OVER BOMMEN EN GRANATEN
FEUILLETON
EEN PARIJSCHE
IDYLLE.
y
DE NIEUWE STER AAN DEN C0MMUN1STISCHEN
HEMEL
.DE HEMBRUG" JUBILEERT
De werkloosheid
WAAR ZE GEMAAKT WORDEN
VIER HAAGSCHE WETHOUDERS
DIENEN HUN ONTSLAG IN
HET TELEFONEEREN MET INDIE
DR. KOCH TRACHT ONDER VALSCHE
LEUZEN ZIELTJES TE WINNEN
LAFHARTIGE PARTIJBESTUURDERS
VERWIJTEN AAN DE PARTIJ
LEIDING
DE SUIKERBIETENTEELT
MOBILISA TIE-SLA CHTOFFERS
De houtstaking te Zaandam
EEN BELGISCHE MOORDENAAR
ONTVLUCHT
't Is onmogelijk zich een leger in te denken
zonder de attributen, die het ,jn weerkracht
verleenen.
Zelfs al in den ouden tijd maakte men ge
bruik van allerlei werktuigen, die den mensch
hij de bestrijding van zijn evenmensch te hulp
moesten komen en we mogen veilig aan
nemen, dat de Batavieren het bij hun pogingen
om zich den lastigen Romein van het lijf te
houden niet enkel met hun handen hebben
afgedaan.
Sindsdien zijn de methoden er helaas niet
milder op geworden, en de hulpmiddelen niet
minder, integendeel: men kan gerust spreken
van een wedloop naar de sterkste technische
uitrusting.
Dit alles te constateeren is niet aangenaam,
maar het is een harde waarheid, die te aan
vaarden is en zoolang er legers zijn, zal elke
legermacht erop bedacht moeten zijn van de
technische vorderingen op krijgskundig gebied
profijt te trekken.
In Afghanistan en ook in China al worden
de nieuwste vindingen aangewend: zou dan
een land als 't onze hoeveel vreedzamer dan
deze oorlogszuchtige contreien het dok is
moeten berusten hij oud materiaal en lang-
Vêrbeterd én dus in de practijk onbruikbaar
oorlogstuig. Men kan een vliegmachine nu een
maal niet afhouden o£ neerhalen met een
karabijn.
Degenen, die bezorgd zijn voor de afweer
kracht van ons leger, neefi, laten we liever
zeggen, die daar belang in stellen, zullen, zoo
zij ooit een bezoek mochten brengen aan de
Artillerie-Inrichting aan de Hembrug, in naam
vereenzelvigd met de plaats, waar zij gelegen
is, zijn gerustgesteld. Dit beteekent nog niet
hetzelfde als de overtuiging, dat we zoo
superieur zijn, dat we eiken oorlog de hemel
verhoede, dat we er ooit een hebben te
voeren zullen winnen, maar toch wel, dat
we zoodanig zijn toegerust, dat een samentreffen
van ons leger met een ander niet voetstoots
tot een oneervolle capitulatie moet leiden.
Tusschen Amsterdam en Zaandam bij de
Hembrug ligt het uitgestrekte terrein, waarop
de Artillerie-Inrichting haar gebouwen heeft
staan.
Niet deze instelling jubileert, maar wel de
grootmoeder of is het pas de moeder, die
in den jare 1679 te Delft het licht zag, toen
de Gecomitteerde Raden van Holland en West-
Friesland besloten tot de oprichting eener
affuitmakerij, die leger en vloot van geschut
had te voorzien.
Hoewel het zeer zeker interessant zou zijn
bet wel en wee van de vrij primitieve Delftsche
inrichting te beschrijven, dunkt het ons Juister
onze aandacht meer te bepalen tot de plek,
waar het twee-en-een-halve eeuwfeest wordt
gevierd, al wordt hiermee aan de historie
wel wat te kort gedaan, want van de 250 jaar
hoeft de jubileerende inrichting meer dan 200
jaar haar zetel gehad in het Hollandsche
stadje.
In 1897 werd het grootste gedeelte der tot
dusver in Delft gevestigde fabrieken binnen
de stelling Amsterdam ondergebracht en van
toen af werd al wat de herstelling en de aan
maak van geschut en ammunitie betrof meer
en meer naar de Hembrug geconcentreerd.
Daar had zich langzamerhand een uitgebreid
bedrijf gevestigd, dat, niet als Vroeger zich
enkel op reparatie van meestal in het buiten
land gekochte „artikelen" toelegde, maar ge-
leidelijk-aan ook tot het zelf-vervaardigen
overging.
