Uit het wetboek der vreugde
Kinderlijfje (leeftijd 3 jaar)
Voor de
middag
uren
Tafeldekken en tafeldienen
De Zakdoek
Recepten voor de keuken
Huis- en eetkamer
VRIJDAG 4 OCTOBER 1929
Vadamecum, onze levensgezellin
a f. j.
^imn^nmiii© njüjCüüilj
jrt
IV.
Das Licht, das du dort gesehen,
Umglanzt dich mild auf fjnstem
Wegen.
Het Licht, dat ge daar hebt
aanschouwd,
Beschijne U op donkere wegen
(Uhland)
Zoo zijn we dan na 'n langen tocht aange
komen in het beloofde land, waar de vreugde
Zingt:
Wie herrlich lacht
Mir die Natur!
Wie glanzt die Sonne,
Wie leuchtet der Flur!
Es dringen Blilten
Aus jedem Fweig.
Und tausend Stimmen aus dem Gestreich!
Hoe heerlijk lacht
Hier de natuur!
Hoe straalt de zon,
Hoe blinkt de bodem!
Knoppen zwellen
Uit alle twijgen,
En duizend stemmen uit iederen struik!
1 Es freue sich
Wer da atmet im rosigen Licht!
Hjj juiche, die ademt in 't rozige licht!
(Schiller)
Welnu dan, zet nu wijd open *Ue deuren
van alle kamers in uw hart en laat de vreugde
binnen, de ware sterke vreugde om alles wat
God u overzendt! Want geen mensch kan
goed en gelukkig zijn, die de vreugde sluit
buiten de deur. Geen arbeid kan blijvende
vrucht dragen, die niet met blijheid geschiedt.
Niet de oppervlakkige uitgelaten vroolijkheid,
die den ernst des levens miskent, en de diepe
beteekenis van zorg en leed voorbij wil zien,
neen, de waarachtige blijheid om 't leven zelf,
die zelfs in de uren der zwaarste beproevingen
niet sterven kan, wijl zij vast in Gods waar
achtige schoonheid en goedheid gegrondvest
staat.
Daarom zegt ook Sint Paulus, dat wij altijd
blij moeten zijn. „Ik zeg u: verheugt u altijd
maar in den Heer. We moeten de vreugde
niet verstaan als een toespijs voor Zon- en
feestdagen of als een Paasch-best costuum,-dat
we dra weer uitschieten zoodra 't gewone leven
weer begint. Neen, juist ons gewone leven en
onze werkdag met al z'n lief en leed, z'n
zorgen en kommer en z'n duizend zware lasten
moet met vreugde doordeesemd zijn. Niet enkel
een blij gezicht zetten als 't Zondag is en
heel mooi weer, maar ook op Maandagmorgen
en geen mooi weer.
Niet enkel blij en opgewekt buiten ons gezin
en buiten eigen dagtaak, maar ook in eigen
kring altijd vreugde-boodschappen! Een
vriend met 'n blij en lachend gezicht is zulk
een troost op menig donker pad! Hoeveel mi
serie jaagt dat niet weg achter de poorten der
vergetelheid! Hoeveel blijde levensvreugde
haalt dat niet triomfantelijk binnen! Eer.
lachend oog en blijde glimlach vaagt de wol
ken van ontstemming weg en zet soms plot
seling onzen donkeren zielen-hemel weer in
stralenden middaggloed!
'k Vond eens op 'n gedachtenisplaatje dit
lieve versje van een voor mi) onbekenden
dichter, dat 'k hier wil overschrijven, omdat
het zooveel levenswaarheid behelst.
Het was slechts een zonnige glimlach,
Het was slechts een vriendelijk woord,
Maar 't verdreef toch droevige neev'len
En 't heeft sombere gedachten verstoord.
Het was slechts een hartelijk knikje,
De troostende druk van een hand,
Toch was 't als 'n boog in de wolken,
Die hemel en aarde omspant.
