1NSCHRIJ VINGS LIJST
FEUILLETON
DE VALSCHE MUNTER.
VRIJDAG 11 OCTOBER 1929
3 A
LAND- EN TUINBOUWCURSUSSEN
HET BURGER- GAST- EN
WEESHUIS TE AARDENBURG.
SCHEEPVAARTKANALEN IN DE
VEENKOLONIËN.
DE SAMENSTELLING VAN
GEMENGDE VEEVOEDERS.
HOE AAN DEN NOODTOESTAND EEN
EINDE KAN WORDEN GEMAAKT
R. K. ONDERWIJZERSDAG TE
UTRECHT.
R. IC. SPOOR- EN TRAM
PERSONEEL.
MED. R. K. VOLKSBOND.
VISSCHERIJ.
VOOR HET NEDERLANDSCH
COLLEGE TE ROME.
VAN KEMPEN, BEGEER VOS.
DE KORENSCHOOF.
DE SUBSIDIEERING
Het vereischte minimum-aantal leerlingen
zal yoor sommige streken verlaagd
worden
Op de 'Vragen van den heer Braat betreffende
.^erlaginjï van het vastgestelde minimum aantal
leerlingen voor land- en tuinbouwcursussen,
heeft de heer Ruys de Beerenbrouck, Minister
?an Bininenlandscbe Zaken en Landbouw het
Volgende geantwoord:
Hoewel in de practijk is gebleken, dat in het
•IgemeeU het destijds in overleg met de Com-
thissie van advies voor het lager land- en tuin-
houwondlerwijs vastgestelde minimum-aantal
leerlingean voor land- en tuinbouwcursussen,
Velke voor een Rijkssubsidie in aanmerking
Venschen te komen, niet te hoog kan worden
geacht, 'komt het IndeTdaad in enkele streken
"fan ons land, waar slechts weinig leerlingen,
die in do termen vallen voor het volgen van een
dergelijken cursus, kunnen worden bijeenge
bracht, af en toe voor, dat een cursus om die
feden niet tot stand zou kunpen komen.
In vqrband hiermede is door genoemde com-
Mssie voorgesteld, in voorkomende gevallen
^oor dergelijke streken het vereischte minimum
aantal leerlingen naar omstandigheden te ver
lagen. Ondergeteekende is bereid aan dit voor-
Stel gevolg te geven; het Kon. besluit van 13
«December 1923 (Staatsblad no. 549), waarbij
Blgemeene regelen voor de subsidieering van
bedoelde cursussen zijn vastgesteld, verleent
daartoe de bevoegdheid.
Yoor een algemeene verlaging van het mini
tonen aantal leerlingen voor alle van Rijkswege
gesubsidieerde land- en tuinbouwcursussen be
staat echter, naar de meening van ondergetee
kende, geen voldoende aanleiding.
DE OPHEFFING
Oprichting van commissies van beheer
Volgens de genomen besluiten tot opheffing
van het Burger-Gasthuis en -Weeshuis te Aar-
de.nburg zullen de bezittingen van deze gods
huizen overgaan aan verschillende plaatselijke
armbesturen. Deze hebben echter, wanneer zij
zulks in het belang der armen-verzorging wen-
schelijk achten, ieder voor zich het recht om
ter uitvoering der opheffingsbesluiten een af
zonderlijke instelling van weldadigheid krach
tens de Armenwet in het leven te roepen, die
dan geheel in hun plaats treedt.
Naar wij vernemen zullen het R.-K. Armbe
stuur, de Diaconie der Ned. Herv. Kerk en die
der Doopsgezinde Gemeente van dit recht ge
bruik maken. Voor het R.-K. armbestuur zou
optreden een vereeniglng „R.-K. Beheer der
Dischgoederen St. Jan", welke naam aan de
historie der opgeheven armeninstellingen is
ontleend. De namen der andere commissies zijn
nog niet bekend.
Het lage water
Het plan tot vrijwillige controle
Op de vragen van den heer van Rappard be
treffende het hoioren der centrale landbouwor
ganisaties ter zake van het ontwerpen van een
Plan tot vrijwillige controle op de samenstelling
Van gemengde veevoeders, heeft de heer Ruys
de Beerenbrouck, Minister van Binneniandsche
Zaken en Landbouw het volgende geantwoord:
Het is ondergeteekende bekend, dat belang
hebbenden hij den handel in gemengde veevoe
ders met den directeur van het Rijkslandbouw
proefstation voor veevoederonderzoek te Wage-
ningen in overleg zijn getreden om te komen
tot een vrijwillige controle op de samenstelling
Van gemengde voeders.
Een ontwerp voor zoodanige controle heeft
ondergeteekende echter nog niet bereikt.
Wanneer dit het geval zal zijn, zullen de cen
trale landbouworganisaties over dat ontwerp
Vorden gehoord.
UIT HET LANDARBEIDERSBEDRIJF
De staking in Groningen
opgeheven
,6',,
«<?a
DE BEMIDDELINGSVOORSTELLEN
AANVAARD.
