HET KATHOLIEKE POLEN
De aans'ag op de Orient-
Express.
MAANDAG 25 NOVEMBER 1929
ZZil ua^D
2 A'
BESCHERMING VAN DE GRENS
«li
T. P. O'CONNOR DE „VADER"
VAN HET LAGERHUIS
DE FRAPPANTE GENEZINGEN TE
MALDEN
I
Wie is ie en wat is ie
Wat zal ik worden?
ROOMSCHE HOEKJES IN DE MILLIOENENSTAD
DE CHRISTUS EN HET STADSGEWOEL EN DE
MADONNA VAN BELLOTTl
door
DR. FELIX RUTTEN.
Warschau draagt zijn karakter van „Katho
lieke stad" niet zoo zichtbaar als de Vlaamsche
steden in het algemeen, als b.v. Antwerpen of
Roermond in het bijzonder. In deze zuidelijke
steden, waar de invloed van Spanje zich deed
gelden, en de sporen daarvarf bleven tot nu
toe, vindt men in iedere straat de sprekende
bewijzen van hun katholiciteit Mariabeeldjes
en kapelletjes in elke wijk, in elke steeg, en
kruisbeelden langs de straten, met bloemen
versierd, en voorzien van lampen, die ook
's avonds nog den wandelaar om een „ave
Maria" verzoeken. Te Roermond in ons Lim
burg waren de publieke pompen zelfs tot voet
stukken van heiligenbeelden gepromoveerd, en
iedere stadswijk had er haar bijzonderen
patroon, die elk jaar door heel den „put" ge
vierd werd. Met zijn Mariabeeldjes, die van
kleed verwisselden met de seizoenen, leek heel
de rooster der straten wel een levende litanie;
en op dit stramien borduurde de legende haar
bloemslingers.
Dit ook zou men van de hoofdstad verwach
ten van een land, dat zoo doordrenkt is met
het katholicisme als Polen. Maar Warschau
vertoont zich heel anders.
Ik ken er maar één straat-kapelletje, zooals
Roermond er bij dozijnen heeft en Antwerpen
misschien wel honderd. Het bevindt zich bij
een hoekhuis van de Oude Markt, midden in
de Jodenbuurt, en overschaduwt er een drie
voud-beeldje van Moeder Anna, met haar kind
en kleinkind. Het is het eenige huis dat uiter
lijk zijn gothiek karakter bewaard heeft. Een
Venetiaan, die er in de XVIIde eeuw eigenaar
van was, versierde het met een Sint Marcus,
patroon zijnerv vaderstad. Dit beeld verdween,
maar zijn woning bleef den naam van „Sint
Marcus" bewaren.
In dit oude Warschau, waar alles koophandel
en bedrijf is, hebben de Joden de overhand. Zij
zijn het, die hun stempel drukken op deze
buurt, die eens het middelpunt der stad was,
maar sinds de XVIIde eeuw verviel tot een
uithoek. Een enkel huis draagt er nog een
„Oog Gods" tot winkelteeken; andere woningen,
met „J. H. S." gemerkt, herkent men aan deze
letterteekens als vroeger eigendom der Jesuïe-
ten. Men moet dan naar de nieuwere stads
wijken trekken, om op een enkele plaats aldaar
een plein of plekje te vinden, met een uitge
sproken katholiek karakter, wanneer men
de beide Mariabeelden niet meetelt, die er
overigens nog in de oude stad gevonden wor
den het eerste achter dekathedraal, in de
constructie van het hoofdkoor opgenomen, altijd
met levende bloemen versierd, het tweede
voor de kerk der Capucijnen geplaatst, tusschen
de beide klimmende trappen die naar het por
taal voeren.
Waar Warschau eindigde in de XVIIIde
eeuw, lang voor dat het de millioenenstad was
van heden, ligt „het plan der drie kruisen".
Hier begint de groote Avenue Ujazdow, vroeger
de weg naar het koninklijk buitenverblijf, maar
thans moderne straat, gedeeltelijk door hooge
huizen, gedeeltelijk door parken omgeven. Het
was deze groene weg, die in den glanstijd van
het koningrijk de schitterende stoeten zag voor-
bijrijden van de vorsten en hun gasten, wan
neer deze zich van het zomerpaleis naar het
slot in de stad begaven, van de koningen
en hun joyeuses entrées binnen dé hoofdstad,
na de kroning te Krakau, en van de vreemde
prinsessen die hier als toekomstige vorstinnen
van het land, ter bruiloft kwamen. Het was
de weg der gezanten die met hun schitterende
zesspannen de heerschers op den troon hun
opwachting gingen maken; de weg der zege
vierende veldheeren ook, die terugkeerden van
het oorlogsgewoel met roem en buit. Hier hield
Zobieski %ijn intocht, na de Turken verslagen
te hebben voor Weenen, en Poniatowski na den
veldtocht in Oostenrijk. En bij het begin der
stad, op het plein der drie kruisen, zagen zij
de eerste zegepoorten verrijzen, waarmee het
feestvierende volk hun weerkeer begroette.
