NAAR VERBETERING VAN DE VOETBALRECHTSPRAAK
DE VALSCHE MUNTER.
DINSDAG 1 OCTOBER 1929.
DERDE BLAD.
PAGINA T.
BRANDMYSTERIE.
de VOGEL was gevlogen.
IN GEZELSCHAP VAN TWEE
VROUWEN.
PLOTSELING UIT DEN TREIN
VERDWENEN?
HET OOSTERSCHE BLOED
BRUISCHT.
HET ALGEMEEN MIJNWERKERS
FONDS.
PROVISORS IN APOTHEKEN.
GEDING VOOR DEN HOOGEN RAAD
DE V.A.R.A. WIL EEN EIGEN
ZENDER BOUWEN.
Wie systematisch bedankt voor mindere wedstrijden
mag niet meer in de eerste klas fungesren
ONZE SCHEIDSRECHTERS EN HET
INTERNATIONALE VOETBAL.
NEDERLAND EN BELGIE.
GEBAREN VAN INTERNATIONALE
BETEEKENIS
WERKNEMENDE MIDDEN
STANDERS.
DE SIGARENFABRIEKEN VAN
HILLEN.
R.
K. BOND VAN MELKVEE
HOUDERS.
In een pastorie
ZONNESTRALEN IN EEN WATERKARAF
DE OORZAAK
In de pastorie van de St. Bavokerk te Heem
stede kwam men, naar „De Tijd" meldt, dezer
dagen tot de ontdekking, dat uit de op de
bovenverdieping gelegen slaapkamers een
scherpe brandlucht en dikke rookwolken naar
buiten drongen.
Voorzoover men wist, bevond zich in deze
kamer niets brandbaars en bad ook niemand
gedurende de afwezige uren de kamers betre
den. Een onderzoek wees uit, dat het behangsel-
Papier en een spatdoek achter de waschtafel
hadden vlam gevat en reeds gedeeltelijk wa
ren weggebrand.
Wat was nu de oorzaak?
P de waschtafel stond een ronde met watar
gevulde karaf, waardoor de stralen van de nog
rachüge najaarszon zich als door een bolle
ens in één brandpunt op den spatdoek ver-
f1^hlgden en hier een ontbrandingshitte ontwik
kelden. Reeds eerder had men op deze plaats
een onverklaarbaar brandgat ontdekt, waarvan
het ontstaan nu was opgehelderd.
Coor het tijdig ontdekken van den brand Is
'thans erger voorkomen. Voor de verderf-bren-
gende karaf beeft men een veiliger plaatsje ge
vonden.
Het plafond van de cel ingeslagen
EN DE POLITIE STOND VERBAASD
Zaterdag werd de Venlosche politie van
Tegelen uit opgebeld, dat aldaar zoo juist een
hieuwe flets gestolen was; de dief zou op het
Vijwiel in de richting Venlo verdwenen zijn.
De Venlosche politie kon inderdaad aan de
Roermondschcpoort te Venlo tien dief
arresteeren. Het bleek te zijn zekere G. B.,
een gesignaleerde, die door de rechtbank te
Utrecht veroordeeld was tot vier jaar gevange
nisstraf en door de Alkmaarsche rechtbank
hog eens tot vier maanden; alles wegens dief
stal. in het doorzendhuis te Alkmaar had hij
de kans schoon gezien te ontvluchten.
Gedurende den nacht van Zaterdag op Zon
dag werd hij te Venlo in arrest gehouden om
bondag aan de Tegelsche politie te worden uit
geleverd. Daar stopte men den dief in een
celletje om de zaak verder te kunnen be
handelen, hetgeen gisteren zou plaats hebben.
Groot was de verbazing en de spijt van de
tegelsche politie, toen gisterenmorgen ont
dekt werd, dat de vogel gevlogen was: met
eon stoel had hij het plafond van de cel inge
slagen en zoo zijn vrijheid weer weten te
veroveren.
GEWELDDADIGE BEHOOVING.
Het licht ging uit en de portemonnaie was weg
Iemand heeft aangifte gedaan, dat hij in zijn
Werkplaats in de Dirk v. Hasselsteeg te A'dam
Waar hij zich met 2 vrouwen ophield, plotse
ling met 'n stuk hout op 't hoofd werd gesla
gen door 2 hem onbekende mannen. Door den
slag is een bloedende wond ontstaan Direct
na het ontvangen van den slag ging het licht
uit en hebben beide mannen en ook de beide
vrouwen zich verwijderd. Na hun vertrek be
merkte de man, dat hij was beroofd van zijn
Portemonnaie, inhoudende 12.
Mededeelingen van een dame
Zaterdagnacht deed een dame bij de politie
te Leiden aangifte dat in den laatsten trein
waarmede ze uit Utrecht was gekomen, een
Leer, die in 'n anderen coupé van ftn doorgaand
vijtuig zat en zich eenigszins zonderling ge
droeg, tnsschen Alphen en Leiden plotseling
uit den trein was verdwenen. Het portier stond
°Pen en zijn zakdoek had hij achtergelaten.
