IPIsMCMk FEUILLETON EEN PAR1JSCHE IDYLLE. mm RADIONIEUWS. HET P.T.T. BEDRI F WOENSDAG 13 NOVEMBER 1929 3 A\, DE MOTOR- EN RIJWIELWET HET LORENTZ-BORSTBEELD TE HAARLEM DE UITVOERING VAN DE ZIEKTEWET DE VERBROKEN RADIOREDE VAN DEN HEER VOGT. DE NOBELPRIJS VOOR LITERATUUR GESPREKKENTARIEF OP LOCALE NETTEN Pe G'essen-Nieuwkerk-zaak BESCHOUWINGEN VAN DEN MINISTER VAN JUSTITIE. RIYIERTIJDINGEN. DONDERDAG 14 NOVEMBER. Hulzen (1875 M., 160 K. H.) 8—8.15 Gra mofoonmuziek; 8.159 Uurtje voor de landbou wers; 910 Morgenconeert1010.30 Zang doof dameskoortje; 10.3011 Prot. uitzending; 11— 11.30 Christelijke lectuur; 12.302 Tenor, viool en piano; 22.35 Uitzending voor scholen; 2.45 3.45 Cursus handwerken; 45 Prot. uitzending; 56 Sopraan, alt-mezzo en orgel; 66.30 Cursus Maleisch6.307 Pianorecital; 78 Orgelconcert; 8.00 Orkest, le lustrumviering der N. C. R. V. Hilversum (1071 M„ van 12—6 nam. 298 M., resp. 280 en 1006 K. H.) 12.15—2 Kapel van de Gebr. Ele-lmer en Bela Ruha; 23 Gramo foonmuziek; 33.30 G. de Clercq: Waarop moet men bij het koopen van een kachel of haard letten? 3.304 Gramofoonmuziek45 Zieken- uurtje; 5.30—6 Concert uit café „Moderne" te Amsterdam; 6.01 Voortzetting concert; 6.30 Koersen Vaz Diaa; 6.45^7.15 Landbouwhaif- uurtje, dr. A. van Leeuwen over: Het opkweeken van jonge dieren; 7.157.45 Fransch voor ge vorderden en conversatie; 8.01—^.15 Gramofoon muziek; 8.15 Concertgebouw orkest o.l.v. Pierre Monteux. Na afloop persberichten. Daarna dans muziek door „The Ramblers" uit Cabaret „Da Gaite" te Amsterdam; 12.00 Slutting. D a v e n t r y (1554.4 M„ 193 K. H.) 11.05 Lezing; 11.2012.20 Gramofoonmuziek; 12.20 P. Howard bariton, M. Dare celio, H. Sommerville piano; 1.35—2.20 Orkest; 2.45 Berichten; 2.50 Uitzending voor scholen; 3.10 Lezing; 4.05 Le zing 4.20 Concert, M. Herbert sopraan, S. North- cote tenor. Kwintet 5.35 Kinderuurtje; 6.35 Nieuwsberichten; 6.50 Marktber.; 7.05 Zang door Stiles Allen; 7.20 l*ezingen; 8.05 Concert, K. Winter sopraan. J. Farrington bariton, militair orkest; 9.20 Nieuwsber.; 9.35 Diner ter herden king van den Vrede. Toespraken door Generaal Smuts, Lord Cecil, Philip Snowden en anderen; 10.20 Berichten; 10.25 Verjaardag-programma 10.5012.20 Dansmuziek. P a r ij s („Radio-Paris" 1725 M„ 174 K. H.) 12.50—2.20 Gramofoonmuziek; 4.05 Art et Pensée; 8.55 GramofoonmuzlMc; 8.20 Concert en tooneel. Langenberg (473 M„ 634 K. H.) 6.2Ö— 7.20, 9.35—10.45 en 11.30 Gramofoonmuziek; 12.25 —1.50 Orkest en bariton; 4.505.50 Orkest, so praan en tenor; 7.20 Orkest en 2 piano's; 8.20 „Grandhotel", blijspel van Paul Frank. Daarna tot 11.20 dansmuziek uit Berlö Zessen (1635 M., 183.5 K. H.) 6.15—10.05 Lezingen; 11.2012.15 Gramofoonmuziek; 12.15 12.50 Lezingen; 1.20'1.50 Gramofoonmuziek; 1.50 —3.50 Lezingen; 3.504.50 Concert uit Berlijn; 3.507.20 Lezingen; 7.20 Orkest en 2 piano's. Heruitzending van Langenberg; 8.20 Orkest; 9.50 11.50 Dansmuziek. Kalundborg (1153 M., 260 K. H.) 11.20— 1.20 Orkest; 2.504.50 Orkest en zang; 7.359.35 Versterkt orkest en zang; 9.5012.20 Dans muziek. Brussel (508.5 M., 590 K. H.) 5.20 Trio; 6.50 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert uit het Con certgebouw te Amsterdam. Geldigheidsduur van rijbewijzen De Minister van Waterstaat brengt onder de aandacht van houders van rijbewijzen als be doeld in art. 9, lid 1, onder 3, der Motor- en Rijwielwet, dat, de geldigheid van alle rijbewijzen, afgegeven vóór 1 November 1925, thans geëindigd is; de geldigheidsduur van rijbewijzen, afgege ven tusschen 1 November 1925 en 1 November 1927, in elk geval eindigt twee jaren en acht maanden na den dag van afgifte; de geldigheidsduur van rijbewijzen, afgege ven na 1 Nov. 1927, eindigt twee jaar na den dag van afgifte; het bovenstaande geldt zoowel ten aanzien van rijbewijzen, waarop de laatste dag van geldigheid staat aangegeven als ten aanzien van die, waarop deze niet staat aangegêven; het belang van bestuurders van motorrijtui gen, wier rijbewijzen overeenkomstig het voor gaande hun geldigheid verloren hebben, mede