichting besprekend en be
pleitend van een comité van actie, dat o.a. alle
gevallen, waarin particulieren door de A. T. O.
gedupeerd worden gedocumenteerd zal ver
zamelen.
De voorzitter deelde mede, dat bet Tweede
Kamerlid Dr. I. H. J. Vos zijn sympathie met
een te voeren actie had betuigd. Aangezien
verschillende aanwezigen, die aangezocht wer
den om in een comité zitting te willen nemen,
alvorens zulks te doen overleg wilden plegen
met de organisaties, die zij vertegenwoordigen,
werd besloten, dat op 3 Oct. a.s. wederom een
vergadering zal plaats vinden ten einde het
comité samen te stellen.
MIJNSCHADE.
De nieuwe St. Josephkerk te Kaalheide
vertoont nu reeds scheuren.
De nieuwgebouwde St. Josephskerk der Pa
ters Minderbroeders-Conventueelen, in het rec
toraat Kaalheide-Kerkrade, vertoont nu reeds
scheuren in de gewelven en zijwanden, tenge
volge van den mijnbouw. De kerk is nog geen
jaar in gebruik genomen.
AUTO OVER DEN KOP GESLAGEN.
Drie personen gewond.
Een auto van den heer B. uit Den Helder
is op den weg langs het Noord-Hollandscbe
Kanaal bij Julianadorp over den kop ge
slagen. Behalve de heer B. was nog een 4-tal
personen in den auto gezeten; zij werden uit
den auto geslingerd. Drie er van zijn ia het
Marine-hospitaal opgenomen. De auto was ge
heel vernield.
SPOORWEGAMBTENAAR AANGEHOUDEN
Frauduleus gelden toegeëigend.
De ontvluchte spoorambtenaar S., die zich
frauduleus gelden had toegeëigend uit de kas
van het spoorwegstation te Schagen is te Eind
hoven aangehouden. Twee marechaussees brach
ten hem naar Schagen over, waar hij is opge
sloten.
PATER DEHARVENG S. J. t
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
Donderdag is te Brussel, in den ouderdom
van 62 jaar, overleden de Eerw. pater Dehar-
veng S.J., die gedurende 25 jaar professor is
geweest van rethorika in het St. Michiris-
eollege alhier, en in de wereld dor geleerden
hoog stond aangeschreven.
In de laatst veriuop&n jaren ziek ge- J
leidelijk de noodzakelijkheid v nd van het
ter hand nemen van Pt-Jwre" -me groote
waterstaatswerken. uil er thans eenige j
in volle uitvoering t'y.i (Julianakanaal, Maas- j
kanalisatie, Vr- tan Dordrecht naar zee,
Noordzeekr as. terwijl van andere,
welke ree .-in tijd in voorbereiding zijn,
de uitvoer,.u;, onlangs is of binnenkort moet
worden ter hand genomen.
Bij vroegere jaren vergeleken, kan gezegd-
worden, dat onder den drang van groote econo
mische opleving de behoefte gevoeld is om tal
rijke belangrijke werken, i^Ike de algemeene
weivaart moeten helpen bevorderen, binnen
korte periode tot stand te brengen. Het toe
geven aan dien drang heeft ten gevolge, dat
thans gedurende enkele jaren voor den regel-
matigen voortgang dier werken belangrijke
bedragen noodig zullen zijn, welke niet alle uit
inkomsten van den gewonen dienst kunnen
worden gedekt.
ra.maliscering Nieuwe Merwede.
Waarschijnlijk zal in de eerstvolgende jaren
op de Nieuwe Merwede veel eoneessie-bagger-
werk worden verricht. Kan de zandopruiming
samengaan met den aanleg van brikken, dan
is in veel mindere mate aanzanding te ver
wachten. Voor een goeden toestand op de rivier
is het daarom gewenscht het tempo der uit
voering eenigszins te versnellen en het be
schikbaar te stellen bedrag thans op 125.600
te brengen.
Waterweg DordrechtZee.