In een gisteren te Utrecht gehouden verga-
flering van het hoofdbestuur van den Neder-
landscken Landarbeidersbond is besloten het
(bemiddelingsvoorstel van den heer Buiskool
|te aanvaarden en met ingang van Maandag a.s.
fle staking op te heffen. Door de landbouwers
Ia het vobrstel van den heer Buiskool eveneens
aanvaard.
HET CONFLICT IN DE HOUTHAVEN
TE AMSTERDAM
De arbeid weer hervat
Ingevolge het Woensdag genomen besluit zijn
Sistermorgen alle arbeiders, die werkzaam waren
In de Houthaven, weer aan den arbeid gegaan.
Alles had een rustig verloop en er deed zich
Seen enkel incident voor. De bespreking die
Silatermorgen zou plaats hebben tusschen de
besturen van de organisaties van transport
arbeiders en de scheepvaartvereeniging
«Noord", was overbodig geworden, omdat de
.Voorman, die tijdens de Zaansche houtstaking
als werkwillige had gewerkt en wiens tewerk
stelling aan boord van een Zweedsche houtboot
la de haven de aanleiding tot de staking is ge-
Weest, had verzocht hem uit deze functie
terug te willen trekken en hem huiten de ha-
Ven te werk te stellen. De Scheepvaartver
eeniging „Noord" heeft aan dit verzoek vol-
ftaan, zoodat de stokers gistermorgen het Werk
hebben hervat onder een anderen voorman.
Men meldt ons uit Emmen:
Tengevolge van de langdurige droogte on
dervindt mén thans in de Drentsche en Gro
ningen Veenkoloniën grooten last vaD het lage
water op de scheepvaartkanalen. In de laatste
jaren is men de kanalen in de veenkoloniën
gaan moderniseeren. Bij wijze van werkver
schaffing is het verbreedings- en verdiepings-
werk verricht en dat heeft tot gevolg gehad
dat men in Drenthe ook geregeld grootere
schepen aantreft. Op de Hoogeveensche en Ver
lengde Hoogeveensche Vaart is men nu bezig
grootere sluizen te maken, zoodat de last van
het lage water van jaar op jaar erger wordt.
Tot voor kort heeft men altijd gehoopt, dat
eens de mogelijkheid zou worden geopend via
het Nord Sudkanaal in Duitschland. dat onge
veer een half uur van de Duitsche grens ligt,
water aan de Ems te onttrekken. Een moei
lijkheid bleef daarbij echter, dat men in het
natte jaargetijde met het Emswater geen raad
wist, daar men het water van de Drentsche
gronden dan al niet behoorlijk kon afvoeren.
Des winters kan men in de Hoogeveensche
vaart het water bijna niet bergen en moet
men de uitlaten bij de riviertjes open zetten,
terwijl men in Coevorden soms met angst en
zorg de stijging van het water ziet.
Bij een kort geleden ingesteld onderzoek
moet echter gebleken zijn dat voorziening van
water vanuit de Ems, wel als onmogelijk kan
beschouwd worden, zoodat men genoodzaakt
werd na te gaan of ook op een andere wijze
de veenkoloniale wateren in den zomer van
voldoende water kunnen wordés^ voorzien. Men
meent dien weg gevonden te hebben, doof via
de Drentsche kanalen en het nieuwe kanaal
van Schoonoord naar Buinen 't IJselwater in
de wateren van de stad Groningen te brengen,
waardoor ook de wateren, die uitmonden in
dat kanaal, van voldoende water worden voor
zien. Dat nieuwe kanaal BuinenSchoonoord
is nog niet geheel gereed, maar de architect
van dat kanaal, de heer G. Wierenga te Coe
vorden, welke in opdracht van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor de Veenkolo
niën deze aangelegenheid bestudeerde, meent
dat het wel mogelijk is het IJselwater op te
pompen en in de Groninger Kanalen te bren
gen. Men moet dan het water bij elke sluis
oppompen en weer boven de sluis brengen.
Vooral in die Groninger Veenkoloniën
ondervindt men groote lasten, daar men bijna
niet voldoende aardappelen kan aanvoeren om
de fabrieken aan het draaien te houden, ter
wijl ook in de Drentsche venen de stijgende
vrachten moeilijkheden hebben veroorzaakt
voor den turfafzet; in die venen is tegenwoor
dig weinig te doen, veel minder dan verwacht
werd.
De regendagen van de laatste week hebben
wel de hoop op spoedige verbetering doen her
loven, maar de grond is zoo droog en er moet
nog heel wat water vallen voor de slooten en
greppels weer water in wijken en kanalen
voeren. Intusschen is de daling van het water
in de meeste panden wel opgehouden én flat
beteekent dat de ellende wel niet kleiner maar
toch ook niet grooter wordt.
Pater Felix Otten
voert het woord
DE AARTSBISSCHOP BRENGT EEN
BEZOEK
Donderdag werd te Utrecht een R. K. Onder-
wijzensdag gehouden, voor de Provincie Utrecht
en het Gooi. De dag werd begonnen met een
plechtige H. Mis in de St. Martinuskerk, opge
dragen door den Zeereerw. heer Deken J. Roe-
leveld, uit Wijk bij Duurstede, waarbij de ker
kelijke gezangen werden gezongen door de leer
lingen van de Ned. R. K. Kerkmuziekschool
„St. Caecilia", onder leiding van den directeur,
Pator Dr. C. Huigeus O.F.M.
