FEUILLETON
INSCHRIJVINGSLIJST.
yc
HOE DE DORPSBOUWERS GEHOLPEN WOROEN
s7)
DONDERDAG 3 OCTOBER 1929
WAT DE BUREAUX VAN
ADVIES DOEN
De goede wil van ontwerpers is veelal
beter dan de resultaten van hun werk
DE KANKER-BES 1 Ri
DE ALASTRIM.
ENCEPHALITIS.
DE PEST IN INDIE.
ZUSTERS VAN HET GEZELSCHAP J. M. J-
VOOR HET NEDERLANDSCH
COLLEGE TE ROME.
L—
1.-l
1 I
DE SPAANSCHE
SCHATGRAVER.
Nog té wéinig Ia de arbeid bekend der bureaux
van advies, die ten doel hebben de slechte bouw
kunst In Nederland te verbeteren. De gedachte
van deze advlesbureaux Is van den bond „Heem
schut" uitgegaan.
In Noord-Holland Is men tijdens de oorlogs
jaren begonnen die te realiseeren en op het
oogenblik zijn er adviesbureaus in werking in
Noord-Holland, Gelderland, Friesland, Over
ijssel, Zuid-Holland. Elders zijn er nog in voor
bereiding. „Heemschut" zet inmiddels zijn taak
voort over heel Nederland, omdat het nog wel
vele Jaren duren zal alvorens in elke provincie
een zoodanig volledig werkend bureau aanwezig
Is, dat daar alles binnenkomt en verbeterd
wat niet deugt.
Om nog eens terdege de aandacht te vestigen
op het goede werk in deze richting, heeft
„Heemschut" de jongste aflevering van zijn
maandblad geheel aan den arbeid van het
adviesbureau gewijd en met vele afbeeldingen
van ingekomen en verbeterde ontwerpen laten
zien met welk verrassend succes dikwijls kan
worden opgetreden. Er wordt nu 'n huis per dag
„in behandeling" genomen. Nu reeds zijn er dit
jaar 230 adviezen verstrekt.
De heer C. D. van Reyendam licht de werking
van het bureau aldus toe:
Het Adviesbureau van den Bond Heemschut
werkt voor Gemeentebesturen, niet voor parti
culieren. Ieder Gemeentebestuur in Nederland
kan de aldaar ingekomen bouwplannen ter
beoordeeling zenden naar het Secretariaat van
den Bond „Heemschut", met het verzoek een
advies uit te brengen, niet over de constructie,
doch over het uiterlijk van het voorgenomen
bouwwerk, dat wil zeggen, of het architectonisch
behoorlijk verzorgd is, en of het niet misstaat
in de omgeving, waar het gebouwd zal worden.
Vele Gemeentebesturen zenden geregeld al
hun bouwplannen ter beoordeeling, eenige doen
dit reeds gedurende tal van jaren, zonder dat
ooit een wanklank vernomen werd. Zelfs al
betaalt men niets, dan nog zijn wij steeds be
reid slechte bouwontwerpen te herzien, want
het behoud der schoonheid van Nederland is
ons doel en niet het stichten van een bedrijf
dat geldelijke baten afwerpt.
Waarom, zult gij vragen, bestaat ons Advies
bureau? Waarom is het noodig. Waarvoor is
het gesticht?
Het antwoord hierop is in slechts weinige
woorden te geven. Omdat de goede wil van
de ontwerpers meestal beter is dan de resultaten,
die hun arbeid opleveren. Moeten zij daarvoor
gelaakt worden? Och neen! Een en ander is
een gevolg van de omstandigheden, een gevolg
van het feit, dat hun een arbeid opgedragen
wordt, die eigenlijk buiten hun beroep en
daarom boven hun krachten gaat. Een en ander
heeft echter gevolgen voor de schoonheid van
stad en land.
Het doel van onzen Bond is niet alleen be
scherming van oude bouwwerken en natuur
schoon, zooals wel eens ten onrechte gemeend
wordt, doch een belangrijk deel van de werk
zaamheden begeeft zich op het terrein van den
nieuwen bouw. Deze laatste werkzaamheden
zijn in hoofdzaak de taak van het Advies
bureau, welke taak niet bestaat in het afkeuren
van minder gelukkige bouwontwerpen, maar
in het verbeteren van deze ontwerpen zoodanig,
dat zooveel mogelijk aan de wenschen van dé
toekomstige eigenaren der op te richten bouw
werken wordt tegemoet gekomen.
