FEUILLETON GOUDEN HARTEN DE BEGROOTING VAN WATERSTAAT VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1929 GEDURENDE ENKELE JAREN BELANGRIJKE BEDRAGEN NOODIG TWEEDE BLAD DE EIEREXPORT NAAR ENGELAND. zoonoodig Ingrijpen van de R. K. NEDERL. BOEREN- EN TUINDERSBOND. INVOER VAN GRANEN UIT DUITSCHLAND. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. PAGINA 2 EXPEDITEURS CONTRA A. T. O. „ONDER DEN DRANG VAN ECONOMISCHE OPLEVING".., Particuliere uitvoercontrole spoedig te wachten. REGEERING. Op de vragen van den heer Kortenhorst in verband met den uitvoer van Nederlandsche eieren naar Engeland heeft de heer Ruys de Beerenbrouck, Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, het volgende geantwoord: Do ondergeteekende heeft kennis genomen vfin het door den steller van deze vragen be doelde rapport, voorkomende in Handelsberich ten van 29 Augustus 1929. Het valt moeilijk te zeggen, of Biet de hoe danigheden van het in Engeland ingevoerde Nederlandsche ei wat te pessimistisch worden geschilderd, in aanmerking genomen hetgeen door andere landen pleegt te geschieden. Nochtans ongetwijfeld valt hier en daar knoeierij te eonstateeren, al is generaliseeren gevaarlijk. Als oorzaken, in Nederland zelf aanwezig, moeten worden aangemerkt die, in bedoeld rapport aangegeven, waarbij als diepste bron van het euvel nog kan worden genoemd een neiging tot uitsluitend hande len naar hetgeen dadelijk persoonlijk voordeel schijnt op te levéren, te zamen met een gemis van Juist inzicht in hetgeen voor den nationa- len eierenexport, als geheel en met een zeker tijdsperspectief bezien, van algemeen belang zonde zijn. Inderdaad komt het noodzakelijk voor, naast de op den in- en doorvoer betrekking hebbende middelen, die reeds zijn Ingevoerd, de tot standkoming van de in het vooruitzicht ge stelde voorzieningen betreffende den uitvoer te bevorderen, echter niet zonder de geleide lijkheid, welke daarbij geboden is. Een organisatie van de controle op den export van Nederlandsc.be eieren is thans in dit stadium, dat een uit initiatief van direct belanghebbenden voortgekomen contröle, voor zooveel versche eieren betreft, naar kan wor den verwacht, zeer binnenkort in werking zal kunnen treden. Bij deze, vooralsnog particu liere en vrijwillige contröle, berust onder meer de belangrijke taak, om het begrip uitvoer controle in den eierhandel meer vertrouwd te maken. De Regeeringsbemoeiing met deze controle is voorloopig niet rechtstreeksch, doch bepaalt zich voor het oogenblik tot het zooveel mogelijk bevorderen van het werk van het particulier initiatief, in den geest van de Landbouwuit- voerwet 1929. Aan 'n geleidelijke ontwikkeling van dat initiatief moet, ais Waarborg voor een hechten grondslag, de grootste beteekenis wor den toegekend. Mocht het blijken, dat dit laatste het geval is, dat derhalve tot schade van het belang van onzen uitvoer de betrokkenen niet in staat zou den zijn om, onder medewerking van over heidswege op den voet van de Landbouwuit- voerwet 1929, binnen afzienbaren tijd tot een geheel behoorlijk omsluitende regeling te ge raken, dan zullen maatregelen, om van Rijks wege de noodige voorziening te geven, niet uit blijven. Jaarverslag over 1928. Wij hebben het jaarverslag der werkzaam heden van den R. K. Nederlandschen Boeren- en Tulndersbond over 1928 ontvangen, een lijvig boekdeel van bijna 400 bladzijden. Bij het overzicht der werkzaamheden vormen die, gedaan in verhand met wetgeving en regeeringsmaatregelen, een lange lijst van 35 artikelen. Betrekkingen werden onderhouden met negen internationale honden, commissies en congressen. De gewone leden, te weten de Noord-Bra- bantsehe Christ. Boerenbond met 269 afdee- lingen en 39.622 leden op 1 Januari 1928, en de Limb. Land- en Tuinbouwbond, de aarts diocesane R. K. Boeren- en Tulndersbond en de R. K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond in bet bisdom Haarlem, resp. met 162, 168 en 129 afdeelingen en 16.455, 11.994 en 5000 leden, vormen een aantal van 72.981 georganiseerde R. IC. bGeren en tuinders. De verlies- en winst rekening hoekt een voordeel!? saldo over 1928 van 4.343.17J<j, terwij! dat voor 1929 geraamd is op 6500. Het systeem der Einfuhrscheine. GEEN REGEERINGü. IAATREGELEN TER BELEMMERING VAN DEN INVOER VAN HAVER. Dp ae vragen van den heer Braat betreffen de het nemen van maatregelen tot bescherming van den landbouw hier te lande in verband met de regeling van den uitvoer van Duitsche land bouwproducten, heeft de Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw het volgende ge antwoord: Het is ondergeteekende bekend, dat 11 van de Duitsche wet op de invoerrechten van 25 December 1902, welke wet 1 Maart 1908 in werking i's getreden, de bepaling bevat, dat bij uitvoer van verschillende landbouwproducten invoercertificaten (Einfubrscheine) worden af gegeven, op welke certificaten overeenkomstige hoeveelheden aanverwante artikelen vrij van invoerrechten kunnen worden ingevoerd. Om dit met een voorbeeld toe te lichten, zij ver meld, dat het invoerrecht op haver thans M. 6, op mais M. 2.50 per 100 K.G. bedraagt. Bij uit voer van 10.000 K.G. haver wordt dus een in- voer-certificaat tot een bedrag van M. 600 afge geven, op welk certificaat 24.000 K.G. mais vrij van invoerrechten kan worden ingevoerd. Deze wet, die tijdens den oorlog buiten werking was gesteld, is in het jaar 1925 weer van kracht geworden, waarbij in 11 geen principieele wij zigingen zijn aangebracht. De. bedoelde regeling houdt vooreerst ver band met de groote uitgestrektheid van het Duitsche Rijk, waar in het eene deel met name het Oosten, aanzienlijke overschotten van ver schillende producten worden voortgebracht, ter wijl de gebieden, waar tekorten aan deze en soortgelijke producten bestaan, op groote af standen van de eerstgenoemde gebieden, n.l. in het westen en zuiden des Rijks zijn gelegen. Deze afstanden, althans de kosten van trans port, zijn veel grooter dan die tussehen de Duit sche productiegebieden en verschillende andere landen, w.o. Nederland. Door de „Einfuhr- schein"-regeling wordt mogelijk gemaakt dat de oven-productiegebieden een hoogeren prijs voor hun artikelen ontvangen, terwijl de gebieden met een tekort een lageren prijs voer de aan verwante behoeven te betalen. Voorts heeft de „Einfuhrschein"-regeiing ten gevolge, dat indien van een der artikelen de productie de behoefte van het geheele land te boven gaat, het invoerrecht van dat artikel nog volledig van kracht blijft en de prijs dus niet daalt tot het prijsniveau van de wereld markt, althans zoolang de „Einfuhrscheine" nog ten volle voor den invoer van de aanver wante producten kunnen worden verbruikt, het geen, gezien de groote hoeveelheden tarwe, gerst en mais, die in Duitschland moeten wor den ingevoerd, voorhands steeds het geval zal zijn. Dit verklaart, dat, terwijl hier te lande, alsook in de overige afzetgebieden, de Duitsche haver werd aangeboden voor pl.m. 8, 8.50 per 100 K.G., de prijs van dezelfde haver in Midden Duitschland 10, 10.50 per 100 K.G. bedroeg. Hoewel derhalve de Duitsche regeiing van de „Einfuhrscheine" bezwaarlijk een „dumping systeem" kan worden genoemd, moet worden erkend dat deze regeling de uitbreiding van de teelt van een gewas, dat voor de cultuurver- houdingen in Duitschland bijzonder geschikt is, bevordert, zelft tot boven de behoefte van het eigen land. Het zijn vooral de gewassen haver en rogge, waarvan de teelt door dezen maatregel is uitgebreid. Deze productie-uitbrei ding is ongetwijfeld nadeelig voor de produ centen in de omringende landen, met name ook die in Nederland, boewei de hoofdzaak is te zoeken in de ruime oogsten in de meeste lan den. Wanneer hiertegen maatregelen zouden moeten worden genomen, zoo zouden deze moe ten bestaan in het