Eén glimlach kan smarten verzachten,
Eén woord kan bevrijden van druk,
Eén handdruk kan zonden verhind'ren
Vernieuwen geloof en geluk.
't Kast soms zoo weinig te geven
Woord, glimlach en helpende hand,
Doch arm en koud is een leven,
Waar nooit zulk een trooster belandt!
En dan moet 'k hier even denken aan den
leefregel dien ik eens vond bij een verren
vriend, dien 'k zou willen schrijven boven
iedere deur van ieder huis waar menschen in
en uit gaan, menschen die zelf blij willen zijn
en ook anderen blij willen maken. Hij draagt
als opschrift: weldaden die niets kosten en
toch zoo kostbaar zijn!
„Een vriendelijke lach bü de eentonigheid
van het alledaagsche werk!
Een woord van waardeering en lof voor het
goede van onzen evenmensch.
Een vriendelijk, goed woord voor de lieve
lingen van God, de kinderen!
Een warme handdruk voor hen, die veel
leed dragen!
Een geduldig verdragen van lastigen en
ongeduldigen
Een blik van medelijden met hen, die in 't
verborgen lijden.
Een woord van opwekking en troost aan
hen, die in nood verkeeren.
Een goede raad aan een verren vriend.
Een hartelijke groef aan den mindere of
onbekenden vreemdeling!
Een eerlijke bekentenis van het begane on
recht aan een onschuldige.
Een belijdenis van eigen zwakheid aan den
gevallene en verstooten schuldige!
Een heilwensch aan den blijde en gelukkige.
Gods zegen en liefde aan den vijand van
eigen huis!
Zjjn vrede en verzoening aan den gram
storige!
Welnu, voor wij scheiden, deze afscheidsgroet:
Vaart wel; weest blij, weest vroolijk, weest opge
wekt en blijmoedig!
„Haal de vlag van uw diepzinnige blijheid
hoog in top!
„Laat uitwaaien den kleurigen wimpel van uw
„vroolijkheid langs mond en lippen; ontplooit
„op uw wangen de wapperende banen van uw
„frisschen lustigen lach!
„Laat uw blijde Ziel, uw Juichend hart op uw
„gezicht naar buiten zwieren tot een vlammende
„banier voor allen, die voorbijgaan." (Dr. Jac.
v. Ginneken).
Laat de vreugde stralen uit uw oogen; vlam
men op uw voorhoofd gloeien en uw handen
bloeien in uw hart, branden in uw ziel en zingen
in uw huis!
Zingt luid en blij 't juichende lied van uw
roomsche blijheid!
Fierheid en blijheid doorglanst ons leven
Wij zijn van adel en christelijken stam.
Moesten w' ln strijd of ln lijden sneven,
Niemand, die ons de blijdschap ontnam.
Fierheid in 't oog, blijheid van binnen,
Fier in 't strijden, blijde bij 't winnen,
Jezus, de zege van oudsher voorspeld!
Andren met ons ook de vreugde geschonken
In Jezus' naam der aarde toegezeid.
Jezus, de vreugdenblijdschap der volkeren,
't Ruische steeds breeder 't wereldruim door.
Eens ga uw kruis, als 't verschijnt op de
wolken,
Ons Roomsche strijders in vreugd-jubel voor!
Alkmaar.
C. VIS, Rector.
j 2
Benoodigd: Voor 2 lijfjes, 1 el james van
70 80 c.M. breedte, 14 beenen knoopjes, 2
el smal veterband.
