FEUILLETON EEN PARIJSCHE IDYLLE. 1 I RUKSBEGROOTIXG 1930. ONZE GROOTE GEZINNEN VRIJDAG 8 NOVEMBER 1929 TWEEDE BLAD. PAGINA 3s MEMORIE VAN ANTWOORD OP HET VOORLOOPIG VERSLAG. DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIE KINDERVERLAMMING ROODVONK EERSTE MAILVLUCHT SOERABAJA— BATAVIA. R. K. DIOC. LAND- EN TUINBOUW- BOND Buitenlandsche Zaken Verschenen is de memorie van antwoord op f*et Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over derde hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1930 (buitenlandsche zaken). Ook de Minister betreurt, dat op het gebied "er internationale ontwapening in het afgeloo- I)l;n jaar weinig is bereikt. De oorzaken daar van zijn echter elders te zoeken dan in de houding der Nederlandsche gedelegeerden ten opzichte van dit vraagstuk. W De Minister deelt in de zienswijze, dat ec°nomische aaneensluiting van de Europee- scfle staten zou kunnen leiden tot een tegen stelling tusschen de Europeesche en Ameri kaansche continenten, misschien zelfs ook tus scken het Britsche Rijk en het overige Europa indien een Europeesch tolverbond, instede van t°t een belangrijke verlaging van de tarief muren slechts zou leiden tot een verplaatsing daarvan, of wel Nederland zou dwingen te dis- orimineeren en daarmee ten principale af te Rijken van zijn handelspolitiek, zou het denk oeeld zeker niet te aanvaarden zijn. Voorshands met de Minister tegen verwezenlijking ervan Sroote bezwaren en meent hij tegen overdreven verwachtingen een waarschuwend woord te moeten doen hooren. Naar aanleiding van opmerkingen omtrent samenstelling der delegaties naar de Volken- bondsvergaderingen, brengt de Minister in het midden, dat de beteekenis der vergadering hierin ligt, dat de aldaar tot uiting gebrachte heilswijzen de opvattingen der Regeeringen Weergeven en dat de aldaar afgelegde verkla- «laringen de Regeeringen binden. Dit brengt de noodzakelijkheid mede van homogeniteit der delegatie, welke ook tot uitdrukking komt in de toekenning aan elke delegatie van slechts ®én stem. Verhouding tot Rusland. De verhouding tot de Unie van Socialistische Sowjet-Republieken behoudt de aandacht der Regeering. In de be gaande situatie is geen wijziging ingetreden. Grenzen van Suriname. De Braziliaansche Begeering heeft zich tot de Nederlandsche Regeering gewend, met het verzoek er toe mede be werken om thans tot de afbakening der Sienzen over te gaan. De Nederlandsche Regee- ring heeft zich daartoe bereid verklaard. Daar het wenschelijk was, dat tusschen Groot- Brittannië en Nederland geen verschil van meening bestond nopens het knooppunt van de grenzen van Brazilië, Suriname en Britsch-Quyana, terwijl ook op zichzelf de vast legging van de grens tusschen Suriname en Dritsch-Guyana wenschelijk is, heeft de Minis ter inleidende besprekingen met de Britsche Regeering over deze vaststelling geopend. Des gelijks zijn, om gelijke redenen, met de Fran- sche Regeering besprekingen geopend ter zake van de nadere vaststelling van de grens tus schen Suriname en Fransch-Guyana. Dubbele belasting. Een verdrag ter voorko men van dubbele belasting in algemeenen zin is nog slechts met Duitschland gesloten. Dit Verdrag is nog niet ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd, omdat de wensche- lijkheid is gebleken in den tekst van het ver drag nog enkele wijzigingen aan te brengen, >aarover thans nog onderhandelingen met de Duitsche Regeering plaats vinden. Met Engeland zijn reeds voorbereidende be sprekingen gehouden om te geraken tot een soortgelijk verdrag Luchtverkeer. Voor wat betreft een lucht- Verbinding tusschen Australië en de Britsche gebieden op het vasteland van Azië wordt