r
mm
i
A
i
1R>
L:
cDq
rozen-maand van CMbaria
Manteltje voor meisje van zes jaar
m
zm
Kinderjurken
(Recepten voor de keuken
De Fon tanges
Gefineerd
Meubelwerk
i
dCC™v Jin
Voor u
gis®?
IB
Goedkoope Patronen
^i^^ïïiïTF
I
ONZE WAPENRUSTING
®eer' Beef, dat wij mogen worden nederig en
eenvoudig
Ms het arme, oude vrouwtje achter in Uw
Kerk;
°od voor de aarde en haar vermaken:
~Mar ziel een blanke heide-ven
het goede licht van Uw blanke maan-hostve.
Eu
°Pen voor U,
alleen, o Heer.
(Ton Kerssemakers).
Paulus, die op de groote heirbanen zoo dik-
de zwaar-gewapende Romeinsche legioe
nen bewonderd, die zijn strijdlustige na-
Ur aItijd tot nieuwe veroveringen prikkelden,
zijn christen-strijders, die hij oproept
f88*1 de slagvelden des levens, van kop tot
6h gewapend in de onoverwinnelijke wapen -
sting Gods" tegen de machten en vorsten
r duisternis en de booze geesten in het
truim. Als zwaargewapende dragonders
^en ze jji het strijdperk des levens treden,
jjewapend met zwaard en schild, met helm en
met schild en vlammende pijlen,
Phes VI, U, 18). Want de strijd zal hevig
ztlni
^Velnu, tot zulk een wapenrusting behoort
Vo°r lederen christen ook de Rozenkrans.
Ms reeds de Rozenkrans zulke schitterende
herwinningen deed behalen op aardsche
vÜanden, wat moet hij dan niet een onweer-
^aanbare macht uitoefenen in den geeste-
^en strijd, dien Sint Paulus voorzag toen hij
e soldaten van Christus ging wapenen. Geen
^°hder dan ook dat groote Generaals aan de
spits van hun troepen met deze uitrusting in
het
strijdperk traden.
Iedereen weet .dat de Rozenkrans in den
v°rm, waarin wij hem thans bezitten, zijn
°ntstaan dankt aan zulk een zegeplaal, n.l. de
herwinning op de Turken, behaald door den
öaPperen Don Juan, toen hij 6 October 1571
öe Turksche vloot bij Lepanto versloeg.
Menig vijanderlijk leger is nadien door dezen
keren gordel verslagen!
Hls Prins Eugenius van Savoyen bij 't val-
len van den avond door 't kamp trok, de kap
zijn soidatenmantel diép over het hoofd
Betrokken, eenzaam en zwijgend, stil verzoa-
ken in het gebed van den Rozenkrans, dan
^ten de soldaten ai wat hun wachtte; dan
^iden ze tot elkander„Jongens, het zal mor-
Ben weer een heete dag worden in de vuur-
^e, de Kleine Kapucijn hiermee doelden
op hun aanvoerder, Prins Eugenius
Mdt zijn Rozenkrans!" Want de groote veld
heer was gewoon op den vóóravond van den
sla6 zijn Rozenkrans te bidden tusschen de
^hten van het kamp.
daarom werd hij dan ook docr zijn soldaten
81tiJd „de Rozenkrans-Generaal" genoemd.
Bjj het zien van dezen strengen, vromen
^Ber-overste in z'n simpelen bruinen wapenrok,
•Potten de soldaten: „Deze Kleine Kapucijn
Ml den Turken weinig haren uitrukken". Ze
s^uden echter spoedig ondervinden, dat de
Rozenkrans, dien deze veldheer altijd bad voor
den slag, hem nimmer in den steek liet.
Van een anderen beroemden veldheer, Tilly,
den grooten Katholieken Generaal in den der
tig-jarigen oorlog, den overwinnaar van 200
Veldslagen, wordt verhaald, dat hij van drie
Mken nóóit kon scheiden, n.l.: zijn zwaard,
hn kruisbeeld' en z'n Rozenkrans; ze volgden
hem overal in het leger.
"Toen hij da$ ook in den laatsten veldslag
hij Rain, in Bayem, gewond werd, vond men
°hder zijn wapenrok zijn crucifix en z'n Ro
zenkrans, zoodat men zijn heldendood aldus
heeft bezongen:
Und als zu Rain im Waffentanz
Die Kugel kam geflogen,
Da 1st mit Kreuz und Rozenkranz
Der Held zu Gott gezogen.