Voortaan Hollandsche spuiten"
Tot 1904 toe werden de geweren, bij onze
dienstdoende, dienst gedaan hebbende en met
den dienst van hooren zeggen bekende Neder
landers „spuiten" genaamd, in Oostenrijk ge
maakt en was de Hembrug enkel goed om als
winkel te dienen en ook om de kapotte exem
plaren dat zullen er niet weinige zijn ge
weest als men de zachtzinnige manier kent,
waarop onze soldaat ermee omgaat on de
liefderijke verzorging, die hij eraan besteedt
weer gezond te maken.
Men ging zelf geweren maken en wat dit
zeggen wil, wordt zelfs den meest volslagen
leek duidelijk door de even eenvoudige als
veelbeteekenende mededeelingdat zoo'n
„spuit" niet minder dan 81 onderdeelen heeft.
Even werd het benauwd, toen er in mobilisatie
tijd, nadat men allang de ervaring van het
maken te pakken had, gebrek kreeg aan
materiaal, dat, zooals te begrijpen valt, uit
het buitenland in 't geheel niet of heel moei
lijk was te verkrijgen.
Maar: komt nood, komt raad en oude rails
bleken heel goed gebruikt te kunnen worden
voor geweren en ware het noodlg geweest dan
zouden ook oude scheeps assen hun dienst heb
ben gedaan, zij het dan voor een ander doel.
Om den aard der dingen, die er gemaakt
worden en om het feit, dat er In mobilisatie
tijd arbeiders onder dienstplicht werkzaam
waren, zou men een heel en al militair bedrijf
veronderstellen, maar in werkelijkheid is het
er een zooals vele andere technische instellin
gen: bezienswaard voor wie ook In gegons van
motoren, het aldoor wentelen van drijfriemen,
het schuren, slijpen, boren en draaien van
glanzend metaal iets interessants, Iets impo-
neerends, iets met een eigen „leven" zien kan.
Al kan men dan het doel, waarvoor de ge
weldige projectielen, die hier vervaardigd wor
den schuwen, de producten van deze technisch-
hoog-gestegen inrichting kan men om het ver
nuft, dat ze deed ontstaan en om de wijze,
waarop ze ontstonden, bewonderen.
Buitendien, het zijn niet alle dingen van
doodende en vernielende kracht, die in de
EEX HET BEDRIJF der rijksartillerie-inrichtingen aan
HEMBRUG. Het vullen van mijnen en torpedo's met vloeibare springstof
DE
Vrij naar het Fransch
van
R. B. SEIGNY
15)
Hij beschrijft mij de laatste «ogenblikken
van zijn moeder, en haar kalme berusting bij
de nadering van den dood. Dan gaat hij verder:
Een ding zal je misschien niet begrijpen
mijn droefheid is vermengd met eien zekere
wroeging. Ik heb veertig jaar bij haar geleefd,
en ik vertrouw, dat ik een goed zoon voor haar
geweest ben. Maar wanneer ik de bewijzen van
genegenheid, die ik kaar betoond heb, vergelijk
met die, welke zij mij betoond heeft, en de
offers, die ik voor haar gebracht heb, met die,
welke zij voor mij gebracht heeft als ik
denk aan het egoïsme, dat er van mijn kant
toch zeker gelegen was in dit samenleven, dat
ik als een verdienste beschouwde ais ik
denk aan den cmmeteJijken troost, waarmede zij
een wandeling aan mijn arm beloonde, of een
„goeden morgen" en een „goeden avond", en
de vrijheid, om onder mijn dak te wonen, dan
vind ik, dat ik ontzettend ondankbaar ben ge
weest, en dat ik het geluk, waarmee zij mij
omringd heeft, niet verdiend heb. Mijn hart
wordt verscheurd bij de gedachte, dat ik zoo
reel verzuimde gelegenheden niet meer goed
kan maken dat ik mij niet meer kan kwijten
van een schuld, die mij thans in al haar om
vang voor oogen staat. Zij is heengegaan. Alleen
mjjin gebed kan haar nog bereiken, en haar
zeggen, dat ik haar liefhad en haar aanbad,
en dat ik in staat zou geweest zijn, om alles
voor haar te doen, wat ik niet voor haar
gedaan heb.
O, mijn vriend, welk een zoete plichten heb
ik verwaarloosd! Ik wil althans haar laatste
wenschen getrouw nakomen. Over één daarvan
moet ik je nu spreken.