Ten plattelande zijn zeer weinig architecten
en het gevolg is, dat aan timmerlieden en aan
nemers opdracht wordt gegeven, niet alleen voor
de uitvoering te zorgen, doch ook ontwerpen
en teekeningen te maken, een taak die veelal
te zwaar voor hen is, temeer omdat de opdracht
gevers soms eischen stellen, welke die taak
werkelijk niet licht maken.
Zóó ernstige ontsieringen ontstonden, dat
verschillende Gemeentebesturen besloten een
zoogenaamde "Welstandsbepaling aan de bouw
verordening toe te voegen; een bepaling welke
ontsiering kan beletten. Nu rijst echter de
vraag: „Wie moet de ingekomen bouwplannen
beoordeelen?" Het antwoord luidt: In de steden
de Schoonheidscommissies, in de dorpen de
Adviesbureaux! Eén daarvan is het Adviesbu
reau van den Bond „Heemschut", het eenige
dat zijn werkzaamheden over geheel Nederland
uitstrekt.
Zooals reeds in den beginne werd opgemerkt,
geeft het adviezen aan Gemeentebesturen, niet
aan ontwerpers en opdrachtgevers. In geen
geval mag de schijn gewekt worden dat het
Adviesbureau optreedt als architect. -Dit zou
onderkruipen van den architeetenstand zijn.
Het Secretariaat voor het Bestuur en voor
het Adviesbureau is Singel 119, Amsterdam.
Belangrijke onderzoekingen
Te Barneveld
Te Barneveld is in het zelfde gezin, waarin
de eerste patiënt zich bevindt, een tweede geval
van alastrim geconstateerd.
Te Voorburg
Dinsdag is te Voorburg het eerste geval van
alastrim geconstateerd bij een 10-jarig meisje,
wonefide aan den Berkweg.
Te Delft
Te Delft zijn gister wederom 7 nieuwe ge
vallen van alastrim geconstateerd.
Te Bergh
In de gemeente Bergh zijn Dinsdag. 10 gevallen
van alastrim geconstateerd en wel bij de vrouw
en zeven kinderen van den molenaar B. te
Beek en bij twee kinderen van den arbeider C.
te 's Heerenberg.
Te Hengelo
Te Hengelo heeft zich een geval voorgedaan
van encephalitis. Een kind van P. was ingeënt
en werd daarna ziek, waarop de dokter hersen-
vlietontsteking constateerde.
Twee inlanders overleden
TJIMAHI, 1 October. (ANETA). Hier zijn
twee gevallen van pest geconstateerd. De lij
ders, inlanders, zijn overleden.
OPLOSSING VAN KANKERCELLEN?
A. Edelmana, L. Schönbauer en W. Schloss
die in de chirurgische kliniek te Weenen van
prof. Eiselberg werken, zijn er, naar de „N. R.
Ct." meldt, in geslaagd, uit kankergezwellen
een stofte kweeken, die kankercellen op de
zelfde wijze oplost als de bacteriophaag van d'
Herelle dit met bacteriën doet.
Deze kanker-autolysaten werden door de on
derzoekers, in navolging van de methode van
Freund en Kaminer, aldus bereid. Een kanker
gezwel wordt steriel stuk gesneden en fijn ge
wreven, in bouillon geënt en een week in de
broedstoof op lichaamstemperatuur gelaten. In
zulk een kankerbouillon vormt zich nu een zelf
standigheid die in staat is kankercellen, die r-r
in menigte aan toegevoegd worden, op te rossen.
Dat men hier met een anologicum van het
verschijnsel van de bacteriophaag te doen heeft,
blijkt uit het karakteristieke feit dat de kan-
keroplossende kracht van het autolysaat vooit-
durend toeneemt en pas na twee maanden haar
toppunt bereikt.
In tegenstelling met dat van kankerlijders
bezit het bloed van den gezonde het verinogen
kankercellen op te lossen, van welke eigenschap
ook als waarschijnlijkheidsdiagnose voor kan
ker gebruikt wordt gemaakt. Toch is de kau-
keroplossende kracht van de kankerautolysaten
veel grooter dan die van bloed. Controle-proe
ven met andere stoffen gaven negatieve uitkom
sten. De nog raadselachtige stof die zich in den
kankerbouillon ontwikkelt en de kankercellen
oplost, moet dus een specifieke uitwerking heb
ben.
De onderzoekers beschouwen hun interessan
te onderzoekingen over het agens nog als vo<,r-
loopige proeven. Maar men hoopt dat zij vrucht
zullen dragen voor de behandeling van kanker.
H. E. KYLSTRA. f
Zaterdag overleed te Dragten plotseling in
den ouderdom van 76 jaar de heer H. E. Kylstra,
in leven declamator, vooral in Friesland, maar
ook daar buiten bekend.