Bovenstaand lijfje kan men maken zoowel
voor jongens als voor meisjes. Ze dienen cm
de jarretelles aan te bevestigen en om het
broekje er op vast te knoopen. Het patroontje
is zeer eenvoudig. Wanneer ge een rechthoek
opzet, welke 34 c.M. lang en 62 cJVf. breed »s,
dan kunt ge alle overige maten hierin aftee-
kenen, en ook even de lijnen op afzetten,
waarop de biezen gestikt moeten worden. Het
patroon kan van stof met 'A c.M. naad uit
geknipt worden. Dan maakt ge van katoen
uitknipsels, stukken, welke men over heeft
gehouden van hemden, broeken enz., biezen,
welke men 2 c.M. breed knipt, vervolgens aan
beide kanten van een inslag voorziet, en dan
pl.m. 1 c.M. breed zijn. Denk er vooral aan,
dat de biezen alle even breed worden. Dan kunt
ge alle lengte-biezen op de daarvoor aan
gegeven plaatsen aan beide kanten opstikken.
Voor do knoopsgaten knipt ge een dubbele
bies van 33 c.M. lengte, en 3 c.M. breedte.
De knoopsgaten staan op c.M. van elkaar,
dus knipt ge van boven af eerst cp 2 c.M.
door, dan op 9 c.M., 9 c.M., 9 c.M., 9 c.M.,
waarna ge deze in de breedte tegen elkaar
stikt. Zoodoende worden (zie teekening) de
knoopsgaten gevermd. Deze "Stukjes legt men
met den verkeerden kant op den verkeerden
kant van het lijfje: men stikt er de bies op,
waarna deze plat wordt gestikt. Voor den
knoopenkant knipt men een dubbele bles van
32 c.M. lengte, en 3 c.M. breedte. De knoopjes
rijgt men aan een 5 c.M. lang stukje veter
band, waarna ge ze op de aangegeven plaat
sen even aanhecht, en de bies op dezelfde
manier aan het lijfje bevestigt als de bies van
den knoopsgatenkant. De zijkanten hiervan
werkt ge af met een bies, welke men 3 c.M.
breed knipt. Deze wordt aan- en omgestikt
en is dan ook na afwerking één c.M. breed.
Alvorens de taillebies op te stikken, worden
eerst de knoopjes weer even aangehecht,
waarna ge cok den geheelen onderkant met
een bies afwerkt. De schouderblaadjes stikt
men met een naadje van lA c.M. naar den
goeden kant. De rafels hiervan worden wegge
werkt door de 1 c.M. breede bfes op te stik
ken.
Voor het halsje en de armsgaten neemt
men een schuine bies. Is het lijfje voor een
jongen, dan maakt men de knoopsgaten aan
den linker-, voor een meisje aan den rech
terkant.
vormigen
Sedert eenige weken prijken weer in de étalages van onze
groote magazijnen al die mooie warme tinten der winter
stoffen. We zien Engelsche fantasie-stoffen, ruiten,
strepen, veel genres tweed in alle mogelijke herfsttinten,
z.a. goudbruin, donkerbruin, roestbruin en bruinrood.
Ook veel fluweel, wat dezen winter weer in de mode
komt zoowel voor mantels als voor japonnen. Voor
do laatsten wordt velourschiffon genomen, met
klein bloemdessin, als het een namiddagcostuum
betreft en voor avondtoiletten neemt men lichte
tinten met groote bloemmotieven.
Fig. 5342 toont ons een toilet, waar van de
rugzijde evenveel werk is gemaakt als van de
voorzijde. Het model leent zich zoowel voor een
wollen stof als voor zijde en fluweel. Wat
wy al meer zagen, maar wat dit seizoen ook
weer zeer in den smaak zal zijn is: de
groote strik op den rug en de losse tunique.
Fig. 5325 is gedacht in zwart zijden crêpe
marocain met een versiering in den vorm
van een strik van lichtgroene zijde. Wij
zouden dit model speciaal voor heel
jonge meisjes willen aanraden, daar
alleen heel tengere, slanke figuurtjes
dezen tweeledigen rok kunnen dragen.
Zooals onze teekening aangeeft, heeft
de strook telkens drie kleine plooitjes
en het eigenlijke rokje is geplisseerd.
