m
Nofee
Een neus die meetelt
Wat is Televisie
Waar het geld van de
prijzen
WOENSDAG 23 OCTOBER 1929 TWEEDE BLAD. PAGINA 8.
Hare de neus van koningin Cleopatra kled-
ber geweest, zei Pascal, het aanschijn der
aarde zou niet hetzelfde geweest zijn.
De neus van Jaap Wipper, had een minder
fcrooten invloed op het wereldgebeuren, wait
echter volstrekt niet zeggen wil dat die neus
biet wonderbaarlijk was. Om beroemd te
borden ontbrak het hem slechts aan een
omgeving die hem op juiste waarde had
kunnen schatten en aan $en geestdriftigen
dichter om hem te bezingen, 'n Oogenblik
keb ik de hoop gekoesterd die Homerus te
borden, maar ontmoediging dwong me af
pand te doen van dat plan. Ik zag namelijk
111 dat mijn Her te klein was voor zoo'n
Erooten neus.
Ik zal me daarom beperken tot de be
scheiden rol van geschiedschrijver en in zeer
eenvoudig proza de bestijging van' die Hima
laya wagen.
Het spreekt van zelf, dat Jaap met zoo'n
neus door zijn neus praatte. En ik zou hier
k'jha een nieuwe uitdrukking ten beste geven
üoor te zeggen dat bet jong mens c.h door zijn
beus leefde.
Inderdaad scheen het, alsof heel dat zwakke
gebogen, ineeri gedrongen lichaam van Wip-
her slechts bestemd om dien geweldigen uit
bouw aan den voorgevel van z'n hoofd te
onderhouden en tot bloei te brengen. Jaap
XVas mager en de neus werd immer omvang
rijker. Jaap was bleek en de neus vlamde.
Jkap was triestig gestemd en de neus bloeide
°P- Jaap lispelde nauw hoorbaar en de neus
biesde met oldfantskracht. Jaap was be
scheiden en de neus werd steeds aanmatigen-
fler. In één woord, Jaap kwijnde en zijn neus
alleen leefde. Wat logisch was! Want wilde
Za°'n neus leven, dan moest het verdere
lichaam kwijnen. En juist ook omdat de
heus aanmatigend was, vuurrood en weelde
rig tierde, was Jaap bescheiden, bleek, som
ber. De neus eiischte voor zich op de beste
levenssappen, den grootsten hoeveelheid
bloed.
En Wipper wist dat alles wel. Sprak hij
altijd door den neus, hij sprak vooral over
flen neus, omdat deze het middelpunt was
v&n zijn wezen, het punt waarom geheel
rijn leven draaide.
Of hij zelf ingenomen was met zoo'n reuk-
zintuig? Ik vermoed van niet. Daarvoor
waren de nadeelen van dien neus te talrijk.
Dat hij niet verder zag dan zijn neus lang
as, wil nog absoluut' niets zeggen. Indien
rijn blik het einde van den neus bereiken
kon, was hij onmogelijk kortzichtig te noe-
hien. Maar wel belette hem dat reukorgaan
vrij uitzicht, was voor hem de horizon
"leeds verborgen achter dat gebergte. Dan
'fas het natuurlijk met zoo'n neus, aller
gemakkelijkst hem bij den neus te nemen,
dan wist men ook zeker dat men Jaap Wip
per te pakken had.
Hoe kon de jongen verder sympathiek
^ezen in de oogen van zijn omgeving. Nood
zakelijkerwijze stond hij steeds op zijn neus
kijken, stak zonder het te willen overal
*ijn neus in.
Reeds van zijn prilste jeugd af was hij het
r'ftchtoffer geweest van dat onding. Hij moest
als zuigeling al zien dat iedereen zijn neus
°P trok voor zóó'n neus. En had hij niet veel
Ia laat loopen geleerd omdat de neus hem
topzwaar maakte en aanhoudend deed wan
kelen. En als hij zijn neus moest vooruit-
dragen in den kouden winterwind, wat leed
bij dan niet. De centrale verwarming van
*»in lichaam was natuurlijk niet in staat
dat aan de lucht blootgestelde oppervlak
°P temperatuur te houden. En ga zoo'n ding
°u eens aankleeden om bet tegen 't vriezen
beschutten. Wat een onkosten zou dat
Piet meegebracht hebben.