G. H. GRAUSS f
Dinsdag is te 's Gravenhage overleden, 47
jaar oud, de Amsterdamsche kunstschilder G.
H. Grauss.
De heer Grauss kreeg zijn opleiding aan de
P v. d- HOOFF T.
Dinsdagmiddag overleed te Amersfoort op 64
jarigen leeftijd de heer P. v. d. Hooff, oud-
directeur der Rijksnormaallessen en oud-hoofd
der openbare lagere school in 'de Hellestraat
aldaar.
W. S. STÜVEN f
De bekende dierenarts W. S. Stiiven te
Is-Graven'h&ge is op 64-jarigen leeftijd plot
seling overleden.
Tot algemeene overste van de Eerw. Zusters
van het Gezelschap J. M. J. te 's Hertogentosch
is gekozen Mère Stanislas Terwindt; tot le
assitante Mère Herma ia Damen; tot 2e assis
tants Mère Serafine Gommers; tot 3e assistante
Mère Anna Catharina v. d. Pol en tot 4e assis
tante Mère Josephtinle Teunissen.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Op Huiten onder Gilze is het 9-jarig zoontje
van den landbouwer J. van Dongen door een
vrachtauto overreden en gedood.
>,De gouden keten, die Rome en
Nederland bindt, zal door het
Nederlandsch priester-college te
Rome in glans en hechtheid
nog toenemen"
Paus Pius XI in Zijn toespraak
tot de Nat. Nederl. Bedevaart.
Giften wordeu aan ons kantoor te Rotter
dam en aan onze Bijkantoren te Amsterdam,
den Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en
Pretorialaan, Rotterdam, tegen kwitantie
gaarne in ontvangst genomen, alsmede per
giro onder no. 11735 Rotterdam.
Vorig bedrag
O. O., R'dam in 2 coupons
N. N., uit H. Een wensch van den
H. Vader is voor mij een bevel. Op
7294.87
50,
amn mm
iiiimam
maiinE
TrrruimniiimjM itun
u
RAT DE DORPSBOUWER WROCHTTE {links) EN W4.T 'T ADVIESBUREAU VAN HEEMSCHUTERVAN WIST TE MAKEN {rechts)
hoop van zegen
10.—
C. M. G., Amsterdam
25.—
J G., Amsterdam
1.—
2.50
K. t. H., Amsterdam
2.50
S. H. L., Amsterdam
12.50
J. D., Amsterdam
1.—
G, A., Amsterdam
1.—
N. M., Den Haag
25.—
A. G. V., Den Haag
10.—
Mr. V., Den Haag
10.—
J. H., Den Haag. ter eere van 's Pau
sen gouden feest
5.—
A. H. v. H., Scheveningen
2.50
1.—
Fam. B., Rotterdam
5.25
N. N., Rotterdam
3.50
N. N., Rotterdam, ter eere van de
1.—
II. v. K., Rotterdam
5.—
2.50
N N., Alphen a. d. Rijn
2.—
G. D., ter eere van de H. Theresia
1.—
Van O. te Amsterdam
10.—
2.50
P A. L. H., Rotterdam
1.—
N. N., Rotterdam. Uit dankbaarheid
15.—
J V. D. L., Rotterdam
1.—
N. N., Rotterdam, tot zekere intentie
2.—
J. G., Schiebroek
2.50
N. N., Rotterdam
10
R. K. Slagersvereeniging te Schie
dam. Ter navolging
10.—
A. v. Z., Rotterdam
2.50
2.50
N. N., Vlaardingen
200.—
10.—
10.—
5.—
5.—
M. J. C. v. P., Den Haag
5.—
H. J. W. M., Heemstede
1.—
P. J. te R
500.—
E. J. v. B., Den Haag
1
10
F. R. te H
20.—
B. M. de V., Beverwijk
1.—
f., Nijmegen
10.—
„Esbe" te Z., tot zekere intentie
2.50
J. B. C., Utrecht
10
A. F. H. S., Haarlem
5.—
F. T., Haarlem
2.50
J. K., Noordwijk a/Z
1.—
1.—
W. L. te A
1 50
E H. J. S., Rotterdam
2.50
25.