Om elf uur werd de zeer druk bezochte bij
eenkomst in de groote zaal van het Jaarbeurs
gebouw geopend door den Zeereerw. heer W. R.
de Jong uit Hilversum, die deu aanwezigen
mededeelde, dat de vergadering om circa 12 uur
door Z. D. H. den Aartsbisschop zou worden be
zocht.
Het wóórd werd hierna verleend aan Pater
Felix Otten O.P., uit Zwolle, die sprak over:
Idealen.
De titel „Idealen" past juist op dezen heer
lijken dag. Toch zijn er, die over 't algemeen
'n beetje huiverig staan tegenover 't begrip
„ideaal".
De onderwijzers moeten idealisten kweeken.
den kinderen idealen bijbrengen, doch daarvoor
dienen zijzelf idealist te zijn.
Uw werk, uw onderwijzer zijn,
aldus spr., moet u zien als 'n roeping, niet als
'n ambtenaar, maar als 'n apostel, gericht op de
menschelijke ziel. Op wetenschappelijke en ge-
loofs-gronden gebaseerd hebben we zekerheid,
dat we in ons hebben een onstoffelijk, onster
felijk, enkelvoudig levensbeginsel: de mensche
lijke ziel. Daardoor is de mensch de koning der
schepping, het grootste wezen op de wereld
door zijn heerlijk vermogen van verstand en
wil. Het geloof leert ons nog meer de groot
heid der menschenziel. De ziel is de levens
vorm van de stof, is in de stof ingewerkt.
Slechts hij, die geleerd en gedaan zal hebben,
zal groot genoemd worden in het Rijk der Pie
melen".
Tegen 12 uur werd de rede van Pater Otten
onderbroken door de komst van Z. D. H. Mgr.
H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht,
vergezeld van zijn secretaris, den Zeereerw.
heer J. van der Burg.
Na het zingen van „Aan U, o Koning der
Eeuwen", sprak de voorzitter, de Zeereerw.
heer W. R. de Jong den kerkvorst toe.
Na de welkomstrede, welke onder luid ap
plaus werd beëindigd, dankte de Aartsbisschop
voor de hartelijke welkomstwoorden tot hem
gericht.
Nadat Mgr. zijn bisschoppelijken zegen niü
gegeven, verliet Z. D. H. wederom de vergade-
ring.
Na 'voortzetting der rede van Pater Otten,
sprak de voorzitter een dankwoord en sloot hij
de ochtendvergadering.
In de middagbijeenkomst heeft Albert Vogel
uit Vondel's „Lucifer" gedeclameerd. Hem ge
werd een dankbaar applaus. Daarna heeft de
heer Eringa, Rijksinspecteur te Haarlem die
voor het laatst de vergadering in zijn functie
bijwoonde, kijkjes geopend op het onderwijs
van 30 jaren geleden en van thans en de beste
wenschen uitgesproken voor onderwijzers en
onderwijs.
Daarna werd de vergadering gesloten.
S. HARTOG f
Woensdagnacht la op 41-jarigen leeftijd te
's-Graivemhage plotseling overleden de heer
S. Hartoig, redacteur van ,,Het Haagsche Volk'
DR. EUGEN v. STIEGLER f
Wolff seint ons uit München, dat de Ge-
heimer Hofrat Dr. Eugen v. Stiegler aldaar op
85-jarigen leeftijd onverwacht gestorven is.
Het jaarverslag van „St. Raphael"
Bij het Hoofdbestuur van den Ned. R. K
Bond van Spoor- en Trampersoneel „Sint
Raphaël',, te Utrecht, is verschenen het in alle
opzichten verzorgde verslag over het jaar 1923.
Daaruit blijkt dat het ledental na een be
vredigende toename over het jaar ultimo De
cember 12.517 bedroeg. Een groot deel van dit
hoek is gewijd aan de herinnering van het zil
veren feest van den Bond, gevierd in Blei van
het vorig jaar.
Maat voor blankvoorn en ruischvoom.
De Minister van Staat, Minister van Binnen
iandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald,
dat van 1 November 1929 tot den aanvang van
den gesloten tijd voor snoek In 1930 de mini
mum maat op blankvoorn en ruischvoorn, te
bezigen als aas aan den hengel, wordt vastge
steld op 13 c.M. en dat gedurende het genoemde
tijdvak:
1. eén hengelaar, die visch als aas gebruikt
aan den hengel, in het bezit mag zijn van ten
hoogste 50 levende ondermaatsclie blank- en
ruischvoorns, mits deze een lengte hebben van
ten minste 13 c.M.;
2. visschers of handelaars in aasvisch, die
voorzien zijn van eene schriftelijke vergunning
van het districtshoofd voor het leveren van
aasvisch aan Hengelaars, in het bezit mogen
zijn van levende blank- en ruischvoorns, mits
deze een lengte hebben van ten minste 13 c.M.:
3. dat op verzoek van belanghebbenden,
voor bepaalde wateren, waarin het visschen op
baars en snoekbaars van eenige beteekenis
blijkt te zijn, onder nader te stollen voorwaar
den, ter voorkoming van misbruik, kan worden
toegestaan tusschen 1 November 1929 en 28
Februari 1930 te vischen met den hengel, ge
aasd met blank- en ruischvoorn, beneden de
maat van 13 c.M.
