1NSCHRIJ VINGS LIJST FEUILLETON DE VALSCHE MUNTER. VRIJDAG 11 OCTOBER 1929 3 A LAND- EN TUINBOUWCURSUSSEN HET BURGER- GAST- EN WEESHUIS TE AARDENBURG. SCHEEPVAARTKANALEN IN DE VEENKOLONIËN. DE SAMENSTELLING VAN GEMENGDE VEEVOEDERS. HOE AAN DEN NOODTOESTAND EEN EINDE KAN WORDEN GEMAAKT R. K. ONDERWIJZERSDAG TE UTRECHT. R. IC. SPOOR- EN TRAM PERSONEEL. MED. R. K. VOLKSBOND. VISSCHERIJ. VOOR HET NEDERLANDSCH COLLEGE TE ROME. VAN KEMPEN, BEGEER VOS. DE KORENSCHOOF. DE SUBSIDIEERING Het vereischte minimum-aantal leerlingen zal yoor sommige streken verlaagd worden Op de 'Vragen van den heer Braat betreffende .^erlaginjï van het vastgestelde minimum aantal leerlingen voor land- en tuinbouwcursussen, heeft de heer Ruys de Beerenbrouck, Minister ?an Bininenlandscbe Zaken en Landbouw het Volgende geantwoord: Hoewel in de practijk is gebleken, dat in het •IgemeeU het destijds in overleg met de Com- thissie van advies voor het lager land- en tuin- houwondlerwijs vastgestelde minimum-aantal leerlingean voor land- en tuinbouwcursussen, Velke voor een Rijkssubsidie in aanmerking Venschen te komen, niet te hoog kan worden geacht, 'komt het IndeTdaad in enkele streken "fan ons land, waar slechts weinig leerlingen, die in do termen vallen voor het volgen van een dergelijken cursus, kunnen worden bijeenge bracht, af en toe voor, dat een cursus om die feden niet tot stand zou kunpen komen. In vqrband hiermede is door genoemde com- Mssie voorgesteld, in voorkomende gevallen ^oor dergelijke streken het vereischte minimum aantal leerlingen naar omstandigheden te ver lagen. Ondergeteekende is bereid aan dit voor- Stel gevolg te geven; het Kon. besluit van 13 «December 1923 (Staatsblad no. 549), waarbij Blgemeene regelen voor de subsidieering van bedoelde cursussen zijn vastgesteld, verleent daartoe de bevoegdheid. Yoor een algemeene verlaging van het mini tonen aantal leerlingen voor alle van Rijkswege gesubsidieerde land- en tuinbouwcursussen be staat echter, naar de meening van ondergetee kende, geen voldoende aanleiding. DE OPHEFFING Oprichting van commissies van beheer Volgens de genomen besluiten tot opheffing van het Burger-Gasthuis en -Weeshuis te Aar- de.nburg zullen de bezittingen van deze gods huizen overgaan aan verschillende plaatselijke armbesturen. Deze hebben echter, wanneer zij zulks in het belang der armen-verzorging wen- schelijk achten, ieder voor zich het recht om ter uitvoering der opheffingsbesluiten een af zonderlijke instelling van weldadigheid krach tens de Armenwet in het leven te roepen, die dan geheel in hun plaats treedt. Naar wij vernemen zullen het R.-K. Armbe stuur, de Diaconie der Ned. Herv. Kerk en die der Doopsgezinde Gemeente van dit recht ge bruik maken. Voor het R.-K. armbestuur zou optreden een vereeniglng „R.-K. Beheer der Dischgoederen St. Jan", welke naam aan de historie der opgeheven armeninstellingen is ontleend. De namen der andere commissies zijn nog niet bekend. Het lage water Het plan tot vrijwillige controle Op de vragen van den heer van Rappard be treffende het hoioren der centrale landbouwor ganisaties ter zake van het ontwerpen van een Plan tot vrijwillige controle op de samenstelling Van gemengde veevoeders, heeft de heer Ruys de Beerenbrouck, Minister van Binneniandsche Zaken en Landbouw het volgende geantwoord: Het is ondergeteekende bekend, dat belang hebbenden hij den handel in gemengde veevoe ders met den directeur van het Rijkslandbouw proefstation voor veevoederonderzoek te Wage- ningen in overleg zijn getreden om te komen tot een vrijwillige controle op de samenstelling Van gemengde voeders. Een ontwerp voor zoodanige controle heeft ondergeteekende echter nog niet bereikt. Wanneer dit het geval zal zijn, zullen de cen trale landbouworganisaties over dat ontwerp Vorden gehoord. UIT HET LANDARBEIDERSBEDRIJF De staking in Groningen opgeheven ,6',, «<?a DE BEMIDDELINGSVOORSTELLEN AANVAARD. In een gisteren te Utrecht gehouden verga- flering van het hoofdbestuur van den Neder- landscken Landarbeidersbond is besloten het (bemiddelingsvoorstel van den heer Buiskool |te aanvaarden en met