Vermoedelijk was hij uit den trein gespron
gen of gevallen. De politie te Leiden en Alphen
heeft het geheele traject op de spoorbaan
Leiden—Alpben afgezocht, doch tot dusverre
zonder resultaat.
MET EEN MES AANGEVALLEN
Ih den nacht van Zondag op Maandag is te
Heerlerheide een Joego-Slaviër, de mijnwerker
door een landgenoot overvallen en met een
mes bewerkt. Met een diepe wonde, een snede
jt over den wang, werd de man in het zieken
huis te Heerlen opgenomen. Do dader werd
aangehouden en is naar Maastricht overge
bracht.
Teruggang van ledenaantal
TWEE PLANNEN IN BEWERKING
Blijkens Ihet verslag over 1928 van het Alg.
Mijnwerkersfonds vertoonde het ledental, na
een geregelde stijging gedurende 7 jaren dit
jaar een geringen teruggang. Hef aantal zie.
keuhuis-opnamen steeg en er deden zich in
1928 meer gevallen van roodvonk en diphthe-
ritis voor dan in 1927.
In het algemeen wordt er de aandacht op
gevestigd dat de geneeskundige controle het
onderwerp van vele besprekingen was, zonder
dat uitbreiding of wijziging van beteekenis
bet gevolg is geweest. Er Is een tweetal plan
nen in bewerking, t.w. de inrichting van een
speciale observatie-indeeling in 't St. Joseph-
ziekenhuis te Heerlen en een onderzoek naar
de oorzaken van het ziekte-verzuim op de
mijnen Emma en Oranje Nassau II.
Het ziekenfonds sloot met een nadeelig saldo
De meeste ziekenkassen toonden belangrijke
tekorten.
Wanneer is het toezicht voldoende?
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
mr. Besier, nam gisteren conclusie in de zaak
van de hulpapothekeres, wie ten laste was ge
legd, dat zij te 's-Gravenhage als apothekers
assistente in een apotheek aldaar, anders dan
onder toezicht van een apotheker geneesmid
delen voor gebruik op recept gereed had ge
maakt en verkocht.
De Haagsche rechtbank had bij bet bestre
den vonnis de in eersten aanleg door den kan
tonrechter gegeven vrijspraak bevestigd.
Zooals bekend, betreft het hier de bekende
provisor-kwestie. De officier van Justitie be
schouwde de vrijspraak als een bedekt ontslag
van rechtsvervolging en teekende cassatie aan.
De advocaat-generaal kon zich niet vereeni
gen met de meening van verdachte's raads
man, dat de overweging van de rechtbank,
waarin het in dit geval gehouden toezicht vol
doende is geoordeeld, van feitelijken aard en
dus in cassatie onaantastbaar zou zijn. Deze
overweging immers houdt juist een oordeel in
omtrent de mate van toezicht, door de wet
vereisclit en dus een uitlegging van de wet.
Blijkens het vonnis der rechtbank heeft het
toezicht hierin bestaan, dat de apothekeres
de apotheek eenige keeren in de week bezocht,
gedurende haar bezoeken recepten inboekte
en nakeek, toezag op de bereiding der tijdens
haar bezoek binnenkomende recepten en voorts
de binnengekomen geneesmidelen en den aan
wezigen voorraad controleerde, terwijl de ge
neesmiddelen werden besteld bij door haar
aangewezen groothandelaren.
Naar het oordeel van den advocaat-generaal
was dit toezicht niet voldoende om daaruit te
kunnen besluiten, dat de verdachte alleen on
der toezicht der apothekeres en niet zelfstan
dig en naar eigen inzicht werkzaam was.
Mr. Besier was van meening, dat do recht
bank aan art. 22 der wet op de uitoefening der
artsenijbereidkunst een onjuiste uitlegging
heeft gegeven. Hieruit vloeit voort, dat de
rechtbank ook de telastelegging verkeerd heeft
opgevat, dus niet op den grondslag der te
lastelegging beeft beraadslaagd en beslist.
Mr. Besier concludeerde mitsdien, dat het
vonnis der rechtbank zou worden vernietigd,
met verwijzing der zaak naar het Gerechtshof
te 's-Graveuliage om op het bestaande hooger
beroep te worden berecht en afgedaan.
Het arrest van den Hoogen Raad werd be
paald op 28 October.
VERGUNNING AAN DE REGEERING
VERZOCHT
Volgens het weekblad „Radio" heeft het be
stuur van de socHaal-demoaraMsche Radio;-
vereeniging de V.A.R.A. aan den minister van
Waterstaat een request gezonden, waarin ver
gunning gevraagd wordt tot de exploitatie van
een eigen zender.
„Het is noodig zoo luidt de motiveering
van dit verzoekschrift om in ons land,
naast den zender van den N. D. O. station
Hilversum Red.) een nieuwen zender te bon
wen, speciaal voor de golflengte van 298
meter".
PROF. DR. H. SNELLEN JR. f
Naar wij vernemen, is te Den Haag over
leden prof. dr. H. Snellen Jr., hoogleeraar
in de faculteit der medidijnen aan de univer.
sitei't te Utrecht en directeur van het oog
lijders-gasthuis aldaar.
SLAAPZIEKTE
Te Oegstgeest doet zich een geval van
slaapziekte voor. Een volwassen man slaapt
reeds veertien dagen achtereen.