instellen van een invoerver bod van haver uit Duitschland of wel van het heffen van een invoerrecht op het artikel, af komstig uit dat land. Nog afgezien van het feit, dat de regeering niet de bevoegdheid heeft het eerste middel toe te passen en voor het tweede het bestaande handelsverdrag zou moe ten worden opgezegd, acht ondergeteekende het niet gewensclit tot het nemen van zoodanige ingrijpende maatregelen in deze aangelegen heid over te gaan. De schilder Jos. Claessens, welke Woens dag te Sittard van een circa 8 meter hooge ladder stortte, is gisteren in het Fransche kloos ter aldaar aan de verwondingen overleden. Hij was gehuwd, en vader van twee kinderen. Oprichting van een comité van actie. PARTICULIER INITIATIEF TEGEN VERKAPT OVERHEIDSBEDRIJF. Gisterenmiddag vond te Amsterdam een ver gadering plaats van vrachtvervoerders en expe diteurs, bijeengeroepen door een voorloopig co mité, dat zich gevormd bad uit belanghebben den, teneinde te komen tot middelen ter be sttijding van verschillende toestanden ontstaan in verband met de oprichting van de A. T. O., het semi-onafhankelijk autobusbedrijf van de Nederlandsche Spoorwegen. De vergade ring was druk bezocht door een 60-tal expedi teurs en vertegenwoordigers van belangrijke expeditie-ondernemingen uit het geheele land. De voorzitter, de heer A. Glazer, verklaarde zich, hoewel buiten het bedrijf staande, beschik baar te hebben gesteld, wijl het hier een strijd betrof, van bet particulier initiatief tegen ver kapt overheidsbedrijf. ervolgens hield de heer Kraak Steeman, sèer. van den Ned. Bond van Autobusdienst- ondernemers, een inleiding, waarin hij betoog de, dat op het gebied van bet goederenvervoer de Spoorwegen en A.T.O. door allerlei middelen, o.a. door het aanbieden van groote reducties, de opdrachten van de cliënten der particuliere on dernemers trachten te verkrijgen, zelfs ondanks de contracten, die de Spoorwegen zelf met groe pen expediteuren hadden loopen. Evengoed als de A.T.O. haar verschillende autobusdiensten weer moest loslaten, zal zij misschien binnen enkele jaren haar concurrentie op het gebied van het vrachtgoederenvervoer moeter. opgeven, maar dan zijn intusschen de tarieven reeds be dorven. Hiertegen moet stelling worden geno men. Uit de vergadering voerde een drietai sprekers het woord, de oprichting besprekend en be pleitend van een comité van actie, dat o.a. alle gevallen, waarin particulieren door de A. T. O. gedupeerd worden gedocumenteerd zal ver zamelen. De voorzitter deelde mede, dat bet Tweede Kamerlid Dr. I. H. J. Vos zijn sympathie met een te voeren actie had betuigd. Aangezien verschillende aanwezigen, die aangezocht wer den om in een comité zitting te willen nemen, alvorens zulks te doen overleg wilden plegen met de organisaties, die zij vertegenwoordigen, werd besloten, dat op 3 Oct. a.s. wederom een vergadering zal plaats vinden ten einde het comité samen te stellen. MIJNSCHADE. De nieuwe St. Josephkerk te Kaalheide vertoont nu reeds scheuren. De nieuwgebouwde St. Josephskerk der Pa ters Minderbroeders-Conventueelen, in het rec toraat Kaalheide-Kerkrade, vertoont nu reeds scheuren in de gewelven en zijwanden, tenge volge van den mijnbouw. De kerk is nog geen jaar in gebruik genomen. AUTO OVER DEN KOP GESLAGEN. Drie personen gewond. Een auto van den heer B. uit Den Helder is op den weg langs het Noord-Hollandscbe Kanaal bij Julianadorp over den kop ge slagen. Behalve de heer B. was nog een 4-tal personen in den auto gezeten; zij werden uit den auto geslingerd. Drie er van zijn ia het Marine-hospitaal opgenomen. De auto was ge heel vernield. SPOORWEGAMBTENAAR AANGEHOUDEN Frauduleus gelden toegeëigend. De ontvluchte spoorambtenaar S., die zich frauduleus gelden had toegeëigend uit de kas van het spoorwegstation te Schagen is te Eind hoven aangehouden. Twee marechaussees brach ten hem naar Schagen over, waar hij is opge