Wat hij te midden van zijn schoolkame
raden geleden heeft is moeilijk bij benade
ring te zeggen. De domste en minst vinding
rijkste noemde hem aanstonds de neushoorn.
Natuurlijk was hij een bijzonder dankbaar
mikpunt voor sneeuwballen, propjes papier
een kersenpitten, tlie allen als aangetrokken
werden door dat omvangrijke liduiam.
't Is dus te begrijpen dat die neus zijn
grootste vijand was, een vijand dien hij niet.
ontwapenen kon. Integendeel, iederen dag
nam dat monsterachtige wezen in kracht
toe, ten koste van Jaap's overige krachten.
Maar nu dient het ook gezegd te worden
ciat Wipper laf was tegenover zijn onder
drukker. Waarom, als dat ding zijn vijand
was, doste hij het zoo uit, siierde het zoo op
met vermiljoen, purper, kersrood en alle roode
schakeringen, of mot hemelsblauw waarin
het paars zich mengde.
-Iet behoeft, niet gezegd te worden, dat
al die kleurige bloemen niet tot zoo'n hoogen
bloei geraakt waren als ze alleen maar met
schoon water begoten werden.
Helaas ja, Jaap hield wat veel van een
pittig glaasje. Niet dat hij hartstochtelijk
verslaafd was aan sterken drank en zich in
den afgrond der dronkenschap wierp, neen,
zoo ver was hij nooit gekomen. Hij bleef
altijd halverwege op de gevaarlijke helling.
Scheen zich dan een tent te hebben opge
slagen om te leven, kwam dus ook nooit ge
heel aan de oppervlakte.
Nu heb ik al menigmaal met Jaap zelf de
kwestie besproken of zijn neus de oorzaak
of het, gevolg is van, zijn drinken. Ik dacht
dat hij daarvan het gevolg was, maar Jaap
heeft altijd het tegenovergestelde volgehouden
Door 't drinken heb je zoo'n neus ge
kregen, beweerde ik.
Kun je hegrijpen! was zijn antwoord,
ik drink alleen omdat ik zoo'n neus heb.
Wel moet ik toegeven dat er veel waars
lag in zijn redeneering diie hij opzette met
de axioma: Mijn neus bestond al, vóórdat
ik aan drinken dacht. Wat hem niet be
lette toe te geven dat hij deel gehad heeft in
den aanbouw van die ontzagwekkende pyra-
mide.
Een ding is zeker, besloot hij zijn be
toog, namelijk dat in dat duel tusschen mijn
neus en mij, de neus het eerst begonnen is.
Daarvoor getuigden de avonturen die hij
vanaf zijn wieg tegen wil en dank mee moest
maken, omdat hij onafscheidelijk verbonden
was met dien vleesch uitwas.
Neen, zei Jaap, dat ding heeft m'n
eerste glaasje jenever niet afgewacht om op
een komkommer te gaan lijken.
En hij vertelde mij eenige zijner tallooize
wederwaardigheden welke die neus hem
reeds bezorgd had.
Jaap had zich vroegtijdig aangetrokken
gevoeld tot den handel. Maar ga nu eens lief
en sympathiek doen tegenover de klanten
als je zoo'n vooruitspringende punt tusschen
oogen en mond hebt. Na in vier winkels weg
gestuurd te zijn omdat hij niets verkocht,
begon de arme jongen een onverwinbare af
keer te gevoelen voor den handel. Een ken
nis ried hem toen aan: jouw plaats is bij
mijn oom die tooneelbenoodigdheden ver
koopt, jij kunt dan 't best in de maskérs-
afdeeling staan... hoewel als de klanten jouw
kokkerd zien, zij de maskers niet meer aan
kijken.
Jaap probeerde vervolgens als kantoorbe
diende nuttig te zijn. Maar zoodra hij een
oogenblik indommelde, sleepte zijn neus over
het papier en maakte de kolommen cijfers
onleesbaar. Waarop de patroon dan woedend
uitviel met:
Maar jongen, laat je dan meikevers
die hun achtereind in de inkt gedoopt heb
ben, over de boeken loopen?