brengt zich tijdig van een nieuw rijbewijs te voorzien. SCHEEPSBOUW Het s.s. „Leto" te water gelaten Dinsdag 12 Nov. werd door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij van hare werf de Scheepsbouw Maatschappij „Nieuwe Waterweg" te Schiedam het aldaar voor rekening van de Maatschappij „Zeevaart" te Rotterdam in aan bouw zijnde stoomschip „Leto" met goed gevolg te water gelaten. De hoofdafmetingen zijn; lengte tusschen de loodlijnen 400'-0", breedte over spanten 55'-0'\ holte tot opperdek 28'-0", laadvermogen ca. 8700 ton. De voortstuwing van het schip zal geschieden door een triple expansie-machine in combinatie met een afgewerkte stoomturbine, systeem Bauer-Wach, waardoor een totaal-vermogen van ca. 2200 P.K. zal worden ontwikkeld. De doopceremoniën en het wegnemen van de laatste beletselen voor de te water lating ge schiedden door mevr. L. FonteinStork. Na afloop vereenigden zich de directie en ge- noodigden in de directie-kamer. DE SPOORBAAN AMSTERDAM—AMERSFOORT WORDT VERNIEUWD. Op de kruising met den Muiderstraatweg wordt een viaduct gebouwd, waardoor de hinderlijke verkeers opstoppingen verdwijnen De onthulling op 3 December 3 December a.s. zal op het Lorentzplein te Haarlem de plechtige onthulling plaats vinden van het borstbeeld van wijlen prof. H. A. Lo- rentz. Dit borstbeeld is vervaardigd door prof. Odé uit Delft. De onthulling zal geschieden door Z. K. H. Prins Hendrik in zijn kwaliteit van protector der Hollandsche Mij. van Wetenschappen. Bedrijfsvereeniging voor het lederbedrjjf Gemeld wordt; Zaterdag had te Utrecht een vergadering plaats tusschen de afgevaardigden van den Bond van Ned. lederfabrikanten, de R. K. Ver- eeniging van Ncd. lederfabrikanten, den Ned Bond van Christ, fabrieks- en transportarbei ders, den Ned. R. K. fabrieksarbeiders(sters) bond en de Ned. Ver. van fabrieksarbeiders. Besloten werd op te richten een volwaardige bedrijfsvereeniging voor het lederbedrijf en aanverwante vakken. A.s. Zaterdag zal een ter vergadering be noemde commissie de statuten definitief vast stellen en zullen de bestuursleden benoemd worden. Aan voorzitter en secretaris werd opgedragen erkenning aan den minister aan te vragen ter wijl de vergadering tevens besloot te zullen toe treden tot de federatie van bedrijfsvereenl- gingen voor ziekengeldverzekering. DE LANDBOUWBEGROOTING Adres van den Ned. Tuinbouwraad HET VESTIGEN VAN PROEFTUINEN EN VOORBEELDBEDRIJVEN Het bestuur van den Ned. Tuinbouwraad heeft zich met een adres tot de Tweede Ka mer gericht naar aanleiding van de ingedien de ontwerp-begrooting landbouw. Adressant betoogt dat deze begrooting niet voldoende recht laat wedervaren aan de nog steeds toenemende beteekenis van een zoo be langrijke bron van welvaart als de landbouw voor Nederland is. De staatszorg voor den landbouw behoort evenwel niet te worden uit gebreid, in dien zin, dat van staatswege zou moeten worden voorzien in hetgeen het parti culier initiatief tot stand bracht en in stand hield tot algemeene bevrediging. Vóórts dringt adressante aan om eén post voor Directeur- generaal van den landbouw op de begrooting uit te trekken, daar de instelling van een direc tie van den landbouw van groote beteekenis wordt geacht. Wat betreft de subsidies voor proeftuinen en 'proefvelden, waarvoor voor 1930 5720 meer wordt aangevraagd, ontraadt de Tuinbouwraad ten sterkste het vestigen van proeftuinen en voorbeeldbedrijven in streken, waar de tuinbouw niet bedreven wórdt en ook niet met eenige kans op succes bedreven kan worden. Nsrlere verklaringen van tien minister. Op de vragen van den heer F. Vos inzake het verbeken van de radiorede van den heer W. Vogt, directeur van het omroepbedrijf van de Algemeene Vereeniging Radio-Omroep, op Maandag 21 October j.l., heeft minister Reymer het volgende geantwoord Zonder zich bekendheid met alle persuitla tingen te willen aanmatigen, kan de minister mededeelen, dat geen persberichten omtrent de plannen van den Radioraad aangaande de ver deeling van den zendtijd vóór 21 October