En als bij Rain in wapen-dans
De kogel kwam gevlogen,
Zie, lis met kruis en Rozenkrans, "5:
De held tot God getogen.
Veldheer Tilly was gewoon lederen dag aan
de spits van zijn troepen eerbiedig zijn Ro
zenkrans te bidden.
Toen Tilly eens met zijn leger op de grens
van Frankrijk stond, werd Maarschalk de
Grammont tot hem gezonden om den grooten
generaal zijn opwachting te maken.
De maarschalk had zich Tilly voorgesteld
als een kloeke, krachtige krijgshaftige solda
ten-gestalte.
Wie beschrijft zijn verbazing toen hij aan de
spits van het leger een nietig, mager mannetje
ontdekte op een kleine witte merrie, in korten
wapenrok, die zich van de andere soldaten
door niets anders onderscheidde dan door aen
kleinen grauwen hoed, met groote veer en een
buitengewoon groot slagzwaard..
Toen Tilly de verbazing van den Franschen
maarschalk opmerkte, zei hij nuchter: „Ik
veronderstel, dat u mijn wapenrusting wel
zonderling voorkomt: ze is ook niet naar
Fransch model, maar naar eigen smaak.
De kleine witte merrie zou u niet bevallen,
toch is zij mij steeds trouw gebleven en onver
saagd, want ze heeft me al uit zeventig veld
slagen als overwinnaar weggedragen. En naar
mijn' slagzwaard heb ik gelukkig nog nim
mer behoeven te grijpen, behalve voor den
rozenkrans, die aan 't gevest hangt."
Geen wonder dan ook, dat, toen men dezen
Roomschen oorlogs-beld doodelijk gewond uit
het veld droeg, hij vroeg dat men hem zijn
dierbaar crucifix en z'n rozenkrans zou toe
reiken en hij stierf met de Psalm-woorden op
de lippen: „Op U o Heer, heb ik altijd ver
trouwd en in. eeuwigheid zal ik niet be
schaamd worden."
Een andere rozenkrans-generaal was de
veldheer Radetsky. Eens had hij zijn soldaten,
verlof te geven wat te gaan wandelen in een
park te Milaan. De grijze oorlogs-held genoot
een welverdiende rust op een nabijzijnde bank.
Toen hij echter bemerkte, dat zijn soldaten in
de nabijheid kwamen, zocht hij een andere
bank op in het park, om ze van de militaire
honneurs te ontlasten. Doch zie,- als hij tegen
het vallen van den avond weer langs diezelfde
bank gaat, ziet hij een troep soldaten spot
ten en lachen. Zij hebben daar op de bank
een rozenkrans gevonden en maken er zich
vr oei ijk om. De oogen van den grijzen solda
ten-koning schieten vuur. „En weet gij, wie
de eigenaar van dien rozenkrans is?" vroeg hij
op strengen, gebiedenden, militairen toon? „Uw
generaal! Hij is hier blijven liggen, nadat 11:
ze gebeden had." Daarmee viel niet te spot
ten!
Een graven-familie PodstatskyLelchten-
stein, bewaart nog een schoonen rozenkrans
van roze-roode paarlen, dien een andere
beroemde generaal in den dertigjarigen oorlog,
generaal Aldringer uit Diedenhofen in Lotha
ringen. steeds bij zich droeg op het slagveld.
Hij sneuvelde in 1634 in een strijd tegen de
Zweden bij Landshut.
Laten wij ons niet te voornaam achten, om
als die generaals onzen rozenkrans te bidden
vóór den slag!
„Heer geef dat wij mogen worden nederig
en eenvoudig,
„Als het arme, oude vrouwtje, achter in
Uw Kerk!"
Alkmaar
O. VIS,
Rector.
lengte 60 c.M., monwlcngte 36 c.M.
Bovenstaand man
dje is gemaakt van
®en grooten, ouden
hisntel, zoodat ge er
Been stof voor behoeft
16 koopen, en indien
Men nog in het bezit
18 van 6 er op pas-
•eride knoopen, is het
0oS voordeeliger.
