m Nofee Een neus die meetelt Wat is Televisie Waar het geld van de prijzen WOENSDAG 23 OCTOBER 1929 TWEEDE BLAD. PAGINA 8. Hare de neus van koningin Cleopatra kled- ber geweest, zei Pascal, het aanschijn der aarde zou niet hetzelfde geweest zijn. De neus van Jaap Wipper, had een minder fcrooten invloed op het wereldgebeuren, wait echter volstrekt niet zeggen wil dat die neus biet wonderbaarlijk was. Om beroemd te borden ontbrak het hem slechts aan een omgeving die hem op juiste waarde had kunnen schatten en aan $en geestdriftigen dichter om hem te bezingen, 'n Oogenblik keb ik de hoop gekoesterd die Homerus te borden, maar ontmoediging dwong me af pand te doen van dat plan. Ik zag namelijk 111 dat mijn Her te klein was voor zoo'n Erooten neus. Ik zal me daarom beperken tot de be scheiden rol van geschiedschrijver en in zeer eenvoudig proza de bestijging van' die Hima laya wagen. Het spreekt van zelf, dat Jaap met zoo'n neus door zijn neus praatte. En ik zou hier k'jha een nieuwe uitdrukking ten beste geven üoor te zeggen dat bet jong mens c.h door zijn beus leefde. Inderdaad scheen het, alsof heel dat zwakke gebogen, ineeri gedrongen lichaam van Wip- her slechts bestemd om dien geweldigen uit bouw aan den voorgevel van z'n hoofd te onderhouden en tot bloei te brengen. Jaap XVas mager en de neus werd immer omvang rijker. Jaap was bleek en de neus vlamde. Jkap was triestig gestemd en de neus bloeide °P- Jaap lispelde nauw hoorbaar en de neus biesde met oldfantskracht. Jaap was be scheiden en de neus werd steeds aanmatigen- fler. In één woord, Jaap kwijnde en zijn neus alleen leefde. Wat logisch was! Want wilde Za°'n neus leven, dan moest het verdere lichaam kwijnen. En juist ook omdat de heus aanmatigend was, vuurrood en weelde rig tierde, was Jaap bescheiden, bleek, som ber. De neus eiischte voor zich op de beste levenssappen, den grootsten hoeveelheid bloed. En Wipper wist dat alles wel. Sprak hij altijd door den neus, hij sprak vooral over flen neus, omdat deze het middelpunt was v&n zijn wezen, het punt waarom geheel rijn leven draaide. Of hij zelf ingenomen was met zoo'n reuk- zintuig? Ik vermoed van niet. Daarvoor waren de nadeelen van dien neus te talrijk. Dat hij niet verder zag dan zijn neus lang as, wil nog absoluut' niets zeggen. Indien rijn blik het einde van den neus bereiken kon, was hij onmogelijk kortzichtig te noe- hien. Maar wel belette hem dat reukorgaan vrij uitzicht, was voor hem de horizon "leeds verborgen achter dat gebergte. Dan 'fas het natuurlijk met zoo'n neus, aller gemakkelijkst hem bij den neus te nemen, dan wist men ook zeker dat men Jaap Wip per te pakken had. Hoe kon de jongen verder sympathiek ^ezen in de oogen van zijn omgeving. Nood zakelijkerwijze stond hij steeds op zijn neus kijken, stak zonder het te willen overal *ijn neus in. Reeds van zijn prilste jeugd af was hij het r'ftchtoffer geweest van dat onding. Hij moest als zuigeling al zien dat iedereen zijn neus °P trok voor zóó'n neus. En had hij niet veel Ia laat loopen geleerd omdat de neus hem topzwaar maakte en aanhoudend deed wan kelen. En als hij zijn neus moest vooruit- dragen in den kouden winterwind, wat leed bij dan niet. De centrale verwarming van *»in lichaam was natuurlijk niet in staat dat aan de lucht blootgestelde oppervlak °P temperatuur te houden. En ga zoo'n ding °u eens aankleeden om bet tegen 't vriezen beschutten. Wat een onkosten zou dat Piet meegebracht hebben. Wat hij te midden van zijn schoolkame raden geleden heeft is moeilijk bij benade ring te zeggen. De domste en minst vinding rijkste noemde hem aanstonds de neushoorn. Natuurlijk was hij een bijzonder dankbaar mikpunt voor sneeuwballen, propjes papier een kersenpitten, tlie allen als aangetrokken werden door dat omvangrijke liduiam. 