aan- geteekend, dat dit vraagstuk nog verkeert in bet stadium van besprekingen tusschen de Britsche en Australische regeeringen. Uitbreiding van het auteursrecht. Over de mogelijkheid der totstandkoming eener afzon derlijke collectieve overeenkomst inzake de uit breiding van de bescherming van het auteurs- Vccht tot werken van op nijverheid toegepaste kunst wordt van gedachten gewisseld. Invoer in de Ver. Staten. Ten aanzien van bet uiteindelijk resultaat van tariefsherziening *n do Ver. Staten bestaan zooveel mogelijk heden, dat in dezen geen voorspelling kan borden gedaan. Financiën VOORLOOPIG VERSLAG. Gedistilleerd-accijns. Van méér dan één lÜde werd betoogd, dat de tot stand gekomen Verlaging van den gedistilleerd-accijns niet tot net verwachte gevolg heeft geleid. Naar men meende is de invoerfraude weinig verminderd de clandestiene productie nog loonend en Volkomen intact gebleven. Daartegenover schij- hen drankgebruik en drankmisbruik te zijn boegennomen. Verscheidene leden verklaarden weinig be vordering te kunnen koesteren voor de leiding, bvelke in deze voor de geheele bevolking zoo belangrijke zaak door het Departement van financiën is gegeven. Accijns op het geslacht. Van verschillende zijden werd bij herhaling op afschaffing van den accijns op het geslacht aangedrongen. Men was van meening, dat deze heffing geheel uit den tijd is. Tabaksioet. Opgemerkt werd, dat de uit voering van de regeling der Tabakswet nog steeds vele moeilijkheden met zich brengt. Men achtte het beter, deze heffing te gieten in den vorm van invoerrecht. Tariejwet. Verscheidene leden meenden te weten, dat de groentenconservenindustrie in ons land langzaam maar zeker achteruitgaat en dat deze achteruitgang zooal niet geheel, dan toch voor een zeer groot deel te wijten is aan de jongste verlaging van het invoerrecht op in het buitenland gefabriceerde groenten- conserven. Men zoude gaarne van den Minis ter vernemen, of hij geen aanleiding kan vin den om te bevorderen, dat de genoemde ver laging ongedaan wordt gemaakt. Geheimhouding van gegevens. Eenige leden wezen op liet bestaan van een ernstig vermoe den, dat de Duitsche belasting-autoriteiten ge gevens ontvangen van de Nederlandsche admi nistratie, welke door den Rijksaccountants dienst bij het boekenonderzoek zijn verkregen. Deze leden meenden, dat zulks in strijd is met den plicht van geheimhouding, welke den be lastingambtenaren is opgelegd. Pensioenwet.. Verscheidene leden achtten een generale herziening van de Pensioenwet wenschelijk. Er zijn naar hun meening in die wet veie punten, die wijziging behoeven. Verscheidene leden betoogden voorts, dat de toeslag van 40 pCt., welke op de oude pen sioenen wordt verleend, geheel onvoldoende is, wijl zij geenszins evenredig is aan de waarde daling van het geld. Deze leden waren van oordeel, dat deze 40 pCt. tot 60 pCt. moeten worden verhoogd. Zij vroegen over zulk een verhooging het oordeel van de Regeering te mogen vernemen. Organisatiebesluit. Eenige leden betoogden de wensclielijkheid van herziening en aanvul ling van het organisatiebesluit. Bezoldiging. Verscheidene leden vestigden er de aandacht op, dat de jongste salarisher ziening kennelijk niet een bevredigende ver houding heeft gebracht tusschen de bezoldiging van de administratieve ambtenaren en die van den actieven dienst. Deze leden waren van meening, dat dit een zekere animositeit tus schen deze beide groepen heeft doen ontstaan, die tot schade van den dienst leidt. Zij dron gen daarom aan op de instelling van een spe ciaal onderzoek te dezer zake, waarbij beide categorieën in de gelegenheid zouden worden gesteld van haar zienswijze te doen blijken. Naar