v. d. W., Hilversum
1.—
L te G
5.—
Uit de spaarpotjes der kinderen,
van ieder 10 cents
1.—
Van Moeder's huishoudgeld
1.—
Van Vader
10.—
F. V., Haarlem
2.50
N. N., Boxmeer, tot zekere intentie
5.—
Voor de derde maal, Rotterdam
2.50
15. C. J. H., Amsterdam
5.—
X. Y. Z., Heemstede
5.—
in honorem S. Jozef
Wijk-Maastricht
5.—
K. te C
3.—
f
In het octaaf van het feest van de
H. Theresia, voor blijvende zegen
in zaken, Gouda
N. N., Nederhorst den Berg
T. de J., Den Haag
P. S. te H
J R. v. B., Rotterdam
IS. A. L. B., voor de 2e maal
F. J. T. M. S., Rotterdam
L. F. B., Leeuwarden
F B., Leeuwarden
E. L. B., Leeuwarden
2.50
5.—
3.—
25.—
1.—
10.—
3.—
1.—
1.—
1.—
J. L., Den Haag
Th. J. M. V., Utrecht
Centropa, Utrecht
C. W. O., Breda
C. J., Rotterdam
N. N. te Gulpen
W. J. H. P., Gulpen
N. N. te Best
C. V., Utrecht
P. P. D., Amsterdam
J. B .M. K., Amsterdam
S. P. C., Amsterdam
H. B., Amsterdam
N. N., Utrecht
R. C., Den Haag
J P. v. L., Den Haag
P. J. B„ te H
Heemstede. Toe dan toch!
M J. J. G., 's-Bosch
B. B. te II.
J. A. M. B., Utrecht
Ant. W., Amsterdam
A V., Amsterdam
J. v. d. W., Rotterdam
J. L. v. R., Rotterdam
C. P. S., Hillegom
H. te S
J. H. te B
C. D., Amsterdam
L. G. te Helmond
A J. S. te Warmond
V. V. W. N
C. C. te Dinteloord
J. B. te Bussum
C S. te L
K S., Klundert
H v. L.. Lobith
N. N. te 's-Hage
li. J. Naarden
J Ch. B., Voorhout
L. J. J. M., Heerlen
H. V
N. N., Roermond
O. D. D., Wormerveer
J. v. d. H., Hilversum
J J. P. te Beek
M. M. en M., Haarlem
W. H„ Eindhoven
W H. v. L. te Oss
W. L. A. v. d. V., Breda
J. A. T., Maastricht
Van een student te W
J. M., Valkenburg
Voor 8 steentjes van 25 cents
Oudenbosch
II. R-, Alkmaar
BK., Soest
A F. M. S., te Amersfoort
II., Amsterdam
G F. K., Hilversum
I.. A. T., Amsterdam
N. N. te Eersel
N. N., Roermond
N. N. te Z
O. L., Nijmegen
J- J. S., Bedum
M. S., Wormerveer
Ph. J., Utrecht
„De aanhouder wint", Gouda
J. B. te Ysselstein
Fam. R., Rotterdam. Ter eere van
St. Theresia voor een genezing
C. N. S., Uitgeest
J. v. d. H., Oude Ade
M. v. H., Steenbergen
J. J. G., Arnhem
Fam. P. en B., Rotterdam
H. v. d. V., te Rotterdam
M. te Nijmegen
J. B., Leeuwen
A. M. D. G., Maastricht
F. S., Utrecht
K de B., Tilburg
K. M., Rotterdam
J. B. te D
H. J. T., Rijssen
N. N., Rotterdam
J. W., Kloetinge
H. F. v. d. W., Rotterdam
N. N., Rotterdam
J. S.. Haarlem
A. S., Haarlem
J. M., Schiedam
F. v. R., Utrecht
V. te A
W. D., Rotterdam
T. B
F. R., Oss
K. D., Rotterdam
G. v. d. I-I., Rotterdam
J v. d. S., Nijmegen
E. N
J. J. W., Nijmegen
M. A. IC., Limmel
II. P. W., Bovenkarspel
Th. de H., Maassluis
,T. K., Haarlem
P. D., Sas van Gent
F A. M., Sassenheim
M F. F. M., Rotterdam
II A. J. S., Eindhoven
C. S., Hoorn
100.—
100.—
100,
2,
10.—
5,
10,
2.50
2.50
2.50
2.50
2.50
2.50
10,
2.50
10.—
5.
2.50
10.
5.—
10.—
1.
5.—
J.—
2.50
25,
5.—
2.50
2.—
25.—
5
10.—
1,
2.50
10,
10,
1.—
1.—
1
1,
10.—
1.—
2.50
5.—
2.50
3.—
1
10
5.—
4
1.—
250
2.—
1.—
2.50
1.—
5.—
4.—
5.—
5
30.—
5.—
2.50
2.50
1.—
5.—
5.—
5.—
2.50
1.—
1.—
2.—
10.—
2.—
1.—
5.—
5.—
5.—
1
100.
1.