Je weet, dat mijn moeder- altijd ongaarne
gezien beeft, dat ik in mijn huis het portret
bewaarde van het meisje, dat mijn eerste en
laatste liefde is geweest. Zij zou gewild hebben,
dat ik mij niet zoo dikwijls aan mijn smart
herinnerd had, door telkens naar dat portret
te kijken. Ik heb mij altijd legen dien wensch
verzet. Welnu, op haar sterfbed heeft zij mij
gevraagd, dat portret over te laten aan de
de menschen, die het al lang hadden moeten
hebben. Zoolang ik je heb kunnen troosten,
zei ze, heb ik je dat niet zoo dringend ge
vraagd. Maar weldra zul je alleen zijn, en zul
je niemand meer hebben, om je op te beuren,
als je den moed verliest. Ze hebben je daar
ginds zoo dikwijls gevraagd, om hun het schil
derij te geven. De tijd is nu gekomen, om hun
verzoek in te willigen. Ik heb het belooft).
En nu, beate vriend, help jij mij, om die bt>
lofte te houden. Ik wil hun niet schrijven. Mijn
hand zou te veel beven, of hun Hand, als
zij mijn brief lazen. Ga jij ze opzoeken.
Het is vijf mijlen van Milaan, aan den weg
naar Monza, voorbij die plaat», op eenigen af
stand van den burent van Desio. De villa heet
naar de eigenaars, Danneglanti. Geef mijn
kaartje af, niet je eigen kaartje, dan zal je
worden toegelaten. Alsdan moet Je nun, op de
wijze als je geschikt voorkomt, meedeelen, dat
het portret van Rafaëlla op verzoen van de
moeder van Sylvestre Lamprcm, dat zij op haar
sterfbed deed, voor altijd aan de familie Danne-
gianti geschonken wordt. Geschonken, hoor je?
Je kunt zelfs zeggen,, dat het al verzonden
wordt Ik heb me zoo juist verstaan met meneer
door menigeen als iets geheimzinnigs be
schouwde Artillerie-Inrichting aan de Hem
brug wordefl vervaardigd. Er zijn ook dood
onschuldige en zelfs heilzame zaken bij als
bijv. stormhelmen voor onze soldaten, zadels,
fietsen en carrosserieën. Menigeen zal zich wel
eens hebben afgevraagd hoe het toch komt,
dat op de onschuldige postauto's het mevk -
de A.-I. voorkomt. Dat is nog een erfenis
de mobilisatie, toen men aan de Hembrug e
leiding kreeg over de leger-auto's, die n
voor het aanvankelijke tijdperk van requis
zelf kocht en die men nu, ook wel in staal
dienst, maar voor andere doeleinden bezigt.
Mogen ze hun vredesdienst nog lang ver
vullen.
Een feest zal het jubileeren niet geven, maar
wel zal het personeel de directie op dien dag
22 November een blijk van herinnering
schenken en zal de directie harerzijds door
het toekennen van een gratificatie en het
geven van een halven vrijen dag het feit „niet
onopgemerkt" laten voorbijgaan.
Maar een feest, zooals er bij het tweehonderd
jarig bestaan in Delft werd gevierd een
viering, die overigens meer van de inwoners
dezer stad, die in de A.-I. een bedrijvigheid-
brengende instelling bezat, uitging, zal het
niet worden.
We vonden 'het feit zelf echter merkwaardig
genoeg om er hier van te gewagen.
De behandeling der gemeente-
begrooting uitgesteld totdat de
crisis is opgelost
Met 24 21 stemmen heeft de Haagsche Raad
de motie-v. Beresteyn aangenomen. Zooals men
weet, was de strekking dier motie om de uit
gifte van gronden in erfpacht als regel te be
perken tot die gronden, bij welker bezit der ge
meente naar het zich iaat aanzien, in de toe
komst sociaal belang kan hebben en overigens
tot verkoop van bouwrijpe gronden over te
gaan.
Een nieuwe koers in de gemeentelijke grond-
politiek dus. Het rigoureuse erfpaohtstelsel met
zijn beletselen voor den oabelemmerden uit
groei van het particulier initiatief en met zijn
door den socialistischen leider, den heer Vlie
gen, zelf erkende tendenz in de richting van
het socialistische ideaal, de socialisatie, is van
de baan.
De stemming van gistermorgen bracht de be
slissing van een langdurigen, feilen kamp.
Vóór stemden de heeren Feber, Hartmann,
Mooyman, van der Loo, v. Beresteijn, mej.
Blauw, Nederpel, Guit, Eymers, de Niet. de
Jong, van Steenbergen, Lingbeek, van Vuuren,
Snoeck Henkemans, Moonen, Viskoper, van
Bommel, van der Bilt, Michon, Folmer, Quant,
Spit en van den Oever.