Ook had Jaap geprobeerd notarisklerk te
zijn. Doch zijn neus verstoorde den ernst
van het notariskantoor. Trouwens op de
reeds schaarsch verlichte tafel waar hij
werkte, wierp zijn neus een slagschaduw
welke een geheel vel gezegeld papier bedekte,
laap schreef dus in het donker, min of meer
hEN RIJ VROOLIJKE MEISJES, die ongetwijfeld een van de aantrekkelijkheden zullen
uitmaken van de zuivelbereidingstentoonstelling, die. Maandag te Londen geopend werd.
ALs EEN
SCHILDERIJTJE. Deze jachüoto weid genomen
bfj «ba openlag van bet jachtseizoen.
uiandj
op goed geluk af en dat verknoeide menig
duur papier.
Ten einde raad besloot Jaap Wipper kell-
ner te worden. Helaas! wanneer hij een blad
vol glazen boven de hoofden der klanten
wilde beuren, weekte zijn neus in de limo
nade, verdween, gedeeltelijk natuurlijk, in
het schuim van 't bier, terwijl de prikkel
van de champagne het gevaarte aan 't niezen
bracht.
Het zou ondoenlijk zijn zelfs ook maar een
kort overzicht te geven van de avonturen
welke Jaap met zijn neus beleefde. Zonder
dan nog te gêwagen van dè plagerijen 'èn
andere als hartelijkheden gevóelde bedekte,
of rechtsireeksche gezegdeS welke dat in 't
oogloopende lichaamsdeel opwekte. Want,
evenals een vorst zich niet in 't publiek kan
vertonnen zonder dat hij het middelpunt is
van toejuichingenen vereering, zoo behoefde
Jaap's peus maar te verschijnen om aan
stonds een storm van kwinkslagen te doen
losbarsten.
Zeg neus waar ga je met dat ventje
heen; zeg Jaap ga eens mee naar den kelder,
dan kan je neus me bijlichten. Kerel wat een
prachtig bal con heeft jouw huis, maar ik
geloof dat het onderste boven gebouwd is.
at een reus van een neus, daar is de slurf
van een olifant maar niks bij enz. enz.
Toch gebeurde het eenmaal in zijn leven,
dat Jaap zijn neus bijna zegende en het
scheen of zijn onderdrukken hem eindelijk
geluk en fortuin aanbracht.
Een kwakzalver, die Jaap op de markt
ontmoette, kwam in verrukking hij het ge
zicht van het monster. Op staanden voet
bood de gelukzoeker den verbaasden jongen
een aanlokkelijk loon aan, indien hij zich
aan het publiek wilde laten vertoonen onder
de aanduiding van Neusmensch.
- Eindelijk, riep Wipper opgetogen uit,
eindelijk dan toch zal ik revanche nemen.
En met beide handen zijn vervolger schud
dend, zei hij met de voldoening van een
zich wrekenden haat:
Nu is het mijn beurt jou uit te buiten.
Maar, hernam de kwakzalver, ik beloof
u dat loon onder ééne voorwaarde....
En die is? vroeg Jaap beangst, want
reeds zag hij zijn neus geamputeerd en in
gemaakt.
Want, u begrijpt, zei hij mij ,toem hij
mij dit alles vertelde, ik wilde me toch niet
van mijn neus laten scheiden. Daarom heb
ben we al te lang samen geleefd.
De ander hernam:
Mijn voorwaarde is deze. Zoo-dra wij de
overeenkomst geteekend hebben, behoort de
neus mij toe, zoodat ik er allee mee kan doen
wat noodig is om hem zóó te maken dat
wij er eer mee kunnen inleggen.
Wat bedoelt u daarmee?
Dat ik de middelen aanwend die ik
nuttig acht en door mij alleen bekend zijn.
Daar moet u zich dan gewillig aan onder
werpen.
Neen, maar die was goed, besloot Wip
per zijn relaas. Snapt u dat er Iemand be
staat die mijn neus niet groot genoeg vindt?
Waarop ik als antwoord gaf:
Man, je hebt je roeping gemist door die
prachtige gelegenheid onbenut te laten voor
bijgaan. Je hebt je toekomst vergooid.