LUSTEN EN LASTEN AAN HET AMBT VAN
SCHEIDSRECHTER VERBONDEN
Niet meer gekozen?
WAAR DE'SCHOEN WRINGT
Een medewerker schrijft ons:
Ongetwijfeld zijn de spelers de hoofdfiguren
dooh voor een goede ontwikkeling van de voet
balsport is een deskundige leiding hij de wed
strijden een hoofdvereischte. Niet alleen dat
daardoor de wedstrijden een regelmatig ver
loop hebben, doch het spel komt ouder goede
leiding veel beter tot zijn recht, indirect
draagt een goede wedstrijdleiding in niet ge
ringe mate bij tot de bevordering van de hoe
danigheid van bet spel en evenzeer tot de spel-
verbreiding.
Het spreekt dus van zelf dat men er zoo
veel mogelijk naar streeft voor een goede wed
strijdleiding te zorgen. Men Is*echter afhanke
lijk van hen, die zich voor de scheidsreehters-
functie aanmelden, en hier ligt nu juist het
zwaartepunt, het zijn helaas voor een groot
deel niet de menschen die men in eerste in
stantie voor referee geschikt acht, die zich
voor die functie beschikbaar stellen. De ideale
scheidsrechter is een heer, die het spel door en
door kent, die gewend is als leider op te
treden, die ook de uiterlijke eigenschapper
bezit om gezag uit te oefenen. Oud-spelers, die
ook in het maatschappelijke leven een rol
spelen, zijn wel de meest aangewezen spel
leiders. Maar bet baantje van wedstrijdleider
lokt allerminst en degenen die aan deze
eischen voldoen, vormen een zeer klein per
centage van de huidige scheidsrechters. Dat
de ambitie bij hen. die door hun persoonlijk
heid in eerste instantie in de termen vallen als
referee te fungeeren, niet groot Is laat zich
wel eenigszins denken, want het is tegenwoor
dig, dikwijls geen pretje. Het fungeeren in een
le klasse wedstrijd moet men niet als maat
staf nemen. Dat zijn maar enkelingen, onge
veer 5 pOt. van het corps, die daarvoor in aan
merking komen. Doch het leiden van wed
strijden ln de lagere afdeellngen op slechte,
ver-af gelegen velden, zonder behoorlijke
kleedgelegenheid, zonder publiek behalve een
paar schreeuwerige supporters en zonder
eenige waardeering. Het is in vele gevallen
een corvée en wie ziöh zelf respecteert en
andere aspiraties heeft, dan „de kwajongen" te
zijn van een groepje „voetbalvlegels", denkt er
niet aan zich aan een dergelijke bejegening
bloot te stellen. Het gevolg is, dat de bonden
niet de beschikking krijgen over een voldoend
aantal bevoegde leiders, dat men bewust tal
rijke onbevoegden aan het werk zetten moet
en dat de leiding in vele wedstrijden dan ook
zeer veel te wenschen oyer laat.
Toch zou dit euvel niet zoo ernstig gevoeld
worden, als inderdaad over alle scheidsrechters
beschikt kon worden, doch vooral in den laat
sten tijd klagen degenen, die in den N.V.B. de
aanstellingen iedere week regelen de leden
der scheidsrechterscommissie over het feit,
dat de beste leiders slechts sporadisch beschik
baar zijn.
Wat toch is het geval Vroeger werden de
eerste klasse-wedstrijden slechts door enkele
referees geleid. Dat waren de bevoorrechten en
de veel benijden, want het fungeeren bij 1ste-
klasse wedstrijden is bet ideaal van den arbi
ter. Toen is besloten het daarheen te leiden,
dat een veel grooter aantal scheidsrechters tot
het leiden van eerste klasse wedstrijden uit
verkoren werd en ondanks dat bet aantal wed
strijden in de lste klasse geleidelijk uitgebreid
is, heeft men thans ten minste dubbei zoo veel
arbiters dan er per Zondag wedstrijden te ver-
deelen zijn. Dat zou een gelukkige omstandig
heid zijn wanneer deze scheidsrechters ook
voor de wedstrijden van lager order beschik
baar waren, want juist in de 2e en 3e kl. en in
de reserve-afdeeling is goede leiding een eerste
vereischte. Echter wringt daar juist de schoen.
Al die arbiters, die één of enkele malen in de
eerste klasse gefungeerd hebben, voelen zich
„first class-referees" en bedanken, onder voor
wendsel van verhindering (zij mogen geen on
wil toonen!) systematisch voor de wedstrijden
in de lagere klassen, waarvoor zij aangewezen
worden.
Dientengevolge wordt de scheidsrechterscom
missie de dupe van de nieuwe werkwijze, die
beoogt zooveel mogelijk referees in de le klasse
te laten fungeeren met het doel ben rijp te ma
ken voor alle wedstrijden en tevens den arbiters
allen zooveel mogelijk ook de voldoening te ge
ven in de hoofd-afdeeling te fungeeren. Dat
wreekt zich nu. Al die leiders worden nu
wat natuurlijk niet de bedoeling is juist ont
trokken aan de 2e kiasse en bet feit doet zich
voor, dat zoo iedere week een groot aantal van
de meest bevoegde functionarissen op non-ac
tief wordt gesteld.