Tegen waren Spiesz, Joëls, mevr. de Vries-
Bruins, Harms, Muylwijk, de Kieer, mevr. Bleu-
mink, Siebelts, v. Beyeren, Jitta, Duys, Buur
man, Duymaer van Twist, de Visser, van Lan
gen, Vliegen, Vrijenhoek, Drees, de Wilde, van
der Meulen, en Marchant.
De motie was dus aangenomen met 24 tegen
21 stemmen
Onmiddellijk nadat de beslissing gevallen
was, verkreeg de socialistische wethouder Vrij
enhoek het woord. Mede namens zijn partijge
noot wethouder Drees, deelde hij mede, dat zij
in verband met de gevallen beslissing ontslag
namen als Wethouder.
Deze mededeeling werd door de sociaal-demo
cratische fractie met applam, en bravogeroep
ontvangen.
Wethouder v. d. Meulen stond vervolgens op
óm de verklaring voor te lezen, dat naar zijn
innige overtuiging alleen dan sprake kan zijn
van een regelmatige afdoening van zaken, wan
neer de partijen naar evenredigheid in hst col
lege vertegenwoordigd zijn. Nu de twee sociaal
democratische wethouders geen zitting meer
zullen hebben in het college, meende hij dat
de taak der wethouders dermate verzwaard is
geworden, dat hij de verantwoordelijkheid niet
meer kan dragen, waarom ook hij zijn ontslag
nam.
Wederom betuigden de socialisten hun in
stemming ook met dit besluit door bravo-geroep.
Tenslotte diende ook wethouder de Wilde
zijn ontslag in.
Wederom applaus en bravo-geroep bij de
S. D. A. P.
Wegens dit aftreden van vier wethouders
werd de behandeling van de begrooting, waar
mede gisteren 'n aanvang zou worden gemaakt
uitgesteld. Eerst zuilen de wethouders-vacatures
moeten worden aangevuld en dan krijgen we de
begrootingsdebatten.
Met ingang van Maandag, 25 dezer, wordt
voor den radio-telefoondienst met Ned.-Indië
een uniforme diensttijd ingevoerd, welke voor-
loopig is bepaald op 11 uur14.30 (Amster-
damsche tijd). Er wordt aan herinnerd, dat de
gelegenheid tot telefoneeren met Indië alleen
is opengesteld op werkdagen.
Verzet zelf geen voet
ROYEMENTEN ZIJN GEVOLGD
Wij hebben dezer dagen een en ander ge
meld omtrent het optreden van dr. Koch de
nieuwe ster aan den Nederlaudselien commu-
nistischen hemel die onder valsche leuze zieltjes
tracht te winnen onder de kleine boeren.
In de partij gaat hij meer openlijk te werk
als hij in de opperste leiding den stok han
teert, dien hij liefst terstond zou vervangen
door een bezem.
Het „Volk" vertelt over dit „kameraad"-
schappelijk optreden belangwekkende bijzonder
heden.
Allereerst heeft dr. Koch in een tweetal cir
culaires tot de afdeelingen en secties der par
tij van zijn goede bedoelingen kond gedaan in
onverbloemde taal.
„Het Partijbestuur aldus schrijft hij
erkent eenige gemaakte fouten, een klein
deel maar en lang niet de ergste. Het verschijnt
daarmee voor u in het boetehemd. Maar het
dnrft zich niet zonder hemd te vertoonen in
zijn politieke naaktheid, omdat dan de recht
sche pokken te zien zouden komen.
Een radlkale wijziging in taktiek is noodig.
Een beele nieuws koers!
Die moeten wij inzetten onder een andere
flinkere leiding van arbeiders, die al getoond
hebben dat zij gesneden zijn van het leiders
hout dat wij behoeven: ik noem u namen als
Schaap, Twint, Jansen, Limburg.
Dat zijn kerels, die, wanneer gij ze op de
leidersplaatsen zet, in korten tijd zullen uit
groeien tot goede bolsjewistische leiders".
Dezer dagen heeft nu een strikt huishoude
lijke „partijconferentie" plaats gehad, waarin
volgens het „Volk" o.a. aan de partijbestuur
ders Wijngaarden en van Lakerveld werd ver
weten, dat zij wel meededen de arbeiders op te
zetten tot daden waarbij onder die arbeiders het
zij door verlies van hun betrekking, hetzij
anderzins slachtoffers vielen, maar, dat zij
zelf, wanneer er daden van praktischen strijd
te verrichten waren, of onvindbaar bleken te
zijn, of zich te laf toonden daadwerkelijk mee te
doen. Ten aanzien van van Lakerveld werd
dienaangaande door een der sprekers, zekere
Marsman, onder groote hilariteit verteld, dat
deze zich tijdens een propagandatocht met den
zoogenaamden rooden auto doodsbenauwd toon
de, telkenmale wanneer er om eenigerlei reden
kontakt met de politie te vreezen was.