't Is dus te begrijpen dat die neus zijn grootste vijand was, een vijand dien hij niet. ontwapenen kon. Integendeel, iederen dag nam dat monsterachtige wezen in kracht toe, ten koste van Jaap's overige krachten. Maar nu dient het ook gezegd te worden ciat Wipper laf was tegenover zijn onder drukker. Waarom, als dat ding zijn vijand was, doste hij het zoo uit, siierde het zoo op met vermiljoen, purper, kersrood en alle roode schakeringen, of mot hemelsblauw waarin het paars zich mengde. -Iet behoeft, niet gezegd te worden, dat al die kleurige bloemen niet tot zoo'n hoogen bloei geraakt waren als ze alleen maar met schoon water begoten werden. Helaas ja, Jaap hield wat veel van een pittig glaasje. Niet dat hij hartstochtelijk verslaafd was aan sterken drank en zich in den afgrond der dronkenschap wierp, neen, zoo ver was hij nooit gekomen. Hij bleef altijd halverwege op de gevaarlijke helling. Scheen zich dan een tent te hebben opge slagen om te leven, kwam dus ook nooit ge heel aan de oppervlakte. Nu heb ik al menigmaal met Jaap zelf de kwestie besproken of zijn neus de oorzaak of het, gevolg is van, zijn drinken. Ik dacht dat hij daarvan het gevolg was, maar Jaap heeft altijd het tegenovergestelde volgehouden Door 't drinken heb je zoo'n neus ge kregen, beweerde ik. Kun je hegrijpen! was zijn antwoord, ik drink alleen omdat ik zoo'n neus heb. Wel moet ik toegeven dat er veel waars lag in zijn redeneering diie hij opzette met de axioma: Mijn neus bestond al, vóórdat ik aan drinken dacht. Wat hem niet be lette toe te geven dat hij deel gehad heeft in den aanbouw van die ontzagwekkende pyra- mide. Een ding is zeker, besloot hij zijn be toog, namelijk dat in dat duel tusschen mijn neus en mij, de neus het eerst begonnen is. Daarvoor getuigden de avonturen die hij vanaf zijn wieg tegen wil en dank mee moest maken, omdat hij onafscheidelijk verbonden was met dien vleesch uitwas. Neen, zei Jaap, dat ding heeft m'n eerste glaasje jenever niet afgewacht om op een komkommer te gaan lijken. En hij vertelde mij eenige zijner tallooize wederwaardigheden welke die neus hem reeds bezorgd had. Jaap had zich vroegtijdig aangetrokken gevoeld tot den handel. Maar ga nu eens lief en sympathiek doen tegenover de klanten als je zoo'n vooruitspringende punt tusschen oogen en mond hebt. Na in vier winkels weg gestuurd te zijn omdat hij niets verkocht, begon de arme jongen een onverwinbare af keer te gevoelen voor den handel. Een ken nis ried hem toen aan: jouw plaats is bij mijn oom die tooneelbenoodigdheden ver koopt, jij kunt dan 't best in de maskérs- afdeeling staan... hoewel als de klanten jouw kokkerd zien, zij de maskers niet meer aan kijken. Jaap probeerde vervolgens als kantoorbe diende nuttig te zijn. Maar zoodra hij een oogenblik indommelde, sleepte zijn neus over het papier en maakte de kolommen cijfers onleesbaar. Waarop de patroon dan woedend uitviel met: Maar jongen, laat je dan meikevers die hun achtereind in de inkt gedoopt heb ben, over de boeken loopen? Ook had Jaap geprobeerd notarisklerk te zijn. Doch zijn neus verstoorde den ernst van het notariskantoor. Trouwens op de reeds schaarsch verlichte tafel waar hij werkte, wierp zijn neus een slagschaduw welke een geheel vel gezegeld papier bedekte, laap schreef dus in het donker, min of meer hEN RIJ VROOLIJKE MEISJES, die ongetwijfeld een van de