Natuurlijk moet aan dezen toestand zoo spoe
dig mogelijk een einde komen. En dat kan ook.
Juist door dat de scheidsrechters-commissie over
een flink aantal arbiters beschikt, hetwelk men
met de leiding van eerste klasse wedstrijden
belasten kan, behoeft de commissie niet meer
bang te zijn wanneer enkele arbitrale crachs
met heengaan dreigen. Zoo was vroeger de toe
stand. Toen beheerschte het zoogenaamde
„kliekje" de situatie en juist daardoor kreeg
sporadisch een ander een kans. Maar nu kan
de scheidsrechters-commissie rekening houden
met de bereidwilligheid om ook bij lagere wed
strijden te fungeeren.
Dat zal ook geschieden. Het is de bedoeling
die scheidsrechters, die systematisch bedanken
voor wedstrijden, die hun niet aanstaan, ook
niet meer voor de le klasse te kiezen, dus ge
leidelijk van de scheidsreehterslijst af te voe
ren. Het spreekt van zelf dat men de uitblin
kers zooveel mogelijk voor de belangrijkste
eerste klasse-matches reserveert. Doch-het gros
moet rouleeren, moet afwisselend in de hoofd-
afdeeling of in de 2e klasse, zoo noodig een en
kele maal zelfs in de 3e klasse fungeeren. Dat
alleen leidt tot de vorming van een corps be
voegde scheidsrechters en dan alleen kan ook
de wedstrijdleiding krachtig bijdragen tot de
spelverbetering.
Intusschen is het wel zeer jammer dat in den
laatsten tijd voor de beste Nederlandsche
rechters de prikkel ontbreekt om het tot het
allerhoogste op het gebied der voetbalrecht
spraak te brengen n.l. tot scheidsrechter bij in
ternationale wedstrijden. Er is een tijd ge
weest, dat de Nederlandsche scheidsrechters
aan de spits stonden van de officieuse continen
tale lijst. Groothoff, Willing, Meerum Terwogt
en later vooral Mutters hebben Holland een
naam verschaft op arbitraal gebied en in alle
hoofdsteden van Europa stelde men hun komst
op prijs.
Doch merkwaardig genoeg is dat plotseling
zonder eenige aanleiding opgehouden. Het voor
treffelijk leiden van enkele der belangrijkste
wedstrijden van het Olympisch tournooi door
de heeren Mutters en Eymers is het laatste
optreden geweest van Hollanders als interna
tionale arbiters op voetbalgebied. Zwitsers en
Duitschers; wier kwaliteiten bij die van Mut
ters en Eymers niet onbelangrijk ten achter
staan, en een Belg als de beer Langenus, die
ook een uitstekend leider is doch wiens kwa
liteiten die van de heeren Mutters en Eymers
toch niet overtreffen worden met de belang
rijkste ontmoetingen in Europa belast, doch
sedert medio Augustus 1928 zijn de Hollanders
niet meer in tel.
Het is heel moeilijk de oorzaak hiervan op
te sporen. Zeker is, dat het fungeeren van
Mutters in de Olympische eindwedstrijden veel
afgunst bij het internationale corps opgewekt
heeft, zeker is ook dat van Duitsche zijde
tegen de Hollandsche wedstrijdleiders is ge
ïntrigeerd, doch van belang oovenal is het
feit, dat de N.V.B. in tegenstelling met de
bonden in andere landen, niets doet om de bes
te Hollandsche leiders elders te laneeeren. De
N.V.B. voldoet aan den jaarlijkschen oproep
van de internationale voetbal-organisatie de
F.I.F.A. om en'-ele scheidsrechters op te geven
die men bevoegd acht z.g. interland-matches
te leiden, doch verder wacht men kalm af, of
die wel uitgenoodigd worden. Dat geschiedde
vroeger geregeld, doch nu dat niet meer het
geval is ligt het op den weg van den bond te
bevorderen dat de Zwitsers, Denen, Noren,
Belgen e.a. met wie men jaren voor
uit overeenkomsten tot het spelen van lan-
den-wedstrijden afsluit, ook af en toe gebruik
maxen van de Hollandsche arbiters. Wij zien
daarin niet alleen een prikkel van onze le
klasse-scheidsrechters doch evenals vroeger
kan een goede leiding van een Hollander on
zen sportnaam eer bewijzen.
Zorgt de F.I.F.A. voor de aanstellingen, dan
is de leider bovenal verantwoording verschul
digd aan het opperste lichaam op voetbalge
bied en behoeft hij de betrokken partijen niet
naar de oogen te zien. Doch zoo lang nog het
oude stelsel van verkiezing naar keuze door
de betrokken partijen gehuldigd wordt zullen
de leiders van het Nederlandsche voethal goed
doen, hun beste referees voor het leiden van
'internationale wedstrijden aan te bevelen.
Het zal indirect de voetbalrechtspraak in ons
land ten goede komen.
Aan de verbetering van de voetbalrechtspraak
dient bij voortduring alle aandacht besteed te
worden omdat dat een van de levensvoorwaar
den is voor een normale ontwikkeling van de
sport.