;;-ta het uitgetrokken bedrag van 1.150.000
is gedacht 800.000 te besteden voor verdere
uitdieping der vaargeul en het maken van
zwaai-kommen bij de Barendrechtsche brug,
terwijl 350.000 zal worden aangewezen als
eerste termijn voor het maken van een bef-
brug in de overbrugging te Spijkenisse.
Maasbruggen
m aansluiting aan de in 1929 te beginnen
werken is voor in 1930 uit te voeren werken
een bedrag van 600.000 geraamd.
Verlenging Rijksbinnenhaven IJmuiden.
Mede in het belang van bestaande en nieuwe
industrieën benoorden de nieuwe sluis te
IJmuiden ia uitbreiding wenschelijk gebleken
van de bestaande Rijksbinnenhaven aldaar be
westen den spoorweg HaarlemUitgeest. Dit
geldt tbans reeds in het hijzonder voor de
Hoogovens en het P.E.N. In verband met de
urgentie van dit werk, dat Yan Rijkswege zal
worden ter hand genomen, zal getracht wor
den op den dienst 1929 daarvoor nog een be
drag vrij te maken.
Het geheele werk zal 127.500 kosten. Voor
den dienst 1930 zal noodig zijn 85.000, het
welk thans wordt aangevraagd.
Verbetering Noordzeekanaal.
Voor de voortzetting van de verbeterings-
werken, waaromtrent enkele mededeelingen
zijn gedaan in de Memorie van Toelichting tot
de ontwerp-begrooting voor 1928, wordt voor
1930 een bedrag van 1.925.000 aangevraagd,
hetwelk in hoofdzaak bestemd is voor de uit
voering van verbreedingswerken.
Verbetering van de Gouwe-
Zooals reeds vroege? werd medegedeeld is
het de bedoeling van de provincie Zuid-Hol
land, om verschillende belemmeringen in den
vaarweg Amsterdam—Rotterdam weg te ne
men en om voo rdeze weri« n Rijkssubsidie te
vragen. Tot die werken behoort het verruimen
van de Gouwe in de gemeenten Boskoop en
Waddinxveen. De rivier vertoont daar verschil
lende bochten en versmallingen^ welke verbe
tering behoeven.
Voorts wordt in beide gemeenten de verbin
ding tussehen de oevers gevormd door be
weegbare bruggen met te gerings doorvaart-
hoogte, welke voor het drukke verkeer te land
eu te water een belangrijke belemmering be-
teekenen, aangezien zij voortdurend moeten
worden geopend en weder gesloten. De provin
cie heeft het voornemen deze bruggen, te ver
vangen door hefbruggen met groote doorvaart-
ROMAN VAN I. EDHOR
Uit het Duilsch vertaald door
J. M. v. H.
50)
In d»3 gevangeniscel, met grauwe tegels
bezet «O vau een getralied ven star voorzien,
tussehen vier naakte wand-en, waarin alleen
een bouten tafel on ecu houten krib stonden,
atond de assessor voa Hellda, onordelijk ge
kleed en met een starre, versteende uitdruk
king op zijn gelaat. Zonder uitdrukking staar
den 7ija .K>gvn naar een hoek van de cel.
Le-jila meer dsn -een uur stond hij zoo, sedert
oen politiedienaar de deur achter hem ge
sloten had. Htj was niet eens verwonderd
geweest en toen do politieagent, die hem zeer
good kende, heia zoi, hoe pijnlijk hem die
plicht vielhad hij rustig die verontschul
diging aangenomen. Op alle vragen van heit
eerste verhoos-, dat mem hem afgenomen had,
had hij n.leta anders geantwoord, dan dat het
tragische einde van den kleinen Ewald en
van Eva Dolüng hem even raadselachtig
voorkwam als aan iedereen. En op de vraag
naar een alibi, had hij onverschillig de schou
ders opgehaald. Hij kon niet bewijzen waar
hjj geweest was; hij was in het bosch geweest
en had urenlang rondgedwaald.
Heit rammelen van een sleutelbos aan de
deur maakte geen indruk op hem, hij hoorde
id-oogte. Omtrent de plannen is nog geen over
eenstemming verkregen in verband met de
omstandigheid dat wordt overwogen om over
de Hieuwe Keer bij Amsterdam een vaste
spoorwegbrug te bouwen, waarvan de onder
kant zal liggen op 6.50 plus N. A. P. Geschiedt
dit, dan rijst de vraag, of ook te Waddinxveen
en Boskoop wellicht met veel minder kostbare
vaste bruggen zal kunnen worden volstaan.
