OVER BOMMEN EN GRANATEN FEUILLETON EEN PARIJSCHE IDYLLE. y DE NIEUWE STER AAN DEN C0MMUN1STISCHEN HEMEL .DE HEMBRUG" JUBILEERT De werkloosheid WAAR ZE GEMAAKT WORDEN VIER HAAGSCHE WETHOUDERS DIENEN HUN ONTSLAG IN HET TELEFONEEREN MET INDIE DR. KOCH TRACHT ONDER VALSCHE LEUZEN ZIELTJES TE WINNEN LAFHARTIGE PARTIJBESTUURDERS VERWIJTEN AAN DE PARTIJ LEIDING DE SUIKERBIETENTEELT MOBILISA TIE-SLA CHTOFFERS De houtstaking te Zaandam EEN BELGISCHE MOORDENAAR ONTVLUCHT 't Is onmogelijk zich een leger in te denken zonder de attributen, die het ,jn weerkracht verleenen. Zelfs al in den ouden tijd maakte men ge bruik van allerlei werktuigen, die den mensch hij de bestrijding van zijn evenmensch te hulp moesten komen en we mogen veilig aan nemen, dat de Batavieren het bij hun pogingen om zich den lastigen Romein van het lijf te houden niet enkel met hun handen hebben afgedaan. Sindsdien zijn de methoden er helaas niet milder op geworden, en de hulpmiddelen niet minder, integendeel: men kan gerust spreken van een wedloop naar de sterkste technische uitrusting. Dit alles te constateeren is niet aangenaam, maar het is een harde waarheid, die te aan vaarden is en zoolang er legers zijn, zal elke legermacht erop bedacht moeten zijn van de technische vorderingen op krijgskundig gebied profijt te trekken. In Afghanistan en ook in China al worden de nieuwste vindingen aangewend: zou dan een land als 't onze hoeveel vreedzamer dan deze oorlogszuchtige contreien het dok is moeten berusten hij oud materiaal en lang- Vêrbeterd én dus in de practijk onbruikbaar oorlogstuig. Men kan een vliegmachine nu een maal niet afhouden o£ neerhalen met een karabijn. Degenen, die bezorgd zijn voor de afweer kracht van ons leger, neefi, laten we liever zeggen, die daar belang in stellen, zullen, zoo zij ooit een bezoek mochten brengen aan de Artillerie-Inrichting aan de Hembrug, in naam vereenzelvigd met de plaats, waar zij gelegen is, zijn gerustgesteld. Dit beteekent nog niet hetzelfde als de overtuiging, dat we zoo superieur zijn, dat we eiken oorlog de hemel verhoede, dat we er ooit een hebben te voeren zullen winnen, maar toch wel, dat we zoodanig zijn toegerust, dat een samentreffen van ons leger met een ander niet voetstoots tot een oneervolle capitulatie moet leiden. Tusschen Amsterdam en Zaandam bij de Hembrug ligt het uitgestrekte terrein, waarop de Artillerie-Inrichting haar gebouwen heeft staan. Niet deze instelling jubileert, maar wel de grootmoeder of is het pas de moeder, die in den jare 1679 te Delft het licht zag, toen de Gecomitteerde Raden van Holland en West- Friesland besloten tot de oprichting eener affuitmakerij, die leger en vloot van geschut had te voorzien. Hoewel het zeer zeker interessant zou zijn bet wel en wee van de vrij primitieve Delftsche inrichting te beschrijven, dunkt het ons Juister onze aandacht meer te bepalen tot de plek, waar het twee-en-een-halve eeuwfeest wordt gevierd, al wordt hiermee aan de historie wel wat te kort gedaan, want van de 250 jaar hoeft de jubileerende inrichting meer dan 200 jaar haar zetel gehad in het Hollandsche stadje. In 1897 werd het grootste gedeelte der tot dusver in Delft gevestigde fabrieken binnen de stelling Amsterdam ondergebracht en van toen af werd al wat de herstelling en de aan maak van geschut en ammunitie betrof meer en meer naar de Hembrug geconcentreerd. Daar had zich langzamerhand een uitgebreid bedrijf gevestigd, dat, niet als Vroeger zich enkel op reparatie van meestal in het buiten land gekochte „artikelen" toelegde, maar ge- leidelijk-aan ook tot het zelf-vervaardigen overging. Voortaan Hollandsche spuiten" Tot 1904 toe werden de geweren, bij onze dienstdoende, dienst gedaan hebbende en met den dienst van hooren zeggen bekende Neder