aantrekkelijkheden zullen uitmaken van de zuivelbereidingstentoonstelling, die. Maandag te Londen geopend werd. ALs EEN SCHILDERIJTJE. Deze jachüoto weid genomen bfj «ba openlag van bet jachtseizoen. uiandj op goed geluk af en dat verknoeide menig duur papier. Ten einde raad besloot Jaap Wipper kell- ner te worden. Helaas! wanneer hij een blad vol glazen boven de hoofden der klanten wilde beuren, weekte zijn neus in de limo nade, verdween, gedeeltelijk natuurlijk, in het schuim van 't bier, terwijl de prikkel van de champagne het gevaarte aan 't niezen bracht. Het zou ondoenlijk zijn zelfs ook maar een kort overzicht te geven van de avonturen welke Jaap met zijn neus beleefde. Zonder dan nog te gêwagen van dè plagerijen 'èn andere als hartelijkheden gevóelde bedekte, of rechtsireeksche gezegdeS welke dat in 't oogloopende lichaamsdeel opwekte. Want, evenals een vorst zich niet in 't publiek kan vertonnen zonder dat hij het middelpunt is van toejuichingenen vereering, zoo behoefde Jaap's peus maar te verschijnen om aan stonds een storm van kwinkslagen te doen losbarsten. Zeg neus waar ga je met dat ventje heen; zeg Jaap ga eens mee naar den kelder, dan kan je neus me bijlichten. Kerel wat een prachtig bal con heeft jouw huis, maar ik geloof dat het onderste boven gebouwd is. at een reus van een neus, daar is de slurf van een olifant maar niks bij enz. enz. Toch gebeurde het eenmaal in zijn leven, dat Jaap zijn neus bijna zegende en het scheen of zijn onderdrukken hem eindelijk geluk en fortuin aanbracht. Een kwakzalver, die Jaap op de markt ontmoette, kwam in verrukking hij het ge zicht van het monster. Op staanden voet bood de gelukzoeker den verbaasden jongen een aanlokkelijk loon aan, indien hij zich aan het publiek wilde laten vertoonen onder de aanduiding van Neusmensch. - Eindelijk, riep Wipper opgetogen uit, eindelijk dan toch zal ik revanche nemen. En met beide handen zijn vervolger schud dend, zei hij met de voldoening van een zich wrekenden haat: Nu is het mijn beurt jou uit te buiten. Maar, hernam de kwakzalver, ik beloof u dat loon onder ééne voorwaarde.... En die is? vroeg Jaap beangst, want reeds zag hij zijn neus geamputeerd en in gemaakt. Want, u begrijpt, zei hij mij ,toem hij mij dit alles vertelde, ik wilde me toch niet van mijn neus laten scheiden. Daarom heb ben we al te lang samen geleefd. De ander hernam: Mijn voorwaarde is deze. Zoo-dra wij de overeenkomst geteekend hebben, behoort de neus mij toe, zoodat ik er allee mee kan doen wat noodig is om hem zóó te maken dat wij er eer mee kunnen inleggen. Wat bedoelt u daarmee? Dat ik de middelen aanwend die ik nuttig acht en door mij alleen bekend zijn. Daar moet u zich dan gewillig aan onder werpen. Neen, maar die was goed, besloot Wip per zijn relaas. Snapt u dat er Iemand be staat die mijn neus niet groot genoeg vindt? Waarop ik als antwoord gaf: Man, je hebt je roeping gemist door die prachtige gelegenheid onbenut te laten voor bijgaan. Je hebt je toekomst vergooid. M'n toekomst? Noemt u dat een toe komst? Weet u wat die gek met m'n neus wou doen? Hij wou hem nog indrukwekken- 'er maken. Maar dan was ik geheel en al etis geworden. Zeker, dan had ik naam ge bakt, zou rijk geweest zijn, maar wanneer ;a men" h v - 't, kun jé er mod'ök ge- "gr.n n-r i n' fc» ati te z dan „en slurf. Zonder dan nog te reken, u dat ik me gemakkelijk zou hebben kunnen ver- zrïMeoi Onder televisie verstaat men het zien van personen, gebeurtenissen, voorwerpen, enz. op grooten afstand. De afstand waarop te levisie mogelijk Is, is dus gelijk aan de grens van