Het kanaal AntwerpenLuik.
De verbinding met den Rijn
Bij de huldiging van de Belgische ministers
Jaspar, Houtart en Francqui door de Haudels-
kamer van Antwerpen zeide de voorzitter dier
Kamer de heer Edg. Castelein volgens bet
„Hbld. van Antwerpen" o.m.:
„Ook andere vraagstukken zullen nog nauw
keurig door de regeering onderzocht moeten
.worden. Ik wil er enkel twee vluchtig aanra
ken, welke om zoo te zeggen één geworden zijn
met lieel het handels- en scheepvaartleven
onzer haven en van ons land:
Eerstens, het Kanaal Antwerpen-Luik, dat
onze stroomverbinding met het bekken der
Kempen en van de Maas verzekeren moet.
Tweedens, het kanaal Antwerpen-Moerdijk,
dat tusschen Antwerpen en den Rijn de „zeke
re, goede en gemakkelijke wegen" moet her
stellen welke ons door de vei'dragen gewaar
borgd zijn.
Het eerste ontwerp, dat uitsluitend op Belgi
schen bodeni is uit te voeren, is kant en klaar.
De inhuldiging der werken gelijktijdig op ver
scheidene plaatsen, is voor binnen korten tijd
aangekondigd. AVe zijn er vast van overtuigd,
dat geen enkele dag meer verloren zal gaan om
het grootsche werk op den vast bepaalden da
tum geëindigd te zien.
Voor wat het Kanaal AntwerpenMoerdijk
betreft, na de zonderlinge mislukking eener
overeankomst welke langdurig onderhandeld
en loyaal toegetreden werd door de vertegen
woordigers der twee landen, zal ik mij er toe
bepalen uiting te geven aan ons absolute be
trouwen in de krachtdadigheid der Belgische
regeering om nieuwe richtingen van het Ka
naal te verwerpen, deze immers zouden koste
lijker, hinderlijker en minder veilig zijn dan
het eerste ontwerp".
Minister Jaspar wees erop, dat de verbinding
van de Antwerpscbe haven met de zee eu met
den Rijn stevig verzekerd moet worden.
Wij hebben ons, aldus spr. hiermee bezig ge
houden in den loop van ons jongste verblijf in
Den Haag, nadat onze minister van Buiten-
landsche Zaken den weg geopend had door
zijne gesprekken te Genève. Wij hebben de
beste hoop, de uitslagen welke wij beoogen. op
stevigen grond te verzekeren. (Toej.)
Wij willen ook de uitvoering van ons pro
gramma der groote werken voortzetten. Het
kanaal AntwerpenLuik waarvan zekere per
sonen durfden beweren, dat bet maar een ont
werp in de lucht was, en dat bet nooit vol
trokken zou worden, wordt van dag tot dag
méér werkelijkheid. Men gaat de werkzaam
heden beginnen; eerlang wordt de eerste
schup grond van het nieuwe kanaal weggeno
men. En ook dit gebaar zal een internationale
beteekenis hebben.
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
De voorzitter van het bestuur aangewezen
Bij Kon. besl. is, met ingang van 1 October
1929, aangewezen als voorzitter van het be
stuur der Rijksverzekeringsbank, m r. dr. H.
L. van Duyl, lid van het bestuur, eu is,
met ingang van 1 November 1929, benoemd
tot lid van dat bestuur mr. H. BijlevelJ, te
's-Gravenhage.
Afscheid van den heer Noest
De lieer V. Noest, die wegens het bereiken
van den pensioengerechtigden leeftijd zijn hooge
ambt van voorzitter van het bestuur der Rijks
Verzekering Bank heeft neergelegd, heeft gis
teren van het corps van ambtenaren dezer in
stelling afscheid genomen.
In een der zalen van het gebouw aan de
Pieter de Hoochstraat te Amsterdam, welke
door het aanbrengen van palmen, bloemstuk
ken en tapijten een feestelijk aanzien had ge
kregen, was 'n groote schare belangstellenden
bijeen gekomen. Er waren vele hoofdambtena
ren, doktoren en agenten van den buitendienst
vertegenwoordigers van de Vereeniging van
Raden van Arbeid, de leden van het Comité,
dat zich gevormd beeft om den scheidenden
functionaris een huldeblijk aan te bieden, en
tal van anderen uit verschillende maatschap
pelijke kringen.
DE UNIE VAN VOLKENBONDS-
VEREENIGINGEN
Een Nederlander wordt voorzitter
Onze correspondent te Genêve seint ons:
De raad der internationale unie van volks-
vereenigingen te Zurich vergaderd, koos tot
unie-voorzitter voor het jaar 1930 onzen land
genoot J. Limburg.
WINTERD1ENSTREGELING SPOORWEGEN
De officieels reisgids voor de winterdienst-
regeling op de Spoorwegen zal Woensdag 2
October a.s. verkrijgbaar zijn.
Oprichting eener standsorganisatie
EEN KRACHTIGE ACTIE
Zaterdagmiddag 2 uur had er ln Hotel Noord-
Brabant te Utrecht een vergadering plaats ter
bespreking van het oprichten eener Stands
organisatie voor werknemende middenstanders.