Wat de meer zakelijke kritiek betreft, werd
o.a. gewezen op het feit, dat de vakvereeni-
gings- en vooral de zoogenaamde bedrijvenpo-
litiek onder de arbeiders reeds tal van slacht
offers heeft gemaakt, die dan door de partij
leiding welke hen tot deze politiek heeft aan
gezet, volslagen aan hun lot worden overge
laten. Ook zelfs de I.H.A. waar van Lakerveld
aan het laatje zit, gaf voor deze arbeiders in
die omstandigheden „niet thuis". Zoo zijn on
langs zeven arbeiders in verschillende bedrijven
zooals de houthaven, de scheepsbouw, de bouw
bedrijven enz. door de werkgevers ontslagen in
verband met de kommunistisclie propaganda
welke deze arbeiders op last en volgens de aan
wijzingen van de gesalarieerden in de kömmu-
nistische partij-De Visser in die bedrijven
voerden.
In de partijkonferentie is nu door verschil
lende tot de oppositie behoorende elementen
de partijleiding op scherpe wijze verweten, dat
het wel heel gemakkelijk is, oekases uit te
vaardigen met lastgevingen omtrent de wijze,
waarop in de bedrijven de kommunistische cel
len gesticht dienden te worden en zij daar
hun werk hadden te doen, terwijl men zelve
met de handen in den schoot blijft zitten en geen
voet verzet om de massa te revolutioneeren.
Felle kritiek werd in dit opzicht door verschil
lende aanwezigen geleverd op de houding in
de Tweede Kamer van de Visser en op het beleid
van de Amsterdamsche raadsleden Seegers en
mevr. van Zelm.
In het betoog, dat dr. Koch hierna hield,
stelde hij de fouten door de partijleiding -en
door Lou de Visser en Seegers op verschillend
gebied gemaakt scherp in het licht. Hij stelde
vast, dat door hen een rechtsche koers is in
geslagen en dat, wilde er van de kommunis
tische partij in ons land nog iets terecht ko
men, verkapte bourgeois als van Lakerveld
en mr. de Leeuw, maar evenzeer menschen
ais van Riel, Bergsma, Seegers en de Visser
uit de partijleiding verwijderd moesten worden
opdat hun plaatsen, alsook die van de meesten
der Tribune-redakteuren, door arbeiders zouden
kunnen worden ingenomen.
Ten aanzien van de partijgenooten prof.
Mannoury en Carvalho (Carelsen) werd dè
houding van het partijbestuur goedgekeurd,
dat beiden ter verantwoording had geroepen
wegens hun Trotzkistische neigingen.
Dit tweetal heeft nu, na vroeger reeds een
ernstige waarschuwing te hebben ontvangen,
van de partijleiding een verklaring thuis ge
stuurd gekregen, welke zij hebben te onder
teekenen op straffe van royement. Die verkla
ring houdt in, dat zij de propaganda voor de
Trotzkistische ideeën zullen staken.
Gevolg van een en ander is In tusschen reeds
geweest, dat beiden zijn geroyeerd.
DAVID WIJNKOOP STELT VRAGEN
Welke maatregelen denkt de minister
te nemen?
Door den heer Wijnkoop is aan den Minister'
ran Defensie o.m. het volgende gevraagd:
Is het den minister bekend, en is het juist,
dat tal van gewezen dienstplichtigen (mobili
satieslachtoffers) bij voortduring in zeer moei
lijke omstandigheden verkeeren, doordat zij
wegens lichaamsgebreken uit den militairen
dienst zijn ontslagen en zonder meer of meit een
gering en totaal onvoldoende pensioen als on
volwaardige arbeidskrachten naar huls zijn
gezonden en hierdoor groote financieele schade
hebben geleden of nog lijden?