het gezichtsvermogen ein dus voor ieder mensch verschillend en bovendien wordt deze grenswijdte door allerlei factoren beïn vloed. Door middel van de techniek, van de radio nu, is het gelukt, om het zoo maar uit te drukken, de werkingssfeer van het menschelijk oog nog belangrijk uit te brei den. Door de radio-televisie hebben wij de be schikking gekregen over een „electrisch oog' van schier onbegrensde reikwijdte en de voornaamste samenstellende deelen van di oog zijn: de uitz.end-installatie, de opvangin- stallatie en de aethertrillingen, welke tus schen deze beide de brug, de verbinding vor men. In de uitzendstations bevinden zich licht gevoelige cellen, welke de varieerendo licht intensiteiten van personen, voorwerpen, enz. omzetten ibi stroomvariaties. Dit i« dus 'hetnetvlies van het electrisclie oog en wij kunnen dit vergelijken met de micro foon van het uitzend,station voor radio-om roep. Door middel van aethertrillingen, op gewekt door het uitzendstation, worden deze stroomvariaties overgebracht naar de ontvangtoestellen op overeenkomstige wijze, als zulks bij den tegenwoordigen radio-om roep geschiedt. Door middel van een ingenieuze construc tie van het ontvangtoestel, de z.g. Weller- sche schijf, worden de ontvangen stroom variaties weder omgezet in varieerende lichtintensiteiten en op een matglazen plaat geprojecteerd. Het overbrengen van afbeeldingen nu heeft plaats in zoo snelle opeenvolging, dat voor het menschelijk oog de indruk ontstaat van een samenhangende voorstelling of han deling, op overeenkomstige wijze dus als bij de bioscoopfilm. De voor de omzetting der lichtintensitei ten in stroomwaarden van de zijde van den zender en voor de wederomzetting der ont- vamgstrooinen in lichttrillingen bij het ont vangtoestel gebruikte organen voor radio- televisie, vertoonen over het algemeen veel overeenkomst met, die, welke gebruikt wor den voor electrische beeldoverbrenging, zoo als deze reeds enkele jaren bestaat. liet overbrengen van televisie-beelden ge schiedt echter met groote snelheid van op eenvolging, daar, z.ooals reeds gezegd, meerdere beelden per seconde moeten wor den overgebracht cn geprojecteerd om den toeschouwer den indruk van een samen hangende voorstelling of handeling te ge ven. Voor een goede weergave-kwaliteit zijn zoowel de snelheid van het- raster als her aantal complete beelden por seconde van belang. Als minimum moeten acht beelden per seconde worden geprojecteerd. Komt men heneden dit aantal, dan ontstaat het flikkeren der beelden, zooals zulks ook bij eerste films het geval was. Normaal ge schiedt de projectie met een snelheid van pl.m. 15 beelden per seconde, althans bij het systeem Karolus^Telefuinken, dat volgens den tegenwoordigen stand der itechniek het meest volmaakt is. De persoonj wiens beeltenis getelevisec; wordt, plaatst zich voor den zender 1.0 wórdt door een snel wisselenden lichtstraal zoo „afgetast", dat elk punt vam het ge- heele beeld ongeveer 15 maal per seconde Onlangs heeft men de Amcrik.,.11 iie che mische industrie tegen de plannen tot af schaffing van den gasoorlog hooren pro testeeren. uit menschelijkheidsoveirwe- gmgen. Gij glimlacht, doch is heit niet een oude spreuk, dat „de oorlog zoo vreeselijk gemaakt moet worden, dat hij onmogelijk wordt?" Men heeft de uitlating vaak genoeg herhaald in de laaltste jaren vóór den ooplog, zonder zich bewust te zijn, dat zij afkom stig lis van niemand minder dan Alfred No bel. den weldoener 'der menschheid, den stichter van de Nobelprijzen, vooral.... de vredesprijzen. Trouwens, heeft iemand verleden