2.50
5.—
10.—
10.—
10
2.50
1.—
2.—
1.—
10.—
5.—
25.—
10.—
25.—
10.—
0.50
1.—
5
10.—
2.50
10.—
10.—
10.—
2.50
5.—
10.—
2.50
1.—
v. K. te O
L. W., Bloemendaal
J A., Hulst
N. N., Oisterwijk
E. M., Rotterdam
ti
H. H., Deventer
P. B., Voorburg
J. t. H., Oosterbeek
N. N., Middelburg
Van M. te V
Fratershuis Tilburg
P. J. S., Rotterdam
H. IC., Amersfoort
X IJ. Z., Maastricht
W. v. K.„ Zevenbergen
A. W. v. d. L., Haarlem
N N., Hoofddorp
J. v. d. S., Rotterdam
F. G., Den Haag
N. N.
Gebr. E., Rotterdam
W A. v. B., Hilversum
J. E. S., Rotterdam
J. A. v. D., Ginneken
R S., Overveen
B. Th. K., Rotterdam
IV. P. te U
F. J. T., Wijtgaard
II. J. P. B., Amsterdam
G J. R., Amsterdam
C K., Scheveningen
V te E
N. N., Rijswijk (Z.H.)
N. N. te Sch
N. N., Breda
L. B„ Rotterdam
M W„ Kwadendamme
Th. J. S., Apeldoorn. Voor Pr. C. dat
WIJ moeten bouwen
J T., Tilburg
I, A. M. H. T., Maastricht
I«. W., 's-Bosch
F. W. T„ Rotterdam
W. M. H. v. L., Maastricht
K.R., Helmond
N N. te Delft
J. C
L. v. d. V., 's-Bosch
P. J. v. K., Haarlem
A S„ Schiedam
P. J. A. W.t Schiedam
Fam. O
A. C., Oudenbosch
N. N., Schiedam
B P., Haarlem
G. H., Haarlem
K de M., Waalwijk
A. K
E. B., Den Haag
J. P., Tilburg
T te Stampersgat
S. v. V„ Veur (Z.-H.)
L. F. R., Goes
J. S., Breda
J. J„ Leiden
N N., Rijswijk
St. Gerardusklooster te Baarle-
Nassau
C. K., Alkmaar
C. J. v. V., Voor de 2e maal. God
wil het!
Huize Nazareth te Tilburg
W. A., Den Haag
D. PI., Weesperkarspel
J. A. R., Wageningen
H. v. P.
J. K.. Halfweg
H. S., Venray
N. N., Leiden
H. P. Z. te L
W. P. H. J., Den Haag
W. J. H„ Zeist
Ria W., Rotterdam
Overste St. Franciscus Pensionaat,
Oudewater
St. Elisabethgesticht Zutphen
A. v. L., Hengelo (Gld.)
C. J. B., Katwijk a. d. R
A. H„ Burgerbrug (Z. Zijpe)
N N., Neerkant
J. P., Lage Mierde
G. E., Liessel
A. S., Lieshout
N. N., Vlaard.-Ambacht
Fam. F., Rotterdam
N. N., Rotterdam
N N., Rotterdam
D. L. v. K., Rotterdam
Ora et Labora, Schiebroek
Fam. v. D., Schiedam. Om Gods ze
gen af te smeeken
V., Rotterdam, ter eere van O. L.
Vrouw Onbevlekt Ontvangen
J. C. S. B., Arnhem
J. W. B., Rotterdam
N. N. te G
N. N„ Rotterdam. Uit dankbaarheid
ter eere van O. L. Vrouw Rozenkr.
Van een huisvader, uit dankbaar
heid, Rotterdam
2.^;
25.-"
10.—'i
5.—'I
10.-
0.75
10.-
25.-
0.591
2.59
10.-1
2.59
10-
20-
10-
2.59
10.-
2.59
10
2.59
5
1
5.-
3.-
25.—
L-
1.—
10.—
10.—
10
10
2.50
2.50
10.— I
2.50
1
5
2
2.50
2.50
10
5
5.—
100.—
2
10.—
5
2.50
3.50
100
1.—
2.50
1.—
3.—
1.—
2.—
2.50
1.—
2.50
15.—
25.—
1.—
10.—
10.—
5.—
5.—
10.—
25.—
2.50
5.—
25.—
1.—
5.—
25.—
5.—
5.—
7.50
2.50
1.—
2.50
10.—
5.—
2.50
1.—
1.—
10.—
2.50
1.—
2.50
2.—
3.—
3.—
10.—
10.—
12.50
100.—
10.—
2.—
Totaal 10 371.87
Een humoristisch griezelverhaal.
door WILLIAM CAINE.