Voor de uitvoering van de verbeteringswer-
ken is een kostbare onteigening noodig. Wor
den de werken tot stand gebracht volgens de
plannen van het provinciaal bestuur, dan moe
ten de kosten worden geraamd op ƒ2.400.000.
De Minister acht de verbetering van dezen be
langrijken vaarweg van voldoende beteekenis
om de toekenning te bevorderen van eene Rijks
bijdrage van 1/3 der kosten. Tn verband met
het nog niet geheel vaststaan van de plannen
kan het maximumbedrag van bet subsidie nog
niet worden opgegeven.
Aangezien de provincie echter zoo spoedig
mogelijk met den aankoop van grond wenscht
aan te vangen, meent de Minister goed te doen.
door voor 1930 een eerste gedeelte, groot
50.000, van het subsidie aan te vragen.
Verbindingsweg tussehen Oost- en
West-Zeeuswch-Vla anderen.
De provincie Zeeland wenscht over te gaan
tot den aanleg van een weg met keibestrating
van den provincialen weg van IJzendijke naar
de Belgische grens hij Pontebrug in ongeveer
Oostelijke richting langs Pyramide en ten
Oosten daarvan aansluitende aan het Weste
lijk eindpunt van den verbindingsweg tussehen
Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
Door den aanleg van dezen weg zal de ver
binding tuschen de heide deelen van Zeeuwsch-
Vlaanderen eerst geheel zijn tot stand gekomen,
zoodat het werk moet worden geacht in een
groote behoefte van de streek te voorzien. De
kosten van het werk worden geraamd op
ƒ355.000 Er bestaat voldoende aanleiding tot
het verleenen van een Rijksbijdrage, welke zou
kunnen worden bepaald op 25 pet. van de
kosten tot een bedrag van ten hoogste 88.750.
Een eerste gedeelte, groot 25.000, van dit sub
sidie wordt voor 1930 aangevraagd.
Luchtvaart.
Toen in 1927 te Rome het IVde Internatio
naal Luehtvaartcongres zou worden gehouden,
heeft de Nederlandsche regeering overwogen,
mede in verband met voorstellen, welke haar
terzake vroeger door de Kon. Ned. Vereeniging
voor Luchtvaart waren gedaan, of het niet
gewenscht moest worden geacht, dat het in
1930 te houden Vde Internationaal Luchtvaart
congres in Nederland werd gehouden. Onder
't voorbehoud van de medewerking der Staten-
Generaal heeft de regeering er in toegestemd,
dat te Rome de uitnoodiging werd gedaan bet
volgende congres in Nederland te houden,
welke uitnoodiging door het Congres is aan
genomen. De regeering heeft zich er van ver
zekerd, dat de Koninklijke Nederlandsche Ver
eeniging voor Luchtvaart, het lichaam, dat
daartoe bepaaldelijk in aanmerking komt, be
reid is de regeling van het congres op zich te
nemen. Aangezien daarmede belangrijke uit
gaven gemoeid zijn, was het voor die vereeni
ging niet mogelijk zelf alle kosten te dragen.
De financieele steun van het Rijk aan de Ver
eeniging zal ten hoogste 10.000 bedragen,
terwijl voor de officieele ontvangst van de
congressisten door de regeering op de hij die
congressen gebruikelijke wijze en voor ver
dere daarmede verband houdende uitgaven een
bedrag van naar raming 15.000 noodig zal
zijn.
Herstelling Oostsluis te Hansweert.
Omtrent de herstelling van de Oostsluis te
Hansweert is thans vastgesteld, dat deze zal
bestaan in het aanbrengen van een nieuw
buitensluisboofd, het herstellen van het binnen-
sluishoofd en van het deurendok, alsmede het
herstellen van de schutkolkmuren.
Het herstel van het deurendok is in uit
voering. Het aanbrengen van een nieuw buiten-
sluishoofd zal in 1929 worden besteed; de
kosten hiervan worden geraamd op 800.000.