Aan den oproep tot deze vergadering hadden
gevolg gegeven afgevaardigden der vereeni-
gingen St. Christoffel, St. Petrus, St. Augusti-
nus, St. Bernardus, St. Lebuinus en de Cani-
sius-federatie.
Pater Colsen uit Nuth zette het nut en de
noodzakelijkheid van standsorganisatie ook
voor de werknemende middenstanders uiteen.
Na deze uiteenzetting had er een gedachten-
wisseling plaats, waarbij bleek, dat allen het
eens waren over het nut en de noodzakelijk
heid eener standsorganisatie voor de werk
nemende middenstanders en werd dan ook be
sloten de actie tot het tot stand komen hier
van krachtig door te zetten.
AFSCHRIJVING OP DE AANDEELEN.
Ontslag van den directeur en wijziging van de
statuten
De agenda der aanstaande buitengewone alge-
meene vergadering der N.V. A. Hillen's Sigaren
fabrieken te Delft bevat o.m.: Aanvaarding van
het aan den directeur, den heer Hioolen, gegeven
ontslag onder voorwaarden welke voorliggen en
onder goedkeuring door de algemeene vergade
ring met hem zijn overeengekomen. Voorts een
wijziging van de statuten overeenkomstig de
voorstellen welke nog ter visie liggen. Daarbij
wordt overgegaan tot splitsing van het geplaatste
gewone aandelenkapitaal, titans groot 900.000,
in een geplaatst gewoon aandeelenkapitaal van
112.500 en een geplaatst preferent kapitaal
groot 300.000, terwijl het thans geplaatste aan
deelenkapitaal wordt verminderd met f 530.500
met dien verstande dat elk gewoon aandeel
voortaan nominaal f 50 groot is en 3000 prefe
rente aandeeien van elk nominaal 100 ter be
schikking van directie en commissarissen worden,
gesteld om te worden uitgereikt aan obligatiehou
ders en andere schuldeisehers die hunne goedkeu
ring aan de reorganisatie hebben gehecht.
Kringen Den Haag, Leiden en Rotterdam
BESPREKINGEN OVER DEN PRIJS
Gistermorgen vergaderde in gebouw „Ami-
citia", Westeinde, Den Haag, de R. K. Bond
van Melkveehouders, kringen Den Haag, Lei
den en Rotterdam. Aanwezig waren ook de
geestelijk adviseur, kapelaan N. Pronk, en de
secretaris van den L. T. B., ir. W. Dekker.
In zijn openingswoord deelde de voorzitter,
de heer J. C. Paardekooper, mede, dat geen
overeenstemming is bereikt met den Melk-
handel Inzake den melkprijs. Dit is de reden,
waarom deze vergadering is bijeengeroepen.
De voorzitter deelde mede, dat de R. K.
melkveehoudersbond aan den melkhandel
een prijsverhooging heeft gevraagd van 1 cent
per liter ingaande 22 September. Na twee
dagen deelde de melkhandel mede, dat op deze
verhooging niet kon worden ingegaan. Nadien
is de boterprijs weer gestegen.
Dit was voor hét bestuur aanleiding om de
prijsverhooging van 1 cent te vragen met in
gang van 1 October. Op een aangevraagde
conferentie met den melkhandel werd geen
antwoord ontvangen. Ook verscheen niemand
hunner op aangegeven uur en plaats.
Het bestuur wil nu een verhooging van 1
cent doorzetten, waardoor de' grondprijs op 11
cent komt, en op die basis een contract voor
korter of langer tijd afsluiten.
Na eenige gedachtenwisseling werd met al
gemeene stemmen besloten de thans geldende
contracten met den melkhandel onmiddellijk
op te zeggen.
Zaterdagmorgen om half 11 zal te Delft bij
Koot een vergadering worden gehouden van
de afdeelingsbesturen, om de zaak verder te
regelen.
De voorzitter zou het in het belang der orga
nisatie gewenscht achten, dat alleen georga
niseerde melkveehouders hun melk op de vel
ling zouden kunnen brengen.
Hierna werd de vergadering op de gebruike
lijke wijze gesloten.
Door R. DOMBRH.
Vertaald door A. VERSCHUUR.
Eerste Deel
IN BALLINGSCHAP
Na een aantal saamgerookte sigaren, na
toanlg gesprek aan tafel eu op de wandeling,
ontstond er een vriendschap die weldra een
kron werd van vertrouwelijke n»dedeelimgen,
tenminste van Cabriants kant; de ander was
thee gereserveerd. Zoo vernam senor Pablo de
figuérès van zijn tafelgenoot al wat hem kon
intereseopen, te weten: dat de Franschman een
bekwaam graveur was; dat hij altijd in Parijs
bewerkt had, totdat hij onlangs ontslagen werd
ihlst toen hem een belangrijke erfenis ten
deed viel; dat hij naar Marseille gekomen was
°m de nalatenschap in bezit te nemen, maar
dat er een mededinger opgedoemd was die een
technische fout in heit testament uitbuitte,
°m hem de erfenis te betwisten.
Die bijzonderheden schenen den Spanjaard
vael belang in te boezemen.