M'n toekomst? Noemt u dat een toe
komst? Weet u wat die gek met m'n neus
wou doen? Hij wou hem nog indrukwekken-
'er maken. Maar dan was ik geheel en al
etis geworden. Zeker, dan had ik naam ge
bakt, zou rijk geweest zijn, maar wanneer
;a men" h v - 't, kun jé er mod'ök ge-
"gr.n n-r i n' fc» ati te z dan
„en slurf. Zonder dan nog te reken, u dat ik
me gemakkelijk zou hebben kunnen ver-
zrïMeoi
Onder televisie verstaat men het zien van
personen, gebeurtenissen, voorwerpen, enz.
op grooten afstand. De afstand waarop te
levisie mogelijk Is, is dus gelijk aan de grens
van het gezichtsvermogen ein dus voor ieder
mensch verschillend en bovendien wordt
deze grenswijdte door allerlei factoren beïn
vloed. Door middel van de techniek, van de
radio nu, is het gelukt, om het zoo maar
uit te drukken, de werkingssfeer van het
menschelijk oog nog belangrijk uit te brei
den.
Door de radio-televisie hebben wij de be
schikking gekregen over een „electrisch oog'
van schier onbegrensde reikwijdte en de
voornaamste samenstellende deelen van di
oog zijn: de uitz.end-installatie, de opvangin-
stallatie en de aethertrillingen, welke tus
schen deze beide de brug, de verbinding vor
men.
In de uitzendstations bevinden zich licht
gevoelige cellen, welke de varieerendo licht
intensiteiten van personen, voorwerpen,
enz. omzetten ibi stroomvariaties. Dit i«
dus 'hetnetvlies van het electrisclie oog en
wij kunnen dit vergelijken met de micro
foon van het uitzend,station voor radio-om
roep. Door middel van aethertrillingen, op
gewekt door het uitzendstation, worden
deze stroomvariaties overgebracht naar de
ontvangtoestellen op overeenkomstige wijze,
als zulks bij den tegenwoordigen radio-om
roep geschiedt.
Door middel van een ingenieuze construc
tie van het ontvangtoestel, de z.g. Weller-
sche schijf, worden de ontvangen stroom
variaties weder omgezet in varieerende
lichtintensiteiten en op een matglazen plaat
geprojecteerd.
Het overbrengen van afbeeldingen nu
heeft plaats in zoo snelle opeenvolging, dat
voor het menschelijk oog de indruk ontstaat
van een samenhangende voorstelling of han
deling, op overeenkomstige wijze dus als bij
de bioscoopfilm.
De voor de omzetting der lichtintensitei
ten in stroomwaarden van de zijde van den
zender en voor de wederomzetting der ont-
vamgstrooinen in lichttrillingen bij het ont
vangtoestel gebruikte organen voor radio-
televisie, vertoonen over het algemeen veel
overeenkomst met, die, welke gebruikt wor
den voor electrische beeldoverbrenging, zoo
als deze reeds enkele jaren bestaat.
liet overbrengen van televisie-beelden ge
schiedt echter met groote snelheid van op
eenvolging, daar, z.ooals reeds gezegd,
meerdere beelden per seconde moeten wor
den overgebracht cn geprojecteerd om den
toeschouwer den indruk van een samen
hangende voorstelling of handeling te ge
ven.
Voor een goede weergave-kwaliteit zijn
zoowel de snelheid van het- raster als her
aantal complete beelden por seconde van
belang. Als minimum moeten acht beelden
per seconde worden geprojecteerd. Komt
men heneden dit aantal, dan ontstaat het
flikkeren der beelden, zooals zulks ook bij
eerste films het geval was. Normaal ge
schiedt de projectie met een snelheid van
pl.m. 15 beelden per seconde, althans bij het
systeem Karolus^Telefuinken, dat volgens
den tegenwoordigen stand der itechniek
het meest volmaakt is.
De persoonj wiens beeltenis getelevisec;
wordt, plaatst zich voor den zender 1.0
wórdt door een snel wisselenden lichtstraal
zoo „afgetast", dat elk punt vam het ge-
heele beeld ongeveer 15 maal per seconde
Onlangs heeft men de Amcrik.,.11 iie che
mische industrie tegen de plannen tot af
schaffing van den gasoorlog hooren pro
testeeren. uit menschelijkheidsoveirwe-
gmgen. Gij glimlacht, doch is heit niet een
oude spreuk, dat „de oorlog zoo vreeselijk
gemaakt moet worden, dat hij onmogelijk
wordt?" Men heeft de uitlating vaak genoeg
herhaald in de laaltste jaren vóór den ooplog,
zonder zich bewust te zijn, dat zij afkom
stig lis van niemand minder dan Alfred No
bel. den weldoener 'der menschheid, den
stichter van de Nobelprijzen, vooral.... de
vredesprijzen.