Men maakt eerst
*ah 't geheel een pa
boon, op de maten
*elke aangegeven zijn.
VU y.V 112 i i
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
ai
Vóór de winter komt, zal de garderobe van
onze dochtertjes nog wel met een of meer jur
ken verrijkt moeten worden. Wij toonen u eenige
modellen, die als Zondagsche jurk kunnen
dienst doen en als schooljurk, al naar gelang
de stof, die wij er voor kiezen.
Vooreerst het jurkje van Elly. Wij kunnen
het evengoed maken uit effen en gebloemde
crêpe de chine als uit 'n solide wollen stof. Ook
is dit model uiterst geschikt om er twee jurken
van het vorig jaar in te verwerken. (5290).
De jurk van Dora is van grijze fantasie
tweed. De stof is nog niet zoo heel goedkoop,
maar erg aardig en sterk voor een schooljurk,
(5302).
Een heel sierlijk modelletje is dat van Made-
Ion. Van voren geheel recht, enkel met een
paar knoopjes bij elkaar gehouden, loopen de
voorpanden op den rug in twee puntjes uit, die
weer door een soort ceintuurtje met elkaar zijn
verbonden. In 't gebloemd fluweel is het een
echte „uitgaansjurk". In effen koordfluweel
kan zij dienst doen als schooldracht. Het is een
origineel en vlug model. (5296).
Kleine zus draagt ook zoo'n aardige combi
natie van twee afdragertjes. Den donkeren
onderrand kunnen we naar verkiezing kleiner of
grooter maken, 'n Ware uitkomst dus voor
zuinige huismoeders. (5297).
De jurk van Ansje is gemaakt van geruite
wollen stof en versierd met een smal zijden
biesje. Het lange blousje nemen we dan van
een recht en het klokkende rokje van een schuin
ruitje. (5291).
Wie dochters heeft tusschen 4 en 10 jaar, zal
uit de toiletjes van dit aardige troepje zeker
wel een keuze kunnen doen,
POLA
KIPPENSOEP
1 soepkip
2)0 L. water
80 gram crème de rlz
1 eierdooier
1 d.L. room
zout, foelie
stuk wortel
stuk ui
paar stukjes peterselie
Bereiding: v
Snijd de kip in een paar stukken, wasch ze
en zout ze op met het koude water en de
kruiden. Proef na ±14 uur of nog zout toe
gevoegd moet worden. Neem het borstvleesch
van de kip, zoodra dit gaar is en laat de rest
van de kip verder trekken met het vleesch.
Zeef de bouillon door een doek, schep zoo
nocdig de vetoogjes van de bouillon. Meng de
crème de riz aan met wat koud water en
bind hiermee de soep. Laat de soep een paar
minuten doorkoken. Klop in een soepterlne
de ierdooier met de room en giet langzaam,
steeds kloppende, de soep er bij.
N.B. In plaats van crème de riz of bloem
van rijst kan ook maïzena gebruikt worden.
RAGOUT VAN KIP
I groote kip
45 gram kalfsgehakt
5 d. L. bouillon van kip
5 d.L. room
60 gram bloem
1 eierdooier
65 gram boter
blikje champignons
2 lepels Grawes
peper, zout.
Bereiding:
Zet de fitgehaalde en gewasschen kip op
met kokend water en zout. Kook ze gaar.
Snijd het vleesch van de beentjes, verdeel het
in mooie, lange stukjes (snijd het vleesch fij
ner dan de ragout, het moet dienen tot vulling
van pasteitje of fritures). Maak het gehakt
op de gewone wijze smakelijk aan met peper,
zout ,noot, beschuit, desgewenscht ei. Vorm er
kleine balletjes van en kook deze gaar in de
kippenbouillon.
Verwarm roerende boter en bloem tot een
gladde massa voeg hierbij langzamerhand en
steeds roerendè 4 d.L. gezeefde bouillon van
de kip. Laat de saus 5 10 minuten zachtjes
doorkoken. Klop de eierdooier in 'n kommetje,
doe hier bij, onder goed rceren een weinig van
de saus, giet dit dan terug in de pan en maak
de saus weder af met room, wijn, peper, zout,
doormidden gesneden champignons en wat
van het nat daarvan. Roer de stukjes kip en
de balletjes gehakt door de saus. Geef deze
ragout op een vleeschschotel, omgeven door
een rand fleurons of gebruik ze als vulling
voor een groote pastel, kleine pasteitjes of
fritures.