Fig. 5324 ook al voor heel jonge meisjes, is
gemaakt van donkerrood crêpe de laine en heeft een
smal plissée strookje langs den hals, dat doorloopt aan de
voorzijde van de taille. Het rokje heeft een schuin oploopenden klok-
volant. Een keurig eenvoudig japonnetje voor de middaguren.
POLA.
Bij 't dekken van de tafel voor onze gasten
en bij het arrangeeren van de bediening gaan
we uit van dp grondgedachte, dat we het ieder
aanzittende zoo aangenaam mogelijk moeten
maken. Daarom zorgen we ervoor, dat ieder
aan tafel voldoende ruimte heeft, dat couverts
en glazen enzoovoort zóó geplaatst worden, als
dit voor de gasten het gemakkelijkst is en dat
de bediening vlug, handig" en geruischloos ge
schiedt.
Opdat borden en schalen geruischloos kunnen
worden neergezet, leggen we een lap vilt of
laken onder het tafellaken. Hebben we een
nieuw tafellaken, dan gebruiken we het omge
zoomd, om het geheel ongerept te laten. Het
moet rondom ongeveer een halven meter over
den tafelrand neerhangen.
Heeft men hors d'oeuvres vóór de soep, dan
kunnen de hiervoor bestemde bordjes op het
platte bord van iederen gast worden gezet.
Rechts van het bord worden de messen ge
plaatst met den scherpen kant naar het bord
toe, links de vorken met de punten naar bene
den en bovenaan de lepels met den hollen kant
naar beneden, bovenaan den soeplepel, die het
eerst gebruikt wordt, daaronder den dessert
lepel. Vorken en messen worden eveneens zóó
geplaatst, dat die, welke het eerst gebruikt
moeten worden, aan den buitenkant liggen. Ook
plaatst men wel de lepels aan den rechterkant,
naast de messen.
Rechts van het bord bovenaan, staan de gla
zen. Men plaatst zoo veel glazen als men soor
ten wijn wil schenken en een waterglas, dat
tevoren drie-kwart vol geschonken wordt. Links
bovenaan het bord staan peper- en zoutvaatje.
De servetten worden dubbel gevouwen, met
den open kant naar rechts op de borden ge
legd. Hiertusschen kan men een dinerbroodje
steken.
Begint het diner met soep, die juist voordat
de gasten aan tafel komen, wordt opgediend,
dan legt men de servetten aan den bovenkant
van het bord.
Bij het dienen moet alles aan den linkerkant
met de linkerhand geserveerd worden.
Vuile borden en couverts moeten aan den
rechterkant, met de rechterhand worden weg
genomen. Het bedienende meisje moet in de
linkerhand het dienmandje hebben, waarin ze
gebruikte lepels, vorken en messen bergt en
in de linker armholte houdt ze de opgehaalde
borden vast.
Na den laatsten gang worden .tegelijk met
de fruitbordjes, vingerkommetjes binnen ge
bracht. Op ieder bordje wordt een fruitmesje
en fruitvorkje geplaatst en middenop het frult-
bordje. op 'n klein kanten kleedje, 'n vinger
kommetje half vol water. In de vingerkom
metjes kan men een dun schijfje citroen laten
drijven of 'n kleine bloem. De gifsten nemen
vingerkommetje met kleedje zelf van het fruit-
bord en plaatsen dit links naast hun bord.
Vleesch moet, vóór het op tafel komt, wor
den gesneden, gevogelte moet tevoren getran
cheerd worden. MARJOLIJN.
Werkelijk 't is een onderwerp van belang:
de zakdoek. Ten minste, zoolang we nog niet
zoover zijn, dat we 't met papieren zakdoeken
afdoen. In voorbereidende scholen zijn die we!
DINY.
al in trek, maar dan gewoonlijk in den vorm
van een rol W.C.-papier, waarvan vcor ieder, die
geen „echte" zakdoek bezit, een papier wordt
afgescheurd.
Voor t.b.c.-lijders worden ze in meer gecivili-
seerden vorm gebruikt, verstrekt door huisbe
zoekster of door de vereeniging tot bestrijding
van t.b.c.