j.l. te zijner kennis zijn gekomen. De redevoering gaf, zonder zelf concrete mededeelingen te doen, alle aanduidingen, welke voor den hoorder noodig waren om zich op de hoofdpunten een denkbeeld te vormen van de plannen van den Radioraad. Daar de uitwerking hiervan zoowei op de luisteraars als op andere omroep-organisaties strijdig was met een rustige en ordelijke behan deling dezer aangelegenheid door de daarvoor bij de wet ingestelde organen, mocht zulk een redevoering niet hij herhaling worden toegela ten. De rede welke de omroeper van de V.A.R.A. op 19 October uitsprak, hield noch aanduidingen in, als in de vorige alinea omschreven, noch was zij gericht op een uitwerking als daar bedoeld. Indien de minister goed ziet, is de grondge dachte van de vraag naar den wettelijken grondslag van de bevoegdheid der regeering om een radio-rede te doen staken, dat in dezen zoude zijn gehandeld buiten hetgeen art. 3ter der T.- en T.-wet als norm inhoudt. Alsdan moge hij volstaan met te verwijzen naar zijn antwoord-van 29 October 1929 onder 2, waarin het tegendeel is vermeld. Uiteraard zal verschil van meening omtrent hetgeen al dan niet binnen de gestelde norm valt niet zijn uitgesloten, zelfs niet, wanneer de door de wet bedoelde contröle haar,uitein delijke regeling zal hebben gevonden. De vrijheid van drukpers is verzekerd in de Grondwet. Regeling nan de contröle op radio redevoeringen is voor het oogenblik voorzien in artikel 3ter, sub h, der T.- en T.-wet. Drukpers en radio zijn in aard, behandeling en uitwerking zoo verschillend, dat ook aan wette lijke regeling verschillende eischen moeten worden gesteld. Dit is in de bestaande wetsbe palingen erkend. Men vergelijke daarvoor art. 7 der Grondwet met art. Zter, sub b, der T.- en T.-wet, hetwelk regeling met betrekking tot den inhoud en tot de contröle op de uitzendin gen,dus preventieve maatregelen, uitdrukkelijk voorziet. Aan Thomas Mann toegekend Wolff seint ons uit Stockholm; De Nobelprijs voor literatuur is aan den Duitschen schrijver Thomas Mann toegekend. DE Het woord is aan de practijk Op de vragen van den heer Van den Heuvel in verband met de invoering van het gesprek kentarief op de locale telefoonnetten heeft de heer Reymer, Minister van Waterstaat, het volgende geantwoord: Het gesprekkentarief is de tariefvorm, dien de locale telefonie in een bepaald stadium ha- rer ontwikkeling voor haar verderen groei be hoeft. De ervaring, in andere landen opgedaan, bevestigt de juistheid van dit oordeel. Tegen elk tariefstelsel kunnen gegronde bezwaren worden ingebracht; de vraag is slechts of het algemeene verkeersbelang, dat de locale tele fonie dient, een verandering van stelsel wet tigt en eiseht. Zulks was naar de overtuiging van den ondergeteekende hier het geval. De Minister zou ter bepaling van de waarde tier aangevoerde bezwaren thans het woord aan de practijk willen laten. De Minister meent, dat dé bezwaren tegen de handhaving van het abonnementstarief bin nen geautomatiseerde streeki^tten niet zijn van technischen aard, maar ontleend zijn aan het algemeene verkeersbelang. De vraag of de Minister het niet een bezwaar tegen het tarief acht, dat bij invoering van het gesprekkentarief de locale gesprekken met 30 zullen verminderen, beantwoordt de Mi nister ontkennend. Het gesprekkenaantal per aansluiting mag ten dezen geenszins als op perste norm ter beoordeeling van de Juiste maatschappelijke functie der locale telefonie worden aangemerkt. In het Verslag 1928 aan de Koningin is in Bijlage 81 ter verklaring als noot, het volgen de opgenomen „In dit opzicht zijn niet zooals in vorige Jaarverslagen de locale gesprekken in duizend tallen weergegeven, aangezien voor een eenigs- zins nauwkeurige vaststelling van die aantal len bijzondere maatregelen getroffen dienen te worden, waarvoor niet voldoende aanleiding bestond." De genoemde bijzondere maatregelen zouden hebben bestaan in het tellen der gesprekken gedurende enkele dagen, welke telling dan den grondslag zoude opleveren voor de berekening vag het