andere leden opmerkten, zijn de uit komsten van de genoemde salarisherziening in het bijzonder ook voor het geheele korps der hoogere belastingambtenaren zeer teleurstel lend geweest. Sommige leden gaven als hun meening te kennen, dat de regeling der toelagen en vergoe dingen herziening behoeft. Staatsloterij. In aansluiting aan hetgeen te dezer zake bij het afdeelingsonderzoek van Hoofdstuk I der Rijksbegrooting is gezegd, werd bij vernieuwing aangedrongen op afschaf fing van de Staatsloterij. Van andere zijde kwam men tegen deze op vatting in verzet. Verhouding tusschen Kerk en Staat. Enkele leden drongen er op aan, dat de verhouding tusschen Kerk en Staat nu eindelijk afdoende zal worden geregeld. Koloniën VOORLOOPIG VERSLAG. Verscheidene leden spraken hun verwonde ring en teleurstelling uit over het optreden van dezen bewindsman als Minister van Ko loniën. Zij achtten dit wederoptreden in verband met het gemis aan vertrouwen in dezen Minister zoowel hier te lande als in Indië, op zichzelf een ernstige fout. Verscheidene andere leden meenden, dat voor bovenvermelde critiek geen goede grond aan wezig is. Gevraagd werd of het niet mogflijk is, het Koloniaal Etablissement te Amsterdam te ver eenigen met het Marine Etablissement aldaar. De overval op Curasao Vele leden wenschten echter reeds nu als hun voorloopig gevoelen te kennen te geven, dat de verantwoordelijke gezagsdragers op Curasao, in het hijzonder de gouverneur, bij de bedoelde gebeurtenissen tekort zijn geschoten ln de taak tot handhaving van het gezag. In verband daarmee werden verschillende vragen gesteld. Was bij het een en ander het beleid van den gouverneur h. i. in een weinig gunstig licht getreden, ook het optreden van den com mandant had naar het oordeel dezer leden, allerminst getuigenis afgelegd van het- verant woordelijkheidsgevoel, van de doortastendheid welke in omstandigheden als zich op 8 Juni te Willemstad voordeden, vereischt zijn. Sommige leden meenden, dat, afgezien van de vraag, in hoever de gouverneur persoonlijk voor de gebleken tekortkomingen aansprakelijk kan worden gesteld, in ieder geval zijn positie als dermate geschokt is te beschouwen, dat hij reeds om die reden niet kan worden ge handhaafd. Zij verzochten het oordeel van de Regeering TOEKOMSTBEELD VOOR KOMENDE DAGENmist, koude enmeeuwen, die bij tientallen neerstrijken op de broodkruimels daaromtrent te vernemen. In de Troonrede hadden zij een aanstipping van het te Curasao gebeurde gemist. Andere leden oordeelden de hierboven ge trokken conclusie voorbarig. Overigens was men algemeen van oordeel, dat niet slechts en zelfs niet in de eerste plaats in hetgeen op 8 Juni was gedaan en nagelaten, de oorzaak is te zien van de overrompeling, doch veel meer in het feit, dat verzuimd is tijdig een goede organisatie tot handhaving van het gezag in het leven te roepen. Het beleid van den tegenwoordigen gouver neur achtten vele leden ook in dat opzicht onderhevig aan ernstige critiek. Zij betwijfel den, of hij de beteekenis van Nederland als koloniale mogendheid en de eischen, die met name in de Curagaosche wateren voor de hand having van orde, rust en veiligheid zijn te stellen, wei inziet. Voorts moet het politiecorps uitgebreid en beter geoutilleerd. De gouverneur dient, mede in verband met het feit, dat onder zijn bewind verschillende Beneden- en Bovenwinsche eilan den vereenigd zijn. de beschikking te hebbeu over een snelvarend politieschip en over water vliegtuigen. Ook behoort daar een oorlogsschip blijvend gestationneerd te zijn, mede in ver band met den grooten scheepvaartweg door het Panamakanaal. Verscheidene andere leden oordeelden liet