Van de R. K. Staatspartij
m
i
FEUILLETON
EEN PARIJSCHE
IDYLLE.
Het militaire vraagstuk
HANDELSBERICHTEN.
Maandag 25 november 1929
TWEEDE BLAD.
DE PRAEADVISEURS AAN HET
WOORD
r-jr ■-
■mb:
INDIEN U VOOR DE VOEDING VAN UW
ALLERBESTE VERLANGT, PROBEER
GüZiN
DAN EENS
HET
DE SUPERIEURE KWALITkIT KOST NISTS
DAAR DE PAKKEN ESN VEEL C^OOTER
INHOUD HEBBEN DAN AHDEXE MERKEN
PAGINA
RADIONIEUWS.
MARKTBERICHTEN.
DE ZESDE VERGADERING VAN DEN
PARTIJRAAD
^■'vorens Zaterdagmorgen dë Partijraadsverga-
jfr'nS werd voortgezet, heeft de HoogEerw.
eer J. B. A. Batenburg, plebaan der Kathe-
rale Kerk, een H. Mis opgedragen tot inten
ser R.k. Staatspartij.
Te kwart over tien uur heropende mgr. dr.
^ens de vergadering.
Aanstonds wordt aan de orde gesteld de be-
a-ndeling van het militaire vraagstuk, waar-
praeadviezen zijn uitgebracht door mr.
van Lanschot, Pater mr. D. Beaufort O.F.M.,
Pater mr. dr. J. W. Beuns S.J., generaal-
ajoor p_ j van Munnekrede en luitenant ter
j®6 le kl. L. A. C. M. Doorman, Onlangs heb-
I* daarvan uittreksels gepubliceerd.
Tien sprekers geven zich op om de prae-
fhriezen onder de loupe te nemen. In ver-
and met den beschikbaren tijd wordt ieder
eh minuten toegestaan.
De heer J. Jansen (Kaarden) begint met op
6 merken, dat het grootste gedeelte van de
Preadviezen vóór den oorlog had kunnen wor-
geschreven.
Ph betreurt, dat in de prae-adviezen te weinig
.rat over de moreels en godsdienstige verwil
dert
hg door den oorlog teweeg gebracht. Dat
k® militaire praeadviseurs er niet over spre-
reh acht hij een afgesproken zaak. Tot de uit
bating van een modernen soldaat, meent spr.,
ehooren voorbehoedmiddelen tegen venerische
iekten en tot de legeruitrusting behooren ook
hfdeelen. Zijn die voorzieningen hier ook ge
loften, vraagt spr. aan de militaire pi*ae-
hviseurs en mag dat, vraagt hij aan pater
Doaufort.
iir. de Vink, Utrecht, meent, dat vooral hét
hdividu moet worden verbeterd wil men den
oorlog uitbannen. Er moet geregeld gepropa-
®®ord worden voor rechtvaardigheid en voor de
®desgedachte.
De heer Th. Bchaepman, lid van de Tweede
Alhier, protesteert tegen generaal van Munnek-
ede's aanval op 't vooroefeningsdnstituut. Onze
ghgelul behoeven niet zoo lang te dienen.
Preker is ook tegen uitbreiding van cavalerie
b beroepskader.
De heer Barth, Rotterdam, neemt de gemeeh;
'obappeijjhe conclusies onder de loupe. Hij acht
6t een grondfout dat de gelijktijdige en on
middellijke ontwapening op de tweede plaats
ordt gesteld en de scheidsrechterlijke regeling
0er geschillen op de eerste. Dit is het program
ah den Volkenbond maar niet dat van wijlen
ahs Benedictus XV. De bewapende staten
rekken zich, staande voor conflicten, niets van
eh Volkenbond aan. Zij vreezen ook geen sanc-
®s- Volgens spreker geven de conclusies het
gelijk vredesprogram niet volkomen weer. l/echter alleen op het personeel in Ned. Indië.
L Volgen Toor een d0el de noodlottige VoIV In Nederland is 0.3 pet. van het personeel met
hoondspolltlek die geen veiligheid waarborgt.
meent, dat de tijd kan komen, dat de moderne
oorlog in besliste tegenspraak komt met de
beginselen - der katholieke moraal. De oorlóg
is volgens Suarez de tenuitvoerlegging van ee;n
vonnis, maar deze moet toch ook onderworpen
blijven aan de katholieke moraal. Pater Beau
fort geeft abstracte uitspraken, maar geen con
crete toepassing; dit durft spr. ook niet. Ieder
middel om onrecht te keeren is nog niet ge
oorloofd. Wij staan in de keuze van de midde
len niet vrij; als de oorlog zich aan alle reglë-
menteering onttrekt, kan hij dan nog gevoerd
worden, volgens de katholieke moraal?