week, toen de onderscheiding der helden van Lo carno Nobel's naam op ieders lippen bracht,, nog bedacht, welke de oorsprong is geweest van de ruim 30 millioen Zweed- sche kronen van het beroemde testament"? Zij waren belegd in acht verschillende lan den, in meer dan 90 fabrieken het heeft heel wat moeite gekost voor alles uit deze bedrijven was losgemaakt en in betrouw bare, meest staatsrenten, omgezet was en deze fabrieken waren..», dynamietfa- brieken. Want (wij ontleeneen de hier vol gende bijzonderheden aan een gelegen heidsartikel in de Frankf. Ztg.) Alfred No bel, die als een onvermogend man begon nen is, heeft naam en fortuin gemaakt als uitvinder van het dynamiet! Vóór zijn tijd was het eenige ontploffings middel voor algemeen gebruik het kruit. Wel had in 1779 de Franschman Schee de glycerine ontdekt en uit deze werd in 1847 door den Italiaan Sobrero, door vermen ging met verschillende andere stoffen, de nitroglycerine, een ontploffingsmiddel ver vaardigd. De explosieve werking van deze vloeistof was echter zóó groot, dat zij in dezen vorm niet te gebruiken was. Alfred Nobel is toen aan 't werk gegaan om het vernielingsmiddel te verbeteren. Hij noch zijn vader hadden echter het geld om de proefnemingen te bekostigen; Nobel trok in 1861 naar Parijs en trachtte de Fransche financiers vor zijn plannen te .interessee ren. Dezen haalden echter glimlachend de schouders op, doch Napoleon III stelde be lang in den jongen man en gaf hem 'n voorschot van 100.000 francs. Hiermee richtte Nobel een laboratorium op te Heleneborg bij Stockholm en ging aan het werk. De eerste slachtoffers van het element, dat nadien in den oorlog er zoo vele zou maken, waren Nobel's eigen broeder en twee zijner beste vrienden en medewerkers, die in 1867 door een ont ploffing in het laboratorium gedood wer den. De burgers van Stockholm schrikten zoo, dat zij Nobel verboden zijn experimen ten in Zweden voort te zetten. Hij kocht een oud woonschip, waar hij zijn experi menten voortzette, steeds verder opgejaagd door de verschrikte bevolking, tof hij hot dynamiet tot stand gebracht had. Nobel begon met groote verbeteringen aan te brengen aan de nitroglycerine, tot een 'toeval hem tot zijn groote rantdekkin bracht. In het jaar 1863 werd een vat me glycerine lek en de inhoud begon weg te loopen. Hot vat was echter in een grooter vat met poreuse aarde verpakt, de zoo genaamde infusoriënaarde. Het bleek achr teraf, dat de aarde, op deze wijze mét nitroglycerine gedrenkt, zeer ontplofbaar was en zoo was feitelijk het dynamiet ge vonden, dat op 19 September 1867 in Zwei- den gepantenteerd werd. Verdere experimenten brachten Nobel er toe om de aarde te vervangen door schiet katoen en een paar andere stoffen, onge veer dezelfde, die thans voor de vervaardi ging van dynamiet gebruikt worden. Nobel was ongehuwd gebleven en naar mate hij ouder werd nam de belangstelling 'toe voor hetgeen er met het reusachtige vermogen, dat, naar men weet, de exploi tatie zijner uitvinding hem bezorgd had» gebeuren zou. Nobel was een eigenaardige persoonlijkheid. Oer-Zwoedsch, doch tevens cosmopolitisch aangelegd als geen ander. Hij sprak Duitsch, Fransch» Russisch en Engelsch als zijn moedertaal en bezat een buitengemeen conversatietalent. Hij had. zulk een fijn stijlgevoel, dat hij een groot schrijver had kunnen worden. In latere jaren is hij zelfs een drama begonnen. Hij had een rijke schilderijenverzameling aan gelegd. Hij genoot een reputatie als wijn- kenner. Door zijn arbeiders werd Nobel bemind en hooggeschat; in geen zijner fabrieken is