Voor dit werk wordt 530.000 op deze be
groeting uitgetrokken.
Het ligt in het voornemen, in 1931 en 1932
de resteerende werkzaamheden aan binnen-
sluishoofd en schutkolkmuren ter hand te
nemen.
het nauwelijks. Zelfs de fluisterende stemmen,
die nu gehoord warden, waren nieit ln staat
dn- gedachten van den man op het tegenwoor
dige te richten.
Een kwartiertje juffrouw, vergeet u
dat niet, het gebeurt op mijn verantwoording.
Bij iemand, die in voorarfeet zit, mag eigenlijk
niemand toegelaten worden.
Het was de medelijdend bewogen stem van
den gevangenbewaarder, die deze woorden ge
sproken had.
Knarsend werd de sleutel omgedraaid in het
slot. De binnenkomende was alleen met d'en
gevangene.
Kurt! smartelijk medelijden klonk ln dit
eene woord. Zij bekeek het pijnlijk vertrokken,
ingevallen gezicht, dat niets van zijn vroe-
geren levenslust bezat.
Kart, Ik ben hier!
Hellda draaide langzaam, alsof het hem
moeite kostte, zijn hoofd naar haar toe. Geen
trek van zijn gezicht veranderde. Star on on
verschillig keek hij haar aan.
Wees niet zoo ontzettend kalm, lieve
Kurt, daar ben ik zoo hang voor, smeekte ze
hartroerend.
Wat wil je van me?
Ik wil je wat komen troosten en Ik wil
je zeggen, dat ik alles zal doen om den moor
denaar te vinden.
Niet noodig, dte giftmenger Is al ge
vonden.
Ik zal nooit geloovon, dat je schuldig
bent.
Ben je niet gekomen, om te zien, hos
ik er in deze vernedering uitzie?
Dat Verhoede God! ziei Ruth uit de vol
heid van haar hart. Toen ging ze op innlgen
toon verder: Kurt, je bent alle zelfbeheerschtng
kwijt. Ik ben hier gekomen om je mijn hand
aan te bieden. De dag van gisteren is uitge-
wischt in mijn gedachten ook den laatsten
tijd wil ik vergeten en, zooals ik beloofd heb,
in deze moeilijke omstandigheden je edelmoe
digheid jegens mij vergelden. Kurt, dit is het
uur van mijn trouw. Ik houd mijn woord
tegenover jou nog van kracht en daarom ben
ik hier gekomen en nu vraag jo mij, waarom
ik kom en wat Ik vain jo wil-
De assessor was ln elkaar gekrompen als
Voor een groote overmacht. Iets als bliksem
schichten flitste in zijn oogen.
Kom ja nu hier om b® nog te bespotten
ben ik niet genoeg vernederd?
Hij lachte, wild en vreemd klagend tegelijk.
Ruth, dat je hier bent is hard, je aan
wezigheid doet pijn. Moet ik je eerst nog ln
herinnering brengen, hoe Ik je geminacht en
veronachtzaamd heb om die verblindende leu
gens, die ellendige beuzelingen, zulke erbar
melijke kleinigheden. Wat heb ik je gekrenkt
op duizend verschillende manieren, die alle
maal als spoldeprikken PÜn dadenJe hebt
gelijk, ik heb mijn zelfbeheersching verloren.
Ik moet dragen, wat ik over mijzelf heb afge
roepen en dat zal mijn. troost zijn. Ik kan je
offer niet aannemen maarik ben je er
dankbaar voor.
Je stuurt me weg?
Ruth strekte smieekend haar handen uit.
Ik stuur je een vriendelijke toekomst
in. Waarom zou je je aan een misdadiger
ketenen, die je eerst verstooten heeft en de
waarde van Je hart niet wist te waardeeren?
Je wilt me helpen om me zelf weer te vinden,
maar je vergeet, dat ik dat niet waard ben.
Spreek zoo niet, lieve Kurt, wie van ons
struikelt niet eens een enkelen keer? Ik smeek
Je, laat dat vergeten zijn, zooals ik het ver
geten heb!
Geloof je niet, dat Ik Ewald vergiftigd
heb?