42.)
John was eerst een beetje terneergeslagen,
toen hij ontdekte, dat het precies dezelfde af
spanning was, waar hij zijn menschen had wil
len uitnoodigen, de Rio dit en dat stroomde
beneden hun voeten, de watervallen van weet
ik veel waren aan den linkerkant zichtbaar.
Och wat, dacht hij, terwijl hij ondertusschen
een olijf aflikte. Het is in ieder geval een
heel goed teeken, dat zij haar schilderij voor
hem in den steek laat. Aldus getroost en zijn
oogen voortdurend op Mercedes gericht, bad
hij een uitstekende lunch.
Toen zij eindelijk genoeg hadden van vleesch
en drank, spreidden zij een paar plaids onder
de kurkboomen, rookten sigaretten en voelden
zich uitstekend op hun gemak.
John inviteerde ze alvast voor een gelijk
soortige picnic voor den volgenden dag en ver
zocht zijn gasten om samen een heerlijk plakje
uit te zoeken. Dat werd hem verschaft. Ann
haalde den Baedeker aan, die met een sterretje
de mooiste punten in den omtrek vermeldde.
Het schilderij scheen in eens zijn hooge be
langstelling verloren te hebben. Quesada en
Mercedes, plaatselijke autoriteiten, zongen den
lof van verschillende ideale plaatsjes, maar op
hun eigen Spaansche manier. Er was zoo wei
nig variatie in de uitgekozen woorden, waar
mee zij de schoonheid van hun land bepleitten,
dat men of geen of alle tegelijk moest bezoeken.
Eindelijk werd er een keus gemaakt, doordat
de Hark die het gesprek dat in het Spaansch
gevoerd werd maar half gevolgd had, lukraak
een naam liet ontsnappen.
Ann verzocht signora Quesada om een heer
lijk diner mee te komen oppeuzelen, dat voor
het eerst in haar eigen huis was bereid. Dan
zouden zij allemaal weer eens bij elkaar zijn.
De signora nam het voorstel met beide han
den aan.
Ook kolonel Ribera zou komen, had Ann
gezegd. Mercedes begon haar hersens af te pij
nigen, hoe zij een verontschuldiging kon
vinden.
Carlos had een gitaar opgescharreld in de
herberg. Het was werkelijk onmogelijk in
San Pablo om plezier te hebben zonder een
gitaar. Mercedes danste onder de kurkboomen.
John dankte den hemel, dat hij geboren was.
Eindelijk werd het noodig om den waterval
te bezoeken. Signora, die een ouderwetsche fijne
attentie had voor haar spijsverteringsorganen,
besloot om niet van haar boom weg te gaan.
Mercedes zei, dat zij absoluut bij Tereza wilde
blijven, maar Tereza stuurde haar met allerlei
scheld- en vleiwoordjes weg.
Jou kleine luilak! schreeuwde zij, wil
je wel eens maken, dat je weg komt! Lui var
ken! Vooruit! Je wordt zoo vet als een gans
en voor een danseres is dik zijn de onder
gang! Loopen, klimmen rennen, zweeten! Wat
zou jij hier moeten doen en wat zou ik hier met
jou moeten doen? Op mijn leeftijd is het noo
dig om na een grooten maaltijd behoorlijk rust
te nemen. Volledige rust, zeg ik je, zoowel van
lichaam als geest. Mijn maag heeft al mijn vi
taliteit noodig. Ik mag daarvan niets vrijgeven
voor al de praatjes waarin jullie mij met alle
kracht willen lokken. Neen, je zult me niet
hebben. Ik laat mij niet meetronen. Laat mij
hier maar eens rustig nadenken over jullie
dwaasheden en mijn eigen deugden. Vooruit,
weg!
Zij gooide haar mond open als een schuur
deur en nestelde zich toen weer tegen haar
kurkboom aan.
Zoo kwam het dat zij met hun vijven het
steile pad, langs de rivier opklommen, twee
paren en een vijfde wiel.
Het is verschrikkelijk om altijd vijfde te zijn.