ingang van Maandag a.s. fle staking op te heffen. Door de landbouwers Ia het vobrstel van den heer Buiskool eveneens aanvaard. HET CONFLICT IN DE HOUTHAVEN TE AMSTERDAM De arbeid weer hervat Ingevolge het Woensdag genomen besluit zijn Sistermorgen alle arbeiders, die werkzaam waren In de Houthaven, weer aan den arbeid gegaan. Alles had een rustig verloop en er deed zich Seen enkel incident voor. De bespreking die Silatermorgen zou plaats hebben tusschen de besturen van de organisaties van transport arbeiders en de scheepvaartvereeniging «Noord", was overbodig geworden, omdat de .Voorman, die tijdens de Zaansche houtstaking als werkwillige had gewerkt en wiens tewerk stelling aan boord van een Zweedsche houtboot la de haven de aanleiding tot de staking is ge- Weest, had verzocht hem uit deze functie terug te willen trekken en hem huiten de ha- Ven te werk te stellen. De Scheepvaartver eeniging „Noord" heeft aan dit verzoek vol- ftaan, zoodat de stokers gistermorgen het Werk hebben hervat onder een anderen voorman. Men meldt ons uit Emmen: Tengevolge van de langdurige droogte on dervindt mén thans in de Drentsche en Gro ningen Veenkoloniën grooten last vaD het lage water op de scheepvaartkanalen. In de laatste jaren is men de kanalen in de veenkoloniën gaan moderniseeren. Bij wijze van werkver schaffing is het verbreedings- en verdiepings- werk verricht en dat heeft tot gevolg gehad dat men in Drenthe ook geregeld grootere schepen aantreft. Op de Hoogeveensche en Ver lengde Hoogeveensche Vaart is men nu bezig grootere sluizen te maken, zoodat de last van het lage water van jaar op jaar erger wordt. Tot voor kort heeft men altijd gehoopt, dat eens de mogelijkheid zou worden geopend via het Nord Sudkanaal in Duitschland. dat onge veer een half uur van de Duitsche grens ligt, water aan de Ems te onttrekken. Een moei lijkheid bleef daarbij echter, dat men in het natte jaargetijde met het Emswater geen raad wist, daar men het water van de Drentsche gronden dan al niet behoorlijk kon afvoeren. Des winters kan men in de Hoogeveensche vaart het water bijna niet bergen en moet men de uitlaten bij de riviertjes open zetten, terwijl men in Coevorden soms met angst en zorg de stijging van het water ziet. Bij een kort geleden ingesteld onderzoek moet echter gebleken zijn dat voorziening van water vanuit de Ems, wel als onmogelijk kan beschouwd worden, zoodat men genoodzaakt werd na te gaan of ook op een andere wijze de veenkoloniale wateren in den zomer van voldoende water kunnen wordés^ voorzien. Men meent dien weg gevonden te hebben, doof via de Drentsche kanalen en het nieuwe kanaal van Schoonoord naar Buinen 't IJselwater in de wateren van de stad Groningen te brengen, waardoor ook de wateren, die uitmonden in dat kanaal, van voldoende water worden voor zien. Dat nieuwe kanaal BuinenSchoonoord is nog niet geheel gereed, maar de architect van dat kanaal, de heer G. Wierenga te Coe vorden, welke in opdracht van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Veenkolo niën deze aangelegenheid bestudeerde, meent dat het wel mogelijk is het IJselwater op te pompen en in de Groninger Kanalen te bren gen. Men moet dan het water bij elke sluis oppompen en weer boven de sluis brengen. Vooral in die Groninger Veenkoloniën ondervindt men groote lasten, daar men bijna niet voldoende aardappelen kan aanvoeren om de fabrieken aan het draaien te houden, ter wijl ook in de Drentsche venen de stijgende vrachten moeilijkheden hebben veroorzaakt voor den turfafzet; in die venen is tegenwoor dig weinig te doen, veel minder dan verwacht werd. De regendagen van de laatste week hebben wel de hoop op spoedige verbetering doen her loven, maar de grond is zoo droog en er moet nog heel wat water vallen voor de slooten en greppels weer water in wijken en kanalen voeren. Intusschen is de daling van het water in de meeste panden wel opgehouden én flat beteekent dat de ellende wel niet kleiner maar toch ook niet grooter wordt. Pater Felix Otten voert het woord DE AARTSBISSCHOP BRENGT EEN BEZOEK Donderdag werd te Utrecht een R. K. Onder- wijzensdag