Een herinnering aan Calvarië draagt dit plein
sinds koning Augustus de Sterke het plan
opvatte, om de straat der zegenrijke intochten
te versieren met de veertien staties van den
kruisweg. Het was wel een treffende gedachte
van een vorst, om dezen zegeweg van triomf
en roem te wijden met de herinnering der
smartelijke geheimen van de Via dolorosa.- Wat
er echter eenmaal van geplaatst werd, ver
dween. Alleen bleven er twee kolommen,
elk met een kruis voorzien, op het plein opge
richt, dat niettemin nog altijd het plein
der „drie" kruisen heet. Maarschalk Bielinski
voegde er in 1752 een beeld aan toe van S.
Johannes Napomueenus, na ';et beëindigen van
groote werken hier ter plaatse een kanaal
voor waterafvoer en een nieuwe bestrating.
Op het plein, waar de bruisen staan tusschen
het groen van sierplanten en heesters, rijst ook
een kerk: om haar stijl herinnert zij aan Italië;
haar naam, Alexanderkerk, verlevendigt de
herinnering van d,en eersten Russischen tsaar
die over Polen heerschte. Alexander I was mild
en medelijdend, en de stichting van het „hertog
dom Warschau" was hem een heilige ernst.
Dankbaar wilde de stad hem een eerepoort
bouwen, toen hij Warschau bezocht na het
congres van Weenen. Maar hij weerde dit af,
en gaf' de voorkeur aan den bouw dezer Room-
scho kerk.
Op de trappen van het gebouw, dat er zijn
blanke portieken opent, onder de hooge archi
traven, door klassieke zuilen geschoord, zitten
de armen gehurkt, die bedelen om een aalmoes:
oude vrouwtjes in haar sjaals gewikkeld, zoo
lang de tijd van het jaar het toelaat, er rond
scharrelend op bloote voeten, biddend en kla
gend tot de voorbijgangers. Het is bij War-
schau's vele kerken weer altijd dit zelfde
schouwspel van biddend en bedelend volk,
wat iedereen aan Italië doet denken.
In een der drukste straten van de stad rijst
dan de kerk van het H. Kruis. Haar klassieke
gevel sluit zich bij die der belendende huizen
aan; rpaar haar breede dubbeltrap met bordes
is op de stoep uitgebouwd en springt in de
straat naar voren. Op dit bordes staat het
levensgroote beeld van den kruisdragenden
Christus, in een treffende houding voorgesteld.
Terwijl de Heiland met de linkerhand het
kruis bij den dwarsbalk vasthoudt, dat zwaar
op zijn schouder drukt, strekt hij den rechter
arm naar de straat uit, als riep Hij er de
voorbijgangers aan. Het gebaar der hand is
welsprekend, de houding zeer expressief. Heel
de figuur van den roependen Christus boven
de drukte der straat, is als een preek in steen.
De donkere kleur van het zwarte marmer ver
hoogt nog den indruk van het geheel. Niemand
kan hier voorbijgaan, zonder de hand te zien.
die tegelijkertijd bedreigt en roept. Aan dit
beeld alleen al ziet men genoeg, dat Warschau
katholiek is. Niet alleen is de Christus er nog
geduld, maar Hij mag er zelfs de stem nog
verheffen tot de menigte.
Maar ook de Madonna heeft, althans op één
plekje midden in de groote, moderne stad, nog
haar eigen hoekje, waar zij troont in het open
baar. Dit is niet ver van het koninklijk slot,
op het voorname plein waar Warschau zijn
meest uitgesproken fysionomie vertoont, en ook
het beeld verrijst van 's lands grootschen dich
ter Adam Mickiewicz liet is de Madonna van
Bellotti.
Waar het plantsoen dat Mickiewicz' beeld
omringt, in een punt uitloopt, die zich naai
de oude stad toekeert, staat op een zuiltje een
sierlijk Mariabeeld. Dit werd geplaatst door een
Italiaan, die architect was in dienst van So-
bieski. Bellotti- was zijn naam hij had de
oprichting van dit beeld beloofd, daar hij, met
zijn gezin, van -de pest was bevrijd gebleven.
Maar op den dag zelf, dat de Madonna er
geplaatst werd, bevrijdde Sobieski, door zijn
overwinning op de Turken, de christenwereld
van den Islam. Het inschrift dat Bellotti in
het Italiaansch bij zijn Madonna plaatste, her
denkt dan ook den glorieuzen datum van 12
September 1683 als Sobieski's gloriedag.