gesprekkenaantal over het geheele jaar. Nu binnenkort over volkomen juiste gegevens betreffende de aantallen gesprekken kan wor den beschikt het tellen daarvan wordt thans een onderdeel van de afwikkeling van het ver keer wordt gemeend, dat opgave van de door berekening verkregen aantallen achterwege kan blijven. De Minister is overtuigd, dat de beslissing tot de invoering van het gesprekkentarief op voldoend betrouwbare grondslagen steunt. Zooals hij boven reeds opmerkte, zou hij thans de waarde der genomen beslissing aan de prac tijk willen toetsen. Reden tot slechts gedeelte lijke invoering van den nieuwen tariefvorm of tot toezegging van een nieuw onderzoek acht hij thans niet aanwezig. Het aangegeven denkbeeld een tarief vorm, die in het elëctriciteitsbedrijf toepassing vindt, inaar daar allengs wordt verlaten is bij de voorbereiding van het gesprekkentarief overwogen. Verwezenlijking van dit denkbeeld bleek o.m. omdat zijn doorvoering het bedrijfs leven onevenredig zwaar zou belasten, niet raadzaam. Verzoek om schadeloosstelling ingediend EEN SPOEDIGE BESLISSING TOEGEZEGD Naar we vernemen hebben mr. H. H. Roobol en mr. D. den Hollander gisteren in de raad kamer van het Amsterdamsch Gerechtshof ge pleit voor' toekenning van schadeloosstelling aan J. C. Klunder en J. Teunissen, wegens schade die zij hebben geleden in verband met ten onrechte ondergane gevangenisstraf. Het request van Klunder en Teunissen is gegrond op art. 481 Wetb. van Strafvordering waarbij ieder die in revisie van een strafbaar feit is vrijgesproken recht op sch^eloosstel- ling kan doen gelden. Naar wij van mr. Hollander vernemen heeft de behandeling der zaak in de raadkamer een aangenaam verloop gehad. Voorts deelde mr. den Hollander mee dat men zich bij de aanvrage om schadeloosstelling beperkt heeft tot een zoodanig bedrag dat voor Klunder en Teunissen in aanvullende werk zaamheden een bescheiden bestaan in de toe komst gewaarborgd zal zijn. Het Hof heeft een spoedige beslissing toege zegd. De benoeming van rechters-coimnis- sarissen. Speciale opleiding van strafrechters In de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de begroo-ting van Justitie voor 1930 zegt de Minister o.m., dat naar zijn meening de behan deling door het Amsterdamsche Hof van de zaak-GiessenNieuwkerk zich niet heeft ge kenmerkt door de evenwichtigheid, welke juist in de gegeven omstandigheden te noodiger was, opdat men zich voor een objectieve beoordee ling op die behandeling en den indruk daar van zou kunnen verlaten. De Minister betreurt een en ander, en niet slechts omdat aldus een schok aan het ver trouwen in de justitie is gegeven, die in elk geval zeker niet in die mate door de feiten wordt gerechtvaardigd, maar vooral ook, om dat het gevaar dreigt, dat uit zekere reactie tegen overdreven en onwaardige voorstellin gen de aandacht wordt afgeleid van de hoofd zaak. En die is, dat hier inderdaad fouten aan het licht zijn gekomen, waarop het wel zeer noodig is zich met ernst te bezinnen. Van die fouten noemt de Minister er drie: Het onderzoek van den rijksrechercheur heeft niet naar belmoren plaats gehad; het onder zoek is teveel uit handen gegeven; en de derde fou-t is die van het „geheime dossier", Wie het dossier leest komt wel tot de slot som, dat hier en daar aan de gedachte vrij spel is gegeven, maer de aanwijzing als zouden de verklaringen op onbehoorlijke wijze zijn ver kregen of onjuist of tendentieus zijn opgeno men vindt men daarin niet. Intusschen is de fout minder, dat deze stukken buiten het dos sier zijn gehouden dan wel dat het parket daarvan heeft doen kennis nemen zonder ze aan de verdediging ter inzage te verstrekken. Echter gaat naar 's Ministers oordeel de be teekenis dezer zaak boven het concrete geval uit. Er zit aan de zaak een algemeene kant: niet in dien zin, dat een ongerechtvaardigde veroordeeling niet een uitzondering zou zijn. Doch dat het hier wel van den aanvang af een dubieus geval betrof, kan daaruit duidelijk zijn, dat om het in 1925 gevallen arrest eigen