gehouden, voor de Provincie Utrecht en het Gooi. De dag werd begonnen met een plechtige H. Mis in de St. Martinuskerk, opge dragen door den Zeereerw. heer Deken J. Roe- leveld, uit Wijk bij Duurstede, waarbij de ker kelijke gezangen werden gezongen door de leer lingen van de Ned. R. K. Kerkmuziekschool „St. Caecilia", onder leiding van den directeur, Pator Dr. C. Huigeus O.F.M. Om elf uur werd de zeer druk bezochte bij eenkomst in de groote zaal van het Jaarbeurs gebouw geopend door den Zeereerw. heer W. R. de Jong uit Hilversum, die deu aanwezigen mededeelde, dat de vergadering om circa 12 uur door Z. D. H. den Aartsbisschop zou worden be zocht. Het wóórd werd hierna verleend aan Pater Felix Otten O.P., uit Zwolle, die sprak over: Idealen. De titel „Idealen" past juist op dezen heer lijken dag. Toch zijn er, die over 't algemeen 'n beetje huiverig staan tegenover 't begrip „ideaal". De onderwijzers moeten idealisten kweeken. den kinderen idealen bijbrengen, doch daarvoor dienen zijzelf idealist te zijn. Uw werk, uw onderwijzer zijn, aldus spr., moet u zien als 'n roeping, niet als 'n ambtenaar, maar als 'n apostel, gericht op de menschelijke ziel. Op wetenschappelijke en ge- loofs-gronden gebaseerd hebben we zekerheid, dat we in ons hebben een onstoffelijk, onster felijk, enkelvoudig levensbeginsel: de mensche lijke ziel. Daardoor is de mensch de koning der schepping, het grootste wezen op de wereld door zijn heerlijk vermogen van verstand en wil. Het geloof leert ons nog meer de groot heid der menschenziel. De ziel is de levens vorm van de stof, is in de stof ingewerkt. Slechts hij, die geleerd en gedaan zal hebben, zal groot genoemd worden in het Rijk der Pie melen". Tegen 12 uur werd de rede van Pater Otten onderbroken door de komst van Z. D. H. Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, vergezeld van zijn secretaris, den Zeereerw. heer J. van der Burg. Na het zingen van „Aan U, o Koning der Eeuwen", sprak de voorzitter, de Zeereerw. heer W. R. de Jong den kerkvorst toe. Na de welkomstrede, welke onder luid ap plaus werd beëindigd, dankte de Aartsbisschop voor de hartelijke welkomstwoorden tot hem gericht. Nadat Mgr. zijn bisschoppelijken zegen niü gegeven, verliet Z. D. H. wederom de vergade- ring. Na 'voortzetting der rede van Pater Otten, sprak de voorzitter een dankwoord en sloot hij de ochtendvergadering. In de middagbijeenkomst heeft Albert Vogel uit Vondel's „Lucifer" gedeclameerd. Hem ge werd een dankbaar applaus. Daarna heeft de heer Eringa, Rijksinspecteur te Haarlem die voor het laatst de vergadering in zijn functie bijwoonde, kijkjes geopend op het onderwijs van 30 jaren geleden en van thans en de beste wenschen uitgesproken voor onderwijzers en onderwijs. Daarna werd de vergadering gesloten. S. HARTOG f Woensdagnacht la op 41-jarigen leeftijd te 's-Graivemhage plotseling overleden de heer S. Hartoig, redacteur van ,,Het Haagsche Volk' DR. EUGEN v. STIEGLER f Wolff seint ons uit München, dat de Ge- heimer Hofrat Dr. Eugen v. Stiegler aldaar op 85-jarigen leeftijd onverwacht gestorven is. Het jaarverslag van „St. Raphael" Bij het Hoofdbestuur van den Ned. R. K Bond van Spoor- en Trampersoneel „Sint Raphaël',, te Utrecht, is verschenen het in alle opzichten verzorgde verslag over het jaar 1923. Daaruit blijkt dat het ledental na een be vredigende toename over het jaar ultimo De cember 12.517 bedroeg. Een groot deel van dit hoek is gewijd aan de herinnering van het zil veren feest van den Bond, gevierd in Blei van het vorig jaar. Maat voor blankvoorn en ruischvoom. De Minister van Staat, Minister van Binnen iandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat van 1 November 1929 tot den aanvang van den gesloten tijd voor snoek In 1930 de mini mum maat op blankvoorn en ruischvoorn, te bezigen als aas aan den hengel, wordt vastge steld op 13 c.M. en dat gedurende het genoemde tijdvak: 1. eén hengelaar, die visch als aas gebruikt aan den hengel, in het bezit mag zijn van ten hoogste 50 levende ondermaatsclie blank- en ruischvoorns, mits deze een lengte hebben van ten minste 13 c.M.; 2. visschers