Stationneeren van een oorlogsschip in de Cura gaosche wateren noodeloos kostbaar en boven dien ondoeltreffend. Verscheidene leden gaven als hun meening te kennen, dat het opdragen van het geheele politie-toezicht aan een militair corps mede tot het gebeurde heeft bijgedraven: daaraan is het te wijten, dat de politie en het bestuur onvoldoende voeling hebben met hetgeen er op Curagao omgaat. Voorts was men algemeen van oordeel, dat de recherche te eenenmale heeft gefaald. Eenige leden merkten op, dat het gebeurde tevens is te zien als pijnlijk gevolg van liet onbevredigende, in de Kamer herhaaldelijK scherp veroordeelde bestuur van den vorigen gouverneur. Sommige gaven als hun meening te kennen dat de Regeering in Nederland het ernstige verwijt treft, dat zij de reorganisatie der politie waarop in de laatste 15 jaren van Curagao uit herhaaldelijk is aangedrongen, tot 1928 achterwege heeft gelaten. Vele leden oordeelden het onder de bestaande omstandigheden dringend gewenscht, dat een onderzoek ter zake zou worden ingesteld doqr een Regeeringscommissaris. Nog werden door eenige leden de volgende vragen gesteld Kan de Minister mededeelen, of de geruchten juist zijn, volgens welke het adres ten gunste van den gouverneur ook aan in de gevangenis opgesloten personen ter gnderteekening is aan geboden, een afdruk van het adres als circulaire Is uitgereikt aan het personeel ,der Curagaosche Petroleum Maatschappij, op een fabriek dier maatschappij handteelceningen voor het adres zijn verzameld en dit adres ook door Venezo- lanen is onderteekend Is de afkondiging van den staat van beleg te Willemstad geschied op aanraden of bevel van de Regeering in Nederland Is het juist, dat, terwijl op Curagao ongerust heid bestond over de Falke-historie, de gouver neur met het eenige nog in dat gewest aan wezige oorlogsschip een reis maakte naar de Bovenwindsche eilanden Is het juist, dat generaal Urbina verleden jaar eenige dagen op Trulea gevangen is ge houden zonder dat hem voedsel werd verstrekt en dat hij vervolgens geboeid naar Willemstad ls overgebracht Is het bericht juist, dat een zekere Perez, die te Willemstad gevangen zat, door de opstan delingen meegevoerd en later door hen ver moord is, en dat de gouverneur er toe heeft medegewerkt, dat Perez in handen van de opstandelingen kwam Zijn op de Beneden- en Bovenwindsche eilan den nog arsenalen aanwezig, die een sterke aantrekkingskracht kunnen hebben voor op standelingen in naburige streken of eilanden; zoo ja, is het dan niet wenschelijk, deze wapen- voorraden te verwijderen en verdient het voorts peen aanbeveling forten waarvan de toegang niet bewaakt kan worden, te slechten Sommige leden betreurden, dat nog geen voorstel is ingediend tot herziening van het Regeeringsreglement van Curagao, waardoor dat gebiedsdeel nog steeds een vertegenwoordi gend lichaam ontbeert, waarvan de leden geheel of ten deele door de ingezetenen zelf zijn aan gewezen. Een lid gaf in overweging de West-Indische gewesten te verkoopen, omdat deze eer nadeel dan voordeel voor Nederland opleveren. De heer Vester treedt af als directeur Men deelt ons mede, dat de heer F. P. J. Vester besloten heeft zich uit het drukke zaken leven terug te trekken en dientengevolge per ultimo December a.s. zijn ontslag te nemen als directeur der Nederlandsche Handel Maat schappij te Amsterdam. Het vijfde postvliegtuig te Karachi aangekomen Bij de K. L. M. is bericht ingekomen dat het Se postvliegtuig gisterenochtend 6.50 uit Jask is vertrokken en te 14.56 te Karachi is aange komen. Alles T-as wel aan boord. EEKMAN IN PARIJS De kunstschilder Eekman zal een belang rijke tentoonstelling zijner werken in