lijk nimmer een oogenblik rust is geweest. Maar zoolang de verklaringen der getuigen Kroon bleven gehandhaafd het duistere punt in deze geheele zaak was redres uitgesloten. Men mag intusschen deze zaak niet als een incident voorbijgaan. In de eerste plaats moet het gebeurde naar 's Ministers oordeel politie en justitie een prikkel zijn om, doordrongen van de groote be langen, die bij haar richtige functionneering zijn betrokken, bij voortduring bedacht te zijn op een nauwgezette en onverslapte plichtsver vulling. Maar in de tweede plaats heeft het gebeurde zijn beteekenis voor allerlei vragen van organisatie van politie en justitie. Zoo zal de organisatie en positie der Rijksre cherche, vooral in haar verhouding tot straf zaken, nadere beschouwing verdienen. Zoo kan b.v. verder de vraag rijzen of de wijze waarop de rechters-commissarissen worden benoemd de meest juiste moet worden geacht. De Minister herinnert eraan, dat een voorstel der Regee ring bij de vaststelling van het nieuwe wetboek van strafvordering om de rechters- commissarissen in strafzaken te laten benoe men door de Kroon voor een tijdvak van vier jaren, op bezwaar uit de TweedeKamer is afgestuit. Hij zou echter bereid zijn aan deze kwestie opnieuw zijn aandacht te geven. Voorts heeft de aandacht van den Minister het vraagstuk van een stelsel van gespeciali seerde strafrechters. Naast voorlichting, hier en daar in het land, ten behoeve van de be staande magistratuur,Is onder de oogen te zien een speciale opleiding aan de universitei ten ten behoeve van de toekomstige strafrech ters. Omtrent de vraag wat er is van de ge tuigen, die door de verdediging voor het Hof te Amsterdam waren gedagvaard en over den werkelijken dader zonden kunnen verklaren, doch van wier verhoor door de verdediging is' afgezien, deelt de Minister mede, dat deze ge tuigen reeds vóór de behandeling voor het Am sterdamsche Hof door den rechter-eommissa- ris te Dordrecht waren gehoordhun verkla ringen hebben betrekking op iemand, die des tijds in 1923 reeds is verdacht geweest en ook gearresteerd, doch toenmaals tenslotte onge moeid is gelaten. Hetgeen nu nader betreffen de deze persoon is te berde gebracht, heeft vooralsnog geen voldoenden grond opgeleverd, om hem opnieuw in rechte te betrekken, doch het parket te Dordrecht is te dezen diligent, gelijk ook elk spoor, dat anderszins tot ont dekking van den schuldige of de schuldigen zou kunnen leiden, met zorg zal warden ge volgd. Of voor den Kinderrechter een bijzondere opleiding in het leven zal moeten worden ge roepen, acht de Minister aanvankelijk twijfel achtig. LOBITH, 12 November. Gepasseerd en bestemd voor: ROTTERDAM; st. Willem 1; st. Harmonie Risico, v. Oosten; st. Paula 1; Sterre der den Olden; st. Edmund; Apollo, Weisbarth„ Somme; st. Wangard; st. Irmingard; st. Fia_eI, st. Victoria; st. Albatros; st. Westri; st. gique; st. Fiat 18; st. Agnard; st. Fiat 9; Midgard; st. Voorwaarts; st. Meurttoe; st. Me" at. Alpha; st. Iduna; st. RijnlandPh. RW-.. 12, V. Koeveringen; W. v. Driel 65, Schutte®"^ Charlois 8. Verkalk; Jurgens 12, v. Lier; n; Agnes, Zimmerman; Broedertrouw, Tennis- j Baden 6, Zimmerraatn; Iffamtfth, de Jong! Heinrich, Emmig! Lucratief. Heil; Tolera Mechelon; H. Nnuerburg 1. Wagner; Lento, Bot; Rhenania 27, Dietz; Millet, Sanders; bara, Link; Maria. Rieken: Meeresstern, Sf* Gretë Hóphie. Dahmen; Maria, Driessen; 11 Georg, Thiele; Lena, Reitsma; st. Lena; - p Suevia: st. Newa; st. Raab Karcher 9; D. - G. 9, Römer: Therese Elsa, Kïnnecke; st. Karcher li Brittannia. Anstatt; Colonia, dam; Borussia,. Leunls: Frans, Roelofs; van Raalte; Johann Heinrich, Dubbelman^ Ophir; st. San Antoni; St. Cornells; Roma, R tenberg; Vertrouwen, Egas. AMSTERDAM: Johan, Boni tik; Hubert M» Baert: Emanuel, Wassenaar; Isto, van G,en-ges, Nipperus; Wijkdienst 22, v. d. Wiel- 'GORKTTM: Emma Elise. Roehner: «m, MEER; Gerta, Roger; ZWTJNDRECHT: WaJz; Gustav, Agnes: MAASTRICHT; niers; st. Adriana Willielmlna: UTRECR j Patience. Tvnipn; DOESRUPG: Mannheim Hooywegen