Maar de gewone katoenen of linnen zakdoek,
daarover wilde ik het hebben. Want die is voor
mij een bron van zorg en ergernis. Een bron
van zorg, omdat 't nu eenmaal buitengewoon
moeilijk voor kinderen schijnt te zijn, om de
noodzakelijkheid van 't bij zich hebben van
zoo'n nuttig artikel te beseffen. En een bron
van ergernis, omdat bijna alle kinderen bij ons
komen zonder behoorlijke bergplaats in hun
kleeren voor dit onmisbaar artikel.
Of is het directoirtje een geschikte zak?
Vergis ik me nu zoo daarin, dat ik dat erg
onfrisch vind? En dat ik de wijze, waarop zelfs
volwassen meisjes haar zakdoek daaruit opdie
pen, hoogst onaesthetisch vind.
De mouw van jumper of jurk kan me ook
niet bekoren als zak; zoo'n uitwas daaraan
is werkelijk geen versiering! Eon taschje, dat
overal mee gesleept moet worden, is dat dan
de oplossing? Ook niet, want een verkouden
kind, dat zijn zakdoek in zoo'n niet geregeld te
reinigen siertaschje(??) stopt, heeft gewoonlijk
een vrij onsmakelijken zakdoek.
Waarom kan een kind toch niet een gewoon
zakje op zijn pakje gestikt hebben? Wel zou
ik dan als eisch willen stellen, dat 't pakje
waschfcaar is, anders vind ik 't nog onfrisch.
Jongens hebben gelukkig altijd broekzakken,
die zijn er dus gevjoonlijk beter aan toe dan
onze meisjes. Voor d5 meisjes lijkt mij de beste
oplossing een zakje gestikt op haar onderjurkje,
midden op 't rokje.
Worden de meisjes te groot om telkens haar
rok op te lichten, dan kan er een klein splitje
in het rekje gemaakt worden, zóó, dat de rech
terhand daardoor gemakkelijk den zak bereiken
kan.
Als iedere moeder haar kind nu eens voor
het zesde jaar trainde in dit cpzicht en al heel
jong het kind een eigen zakdoek in zijn zak
gaf, zou er dan niet een vaste gewoonte ont
staan en zcu het kind dan den zakdoek niet als
een even noodzakelijk artikel gaan beschouwen
als zijn broek of zijn buis?
Maar moet moeder dan ook niet zelf het
goede voorbeeld geven en haar zakdoek ook een
behoorlijke bergplaats geven? Het valt me tel
kens op, hoeveel menschen, die kinderen te
verzorgen hebben, hun zakdoek laten slingeren,
of hem niet bij de hand hebben, als ze hem
noodig hebben. Ons klimaat maakt 't nu een
maal voer de msesten absoluut noodzakelijk,
om ten allen tijde over een zakdoek te kunnen
beschikken, tenzij het recept gevonden wordt
om in Holland een jaar rond te komen zonder
de traditioneele „verkoudheid"!
Ia. b
GERECHTEN VOOR DE KOFFIETAFEL
RIJSTSCHOTEL
200 gram rijst;
1 uitje;
40 gram geraspte kaas;
4 eetlepels tomaten-purée;
1 eetlepel fijngehakte peterselie;
40 gram boter;
peper en zout.
Bereiding:
Wasch de rijst eenige malen in koud water,
zet ze op met driemaal zooveel koud water
als rijst (d.i. in dit geval ongeveer 600 gr.,
d.i. 6 L. water), voeg er ongeveer 5 grarn zout
bij en breng de rijst vlug aan de kook- Laat
ze in ongeveer 20 a 30 minuten gaar koken.
Snipper de ui zeer fijn en fruit hem in de
boter lichtgeel.
Roer door de gaargekookte rijst, voordat ze
geheel droog ls de gefruite ui, de tomaten-
purée, de geraspte kaas, de fijngehakte peter
selie en leus peper.