of handelaars in aasvisch, die voorzien zijn van eene schriftelijke vergunning van het districtshoofd voor het leveren van aasvisch aan Hengelaars, in het bezit mogen zijn van levende blank- en ruischvoorns, mits deze een lengte hebben van ten minste 13 c.M.: 3. dat op verzoek van belanghebbenden, voor bepaalde wateren, waarin het visschen op baars en snoekbaars van eenige beteekenis blijkt te zijn, onder nader te stollen voorwaar den, ter voorkoming van misbruik, kan worden toegestaan tusschen 1 November 1929 en 28 Februari 1930 te vischen met den hengel, ge aasd met blank- en ruischvoorn, beneden de maat van 13 c.M. >,De gouden keten, die Rente en Nederland bindt, zal door het Nederlandsch priester-college te Rome in glans en hechtheid nog toenemen' Paus Pius XI in Zijn toespraak tot de Nat. Nedcrl. Bedevaart. Giften werden aan ons kantoor te Rotterdam en aan onze Bijkantoren te Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretoria- laan Rotterdam, tegen kwitantie gaarne in ontvangst genomen, alsmede per giro onder no. 11735 Rotterdam. Vorig bedrag 17.429.30 Het bestuur is tevreden Hef jaarverslag 1928 van den Ned. R. K. Volksbond staat in het teeken van het gevierde jubileum, en wel van het veertig jarig bestaan3- feest van den Bond. Ten opzichte van het ledental, dat zich in stijgende lijn bevindt, wordt van bestuurswege tevredenheid uitgesproken. De afdeelingen legden een bijzondere activi teit aan den dag en verder toont geheel dit verslag over 192S een meer dan gewoon beeld der werkzaamheden, mede omdat het Centraal bestuur met twee bestuurders kon worden ver meerderd. INSTITUUT VOOR TROPISCHE GENEESKUNDE RotterdamLeiden Woensdagavond vergaderde het Algemeen Bestuur van de Vereeniging: „Instituut voor Tropische Geneeskunde RotterdamLeiden" te Rotterdam in het Ziekenhuis voor scheeps- en tropische ziekten aan de Oosterkade aldaar. Om half negen was er een vergadering der leden. De secretaris prof. Flu bracht verslag uit over de lotgevallen der Vereeniging gedu rende het jaar 1928. Aan dit verslag is het volgende ontleend: Het onderwijs te Leiden aan artsen die naar de tropen zullen vertrekken, aan studenten in de geneeskunde, aan indologen en naar de tro pen vertrekkende juristen, missionarissen en leeken geschiedde op dezelfde wijze als vorige jaren. Een groot aantal entingen tegen cholera en typhus en vaccinaties tegen pokken werd ver richt bij hen die naar de tropen vertrokken. Tal van buitenlandsche geleerden en artsen uit de tropen bezochten het Instituut te Lei den en de inrichtingen te Rotterdam. Op 1 Januari 1928 waren in het ziekenhuis aan de Oosterkade te Rotterdam aanwezig 23 patiënten. In den loop van het jaar werden er 484 patiënten opgenomen, waarvan 461 als ge nezen werden ontslagen, terwijl 2 patiënten kwamen te overlijden. Op 31 December 1928 waren in 't ziekenhuis aanwezig 31 patiënten. Het aantal verpleegda- gen bedroeg in 1928 totaal 12976. Van de 287 op de interne afdeeling verpleegde patiënten bleken 144 of 50 pet. terug te bren gen te zijn tot tropische ziekten. Het belang van het Tropisch ziekenhuis wordt hierdoor duidelijk gedemonstreerd. Van 83 malariagevallen waren er 6S malaria tropica en onder deze kwamen de meest ern stige vormen voor, zooals de dysentrische vorm 5 X, de apoplectische vorm, de encephalitische, de comateuze en de bilieuse vorm. Het is niet te gewaagd te veronderstellen dat door het spoedig maken van de diagnose malaria tropica en daarop ingestelde behan deling verscheidene patiënten gered zijn- ge worden. In het voorjaar kwam met de Gemeente een overeenkomst tot stand waarbij op de interne afdeeling voor rekening van de Gemeente een aantal patiënten tot een maximum van 10 kun nen worden opgenomen. Met enkele consulaten kwam het eveneens tot overeenkomsten. Ifet ziekenhuis te Rotterdam genoot groote belnagstelllng. Ook gedurende dit verslagjaar is gebleken, dat de haven-poliklinieken een belangrijke plaats blijven innemen wat betreft de behan deling van onder de zeelieden voorkomende ziekten, waaromder de huid- en geslachtsziek ten een belangrijke rol