sloten. PATER DEHARVENG S. J. t Onze Brusselsche correspondent meldt ons: Donderdag is te Brussel, in den ouderdom van 62 jaar, overleden de Eerw. pater Dehar- veng S.J., die gedurende 25 jaar professor is geweest van rethorika in het St. Michiris- eollege alhier, en in de wereld dor geleerden hoog stond aangeschreven. In de laatst veriuop&n jaren ziek ge- J leidelijk de noodzakelijkheid v nd van het ter hand nemen van Pt-Jwre" -me groote waterstaatswerken. uil er thans eenige j in volle uitvoering t'y.i (Julianakanaal, Maas- j kanalisatie, Vr- tan Dordrecht naar zee, Noordzeekr as. terwijl van andere, welke ree .-in tijd in voorbereiding zijn, de uitvoer,.u;, onlangs is of binnenkort moet worden ter hand genomen. Bij vroegere jaren vergeleken, kan gezegd- worden, dat onder den drang van groote econo mische opleving de behoefte gevoeld is om tal rijke belangrijke werken, i^Ike de algemeene weivaart moeten helpen bevorderen, binnen korte periode tot stand te brengen. Het toe geven aan dien drang heeft ten gevolge, dat thans gedurende enkele jaren voor den regel- matigen voortgang dier werken belangrijke bedragen noodig zullen zijn, welke niet alle uit inkomsten van den gewonen dienst kunnen worden gedekt. ra.maliscering Nieuwe Merwede. Waarschijnlijk zal in de eerstvolgende jaren op de Nieuwe Merwede veel eoneessie-bagger- werk worden verricht. Kan de zandopruiming samengaan met den aanleg van brikken, dan is in veel mindere mate aanzanding te ver wachten. Voor een goeden toestand op de rivier is het daarom gewenscht het tempo der uit voering eenigszins te versnellen en het be schikbaar te stellen bedrag thans op 125.600 te brengen. Waterweg DordrechtZee. ;;-ta het uitgetrokken bedrag van 1.150.000 is gedacht 800.000 te besteden voor verdere uitdieping der vaargeul en het maken van zwaai-kommen bij de Barendrechtsche brug, terwijl 350.000 zal worden aangewezen als eerste termijn voor het maken van een bef- brug in de overbrugging te Spijkenisse. Maasbruggen m aansluiting aan de in 1929 te beginnen werken is voor in 1930 uit te voeren werken een bedrag van 600.000 geraamd. Verlenging Rijksbinnenhaven IJmuiden. Mede in het belang van bestaande en nieuwe industrieën benoorden de nieuwe sluis te IJmuiden ia uitbreiding wenschelijk gebleken van de bestaande Rijksbinnenhaven aldaar be westen den spoorweg HaarlemUitgeest. Dit geldt tbans reeds in het hijzonder voor de Hoogovens en het P.E.N. In verband met de urgentie van dit werk, dat Yan Rijkswege zal worden ter hand genomen, zal getracht wor den op den dienst 1929 daarvoor nog een be drag vrij te maken. Het geheele werk zal 127.500 kosten. Voor den dienst 1930 zal noodig zijn 85.000, het welk thans wordt aangevraagd. Verbetering Noordzeekanaal. Voor de voortzetting van de verbeterings- werken, waaromtrent enkele mededeelingen zijn gedaan in de Memorie van Toelichting tot de ontwerp-begrooting voor 1928, wordt voor 1930 een bedrag van 1.925.000 aangevraagd, hetwelk in hoofdzaak bestemd is voor de uit voering van verbreedingswerken. Verbetering van de Gouwe- Zooals reeds vroege? werd medegedeeld is het de bedoeling van de provincie Zuid-Hol land, om verschillende belemmeringen in den vaarweg Amsterdam—Rotterdam weg te ne men en om voo rdeze weri« n Rijkssubsidie te vragen. Tot die werken behoort het verruimen van de Gouwe in de gemeenten Boskoop en Waddinxveen. De rivier vertoont daar verschil lende bochten en versmallingen^ welke verbe tering behoeven. Voorts wordt in beide gemeenten de verbin ding tussehen de oevers gevormd door be weegbare bruggen met te gerings doorvaart- hoogte, welke voor het drukke verkeer te land eu te water een belangrijke belemmering be- teekenen, aangezien zij voortdurend moeten worden geopend en weder gesloten. De provin cie heeft het voornemen deze bruggen, te ver vangen door hefbruggen met groote doorvaart- ROMAN VAN I. EDHOR Uit