Ruth hief zich in haar volle lengte np.
Daar durf ik een eed op te doen.
Een lichte beweging gleed over de starre
trekken van Hellda, die door die vrijwillig
gegeven verzekering ontroerd werd.
En je wilt uit liefde voor mij, je mooie,
rijke toekomst opofferen? vroeg hij na een
oogenblik wachten.
Een oogenblik doemden Aldenhofon's vurige
oogen voor baar geest op, met hun betoovering,
mist hun week-droomerige uitdrukking en met
hun onverbiddelijke strengs uitdrukking. Zij
greep met haar hand naar haar kloppende
hart, dat zij rechten deed gelden, maar haar
lippen antwoordden duidelijk en vastberaden:
Ja!
Denk er wel aan Ruth, je bemint me
niet.
De plicht is sterker dan de liefde.
Weer gingen enkele ooganblikken voorbij,
waarin Hellda het jonge meisje voortdurend
aankeek. Zijn oogen straalden van een nog
niet gezien vuur, zijn armen kruisten zich
eensklaps over zijn borst.
- Een gouden hart! zei hij oneindig zacht
en zoo langzaam, alsof hij tegen zich zelf
sprak.
Je stoot me dus niet van je af?
Angstige spanning lag in Ruth's woorden,
alsof zij worstelde om haar levensgeluk.
Hellda antwoordde niet, hij was tegen den
muur teruggeweken. Bij die laatste woorden
beefde hij, alsof iets ongehoords hem aangreep,
alsof een onuitsprekelijke bewondering hem
doorstroomde. Het was, a'sof zijn ziel iets
groote, iets heiligs hoorde fluisteren en de
afglans van die verheven gevoelens was op
zijn gezicht te lezen ln een lichtende verhel
dering. En toen kwam hij zwijgend naar het
meisje toe, hij boog voorover tot hij met zijn
voorhoofd den kouden steenen vloer aanraakte
en zijn lippen kusten den zoom van Ruth's
eenvoudige katoenen japonnetje.
XVIII*
Op uitdrukkelijk verlangen van barones von
Goeroe werd de kleine Ewald naast Eva Dol
ling begraven. Met brandende oogen, zonder
tranen, had zij de plechtige en diep aangrij
pende begrafenis van de twee jeugdige over
ledenen bijgewoond en toen de priester drie
schepjes aarde op de lijkkist van d«n kleinen
jongen liet vallen, had zij meit een krampach
tige beweging in de pas gedolven aarde gegre
pen en drie handen vol in het graf geworpen-
Het was een eigenaardige blik, dien zij Ruth
toewierp, die aan den anderen kant van bet
graf, zelf bleek als een marmeren beeld, zie*
troostend boog over Anna Dolling. In een
krimpend van smart bad deze zich op den
grond geworpen en wilde het lichaam ran
haar teer-beminde zuster niet in het graf ia-
ten wegzinken.
De oogen van de oaronzs gingen verder
over bet ontbloote, grijze lioofd van den ondeu
Doliiiiig, wieoi onophoudelijk de tranen over
het gerimpelde gezicht sjtroomden,, en ble
ven rusten op de hooge mianniengesitalte, die
met samengeknepen wenkbrauwen in gedach
ten verzonken in het geopende graf neerkeek.
Op zij, naast Ruth, verscheen een leelijk, rood
harig meisjeshoofd, dat zich bezorgd naaf
Ruth keerde. Dat wei nu de zoo koog-gepre
zen stiefzuster! Carmen was bijna uitgebar
sten in een grimmigen lach van maobtekio.se
Woede. Een vurige straal uit haar ooc.n
schoot naar die groep menschen, die zoo ver
troostend boog over Anna Dolling. Ineen-
aisof zij bij elkaar hoorden ca zij hnd be-n
nog wel van elkaar willen rukken! Als dat
gelukt zou zijn, dan werd niet haar jongen,
waarop zij al haar hoop gesteld had, maar
dat gehate meisje nu begraven en hoe zou
die man daar aan den overkant ln den graf
kuil gestaard hebben, als Ruth er ln werd
neergelaten?
(Wordt vervolgd).