landers „spuiten" genaamd, in Oostenrijk ge maakt en was de Hembrug enkel goed om als winkel te dienen en ook om de kapotte exem plaren dat zullen er niet weinige zijn ge weest als men de zachtzinnige manier kent, waarop onze soldaat ermee omgaat on de liefderijke verzorging, die hij eraan besteedt weer gezond te maken. Men ging zelf geweren maken en wat dit zeggen wil, wordt zelfs den meest volslagen leek duidelijk door de even eenvoudige als veelbeteekenende mededeelingdat zoo'n „spuit" niet minder dan 81 onderdeelen heeft. Even werd het benauwd, toen er in mobilisatie tijd, nadat men allang de ervaring van het maken te pakken had, gebrek kreeg aan materiaal, dat, zooals te begrijpen valt, uit het buitenland in 't geheel niet of heel moei lijk was te verkrijgen. Maar: komt nood, komt raad en oude rails bleken heel goed gebruikt te kunnen worden voor geweren en ware het noodlg geweest dan zouden ook oude scheeps assen hun dienst heb ben gedaan, zij het dan voor een ander doel. Om den aard der dingen, die er gemaakt worden en om het feit, dat er In mobilisatie tijd arbeiders onder dienstplicht werkzaam waren, zou men een heel en al militair bedrijf veronderstellen, maar in werkelijkheid is het er een zooals vele andere technische instellin gen: bezienswaard voor wie ook In gegons van motoren, het aldoor wentelen van drijfriemen, het schuren, slijpen, boren en draaien van glanzend metaal iets interessants, Iets impo- neerends, iets met een eigen „leven" zien kan. Al kan men dan het doel, waarvoor de ge weldige projectielen, die hier vervaardigd wor den schuwen, de producten van deze technisch- hoog-gestegen inrichting kan men om het ver nuft, dat ze deed ontstaan en om de wijze, waarop ze ontstonden, bewonderen. Buitendien, het zijn niet alle dingen van doodende en vernielende kracht, die in de EEX HET BEDRIJF der rijksartillerie-inrichtingen aan HEMBRUG. Het vullen van mijnen en torpedo's met vloeibare springstof DE Vrij naar het Fransch van R. B. SEIGNY 15) Hij beschrijft mij de laatste «ogenblikken van zijn moeder, en haar kalme berusting bij de nadering van den dood. Dan gaat hij verder: Een ding zal je misschien niet begrijpen mijn droefheid is vermengd met eien zekere wroeging. Ik heb veertig jaar bij haar geleefd, en ik vertrouw, dat ik een goed zoon voor haar geweest ben. Maar wanneer ik de bewijzen van genegenheid, die ik kaar betoond heb, vergelijk met die, welke zij mij betoond heeft, en de offers, die ik voor haar gebracht heb, met die, welke zij voor mij gebracht heeft als ik denk aan het egoïsme, dat er van mijn kant toch zeker gelegen was in dit samenleven, dat ik als een verdienste beschouwde ais ik denk aan den cmmeteJijken troost, waarmede zij een wandeling aan mijn arm beloonde, of een „goeden morgen" en een „goeden avond", en de vrijheid, om onder mijn dak te wonen, dan vind ik, dat ik ontzettend ondankbaar ben ge weest, en dat ik het geluk, waarmee zij mij omringd heeft, niet verdiend heb. Mijn hart wordt verscheurd bij de gedachte, dat ik zoo reel verzuimde gelegenheden niet meer goed kan maken dat ik mij niet meer kan kwijten van een schuld, die mij thans in al haar om vang voor oogen staat. Zij is heengegaan. Alleen mjjin gebed kan haar nog bereiken, en haar zeggen, dat ik haar liefhad en haar aanbad, en dat ik in staat zou geweest zijn, om alles voor haar te doen, wat ik niet voor haar gedaan heb. O, mijn vriend, welk een zoete plichten heb ik verwaarloosd! Ik wil althans haar laatste wenschen getrouw nakomen. Over één daarvan moet ik je nu spreken. Je weet, dat mijn moeder- altijd ongaarne gezien beeft, dat ik in mijn huis het portret bewaarde van het meisje, dat mijn eerste en laatste liefde is geweest. Zij zou gewild hebben, dat ik mij niet zoo dikwijls aan