Parijs houden (Galerie Bonaparte) van 9 tot 22 No vember. ACTIE VAN HET R- K. WERKLIEDEN VERBOND ^.1 Een adres aan de R. K. Tweede Kamer-fractie NAAR EEN RIJKSKINDERTOESLAGFONDS. MILDERE TOEPASSING DER WONINGWET. In verband met het optreden van het huidige Ministerie werd door het R. IC. Werkliedenver bond de bijzondere aandacht gevestigd op aie punten van het program 1929 der R. K. Staats partij, waarbij naar het inzien van het Verbond meer speciaal het belang der arbeiders betrok ken is Het betreffende adres is eertijds reeds gepu bliceerd. Het Verbondsbestuur heeft zich thans in aanüuiting op dit adres met een schrijven gewend tot de Katholieke Fractie van de Twee de Kamer der Staten-Generaal, waarin het volgende wordt opgemerkt: ,,In de Troonrede zijn wel een aantal wet telijke maatregelen aangekondigd, die do kans openen, dat de ingetreden vier-jarige pe- riode eene vruchtbare zal kunnen worden, maa,r wij zijn er niet voldoende gerust op, dat de belangen dor groote gezinnen die aandacht zullen hebben, welke o.i. hij de huidige ontwikkeling der maatschappelijke omstandigheden noodzakelijk is. Al zijn we er niet blind voor, dat er in den laatsten tijd een en ander gedaan is om de groote gezinnen te helpen, het is nog slechts hij weinig doorslaande hulp geble ven. Om in de toenemende lasten der groote gezinnen eenige beteekenende verlichting te brengen, bestaat er o.i. slechts één mid del, dat daartoe geschikt is, n.l. de vor ming van een Rij kak i ndertoe sIagf onds waarvan de Tweede Kamer reeds eenmaal de wenschelijkheid uitsprak. Daarnaast eischen de belangen der groo te gezinnen eene zoodanige toepassing der Woningwet, dat, zonder dat aan die groote gezinnen ondragelijke lasten worden opge legd, ze eene behoorlijke woning kunnen verkrijgen. Dit zal van 's Rijksschatkist financieele offers vragen, die echter o.i. alleszins te verantwoorden zijn. Aangezien de Regeering zich met betrek king tot het eerste punt nog niet heeft ge uit en ten aanzien van het andere in vage termen, verzoeken wij U beleefd aan deze punten alle aandacht te wijdien en ten op zichte hiervan op de Regeering den noodi- gen aandrang te willen oefenen, zoo moge lijk zelfs eene nieuwe uitspraak der Ka mer uit te lokken. Het wil ons voorkomen, dat deze Regee ring, die zegt zich te willen richten naar de beginselen der rechterzijde, de hierboven gereleveerde punten niet zal uit den weg gaan wanneer haar blijkt, dat zij voor de verwezenlijking ervan in de Kamer steun zal vinden". Het Verbondsbestuur vertrouwt op de me dewerking van de Katholieke Fractie te mo gen rekenen. Te Roermond Men meldt ons uit Roermond: De waarn. burgemeester is in overleg ge- tieden met de Inspectie der Volksgezondheid inzake te nemen maatregelen ten aanzien van de voorgekomen gevallen van kinderverlam ming. Te Grubbenvorst De scholen te Grubbenvorst werden gesloten wegens het veelvuldig optreden van het rood vonk. PEST IN INDIE Een meisje overleden DJOKJAKARTA 6 November. (ANETA). Al hier is een vijftienjarig Europeesch meisje, Caroline van Gent, aan builenpest overleden. BATAVIA 6 November. (ANETA). Heden morgen is hier voor de eerste maal het vlieg tuig aangekomen, dat voortaan op eiken Woens dag in een vervroegden dienst Soerabaja—Bata via zal arriveeren, speciaal ten behoeve van de naar Europa vertrekkende mail, Het toestel, dat zeven passagiers vervoerde, heeft de reis vobracht in 4.13 uur, inalusief het oponthoud door de tusscbenlanding te Semarang. In het Bisdom Haarlem DE HEER G. W. KAMPSCHöER TOT VOORZITTER GEKOZEN In de gisteren te Haarlem gehouden buiten gewone aigemeene vergadering van den R.K. Diocesanen Land- -en Tuinbouwbond in het