Dien het gerecht zoo warm mogelijk op.
(Deze schotel is ook zeer geschikt op vas
tendagen bij het middagmaal).
SCHOTELTJE VAN OVERGESCHOTEN
VLEESCH MET RIJST EN TOMATEN
pl.m. 300 gram vleeschresten;
pl.m. 300 gram gaargekookte rijst (d.i. pl.m.
100 gr. rauwe);
4 5 tomaten;
paar lepels jus of bouillon;
pl.m. 30 gram boter;
kleine ui;
peper, zout, noot.
Bereiding:
Hak of snijd het vleesch fijn, zet het op
met eenige lepels bouillon of bruin van jus,
verdund met water of melk, wat fijn geraspte
ui, peper, noot en zout. Laat het vleesch hier
mede zachtjes stoven tot het malsch en lek
ker van smaak is geworden. Wasch de toma
ten, snijd ze in vrij dikke schijven en bestrooi
ze met eefl mengsel van peper en zout. Wrijf
een, zoo mogelijk diepen schotel in met beter,
leg onderin een laag van het vleesch en daar
op naast elkaar schijfjes tomaat, daarop een
laag rijst en bedek deze weer met plakjes
tomaat, leg daarop weer vleesch en ga zoo
voort tot alles verbruikt is. Bedek de bovenste
laag met een dun laagje paneermeel, leg hier
en daar klontjes boter en laat den schotel
in een vrij warmen oven warm en lichtbruin
worden gecrurende 20 a 30 minuten.
TOMATEN-SCHOTELTJE A LA MINUTE
2 groote, rijpe tomaten;
1 lepel boter;
citroensap;
zout;
Bereiding:
Spoel de tomaten af en als men 't snel nc-
reiden wil, snijd ze in dunne plakken. Braad
de boter in een vuurvast schoteltje lichtbruin.
Leg de tomatenschijven er naast elkaar in, be
strooi ze met een halven theelepel tafelzout
en druk er een schijfje citroen boven uit.
Keer vervolgens de tomaten, bak ze nog
even aan den anderen kant en het schoteltje
is gereed. Wil men dit gerecht voor meerdere
personen klaarmaken, leg dan eenige laagjes
op elkaar, bestrooi 't, geheel met paneermeel 1
en leg hier en daar eenige klontjes boter en
zet het schoteltje dan pl.m. 30 minuten in
een oven.
N.B. Op zichzelf is dit een smakelijk ge
recht, ook bij koud vleesch of macaroni of een
rest princesseboonen is het een zeer goed
toevoegsel.
EIEREN MET HAM IN VORMPJES
4 Eieren;
50 gram ham;
boter.
Bereiding:
Hak de ham in kleine stukjes. Wrijf souf
flépotjes of kopjes in met boter. Scheid elk
ei in. wit en geel. Klop het wit een weinig los
en klop er deel van de ham door. Doe dit
in één van de patjes of kopjes en laat den
dooier er zeer voorzichtig inglijden, zóó, dat
hij ongeveer in 't midden komt te liggen en
niet stuk gaat.
Behandel alle eieren op deze wijze en plaats
de potjes in een pan met kokend water en
laat de eieren stollen. Stort ze af op een rond
stukje gebakken brood of op een schotel.
Er zijn verschillende manieren waarop
men zijn eetkamer modern kan inrichten en
tevens gezellig. Dit laatste vooral dienen
we wel in overweging te nemen, want de
tegenwoordige eetkamer, vroeger alleen voor
dit doel gebruikt, is thans een kamer, waarin
we tevens visites ontvangen, terwijl er ook
dikwijls nog een schrijfbureau in staat, zoo
dat de heer des huizes 's avonds, al heeft
hij nog eenig werk, dit in den familie-kring
kan uitvoeren.
Kortom, de eetkamer is nu een kamer,
welke den geheelen dag in gebruik is, zij
moet dus zoo gezellig en comfortabel moge
lijk ingericht worden.