Van de eerste jaren harer aanwezigheid
alhier heeft deze „Madonna di Passavia" er
zich verheugd over de opmerkzaamheid der
inwoners. Nog altijd liggen er bloemen en kran
sen haar te voeten. Op zekeren dag zag ik er
twee Poolsche vlaggen waaien, wit-rood met
den adelaar, 's Avonds branden er twee lampen,
wier blauwe glazen een fantastisch schijnsel
spelen laten over dit hoekje, dat haast on
werkelijk aandoet midden in het groote stads
gewoel. Altijd liggen er mensehen geknield op
den rand van de stoep. Eens zag ik er een
arm oud vrouwtje bidden, met zulk een smee-
kend heffen der handen, terwijl zij hoorbaar
haar aanroepingen sprak, dat ik er mij alleen
maar over verwonderde, op dat oogenblik geen
wonder te zien gebeuren. Maar niemand lette
er op; niemand zag de ineengeschrompelde
figuur die er als op een beeldhouwer wachtte,
maar mij intusschen tot in het diepst van mijn
ziel ontroerde.
Vooral in Mei is de Lieve Vrouw van Bellotti
aldaar het voorwerp der volksvereering. Dan
kan men e 's avonds heele drommen van men-
schen zien, die er samenscholen tot openlijk
gebed. Midden in het gedruisch van straat en
drukte zingen ze erdan hun vrome liederen.
Doch vooral ten tijde van nood en rampen, bij
heerschende ziekten en nationale ongelukken,
is deze Madonna altijd de toevlucht geweest
der geloovige bevolking. De herinnering aan
Sobieski immers, den held die de halve maan
terugdreef, zooals Gedeon de zon deed stilstaan,
ombloeit het voetstuk van dit Mariabeeld als
een immergroene krans.
Op een andere zijde van ditzelfde, voor
Warschau zoo karakteristieke plein, verrijst
de groote zuil van koning Sigismond III.
Deze is niet minder een der beschermers van
Warschau gebleven, als de zalige Ladislas,
provinciaal der Bernardijnen van Polen, wiens
relieken bewaard worden in de Sint Annakerk.
Zoo is de zuil van Sigismond, die het kruis
van zijn apostolaat boven de stad verheft,
zoowel een katholiek als ook een historisch
monument. Zijn zoon Ladisl_.s IV richtte het
op, waarschijnlijk daartoe geïnspireerd door
do zuil die paus Paulus V te Rome liet oprich
ten door Maderna, en die er een beeld der H.
Maagd draagt. Sigismond, die door de historie
schrijvers van Polen een tweede „Philips II"
genoemd wordt, ziet van het hooge voetstuk
neer over de stad. Zijn gebogen houding ver
raadt reeds den invloed der barok. Hij neigt
het hoofd met de kroon, gehuld in een zwaren
mantel. Met de eene hand zwaait hij het
zwaard; het kruis dat hij in de andere houdt,
teekent zich scherp af tegen de lucht. Het
voetstuk verhaalt de feiten van zijn regeering
de overwinning van Smolensk waar de macht
der Ottomanen gebroken werd, en de verove
ring van Moskou. Dat hij een tsaar van
Rusland, Easilius, als zijn gevangene binnen
Warschau komen zag, heeft zijn figuur wel
zulk een luister verleend, dat het volk er zijn
absolutisme om vergat, en zich ook niet lang
herinnerde, hoe deze Poolsche koning uit het
geslacht der Wasa's, die zijn volk zoo weinig
begreep, tijdens zijn leven met minachting „de
Zweed" genoemd werd. Na zijn dood werd
Sigismond, zoo hoog op zijn zuil verheven, als
een., legendarische persoonlijkheid, en een
symbool. Karel-Gustaaf, die tijdens den grooten
oorlog van het Noorden naar Warschau kwam,
gaf zijn haat lucht bij het zien van dit gedenk-
teeken maar er was niemand bereid om het
beeld van zijn voetstuk te verwijderen, zooals
do koning wenschte. Toen Karei XII echter
zijn intocht deed binnen de stad, knielde hij
eerbiedig neer op de trappen die de zuil om
geven, om er een dankgebed te spreken met
de aanvoerders zijner legermacht.
Zoo werd het beeld van den koning daar,
hoog in de lucht, wel innig verbonden met het
leven der geschiedenis, en weldra deden vreem
de legenden daaromtrent de rondte. Vóór de
oorlog met Zweden uitbrak in 1655, had het
geheeten, dat het beeld op de zuil gedreigd
had met zijn zwaard. Dit schrikwekkend voor
teeken joeg de bevolking een doodelijken angst
aan, en de oorlog had inderdaad ontzettende
gevolgen voor het beproefde land. In 1792
gingen dezelfde geruchten omtrent het beeld.
Wéér zou koning Sigismond den arm verheven,
en vier maal met zijn zwaard het kruisteeken
beschreven hebben in de lucht. Twee jaar later
was een arme schoenlapper er getuige van.