Welke maatregelen denkt de minister te ne
men, opdat alsnog algeheele rechtdoening en
eerherstel ten spoedigste zal plaats vinden, in
afwachting van het rapport van de commissie
van onderzoek tot wijziging van de wet van 13
Mei 1927
IN DEN HAAG EEN STERKE DALING
De ongeschoolden vinden
moeilijk arbeid
B, en W. van Den Haag hebben thans aan
den raad de gegevens gezonden van de rappor
ten betreffende de werkloosheid in verschil
lende bedrijfstakken (visscherij, bouwvakken,
schildersbedrijf, kleermakersbedrijf, metaalbe
drijf en het meuhel- en behangersbedrijf) aan
gevuld met gegevens van het Gemeentelijk
Statistisch Bureau, den Gemeentelijken Dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon en de Ge
meentelijke Arbeidsbeurs, terzake van de werk
loosheid hier ter stede in het algemeen.
De conclusie van het door deze diensten
ingestelde onderzoek is, dat de werkloosheid
in den Haag in den laatsten tijd sterk is ge
daald. De kosten voor werkloozenzorg waren
in 1928 ongeveer de helft van die in 1923.
Er zijn hier ter stede geen bedrijfstakken
waarin thans nog groote groepen van arbeiders
gedurende langen tijd achtereen werkloos zijn.
Wel pleegt de werkloosheid in de wintermaan
den, ook afgezien van den zeer ongunstigen
winter 1928—1929, nog vrij groot te zijn.
Bovendien blijken ook nu nog eenige honder
den ongeschoolde arbeiders, die niet geacht
kunnen worden tot een bepaald bedrijf te be-
hooren, moeilijk werk té vinden. In de bedrij
ven worden dergelijke arbeiders niet in vol
doende mate gevraagd. Voor een deel van hen
wordt de moeilijkheid van plaatsing vergroot
door persoonlijke eigenschappen.
Voorloopig is werkverschaffing voor een
aantal van de vallede, ongeschoolde werkloo-
zen, de eenige uitweg.
Mededeelingen van
Minister Ruys
HET ONDERZOEK NAAR DE
RATIONALISEERING
Op de vragen van den heer van der Sluis be*
treffende de resultaten van het voortgezette
onderzoek naar de rationaliseering van de sui
kerbietenteelt, heeft de heer Ruys de Beer®®'
brouck, Minister van Staat, Minister van Bi"*
nenlandsche Zaken en Landbouw het volgen
geantwoord
I. Het is den ondergeteekende gebleken, dat d®
Proefveldenoo'inmiasie der Suikerindustrie a®®
de Nederlandsohe. suikerfabrieken de vraafl
heeft gesteld of zij bereid zijn tot de opriep
ting van een instituut voor de suikerbietentee'
mede te werken en de kosten daarvan zelf
dragen.
Hoewel nog niet alle fabrieken hebben geam*
wooi'd, meent de commissie, dat het institu®
binnenkort tot stand zal komen.
II. Thans wordt op heit gebied van rationa''*
seering van de suikerbietenteelt gewerkt d°°r
particuliere suikerbietenzaadkweekers, dooi" d®
kierhoven genoemde Proef veldencom miss'®'
door de Rijkslanrlbouwconsulenten en door d®
suikerindustrie zelf. Is de oprichting van h®
onder vraag 1 genoemde instituut een feit Ke'
worden, dan mag verwacht worden, dat aan d®
redelijkerwijs te stellen eischen op dit
kan worden voldaan.
Een nakaarter in den
gemeenteraad
DE ROODE BURGEMEESTER VERDEDIG'1'
DE POLITIE
In de jongste raadszitting van Zaandam kwa®1
bij de behandeling van 't hoofdstuk openbar®
veiligheid 'n uitvoerig debat los over het °P"
treden der politie tijdens de groote UoutstW
king, de aanstelling van een inspecteur en
toe te kennen gratificaties aan de politiechef9
die geen overwerk hadden uitbetaald gekrege®'
Door verschillende raadsleden werd het
treden der politie in de stakingsdagen 8®"
laakt en werd zij beschuldigd van partijd'S'
held ten gunste der werkgevers.
In een uitvoerig betoog verdedigde burg®"
meester ter Laan echter zijn beleid. Hij wee
er op, dat de staking zonder groote ongelukke®
was verloonen en dat slechts weinig processen*
verbaal waren voorgekomen. De moeilijke taa*'
der politie, die dikwijls op critleke oogenblikke®
nioest optreden, verontschuldigt inmiddels
een hard woord of een enkelen klap,.
De rijksveldwacht is alleen opgeroepen toed
de nood dreigde en het aantal werkwilligen to
bij de duizend klom. De bevordering van ®eö
brigadier tot inspecteur was noodzakelijk, o£®"
dat bij het uitbreken der staking meer hulp
de politieleiding vereischt werd.
Met 127 stemmen werden intusschen d®
voorgestelde gratificaties afgewezen.