spelen. Werden in 1926 954 nieuwe patiënten ingeschreven, waaronder niet minder dan 634 vreemdelingen in 1927 was het aantal gestegen tot 1416, waaronder 983 vreemdelingen en ook in het afgeloopen jaar bleef de stroom van patiënten evenals in 1927 aanhouden en werden 1417 nieuwe patiënten, waaronder 907 vreemdelingen ingeschreven. Op de interne afdeeling van de polikliniek bedroeg het aantal nieuwe ingeschreven pa- tienten iets minder dan in 1927 n.l. 697 tegen 719; echter deed de polikliniek aan de Ooster kade het gezamenlijk aantal stijgen daar aldaar 274 patiënten werden ingeschreven. Natuurlijk leden niet alle patiënten aan tro pische ziekten, echter werd o.a. malari-tropica in 29 gevallen gevonden, malaria tertiana in 11 gevallen, amoebendysenterie in 16 geval len en spruw in 2 gevallen. Eind 1928 bedroeg het aantal Leden-stich ters 26, het aantal Donateurs 82, het aantal Leden 125 en dat der Bonateurs 35. N. H„ Rotterdam H. P., Nijmegen T. K., Nijmegen J. W., Hoensbroek N.N., Heemstede, tot zekere intentie Van X. IJ., Rotterdam H. v. H„ 's-Hertogenbosch P. E„ Rotterdam Fraterhuis, Zwolle I/. B., Rotterdam Mevr. H. te Z M. B., Rijswijk (Z.-H.) N. G„ Rotterdam J. B. te Nederweert, tot zekere int. J. H., Schiedam, uit dankbaarheid C. V. te Mill Fam. L. te Oisterwijk (N.-B.) N.N., Dussen B. K., 's-Gravenhage L. A. J., 's-Gravenhage L. E. B., 's-Gravenhage, ter ver krijging eener bekeering N.N., Amsterdam Th. H., Veenhuizen G. B.„ Delft N.N.„ Valkenswaard C L. V., Amsterdam Th. J. S.. Rijswijk, tot zekere int. J. L. B., Rotterdam J. D. H., Bergen op Zoom N.N., 's-Gravenhage H. T., 's-Gravenhage H. S., 's Bosch, om licht N.N. te Cuyk R., Bafl-Wörishofen A. J- B., Dennenburg P., Wassenaar F. J. V.. Noordwijk J v. M., Brielle N.N. te Ooltgensplaat J. O. te Rotterdam Th. D., Rotterdam Jubilé-feestgave voor Z. H. den Paus uit dankbaarheid van N.N. te Delft Mr. X.,Maastricht W. H. C., 's-Gravenhage P. te K., Tiel K. N„ Arnhem, „Ad veniat Reguum tuum" E. A. W. B., Almelo H. J. de J., Amsterdam V. O. te M Fam. v. L.. Utrecht A. H. M., Venray BI. B., Arnhem N. te A J. H. H. G„ Breda J. W. S., Rotterdam P R., Boxmeer, ter eere van de H. Theresia van het Kindje Jesus E. A. B„ Delft J. C. B. IC., Amsterdam J. W. A. v. K„ Amsterdam A. W. te L W. S., Waspik L. B. te Rotterdam „Por Kristo Rego Vlijmenz Espe- rantista Rondo, Vlijmen N.N., Rotterdam A- A., Millingen a. d. R F. V. T., Amsterdam E S., Haarlem, ter eere van de kleine H. Theresia N.N., Bergen op Zoom J. v. W., Leidschendam, voor een genezing ter eere van de H. Theresia R. P. V., Den Haag A. v. d. H., 's Bosch N.N. te Sassenheim Uit dankbaarheid: 10 pet. van mijn bineeringstoelage. Au secours J. Th. B., Arnhem J. v. d. P., Rijpwetering „Tantae moliserat Romanum condere domum; utrague mundatur, paima dum paima lavatur", 4 Warmond- sche theologanten L. de B. uit Harlingen, ter eere van de H. Theresia ABI. D, G., Delden JG, N>, Veghel G. H., Berkel (Z.-H.) 10.— 20.— 2.— 2.50 200.— 0.75.2.50 1.— 25.— 3 2.— 1.— 2.— 10.— 1.— 1.— 2.50 2.50 2.50 5.— 10.— 2.50 2.50 10.— 5.— 2.50 10.— 5.— 5.— 2.50 1 10.— 2.50 25.— 2.50 5.— 2.25 5.— 5, 5.— 25.- 5.— 10.— 5.— 5.- 10.— 2.50 1. 2.50 1.50 5 5.— 10.— 2.— 2.50 2.50 2.50 2.50 5.— •5.— 1 3.— 10.— 1.— 5.— 100.— 5.— 5.— 2.50 1.— 5.— 2.50 2.50 10.— 2.50 2.50 15.— 4.— 2.50 2.50 Bij een Duitsche belangengemeenschap betrokken Naar uit Berlijn gemeld wordt hebben de oude en bekende Berlijnsohe juweliersfirma's L H. Werner, Frledrichstrasse, Sy Wagner, TJnter den Linden, Janus Friedrich, Leipzigerstrasse en J. Godet Sohn A.G., Charlottenstrasse een belangengemeenschap aangegaan, welke door een G.m.b.H. zal worden geadministreerd. De aansluiting kreeg haar beslag onder lei ding van den heer C. J. A. Begeer, directeur- generaal der N. V. Kon. Ned. Edelmetaal Bedrd- De leiding der G.m.b.H. is aan de heeren F. R. Wilm, firmant der firma A- J. Wilm te Ber lijn en Dirlc Vos, directeur der N. V. Kon. Ned. Edelmetaal Bedrijven, opgedragen. De firma H. J. Wilm is onder behoud harer zelfstandigheid eveneens tot de belangengemeen schap toegetreden. De firma's