Het was het jan-, d-t fC'-T"-<--n povio-
li AéM
vmmmm
De zuil van Sigismund III.
deed om de vrijheid voor Polen terug te winnen,
waarop de derde verdeeling van het land volg
de, na zijn nederlaag. Ook gedurende de oorlo
gen van Napoledn, toen de hoop op herstel van
Polen herleefde, richtten de bewoners van War
schau het hoofd op naar den koning van brons,
die zich sinds welhaast twee eeuwen bescher
mend boven zijn stad verhief, vanwaar hij met
zijn zwaard en zijn kruis tot hoop en vertrouwen
scheen op te wekken.
Dat het beeld van Sigismond echter ook In
deze eeuw nog iets beteekent binnen de stad,
die er een patroon in zag, .werd duidelijk op
den Zondag in Augustus, 1920, toen uit alle
wijken van Warschau, geïmproviseerde proces
sies daar samen kwamen. De Bolschewistische
vijand was de Weichsel genaderd. De nieuw
gestichte Poolsche republiek werd in haar be
staan bedreigd. Toen snelde de menigte in
ontsteltenis naar de kerken; de noodkisten met
de relieken der stadspatronen werden plechtig
omgedragen, en eindelijk kwam het smeekend
volk, met kruisen en banieren samen rondom
de zuil van koning Sigismond, die Moscou
veroverd en den Islam geweerd had, die
ook thans voor Polen strijden moest. En bij
het voetstuk van 'het monument las de kardi
naal-aartsbisschop de H. Mis. Alle leven lag
stil op het plein, waar gezucht en gebeden werd
als nooit tevoren. In zijn gebogen houding
stond de figuur van brons gekeerd naar het
weenend volk als bemoedigend een troostend
voorteekenEenige dagen later had het
„mirakel aan de Weichsel" plaats en werd
sovjet-Rusland door het jonge Polen glansrijk
verslagen.
Te Sofia werd de overval
georganiseerd
UIT POLITIEKE. OVERWEGINGEN?
Het Bulgaarsche gezantschap te"Berlijn acht
het noodzakelijk tegenover de onvolledige mede-
deelingen over den aanslag op de Orient Ex
press het volgende te berichten: De aanslag is
gepleegd op de express gedurende 't traject
Belgrado-Consta-n-tinopel en wel op Servisch
grondgebied bij het dorp Sukowo meer dan
twee uren van de Bulgaarsche grens gelegen.
Dus zijn de mededeelingen, dat de aanslag niet
in Servie maar in de buurt van de Bulgaarsche
grens is gepleegd niet- waar.
WEENEN, 23 November. (V.D.) De „Neue
Freio Presse" meldt uit Belgrado:
Van officioele zijde wordt verklaard, dat is
komen vast te staan, dat de aanslag op do
Orient-Express te Sofia is georganiseerd.
Op het terrein van den aanslag werden stuk
ken van een Bulgaarsche courant en pakpapier
van een tabaksfabriek uit Sofia gevonden.
Men meent in Joego-Slavische kringen, dat
de aanslag doo» Macedonische revolutionnairen
is gepleegd met het doel de onderhandelingen
tusschen Joego-Slavië en Bulgarije te doen
mislukken.
Het verluidt, dat de Joego-Slavische gezant
in Sofia bij de Bulgaarsche regeering stappen
zal doen om haar aandacht te vestigen op den
onhoudbaren toestand aan de grens en te
eischen, dat de werkzaamheden van de Joego-
Slavisch—Bulgaarsche commissie worden be
spoedigd, opdat Joego-Slavië niet gedwongen
zal zijn maatregelen ter bescherming van de
grens te nemen.
Van een aanslag geen sprake?
ROME, 23 November (B.T.A.) Een telegram
uit Milaan aan Stefani meldt: De Orient-
Express is gisteravond om half 9 uit Constan-
tinopel te Milaan aangekomen.
De hoofdconducteur en het overige personeel
van den trein verklaarden, dat het gerucht
als zou de trein onderweg in Joego-Slavië over-
vr:'cn zij:\ ongewend is.
vaardigde Inleef zonder partij, maar met eeti
hoven elke partijschap verheven
Gezicht op het plein, waar, het standbeeld van Mickiewicz staat.
49 JAREN ONAFGEBROKEN LID
Onze Londensche correspondent schrijft ons;
Zonder onderbreking heeft T. P. O'Connor
sinds 18S0 in 't lagerhuis gezeten, en sinds 1885
heeft hij geen ander kiesdistrict vertegenwoor
digd dan „Scotland", een borough van Liver
pool
Hii heeft in 't parlement de harde dagen van
strijd meegemaakt onder leiding van Parnell,
McCarthy en John Redmond, en was zelf een
der strijdvaardigsten onder de sterkste fractie
van Iersche nationalisten, en, ofschoon deze
man met zijn Caeltisch temperament tot de
verwoedsten kon behooren en menigmaal in
't middelpunt was van den hartstochtelijksten
woordenstrijd, genoot hij steeds de genegenheid
van allen, doordat hij zelf geheel vrij was van
rancune en intriganten geest-
De stormachtige dagen van zijn loopbaan
liggen thans zoo ver achter ons, dat zij geheel
tot de geschiedenis behooren. Hij was reeds
een oud man, toen de partij, waarvan hij een
der beste vertegenwoordigers was geweest in
't parlement, werd weggevaagd door Sinn Fein,
en enkele jaren later Zuid-Ierland een eigen
parlement en eigen regeering kreeg. Maar het
district „Scotland" bleef hem naar ik ge
loof steeds zonder tegencandidaat afvaar
digen naar Westminster, waar hij een afge-
iigde blei
roeping", die
was.