ooit een staking uitgebroken. Voor alle grcót-opgezetiie ondernemingen, voor alle pionierswerk had hij steeds geld over: hij is het geweest, die aan Andréo 50.000 Zweedsche kronen geschonken heeft voor een ballontocht over de Noordpool. X;fn hem is tevens de uitlating: „dat groote ge- erfde vermogens noodt de begaafdheid tot ontwikkeling laten komen. Ieder, die een vermogen bezit, zou daarom aan zSiti erf- genatnen niet meer mogen geven -dgij :j noodig hebben om zich een bestao.u. te verzekeren." Het testament van 1894 bracht deze theorie in praktijk. Van de 18 erfgenamen berustten er 6, de naaste, onmiddellijk in de beslissing. De andere 12 protesteerden en indien het tot een proces gekomen was, is het nog niet zoo zeker, dat zij het niet gewonnen zouden hebben, want de Zweed sche wet eischt, dat de erflater bepaalde erfgenamen noemt en Nobel had enkel da Zweedsche Akademie van Wetenschappen, het Karolingska-instituut en de Kunst-Aka- demie te Stockholm genoemd en voor den vredesprijs en door den Noorschen Rijks dag aangewezen comité van 5 personen. Ten slofte kon echter een compromis met de erfgenamen gesloten worden en 10 Dec. 1901 25 jaar geleden kon de eerste uideeling der prijzen plaats hebban. (Vad..) getroffen wordt Dit geschiedt door mid del van een draaiend spiegelrad, dat bij de tegenwoordige uitvoering 50 spiegels op zijn omtrek draagt. De lichtsterkte bij de projectie is zóó groot, dat de afbeeldingen zelfs in een normaal verlichte kamer nog duidelijk herkenbaar zijn, hetgeen een groot voordeel is van het Telefunken-Karolus systeem. Daar het beeld in pl.m. 2500 beeldpunten wordt overge bracht, is ook de kwaliteit der weergave uit stekend, omdat hierbij ook de half-tinfen tot hun recht komgn. De kwaliteit der reproductie toch is bij de televisie afhankelijk van de lichtsterkte, het aantal overgebrachte beeldpunten, de kleur van het beeld en het aantal overgedragen afbeeldingen per seconde. De traagheid van het menschelijk oog is oorzaak, dat eventueele onnau ^keurigheden bij het overbrengen van levende beelden, ge beurtenissen of handelingen niet opvallen, omdat door 't oog de indrukken nog eenlgen tijd worden vastgehouden en dus de snelle opeenvolging der beelden corrigeerend werkt op de zelfde wijze, als zulks bij de bioscoop film het geval is. Nu de techniek de mogelijkheid gescha pen heeft, is te verwachten, dat binnen af- zienbaren tijd de televisie in den radio-om roe]) zal worden opgenomen en de daar in te nemen plaats zal grooter worden naar mate de nieuwste vinding zich in de prac- 'tljk verder ontwikkelt. Dan zal de tijd komen, dat wij hef orkest niet alleen per radio hooren, maar ook zien hetgeen natuurlijk ook het geval zal zijn bij wedstrijden, belangrijke gebeurtenissen 4n binnen- en buitenland, enz. Misschien zelfs is de tijd niet ver meer, da' b.v. een schip, dat van ons land r.aar In dië vaart of omgekeerd, deze reis „telev seert", zoodat men rustig in z'n hui-V do wereld doorreist, de tafereelen, d? v 0 landen, kusten en zeeën aanschouw!. De televisie opent perspectieven van ouge kende wijdte en onoverzienbare mogelijkhe den en hot lijfct iriet4e veel geoogd, ais men. voorspelt, dat weer de wereld staat aan den, rand van een nieuw gebied van cultuur en wetenschap. Op school „■Wat is het woord brug: mannelijk of vrou welijk?" „Mannelijk, meneer." „Neen, vrouwelijk." „En u praatte gisteren nog over de Hem- brugu" - - -ït if! - DE „ORAF ZEFFELIE" bij eeu zijner jongst^ vluchten; heit luchtschip passeert de groota Sofia»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7