>,De gouden keten, die Rente en
Nederland bindt, zal door het
Nederlandsch priester-college te
Rome in glans en hechtheid
nog toenemen'
Paus Pius XI in Zijn toespraak
tot de Nat. Nedcrl. Bedevaart.
Giften werden aan ons kantoor te Rotterdam
en aan onze Bijkantoren te Amsterdam, Den
Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretoria-
laan Rotterdam, tegen kwitantie gaarne in
ontvangst genomen, alsmede per giro onder
no. 11735 Rotterdam.
Vorig bedrag 17.429.30
Het bestuur is tevreden
Hef jaarverslag 1928 van den Ned. R. K.
Volksbond staat in het teeken van het gevierde
jubileum, en wel van het veertig jarig bestaan3-
feest van den Bond.
Ten opzichte van het ledental, dat zich in
stijgende lijn bevindt, wordt van bestuurswege
tevredenheid uitgesproken.
De afdeelingen legden een bijzondere activi
teit aan den dag en verder toont geheel dit
verslag over 192S een meer dan gewoon beeld
der werkzaamheden, mede omdat het Centraal
bestuur met twee bestuurders kon worden ver
meerderd.
INSTITUUT VOOR TROPISCHE
GENEESKUNDE
RotterdamLeiden
Woensdagavond vergaderde het Algemeen
Bestuur van de Vereeniging: „Instituut voor
Tropische Geneeskunde RotterdamLeiden"
te Rotterdam in het Ziekenhuis voor scheeps-
en tropische ziekten aan de Oosterkade aldaar.
Om half negen was er een vergadering der
leden. De secretaris prof. Flu bracht verslag
uit over de lotgevallen der Vereeniging gedu
rende het jaar 1928.
Aan dit verslag is het volgende ontleend:
Het onderwijs te Leiden aan artsen die naar
de tropen zullen vertrekken, aan studenten in
de geneeskunde, aan indologen en naar de tro
pen vertrekkende juristen, missionarissen en
leeken geschiedde op dezelfde wijze als vorige
jaren.
Een groot aantal entingen tegen cholera en
typhus en vaccinaties tegen pokken werd ver
richt bij hen die naar de tropen vertrokken.
Tal van buitenlandsche geleerden en artsen
uit de tropen bezochten het Instituut te Lei
den en de inrichtingen te Rotterdam.
Op 1 Januari 1928 waren in het ziekenhuis
aan de Oosterkade te Rotterdam aanwezig 23
patiënten. In den loop van het jaar werden er
484 patiënten opgenomen, waarvan 461 als ge
nezen werden ontslagen, terwijl 2 patiënten
kwamen te overlijden.
Op 31 December 1928 waren in 't ziekenhuis
aanwezig 31 patiënten. Het aantal verpleegda-
gen bedroeg in 1928 totaal 12976.
Van de 287 op de interne afdeeling verpleegde
patiënten bleken 144 of 50 pet. terug te bren
gen te zijn tot tropische ziekten. Het belang
van het Tropisch ziekenhuis wordt hierdoor
duidelijk gedemonstreerd.
Van 83 malariagevallen waren er 6S malaria
tropica en onder deze kwamen de meest ern
stige vormen voor, zooals de dysentrische vorm
5 X, de apoplectische vorm, de encephalitische,
de comateuze en de bilieuse vorm.
Het is niet te gewaagd te veronderstellen
dat door het spoedig maken van de diagnose
malaria tropica en daarop ingestelde behan
deling verscheidene patiënten gered zijn- ge
worden.
In het voorjaar kwam met de Gemeente een
overeenkomst tot stand waarbij op de interne
afdeeling voor rekening van de Gemeente een
aantal patiënten tot een maximum van 10 kun
nen worden opgenomen.
Met enkele consulaten kwam het eveneens
tot overeenkomsten.
Ifet ziekenhuis te Rotterdam genoot groote
belnagstelllng.
Ook gedurende dit verslagjaar is gebleken,
dat de haven-poliklinieken een belangrijke
plaats blijven innemen wat betreft de behan
deling van onder de zeelieden voorkomende
ziekten, waaromder de huid- en geslachtsziek
ten een belangrijke rol spelen. Werden in 1926
954 nieuwe patiënten ingeschreven, waaronder
niet minder dan 634 vreemdelingen in 1927 was
het aantal gestegen tot 1416, waaronder 983
vreemdelingen en ook in het afgeloopen jaar
bleef de stroom van patiënten evenals in 1927
aanhouden en werden 1417 nieuwe patiënten,
waaronder 907 vreemdelingen ingeschreven.
Op de interne afdeeling van de polikliniek
bedroeg het aantal nieuwe ingeschreven pa-
tienten iets minder dan in 1927 n.l. 697 tegen
719; echter deed de polikliniek aan de Ooster
kade het gezamenlijk aantal stijgen daar aldaar
274 patiënten werden ingeschreven.