Bisdom Haarlem (L.T.B.) is tot voorzitter van dezen Bond gekozen de heer G. W. Kamp- scliöer, lid van de Tweede Kamer en burge meester van Monster. Er is alle reden om te verwachten, dat da G. W. Kampschöer. heer Kampschöer een uitstekend leider zal zijn van de Katholieke boeren- en tuinders organisatie in het Haarlemsche diocees en dat hij dezen bond, die tal van wederwaardigheden na den oorlog heeft gekend en thans weer tot nieuwen bloei komt, krachtig tot ontwikkeling zal weten te brengen. Onder de vele functies, die de nieuwe voor zitter van den L. T. B. bekleedt, zijn te noe men: onder-voorzitter van den Katholieken Radio Omroep, voorzitter van den NederL Bond van R.K. Radio-vereenigingen „St. Willi- brordus", commissaris van de Westlandsche Stoomtramwegmaatschappij, commissaris van de Westlandsche Crediet-, Deposito- en Effeo- tenbank te Loosduinen, Directeur van de „Wes terbode", R.K. Weekblad voor het Westland, voorzitter van de Commissie van Toezicht op de R.K. Lagere Tuinbouwschool te Poeldijk, voorzitter van de Westlandsche Drinkwater leiding Maatschappij, lid van de Provinciale Vaartencommissie in het Westland. DE TOESTAND DER SCHELDE- EN, RIJN VERBINDENDE TUSSCHEN- WATEREN Vragen aan den minister van Buitenlandsche Zaken Door den heer Heemskerk zijn aan den minis ter van Buitenlandsche Zaken de volgende vra gen gesteld: BEEMSKERK 1. Vindt de minister vrijheid, mede te dee- len, of de in de pers afgedrukte, door den Rijn vaartcommissaris prof. jhr. mr. van Eysinga tot Zijne Excellentie gerichte brief, welke blijk- baar niet voor openbaarmaking bestemd was, authentiek is? 2. Indien ja, is de minister bereid, mede te deelen, hoe het mogelijk ls, dat de Nederland sche delegatie, naar de Rijnvaartcommissaris in dien brief schrijft, in de tbans gehouden wor- diende zitting van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart wellicht een overzicht zal hebben te geven van betgeen sedert de jongste Straatg. burgsche overeenkomst reeds gedaan is, dan wel voorbereid wordt, ter zake van de verbete ring van den toestand der Schelde en Rijn ver bindende tusschenwateren? Vrij naar het Fransch van R. B. SEIGNY 4) Doch neen, ik heb één vriend: Sylvestre Larnpron. Hij is bijna 20 jaar ouder dan ik. Daarom is hij ook meer toegeeflijk. Bovendien 'k ben een droomefr, en hij is een kunstenaar. Waar is het verschil? Die beste Lampron! Hij ls gelukkig nog niet afgestompt, zooals zoo ien, die tegen de veertig loopan. Hij werkt en geniet het leven. Hij is vroolijk, zooals alleen fechtschapen en bezadigde lieden dat zijn. Bijna altijd, ais ik bij hem kom, vind ik hem in een hoek van zijn atelier, over een teeke hing gebogen. Ik mag binnenkomen op elk hur, en hij mag doorgaan met zijn werk, zon aar zich te laten storen. Hij kijkt niet op; hij Vieet niet eens precies, wie is binnengekomen. Wij antwoordt alleen: „Goeden dag", en werkt door. Dan ga ik op de canapé zitten, en kan ik hlapen, rooken, of in de prachtige portefeuilles Bladeren, totdat Lampron mij audiëntie geeft. Ih die portefeuilles zijn stukken van onschat bare waarde. Want Lampron ls een genie, die Waar één ding verkeerd doet: hij is te he lheiden. Hij heeft een zekere voorliefde voor de oude meesters. Hij schildert of teekent •Reen portretten of godsdienstige tafereelem. Hij heeft een afschuw van allerlei reclame, en zoo heeft hij nog slechts de achiting gewonnen van zijn kunstbroeders, die ook wel eens ja- loeo-sch op hem zijn, en van de enkele ware kunstkenners. De gunst van het puhliek kan hem evenwel niets schelen. Als hij geld heeft, wat wel eens voorkomt, dan is het nooit voor langen tijd- Een deel ervan gaat naar de armen, en