Deze, die zich buiten zijn vriend liad laten
inlichten, voorzag dat de erfenis aan Carbriant
Ontsnappen zou.
En hij begreep dat die omstandigheid hem
rcdon gaf te hopen op de ontwikkeling van
*hdere gebeurtenissen.
Laar om volgde hij het proces met de grootste
belangstelling.
Ofschoon de graveur dan ander een open
blik gegeven had op zijn leven en streven, ver
nam hij eerst maar heel weinig van den vreem
deling.
Deze was weduwnaar; zaken hadden hem
naar Frankrijk geroepen. Zijn twaalfjarige
zoon Jeyme was in Barcelona gebleven. Later,
als dis vader niet meer zoo veel behoefde te
reizen, zou hij dan jongen hij zich nemen.
Carbriant, dlie geheel in beslag genomen werd
door zijn eigen zaken, was niet nieuwgierig te
weten welke zaken den Spanjaard in Frankrijk
weerhielden. Wel scheen het hem dat de werk
kring van zijn vriend niet al to veel beslag op
hem legde want hij kon den man bijna op
ieder uur van den dag op zijn kamer aantref
fen. Eens echter ging bij een gansche week
op reis.
Een ding scheen intusschen vast te staan,
namelijk dat de Spajaard rijk was, want hij
leidde een min of meer verkwistend leven,
en 't was alsof het geld geen waarde voor
hem had.
Figuéres trakteerde zijn vriend vaak op een
glas champagne, nam hem mee naar den
schouwburg of deod hem op andere manier
in zijn genietingen deelen. En Carbriant, in
Marseille gelheel vreemd, was zeer gevoelig
voor die attenties.
Op een avond nam Pablo hem mee naar zijn
kamer, ging zoo ver in zijn gedienstigheid, dat
bij hem met vriendenvertrouwelijkheid zei:
Beste vriend, u moeit wel geld noodig
hebben, want u bant al zoo lang zonder werk
en hebt no gigeen centiem gekregen van de
toegezegde erfenis. Kijk eens, omdat wij vrien
den zijn moeten we trachten elkaar te helpen,
is dat niet zoo? U weet dat Ik geld bezit en
dat mijn beurs voor u open staat. Als u daar
van dus geen gebruik durft te maken kunt u
ook moeilijk aanspraak maken op den naam
van vriend. Kom laait ik u een duizend franc
voorschieten.
Deze woonden gingen recht tot het hart van
den graveur, die sterk bekoord werd en reeds
■wankelde. Als hij todh protesteerde, was dat
alleen slechts omdat hij de aangeboden som
to groot vond; een, waarlijk, één, tweehonderd
francs waren hem voorloopig voldoende.
De Spanjaard dirong echter zóó vriendelijk
aan, dat weldra vijf duizend frames voor den
graveur neergeteld werden.
Hij moest ze aannemen en deed dat met
ontroering van dankbaarheid.
En 't moot waarschijnlijk aam aio aandoening
toegeschoven worden, dat liet hem niet eens
bevreemde zoo'n groote torn uitgekeerd tie zien
in geldstukken van vijf francs.
Ik werk bij tusschenpoozem, nu eens in
Nizza dan weer elders, legde de vreemdeling
uit. Hier breng ik slechts mijn vrijen tijd door,
want ik ben graag In Marseille.
U bent zeker zooiets als kunstenaar?....
Sohilder misschien?
Noen geen schilder.maar toch min of
meer artiest, zooals u.
U, ik ben eigenlijk niets meer dan een
graveur, maar u zult ongetwijfeld....
-7- Meer kan ik u voor 't oogenblik niet zeg
gen. Maar misschien zal ik u later eenige.
staaltjes van mijn talent laten zien.
Onder 't spreken had Figuéres werktuigelijk
zijn koffer geopend om daar iets uit te nemen.
Op dat oogenblik zag Carbriant onderin, een
aantal kleine, ronde doosjes die van gips ver
vaardigd schenen. Dat wekte zijn nieuwsgierig
heid op en hij besloot zijn vriend daarover
te ondervragen. Deze had den koffer echter
reeds gesloten en gaf een andere wending aan
't gesprek.
De herinnering aan die kleine, eigenaardige
doosjes, welke hij toch maar meteen enkelen
oogopslag gezien had, bleef in zijn geheugen
hangen en toen hij dien avond alleen was vroeg
zich af of diie gipsen voorwerpen misschien
vormen, gietvormen waren; maar wat mocht
de man dan vervaardigen?
Terwijl hij daarover nadacht, herinnerde hij
Zich dat de Spanjaard vaak in bijzonderheden
getreden was als zij over het graveurvak praat
ten. Het scheen of hij daarvan goed op de
hoogte was en zich gelukkig achtte iemand
gevonden te hebben met wlen hij daarover
spreken kon.
Ah, had hij wel eens gezucht, als we het
'ns eens konden worden, wat zouden we samen
dan fortuin kunnen maken!
Daarop had bij gelachen alsof hij een grap
verteld had.
Waarlijk,zei Carbriant bij zich zelf, er
is Iets geheimzinnigs in het leven van dien
man.