De Hark had echter geen illusies meer over
de bijzondere kwaliteiten, die zij scheen te be
zitten. Zij scheen volkomen vertrouwd en ge
troost met de rol, die sommige onzelfzuchtige
kleine vrouwtjes op zich weten te nemen: die
van het te veel zijn. Hoe 'n goede vriendin je
ook mag zijn van een schatrijke en jonge aar
dige dame, Indien je tevens haar metgezellin
blijft, zul je van tijd tot tijd bemerken, dat je
in den weg staat. Niet dat Ann in de vijf lange
jaren, dat zij nu al samen woonden de Hark
jok maar een enkelen keer reden had gegeven
om te veronderstellen, dat haar gezelschap on-
gewenscht was. Maar het gevoel zelf: te veel,
over, een derde of een vijfde te zijn, wordt een
voordurende last dezer menschen. Zelfs indien
men in de meest fortuinlijke omstandigheden
op dit gebied verkeert, ontsnapt men er niet
aan. Had de Hark dan ook maar een seconde
kunnen veronderstellen, dat John een bijzon
dere reden had om met Mercedes alleen te zijn
dan zou zij ongetwijfeld, zoo'n verrukkelijk
schepsel was zij nu eenmaal onmiddellijk
vermoeidheid hebben gefingeerd en achter zjjn
gebleven. Maar het paar, dat op het oogen
blik het meest haar gedachten bezig hield, was
reeds samen het rotsachtige pad opgeklommen
en zij meende, dat zij voor de twee overigen
geen onaangename derde zou zijn. Daar komt
nog bij, dat zij beslist de watervallen wenschte
te zien, omdat mr. Baedeker op dit punt bijzon
der lyrisch was geworden, omdat zij het pad
niet kende, niet wist hoe lang en hoe steil het
was en ten slotte overtuigd was, dat signora
Quesada niet het minste genoegen zou vinden
in haar gezelschap. Daarom had zij zich vast
geklampt aan John en Mercedes, met de voor
opgestelde bedoeling als een rem te werken op
hun mogelijke achtervolging van Ann en
Quesada.
Daardoor kwam het ook dat dit drietal zoo
lamlendig en zwijgend mogelijk Voortwandelde,
als men zich maar denken kan. Mercedes ging
voorop. Zij had op dat oogenblik genoeg aar
haar gedachten, wat die ook mochten zijn. Dan
kwam de Hark, die al begon te steunen, pijn
kreeg aan haar voeten en de kurkboomen be
gon te betreuren. John sloot den stoet. Hij had
zijn handen stevig geplant in den kleinen ma-
geren rug van de Hark en duwde haar zwijg
zaam voort.
Ach, zullen wij dit vervelende gezelschap
maar niet verlaten?
II.
Ann was zoo dolgelukkig, dat zij niet den
minsten last had van het pad. Quesada volgde.
had den meesten schik in hun groote snelheid
m dankte John Billing. Eigenlijk had hij de
Hark moeten danken, want als John Billing
kans had gezien, zou hij haar zonder de minste
wroeging Quesada en Ann op den nek hebben
geschoven.
Ann werd door een buitengewone levens
kracht naar boven gestuwd. Telkens verander
de er iets, alles scheen veranderd. Tien jaar
was het geleden sinds zij de wereld gezien had,
maar zij herkende alles onmiddellijk. Waar
had zij ondertusschen toch geleefd? Hoe had
zij voort kunnen zeulen zonder zich dit af te
vragen, zonder zorgen? Het was zeker niet In
dit verrukkelijke paradijs, dat haar nu omgaf.
Gisteren zou dit hoogstens een heel aardig
panorama zijn geweest waarover zij met enkele
bewonderende woorden haar vreugde had ge
uit. Zij zou misschien wat gezegd hebben van
het aardige stroompje, dat langs de rotsen en
hoornen buitelde, zooals er wel honderden an
dere hellingen zijn, die steeds voeren naar den
onvermijdelijken waterval. Vandaag was het
een tuin, die speciaal voor haar was geteekend
door den een of anderen genialen Kubla Khan,
het domein van Arnheim, een overdadig rijk
betooverd sprookjesland, waar het water de
meest delicate muziek in haar ooren zond,
welks steenen paars aan haar voeten lagen,
welks geur was als de geur der Molukken.
Tien jaar geleden was de omtrek van Hurst
iets dergelijks geweest, maar niet precies oen
der. Dit was mooier en beter dan Hurst. De we
reld was beslist sinds haar afwezigheid vooruit
gegaan. Alles scheen haar nu helderder, een
voudiger, mooier. Er waren minder prachtige
gouden misten, die de lijnen wat vager maak
ten, die de leelijke plekken iets verborgen, die
de details verdoezelden. Dat was het ontwaken
geweest. Nu was de zon opgekomen, helder
scheen hij op de heuveltoppen en haar glans
stroomde neer van alle dingen.
Werkelijk er was iets veranderd. Zijn stem
was anders, zijn oogen spraken van nieuwe
dingen.
Gisterenavond had zij niets gekend dan
vriendschap. Vandaag was er wat? Zij
wist het.
Haar hart begon hevig te kloppen en zij zei
tegen zich zelfs.