zullen als tot nu toe verder ge voerd worden met deze uitzondering, dat de firma J. Godet Sohn A.G. gevestigd tol wor den bij de firma I. H. Werner, Frledrichstrasse 173. Lagere winst en dividend DE GROOTSTE MOEILIJKHEDEN OVERWONNEN Aan het jaarverslag der N. V. Brood- en Meelfabrieken Mij. „De Korenschoof over het boekjaar 1928/1929 ontleenen wij: De finantieele resultaten, alhoewel lager dan in het voorafgaande boekjaar, stemmen tot te vredenheid, wanneer men in aanmerking neemt, dat de tarwemarkten zich in deze periode steeds In dalende richting hebben bewogen. De taxweprijzen toch ondergingen eene daling van 2530. procent en bereikten medio Juni een zoo laag niveau als na den wereldoorlog niet to voorgekomen. De overname van de broodfabriek „Hofdijk", te Rotterdam kwam in dit boekjaar tot stand, waardoor de productie der broodfabriek aldaar 40 pet. werd vergroot. De finantieele resultaten zijn echter tegengevallen, doordat vele tegenslagen ondervonden werden bij de aanpas sing van het handbedrijf der „Hofdijk" aan ons automatisch bedrijf. De grootste moeilijkheden zijn thans overwon nen en vertrouwd wordt dat in het komende boek jaar de finantieele resultaten gunstiger kullen zijn. Na voorzichtige waardeering der goederen voorraden en na boeking der statutaire en buiten gewone afschrijvingen, sluit de balans met een winstsaldo van 216.603 (v. j. 330.180.) Dit winstcijfer laat eene uitkeerlng toe van 9 pet. op de aandeelen (v. j. 10.) De verlies- en winstrekening staat: debet voor: interest 36.920, (39.641), af schrijvingen 150.099 (113.103), winst ƒ216.603 (330.180); en credit voor: exploitatie woningen ƒ4.135 (2.789), saldo exploitatie-rekeningen 399.487 (480.136.) J. B., Amsterdam 2-50 H. J. S„ Bedum 2.50 S. v. M., Den Haag 5,— P. N. H. T., Zevenbergen 2.50 N.N., Vlissingen, tot zekere int. 3.25 J. K., Den Haag2-5®. N.N., Dongen 10* Reeuwijk, 2 broertjes en 2 zusjes 1.— C. P. v. O., Waddinxveen 1-50 P. N., Schoorl (N.-H.) 2.50 J. S., Beverwijk LM A. S., Beverwijk 1. S. S., Beverwijk L— J. A. M„ Naaldwijk 1.^ Gez. S„ Naaldwijk Van N. P., Amsterdam10. De „Keten" die Rome Aan Nederland bindt, Zij dwingt ons tot geven Als Vaderlandsch kind, Paus Plus gaf 't voorbeeld En Hij zei het terecht: „Door een Priestercollege Wordt zij glansvol en hecht". S„ Gouda L— N., Gouda L— P. G., Gouda L S. K., Gouda 2.50 P. M. M., Gouda3.50 P. H„ Gouda L-* A. L. de J., Haarlem 10.—* V. L., Dongen HL— Redemptoristen, Rotterdam25.— F. v. d. S., Rotterdam 10— J. v. S., Rotterdam, voor een goeden afloop 2.50 N. S. te Schiedam 2— H. W. R., Barneveld 1— J. D„ Vlissingen L— H. A. te Rotterdam 1- N.N,, Rotterdam 5— Uit den spaarpot van Loeki Adema 1— Ab, Rie. To en Jaap 4. De J„ Rotterdam 1-BO. Totaal ƒ18.268.05 Door R. DOMBRE. Vertaald doctr A, VERSCHUUR. Eergte Deel IN BALLINGSCHAP De cominlssaris blelef geduldig op amtwoord Vachten. Ik heb geen medeplichtige, aei de graveur ^wijl hij zich geweld aandleed. Ik had nie- ihaaid noadig. Nu» dacht de commissaris bij zich zelf, hij Ia beter dian die amder. Enfin, hij kan natuur lijk ook nieit weten dat die schurk hem ver- toden heeft. En hjj voelde sympathie voor dien heel bij- Zonderen boosdoener. Hij besloot het verhoor te staken, vooral met het oog op Caa-briants el- lendigen toestand. Den agerat gaf hij bevel alle voorwerpen, die als bewijsstuk hen konden dienst doen, in een Eist te verzamelen: zoo waren er gietvormen, Kereedschappen, smeltkroezen, nog gedeeltelijk gevuld, staven zilver enz. En Carbrlanjt kondigde hij aan dat hij hem haar de voorloopige gevangenis ging over brengen. Dat woord gevangenis scheen den graveur diep te treffen. Vóór zij het atelier verlieten wendde Cartxrlant zich tot zijn geleider en •meekte met gebroken stem: O mijnheer de commissaris iaat me niet. te voet gaan. Ik bon hier in deze buurt wel weiuiig bekend, maar de metmscken zonden ge makkelijk kunnen raden waar ik heengevoerd word. Tot hiertoe hebt u mij zoo menschelijk mogelijk behandeld,' ik smeek u bespaar mij die nieuwe schande. Wees maar gerust. Een auto wacht ons voor die dieur. Voor de woning stond