een ander deel' naar zijn behoeftige kunstbroeders. Ze zeggen hem allemaal, dat ze verloren zijn, als hij ze niet helpt. En hij geeft maar. Hij gaat naar geen feestjes. Ik geloof, dat hij nooit zou kunnen rondkomen, als hij zijn moeder niet onderhield, want aoo redt bij tenminste zekere bedragen. Mevrouw Lampron vergadert geen rijkdommen, maar niettemin, zij spaart. Ik houd van Lapron. Maar ik ben mij heel goed bewust dat hij boven- me staat. Zijn wils kracht wekt mij weer op, zijn raad geeft mij weer nieuwen moed. Waar ik hem heb, is Parijs voor mij niet meer eenzaam. ALs ik hem eens ging opboeken? Dezen avond alleen te zijn, dat is nog treuriger dan anders. Sint Silvester! Maar dat ls zijn verjaardag! Dat ik daar niet aan gedacht had! Vooruit, loop, dat ze niet al naar bed zijn, die vroeg opstaanders! Toen ik het atelier binnenkwam, was Lam pron zóó verdiept in zijn werk, dat hij me niet hoorde. Het ruime vertrek was slechts in een hoek verlicht, waar Lampron aan het teekenem was, onbeweeglijk. Hij zat met zijn rug naar mij toe. Hij was bezig met het copiëeren van een vrouwenportret. Ik maakte wat beweging. Hij schrikte op, en keerde zich half om. Zijn oogen trachten de duisternis te doorboren. Ah. ben jij het! HU stond op, en kwam vlug op mij ui, als om te verhinderen, dat ik bij den •childersezel kwam. Will je niet, dat ik het zie? Hij aarzelde een ocgenblik. O ja, waarom eigenlijk niet? zeide hij dan. Hij draaide de lamp naar het model. O, wat een heerlijke kop, Lampron! Het was inderdaad een prachtige schilderij, voorstellend een jouga Itaïiaansclie vrouw. Ik heb het nog nooit bij je gezien, Lam pron, is 't wel? Neen, het is iets van veel vroeger. Een portret, denk ik? Mijn eerste. J® liebt er nooit een beter gemaakt. Er is lijn en kleur in, en leven. Ach, beste vriend, als men jong is, heeft men van die oogenblikken van echte inspiratie. Het is alsof iemand onze hand bestuurt. Die oogenblikken komen niet terug. Zou je wel wil len gelooven clat ik tien keer geprobeerd heb, dit portret te copiëeren, en dat ik het niet gekund heb? Waarom probeer je het? Ja waarom hé? Dat is zoo'n kleine dwaas heid van me. Je zou zoo'n model niet gauw terugvinden dat ts zekor één roden. Neen, zooals jé zegt, ik zou het niet terug vinden. Is het een voorname Italiaansche, een prinses misschien? Zoo iets. Wat is er met haar gebeurd? Hetzelfde, als met alle prinsessen. Ach, Fabien, jij ziet het leven nog vol sprookjes, en jij denkt natuurlUk, dat ze gelukkig geworden is, «n lijk, verwend, gevleid. Ja, Ik stel me voor, dat ze nog heel mooi is. Welnu, zij is dood. beste vriend. Die ideale schoonheid rust nu in het graf. Arm kind! Sylvester had tets sarcastisch in zijn toom, dat ik er andiers niet in hoorde. Maar tevens was hij zoo merkbaar aangedaan en wel treu rig aangedaan - terwijl hij zijn werk be schouwde dat ik erdoor getroffen werd. Ik begreep, dat Lampron in het verleden, waarvan ik" weinig wist, een smart moet gekend heb ben, die ik nu, zonder het te willen, had op geroepen. Beste vriend, zeide ik, laat dat nu maai Ik kom je gelukwenschen met je verjaardag. Mijn verjaardagO ja, mijn moeder heeft mij vanmorgen gefeliciteerd. Toen ben ik aan het werk gegaan, en heb ik de rest ver geten. Je hebt en- goed aan gedaan dat je ge komen bent. De goedé vtouw zou bedroefd zijn als ik nu niet een stuk van den avond bij haar zat. Laten we naar haar toegaan. Graag. Maai', Sylvestre, ik heb óók wat vergeten. Wat dan? Ik heb geen bloemen meegebracht. O, ze heeft er genoeg gekregen, stel je gerust! Een heele mand vol, nit het Zuiden, genoeg om er iemand mee dood te gooien. Dat is een jaarlijksche attentie van een