Hij was de „Father of the House of Com
mons" geworden, de oudste in anciënniteit, en
deze titel, waaraan geen andere functie ver
honden was dan dat hij elk jaar. vóór de ver
kiezing van den Speaker, een openingsrede
hield, past.e beter bij zijn persoonlijkheid dan
elke andere rang. Want geen man was meer
algeme.en bemind, geen man scheen
ofschoon zelf partijman door heel
zijn wezen zoozeer buiten het partijkra-
keel te staan en geen man boezemde allen
grooter vértrouwen in. De nieuwe „Father of
the House" ismr. Lloyd George, de
alles behalve patriarchale, onverwoestbaar-
jeugdige liberale leider maar toch ook reeds
66 die negen-en-dertig jaren onafgebroken
het district Carnarvon vertegenwoordigd heeft.
Onder de groote staatslieden van zijn tijd zal
O'Connor niet genoemd worden. Hij was zelfs
geen groot politicus of groot volks vertegen
woordiger. Hij was waarschijnlijk in geen en
kel opzicht een man van buitengewoon for
maat, behalve als journalist, en dat is hij,
eenigszins tegen wil en dank, boven alles steeds
geweest, 't Was zijn belangstelling voor, -zijn
hartstochtelijk meeleven met al wat gebeurde,
welke hem een journalistische loopbaan deed
kiezen in een tijd, toen de zooveel minder ge
compliceerde techniek van het perswerk ook
diegenen, die aan een krant hun brood moesten
verdienen, en niet de enkelen, die haar be
schouwen als een middel om zich 'een positie
in de wereld te veroveren, de gelegenheid
liet van hun beroep een „roeping" te maken.
O'Connor maakte harde jaren als Free Lance
mee, kwam tenslotte voor de „Daily Telegraph"
op de perstribune van 't lagerhuis terecht en,
na zich geheel ingewerkt te hebben in de par
lementaire procedure en de aandacht getrok
ken te hebben van leidende Iersche afgevaar
digden, werd hij in 1880 door Parnell in 't par
lement gebracht. Meer dan de journalistiek
scheen het lagerhuis zijn zucht naar deelne
ming aan 't actieve openbare leven te kunnen
bevredigen, maar daar hij nooit een groot poli
ticus was, zou hij, indien hij niet boven alles
journalist gebleven was. reeds jaren geleden
als parlementariër afgedaan hebben en verge
ten zijn geworden. Aan den anderen kant heeft
zijn lidmaatschap van 't parlement ertoe bijge
dragen zijn beteekenis als journalist of juis
ter: ais publicist te verhoogen.
Ofschoon hij gedurende zijn lange loopbaan
hij schreef tot 'n week voor zijn dood toe
bergen papier volgeschreven heeft, en ofschoon
van weinig publicisten 't werk door het groote
publiek zoo gaarne gelezen werd, laat O'Connor
zoo goéd als niets in gepubliceerden vorm ach
ter. Zijn bekendste werk was zijn „Leven van
Lord Beaconsfield", dat zich evenwel onder do
vele boeken, die over dezen staatsman uitge
geven zijn, niet heeft kunnen handhaven, ter
wijl zijn „Memories van een ouden parlemen
tariër", welke in 't begin van dit jaar versche
nen, een niet geringe waarde hebben voor allen,
die het politieke Engeland de laatste halve
eeuw willen leeren kennen. Maar O'Connor,
een stylist, wien 't schrijven verbijsterend ge
makkelijk afging, ging nooit heel ver beneden
de oppervlakte. Hij was geen boekenschrijver.
Wat hem en indirect ook zijn werkkring
vooral kenmerkte en van al zijn tijdgenooten
onderscheidde, was zijn ongeëvenaard talent
om in alle kringen vrienden te maken. Nie
mand heeft zooveel menschen gekend als hij.