inderdaad de auto waarop Carbriamt baj het naar binnengaan niet gelet had. Ook de politieagent was op zijn post gebleven. De commissaris liet zijn gevangene instappen, zette zich daarop naast hem neer. Ondertus- echen plaatste de andere agent de kist naast den chauffeur. Twintig minuten later zat de graveur achter de gesloten gevangenisdeur, in afwachting van een nader verhoor. Het was een ernstig geval, want het nama ken van munten of geldswaardige papieren is heiden ter dage een der zwaarst gestrafte mis drijven. De ongelukkige dacht echter maar weinig aan zich zelf en des te meer aan hen die hij in zijn ongeluk meesleepte. Als vernietigend wierp hij zich op het harde gevangen!,sbed, want zijn beenen konden hem nauwelijks meer dragen, en terwijl een wilde bloedslag in zijn hoofd en slapen hamerde, kwam er steeds weer dezelfde kreet over zijn lippen: Mijn vrouw! Mijn kinderen. O God, mijn arme Jeanne! Korten tijd na zijn aankomst in het sombere gevangenis!okaaal kwam men hem halen om hem aan een verhoor te onderwerpen. Hij dacht er niet aan te liegen, zelfs niet om te pogen zijn straf te verminderen. Alles vertelde hij, vanaf den dag waarop hij ontslag gekregen had als graveur, tot aan de bittere teleurstelling toen de beloofde erfenis hJem ont glipt». wij gleed echter enel heen over de feiten die in verband stonden met den Spanjaard, stipte slechts even aan dat hij in Blarseille kennis gemaakt had met eon vreemdeling die hem overgehaald had tot do vervaardiging van valsch geld, maar tot het precies namaken van goede zilvermunten. Als de magistraat bij hem aandrong om den naam van dien vreemdeling te vernemen, wei gerde Carbriant opnieuw diien te noemen. Waarop de andier kalm hernam, terwijl hij den beklaagden diep iin de oogen keek: Geef u maaa- geen nuttelooze moeite dien main te redden. Wij weten reeds alles en u moogt ook wel weten, dat die bewuste Figuërès zelf u aangeklaagt heeft. Bij die openbaring, schrok Carbriant op. Hij had eemigen tijd moedig om van die ver rassing te hekomen; toen schudde hij droef mijmerend het hoofd en mompelde: Arme Pablo! Ik wist wel dat hij het op mij gemunt had, omdat mijn zuster hem haar hanld beslist weigerde.Dus hij die mij eeist tot dat vervloekte werk' overhaalde, heeft me nu aan 't gerecht overgeleverd. Neen, al had hij ook nog zooveel tegen mij misdreven, nooit zou ik zoo iets gedaan hebben. Dat geloof »ik ook, dacht de magistraat. Nu de graveur niemand moer behoefde te ontzien, antwoordde hij nog oprechter op ai de vragen. Zijn antwoorden stemden volkomen overeen met de gegevens, welke de politie reeds verzameld had. Nadat het verhoor geëindigd was .wilde de beschuldigde weten welke straf hem wachtte. Naïef dacht hij dat men hem niet zou kunnen rangschikken onider de valsche munters. Men oordeelde het echter verkieselijker den arnien man voorloopig in zijn waan te laten. De val van uit een rustig geluk, een rijk leven in een sombere enge gevangeniscel was reeds diep en wreed genoeg. Eerst als hij eenigzins gewend was aan zijn nieuwen toestand, zou het nog tijd genoeg zijn om hem de gansche waar heid bekend te maken. VII. VERNIETIGD GELUK. Acht uur al..., en Leo nog niet thuis! mompelde mevrouw Carbriant, terwijl ze haar ongeduldig heen en weer geloop in het met kinderspeelgoed bezaaide vertrek onderbrak en met bange oogen naar de pendule opzag. Je moet je niet ongerust maken Jeanne, zei Beatrix, hoewel ook zij een angstigan blik op den wijzer wierp en bange dingen vreesde. Acht uuir is toch eigenlijk zoo laat niet! Jeanne liet zich dcor haar schoonzuster raden en ging in een fauteuil zitten lezen, want zij was niet in staait lang ter been te blijven, en in haar opwindinig ook zonder wil" om aan Beatrix verzoek te weerstaan. Haar oogen volg den de regels zonder den zin ervan te vatten en keken telkens op naar den schoorsteen, waar het eentonig getiktak de ruimte vulde. Voor do tweede maal kwam de dienstbode vragen of ze op moest dienen zonder op mijn heer te wachten. Jeanne wilde haar met een energiek „netn' naar de keukco ie.u.:.