het Duilsch vertaald door J. M. v. H. 50) In d»3 gevangeniscel, met grauwe tegels bezet «O vau een getralied ven star voorzien, tussehen vier naakte wand-en, waarin alleen een bouten tafel on ecu houten krib stonden, atond de assessor voa Hellda, onordelijk ge kleed en met een starre, versteende uitdruk king op zijn gelaat. Zonder uitdrukking staar den 7ija .K>gvn naar een hoek van de cel. Le-jila meer dsn -een uur stond hij zoo, sedert oen politiedienaar de deur achter hem ge sloten had. Htj was niet eens verwonderd geweest en toen do politieagent, die hem zeer good kende, heia zoi, hoe pijnlijk hem die plicht vielhad hij rustig die verontschul diging aangenomen. Op alle vragen van heit eerste verhoos-, dat mem hem afgenomen had, had hij n.leta anders geantwoord, dan dat het tragische einde van den kleinen Ewald en van Eva Dolüng hem even raadselachtig voorkwam als aan iedereen. En op de vraag naar een alibi, had hij onverschillig de schou ders opgehaald. Hij kon niet bewijzen waar hjj geweest was; hij was in het bosch geweest en had urenlang rondgedwaald. Heit rammelen van een sleutelbos aan de deur maakte geen indruk op hem, hij hoorde id-oogte. Omtrent de plannen is nog geen over eenstemming verkregen in verband met de omstandigheid dat wordt overwogen om over de Hieuwe Keer bij Amsterdam een vaste spoorwegbrug te bouwen, waarvan de onder kant zal liggen op 6.50 plus N. A. P. Geschiedt dit, dan rijst de vraag, of ook te Waddinxveen en Boskoop wellicht met veel minder kostbare vaste bruggen zal kunnen worden volstaan. Voor de uitvoering van de verbeteringswer- ken is een kostbare onteigening noodig. Wor den de werken tot stand gebracht volgens de plannen van het provinciaal bestuur, dan moe ten de kosten worden geraamd op ƒ2.400.000. De Minister acht de verbetering van dezen be langrijken vaarweg van voldoende beteekenis om de toekenning te bevorderen van eene Rijks bijdrage van 1/3 der kosten. Tn verband met het nog niet geheel vaststaan van de plannen kan het maximumbedrag van bet subsidie nog niet worden opgegeven. Aangezien de provincie echter zoo spoedig mogelijk met den aankoop van grond wenscht aan te vangen, meent de Minister goed te doen. door voor 1930 een eerste gedeelte, groot 50.000, van het subsidie aan te vragen. Verbindingsweg tussehen Oost- en West-Zeeuswch-Vla anderen. De provincie Zeeland wenscht over te gaan tot den aanleg van een weg met keibestrating van den provincialen weg van IJzendijke naar de Belgische grens hij Pontebrug in ongeveer Oostelijke richting langs Pyramide en ten Oosten daarvan aansluitende aan het Weste lijk eindpunt van den verbindingsweg tussehen Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Door den aanleg van dezen weg zal de ver binding tuschen de heide deelen van Zeeuwsch- Vlaanderen eerst geheel zijn tot stand gekomen, zoodat het werk moet worden geacht in een groote behoefte van de streek te voorzien. De kosten van het werk worden geraamd op ƒ355.000 Er bestaat voldoende aanleiding tot het verleenen van een Rijksbijdrage, welke zou kunnen worden bepaald op 25 pet. van de kosten tot een bedrag van ten hoogste 88.750. Een eerste gedeelte, groot 25.000, van dit sub sidie wordt voor 1930 aangevraagd. Luchtvaart. Toen in 1927 te Rome het IVde Internatio naal Luehtvaartcongres zou worden gehouden, heeft de Nederlandsche regeering overwogen, mede in verband met voorstellen, welke haar terzake vroeger door de Kon. Ned. Vereeniging voor Luchtvaart waren gedaan, of het niet gewenscht moest worden geacht, dat het in 1930 te houden Vde Internationaal Luchtvaart congres in Nederland werd gehouden. Onder 't voorbehoud van de medewerking der Staten- Generaal heeft de regeering er in toegestemd, dat te Rome de uitnoodiging werd gedaan bet volgende congres in Nederland te houden, welke uitnoodiging door het Congres is aan genomen. De regeering heeft zich er van ver