KIP MET RIJST
1 middelmatig groote kip
60 gram boter
1 Yï eetlepel soja
Cayennepeper
150 gram rijst
1 ei
iets maizena
zout.
Bereiding:
Zet de uitgehaalde en gewasschen ldp op
met kokend water en zout. Kook ze zachtjes
gaar (pl.m. 1 uur), trancheer ze, snijd Het
vleesch van de beentjes in nette stukken en
stoof het kippenvleesch in 2/3 van de boter
met de soja, Cayennepeper en ruim 1 d. L.
bouillon van de kip, gedurende Y< uur. Bind
dan het vocht met 5 gram maizena, dat met
wat koud water is aangemengd tot een dun
papje. Laat dit sausje nog 5 minuten koken.
Kook de gewasschen rijst gaar in 4 'A d.L.
kippenbouillon. Roer er voorzichtig 1 eierdooier
door en de rest der boter. Vul een met boter
ingewreven, vuurvasten schotel eerst met het
kippenvleesch, dan (net de rijst. Strijk den
bovenkant glad, strooi er een weinig fijn
paneermeel over, leg hier en daar een klein
kluitje boter en laat er in een wannen oven
vlug een bruin korstje op komen.
CATHARINA.
benevens de beide naadjes van de mou
wen; dichtstikken. De rafels kan men met!
een schuin biesje afwerken, of wel kan
het manteltje gevoerd worden. Den zoom
noemt men zoo breed als eenigszins mogelijk
is en wordt ingezoomd.
De onderkant van het mouwtje wordt naar
binnen toe geslagen en daar opgekruisd
waarna ge het mouwtje in kunt zetten.
Men moet er voor zorgen, dat de naad 3
c.M. meer naar voren komt, dan de zijnaad
van het manteltje.
De kraag wordt 44 c.M. lang en i6 c.M.
breed geknipt, dubbel gelegd met den goeden
kant naar binnen, waarna ge de zijkantjes
dichtstikt. De kraag wordt aangestikt en over-
zoomd. In de naad van kraag en revers
kunt ge op 2 c.M. afstand vanaf middenvoor
de breedte van het knoopsgat openlaten, zoo
dat het manteltje des winters ook hoog geslo
ten kan worden.
Bij rie overige gepaspoigneerde knoopsgaten
wordt de achterkant ingeknipt en tegenge-
zoomd. Alvorens men de zakjes opzet past
men weer even, om te zien of de hoogte juist
is. Het ceintuurtje maakt ge 80 cM. lang en na
afwerking 4 c.M. breed.
Wanneer de stof het toelaat, zet ge op het
mouwtje een 25 c.M. wijd en 5 c.M. breed
manchetje, dat met satinet wordt gevoerd.
Alvorens deze op te zetten wordt het man
teltje e;».st fiimk geperst, met een natten doek
op den verkeerden kant, en een flink heet
ijzer. Hierna kan men de knoopen aanzetten,
de manchetjes opnaaien, en de ceintuur op de
zijnaden even vasthechten. DINY.
Nu rijgt ge eerst het
heele manteltje even
in elkaar om te pas
sen. Zit het goed, dan
begint men midden
voor de gepaspoigneer
de knoopsgaten in te
maken. Hiervoor rijgt
ge op de aangegeven
plaatsen (op 17 en 35
c. M. vanaf den on
derkant) het knoops
gat even af, waarna
ge hier op den
De fontange is het torenhoog): kapsel, dat in
de zeventiende eeuw het hoefd der voorname
Fransche dames sierde. Aan het ontstaan van
dat kapsel is een eigenaardige historie ver
bonden.
In 1678 kwam aan het hof van koning Lo-
dewijk XIV van Frankrijk een meisje uit een
voorname, maar arme familie als hofdame bij
de koningin-moeder. Zij heette Marie Angéli-
que de Scoraille de Roussillie en was pas
zeventien jaar oud.