irinck1* Orca, V Verbeeck. Moeders nemen voor de roode. gesmette of ontstoken huid vaö de kleine, uitsluitend het allerbeste, en dat i® Doos 50 en 60 cf. Tube ÖO cl. Bij Apolh. en Drogiste® Dames; VEGHEL: .Klaas Aleida, v. d LfU D RITTEN: Marcel Louis. Kieffer: GORTNCIR' Trebeta. Grweldinger: SLIKKERVEER: <- tr.uida, Sehellaars: DELFT' Kt. AntoniuS, Schalk; KRTMPEN a'd I.TSEL: Hendrlka, Rj, nen: HOORN: Animó. van Megeb: T.7MÜÏDR* 1 OUarto. de Bot.; LEMMER3 Gebroeders, .TOURE: Jentie. Klos; DEN HAAG: LtWjjUj,, Everaert: RTTZUMAZTJL: Eendracht 2, der; Soil Deo Gloria, Brüder: EEMBR U, Verandprïnar, Meinen:. DEN HAAG: Du7- -p, kanrt: NIJMEGEN: St. Jan 2. de Jong: W LUM: Margaretha. Damstra: ECK EN Wl)i Rifea. Nout: TJRSELMONDE: -Risico. Sfnlt-,,, BET/GTESynthese. Jongen: Ellhen. K* seis; Kanaalvaart 9. Ullrjch; Jean, Kir 0 ,- Mannheim 207. Kornecker; Atlas, Rijn Schelde 13, Wauters; Emanuel, Pauline. SterHn; Pharailda. Ha ems; Amar® Romtoaut: Hoofzaon 1. Smits:. Willem, v. Ot. Franklin. Janssens; Marie. Boshuizen: eorne. Ebling; Nautilus 1. Sekuur: Marco®- d. Kroon: Frans Eloris. Pe-eters: Zambia. Boer: Emanuel. Kroes: Anna, v. Cromv® j Charles, Mn esSterre der Zee. HameTêrs: -g, Yperen. Hammer; Maria. Janssens; St. tinus, Thonissen; Hortense.' Simon: -A.dri^ Grin wis: Zuid-P-eveland. Stomezand: Luyks; Tamsa 20, Leure: Tamsa 16. KooylO* Tamsa 22. Trimbon: Tamsa 15, Klok. FRANKRIJK: Belier, Rahaey. Ta. DUITSCHLAND: st. Hollandia: An.1a, 11 ,hoer: Betty Dora, Hamel; Wilhelmina, •TansSL(,;' Ceres, v. Emmerloot: St. Antonlus, de Jd" Esperance, Blomberg. HANS WEERT, 12 November.' Gepasseerd vóór 4 uur en bestemd voor ROTTERDAM: st. Telegraaf XI: Keo, Catharina, Stavens: Mary, Hulsman: Janssens; Neerlandia, Hoek; SCHEVENING n. Cornells, de .Tong: PERNIS: Assam 3, Stoute- WORMERVEER: Helena 3, Steenstra; MaG1 Vleeshouwer; DORDRECHT: ïsala 1, Boks»» LEIDEN: Porfier 28, Dooms: AMSTERD-j'. st. Jama: st. Verandering: Brabo 31, van Gna_., Piejo, Schutte: LEEUWARDEN: 3 frères. steege: 'S-HAGE: Anna Maria, PieteraPU. GEERTRUIDENBERG: st. Dirkje; SCHIEDA* et. Anna. DUITSCHLAND: Sallandia, BouwnieiMG Sarto, de Rooy: Martha Dangez, Baay; - Dittenberger; Marcel, Wyckmans; Herolina, r Bosch; Mejo, Joore: Phenlx Rhcnan 14, 1''„j mans; Elodie, Schoeters: Arago, Bulzert; Lelie, Tronkoe: Volonté de Dieu, van DonS Angèle, Durinck; Florentina, Cop; Völfa, vet- BELGI st. Jannetje:st. Morgenster! Maria Aagje: Maria Theresia 36, de Wacht Marg. Magdalena, van Puymbroeck; Johann® Hamelink; Elvire, Dees: Oso 13, Zadow; 0s0.,.; Teirlinck; Mon Desir, Oosse; Marie, Rademak6' Louisa, van Limpt: Prins Willem 1, Dek'K Donau, v. d. Kinderen; Sago, Oosterloo; Kar® Poot: Elisabeth. Buitink; Victoire Louise, Vijvere; Arminius, Keiler: Fiducia, de ^°nfièi Champagne, de Hasque; Marie, de Beer; Bê' .j, Hofman; Amman 2, van Capelleveen; Baden- Brech: Mannheim 190, Ammon; Baden 47, ZIT dinger; Angelina, Muys; Tonkin, Weishaf Karei, Grutter: Jawtjo, Dijkstra; Vertrou^f Touw: Teuna. Hazewinlus; Richard, van gen; Pauline, Pols: Dranaco 8, de Jong: Antonio, Janssen; Geertruida, de Meyer; G'iD van Beek: Eva, Hamel; Union 19, Lellm®" Wilhelmiqa 2, Blleck; Henriette, van Don?' Friesland, Groen. jj' Vrij naar het Fransch R. B. SEIGNY 7) Goede hemel, Sylvestre, wat zeg je dat allemaal gauw! Beste kerel, dat is de beste en de dege- lijkste methode. Die vage idyllen zijn nergens goe-d voor. In Jouw plaats zou ik morgeit al beginnen. Waarom niet vandaag nog? Hoezoo dat? Lat on we ze inhalen, dat ik haar ten minste terugzie. Hij begon te lachen. Op mijn leeftijd achter de meisjes aan loopten! Enfin, ik heb het zelf gezegd. Vooruil dus maar. We staken den weg over, en drongen het bosch in. Lampron ging voorop. Hij had zich indertijd naam verworven op de vossenjacht, en nu zag ik een staaltje van zijn behendigheid. Hij werkte zich door het struikgewas heen met een buitengewoon en bewonderenswaardig gemak, terwijl ik .overal bleef haken aan strui ken en takken. De vlucht van een fazant deed ,4»eru stilstaan. Laten we