NAAR VERBETERING VAN DE VOETBALRECHTSPRAAK DE VALSCHE MUNTER. DINSDAG 1 OCTOBER 1929. DERDE BLAD. PAGINA T. BRANDMYSTERIE. de VOGEL was gevlogen. IN GEZELSCHAP VAN TWEE VROUWEN. PLOTSELING UIT DEN TREIN VERDWENEN? HET OOSTERSCHE BLOED BRUISCHT. HET ALGEMEEN MIJNWERKERS FONDS. PROVISORS IN APOTHEKEN. GEDING VOOR DEN HOOGEN RAAD DE V.A.R.A. WIL EEN EIGEN ZENDER BOUWEN. Wie systematisch bedankt voor mindere wedstrijden mag niet meer in de eerste klas fungesren ONZE SCHEIDSRECHTERS EN HET INTERNATIONALE VOETBAL. NEDERLAND EN BELGIE. GEBAREN VAN INTERNATIONALE BETEEKENIS WERKNEMENDE MIDDEN STANDERS. DE SIGARENFABRIEKEN VAN HILLEN. R. K. BOND VAN MELKVEE HOUDERS. In een pastorie ZONNESTRALEN IN EEN WATERKARAF DE OORZAAK In de pastorie van de St. Bavokerk te Heem stede kwam men, naar „De Tijd" meldt, dezer dagen tot de ontdekking, dat uit de op de bovenverdieping gelegen slaapkamers een scherpe brandlucht en dikke rookwolken naar buiten drongen. Voorzoover men wist, bevond zich in deze kamer niets brandbaars en bad ook niemand gedurende de afwezige uren de kamers betre den. Een onderzoek wees uit, dat het behangsel- Papier en een spatdoek achter de waschtafel hadden vlam gevat en reeds gedeeltelijk wa ren weggebrand. Wat was nu de oorzaak? P de waschtafel stond een ronde met watar gevulde karaf, waardoor de stralen van de nog rachüge najaarszon zich als door een bolle ens in één brandpunt op den spatdoek ver- f1^hlgden en hier een ontbrandingshitte ontwik kelden. Reeds eerder had men op deze plaats een onverklaarbaar brandgat ontdekt, waarvan het ontstaan nu was opgehelderd. Coor het tijdig ontdekken van den brand Is 'thans erger voorkomen. Voor de verderf-bren- gende karaf beeft men een veiliger plaatsje ge vonden. Het plafond van de cel ingeslagen EN DE POLITIE STOND VERBAASD Zaterdag werd de Venlosche politie van Tegelen uit opgebeld, dat aldaar zoo juist een hieuwe flets gestolen was; de dief zou op het Vijwiel in de richting Venlo verdwenen zijn. De Venlosche politie kon inderdaad aan de Roermondschcpoort te Venlo tien dief arresteeren. Het bleek te zijn zekere G. B., een gesignaleerde, die door de rechtbank te Utrecht veroordeeld was tot vier jaar gevange nisstraf en door de Alkmaarsche rechtbank hog eens tot vier maanden; alles wegens dief stal. in het doorzendhuis te Alkmaar had hij de kans schoon gezien te ontvluchten. Gedurende den nacht van Zaterdag op Zon dag werd hij te Venlo in arrest gehouden om bondag aan de Tegelsche politie te worden uit geleverd. Daar stopte men den dief in een celletje om de zaak verder te kunnen be handelen, hetgeen gisteren zou plaats hebben. Groot was de verbazing en de spijt van de tegelsche politie, toen gisterenmorgen ont dekt werd, dat de vogel gevlogen was: met eon stoel had hij het plafond van de cel inge slagen en zoo zijn vrijheid weer weten te veroveren. GEWELDDADIGE BEHOOVING. Het licht ging uit en de portemonnaie was weg Iemand heeft aangifte gedaan, dat hij in zijn Werkplaats in de Dirk v. Hasselsteeg te A'dam Waar hij zich met 2 vrouwen ophield, plotse ling met 'n stuk hout op 't hoofd werd gesla gen door 2 hem onbekende mannen. Door den slag is een bloedende wond ontstaan Direct na het ontvangen van den slag ging het licht uit en hebben beide mannen en ook de beide vrouwen zich verwijderd. Na hun vertrek be merkte de man, dat hij was beroofd van zijn Portemonnaie, inhoudende 12. Mededeelingen van een dame Zaterdagnacht deed een dame bij de politie te Leiden aangifte dat in den laatsten trein waarmede ze uit Utrecht was gekomen, een Leer, die in 'n anderen coupé van ftn doorgaand vijtuig zat en zich eenigszins zonderling ge droeg, tnsschen Alphen en Leiden plotseling uit den trein was verdwenen. Het portier stond °Pen en zijn zakdoek had hij achtergelaten. Vermoedelijk was hij uit den trein gespron gen of gevallen. De politie te Leiden en Alphen heeft het geheele traject op de spoorbaan Leiden—Alpben afgezocht, doch tot dusverre zonder resultaat. MET EEN MES AANGEVALLEN Ih den nacht van Zondag op Maandag is te Heerlerheide een Joego-Slaviër, de mijnwerker door een landgenoot overvallen en met een mes bewerkt. Met een diepe wonde, een snede jt over den wang, werd de man in het zieken huis te Heerlen opgenomen. Do dader werd aangehouden en is naar Maastricht overge bracht. Teruggang