De moralisten moeten antwoord geven. Kap
men een moreel ongeoorloofd middel, als de
chemische strijdmiddelen, als weerwraakmaat-
regel, gebruiken Spr. acht het prae-advies van
pater Beaufort te subjectief. Hij wijst er op,
dat, als men bijvoorbeeld een oorlog tegen do
bolsjewisten veronderstelt, men wel moet be
denken, dat wij ook tegenover bolsjewisten aan
de Katholieke moraal gebonden zijn. Zij echter
niet tegenover ons: dat wordt het moeilijke.
En wie maakt uit of een oorlog succes zal heb
ben Is een oorlog nog een behoorlijk middel
tot zelfverdediging De prae-adviseurs over
schatten de beteekenis van den oorlog in den
strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld den
passieven tegenstand.
Niet het leger, maar de godsdienstig zede
lijke grondslagen bepalen de positie van een
volk.
De Katholieken kunnen hun houding tegen
over den oorlog momenteel nog niet vaststel
len. De Staatspartij kan zich niet in concrete
uitspreken; ons actueel program ts voldoende.
Misschien kan de partij meer internationaal
stimuleeren.
De heer A. v. d. Steen (Nijmegen) sluit zicli
aan bij den heer Nieutvenhuis inzake het wei
felend karakter van pater Beauforts pfae-atll-
viés. De militaire prae-adviseurs moeten be
slissen over de vraag, of defensie mogelijk is.
Spreker meent ook, dat men met een me
reele zekerheid genoegen kan nemen, ter ver
dediging van den oorlog.
De heer van der Steen meent, dat aau dè
vooroefeningen te veel gebreken kleven; de mi
litaire deskundige van de Tweede Kamerfrac
tie mag geen anti-militair standpunt innemen.
(Gemompel). Hij meent ook, dat de West niet
mag overgeleverd worden aan zeeroovers
een flottlelle-vaartuig ware voldoende gewéést
om te beletten, dat onze gouverneur werd mee
genomen.
Pater Beuns klaagt over de geslachtsziekten
hij het marinepersoneel. Zijn becijfering slaat
■Ifr. Brandsma, Zwolle wijst er op, dat de
'^hstplicht de menachen dwingt held te wor-
,.®n' De staat legt den dienstplicht op; daar
ji' kazerne en verlies van betrekking aan vast.
^aar, zegt epreker, de staat grijpt zooveel In
tj^lculiere belangen. Het leven van den bur-
~r toag in „de uiterste noodzaak" (gelach)
"'otr* ^et belang van den staat worden apge-
d* Spreker vraagt onder gröot gelach óf
Seen stelsel is in te denken waarbij men wel
jebstplicht van vooroefeningen instelt, maar
voor opoffering van het leven.
D« voorzitter noemt dit brandweerman wor-
a6b onder voorwaarde, dat er nooit brand komt;
De heer Brandsma krimpt later zijn voorstel
in, dat de practisehe zin, voor zoover wij
°Dden nagaan, er totaal aan ontnomen wordt.
bepleit ten slotte bezuiniging op de militaire
"Saven.
De heer Ch. v. d. Bilt lid der Tweede Kamer,
eetLt met den heer Schaepman, dat wij genoeg
vbben aan klein materiaal voor onze kust-
®Tded'lgiug_ Volgens spreker moet men wel
t lnlandsch personeel voorzichtig zijn.
^Vij moeten cooserveer-en wat wij
patten. Klein materiaal dat vlug vaart, dat
,s ket machtigste wapen voor kleine mogend-
®den. Ook voor vlagvertoon kunnen wij met
a materiaal volstaan. Er dient meer aan»
jacht besteed aan de geestelijke verzorging;
Indië zijn ten minste twee aalmoezeniers
°°dig een op <jen wal en een op de schepen.
?'er te lande kan met één aalmoezenier wor-
.6a volstaan en zoo nu en dan een hnlpgees-
kke die mee uitvaart.
De heer Willem Nieuwenhuis (Amsterdam):
pCkt de wijze, waarop het vraagstuk door den
art|jraad is voorgesteld, niet bevredigend. De
Jjjeerderheid der prae-axlviseurs vertegenwoor-
.'Sen. een. bepaalde richting: „lm Westen nichts
t ehes". Beslissend is het prae-advies van Pa-
j*1. Beaufort, aan wiens vredesactie spr. op-
te<bt hulde brengt. Als de oorlog moreel ge-
s®chtvaardigd is, behoeft op het materiaal niet
te worden beknibbeld. Is de moderne oorlog
ge°orloofd. Het is een debattabele kwestie on-
syphilns besmet. Het is jammer, dat er alleen
statistieken bestaan van het marine-personeel
en het leger in Indië.
Het Tweede-Kamerlid, de heer Max van Poll
Helmond, opent den aanval op het praeadvie^
van Pater Beuns. Onze uitgaven voor de defen
sie zijnhooger dan zijn advies vermeldt en
bedragën'-1/6 in plaats van 1/8 der totaal uit-
gatihy, WJS hepen in'vergelijking met andere
lénden ook veel kleiner grondgebied. Pater;
Beaufort geeft een advies waar wij het allen
over eens zijm Dat er een rechtvaardige oorlog
kan bestaan in abstracto, weten we wel. Dé
kwestie loopt over den hedendaagschen oorlog
zooals deze werkelijk bestaat.