zekerd, dat de Koninklijke Nederlandsche Ver eeniging voor Luchtvaart, het lichaam, dat daartoe bepaaldelijk in aanmerking komt, be reid is de regeling van het congres op zich te nemen. Aangezien daarmede belangrijke uit gaven gemoeid zijn, was het voor die vereeni ging niet mogelijk zelf alle kosten te dragen. De financieele steun van het Rijk aan de Ver eeniging zal ten hoogste 10.000 bedragen, terwijl voor de officieele ontvangst van de congressisten door de regeering op de hij die congressen gebruikelijke wijze en voor ver dere daarmede verband houdende uitgaven een bedrag van naar raming 15.000 noodig zal zijn. Herstelling Oostsluis te Hansweert. Omtrent de herstelling van de Oostsluis te Hansweert is thans vastgesteld, dat deze zal bestaan in het aanbrengen van een nieuw buitensluisboofd, het herstellen van het binnen- sluishoofd en van het deurendok, alsmede het herstellen van de schutkolkmuren. Het herstel van het deurendok is in uit voering. Het aanbrengen van een nieuw buiten- sluishoofd zal in 1929 worden besteed; de kosten hiervan worden geraamd op 800.000. Voor dit werk wordt 530.000 op deze be groeting uitgetrokken. Het ligt in het voornemen, in 1931 en 1932 de resteerende werkzaamheden aan binnen- sluishoofd en schutkolkmuren ter hand te nemen. het nauwelijks. Zelfs de fluisterende stemmen, die nu gehoord warden, waren nieit ln staat dn- gedachten van den man op het tegenwoor dige te richten. Een kwartiertje juffrouw, vergeet u dat niet, het gebeurt op mijn verantwoording. Bij iemand, die in voorarfeet zit, mag eigenlijk niemand toegelaten worden. Het was de medelijdend bewogen stem van den gevangenbewaarder, die deze woorden ge sproken had. Knarsend werd de sleutel omgedraaid in het slot. De binnenkomende was alleen met d'en gevangene. Kurt! smartelijk medelijden klonk ln dit eene woord. Zij bekeek het pijnlijk vertrokken, ingevallen gezicht, dat niets van zijn vroe- geren levenslust bezat. Kart, Ik ben hier! Hellda draaide langzaam, alsof het hem moeite kostte, zijn hoofd naar haar toe. Geen trek van zijn gezicht veranderde. Star on on verschillig keek hij haar aan. Wees niet zoo ontzettend kalm, lieve Kurt, daar ben ik zoo hang voor, smeekte ze hartroerend. Wat wil je van me? Ik wil je wat komen troosten en Ik wil je zeggen, dat ik alles zal doen om den moor denaar te vinden. Niet noodig, dte giftmenger Is al ge vonden. Ik zal nooit geloovon, dat je schuldig bent. Ben je niet gekomen, om te zien, hos ik er in deze vernedering uitzie? Dat Verhoede God! ziei Ruth uit de vol heid van haar hart. Toen ging ze op innlgen toon verder: Kurt, je bent alle zelfbeheerschtng kwijt. Ik ben hier gekomen om je mijn hand aan te bieden. De dag van gisteren is uitge- wischt in mijn gedachten ook den laatsten tijd wil ik vergeten en, zooals ik beloofd heb, in deze moeilijke omstandigheden je edelmoe digheid jegens mij vergelden. Kurt, dit is het uur van mijn trouw. Ik houd mijn woord tegenover jou nog van kracht en daarom ben ik hier gekomen en nu vraag jo mij, waarom ik kom en wat Ik vain jo wil- De assessor was ln elkaar gekrompen als Voor een groote overmacht. Iets als bliksem schichten flitste in zijn oogen. Kom ja nu hier om b® nog te bespotten ben ik niet genoeg vernederd? Hij lachte, wild en vreemd klagend tegelijk. Ruth, dat je hier bent is hard, je aan wezigheid doet pijn. Moet ik je eerst nog ln herinnering brengen, hoe Ik je geminacht en veronachtzaamd heb om die verblindende leu gens, die ellendige beuzelingen, zulke erbar melijke kleinigheden. Wat heb ik je gekrenkt op duizend verschillende manieren, die alle maal als spoldeprikken PÜn dadenJe hebt gelijk, ik heb mijn zelfbeheersching verloren. Ik moet dragen, wat ik over mijzelf heb afge roepen en dat zal mijn. troost zijn. Ik kan je offer niet aannemen maarik ben je er dankbaar voor. Je stuurt me weg? Ruth strekte smieekend haar handen uit. Ik