Den volgenden dag reeds zond hij zijn vrouw
de helft van de geleende som, want bij wilde
niet alleen dat Jeanne nergens gebrek aan
had, maar ook haar zoo iang mogelijk in haar
gelukkigen waan houden.
Korten tijd nadien vroeg juffrouw Carbriant
opnieuw geld en bekende dat ze de laatste
zending gebruikt had om eenige kleine schul
den te betalen.
Behalve dan de tegenspoed van het proce-
deeren, voélde Carbriant zich tamelijk gelukkig.
Langzamerhand wende hij aan het comfortabele
hotelleven met zijn fijneopvoeding aan, zijn
vriendschap met Figuérès en aan de tallooze
ontspanningen die hij zich veroorloofde.
En in die rechtschapen, gezonde, betrekkelijk
nog naïve ziel ontkiemde reeds de begeerte
naar allerlei genietingen, dat verslindende vuur,
dooT bet gemakkelijk verdiende geld ontstoken.
IV.
EEN MIDDEL TOT HERSTEL.
Op een avond kwam Carbriant geheel ont
daan en terneergslagen in zijn hotel terug. De
rechtbank had George Remirelon in 't gelijk
gesteld, deze de erfenis toegewezen.
Hoowel de notaris hem telkens gewezen had
op de gevaren welke een gunstige oplossing
der kwestie bedreigen, toch viel hem den slag
overwaebt en vernietigend zwaar.
Als wezenloos, bijna niet tot denken in staat,
liep hij de ruime vestibule van het hotel door.
Opeiens wekte Figuérès stem hem uit zijn
verdooving. De Spanjaard zat ln een rocklng-
chair te rooken, wachtte daar den terugkeer
vaan zijn vriend dien bij niet naar de gerechts
zaal had willen vergezellen, omdat hij er de
voorkeur aan gaf zijn prooi te bemachtigen op
een gunstiger oogenblik.
Wel? vroeg hij, terwijl hij opstond en den
ongelukkige tegemoet trad.
Carbriant deed moeite om zich te beheer-
schen. Onstuimig stormde de woede in zijn bin
nenste.
De ellendelingen hebben me alles, alles
ontnomen! riep hij met heesche stem. Wat
moet er thans van me worden nu ik tot aau
do hals in de schuld rit? En dan mijn vrouw
en mijn kinderen? Als ik me niet bedwong zou
ik regelrecht naar de haven loepen om me tc
verdrinken.
Stil vriend, niet zoo luid! 't Is niet noodig
dat de andere hotelgasten op de hoogte komen
van uw zaken. Laten we liever op mijn kamer
wat gaan praten, of neen, laten we naar buiten
gaan
Hier dempte hij zijn stem en vervolgde eenigs
zins geheimzinnig:
daar zullen we allicht een rustig
plekje vinden, waar u uw toorn vrijen loop
kunt geven en waar ik u onderhouden kan
over eeu uitstekend middel om u te wreken
over de jammerlijke ineenstorting van uw
levensplannen, want er is veel kans dat u
alles op een gemakkelijke, aangename manier
kunt herstellen.
Carbriant liet zich als willoos leiden. Ten
prooi aan een stille wanhoop had hij nauwelijks
gelet op hetgeen Figuérès hem zei. De tram
voerde beide zwijgende mannen naar een plant
soen, aam den rand der stad. Op een eenzame
plaats zetten zij zich op een bank neer en.
daar kom de graveur eindelijk zijn boordevol
hart ontlasten en den ander toonen hoe groot
zijn zielenood was.
Wat moet ik nu beginnen?.... Wat moet
er van mijn gezin worden.?
Dat waren de angstige vragen die telkens
als een hopeloos refrein terugkwamen.
In 't vooruitzicht van de erfenis had zijn
vrouw reeds talrijke dingen aangeschaft die
zeker niet allen betaald waren. Hoe moesten
die gaten worden gestopt nu hij niet alleen
geen enkel deel der erfenis kreeg, maar zedf
ook veel onkosten gemaakt had, voor duizenden
francs bij zijn vriend in 't krijt stond en daaren.
boven zonder werk was?
Pablo onderbrak zijn jammerklachten door
op te merken dat hij zich niet ongerust be.
hoefde te maken over het geleende geld. Voor
Figuérès waren eenige duizenden francs even
spoedig vergeten als gegeven. Hij wees er ver
der op dat hij rijk genoeg was om een vriend te
verplichten, dlo hem door zijn gezelschap zulke
aangename uren kon doen doorbrengen.
Leopold dankte ontroerd. Al kon hij dan
niet goedvinden dat hem de geheele schuld
kwijtgescholden weTd, tooh zou hij zich heel
zijn leven dat veergalooze blijk van genegen
heid herinneren.
Weer begon hij te overleggen wat er gedaan
moest worden.
Blijf bedaard, maande de Spanjaard kalm
aan. In uw plaats....
Zou u zich een kogel door 't hoofd jagen,
hé?
Neen dat niet, antwoordde de vreemde
ling, maar Ik zou me wreken!
Op wien? Toch niet op Remirelon, hoop ik,
want die heeft g-edaan wat ik in zijn plaats
ook gedaan zou hebben.
(Wordt vervolgd).