van ledenaantal TWEE PLANNEN IN BEWERKING Blijkens Ihet verslag over 1928 van het Alg. Mijnwerkersfonds vertoonde het ledental, na een geregelde stijging gedurende 7 jaren dit jaar een geringen teruggang. Hef aantal zie. keuhuis-opnamen steeg en er deden zich in 1928 meer gevallen van roodvonk en diphthe- ritis voor dan in 1927. In het algemeen wordt er de aandacht op gevestigd dat de geneeskundige controle het onderwerp van vele besprekingen was, zonder dat uitbreiding of wijziging van beteekenis bet gevolg is geweest. Er Is een tweetal plan nen in bewerking, t.w. de inrichting van een speciale observatie-indeeling in 't St. Joseph- ziekenhuis te Heerlen en een onderzoek naar de oorzaken van het ziekte-verzuim op de mijnen Emma en Oranje Nassau II. Het ziekenfonds sloot met een nadeelig saldo De meeste ziekenkassen toonden belangrijke tekorten. Wanneer is het toezicht voldoende? De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Besier, nam gisteren conclusie in de zaak van de hulpapothekeres, wie ten laste was ge legd, dat zij te 's-Gravenhage als apothekers assistente in een apotheek aldaar, anders dan onder toezicht van een apotheker geneesmid delen voor gebruik op recept gereed had ge maakt en verkocht. De Haagsche rechtbank had bij bet bestre den vonnis de in eersten aanleg door den kan tonrechter gegeven vrijspraak bevestigd. Zooals bekend, betreft het hier de bekende provisor-kwestie. De officier van Justitie be schouwde de vrijspraak als een bedekt ontslag van rechtsvervolging en teekende cassatie aan. De advocaat-generaal kon zich niet vereeni gen met de meening van verdachte's raads man, dat de overweging van de rechtbank, waarin het in dit geval gehouden toezicht vol doende is geoordeeld, van feitelijken aard en dus in cassatie onaantastbaar zou zijn. Deze overweging immers houdt juist een oordeel in omtrent de mate van toezicht, door de wet vereisclit en dus een uitlegging van de wet. Blijkens het vonnis der rechtbank heeft het toezicht hierin bestaan, dat de apothekeres de apotheek eenige keeren in de week bezocht, gedurende haar bezoeken recepten inboekte en nakeek, toezag op de bereiding der tijdens haar bezoek binnenkomende recepten en voorts de binnengekomen geneesmidelen en den aan wezigen voorraad controleerde, terwijl de ge neesmiddelen werden besteld bij door haar aangewezen groothandelaren. Naar het oordeel van den advocaat-generaal was dit toezicht niet voldoende om daaruit te kunnen besluiten, dat de verdachte alleen on der toezicht der apothekeres en niet zelfstan dig en naar eigen inzicht werkzaam was. Mr. Besier was van meening, dat do recht bank aan art. 22 der wet op de uitoefening der artsenijbereidkunst een onjuiste uitlegging heeft gegeven. Hieruit vloeit voort, dat de rechtbank ook de telastelegging verkeerd heeft opgevat, dus niet op den grondslag der te lastelegging beeft beraadslaagd en beslist. Mr. Besier concludeerde mitsdien, dat het vonnis der rechtbank zou worden vernietigd, met verwijzing der zaak naar het Gerechtshof te 's-Graveuliage om op het bestaande hooger beroep te worden berecht en afgedaan. Het arrest van den Hoogen Raad werd be paald op 28 October. VERGUNNING AAN DE REGEERING VERZOCHT Volgens het weekblad „Radio" heeft het be stuur van de socHaal-demoaraMsche Radio;- vereeniging de V.A.R.A. aan den minister van Waterstaat een request gezonden, waarin ver gunning gevraagd wordt tot de exploitatie van een eigen zender. „Het is noodig zoo luidt de motiveering van dit verzoekschrift om in ons land, naast den zender van den N. D. O. station Hilversum Red.) een nieuwen zender te bon wen, speciaal voor de golflengte van 298 meter". PROF. DR. H. SNELLEN JR. f Naar wij vernemen, is te Den Haag over leden prof. dr. H. Snellen Jr., hoogleeraar in de faculteit der medidijnen aan de univer. sitei't te Utrecht en directeur van het oog lijders-gasthuis aldaar. SLAAPZIEKTE Te Oegstgeest doet zich een geval van slaapziekte voor. Een volwassen man slaapt reeds veertien dagen achtereen. LUSTEN EN LASTEN AAN HET AMBT VAN SCHEIDSRECHTER VERBONDEN Niet meer gekozen? WAAR DE'SCHOEN WRINGT Een medewerker schrijft ons: Ongetwijfeld zijn de spelers de hoofdfiguren dooh voor een goede ontwikkeling van de voet balsport is een deskundige leiding hij de wed strijden een hoofdvereischte. Niet