Met de S. D. A. P.-fractie stemden tegen 3®
heeren Dor jee (C. H.), Kroonenberg (A. lU'
de Vries (R. K.) en Flentrop (V. D.)
OUD-ZOUAAF OVERLEDEN.
Te Venlo overleed de 82-jarige oud-Zou®®*
J. H. Janssen.
Zijn opsporing verzocht
De commissaris van politie 1. C. te 's-Gr®"
venhage Verzoekt in het Algemeen Politiebl®
namens den officier van politie aldaar, de °P_
sporing aanhouding en voorgeleiding van
thur Lampe, geb. te Eecloo 18 April 1894. di®
ontvlucht uit het Rijksgesticht Reckheim
Hij werd 14 Juli 1920 door het Hof van
sen van Oostelljk-Vlaanderen, wegens
en diefstal veroordeeld e* zou zich thans 1
Nederland ophouden.
Plumet, die zich met heit inpakken belast.
Morgen is alles gereed, en mijn huis leeg. Ik
ga afleiding zoekem in mijn werk, en ik reken
ook een beetje op jou, om dien harden troost
wat zachter voor me te maken.
Je toegenegen vriend,
SYLVESTRE LAMPRON.
Ik ontving den brief van Lampron om tien
uur 's morgens. Ik ging terstond den hotel
houder opzoeken.
U kunt me zeker wel een rijtuig bezorgen
voor Desio, nietwaar? vroeg ik.
Aha, u wilt per rijtuig naar Desio? U
hebt groot gelijk. Dat is veel romantischer dan
per spoor. Desio, en dan Monza.
Ja ja, zelde ik, maar kunt u met aan
een rijtuig helpen?
Een best i ij tuig, meneer! Om half vier,
als de warmte wat minder is, zult u de paarden
ingespannen vinden. U hebt allen tijd, om vóór
zonsondergang in Desio te komen, en dan kunt
u hier nog soupeerem.
Op het afgesproken uur kwam men mij
waarschuwen, en nog geen anderhalf uur later
hield de koetsier stil voor het eerste huis van
Desio, een herberg) We hadden maar enkele
minuten in Monza gerust.
De herberg, een armzalig gebouw, stond op'
den hoek van den straatweg en een weg, die
bet veld inliep. Een paar platanen stonden
ervoor, en gaven wat schaduw. De luiken waren
gesloten, en het huis scheen te slapen in den
gloed der zon en het gegons der vliegen.
Oaat u maar binnen, zei de koetsier, die
mijn gedachte geraden had. Ze zullen wel
wakken* worden.
En zonder mijn antwoord af te wachten,
bracht hij de paarden om het huis teneinde
den stal te vinden.
Ik ging op het huis af. De bijen vlogen in
kringen onder de platanen. Een verschrikte
kip stoof kakelend uit den weg. Er was nie
mand te zien. Ik dieed de deur open. Nog nie
mand. Er waren twee kamers, één rechts en
één links van de gang, en aan het eiind een
houten trap. Het huis was donker en koel.
Terwijl ik mijn oogen aan het half dulstei
trachtte te wennen, hoorde ik rechts een geluid
van stemmen. Zij spraken Fransch.
Schilderachtig zooveel je wilt, maar onze
rei3 is vergeefsch. Het zijn net barbaren, die
lui. Aanbeveling, titel, goede naam (ik kan
toch gerust zeggen, dat ik dien heb), het helpt
allemaal nleta.
Zouden ze uw brieven gelezen hebbenT
Dat zou nog sterker zijn, ais ze brieven,
die men aan hen schrijft, niet eens willen lezen!
Neen, schei uit met ze te verdedigen. Ik wil
er niet van hooren.
Men zegt, dat ze een groot verdriet gehad
hebben, vader, en dat verontschuldigt hen toch
wol een beetje
Neen juffrouw, er bestaat geen excuus
voor het wegstoppen van zoo'n wetenschappe-
lijken schat, geen enkel excuüs. Zelfs zoo'n
Italiaansch edelman, al was hij wees van zes
maanden af, en driemaal achter elkaar weduw
naar geweest, heeft niet het recht, om zulke
collecties munten en medailles zonder weerga
aan de nasporingen der geleerden te onttrekken.
Er zijn dingen bij die nergens te vinden zijn,
en waarvoor ik een heel-en dag van mijn leven
zou willen geven, om ze te zien ja, Juffrouw,
een heelen dag!
Zoo'n gesprek, in mijn moedertaal, in deze
herberg! Kon het werkelijk zijn.... Ik sloop
zachtjes naar de deur rechts.