Trouwens, heeft iemand verleden week,
toen de onderscheiding der helden van Lo
carno Nobel's naam op ieders lippen
bracht,, nog bedacht, welke de oorsprong
is geweest van de ruim 30 millioen Zweed-
sche kronen van het beroemde testament"?
Zij waren belegd in acht verschillende lan
den, in meer dan 90 fabrieken het heeft
heel wat moeite gekost voor alles uit deze
bedrijven was losgemaakt en in betrouw
bare, meest staatsrenten, omgezet was
en deze fabrieken waren..», dynamietfa-
brieken. Want (wij ontleeneen de hier vol
gende bijzonderheden aan een gelegen
heidsartikel in de Frankf. Ztg.) Alfred No
bel, die als een onvermogend man begon
nen is, heeft naam en fortuin gemaakt
als uitvinder van het dynamiet!
Vóór zijn tijd was het eenige ontploffings
middel voor algemeen gebruik het kruit.
Wel had in 1779 de Franschman Schee de
glycerine ontdekt en uit deze werd in 1847
door den Italiaan Sobrero, door vermen
ging met verschillende andere stoffen, de
nitroglycerine, een ontploffingsmiddel ver
vaardigd. De explosieve werking van deze
vloeistof was echter zóó groot, dat zij in
dezen vorm niet te gebruiken was. Alfred
Nobel is toen aan 't werk gegaan om het
vernielingsmiddel te verbeteren. Hij noch
zijn vader hadden echter het geld om de
proefnemingen te bekostigen; Nobel trok in
1861 naar Parijs en trachtte de Fransche
financiers vor zijn plannen te .interessee
ren. Dezen haalden echter glimlachend de
schouders op, doch Napoleon III stelde be
lang in den jongen man en gaf hem 'n
voorschot van 100.000 francs.
Hiermee richtte Nobel een laboratorium
op te Heleneborg bij Stockholm en ging
aan het werk. De eerste slachtoffers van
het element, dat nadien in den oorlog er
zoo vele zou maken, waren Nobel's eigen
broeder en twee zijner beste vrienden en
medewerkers, die in 1867 door een ont
ploffing in het laboratorium gedood wer
den. De burgers van Stockholm schrikten
zoo, dat zij Nobel verboden zijn experimen
ten in Zweden voort te zetten. Hij kocht
een oud woonschip, waar hij zijn experi
menten voortzette, steeds verder opgejaagd
door de verschrikte bevolking, tof hij hot
dynamiet tot stand gebracht had.
Nobel begon met groote verbeteringen
aan te brengen aan de nitroglycerine, tot
een 'toeval hem tot zijn groote rantdekkin
bracht. In het jaar 1863 werd een vat me
glycerine lek en de inhoud begon weg te
loopen. Hot vat was echter in een grooter
vat met poreuse aarde verpakt, de zoo
genaamde infusoriënaarde. Het bleek achr
teraf, dat de aarde, op deze wijze mét
nitroglycerine gedrenkt, zeer ontplofbaar
was en zoo was feitelijk het dynamiet ge
vonden, dat op 19 September 1867 in Zwei-
den gepantenteerd werd.
Verdere experimenten brachten Nobel er
toe om de aarde te vervangen door schiet
katoen en een paar andere stoffen, onge
veer dezelfde, die thans voor de vervaardi
ging van dynamiet gebruikt worden.
Nobel was ongehuwd gebleven en naar
mate hij ouder werd nam de belangstelling
'toe voor hetgeen er met het reusachtige
vermogen, dat, naar men weet, de exploi
tatie zijner uitvinding hem bezorgd had»
gebeuren zou. Nobel was een eigenaardige
persoonlijkheid. Oer-Zwoedsch, doch tevens
cosmopolitisch aangelegd als geen ander.
Hij sprak Duitsch, Fransch» Russisch en
Engelsch als zijn moedertaal en bezat een
buitengemeen conversatietalent. Hij had.
zulk een fijn stijlgevoel, dat hij een groot
schrijver had kunnen worden. In latere
jaren is hij zelfs een drama begonnen. Hij
had een rijke schilderijenverzameling aan
gelegd. Hij genoot een reputatie als wijn-
kenner.