mijn smart herinnerd had, door telkens naar dat portret te kijken. Ik heb mij altijd legen dien wensch verzet. Welnu, op haar sterfbed heeft zij mij gevraagd, dat portret over te laten aan de de menschen, die het al lang hadden moeten hebben. Zoolang ik je heb kunnen troosten, zei ze, heb ik je dat niet zoo dringend ge vraagd. Maar weldra zul je alleen zijn, en zul je niemand meer hebben, om je op te beuren, als je den moed verliest. Ze hebben je daar ginds zoo dikwijls gevraagd, om hun het schil derij te geven. De tijd is nu gekomen, om hun verzoek in te willigen. Ik heb het belooft). En nu, beate vriend, help jij mij, om die bt> lofte te houden. Ik wil hun niet schrijven. Mijn hand zou te veel beven, of hun Hand, als zij mijn brief lazen. Ga jij ze opzoeken. Het is vijf mijlen van Milaan, aan den weg naar Monza, voorbij die plaat», op eenigen af stand van den burent van Desio. De villa heet naar de eigenaars, Danneglanti. Geef mijn kaartje af, niet je eigen kaartje, dan zal je worden toegelaten. Alsdan moet Je nun, op de wijze als je geschikt voorkomt, meedeelen, dat het portret van Rafaëlla op verzoen van de moeder van Sylvestre Lamprcm, dat zij op haar sterfbed deed, voor altijd aan de familie Danne- gianti geschonken wordt. Geschonken, hoor je? Je kunt zelfs zeggen,, dat het al verzonden wordt Ik heb me zoo juist verstaan met meneer door menigeen als iets geheimzinnigs be schouwde Artillerie-Inrichting aan de Hem brug wordefl vervaardigd. Er zijn ook dood onschuldige en zelfs heilzame zaken bij als bijv. stormhelmen voor onze soldaten, zadels, fietsen en carrosserieën. Menigeen zal zich wel eens hebben afgevraagd hoe het toch komt, dat op de onschuldige postauto's het mevk - de A.-I. voorkomt. Dat is nog een erfenis de mobilisatie, toen men aan de Hembrug e leiding kreeg over de leger-auto's, die n voor het aanvankelijke tijdperk van requis zelf kocht en die men nu, ook wel in staal dienst, maar voor andere doeleinden bezigt. Mogen ze hun vredesdienst nog lang ver vullen. Een feest zal het jubileeren niet geven, maar wel zal het personeel de directie op dien dag 22 November een blijk van herinnering schenken en zal de directie harerzijds door het toekennen van een gratificatie en het geven van een halven vrijen dag het feit „niet onopgemerkt" laten voorbijgaan. Maar een feest, zooals er bij het tweehonderd jarig bestaan in Delft werd gevierd een viering, die overigens meer van de inwoners dezer stad, die in de A.-I. een bedrijvigheid- brengende instelling bezat, uitging, zal het niet worden. We vonden 'het feit zelf echter merkwaardig genoeg om er hier van te gewagen. De behandeling der gemeente- begrooting uitgesteld totdat de crisis is opgelost Met 24 21 stemmen heeft de Haagsche Raad de motie-v. Beresteyn aangenomen. Zooals men weet, was de strekking dier motie om de uit gifte van gronden in erfpacht als regel te be perken tot die gronden, bij welker bezit der ge meente naar het zich iaat aanzien, in de toe komst sociaal belang kan hebben en overigens tot verkoop van bouwrijpe gronden over te gaan. Een nieuwe koers in de gemeentelijke grond- politiek dus. Het rigoureuse erfpaohtstelsel met zijn beletselen voor den oabelemmerden uit groei van het particulier initiatief en met zijn door den socialistischen leider, den heer Vlie gen, zelf erkende tendenz in de richting van het socialistische ideaal, de socialisatie, is van de baan. De stemming van gistermorgen bracht de be slissing van een langdurigen, feilen kamp. Vóór stemden de heeren Feber, Hartmann, Mooyman, van der Loo, v. Beresteijn, mej. Blauw, Nederpel, Guit, Eymers, de Niet. de Jong, van Steenbergen, Lingbeek, van Vuuren, Snoeck Henkemans, Moonen, Viskoper, van Bommel, van der Bilt, Michon, Folmer, Quant, Spit en van