->t-:<'n, toen Beatrix dat voorkwam met een minzaam verzoek. Breng een kop bouillon hier voor me vrouw en een glaasje Bordeaux; daarna moet u zelf eerst maar gaan eten. En u dan juffrouw? Ik ga uit; als ik terugkom zal ik wel het een en ander voor me klaarmaken. Maak u daar maar niet ongerust over, hoor! De dienstbode sloot de deur. Aanstonds echter had zij drie treden den trap achter zich, of zij kruiste twee in 't zwart gekleede heeren die haar scherp opnamen, niet uit onbescheiden nieuwsgierigheid, maar om te onderzoeken wie zij was. Langzaam daalde zij de trap af. Beneden ge komen keek ze om naar de bezoekers, zag dat een der hieeren de hand op hief om te bellen Iaan heit appartement van haar broer. Haastig liep ze eenige treden terug en vroeg beangst: Wat is er van uw verlangen heeren? In stede van te antwoorden vroegen zij: Woont hier niet mevrouw Carbriant? Wij moeten haar spreken. Ja hieeren.... en ik ben haar schoon zuster. 'n Oogenblik en ik zal u inlaten. Ge lieve niet te bellenMevrouw Carbriant is ziek, maar ik zal u te woord staan als dat kan. En hijgend alsof zij haastig vier verdiepingen hoog geklommen was, vervolgde iij Komt u onseen slechte tijding brengen? Zeg mij dan eerst.alles. Ik heb.... moed genoeg alles te vernemen...., terwijl mijn arme zusterOu zegt niets U maakt me bang.Is mijn broer iets over komen? Ach daar was ik al bang voor.... omdat hij nog niet thuis is Haar bevende handen zochten ongewoon lang naar het sleutelgat, hoewel de gang toch vol doende verlicht was. De ambtenaar met de huiszoeking belast, kreeg medelijden met het arme meisje. Hij nam den sleutel uit haar handen en opende zacht de deur. Vóór Beatrix naar binnen ging legde zij een vinger op de lippen, fluisterde: Laten we alles buiten mijn schoonzuster om doenmag ik daarom verzoeken zacht te 1 oopen; gelukkig is haar kamer aan 't uit einde van het appartement. De kamer waar Jeanne lag was inderdaad ver genoeg van den overloop verwijderd; met wat voorzichtigheid kon voorkomen worden dat de zieke het heen en weer geloop hoorde, Beatrix liet de beide heeren in de huis kamer waar de gedekte tafel nog steeds op haar drie gasten te wachten stond. Bewonderenswaardige moed gaf het meisje een tamelijk kalme houding, hoewel haar wankelende boenen haar heit staan en loepen bijna onmogelijk maakten. Met gedempte stem om te voldoen aan het verzoek van juffrouw Carbriant maakte de Rechtercommissaris zich bekend. Ach, deed zij smartelijk, ik Ihad al lang een bang voorgevoel.... mijn arme broer fe zeker iets overkomen? Is hij gewond?,... Waar heeft men hem heengebracht? Of la hij al dood? Neen dat zou te vreeselijk zijn! De Rechter-commlssaris stelde haar op dit punt gerust. Toch was hetgeen hjj haar te zeggen had minder vreeselijk, minder wreed, dan wat zij duchtte. Mijnheer Carbriant is niet dood, noch ge wond, begon de heer ernstig, en ondertusschem bestudeerde hij het mooie gelaat dat angstig vragend naar hem gekeerd stond, maar mx toch eenigszins zijn gewone Meuren terug kreeg. De Rechtercommissaris wilde er zich namelijk van overtuigen, dat de beide vrouwen inderdaad niet op de hoogte waren van het gedrag des schuldigen. Waarom is hij dan niet thuis gekomen? En waarom zendt hij u hierheen? hernam ze slechta gedeeltelijk gerustgesteld en nog steedia zeer verwonderd. Juffrouw, hernam de ander met Iets plechtigs en meteen keek hij het vertrek rond, juffrouw vindt u niet dat deze weelderige om geving niet in overeenstemming ls mlet d» bestaansbronnen van iemand die maar weinig werk en betrekkelijk weinig verdient? Een gedachte schichtte door Beatrix hersenen, 't Meisje dat alles meende doorzien te hebben riep uit: O nu begrijp ik het. Mijn broer zal gé-- speeld hebben Ik vond den laatsten tijd ook al dat hij wait geheimzinnig deed tegenover onsen vroeger was hij zoo eenvoudig en spraakzaam!Dus is hij misschien In een speelhuis aangehouden? O de ongelukkige!.... Och mijnheer heb medelijden met hem.... Hij heeft t.e veel geld willen verdienen voor zijn familie, want voor zich zelf eischt hij niet» dat verzeker ik u.... en ik ken hem. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9