Het meisje zag er bekoorlijk uit en wist de
plaats in te nemen van madame De Mon-
tespan, van wier luimen Lodewijk XIV langza
merhand genoeg begon te krijgen. De koning
verhief haar tot hertogin van Fontanges. Zij
heeft slechts drie jaar aan het hof vertoefd,
want reeds op 20-jarigen leeftijd stierf zij.
Maar in dien korten tijd heeft zij schatten
verspild en werd zij de toonaangeefster op het
gebied 'van de mode. Zooals de hertogin van
Fontanges zich kleedde, gingen ook andere
hofdames zich kleeden.
Eens gebeurde het dat op een hofjacht te
Fontainebleau haar kapsel losraakte. Gelegen
heid om het weer in orde te maken, had zij
zoo gauw niet. En daarom bond zij het haar
met een lint over het voorhoofd samen. De
koning vond dat zij er nog liever uitzag en
verzocht haar in het vervolg steeds haar kap
sel op die wijze te verzorgen. Zij voldeed aan
'5 konlngs verzoek, alle hofdames volgden haar
voorbeeld en juist door dat eenvoudige kapsel
is de beruchte fontange ontstaan, toen men
het haar steeds verder naar boven opwerkte.
Voor het hoog optorenen maakte men ge
bruik van een linnen geraamte, waar het haar
i in den vorm van orgelpijpen tegenop gewérkt
werd.
I Met metalen staven werd de twee voet hooge
stellage op haar plaats gehouden. Het geheel
werd met linten, valsche lokken en edelge
steenten opgesierd.
Natuurlijk waren er verschillende soorten
van fontanges, sommige met drie of vier ver-
diepingen en van een hoogte soms, dat het
gezicht van de dame ongeveer in het midden
van (ie geheele gestalte gezocht moest worden.
Er waren van die torenhooge kapsels, met
Pe patronen worden op de vaste lijnen ultge- goeden kant een lapje oplegt, wat 3 c.M. breed
knipt. Het gearceerde gedeelte aan den voor
kant van het manteltje is het tegenbeleg. Het
loopt vanaf 3 c.M. breedte in den schouder
®Ver tot een 10 c. M. breed stuk in den zoom.
Alvorens tot bet knippen over te gaan, moet
Be er altijd aan denken, wanneer ge van oud
Meuw maakt, dat ge u er vooraf van over-
ïui8d hebt, dat alle stukken er uit kunnen.
Men moet het dus zoo voordeelig als mogelijk
M. op de «tof leggen. Dan kimt ge het pa-
®oon met een c.M. naad, en een 5 cM. bree-
aoom aan den onderkant, uitknippen.
en 6 c.M. lang is, midden op midden, waarna
ge het knoopsgat op 2 m.M. vanaf den rijg
draad rond stikt. Dan knipt ge het knoopsgat
in, waarna het lapje naar den verkeerden kant
wordt omgehaald en daar wordt opgekruist.
Op dezelfde manier maakt men de knoops
gaten in de zakjes en in de ceintuur. Hierna
wordt het tegenbeleg tegengestikt, waarna het
op den verkeerden kant stevig en glad op
het voorpand wordt geregen. Ook de breuklijn
wordt door een rijgdraad even aangege
ven. Nu kan men etf- en schoudernadón,
zooveel goud en edelgesteenten versierd, dat
het kapsel soms zwaarder woog dan de 'draag
ster er van. Heel prettig moet het niet ge
weest zijn zoo'n groot gewicht op het hoofd
te torsen.
Lodewijk XIV, die zelf den stoot had gege
ven tot zulke vervaarlijke kapsels, vond ze
later zoo leelijk, dat hij alles probeerde om
de dwaze mode weer te doen verdwijnen.
Maar dit ging niet zoo gemakkelijk. Een
verbod, om de fontanges te dragen, hielp heel
weinig en bracht heel Versailles in de groot
ste opwinding.
Meer dan twintig jaar bleef de fontange-
mode in zwang en de koning moet er zich
meermalen over hebben beklaagd, dat zijn
macht ontoereikend was, om de ongewenschte
haardracht uit de wereld te helpen.
De dwaze mode bleef natuurlijk niet tot
Frankrijk beperkt. Ook In andere landen heb
ben de overheden er zich tegen verzet.