den Oever. Tegen waren Spiesz, Joëls, mevr. de Vries- Bruins, Harms, Muylwijk, de Kieer, mevr. Bleu- mink, Siebelts, v. Beyeren, Jitta, Duys, Buur man, Duymaer van Twist, de Visser, van Lan gen, Vliegen, Vrijenhoek, Drees, de Wilde, van der Meulen, en Marchant. De motie was dus aangenomen met 24 tegen 21 stemmen Onmiddellijk nadat de beslissing gevallen was, verkreeg de socialistische wethouder Vrij enhoek het woord. Mede namens zijn partijge noot wethouder Drees, deelde hij mede, dat zij in verband met de gevallen beslissing ontslag namen als Wethouder. Deze mededeeling werd door de sociaal-demo cratische fractie met applam, en bravogeroep ontvangen. Wethouder v. d. Meulen stond vervolgens op óm de verklaring voor te lezen, dat naar zijn innige overtuiging alleen dan sprake kan zijn van een regelmatige afdoening van zaken, wan neer de partijen naar evenredigheid in hst col lege vertegenwoordigd zijn. Nu de twee sociaal democratische wethouders geen zitting meer zullen hebben in het college, meende hij dat de taak der wethouders dermate verzwaard is geworden, dat hij de verantwoordelijkheid niet meer kan dragen, waarom ook hij zijn ontslag nam. Wederom betuigden de socialisten hun in stemming ook met dit besluit door bravo-geroep. Tenslotte diende ook wethouder de Wilde zijn ontslag in. Wederom applaus en bravo-geroep bij de S. D. A. P. Wegens dit aftreden van vier wethouders werd de behandeling van de begrooting, waar mede gisteren 'n aanvang zou worden gemaakt uitgesteld. Eerst zuilen de wethouders-vacatures moeten worden aangevuld en dan krijgen we de begrootingsdebatten. Met ingang van Maandag, 25 dezer, wordt voor den radio-telefoondienst met Ned.-Indië een uniforme diensttijd ingevoerd, welke voor- loopig is bepaald op 11 uur14.30 (Amster- damsche tijd). Er wordt aan herinnerd, dat de gelegenheid tot telefoneeren met Indië alleen is opengesteld op werkdagen. Verzet zelf geen voet ROYEMENTEN ZIJN GEVOLGD Wij hebben dezer dagen een en ander ge meld omtrent het optreden van dr. Koch de nieuwe ster aan den Nederlaudselien commu- nistischen hemel die onder valsche leuze zieltjes tracht te winnen onder de kleine boeren. In de partij gaat hij meer openlijk te werk als hij in de opperste leiding den stok han teert, dien hij liefst terstond zou vervangen door een bezem. Het „Volk" vertelt over dit „kameraad"- schappelijk optreden belangwekkende bijzonder heden. Allereerst heeft dr. Koch in een tweetal cir culaires tot de afdeelingen en secties der par tij van zijn goede bedoelingen kond gedaan in onverbloemde taal. „Het Partijbestuur aldus schrijft hij erkent eenige gemaakte fouten, een klein deel maar en lang niet de ergste. Het verschijnt daarmee voor u in het boetehemd. Maar het dnrft zich niet zonder hemd te vertoonen in zijn politieke naaktheid, omdat dan de recht sche pokken te zien zouden komen. Een radlkale wijziging in taktiek is noodig. Een beele nieuws koers! Die moeten wij inzetten onder een andere flinkere leiding van arbeiders, die al getoond hebben dat zij gesneden zijn van het leiders hout dat wij behoeven: ik noem u namen als Schaap, Twint, Jansen, Limburg. Dat zijn kerels, die, wanneer gij ze op de leidersplaatsen zet, in korten tijd zullen uit groeien tot goede bolsjewistische leiders". Dezer dagen heeft nu een strikt huishoude lijke „partijconferentie" plaats gehad, waarin volgens het „Volk" o.a. aan de partijbestuur ders Wijngaarden en van Lakerveld werd ver weten, dat zij wel meededen de arbeiders op te zetten tot daden waarbij onder die arbeiders het zij door verlies van hun betrekking, hetzij anderzins slachtoffers vielen, maar, dat zij zelf, wanneer er daden van praktischen strijd te verrichten waren, of onvindbaar bleken te zijn, of zich te laf toonden daadwerkelijk