In het halfdonker van de kamer, die haar
lucht kreeg door enkele spleten in de luiken,
zat een Jong meisje. Haar hoed hing boven haar
aan een spijker. Met haaT elleboog leunde zij
op de tafel. Aan den anderen kant van de
tafel zat haar vader, tegen den muur geleund,
zijn oogen op de zoldering gericht, de armen
gekruist, en met en trek van hevig misnoegen
op het gezicht
Ik ging naar binnen. Ze stonden alle twee
op, Jeanne het eerst, en toen meneer Charnot.
Zij waren stom-verbaasd, maar ik niet minder.
We keken elkaar een minut lang aan, terwijl
wij ons rekenschap gaven van deze verrassing,
en ons afvroegen, of we wel goed wakker ware<&.
Meneer Charnot verbrak het eerst de stilte. Hij
scheen nu niet bepaald voldaan te zijn over
mijn verschijning. Hij richtte zich tot zijn
dochter, die vuurrood geworden was, en ietwat
uit de hoogte keek.
Jeanne, zet je hoed op. Het is tijd, om naar
het station te gaan.
Toen richtte hij zich tot mij.
We gaan u het rijk alleen laten, meneer.
Nu een buitengewoon toeval (hij legde bijzon
deren nadruk ©p dit woord) u in dit bezeten
dorp brengt, wenschen wij u tevens veel ge
noegen, meneer veel genoegen
- Bent u al lang hier, meneer?
Twee uur, maneer, twee doodelijk ver
velende uren, In deze herberg, waar we ver
gaan van de hitte en van de verveling, en ver
moord worden door de vliegen, en ons ergeren
over de ongast-vrije manieren in dezen hoek
van het land,
—Inderdaad, de waard is niet te zien, en
dat is ook de reden, waarom ik hier binnen
kwam, zonder te weten dat ik de eer zou heb
ben, u hier te ontmoeten.
O, over hem klaag ik niet. Hij slaapt daar
in die schuur. U kunt hem wakker maken.
Hij is tenminste, te zien, en hij is voorkomend,
zelfs al wordt hij uit zijn slaapje gehaald.
Ik heb hem alleen maar een inlichting
te vragen, meneer, en missdhieo zou u me die
óók wel kunnen geven, zoodat ik hem niet zou
hoeven wakker te maken. Wat is de weg naar
d« villa Danneglanti?
Meneer Charnot ging voor me staan, keek me
recht in de oogen, haalde zijn schouders op,
en barstte dan ln een schaterlach uit.
De villa Damnegianti! Hahahai.
*d&-
va"
Ja zeker, meneer.
U wilt naar de villa Dannegianti?
Ja, mijnheer.
Nu, dan hebt u niets anders te doen
maar weer terug te gaan.
Waarom dat, meneer?
Omdat men er niet toegelaten wo'
meneer.
Maar ik heb oen aanbevelingsbrief.
Ik had er twee, meneer, zonder nog
mijn titel te spreken, die toch ook wel
waard is, en méér dan één deur voor mij 00
sloten heeft. En ze hebben me niet toegelat®
Verstaat u me goed? D„e portier van die
beschofte lui heeft me niet toegelaten! E"
demlct gelukkiger te wezen?
Ik hoop van wel. -
Mijn antwoord leek hem het toppunt v
verwaandheid.
Kom, Jeanne, zei hij. We zullen me®
maar overlaten aan zijn jeugdige illusies- jet
zullen niet van langen duur zijn neen,
van langen duur. p
Hij groette mij met een veelbeteekene®'jjJ_
glimlach, en ging naar de deur. Op dat oog
blik liet Jeanne haar parasol vallen. Ik ra®!'
dien voor haar op, en reikte hem aan.
Dank u wel, meneer, zei ze.
O zeker, die paar woorden waren heel geW1
Zij zou ze gezegd hebben tot ieder and'1' f
hetzelfde geval. Niets in haar houding of
gelaat verried eenige ontroering, waardoor
woorden wat moor waarde zouden Se'freL,ii
hebbem Maar het was haar stem, die voor j
een muziek was, waarvan ik zoolang gedro®
had. Als ze mij beleedigd had, zou ik
stem nog heerlijk gevonden hebben. Ik
plotseling een besluit. Ik zou deze llef®**^
verschijning, die aanstalten maakte, om
te verwijderen, trachten tegen te noudef- ;(j
zoo mogelijk nog een uur ia haar nab'-j'1^
te blijven, nu een zoo merkwaardig toeval f
tot mij gevoerd had. £Wordt vervol**'