Natuurlijk leden niet alle patiënten aan tro
pische ziekten, echter werd o.a. malari-tropica
in 29 gevallen gevonden, malaria tertiana
in 11 gevallen, amoebendysenterie in 16 geval
len en spruw in 2 gevallen.
Eind 1928 bedroeg het aantal Leden-stich
ters 26, het aantal Donateurs 82, het aantal
Leden 125 en dat der Bonateurs 35.
N. H„ Rotterdam
H. P., Nijmegen
T. K., Nijmegen
J. W., Hoensbroek
N.N., Heemstede, tot zekere intentie
Van X. IJ., Rotterdam
H. v. H„ 's-Hertogenbosch
P. E„ Rotterdam
Fraterhuis, Zwolle
I/. B., Rotterdam
Mevr. H. te Z
M. B., Rijswijk (Z.-H.)
N. G„ Rotterdam
J. B. te Nederweert, tot zekere int.
J. H., Schiedam, uit dankbaarheid
C. V. te Mill
Fam. L. te Oisterwijk (N.-B.)
N.N., Dussen
B. K., 's-Gravenhage
L. A. J., 's-Gravenhage
L. E. B., 's-Gravenhage, ter ver
krijging eener bekeering
N.N., Amsterdam
Th. H., Veenhuizen
G. B.„ Delft
N.N.„ Valkenswaard
C L. V., Amsterdam
Th. J. S.. Rijswijk, tot zekere int.
J. L. B., Rotterdam
J. D. H., Bergen op Zoom
N.N., 's-Gravenhage
H. T., 's-Gravenhage
H. S., 's Bosch, om licht
N.N. te Cuyk
R., Bafl-Wörishofen
A. J- B., Dennenburg
P., Wassenaar
F. J. V.. Noordwijk
J v. M., Brielle
N.N. te Ooltgensplaat
J. O. te Rotterdam
Th. D., Rotterdam
Jubilé-feestgave voor Z. H. den Paus
uit dankbaarheid van N.N. te Delft
Mr. X.,Maastricht
W. H. C., 's-Gravenhage
P. te K., Tiel
K. N„ Arnhem, „Ad veniat Reguum
tuum"
E. A. W. B., Almelo
H. J. de J., Amsterdam
V. O. te M
Fam. v. L.. Utrecht
A. H. M., Venray
BI. B., Arnhem
N. te A
J. H. H. G„ Breda
J. W. S., Rotterdam
P R., Boxmeer, ter eere van de
H. Theresia van het Kindje Jesus
E. A. B„ Delft
J. C. B. IC., Amsterdam
J. W. A. v. K„ Amsterdam
A. W. te L
W. S., Waspik
L. B. te Rotterdam
„Por Kristo Rego Vlijmenz Espe-
rantista Rondo, Vlijmen
N.N., Rotterdam
A- A., Millingen a. d. R
F. V. T., Amsterdam
E S., Haarlem, ter eere van de
kleine H. Theresia
N.N., Bergen op Zoom
J. v. W., Leidschendam, voor een
genezing ter eere van de H.
Theresia
R. P. V., Den Haag
A. v. d. H., 's Bosch
N.N. te Sassenheim
Uit dankbaarheid: 10 pet. van mijn
bineeringstoelage. Au secours
J. Th. B., Arnhem
J. v. d. P., Rijpwetering
„Tantae moliserat Romanum condere
domum; utrague mundatur, paima
dum paima lavatur", 4 Warmond-
sche theologanten
L. de B. uit Harlingen, ter eere van
de H. Theresia
ABI. D, G., Delden
JG, N>, Veghel
G. H., Berkel (Z.-H.)
10.—
20.—
2.—
2.50
200.—
0.75.2.50
1.—
25.—
3
2.—
1.—
2.—
10.—
1.—
1.—
2.50
2.50
2.50
5.—
10.—
2.50
2.50
10.—
5.—
2.50
10.—
5.—
5.—
2.50
1
10.—
2.50
25.—
2.50
5.—
2.25
5.—
5,
5.—
25.-
5.—
10.—
5.—
5.-
10.—
2.50
1.
2.50
1.50
5
5.—
10.—
2.—
2.50
2.50
2.50
2.50
5.—
•5.—
1
3.—
10.—
1.—
5.—
100.—
5.—
5.—
2.50
1.—
5.—
2.50
2.50
10.—
2.50
2.50
15.—
4.—
2.50
2.50
Bij een Duitsche belangengemeenschap
betrokken
Naar uit Berlijn gemeld wordt hebben de oude
en bekende Berlijnsohe juweliersfirma's L H.
Werner, Frledrichstrasse, Sy Wagner, TJnter
den Linden, Janus Friedrich, Leipzigerstrasse
en J. Godet Sohn A.G., Charlottenstrasse een
belangengemeenschap aangegaan, welke door een
G.m.b.H. zal worden geadministreerd.
De aansluiting kreeg haar beslag onder lei
ding van den heer C. J. A. Begeer, directeur-
generaal der N. V. Kon. Ned. Edelmetaal Bedrd-
De leiding der G.m.b.H. is aan de heeren F.
R. Wilm, firmant der firma A- J. Wilm te Ber
lijn en Dirlc Vos, directeur der N. V. Kon. Ned.
Edelmetaal Bedrijven, opgedragen.