Niemand vooral heeft zooveel politieke tegen-,
standers onder zijn persoonlijke vrienden ge
had. En niemand was beter op de hoogte van
de levenslotgevallen en karakter-eigenaardig
heden van bijna alle toonaangevende Engelsche
nolitici sinds 1880. Hij was en bleef, als vriend
en als politicus, steeds en overal de journalist,
xia kroniekschrijver, die belang stelde in alle3
en vooral in de détails, welke mannen van
grooter kaliber, zeer tot hun schade, zoo vaak
veronachtzamen. Zijn zeldzaam uitgebreide per
soonlijke betrekkingen, zijn beminnelijkheid en
„gezelligheid", zijn welsprekendheid (die ziefi
evenwel in 't lagerhuis zelden op haar voorde®-
ligst uitte) en de ongelooflijke vruchtbaarheid
van zijn pen gaven hem een invloed, dien bril-
lanter mannen hem hadden kunnen benijden,
wanneer O'Connor niet de juiste man was ge
weest, wien anderen alles gunden. Zijn hooge
leeftijd, gevoegd bij zijn practische partij-loos
heid, verhoogde ten slotte zoo mogelijk nog
zijn prestige. Hij was een traditie geworden,
maar een levende, met de tijden mee-levende
traditie. In politieken zi» heeft zijn dood niet
de minste beteekenis. En toch zal hij in 't la
gerhuis meer gemist worden dan één der groote
leiders, die in den loop dezer eeuw gestorven
zijn.
Een goed man staat ten slotte bij zijn mede-
menschen hooger aangeschreven dan een groot
man.
Anderen dan hij hebben hun stempel gedrukt
op de veelbewogen geschiedenis des lands gedu
rende de halve eeuw dat bij zitting had in het
parlement. Maar O'Connor heeft op de mannen
van verschillende partijen, die de laatste der
tig jaren beurtelings den toon aangegeven heb
ben, een milden, doch voortdurenden invloed
uitgeoefend, waaraan slechts zeer weinigen
zich hebben kunnen ontrukken. Die invloed
roeide naarmate O'Connor vader werd, en door
•ijn onvergelijkelijke feitenkennis, Ievenserva-
iug en menschenkennis een onmiskenbaar
venwicht had ook op diegenen, die hem in
olitieke begaafdheid verre de baas waren.
De laatste maal dat zijn naam het middel
mt was van een verwoede openbare discussie,
as in 1928, toen het comité van filmcensors,
aarvan hij de voorzitter was, de opvoering
m den „Nurse Cavell"-film verbood. Terwij'
discussies hierover woedden, bevond d
jna 80-jarige zich op een rondreis Jn Amerika
i zijn terugkeer schreef hij in de „Daily T
graph" reisbrieven, waarin Engelands oudste
irlementariër het nieuwste van het nieuwe
in 't modernste aller landen beschouwde met
den geestdrift van een jongeman. En hij bleef
jong tot aan zijn dood toe.
.""TflWi"
„PASSING SHOW".
„Éallohet ei is uitgebroedhet
kuikentje kijkt er al uit
Kardinaal O'Connell bezoekt
het kerkhof
EENIGE GEVALLEN
Van de merkwaardige genezingen, die zich op
het graf van den meer dan 50 jaar geleden ge
storven priester Patrick Power op het Holy
Cross-kerkhof te Malden (Massachusetts Ver.
St.) hebben voorgedaan, vinden wij de volgende
feiten in berichten uit New York vermeld:
Een 5-jarig knaapje, John H. Braley geheeten
en afkomstig van Rhode Island, was sinds zijn
jongste kindsheid verlamd. Thans liep hij voor
de eerste maal zonder krukken.
De 4-jarige Doris Boulmer uit No.rthbridge
(Massachusetts), die sinds zijn geboorte nimmer
had kunnen loopen, stond van het graf op en
liep thans voor de eerste maal.
Joseph C.. Simpson van het Amerikaansch
marinestation te Newport (Rhode Island), die
twee jaar lang zich van krukken had bediend,
kon zijn krukken op het kerkhof achterlaten.
De 26-jarige mrs. Ezra Williams uit Glouces
ter (Massachusetts), die sinds vele jaren lam
was, kon zonder hulp het graf verlaten.
Zoo lang ons niet nadere bijzonderheden om
trent deze en andere genezingen, daar geschied
bekend zijn en vooral zoo lang niet vaststaat, of
de genezen verlammingen van organischen
aard waren, zullen wij, in navolging van de
.voorzichtige houding, die de kerk in soortge
lijke gevallen aanneemt, goeddoen, deze gene
zingen vooralsnog niet anders dan merkwaar
dig te noemen, of eenvoudig aan gewone ge-
bedsverhooringen toe te schrijven.
Intusschen heeft de aartsbisschop van Bos
ton, kardinaal O'Connell, reeds persoonlijk een
niet-officieel bezoek aan het Holy Cross-kerkhof
gebracht.
Rustig stond de kardinaal daar bij het graf
de gedragingen der geloovigen gade te slaan.
Hij zag de vele ongelukkigen optrekken naar
het graf om te bidden.
De kardinaal weigerde na zijn bezoek eeniger-
lei verklaring af te leggen. Volgens sommige
bladen zou hij slechts gezegd hebben: „Alles,
wat wij weten, is dat, wat wij met eigen oogen
zien en gij kunt even veel zien als ik".
Zonder aanduiding van naam en woonplaats
vinden wij nog vermeld de genezing van een
7-jarig knaapje, dat van zijn geboorte af blind
was.