diep onge lukkig schuldeischer. Van een schuldenaar, wil je zeggen. Neen, van een schuldeischer zooals ilc zeg. Hij ram de lamp. Wij verlieten het atelier, en betraden den kleinen salon van mevrouw Lampron. Zij zat bij" ©en tafeltje te breien, haar voeten op de stoof. Op haar goedig, gerim peld gelaat verscheen een glimlach. Uw komst ls noodlg geweest, mijnheer Mouillard, om hem uit zijn atelier te halen, zeide zij tot mij. En dat op Sint Sylvester! Verschrikkelijk! De kunst heeft uw zoon ontaard, mevrouw Zij zag hem teeder aan. Sylvester had zicb imtusschen over de haard gebogen, en klopte zijn pijp uit. Dat deed hij altijd, als hij bij zijn moeder kwam. Beste jongen! zeide zij zacht. Dan wendde zij zich weer tot mij. U bemt een goed vriend, meneer Tabien. We hebben hier nooit St. Silvester gevierd zonder u, zoolang u in Parijs woont. Maar vanavond ben ik mijn traditie on trouw geworden mevrouw. Ik heb geen bloe men meegebracht. Maar Sylvester heeft me verteld, dat u bloemen uit het Zuiden gekregen hebt van een ongelukkigen schuldeischer. Ik weet niet, wat voor uitwerking die woor den op haar hadden. Zij legde haar werk op haar knieën, en zag mij aan, met een zeker© ongerustheid in haar blik. - Heeft hij het u verteld? Lampron, die bezig was, den haard, op te stoken, keerde zich om. Neen, moeder, ik heb hem alleen gezegd, dat wij een mand bloemen hadden gekregen. Dat is dus niet veel. Maar wat zou het, al zou hij alles weten? We hadden het hem allang moeten zeggen, als het niet wreed was, de smart, die wij belden kunnen dragen, nog d,oor een derde te laten deelen. Zij antwoordde niet, en begon weer te breien, maar gehaast, en ongetwijfeld met iets treu- rigs in haar gedachten bezig. Oni een andere wending aan. het gesprek te geven, deed ik hun het verhaal van mijn pech op de bibliotheek, en bij beneer Charnot. Ik trachtte grappig te zijn, en meende, daarin te slagen. De oude dame glimlachte nu en dan. Doch Sylvester bleef somber, en schudde ongeduldig het hoofd. Ik eindigde met te zeggen- Netto winst: twee vijanden, waarvan één bek oor I ijle. O, zei Sylvester, vijanden krijgt mein vanzelf. Daar kan men niets tegen doen. Maar zij zijn het niet, die het meeste verdriet in de wereld hrengen. Pas evenwel op voor bekoor lijke vijanden. Zij haat me, dat verzeker ik Je. Als je haar eens gezien ihadit! En jij? Ik? Ze is me onverschillig. Ben je daar wel zeker van? Hij vroeg me dat ernstig, zonder me aan te zien, terwijl hij en stuk papier ineenrolde. Ik begon te lachen. Wat heb je vandaag toch, menschen hater? Ik verzeker ja, dat ze mij volmaakt onver schillig is. Maar al was dat nu eens niet zoo, Sylvestre, wat voor kwaad zou daar dan in steken? Kwaad? Heelemaal niet natuurlijk. Ik zou me alleen ongerust over je maken. Ik zou bang zijn. Zie je, beste kerel, ik ken je. Je bent een geboren literator, een droomer, eem artist op jouw manier. Maar voor een liefdesavontuur ben je niet koelbloedig en vastberaden genoeg. Je laat je alleen leiden door indrukken, en al naar gelang daarvan ben je neerslachtig of fat de wolken. Je bent in dat opzicht feitelijk nog maar een kind. Ik mag hst andere zoo wel. En verder? Verder? zei hij, zich oprichtend, em met opgewonden stem. Ik heb vroeger Iemand gekend, die op je leek, en wiens hart voor altijd gebroken is door zijn eerste teederheid, die weliswaar ondoordacht was, maar diep, zooals ook bij jou het geval zou zijn. Ja, beste kerel, je hart kan breken, en dat wordt niet meer goed. Mevrouw Lampron vie! hem in de rede. Hij is gekomen, om je geluk te wensciien, jongen! zei ze verwijtend. (Wordt vervolgd), i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7