alleen dat daardoor de wedstrijden een regelmatig ver loop hebben, doch het spel komt ouder goede leiding veel beter tot zijn recht, indirect draagt een goede wedstrijdleiding in niet ge ringe mate bij tot de bevordering van de hoe danigheid van bet spel en evenzeer tot de spel- verbreiding. Het spreekt dus van zelf dat men er zoo veel mogelijk naar streeft voor een goede wed strijdleiding te zorgen. Men Is*echter afhanke lijk van hen, die zich voor de scheidsreehters- functie aanmelden, en hier ligt nu juist het zwaartepunt, het zijn helaas voor een groot deel niet de menschen die men in eerste in stantie voor referee geschikt acht, die zich voor die functie beschikbaar stellen. De ideale scheidsrechter is een heer, die het spel door en door kent, die gewend is als leider op te treden, die ook de uiterlijke eigenschapper bezit om gezag uit te oefenen. Oud-spelers, die ook in het maatschappelijke leven een rol spelen, zijn wel de meest aangewezen spel leiders. Maar bet baantje van wedstrijdleider lokt allerminst en degenen die aan deze eischen voldoen, vormen een zeer klein per centage van de huidige scheidsrechters. Dat de ambitie bij hen. die door hun persoonlijk heid in eerste instantie in de termen vallen als referee te fungeeren, niet groot Is laat zich wel eenigszins denken, want het is tegenwoor dig, dikwijls geen pretje. Het fungeeren in een le klasse wedstrijd moet men niet als maat staf nemen. Dat zijn maar enkelingen, onge veer 5 pOt. van het corps, die daarvoor in aan merking komen. Doch het leiden van wed strijden ln de lagere afdeellngen op slechte, ver-af gelegen velden, zonder behoorlijke kleedgelegenheid, zonder publiek behalve een paar schreeuwerige supporters en zonder eenige waardeering. Het is in vele gevallen een corvée en wie ziöh zelf respecteert en andere aspiraties heeft, dan „de kwajongen" te zijn van een groepje „voetbalvlegels", denkt er niet aan zich aan een dergelijke bejegening bloot te stellen. Het gevolg is, dat de bonden niet de beschikking krijgen over een voldoend aantal bevoegde leiders, dat men bewust tal rijke onbevoegden aan het werk zetten moet en dat de leiding in vele wedstrijden dan ook zeer veel te wenschen oyer laat. Toch zou dit euvel niet zoo ernstig gevoeld worden, als inderdaad over alle scheidsrechters beschikt kon worden, doch vooral in den laat sten tijd klagen degenen, die in den N.V.B. de aanstellingen iedere week regelen de leden der scheidsrechterscommissie over het feit, dat de beste leiders slechts sporadisch beschik baar zijn. Wat toch is het geval Vroeger werden de eerste klasse-wedstrijden slechts door enkele referees geleid. Dat waren de bevoorrechten en de veel benijden, want het fungeeren bij 1ste- klasse wedstrijden is bet ideaal van den arbi ter. Toen is besloten het daarheen te leiden, dat een veel grooter aantal scheidsrechters tot het leiden van eerste klasse wedstrijden uit verkoren werd en ondanks dat bet aantal wed strijden in de lste klasse geleidelijk uitgebreid is, heeft men thans ten minste dubbei zoo veel arbiters dan er per Zondag wedstrijden te ver- deelen zijn. Dat zou een gelukkige omstandig heid zijn wanneer deze scheidsrechters ook voor de wedstrijden van lager order beschik baar waren, want juist in de 2e en 3e kl. en in de reserve-afdeeling is goede leiding een eerste vereischte. Echter wringt daar juist de schoen. Al die arbiters, die één of enkele malen in de eerste klasse gefungeerd hebben, voelen zich „first class-referees" en bedanken, onder voor wendsel van verhindering (zij mogen geen on wil toonen!) systematisch voor de wedstrijden in de lagere klassen, waarvoor zij aangewezen worden. Dientengevolge wordt de scheidsrechterscom missie de dupe van de nieuwe werkwijze, die beoogt zooveel mogelijk referees in de le klasse te laten fungeeren met het doel ben rijp te ma ken voor alle wedstrijden en tevens den arbiters allen zooveel mogelijk ook de voldoening te ge ven in de hoofd-afdeeling te fungeeren. Dat wreekt zich nu. Al die leiders worden nu wat natuurlijk niet de bedoeling is juist ont trokken aan de 2e kiasse en bet feit doet zich voor, dat zoo iedere week een groot aantal van de meest bevoegde functionarissen op non-ac tief wordt gesteld. Natuurlijk moet aan dezen toestand zoo spoe dig mogelijk een einde komen. En