stuur je een vriendelijke toekomst in. Waarom zou je je aan een misdadiger ketenen, die je eerst verstooten heeft en de waarde van Je hart niet wist te waardeeren? Je wilt me helpen om me zelf weer te vinden, maar je vergeet, dat ik dat niet waard ben. Spreek zoo niet, lieve Kurt, wie van ons struikelt niet eens een enkelen keer? Ik smeek Je, laat dat vergeten zijn, zooals ik het ver geten heb! Geloof je niet, dat Ik Ewald vergiftigd heb? Ruth hief zich in haar volle lengte np. Daar durf ik een eed op te doen. Een lichte beweging gleed over de starre trekken van Hellda, die door die vrijwillig gegeven verzekering ontroerd werd. En je wilt uit liefde voor mij, je mooie, rijke toekomst opofferen? vroeg hij na een oogenblik wachten. Een oogenblik doemden Aldenhofon's vurige oogen voor baar geest op, met hun betoovering, mist hun week-droomerige uitdrukking en met hun onverbiddelijke strengs uitdrukking. Zij greep met haar hand naar haar kloppende hart, dat zij rechten deed gelden, maar haar lippen antwoordden duidelijk en vastberaden: Ja! Denk er wel aan Ruth, je bemint me niet. De plicht is sterker dan de liefde. Weer gingen enkele ooganblikken voorbij, waarin Hellda het jonge meisje voortdurend aankeek. Zijn oogen straalden van een nog niet gezien vuur, zijn armen kruisten zich eensklaps over zijn borst. - Een gouden hart! zei hij oneindig zacht en zoo langzaam, alsof hij tegen zich zelf sprak. Je stoot me dus niet van je af? Angstige spanning lag in Ruth's woorden, alsof zij worstelde om haar levensgeluk. Hellda antwoordde niet, hij was tegen den muur teruggeweken. Bij die laatste woorden beefde hij, alsof iets ongehoords hem aangreep, alsof een onuitsprekelijke bewondering hem doorstroomde. Het was, a'sof zijn ziel iets groote, iets heiligs hoorde fluisteren en de afglans van die verheven gevoelens was op zijn gezicht te lezen ln een lichtende verhel dering. En toen kwam hij zwijgend naar het meisje toe, hij boog voorover tot hij met zijn voorhoofd den kouden steenen vloer aanraakte en zijn lippen kusten den zoom van Ruth's eenvoudige katoenen japonnetje. XVIII* Op uitdrukkelijk verlangen van barones von Goeroe werd de kleine Ewald naast Eva Dol ling begraven. Met brandende oogen, zonder tranen, had zij de plechtige en diep aangrij pende begrafenis van de twee jeugdige over ledenen bijgewoond en toen de priester drie schepjes aarde op de lijkkist van d«n kleinen jongen liet vallen, had zij meit een krampach tige beweging in de pas gedolven aarde gegre pen en drie handen vol in het graf geworpen- Het was een eigenaardige blik, dien zij Ruth toewierp, die aan den anderen kant van bet graf, zelf bleek als een marmeren beeld, zie* troostend boog over Anna Dolling. In een krimpend van smart bad deze zich op den grond geworpen en wilde het lichaam ran haar teer-beminde zuster niet in het graf ia- ten wegzinken. De oogen van de oaronzs gingen verder over bet ontbloote, grijze lioofd van den ondeu Doliiiiig, wieoi onophoudelijk de tranen over het gerimpelde gezicht sjtroomden,, en ble ven rusten op de hooge mianniengesitalte, die met samengeknepen wenkbrauwen in gedach ten verzonken in het geopende graf neerkeek. Op zij, naast Ruth, verscheen een leelijk, rood harig meisjeshoofd, dat zich bezorgd naaf Ruth keerde. Dat wei nu de zoo koog-gepre zen stiefzuster! Carmen was bijna uitgebar sten in een grimmigen lach van maobtekio.se Woede. Een vurige straal uit haar ooc.n schoot naar die groep menschen, die zoo ver troostend boog over Anna Dolling. Ineen- aisof zij bij elkaar hoorden ca zij hnd be-n nog wel van elkaar willen rukken! Als dat gelukt zou zijn, dan werd niet haar jongen, waarop zij al haar hoop gesteld had, maar dat gehate meisje nu begraven en hoe zou die man daar aan den overkant ln den graf kuil gestaard hebben, als Ruth er ln werd neergelaten? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6