De grootmoeder van het kind verklaarde, dat
zij met den kleine, na op het graf gebeden te
hebben, naar de kerkhofkapel was gegaan. Daar
had het knaapje eensklaps de muurschilderin
gen en heiligenbeelden kunnen waarnemen.
Een ander geval betrof de genezing van een
14-jarigen jongen, die sinds acht jaren lam
was. Hij liet zijn krukken in de kapel achter
en verliet zonder hulp het kerkhof.
Onder de ongeveer 250.000 pelgrims die j.l.
Zondag het graf van Father Power bezochten,
bevonden zich de Mayor-elect van Boston, James
M. Curley, en zijn zoon.
Als gewone burgers trokken zij in de rij der
biddenden naar het graf des priesters en kniel
den in den regen op den vochtigen grond, bid
dend om hot herstel van mevrouw Curley, die
reeds verscheidene maanden ziek is.
Zij gingen huiswaarts en verscheidene uren
later het was reeds avond verscheen mrs.
Curley, vergezeld van haar echtgenoot en ver
pleegster op het kerkhof. Het drietal knielde
op het graf neder en bad daar gedurende tien
minuten.
Het Holy Cross-kerkhof bood j.l. Zondag een
merkwaardigen aanblik.
Auto's trams en omnibussen voerden massa's
geloovigen aan.
Er kwam een autobus vol met gebrekkigen uit
het H. Geest-hospitaal te Cambridge (Massachu
setts), die vurige gebeden stortten voor hun
herstel.
Zoo groot was de toeloop, van geloovigen, dat
een cordon bereden politie geassisteerd door
leden van het Amerikaansch legioen en plaat
selijke brandweerlieden, tevergeefs poogde de
<jrde te bewaren. Vele vrouwen raakten in het
gedrang bewusteloos.
De straten in de buurt van het kerkhof staan
dagelijks vol met auto's.
r I
Arbeid en werk zijn hef grootste
plezier op de wereld
IEDER KRIJGT WEL GEEN GELIJKEN
KANS OM TE SLAGEN
Edison heeft bij gelegenheid van de iaaIS|f
feestelijkheden te zijner eer ontstoken, gezeS
dat hij bij 98 pet. zwoegörsarbei'd, één ProCf,fl
inspiratie had gehad, zoodat hem nog maai
procent voor het geluk overbleef, dat
waarop een haeleboel menschen wachten en
zij gewoonlijk verwachten in. een aanzien
verhoogd percentage.
Die ambitie voor een buitengewoon we
gen in het maatschappelijk leven, die bijna ie
mensch kent, is een eigenaardig aandeel,
vooral in de jonge jaren niet gauw. 1)eue _3
pari daalt. maar dat speculatie-object is te'e
ondanks de groote vraag, die er naar ia,
zelden hooger op te voeren, omdat dat i»®
lijke ééne proeent geluk zich maar wae'i
laat. en men het zonder de acht-en-nege»
andere niet op de markt kan brengen.
Nog krijgt ieder wel geen gelijke kanS
001
Vro*
te slagen, maar het gaat er toch naar toe.
ger werd je soms minder om eigen presta
gewaardeerd, dan wel om hetgeen je voorvf
ren tot stand gebracht hadden. Tegenwooi'1
kun je je hij de prestaties van je voorvader^
niet neerzetten, zelfs niet hij die van het u
levende onmiddellijk voorafgaand geslacht-
En iedereen krijgt mipstens zijn eigen k»
uiet om er nu per se millionnair maar wel 0
er „selfmade" mee te worden. ,0
„Selfmade Rosita Forbes vindt dat dat
hoogste titel, is dien men aan onze genera
kan toekennen. Op den liuidigen dag is er See
plaats meer voor den man die zegt: Als Ik n>®
de gelegenheid had gehad, dan zou ik en
had ik.... als ik maar dat eene beetje geluk
had had
En als dat speculatieve papier van de nie^0
ten al eenmaal verzeild geraakt is tusschen
Russen en de papieren marken, dan, öat
het eigenaardige krijgt men toch graag ®e
kijk op de menschen die het heter getrpffe
hebben. Wellicht om met hernieuwden moed
dat eene procent geluk te wachten, hoort
leest men nu eenmaal graag 4at Edison A. K-
jongen is geweest; dat Chaliapin, de Russis®^
zanger schoenmaker was; dat John Willy®'
Amcrikaansche gezant te Berlijn wielre»»®_
is geweest; hij opende een fietsenwinkel, v
tigde een wapenfabriek, speciaal voor de v®
vaardiging van jacht munitie wat even v°°^
deellg schijnt te wezen als gewone munitie;
hij schiep in 1907 de Overland-automobielmaa
schappij en is nu gezant......