Wanneer zal hij spreken? Nu? Vanavond?
Morgen? Overmorgen?.
Hier wortelde de kwestie. Nu het feit van
hun liefde eenmaal vast stond, was iedere mi
nuut, dat zij dit niet bekenden, verloren. Hoe
lang had zij zonder moeten leven! Plotseling
was het op haar neergestroomd als een wervel
wind en zij bekende nu, dat zij al dien tijd ge-
Bmacht had van verlangen naar hem. Het was
werkelijk iets om hem met open armen te kun
nen begroeten. Toe, dat het toch vlug mochi
komen, hoe eerder hoe liever.
Tien jaar had zij geleefd voor haar schil
derijen. Dat er nu tien nieuwe Jaren van liefde
mochten komen.
Waar had zij die verandering aan te danken?
Och, zij vroeg het zich maar niet af. Waar had
zij voor gewerkt? Het kon haar niets schelen.
Wat was het? Zij wist, wat het was.
Hier was het.
Zij had het gezien, toen hij het atelier binnen
kwam. De manier, waarop hij de deur had ge
opend, zijn eerste stappen die hij in haar huis
had gezet, hadden alles verraden. Die hadden
reeds gesproken van de boodschap, die in zijn
oogen lag. Haar hart sprong op om de stem
van zijn hart te beantwoorden. Of zij en Merce
des en John trek hadden om met zijn moeder
en met hem fté gaan picnlkken bij de water
vallen?
Hoe heette die kleine rivier ook al weer? O,
zij was het heelemaal vergeten, zij had er
niet eens naar geluisterd. Zij wist alleen nog
maar, dat zij een invitatie had gehoord om te
gaan picnikken. Ineens had zij het aanvaard,
terwijl zij al haar schilderijen naar de weer
licht had laten loopen. Wat kon haar vandaag
het schilderen schelen? Zou zij niet straks op
het mos kunnen zitten. Zij ging picnikken met
den man, dien zij beminde, den man, die haar
beminde! Dat had zijn stem haar gezegd. Hij
zou eerst een wagen halen en zou dien ouden
John bij het hotel oppikken. Zij zouden naar
Bignorita Quesada gaan en haar tegen half een
komen ophalen en dan bij de rivier lunchen in
een bijna ineengezakte herberg, die daar stond.
O, hij gaf haar de verzekering, dat het in orde
zou zijn. Het was een tamelijk eenvoudige be
weging maar uitstekend. Wat kon het haar
schelen of het eten goed was, of er al of niet
servetten op tafel zouden liggen? Zij werd be
mind, dat zeiden haar zijn oogen.
Wat kwam het er nog op aan, dat hij ge
meenplaatsen, kleine vleierijtjes tegen haar
had uitgebabbeld. Niet den vorm van de viool,
maar deu rijkdom van de tonen moest men
bewonderen. En al dien tijd, gedurende den
tocht in den auto, tijdens de lunch, had zij zijn
fluweelen stem vernomen. Nu hij achter haar
aanstapte zonder een woord te spreken, klonk
het nog tot haar door bij deze hemelsche mu
ziek en speelde de stroom een overheerlijk ac
compagnement.
Wanneer? dacht zij. Nu? Vanavond?
Morgen?
Het -zou nu zijn!
Het pad splitste zich. Een kant ging naar
den voet van den waterval, die daar op een
hoogte van veertig voet steil neerstortte in
een schuimenden vijver. Het andere klom nog
hooger tusschen de boomen. Zij waren nu in
een klein amphitheater van groen, zonneschijn,
schaduwen en koelte, waarin het licht trillend
door het jonge gebladerte drong. In den water
val schilderde de zon het prachtigste, beweeg-
ijkste, opgewektste schilderij voor hun beiden
alleen. Aan hun voeten liep de stroom lachend
met hun klein geheim weg, alsof hij het wilds
overbrieven aan de bewoners van den oceaan.
Boven hun hoofden schenen de heuvels hun
halzen te rekken om den myriaden bewoners
van den hemel het nieuwe gerucht over te
fluisteren.
Qesada legde een hand op haar arm. ZIJ
bleef staan en keek hem aan.
Hij zei: Weet je het?
Zij zei: Ik weet het.
Even later zei zij: Hoe weet jij, dat ik
het wist?
En hij antwoordde: Kijk mij nog maar
eens in mijn oogen. Zoo zit het. Ilt wilde het je
niet eerder zeggen.
Je wist het zelf niet.
Ja, ik wist het al, voordat wij Madrid
verlieten.
En je hebt het al die eeuwen voor mij
verborgen gehouden?
(Wordt vervolgd).