dat kan ook. Juist door dat de scheidsrechters-commissie over een flink aantal arbiters beschikt, hetwelk men met de leiding van eerste klasse wedstrijden belasten kan, behoeft de commissie niet meer bang te zijn wanneer enkele arbitrale crachs met heengaan dreigen. Zoo was vroeger de toe stand. Toen beheerschte het zoogenaamde „kliekje" de situatie en juist daardoor kreeg sporadisch een ander een kans. Maar nu kan de scheidsrechters-commissie rekening houden met de bereidwilligheid om ook bij lagere wed strijden te fungeeren. Dat zal ook geschieden. Het is de bedoeling die scheidsrechters, die systematisch bedanken voor wedstrijden, die hun niet aanstaan, ook niet meer voor de le klasse te kiezen, dus ge leidelijk van de scheidsreehterslijst af te voe ren. Het spreekt van zelf dat men de uitblin kers zooveel mogelijk voor de belangrijkste eerste klasse-matches reserveert. Doch-het gros moet rouleeren, moet afwisselend in de hoofd- afdeeling of in de 2e klasse, zoo noodig een en kele maal zelfs in de 3e klasse fungeeren. Dat alleen leidt tot de vorming van een corps be voegde scheidsrechters en dan alleen kan ook de wedstrijdleiding krachtig bijdragen tot de spelverbetering. Intusschen is het wel zeer jammer dat in den laatsten tijd voor de beste Nederlandsche rechters de prikkel ontbreekt om het tot het allerhoogste op het gebied der voetbalrecht spraak te brengen n.l. tot scheidsrechter bij in ternationale wedstrijden. Er is een tijd ge weest, dat de Nederlandsche scheidsrechters aan de spits stonden van de officieuse continen tale lijst. Groothoff, Willing, Meerum Terwogt en later vooral Mutters hebben Holland een naam verschaft op arbitraal gebied en in alle hoofdsteden van Europa stelde men hun komst op prijs. Doch merkwaardig genoeg is dat plotseling zonder eenige aanleiding opgehouden. Het voor treffelijk leiden van enkele der belangrijkste wedstrijden van het Olympisch tournooi door de heeren Mutters en Eymers is het laatste optreden geweest van Hollanders als interna tionale arbiters op voetbalgebied. Zwitsers en Duitschers; wier kwaliteiten bij die van Mut ters en Eymers niet onbelangrijk ten achter staan, en een Belg als de beer Langenus, die ook een uitstekend leider is doch wiens kwa liteiten die van de heeren Mutters en Eymers toch niet overtreffen worden met de belang rijkste ontmoetingen in Europa belast, doch sedert medio Augustus 1928 zijn de Hollanders niet meer in tel. Het is heel moeilijk de oorzaak hiervan op te sporen. Zeker is, dat het fungeeren van Mutters in de Olympische eindwedstrijden veel afgunst bij het internationale corps opgewekt heeft, zeker is ook dat van Duitsche zijde tegen de Hollandsche wedstrijdleiders is ge ïntrigeerd, doch van belang oovenal is het feit, dat de N.V.B. in tegenstelling met de bonden in andere landen, niets doet om de bes te Hollandsche leiders elders te laneeeren. De N.V.B. voldoet aan den jaarlijkschen oproep van de internationale voetbal-organisatie de F.I.F.A. om en'-ele scheidsrechters op te geven die men bevoegd acht z.g. interland-matches te leiden, doch verder wacht men kalm af, of die wel uitgenoodigd worden. Dat geschiedde vroeger geregeld, doch nu dat niet meer het geval is ligt het op den weg van den bond te bevorderen dat de Zwitsers, Denen, Noren, Belgen e.a. met wie men jaren voor uit overeenkomsten tot het spelen van lan- den-wedstrijden afsluit, ook af en toe gebruik maxen van de Hollandsche arbiters. Wij zien daarin niet alleen een prikkel van onze le klasse-scheidsrechters doch evenals vroeger kan een goede leiding van een Hollander on zen sportnaam eer bewijzen. Zorgt de F.I.F.A. voor de aanstellingen, dan is de leider bovenal verantwoording verschul digd aan het opperste lichaam op voetbalge bied en behoeft hij de betrokken partijen niet naar de oogen te zien. Doch zoo lang nog het oude stelsel van verkiezing naar keuze door de betrokken partijen gehuldigd wordt zullen de leiders van het Nederlandsche voethal goed doen, hun beste referees voor het leiden van 'internationale wedstrijden aan te bevelen. Het zal indirect de voetbalrechtspraak in ons land ten goede komen. Aan de verbetering van de voetbalrechtspraak dient bij voortduring alle aandacht besteed te worden omdat dat een van de levensvoorwaar den is voor een normale ontwikkeling van