va»
eö
Kardinaal Dr. Piffl vorst-aartsbisschop
Keulen zou eerst boekbinders jongen worden
toen bij met do hulp van een godsdienstleer»
het gymnasium bad afgemaakt, keerde
weer in de boekbinderij van zijn vader terug-"'
Mussolini is als een doodgewone school®®®
ter begonnen; ja maar Moessoolienie...-
Bernard Shaw is telefonist geweest. H-
Wells heeft zijn verbeelding, voelen losrak,
achter de toonbank van 'n formidabele» I»K£!
winkel. Caruso is als l'abrleksjongen begoilfl®7
Mr. Philip Snowden de kanselier van de
sche Schatkist is een weverszoon geweest. R»
gay Mac Donald heeft den tijd gekend, dat I
15 s. per week v-erdiende ip een warenkO}'
Rodin, de groote Fransche beeldhouwer,
witter zoo niet van beroep, dan aAÖvarikëiljk4"
noodzakelijke liefhebberij. Abraham Lin^
een van de eerste Amerikaansche preside»1®^
hield een bazar op het platteland en
teerde omdat hij geen bo.ek kon jiouden, en
ver Lincolns jongste opvolger was een P°;
landarbeider op een farm.
Al de self-made reuzen zijn het hieft Kob^et
Louis Stevenson eens, dat arbeid en werk
grootste plezier op de wereld zijn. Zij heb»
allen één stopwoord uit hun woordenhoe
geschrapt; ,,'k heb geen tijd". Die menschen
het het drukst Ifebben, hebben altijd den »ie®
ten tijd.
Hoe en of de idealen in verhulling gas®
Ieder kind heeft zijn-eigen Idealen 010»'^
ViJ
zijn latere leven. En met het groeien van
jaren, wisselen deze idealen nog- al eens.
allen hebben den tijd gekend, dat ons Sro0\jj.
verlangen er in bestond het nog eens tot v
nisman of koetsier te brengen. Later werden
romantischer en leek het beroep van P0^.
agent, tramconducteur of generaal ons zeer
geerenswaard. Toen kwamen de avontuur!»
verbaleu en droomden wij van helden dagen.,
woudlooper. goudzoeker, zeekapitein e.d. P-
veel van desa jeugd idealen gaan in vervulU°K
Dan treffen de kleine meisjes het beter, direoüt
de vraag „wat moét je worden als je g»
bent vaak spontaan antwoorden„Moedei
Dat zelfs de grrrootsten dezer aarde, de
benijde film-acteurs in dezen zeer mensch0
zijn, blijkt uit'onderstaande opsomming vaB 0
jeugd-idealen van enkele bekende helde»
het witte doek. .aj,
Adolphe Menjou hijvoorbeeld droomde er>
ingenieur te worden en de grootste bruggen
cle wereld te bouwen. Hij bleef in
standvastig, dat hij inderdaad zijn ingeu«?®g?
studies voltooide maar toen bleek, dat de v>
naar ingenieurs cu groote bruggen niet
genoeg was om hem een bestaau te versch»
Een toeval voerde hem op de planken e»
geluksster bracht henï bij de film, waar hói
de toonaangevende film-geutlemau-uio®11
belichaamt.
-vet*
li»
va»
trok
Emil Januing's ideaal was matroos tc wor
Toen zijn scheepsjongens-carriere een
snel
veel
als roemloos elude vond, ontdekte
begeerenswaardlgs ln het beroep
k»-
houtvester. Hij werd echter tooneelspelei-
jarenlang met een lcermis-gezelscliap ëel
Duitschland rond en is nu een dor grootste
rakterspelers die de film kent. g.
Chester Conklin kon op school de langst®
dichten zóó mooi en met het juiste pathos
dragen, dat hij ziel» reeds als een dei' benlc'
ate redenaarp van den toskomenden tij'J ~'t
Later kreeg het bestaan van circus-ciow»
sympathie, van een wereldberoenb^j.
volle
DE KLEINSTJÜ .7.-1N TDK WERELD
is een Amerikaan, die, al is hij 21, nog
met het grootste gemak onder een ver
keersagent door wandelt
clown dan altijd. Toen hij een zekeren w>»
echter werkloos was. besloot bij het no
dwongen eens hij de film te probeereu e»
Is hij daar eeti van de bekendste komiek»»'^.
Het ideaal dat Wallace Beery zich ge®'
pen had was de functie van zwijnenhoeder.^
hij ouder werd veranderde zijn sniaah e?" \e
zins en besloot hij een bekend olifanten ja.?21 bjj
worden. Ook hij geraakte echter toevalÜS
liet tooneel ver zij ld en vandaar aan de
Toch is er een geval, waarbij door de
de allereerste jeugd-idealen in vervulling "^tl,
meh. .Nancy Caroll smachtte ernaar door
sen" en zingen barm-md te worden. Het
ou de film heeft, daartoe inderdaad bUS®
gén IPS7T 1 'ar !'e«ti si nat"1" tJj
productief... I&l-dt.t de geluidsfilm
on haar vuur. hen vtaid warden, in
klanlffilmen valt na, naast haar dansen, 0
haar stem te bewonderen. -