Toen Lodewijk XIV zijn verbod tot het dra
gen van de fontanges had uitgevaardigd, heeft
Maria van Modena, die als koningin van
Engeland in ballingschap te St. Germain ver
toefde, daaraan gehoor gegeven Zij wilde den
koning behagen en den hofdames een gqed
voorbeeld geven. Daarom droeg zij een lager
kapsel. Succes heeft zij met haar poging even
wel niet gehad. Dat kwam pas in het jaar
1714.
Op een hofdiner te Versailles verscheen toen
de hertogin van Shrewsbury. Deze Engelsche
dame droeg in tegenstelling met alle anderen,
een laag kapsel. Dat gaf den koning aanlei
ding tot 'n opmerking, die doel heeft getrof
fen. Hij zei, dat de Fransche dames in het
geheel niet wisten, wat haar goed stond, want
anders zouden zij zich niet zoo dwaas laten
kappen, maar een lageren hoofdtooi dragen,
zooals de Engelsche lady. Werkelijk zag men
den volgenden dag de Fransche dames met
een veel lager kapsel. Een nieuwe mode had
haar intrede gedaan. Niet aarzelend, maar
plotseling en op een forsche wijze. Na eenige
jaren waren de torenkapsels geheel verdwenen
en beijverden de dames zich het haar zoo glad
en zoo strak mogelijk om het hoofd te leggen.
Ofschoon gefineerd meubelwerk prac-
tisch in leder huis voorkomt, weten de
meeste menschen toch weinig af van de
verdiensten. Alléén het mooie uiterlijk
valt op. De mooiste effecten worden mo
gelijk gemaakt door de prachtige schik
king van de houtnerven.
Deuren van mahonie linnenkasten,
dressoirs, enz, waar prachtige vlammen
in loopen, soms regelmatig ingebracht,
zijn zeker gefineerd.
Effecten, die onmogelijk verkregen wor
den met het duurste, massieve hout, dit
zijn wel de voornaamste voordeelen van
fineerwerk.
Het is een feit, dat de meeste fijne
houten meubelwerken heden gefineerd
zijn. De voornaamste van deze voordeelen
zijn schoonheid en symmetrie, en daarbij
heeft het een hoogen weerstand tegen
krimpen, uitzetten en trekken, hetgeen
vang root belang is.
Sommige menschen denken dat meubel
werk, dat gefineerd is, minderwaardig is.
Dit is een heel verkeerd denkbeeld.
Het gebruik van gefineerd meubelwerk
is niet nieuw, doch men heeft nooit een
betere kwaliteit bereikt dan thans. Als
we kijken naar ons meubelwerk: de tafel,
het bureau, het bed, radio, gramofoon,
klokken, vooral wanneer het uitgevoerd is
in wortelnoten of mahonie, ze zijn alle
gefineerd, gedeeltelijk of geheel.
Ais we b.v. de kanten van het bekleed
sel der radio-deuren goed onderzoekeu.
dan zal men vaak 2 lagen van het dunne
fineer zien aan beide kanten van een
dikke kern, goede aandacht echter is
noodig, omdat de afwerking dikwijls zoo
zorgvuldig is, dat het fineerwerk niet
altijd te ontdekken is.
Haast iedere piano is gefineerd.
De rand of de lijst van een vleugel,
vooral wat betreft het onregelmatige
hartvormige deel, wordt gemaakt door ver
schillende lagen fineer samen te lijmen en
onder druk te zetten, om het lijmwater
dat geabsorbeerd is te laten drogen.
Wanneer zulk een stuk gemaakt werd
van massieve strooken, zou het waar
schijnlijk niet zoo sterk zijn, duurder en
minder fraai.
van al onze modellen die genummerd zijn boven <$ooo,
zijn verkrijgbaar aan „Het Patronenkantoor", Post
bus no. i, Haarlem. Onberispelijke coupe- Daroes-
kleedingin de maten 88. 98, 104 bovenwijdte, a ƒ.0,55*
fCinderkleeding. alleen voor den in de beschrijving
genoemden leeftijd k ƒ0.35. Bi) elk patroon handlei
ding voor het knippen cn naaien, benevens een Vff
Ueinck patroonadiets.
Franco toezending, direct na ontvangst van bestel
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels
ingesloten, waarbi) vermeld naam en adres, nummer
van het model en het blad, waarin het voorkomt, en
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam,
recht onder de armen door, gewoon glad zonder extra
toegift.