mee te doen. Ten aanzien van van Lakerveld werd dienaangaande door een der sprekers, zekere Marsman, onder groote hilariteit verteld, dat deze zich tijdens een propagandatocht met den zoogenaamden rooden auto doodsbenauwd toon de, telkenmale wanneer er om eenigerlei reden kontakt met de politie te vreezen was. Wat de meer zakelijke kritiek betreft, werd o.a. gewezen op het feit, dat de vakvereeni- gings- en vooral de zoogenaamde bedrijvenpo- litiek onder de arbeiders reeds tal van slacht offers heeft gemaakt, die dan door de partij leiding welke hen tot deze politiek heeft aan gezet, volslagen aan hun lot worden overge laten. Ook zelfs de I.H.A. waar van Lakerveld aan het laatje zit, gaf voor deze arbeiders in die omstandigheden „niet thuis". Zoo zijn on langs zeven arbeiders in verschillende bedrijven zooals de houthaven, de scheepsbouw, de bouw bedrijven enz. door de werkgevers ontslagen in verband met de kommunistisclie propaganda welke deze arbeiders op last en volgens de aan wijzingen van de gesalarieerden in de kömmu- nistische partij-De Visser in die bedrijven voerden. In de partijkonferentie is nu door verschil lende tot de oppositie behoorende elementen de partijleiding op scherpe wijze verweten, dat het wel heel gemakkelijk is, oekases uit te vaardigen met lastgevingen omtrent de wijze, waarop in de bedrijven de kommunistische cel len gesticht dienden te worden en zij daar hun werk hadden te doen, terwijl men zelve met de handen in den schoot blijft zitten en geen voet verzet om de massa te revolutioneeren. Felle kritiek werd in dit opzicht door verschil lende aanwezigen geleverd op de houding in de Tweede Kamer van de Visser en op het beleid van de Amsterdamsche raadsleden Seegers en mevr. van Zelm. In het betoog, dat dr. Koch hierna hield, stelde hij de fouten door de partijleiding -en door Lou de Visser en Seegers op verschillend gebied gemaakt scherp in het licht. Hij stelde vast, dat door hen een rechtsche koers is in geslagen en dat, wilde er van de kommunis tische partij in ons land nog iets terecht ko men, verkapte bourgeois als van Lakerveld en mr. de Leeuw, maar evenzeer menschen ais van Riel, Bergsma, Seegers en de Visser uit de partijleiding verwijderd moesten worden opdat hun plaatsen, alsook die van de meesten der Tribune-redakteuren, door arbeiders zouden kunnen worden ingenomen. Ten aanzien van de partijgenooten prof. Mannoury en Carvalho (Carelsen) werd dè houding van het partijbestuur goedgekeurd, dat beiden ter verantwoording had geroepen wegens hun Trotzkistische neigingen. Dit tweetal heeft nu, na vroeger reeds een ernstige waarschuwing te hebben ontvangen, van de partijleiding een verklaring thuis ge stuurd gekregen, welke zij hebben te onder teekenen op straffe van royement. Die verkla ring houdt in, dat zij de propaganda voor de Trotzkistische ideeën zullen staken. Gevolg van een en ander is In tusschen reeds geweest, dat beiden zijn geroyeerd. DAVID WIJNKOOP STELT VRAGEN Welke maatregelen denkt de minister te nemen? Door den heer Wijnkoop is aan den Minister' ran Defensie o.m. het volgende gevraagd: Is het den minister bekend, en is het juist, dat tal van gewezen dienstplichtigen (mobili satieslachtoffers) bij voortduring in zeer moei lijke omstandigheden verkeeren, doordat zij wegens lichaamsgebreken uit den militairen dienst zijn ontslagen en zonder meer of meit een gering en totaal onvoldoende pensioen als on volwaardige arbeidskrachten naar huls zijn gezonden en hierdoor groote financieele schade hebben geleden of nog lijden? Welke maatregelen denkt de minister te ne men, opdat alsnog algeheele rechtdoening en eerherstel ten spoedigste zal plaats vinden, in afwachting van het rapport van de commissie van onderzoek tot wijziging van de wet