Tusschen de moderne meubels naar ouden
stijl gekozen, ontdekken we vaak een ge
kleurd gelakt stuk, hetzij een tafeltje, bank
je, rek of ook een oude ets, een rood ge
lakte klok uit Grootmoeders tijd, het ver
levendigt 't effect.
De nieuwe schaduwstof, de stof aan beide
kanten 't zelfde, verkrijgbaar in mooie
bloemontwerpen (dahlia's enz.) vaak in
beige grond met wijnkleur, blauw, of rozen
rood, maken prachtige eetkamer-gordijnen,
vooral bij een meubileering van notenhout.
Bij een meubileering in Jacobijn-stijl kiest
met het Jacobijn-boom-ontwerp,
De moderne ribstoffen, in elkaar vloeiende
strepen (banen) groen, licht-groen, goud
bruin, goud-geel enz., zijn ook mooi en sterk
voor gordijn- en stoelbekleeding. Wanneer u
een houten vloer zonder zeil belegd wilt heb
ben, dan kunt u het best gekookte olie ver
mengen met terpentijn (half om half) en daar
mede den grond bewerken.
De olie kunnen we in iedere dogisterij koopen.
Wilt u den grond donker hebben, dan wordt
wat bruin of berlijnsch zwart toegevoegd. Als
de grond droog is, polijsten we hem met bijen
was ,of bedekken hem met een laag politoer-
polijstmiddel, dat eenvoudig beschilderd
wordt. Het middengedeelte bedekken we met
een karpet.
gemakkelijk bij een crapaud en kunnen er iets
opzetten, terwijl de tafeltjes in elkaar gescho
ven weinig ruimte innemen.
In donker gemeubelde kamers kiezen we een
gekleurde nesttafel, b.v. geel, groen en oranje
te zamen.
Het is beslist een goed idéé om in onze huis
kamer een rek of standaard te hebben voor
kranten en tijdschriften. Los slingerende kran
ten en boeken geven een rommeligen indruk.
In de ouderwetsche, modern gemaakte stijlen
Mooi, warm grijs, oploopend zacht donker
groen of beige, noten-bruin, donker-bruin zijn
de meest aangewezen kleuren voor een kamer,
welke veel in gebruik is. Op een donker kleed
b.v. zwart, ziet men alles.
De nieuwe jaspé linoleums, in gespikkeld
groen met geel, bruin met geel, grijs met rood
en zwart, zoowel als de groote tegelontwerpen,
soms in onregelmatige groote en rijke kleuren,
zijn alle voor eetkamers.
Is uw huis ultra modern, dan kiest u de laat
ste tegelontwerpen, verschillende groote tegels
van indigo-blauw, oranje, donker-groen en
donker-bruin te zamen. Gekleurde damast
linnen tafelkleeden met open Zoomen, staan
mooi bij donkere meubels. Een nesttafel, ver
schillende losse tafeltjes, sluitend in of onder
elkaar, zullen ons uitstekend te pas komen, als
we visite krijgen. We schuiven zoo'n tafeltje
zien we aardige rekke», sommige met zijwan
den van gevlochten matten.
Een laag tafeltje van wortelnotenhout met
daaromheen gegroepeerd wat gemakkelijke lage
stoelen, zal een gezellig hoekje voor theedrinken
vormen. De ronde tafel was dikwijls wel een
bezwaar voor de eetkamer, daar deze te klein
was.
Onze teekening laat zien, hoe ook daarvoor
een oplossing is gevonden. Een gemakkelijke
rookstandaard, zooals op bijgaande afdeelding.
is ook te apprecieeren, de standaard is gemon
teerd met opklapbare zijbordjes om sigaren en
sigaretten en ook nog een theekopje op te
zetten.
De eerste teekening laat een schrijfbureau i»
Jacobijn-stijl zien, welk meubel werkelijk heel
goed in een huiskamer zal aandoen.
ANEMOON»