de sport. Het kanaal AntwerpenLuik. De verbinding met den Rijn Bij de huldiging van de Belgische ministers Jaspar, Houtart en Francqui door de Haudels- kamer van Antwerpen zeide de voorzitter dier Kamer de heer Edg. Castelein volgens bet „Hbld. van Antwerpen" o.m.: „Ook andere vraagstukken zullen nog nauw keurig door de regeering onderzocht moeten .worden. Ik wil er enkel twee vluchtig aanra ken, welke om zoo te zeggen één geworden zijn met lieel het handels- en scheepvaartleven onzer haven en van ons land: Eerstens, het Kanaal Antwerpen-Luik, dat onze stroomverbinding met het bekken der Kempen en van de Maas verzekeren moet. Tweedens, het kanaal Antwerpen-Moerdijk, dat tusschen Antwerpen en den Rijn de „zeke re, goede en gemakkelijke wegen" moet her stellen welke ons door de vei'dragen gewaar borgd zijn. Het eerste ontwerp, dat uitsluitend op Belgi schen bodeni is uit te voeren, is kant en klaar. De inhuldiging der werken gelijktijdig op ver scheidene plaatsen, is voor binnen korten tijd aangekondigd. AVe zijn er vast van overtuigd, dat geen enkele dag meer verloren zal gaan om het grootsche werk op den vast bepaalden da tum geëindigd te zien. Voor wat het Kanaal AntwerpenMoerdijk betreft, na de zonderlinge mislukking eener overeankomst welke langdurig onderhandeld en loyaal toegetreden werd door de vertegen woordigers der twee landen, zal ik mij er toe bepalen uiting te geven aan ons absolute be trouwen in de krachtdadigheid der Belgische regeering om nieuwe richtingen van het Ka naal te verwerpen, deze immers zouden koste lijker, hinderlijker en minder veilig zijn dan het eerste ontwerp". Minister Jaspar wees erop, dat de verbinding van de Antwerpscbe haven met de zee eu met den Rijn stevig verzekerd moet worden. Wij hebben ons, aldus spr. hiermee bezig ge houden in den loop van ons jongste verblijf in Den Haag, nadat onze minister van Buiten- landsche Zaken den weg geopend had door zijne gesprekken te Genève. Wij hebben de beste hoop, de uitslagen welke wij beoogen. op stevigen grond te verzekeren. (Toej.) Wij willen ook de uitvoering van ons pro gramma der groote werken voortzetten. Het kanaal AntwerpenLuik waarvan zekere per sonen durfden beweren, dat bet maar een ont werp in de lucht was, en dat bet nooit vol trokken zou worden, wordt van dag tot dag méér werkelijkheid. Men gaat de werkzaam heden beginnen; eerlang wordt de eerste schup grond van het nieuwe kanaal weggeno men. En ook dit gebaar zal een internationale beteekenis hebben. RIJKSVERZEKERINGSBANK. De voorzitter van het bestuur aangewezen Bij Kon. besl. is, met ingang van 1 October 1929, aangewezen als voorzitter van het be stuur der Rijksverzekeringsbank, m r. dr. H. L. van Duyl, lid van het bestuur, eu is, met ingang van 1 November 1929, benoemd tot lid van dat bestuur mr. H. BijlevelJ, te 's-Gravenhage. Afscheid van den heer Noest De lieer V. Noest, die wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd zijn hooge ambt van voorzitter van het bestuur der Rijks Verzekering Bank heeft neergelegd, heeft gis teren van het corps van ambtenaren dezer in stelling afscheid genomen. In een der zalen van het gebouw aan de Pieter de Hoochstraat te Amsterdam, welke door het aanbrengen van palmen, bloemstuk ken en tapijten een feestelijk aanzien had ge kregen, was 'n groote schare belangstellenden bijeen gekomen. Er waren vele hoofdambtena ren, doktoren en agenten van den buitendienst vertegenwoordigers van de Vereeniging van Raden van Arbeid, de leden van het Comité, dat zich gevormd beeft om den scheidenden functionaris een huldeblijk aan te bieden, en tal van anderen uit verschillende maatschap pelijke kringen. DE UNIE VAN VOLKENBONDS- VEREENIGINGEN Een Nederlander wordt voorzitter Onze correspondent te Genêve seint ons: De raad der internationale unie van volks- vereenigingen te Zurich vergaderd, koos tot unie-voorzitter voor het jaar 1930 onzen land genoot J. Limburg. WINTERD1ENSTREGELING SPOORWEGEN De officieels reisgids voor de winterdienst- regeling op de Spoorwegen zal Woensdag 2 October a.s. verkrijgbaar zijn. Oprichting eener standsorganisatie EEN KRACHTIGE ACTIE Zaterdagmiddag 2 uur had er ln Hotel Noord- Brabant te Utrecht een vergadering plaats ter bespreking van het oprichten eener Stands organisatie voor werknemende middenstanders. Aan den