van 13 Mei 1927 IN DEN HAAG EEN STERKE DALING De ongeschoolden vinden moeilijk arbeid B, en W. van Den Haag hebben thans aan den raad de gegevens gezonden van de rappor ten betreffende de werkloosheid in verschil lende bedrijfstakken (visscherij, bouwvakken, schildersbedrijf, kleermakersbedrijf, metaalbe drijf en het meuhel- en behangersbedrijf) aan gevuld met gegevens van het Gemeentelijk Statistisch Bureau, den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon en de Ge meentelijke Arbeidsbeurs, terzake van de werk loosheid hier ter stede in het algemeen. De conclusie van het door deze diensten ingestelde onderzoek is, dat de werkloosheid in den Haag in den laatsten tijd sterk is ge daald. De kosten voor werkloozenzorg waren in 1928 ongeveer de helft van die in 1923. Er zijn hier ter stede geen bedrijfstakken waarin thans nog groote groepen van arbeiders gedurende langen tijd achtereen werkloos zijn. Wel pleegt de werkloosheid in de wintermaan den, ook afgezien van den zeer ongunstigen winter 1928—1929, nog vrij groot te zijn. Bovendien blijken ook nu nog eenige honder den ongeschoolde arbeiders, die niet geacht kunnen worden tot een bepaald bedrijf te be- hooren, moeilijk werk té vinden. In de bedrij ven worden dergelijke arbeiders niet in vol doende mate gevraagd. Voor een deel van hen wordt de moeilijkheid van plaatsing vergroot door persoonlijke eigenschappen. Voorloopig is werkverschaffing voor een aantal van de vallede, ongeschoolde werkloo- zen, de eenige uitweg. Mededeelingen van Minister Ruys HET ONDERZOEK NAAR DE RATIONALISEERING Op de vragen van den heer van der Sluis be* treffende de resultaten van het voortgezette onderzoek naar de rationaliseering van de sui kerbietenteelt, heeft de heer Ruys de Beer®®' brouck, Minister van Staat, Minister van Bi"* nenlandsche Zaken en Landbouw het volgen geantwoord I. Het is den ondergeteekende gebleken, dat d® Proefveldenoo'inmiasie der Suikerindustrie a®® de Nederlandsohe. suikerfabrieken de vraafl heeft gesteld of zij bereid zijn tot de opriep ting van een instituut voor de suikerbietentee' mede te werken en de kosten daarvan zelf dragen. Hoewel nog niet alle fabrieken hebben geam* wooi'd, meent de commissie, dat het institu® binnenkort tot stand zal komen. II. Thans wordt op heit gebied van rationa''* seering van de suikerbietenteelt gewerkt d°°r particuliere suikerbietenzaadkweekers, dooi" d® kierhoven genoemde Proef veldencom miss'®' door de Rijkslanrlbouwconsulenten en door d® suikerindustrie zelf. Is de oprichting van h® onder vraag 1 genoemde instituut een feit Ke' worden, dan mag verwacht worden, dat aan d® redelijkerwijs te stellen eischen op dit kan worden voldaan. Een nakaarter in den gemeenteraad DE ROODE BURGEMEESTER VERDEDIG'1' DE POLITIE In de jongste raadszitting van Zaandam kwa®1 bij de behandeling van 't hoofdstuk openbar® veiligheid 'n uitvoerig debat los over het °P" treden der politie tijdens de groote UoutstW king, de aanstelling van een inspecteur en toe te kennen gratificaties aan de politiechef9 die geen overwerk hadden uitbetaald gekrege®' Door verschillende raadsleden werd het treden der politie in de stakingsdagen 8®" laakt en werd zij beschuldigd van partijd'S' held ten gunste der werkgevers. In een uitvoerig betoog verdedigde burg®" meester ter Laan echter zijn beleid. Hij wee er op, dat de staking zonder groote ongelukke® was verloonen en dat slechts weinig processen* verbaal waren voorgekomen. De moeilijke taa*' der politie, die dikwijls op critleke oogenblikke® nioest optreden, verontschuldigt inmiddels een hard woord of een enkelen klap,. De rijksveldwacht is alleen opgeroepen toed de nood dreigde en het aantal werkwilligen to bij de duizend klom. De bevordering van ®eö brigadier tot inspecteur was noodzakelijk, o£®" dat bij het uitbreken der staking meer hulp de politieleiding vereischt werd. Met 127 stemmen werden intusschen d® voorgestelde gratificaties afgewezen. Met de S. D. A. P.