De firma H. J. Wilm is onder behoud harer
zelfstandigheid eveneens tot de belangengemeen
schap toegetreden.
De firma's zullen als tot nu toe verder ge
voerd worden met deze uitzondering, dat de
firma J. Godet Sohn A.G. gevestigd tol wor
den bij de firma I. H. Werner, Frledrichstrasse
173.
Lagere winst en
dividend
DE GROOTSTE MOEILIJKHEDEN
OVERWONNEN
Aan het jaarverslag der N. V. Brood- en
Meelfabrieken Mij. „De Korenschoof over het
boekjaar 1928/1929 ontleenen wij:
De finantieele resultaten, alhoewel lager dan
in het voorafgaande boekjaar, stemmen tot te
vredenheid, wanneer men in aanmerking neemt,
dat de tarwemarkten zich in deze periode steeds
In dalende richting hebben bewogen.
De taxweprijzen toch ondergingen eene daling
van 2530. procent en bereikten medio Juni een
zoo laag niveau als na den wereldoorlog niet to
voorgekomen. De overname van de broodfabriek
„Hofdijk", te Rotterdam kwam in dit boekjaar
tot stand, waardoor de productie der broodfabriek
aldaar 40 pet. werd vergroot. De finantieele
resultaten zijn echter tegengevallen, doordat vele
tegenslagen ondervonden werden bij de aanpas
sing van het handbedrijf der „Hofdijk" aan ons
automatisch bedrijf.
De grootste moeilijkheden zijn thans overwon
nen en vertrouwd wordt dat in het komende boek
jaar de finantieele resultaten gunstiger kullen
zijn.
Na voorzichtige waardeering der goederen
voorraden en na boeking der statutaire en buiten
gewone afschrijvingen, sluit de balans met een
winstsaldo van 216.603 (v. j. 330.180.)
Dit winstcijfer laat eene uitkeerlng toe van
9 pet. op de aandeelen (v. j. 10.)
De verlies- en winstrekening staat:
debet voor: interest 36.920, (39.641), af
schrijvingen 150.099 (113.103), winst ƒ216.603
(330.180);
en credit voor: exploitatie woningen ƒ4.135
(2.789), saldo exploitatie-rekeningen 399.487
(480.136.)
J. B., Amsterdam 2-50
H. J. S„ Bedum 2.50
S. v. M., Den Haag 5,—
P. N. H. T., Zevenbergen 2.50
N.N., Vlissingen, tot zekere int. 3.25
J. K., Den Haag2-5®.
N.N., Dongen 10*
Reeuwijk, 2 broertjes en 2 zusjes 1.—
C. P. v. O., Waddinxveen 1-50
P. N., Schoorl (N.-H.) 2.50
J. S., Beverwijk LM
A. S., Beverwijk 1.
S. S., Beverwijk L—
J. A. M„ Naaldwijk 1.^
Gez. S„ Naaldwijk
Van N. P., Amsterdam10.
De „Keten" die Rome
Aan Nederland bindt,
Zij dwingt ons tot geven
Als Vaderlandsch kind,
Paus Plus gaf 't voorbeeld
En Hij zei het terecht:
„Door een Priestercollege
Wordt zij glansvol en hecht".
S„ Gouda L—
N., Gouda L—
P. G., Gouda L
S. K., Gouda 2.50
P. M. M., Gouda3.50
P. H„ Gouda L-*
A. L. de J., Haarlem 10.—*
V. L., Dongen HL—
Redemptoristen, Rotterdam25.—
F. v. d. S., Rotterdam 10—
J. v. S., Rotterdam, voor een goeden
afloop 2.50
N. S. te Schiedam 2—
H. W. R., Barneveld 1—
J. D„ Vlissingen L—
H. A. te Rotterdam 1-
N.N,, Rotterdam 5—
Uit den spaarpot van Loeki Adema 1—
Ab, Rie. To en Jaap 4.
De J„ Rotterdam 1-BO.
Totaal ƒ18.268.05
Door R. DOMBRE.
Vertaald doctr A, VERSCHUUR.
Eergte Deel
IN BALLINGSCHAP
De cominlssaris blelef geduldig op amtwoord
Vachten.
Ik heb geen medeplichtige, aei de graveur
^wijl hij zich geweld aandleed. Ik had nie-
ihaaid noadig.
Nu» dacht de commissaris bij zich zelf, hij
Ia beter dian die amder. Enfin, hij kan natuur
lijk ook nieit weten dat die schurk hem ver-
toden heeft.
En hjj voelde sympathie voor dien heel bij-
Zonderen boosdoener. Hij besloot het verhoor te
staken, vooral met het oog op Caa-briants el-
lendigen toestand.
Den agerat gaf hij bevel alle voorwerpen, die
als bewijsstuk hen konden dienst doen, in een
Eist te verzamelen: zoo waren er gietvormen,
Kereedschappen, smeltkroezen, nog gedeeltelijk
gevuld, staven zilver enz.
En Carbrlanjt kondigde hij aan dat hij hem
haar de voorloopige gevangenis ging over
brengen.