oproep tot deze vergadering hadden gevolg gegeven afgevaardigden der vereeni- gingen St. Christoffel, St. Petrus, St. Augusti- nus, St. Bernardus, St. Lebuinus en de Cani- sius-federatie. Pater Colsen uit Nuth zette het nut en de noodzakelijkheid van standsorganisatie ook voor de werknemende middenstanders uiteen. Na deze uiteenzetting had er een gedachten- wisseling plaats, waarbij bleek, dat allen het eens waren over het nut en de noodzakelijk heid eener standsorganisatie voor de werk nemende middenstanders en werd dan ook be sloten de actie tot het tot stand komen hier van krachtig door te zetten. AFSCHRIJVING OP DE AANDEELEN. Ontslag van den directeur en wijziging van de statuten De agenda der aanstaande buitengewone alge- meene vergadering der N.V. A. Hillen's Sigaren fabrieken te Delft bevat o.m.: Aanvaarding van het aan den directeur, den heer Hioolen, gegeven ontslag onder voorwaarden welke voorliggen en onder goedkeuring door de algemeene vergade ring met hem zijn overeengekomen. Voorts een wijziging van de statuten overeenkomstig de voorstellen welke nog ter visie liggen. Daarbij wordt overgegaan tot splitsing van het geplaatste gewone aandelenkapitaal, titans groot 900.000, in een geplaatst gewoon aandeelenkapitaal van 112.500 en een geplaatst preferent kapitaal groot 300.000, terwijl het thans geplaatste aan deelenkapitaal wordt verminderd met f 530.500 met dien verstande dat elk gewoon aandeel voortaan nominaal f 50 groot is en 3000 prefe rente aandeeien van elk nominaal 100 ter be schikking van directie en commissarissen worden, gesteld om te worden uitgereikt aan obligatiehou ders en andere schuldeisehers die hunne goedkeu ring aan de reorganisatie hebben gehecht. Kringen Den Haag, Leiden en Rotterdam BESPREKINGEN OVER DEN PRIJS Gistermorgen vergaderde in gebouw „Ami- citia", Westeinde, Den Haag, de R. K. Bond van Melkveehouders, kringen Den Haag, Lei den en Rotterdam. Aanwezig waren ook de geestelijk adviseur, kapelaan N. Pronk, en de secretaris van den L. T. B., ir. W. Dekker. In zijn openingswoord deelde de voorzitter, de heer J. C. Paardekooper, mede, dat geen overeenstemming is bereikt met den Melk- handel Inzake den melkprijs. Dit is de reden, waarom deze vergadering is bijeengeroepen. De voorzitter deelde mede, dat de R. K. melkveehoudersbond aan den melkhandel een prijsverhooging heeft gevraagd van 1 cent per liter ingaande 22 September. Na twee dagen deelde de melkhandel mede, dat op deze verhooging niet kon worden ingegaan. Nadien is de boterprijs weer gestegen. Dit was voor hét bestuur aanleiding om de prijsverhooging van 1 cent te vragen met in gang van 1 October. Op een aangevraagde conferentie met den melkhandel werd geen antwoord ontvangen. Ook verscheen niemand hunner op aangegeven uur en plaats. Het bestuur wil nu een verhooging van 1 cent doorzetten, waardoor de' grondprijs op 11 cent komt, en op die basis een contract voor korter of langer tijd afsluiten. Na eenige gedachtenwisseling werd met al gemeene stemmen besloten de thans geldende contracten met den melkhandel onmiddellijk op te zeggen. Zaterdagmorgen om half 11 zal te Delft bij Koot een vergadering worden gehouden van de afdeelingsbesturen, om de zaak verder te regelen. De voorzitter zou het in het belang der orga nisatie gewenscht achten, dat alleen georga niseerde melkveehouders hun melk op de vel ling zouden kunnen brengen. Hierna werd de vergadering op de gebruike lijke wijze gesloten. Door R. DOMBRH. Vertaald door A. VERSCHUUR. Eerste Deel IN BALLINGSCHAP Na een aantal saamgerookte sigaren, na toanlg gesprek aan tafel eu op de wandeling, ontstond er een vriendschap die weldra een kron werd van vertrouwelijke n»dedeelimgen, tenminste van Cabriants kant; de ander was thee gereserveerd. Zoo vernam senor Pablo de figuérès van zijn tafelgenoot al wat hem kon intereseopen, te weten: dat de Franschman een bekwaam graveur was; dat hij altijd in Parijs bewerkt had, totdat hij onlangs ontslagen werd ihlst toen hem een belangrijke erfenis ten deed viel; dat hij naar Marseille gekomen was °m de nalatenschap in bezit te nemen, maar dat er een mededinger opgedoemd was die een technische fout in heit testament uitbuitte, °m hem de erfenis te betwisten. Die bijzonderheden schenen den Spanjaard vael belang in te boezemen. Deze, die zich