-fractie stemden tegen 3® heeren Dor jee (C. H.), Kroonenberg (A. lU' de Vries (R. K.) en Flentrop (V. D.) OUD-ZOUAAF OVERLEDEN. Te Venlo overleed de 82-jarige oud-Zou®®* J. H. Janssen. Zijn opsporing verzocht De commissaris van politie 1. C. te 's-Gr®" venhage Verzoekt in het Algemeen Politiebl® namens den officier van politie aldaar, de °P_ sporing aanhouding en voorgeleiding van thur Lampe, geb. te Eecloo 18 April 1894. di® ontvlucht uit het Rijksgesticht Reckheim Hij werd 14 Juli 1920 door het Hof van sen van Oostelljk-Vlaanderen, wegens en diefstal veroordeeld e* zou zich thans 1 Nederland ophouden. Plumet, die zich met heit inpakken belast. Morgen is alles gereed, en mijn huis leeg. Ik ga afleiding zoekem in mijn werk, en ik reken ook een beetje op jou, om dien harden troost wat zachter voor me te maken. Je toegenegen vriend, SYLVESTRE LAMPRON. Ik ontving den brief van Lampron om tien uur 's morgens. Ik ging terstond den hotel houder opzoeken. U kunt me zeker wel een rijtuig bezorgen voor Desio, nietwaar? vroeg ik. Aha, u wilt per rijtuig naar Desio? U hebt groot gelijk. Dat is veel romantischer dan per spoor. Desio, en dan Monza. Ja ja, zelde ik, maar kunt u met aan een rijtuig helpen? Een best i ij tuig, meneer! Om half vier, als de warmte wat minder is, zult u de paarden ingespannen vinden. U hebt allen tijd, om vóór zonsondergang in Desio te komen, en dan kunt u hier nog soupeerem. Op het afgesproken uur kwam men mij waarschuwen, en nog geen anderhalf uur later hield de koetsier stil voor het eerste huis van Desio, een herberg) We hadden maar enkele minuten in Monza gerust. De herberg, een armzalig gebouw, stond op' den hoek van den straatweg en een weg, die bet veld inliep. Een paar platanen stonden ervoor, en gaven wat schaduw. De luiken waren gesloten, en het huis scheen te slapen in den gloed der zon en het gegons der vliegen. Oaat u maar binnen, zei de koetsier, die mijn gedachte geraden had. Ze zullen wel wakken* worden. En zonder mijn antwoord af te wachten, bracht hij de paarden om het huis teneinde den stal te vinden. Ik ging op het huis af. De bijen vlogen in kringen onder de platanen. Een verschrikte kip stoof kakelend uit den weg. Er was nie mand te zien. Ik dieed de deur open. Nog nie mand. Er waren twee kamers, één rechts en één links van de gang, en aan het eiind een houten trap. Het huis was donker en koel. Terwijl ik mijn oogen aan het half dulstei trachtte te wennen, hoorde ik rechts een geluid van stemmen. Zij spraken Fransch. Schilderachtig zooveel je wilt, maar onze rei3 is vergeefsch. Het zijn net barbaren, die lui. Aanbeveling, titel, goede naam (ik kan toch gerust zeggen, dat ik dien heb), het helpt allemaal nleta. Zouden ze uw brieven gelezen hebbenT Dat zou nog sterker zijn, ais ze brieven, die men aan hen schrijft, niet eens willen lezen! Neen, schei uit met ze te verdedigen. Ik wil er niet van hooren. Men zegt, dat ze een groot verdriet gehad hebben, vader, en dat verontschuldigt hen toch wol een beetje Neen juffrouw, er bestaat geen excuus voor het wegstoppen van zoo'n wetenschappe- lijken schat, geen enkel excuüs. Zelfs zoo'n Italiaansch edelman, al was hij wees van zes maanden af, en driemaal achter elkaar weduw naar geweest, heeft niet het recht, om zulke collecties munten en medailles zonder weerga aan de nasporingen der geleerden te onttrekken. Er zijn dingen bij die nergens te vinden zijn, en waarvoor ik een heel-en dag van mijn leven zou willen geven, om ze te zien ja, Juffrouw, een heelen dag! Zoo'n gesprek, in mijn moedertaal, in deze herberg! Kon