Dat woord gevangenis scheen den graveur
diep te treffen. Vóór zij het atelier verlieten
wendde Cartxrlant zich tot zijn geleider en
•meekte met gebroken stem:
O mijnheer de commissaris iaat me niet.
te voet gaan. Ik bon hier in deze buurt wel
weiuiig bekend, maar de metmscken zonden ge
makkelijk kunnen raden waar ik heengevoerd
word. Tot hiertoe hebt u mij zoo menschelijk
mogelijk behandeld,' ik smeek u bespaar mij
die nieuwe schande.
Wees maar gerust. Een auto wacht ons
voor die dieur.
Voor de woning stond inderdaad de auto
waarop Carbriamt baj het naar binnengaan niet
gelet had. Ook de politieagent was op zijn post
gebleven.
De commissaris liet zijn gevangene instappen,
zette zich daarop naast hem neer. Ondertus-
echen plaatste de andere agent de kist naast
den chauffeur. Twintig minuten later zat de
graveur achter de gesloten gevangenisdeur,
in afwachting van een nader verhoor.
Het was een ernstig geval, want het nama
ken van munten of geldswaardige papieren is
heiden ter dage een der zwaarst gestrafte mis
drijven.
De ongelukkige dacht echter maar weinig aan
zich zelf en des te meer aan hen die hij in zijn
ongeluk meesleepte.
Als vernietigend wierp hij zich op het harde
gevangen!,sbed, want zijn beenen konden hem
nauwelijks meer dragen, en terwijl een wilde
bloedslag in zijn hoofd en slapen hamerde,
kwam er steeds weer dezelfde kreet over zijn
lippen:
Mijn vrouw! Mijn kinderen. O God, mijn
arme Jeanne!
Korten tijd na zijn aankomst in het sombere
gevangenis!okaaal kwam men hem halen om
hem aan een verhoor te onderwerpen.
Hij dacht er niet aan te liegen, zelfs niet
om te pogen zijn straf te verminderen. Alles
vertelde hij, vanaf den dag waarop hij ontslag
gekregen had als graveur, tot aan de bittere
teleurstelling toen de beloofde erfenis hJem ont
glipt».
wij gleed echter enel heen over de feiten die
in verband stonden met den Spanjaard, stipte
slechts even aan dat hij in Blarseille kennis
gemaakt had met eon vreemdeling die hem
overgehaald had tot do vervaardiging van
valsch geld, maar tot het precies namaken
van goede zilvermunten.
Als de magistraat bij hem aandrong om den
naam van dien vreemdeling te vernemen, wei
gerde Carbriant opnieuw diien te noemen.
Waarop de andier kalm hernam, terwijl hij
den beklaagden diep iin de oogen keek:
Geef u maaa- geen nuttelooze moeite dien
main te redden. Wij weten reeds alles en u
moogt ook wel weten, dat die bewuste Figuërès
zelf u aangeklaagt heeft.
Bij die openbaring, schrok Carbriant op.
Hij had eemigen tijd moedig om van die ver
rassing te hekomen; toen schudde hij droef
mijmerend het hoofd en mompelde:
Arme Pablo! Ik wist wel dat hij het op
mij gemunt had, omdat mijn zuster hem haar
hanld beslist weigerde.Dus hij die mij eeist
tot dat vervloekte werk' overhaalde, heeft me
nu aan 't gerecht overgeleverd. Neen, al had
hij ook nog zooveel tegen mij misdreven, nooit
zou ik zoo iets gedaan hebben.
Dat geloof »ik ook, dacht de magistraat.
Nu de graveur niemand moer behoefde te
ontzien, antwoordde hij nog oprechter op ai
de vragen. Zijn antwoorden stemden volkomen
overeen met de gegevens, welke de politie reeds
verzameld had.
Nadat het verhoor geëindigd was .wilde de
beschuldigde weten welke straf hem wachtte.
Naïef dacht hij dat men hem niet zou kunnen
rangschikken onider de valsche munters.
Men oordeelde het echter verkieselijker den
arnien man voorloopig in zijn waan te laten.
De val van uit een rustig geluk, een rijk leven
in een sombere enge gevangeniscel was reeds
diep en wreed genoeg. Eerst als hij eenigzins
gewend was aan zijn nieuwen toestand, zou het
nog tijd genoeg zijn om hem de gansche waar
heid bekend te maken.
VII.
VERNIETIGD GELUK.
Acht uur al..., en Leo nog niet thuis!
mompelde mevrouw Carbriant, terwijl ze haar
ongeduldig heen en weer geloop in het met
kinderspeelgoed bezaaide vertrek onderbrak en
met bange oogen naar de pendule opzag.
Je moet je niet ongerust maken Jeanne,
zei Beatrix, hoewel ook zij een angstigan blik
op den wijzer wierp en bange dingen vreesde.
Acht uuir is toch eigenlijk zoo laat niet!
Jeanne liet zich dcor haar schoonzuster raden
en ging in een fauteuil zitten lezen, want zij
was niet in staait lang ter been te blijven, en
in haar opwindinig ook zonder wil" om aan
Beatrix verzoek te weerstaan. Haar oogen volg
den de regels zonder den zin ervan te vatten
en keken telkens op naar den schoorsteen, waar
het eentonig getiktak de ruimte vulde.