wat voorzichtiger zijn, zoide hij. m' We maken de dieren schuw. Tweehonderd gassen verder moeten we het pad krijgen, dat zij genomen hebben. En zoo was het Vijf minuten later gaf hij mij van achter een dikken beuk door gebaren te kennen: Daar zijn ze! En zoo was hot. Jeanne en haar vader had den plaat? genomen op een omgevallen boom bij het voetpad. Zij zaten met den rug naar ons .toe. „aar vader las voorovergebogen zijn wandelstok naast hem in den grond geplant uit een boek, dat we niet konden zien, en Jeanne luisterde aandachtig, zonder zich te verroeren, terwijl zij half naar hem toegekeerd zat. De diepe stilte van het boseh omringde ons, en wij vernamen alleen de stem va-n den ouden geleerde. Ik wendde mij naar Lampron, die tien paBsen vóór me stond, wat meer naar rechts. Hij had zijn schetsboek te voorschijn gehaald, en tee- kende nu haastig. Weldra vergat hij alle voor zichtigheid, tin verliet hij zijn schuilplaats achter (Jen bèuk, om dichter bijn zijn model te komen. Of ik hem al teekens gaf, en pro beerde, hem eraan te herinneren, dat we daar niet waren, om te teekenem het was alle maal vergeefsch. De kunstenaar was in hem ont waakt. Hij ging op den gewenschten afstand zitten, op de open plek, op een omgebogen wortel, en werkte door, zonder ergens anders aan te denken, dan aan zijn werk. Toen gebeurde het, waar ik bang'voor ge weest was. Lampron werd ongeduldig, hij maakte een beweging met zijn voeten, en kraak te een takje, een geritsel van bladeren en Jeanne keek om, en zag ons. Zij zag, dat ik naar haar keek, en dat hij haar uiteekende. Wat zou een meisje voelen, als ze zoo opeens midden in bet bosch twee paa.r oogen op zich gevestigd ziet? Eerst zal ze .wel wat bang zijn, maar dan als ze ziet, dat het geen dief is, en dat men haar aankijkt, omdat ze er aardig uitziet, en niet om haar kwaad te doen zal ze zich gestreeld voelen, en een tikje ver legen misschien. Dat was het precies, wat we nu meenden te zien. Op het eerste oogenblik deinsde zij terug, miet gefronste wenkbrauwen, op het punt om te schreeuwen. Maar dan teekende zich een zekejr geluoegen van bewonderd te worden op haar gelaat af, en iets als schaamte, dat ze verrast was, en tevens het verlangen, om niet linksch te zijn. Zij glimlachte flauwtjes. Ik nam mijn hoed at en Sylvestre zijn muts. Meneer Channot verroerde zich niet. Is het weer een eekhoorn? vroeg hij. Ik geloot, dat het er twee zijn, vader, antwoordde zij zacht. En hij las weer verder. Maar Jeanne luisterde niet meer. Zij was in gedachten. Waaraan dacht ze? Aan ver scheidene dingen misschien, maar zeker om weg te gaan. Ik raadde dat aan de beweging van haar parasol, waarmee zij koortsachtige kringen op hét mos trok. Ik gaf Lampron een teeken. Wij trokken ons terug, terwijl we achteruit liepen. Maar het baatte niet. De betoovering was verbroken, en de rust verstoord. Jeanae kuchte een paar keer. Meneer Charnot hield op, vol ongerustheid. Ben je koud, Jeanne? Weineen, vader. Jawel, je bent koud. Waarom heb je dat niet eerder gezegd? O, die kinderen! Altijd even onvoorzichtig. Hij stond oogenblikkelijk op, stak het hoek in zijn zak, knoopte zijn jast dicht, en zocht, op zijn stok geleund, een oogenblik in de top pen der beuken. Vervolgens verwijderden zij zich, arm in arm, langs het voetpad, en waren weldra uit het gezicht verdwenen. Lampron bleef kijken naar de plaats, waar zij om de bocht verdwenen waren. Waar denkt je aan? vroeg ik. Hij streek met zijn hand over zijn baard, die in het midden enkele grijze haren vertoonde. Ik denk er aan, beste kerel, dat de jeugd evenzoo heengaat, op het aogenblik, dat we het meest van haar houden. Zij gaat weg, zonder te zeggen, waarheen. Zoo' is het mij gegaan. Wat een fijne gedachte was dat van je, om ze uit te teekenen. Laat me de schets eens kijken. Neiem. Waarom niet? Het is zoo goed als niets, Een paar potlood- streepen. Nu ja, iaat maar kijken. Beste Fabien, Je moest nu toch weten, dat ik koppig word, als ik een idee heb. Je krijgt mijn schetsboek vandaag niet te zien, en