buiten zijn vriend liad laten inlichten, voorzag dat de erfenis aan Carbriant Ontsnappen zou. En hij begreep dat die omstandigheid hem rcdon gaf te hopen op de ontwikkeling van *hdere gebeurtenissen. Laar om volgde hij het proces met de grootste belangstelling. Ofschoon de graveur dan ander een open blik gegeven had op zijn leven en streven, ver nam hij eerst maar heel weinig van den vreem deling. Deze was weduwnaar; zaken hadden hem naar Frankrijk geroepen. Zijn twaalfjarige zoon Jeyme was in Barcelona gebleven. Later, als dis vader niet meer zoo veel behoefde te reizen, zou hij dan jongen hij zich nemen. Carbriant, dlie geheel in beslag genomen werd door zijn eigen zaken, was niet nieuwgierig te weten welke zaken den Spanjaard in Frankrijk weerhielden. Wel scheen het hem dat de werk kring van zijn vriend niet al to veel beslag op hem legde want hij kon den man bijna op ieder uur van den dag op zijn kamer aantref fen. Eens echter ging bij een gansche week op reis. Een ding scheen intusschen vast te staan, namelijk dat de Spajaard rijk was, want hij leidde een min of meer verkwistend leven, en 't was alsof het geld geen waarde voor hem had. Figuéres trakteerde zijn vriend vaak op een glas champagne, nam hem mee naar den schouwburg of deod hem op andere manier in zijn genietingen deelen. En Carbriant, in Marseille gelheel vreemd, was zeer gevoelig voor die attenties. Op een avond nam Pablo hem mee naar zijn kamer, ging zoo ver in zijn gedienstigheid, dat bij hem met vriendenvertrouwelijkheid zei: Beste vriend, u moeit wel geld noodig hebben, want u bant al zoo lang zonder werk en hebt no gigeen centiem gekregen van de toegezegde erfenis. Kijk eens, omdat wij vrien den zijn moeten we trachten elkaar te helpen, is dat niet zoo? U weet dat Ik geld bezit en dat mijn beurs voor u open staat. Als u daar van dus geen gebruik durft te maken kunt u ook moeilijk aanspraak maken op den naam van vriend. Kom laait ik u een duizend franc voorschieten. Deze woonden gingen recht tot het hart van den graveur, die sterk bekoord werd en reeds ■wankelde. Als hij todh protesteerde, was dat alleen slechts omdat hij de aangeboden som to groot vond; een, waarlijk, één, tweehonderd francs waren hem voorloopig voldoende. De Spanjaard dirong echter zóó vriendelijk aan, dat weldra vijf duizend frames voor den graveur neergeteld werden. Hij moest ze aannemen en deed dat met ontroering van dankbaarheid. En 't moot waarschijnlijk aam aio aandoening toegeschoven worden, dat liet hem niet eens bevreemde zoo'n groote torn uitgekeerd tie zien in geldstukken van vijf francs. Ik werk bij tusschenpoozem, nu eens in Nizza dan weer elders, legde de vreemdeling uit. Hier breng ik slechts mijn vrijen tijd door, want ik ben graag In Marseille. U bent zeker zooiets als kunstenaar?.... Sohilder misschien? Noen geen schilder.maar toch min of meer artiest, zooals u. U, ik ben eigenlijk niets meer dan een graveur, maar u zult ongetwijfeld.... -7- Meer kan ik u voor 't oogenblik niet zeg gen. Maar misschien zal ik u later eenige. staaltjes van mijn talent laten zien. Onder 't spreken had Figuéres werktuigelijk zijn koffer geopend om daar iets uit te nemen. Op dat oogenblik zag Carbriant onderin, een aantal kleine, ronde doosjes die van gips ver vaardigd schenen. Dat wekte zijn nieuwsgierig heid op en hij besloot zijn vriend daarover te ondervragen. Deze had den koffer echter reeds gesloten en gaf een andere wending aan 't gesprek. De herinnering aan die kleine, eigenaardige doosjes, welke hij toch maar meteen enkelen oogopslag gezien had, bleef in zijn geheugen hangen en toen hij dien avond alleen was vroeg zich af of diie gipsen voorwerpen misschien vormen, gietvormen waren; maar wat mocht de man dan vervaardigen? Terwijl hij daarover nadacht, herinnerde hij Zich dat de Spanjaard vaak in bijzonderheden getreden was als zij over het graveurvak praat ten. Het scheen of hij daarvan goed op de hoogte was en zich gelukkig achtte iemand gevonden te hebben met wlen hij daarover spreken kon. Ah, had hij wel eens gezucht, als we het 'ns eens konden worden, wat zouden we samen dan fortuin kunnen maken! Daarop had bij gelachen alsof hij een grap verteld had. Waarlijk,zei Carbriant bij zich zelf, er is Iets geheimzinnigs in het leven van dien man. Den volgenden dag reeds zond hij