het werkelijk zijn.... Ik sloop zachtjes naar de deur rechts. In het halfdonker van de kamer, die haar lucht kreeg door enkele spleten in de luiken, zat een Jong meisje. Haar hoed hing boven haar aan een spijker. Met haaT elleboog leunde zij op de tafel. Aan den anderen kant van de tafel zat haar vader, tegen den muur geleund, zijn oogen op de zoldering gericht, de armen gekruist, en met en trek van hevig misnoegen op het gezicht Ik ging naar binnen. Ze stonden alle twee op, Jeanne het eerst, en toen meneer Charnot. Zij waren stom-verbaasd, maar ik niet minder. We keken elkaar een minut lang aan, terwijl wij ons rekenschap gaven van deze verrassing, en ons afvroegen, of we wel goed wakker ware<&. Meneer Charnot verbrak het eerst de stilte. Hij scheen nu niet bepaald voldaan te zijn over mijn verschijning. Hij richtte zich tot zijn dochter, die vuurrood geworden was, en ietwat uit de hoogte keek. Jeanne, zet je hoed op. Het is tijd, om naar het station te gaan. Toen richtte hij zich tot mij. We gaan u het rijk alleen laten, meneer. Nu een buitengewoon toeval (hij legde bijzon deren nadruk ©p dit woord) u in dit bezeten dorp brengt, wenschen wij u tevens veel ge noegen, meneer veel genoegen - Bent u al lang hier, meneer? Twee uur, maneer, twee doodelijk ver velende uren, In deze herberg, waar we ver gaan van de hitte en van de verveling, en ver moord worden door de vliegen, en ons ergeren over de ongast-vrije manieren in dezen hoek van het land, —Inderdaad, de waard is niet te zien, en dat is ook de reden, waarom ik hier binnen kwam, zonder te weten dat ik de eer zou heb ben, u hier te ontmoeten. O, over hem klaag ik niet. Hij slaapt daar in die schuur. U kunt hem wakker maken. Hij is tenminste, te zien, en hij is voorkomend, zelfs al wordt hij uit zijn slaapje gehaald. Ik heb hem alleen maar een inlichting te vragen, meneer, en missdhieo zou u me die óók wel kunnen geven, zoodat ik hem niet zou hoeven wakker te maken. Wat is de weg naar d« villa Danneglanti? Meneer Charnot ging voor me staan, keek me recht in de oogen, haalde zijn schouders op, en barstte dan ln een schaterlach uit. De villa Damnegianti! Hahahai. *d&- va" Ja zeker, meneer. U wilt naar de villa Dannegianti? Ja, mijnheer. Nu, dan hebt u niets anders te doen maar weer terug te gaan. Waarom dat, meneer? Omdat men er niet toegelaten wo' meneer. Maar ik heb oen aanbevelingsbrief. Ik had er twee, meneer, zonder nog mijn titel te spreken, die toch ook wel waard is, en méér dan één deur voor mij 00 sloten heeft. En ze hebben me niet toegelat® Verstaat u me goed? D„e portier van die beschofte lui heeft me niet toegelaten! E" demlct gelukkiger te wezen? Ik hoop van wel. - Mijn antwoord leek hem het toppunt v verwaandheid. Kom, Jeanne, zei hij. We zullen me® maar overlaten aan zijn jeugdige illusies- jet zullen niet van langen duur zijn neen, van langen duur. p Hij groette mij met een veelbeteekene®'jjJ_ glimlach, en ging naar de deur. Op dat oog blik liet Jeanne haar parasol vallen. Ik ra®!' dien voor haar op, en reikte hem aan. Dank u wel, meneer, zei ze. O zeker, die paar woorden waren heel geW1 Zij zou ze gezegd hebben tot ieder and'1' f hetzelfde geval. Niets in haar houding of gelaat verried eenige ontroering, waardoor woorden wat moor waarde zouden Se'freL,ii hebbem Maar het was haar stem, die voor j een muziek was, waarvan ik zoolang gedro® had. Als ze mij beleedigd had, zou ik stem nog heerlijk gevonden hebben. Ik plotseling een besluit. Ik zou deze llef®**^ verschijning, die aanstalten maakte, om te verwijderen, trachten tegen te noudef- ;(j zoo mogelijk nog een uur ia haar nab'-j'1^ te blijven, nu een zoo merkwaardig toeval f tot mij gevoerd had. £Wordt vervol**'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6