mor gen niet, en overmorgen ook niet. Ik antwoordde botweg: O, mij hetzelfde, hoor! Maar in den grond van mijn hart was ik erg boos, en ik nam op het perron tamelijk koel afscheid van Lampron. Kan men zich zóo'n gril voorstellen? Mij geen schets laten zien, die hij voor mijn eigen oogen gemaakt heeft een schets van Jeanne! Houd je teekeningen maar weg, Sylvestre, stop zie in je portefeuilles, of in je zakken. Het kan me niets schelen. Ik heb het beeld van Jeanne in mijn hart. Ik kan haar zien, wanneer ik wil. Emik heb haar lief ik heb haar lief ik heb haar lief! 28 APRIL. Vanmiddag om twee uur kwam ik Lampron tegen op den boulevard Saint-Michel. Hij liep vlug, met een karton onder zijn arm. Ik sprak hem aan. Maar hij keek niet aardig, en had eigenlijk liever niet, dat ik met hem meeliep. Het bloed steeg me naar het hoofd. Nu, tot ziens dan, meneer Lampron, als ik u niet meer mag aanspreken. Tot ziens! Hij dacht een oogenblik na. Bah, ga maar met me mee, als je wilt. Ik ga naar mijn lijstenmaker. Voor een schilderij? Zoo iets. O, een geheim! Gisteren deed je al zoo geheimzinnig met een teekeming, en vandaag weer met e® schlderij. Dat is niet aardig, Sylvestre, neen, dat is niet aardig van je. Hij keek me aan met een mengsel van vriend schap -en medelijden. Arme, beste jongen! zei hij. Toen sprak hij weer op zijn ouden toon: Ik heb erge haast. Kom maar mee, als je wilt. Ik had liever gehad, dat heit een paar dagen later was geweest, maar enfin, vreugde komt nooit te vroeg. Als Lampron wil zwijgen, is het nutteloos, om hem vragen te sitellen. Ik dacht dus na over die laatste woorden: vreugde komt nooit te vroeg. We gingen voorbij de café's. Voor één daarvan zat een troepje studenten. Zij spraken over hem, maar hij lette er niet op. Kijk, zie je den grootsten van die twee? Dat i3 Sylvestre Lampron. De eerste prijs van twee jaar geleden? .Tuist, en een heelt» mijnheer. Daar ziet hij weil naa.r uit. Links af, zei Lampron. Wij gingen links af, en kwamen in de Rue Hautefeuille, voor een verveloos huis, waaraan bened-en bordjes hingen van „Kamers te huur". Daar woonde de lijstenmaker. De gang was donker. De muren droegen de sporen van tal van verhuizingen. Wij gingen naar boven. Op de vierde verdieping zei eon muffe lijmlucht op het portaal ons al, wat de huurder daar van beroep was. Op de deur was een bordje: PLUMET, Lijstenmaker. Plumet? zei ik. Een jong gezin? Maar reeds had madame Plumet opengèd®^ Ja, zij was het de kleine madame Plumet het kantoor van mir. Bottlle. Zij herkende in het halfduister van het portaal. Wat, mieneer LampTon, n kent to011 Mouillard? Ja, en u ook, schijnt het, madame Plnl0U, O ja, heel good. Hij is het, d;ie dat Pr°c gewonnen heeft, ziet 'u. Tegen dien schrijnwerker? O juist. uw' man daar? A Ja, mijnheer, in de werkplaats. Plu® - Door d-e half openstaande deur, die toeg3 gaf tot een vertrek, bermerkten wij PlulD temidden van zijn werklieden een klein d<Uj ker mannetje, met een sik. Hij keek op, en (1 vlug zijn werkschort af. Ik kom, Marie, ik kom. fr Madame Plumet -was een beetje in de dat ze ons moest ontvangen, zonder toilet hebben gemaakt. (Ze had de kamer nog n0jj gedaan). Ik merkte dat'aan haar blozen, aan de manier, hoe zij fle losgeraakte kru recht schoof. Toen haar man antwoord gegeven', liet zij ons alleen, en ging zij het eind van de kamer, naar een halfd® alcoof, dat vol met meubelen stond. Daar zij zich over iets vi or kants, dat ik eerst ta®° sleclht kon onderscheiden. II: zag alleen, het onder haar hand bewoog. gp Meneer Mouillard, zei ze, haar oog®n mij richtend. - Ik merkte toen, dat ik haar gevolgd j Meneer Mouillard, dat is mijn zoon PierU De trots, waarmee ze dat zei! En de g1' lach, waarvan die woorden vergezeld gitiSf.jg Zij schoof een der gordijntjes weg. 'Toen tusschen kussen en lakens twee kleine zi*®* oogjes, en een vlokje blond haar. Kijk eens, hoe stout hij is! ging zij v<l En ze began het kind clat wakker werd liefkozen. (Wordt vervolgd) o< da'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2