zijn vrouw de helft van de geleende som, want bij wilde niet alleen dat Jeanne nergens gebrek aan had, maar ook haar zoo iang mogelijk in haar gelukkigen waan houden. Korten tijd nadien vroeg juffrouw Carbriant opnieuw geld en bekende dat ze de laatste zending gebruikt had om eenige kleine schul den te betalen. Behalve dan de tegenspoed van het proce- deeren, voélde Carbriant zich tamelijk gelukkig. Langzamerhand wende hij aan het comfortabele hotelleven met zijn fijneopvoeding aan, zijn vriendschap met Figuérès en aan de tallooze ontspanningen die hij zich veroorloofde. En in die rechtschapen, gezonde, betrekkelijk nog naïve ziel ontkiemde reeds de begeerte naar allerlei genietingen, dat verslindende vuur, dooT bet gemakkelijk verdiende geld ontstoken. IV. EEN MIDDEL TOT HERSTEL. Op een avond kwam Carbriant geheel ont daan en terneergslagen in zijn hotel terug. De rechtbank had George Remirelon in 't gelijk gesteld, deze de erfenis toegewezen. Hoowel de notaris hem telkens gewezen had op de gevaren welke een gunstige oplossing der kwestie bedreigen, toch viel hem den slag overwaebt en vernietigend zwaar. Als wezenloos, bijna niet tot denken in staat, liep hij de ruime vestibule van het hotel door. Opeiens wekte Figuérès stem hem uit zijn verdooving. De Spanjaard zat ln een rocklng- chair te rooken, wachtte daar den terugkeer vaan zijn vriend dien bij niet naar de gerechts zaal had willen vergezellen, omdat hij er de voorkeur aan gaf zijn prooi te bemachtigen op een gunstiger oogenblik. Wel? vroeg hij, terwijl hij opstond en den ongelukkige tegemoet trad. Carbriant deed moeite om zich te beheer- schen. Onstuimig stormde de woede in zijn bin nenste. De ellendelingen hebben me alles, alles ontnomen! riep hij met heesche stem. Wat moet er thans van me worden nu ik tot aau do hals in de schuld rit? En dan mijn vrouw en mijn kinderen? Als ik me niet bedwong zou ik regelrecht naar de haven loepen om me tc verdrinken. Stil vriend, niet zoo luid! 't Is niet noodig dat de andere hotelgasten op de hoogte komen van uw zaken. Laten we liever op mijn kamer wat gaan praten, of neen, laten we naar buiten gaan Hier dempte hij zijn stem en vervolgde eenigs zins geheimzinnig: daar zullen we allicht een rustig plekje vinden, waar u uw toorn vrijen loop kunt geven en waar ik u onderhouden kan over eeu uitstekend middel om u te wreken over de jammerlijke ineenstorting van uw levensplannen, want er is veel kans dat u alles op een gemakkelijke, aangename manier kunt herstellen. Carbriant liet zich als willoos leiden. Ten prooi aan een stille wanhoop had hij nauwelijks gelet op hetgeen Figuérès hem zei. De tram voerde beide zwijgende mannen naar een plant soen, aam den rand der stad. Op een eenzame plaats zetten zij zich op een bank neer en. daar kom de graveur eindelijk zijn boordevol hart ontlasten en den ander toonen hoe groot zijn zielenood was. Wat moet ik nu beginnen?.... Wat moet er van mijn gezin worden.? Dat waren de angstige vragen die telkens als een hopeloos refrein terugkwamen. In 't vooruitzicht van de erfenis had zijn vrouw reeds talrijke dingen aangeschaft die zeker niet allen betaald waren. Hoe moesten die gaten worden gestopt nu hij niet alleen geen enkel deel der erfenis kreeg, maar zedf ook veel onkosten gemaakt had, voor duizenden francs bij zijn vriend in 't krijt stond en daaren. boven zonder werk was? Pablo onderbrak zijn jammerklachten door op te merken dat hij zich niet ongerust be. hoefde te maken over het geleende geld. Voor Figuérès waren eenige duizenden francs even spoedig vergeten als gegeven. Hij wees er ver der op dat hij rijk genoeg was om een vriend te verplichten, dlo hem door zijn gezelschap zulke aangename uren kon doen doorbrengen. Leopold dankte ontroerd. Al kon hij dan niet goedvinden dat hem de geheele schuld kwijtgescholden weTd, tooh zou hij zich heel zijn leven dat veergalooze blijk van genegen heid herinneren. Weer begon hij te overleggen wat er gedaan moest worden. Blijf bedaard, maande de Spanjaard kalm aan. In uw plaats.... Zou u zich een kogel door 't hoofd jagen, hé? Neen dat niet, antwoordde de vreemde ling, maar Ik zou me wreken! Op wien? Toch niet op Remirelon, hoop ik, want die heeft g-edaan wat ik in zijn plaats ook gedaan zou hebben. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9