Voor do tweede maal kwam de dienstbode
vragen of ze op moest dienen zonder op mijn
heer te wachten. Jeanne wilde haar met een
energiek „netn' naar de keukco ie.u.:.->t-:<'n,
toen Beatrix dat voorkwam met een minzaam
verzoek.
Breng een kop bouillon hier voor me
vrouw en een glaasje Bordeaux; daarna moet
u zelf eerst maar gaan eten.
En u dan juffrouw?
Ik ga uit; als ik terugkom zal ik wel het
een en ander voor me klaarmaken. Maak u
daar maar niet ongerust over, hoor!
De dienstbode sloot de deur.
Aanstonds echter had zij drie treden den
trap achter zich, of zij kruiste twee in 't zwart
gekleede heeren die haar scherp opnamen,
niet uit onbescheiden nieuwsgierigheid, maar
om te onderzoeken wie zij was.
Langzaam daalde zij de trap af. Beneden ge
komen keek ze om naar de bezoekers, zag dat
een der hieeren de hand op hief om te bellen
Iaan heit appartement van haar broer. Haastig
liep ze eenige treden terug en vroeg beangst:
Wat is er van uw verlangen heeren?
In stede van te antwoorden vroegen zij:
Woont hier niet mevrouw Carbriant? Wij
moeten haar spreken.
Ja hieeren.... en ik ben haar schoon
zuster. 'n Oogenblik en ik zal u inlaten. Ge
lieve niet te bellenMevrouw Carbriant
is ziek, maar ik zal u te woord staan als dat
kan.
En hijgend alsof zij haastig vier verdiepingen
hoog geklommen was, vervolgde iij
Komt u onseen slechte tijding
brengen? Zeg mij dan eerst.alles. Ik
heb.... moed genoeg alles te vernemen....,
terwijl mijn arme zusterOu zegt niets
U maakt me bang.Is mijn broer iets over
komen? Ach daar was ik al bang voor....
omdat hij nog niet thuis is
Haar bevende handen zochten ongewoon lang
naar het sleutelgat, hoewel de gang toch vol
doende verlicht was.
De ambtenaar met de huiszoeking belast,
kreeg medelijden met het arme meisje. Hij
nam den sleutel uit haar handen en opende
zacht de deur.
Vóór Beatrix naar binnen ging legde zij een
vinger op de lippen, fluisterde:
Laten we alles buiten mijn schoonzuster
om doenmag ik daarom verzoeken zacht
te 1 oopen; gelukkig is haar kamer aan 't uit
einde van het appartement.
De kamer waar Jeanne lag was inderdaad
ver genoeg van den overloop verwijderd; met
wat voorzichtigheid kon voorkomen worden
dat de zieke het heen en weer geloop hoorde,
Beatrix liet de beide heeren in de huis
kamer waar de gedekte tafel nog steeds op haar
drie gasten te wachten stond.
Bewonderenswaardige moed gaf het meisje
een tamelijk kalme houding, hoewel haar
wankelende boenen haar heit staan en loepen
bijna onmogelijk maakten.
Met gedempte stem om te voldoen aan het
verzoek van juffrouw Carbriant maakte de
Rechtercommissaris zich bekend.
Ach, deed zij smartelijk, ik Ihad al lang
een bang voorgevoel.... mijn arme broer fe
zeker iets overkomen? Is hij gewond?,...
Waar heeft men hem heengebracht? Of la hij
al dood? Neen dat zou te vreeselijk zijn!
De Rechter-commlssaris stelde haar op dit
punt gerust. Toch was hetgeen hjj haar te
zeggen had minder vreeselijk, minder wreed,
dan wat zij duchtte.
Mijnheer Carbriant is niet dood, noch ge
wond, begon de heer ernstig, en ondertusschem
bestudeerde hij het mooie gelaat dat angstig
vragend naar hem gekeerd stond, maar mx
toch eenigszins zijn gewone Meuren terug
kreeg. De Rechtercommissaris wilde er zich
namelijk van overtuigen, dat de beide vrouwen
inderdaad niet op de hoogte waren van het
gedrag des schuldigen.
Waarom is hij dan niet thuis gekomen? En
waarom zendt hij u hierheen? hernam ze slechta
gedeeltelijk gerustgesteld en nog steedia zeer
verwonderd.
Juffrouw, hernam de ander met Iets
plechtigs en meteen keek hij het vertrek rond,
juffrouw vindt u niet dat deze weelderige om
geving niet in overeenstemming ls mlet d»
bestaansbronnen van iemand die maar weinig
werk en betrekkelijk weinig verdient?
Een gedachte schichtte door Beatrix hersenen,
't Meisje dat alles meende doorzien te hebben
riep uit:
O nu begrijp ik het. Mijn broer zal gé--
speeld hebben Ik vond den laatsten tijd
ook al dat hij wait geheimzinnig deed tegenover
onsen vroeger was hij zoo eenvoudig en
spraakzaam!Dus is hij misschien In een
speelhuis aangehouden? O de ongelukkige!....
Och mijnheer heb medelijden met hem.... Hij
heeft t.e veel geld willen verdienen voor zijn
familie, want voor zich zelf eischt hij niet»
dat verzeker ik u.... en ik ken hem.
(Wordt vervolgd).