Door zijn arbeiders werd Nobel bemind
en hooggeschat; in geen zijner fabrieken is
ooit een staking uitgebroken. Voor alle
grcót-opgezetiie ondernemingen, voor alle
pionierswerk had hij steeds geld over: hij
is het geweest, die aan Andréo 50.000
Zweedsche kronen geschonken heeft voor
een ballontocht over de Noordpool. X;fn
hem is tevens de uitlating: „dat groote ge-
erfde vermogens noodt de begaafdheid tot
ontwikkeling laten komen. Ieder, die een
vermogen bezit, zou daarom aan zSiti erf-
genatnen niet meer mogen geven -dgij :j
noodig hebben om zich een bestao.u. te
verzekeren."
Het testament van 1894 bracht deze
theorie in praktijk. Van de 18 erfgenamen
berustten er 6, de naaste, onmiddellijk in
de beslissing. De andere 12 protesteerden
en indien het tot een proces gekomen was,
is het nog niet zoo zeker, dat zij het niet
gewonnen zouden hebben, want de Zweed
sche wet eischt, dat de erflater bepaalde
erfgenamen noemt en Nobel had enkel da
Zweedsche Akademie van Wetenschappen,
het Karolingska-instituut en de Kunst-Aka-
demie te Stockholm genoemd en voor den
vredesprijs en door den Noorschen Rijks
dag aangewezen comité van 5 personen.
Ten slofte kon echter een compromis met
de erfgenamen gesloten worden en 10
Dec. 1901 25 jaar geleden kon de
eerste uideeling der prijzen plaats hebban.
(Vad..)
getroffen wordt Dit geschiedt door mid
del van een draaiend spiegelrad, dat bij de
tegenwoordige uitvoering 50 spiegels op
zijn omtrek draagt.
De lichtsterkte bij de projectie is zóó groot,
dat de afbeeldingen zelfs in een normaal
verlichte kamer nog duidelijk herkenbaar
zijn, hetgeen een groot voordeel is van het
Telefunken-Karolus systeem. Daar het beeld
in pl.m. 2500 beeldpunten wordt overge
bracht, is ook de kwaliteit der weergave uit
stekend, omdat hierbij ook de half-tinfen tot
hun recht komgn.
De kwaliteit der reproductie toch is bij de
televisie afhankelijk van de lichtsterkte, het
aantal overgebrachte beeldpunten, de kleur
van het beeld en het aantal overgedragen
afbeeldingen per seconde.
De traagheid van het menschelijk oog is
oorzaak, dat eventueele onnau ^keurigheden
bij het overbrengen van levende beelden, ge
beurtenissen of handelingen niet opvallen,
omdat door 't oog de indrukken nog eenlgen
tijd worden vastgehouden en dus de snelle
opeenvolging der beelden corrigeerend werkt
op de zelfde wijze, als zulks bij de bioscoop
film het geval is.
Nu de techniek de mogelijkheid gescha
pen heeft, is te verwachten, dat binnen af-
zienbaren tijd de televisie in den radio-om
roe]) zal worden opgenomen en de daar in
te nemen plaats zal grooter worden naar
mate de nieuwste vinding zich in de prac-
'tljk verder ontwikkelt.
Dan zal de tijd komen, dat wij hef orkest
niet alleen per radio hooren, maar ook zien
hetgeen natuurlijk ook het geval zal zijn
bij wedstrijden, belangrijke gebeurtenissen
4n binnen- en buitenland, enz.
Misschien zelfs is de tijd niet ver meer, da'
b.v. een schip, dat van ons land r.aar In
dië vaart of omgekeerd, deze reis „telev
seert", zoodat men rustig in z'n hui-V
do wereld doorreist, de tafereelen, d? v
0 landen, kusten en zeeën aanschouw!.
De televisie opent perspectieven van ouge
kende wijdte en onoverzienbare mogelijkhe
den en hot lijfct iriet4e veel geoogd, ais men.
voorspelt, dat weer de wereld staat aan den,
rand van een nieuw gebied van cultuur en
wetenschap.
Op school
„■Wat is het woord brug: mannelijk of vrou
welijk?"
„Mannelijk, meneer."
„Neen, vrouwelijk."
„En u praatte gisteren nog over de Hem-
brugu"
- - -ït if!
-
DE „ORAF ZEFFELIE" bij eeu zijner jongst^
vluchten; heit luchtschip passeert de groota
Sofia»