Toch is pater Beaufort volgens spr. met zich
zelf in strijd. Indien, zooals hij zegt, de inter
nationale rechtsorde de onafhankelijkheid
waarborgt, behoeven wij voor de handhaving
van de onafhankelijkheid geen oorlog meer
te voeren. Als wij ons land kunnen Verdedi
gen, moeten wij de consequenties aanvaarden
en de adviezen der militairen volgen. Bestaat
er geen kans op succes, dan is de oorlog heele-
maal ongeoorloofd. De militaire adviseurs
achten blijkbaar den oorlog veel meer nood
zakelijk dan zij nu voorstellen.
De voorzitter geeft dan den heeren, die door
een spreker zijn aangevallen, gelegenheid tot
verdedigen.
De voorzitter schorst daarop te kwart voor
een de vergadering, tot kwart voor twee,
de theologen. Er kon nog wel eens een
c°hctiie
over gehouden moeten worden. Spr.
Te kwart voor twee heropende mgr. Nolens
Zaterdag de Partijraadsvergadering.
Den praeadviseurs wordt thans gelegenheid
gegeven hun oonclusies te verdedigen.
Het eerst spreekt mr. W. van Lanschot, lid
"van de EersteKamer der. Staten-Generaal.
Mr. W. van Lanschot dankt de sprekers voor
de opmerkingen en aangenamen toon.
'Het is de derde maal dat het militaire vraag-
- !l
stuk aan de orde komt. Spr. wil de probleem
stelling beperken en eerst enkele principieel®
punten vaststellen waarover geen verschil van
meening bestaat.
Wij verfoeien allen den oorlog.
Wij onderteekenen ons program en spreken
daarmee het goed recht van een weermacht uit.
De filosofische zijde van het vraagstuk laat
spr. over aan pater Beaufort. Spr. behandelt de
zaak van reaal-politiek standpunt.
Hoever moeten wij gaan met onze weermacht?
Waar ligt het noodzakelijke minimum? Ons
program spreekt daar niet van, het kan niet
dótailleerende eisclien veranderen met den
dag en hangen af van omstandigheden dit
wij niet boheerschen.
Wij moeten volharden bij onze zelfstandig-
beidspolitiek; do eenlge zekerheid, die de toe
komst ons biedt, Is haar onzekerheid.
Bij het minimum kunnen wij letten op de
Christelijke naastenliefde; op het gezond ver
stand, De laatste maatstaf kan wel degelijk
helpen; spr. wijst er op, dat Finland, hoe de
mocratisch ook, toch tot de tanden gewapend
is uit vrees voor Rusland.
Maar uitersten moeten vermeden: zoo een
militair verband eenerzijds, een overval als op
Curasao andbrzijds. Uit het laatste incident
kunnen lessen worden getrokken. In Indië moe
ten wij zoowel de neutraliteit als de binnen
laridsche orde kunnen handhaven.
Wie beslist over noodzakelijk minimum: re
geering en volksvertegenwoordiging, geadvi
seerd d'oor militaire deskundigen.
De kwestie der chemische strijdmiddelen
heeft aan de rapporteurs de grootste moeite-
bezorgd. Ook de regeering gebruikt chemische
strijdmiddelen alleen bij wijze van weerwraak-
maatregelen. Nu beweert men, dat chemische
strijdmiddelen zonder voorbehoud moeten wor
den verworpen. Maar hoe moet het dan gaa-n
als b.v. een Volkenbondsleger tegenover den
vijand staande, die chemische strijdmiddelen
gebruikt?
Het is moeilijk uit te maken wat de volkswil
is. Het volk kan ook een rechtvaardigen Oor
log toejuichen: dat bewees de geestdrift op den
Paushuldedag te Utrecht voor de zouaven.
Men moet bescheiden zijn in het oordeel over
den wil van het katholiek kiezersvolk. Het ka
tholieke kiezersvolk wil in alles eenheid; die
eenheid moet de toetssteen zijn Voor het vólgen
van onze geheele politiek: daarom geen poli
tiek van uitersten, maar een van saamhoorig-
heid.
Pater mr. dr. Beaufort O.F.M. meent te mo
gen zeggen, dat hij over gebrek aan belangstel
ling niet te klagen heeft. Spr. meent dat ook,
onder katholieken, over de militaire kwestie
nimmer eenheid zal bereikt worden. Geen enkel
concreet vraagstuk kan alleen met beginselen
worden opgelost. Ook de realiteit moet beoor
deeld en daarbij spelen allerlei overwegingen
een rol.
De critici verwaarloosden te veel het oude
spreekwoord: wie goed onderscheidt, leert goed,
Spr. erkent dat als regel de oorlog onrechtvaar
dig is, maar oorlog kan bij uitzondering recht
vaardig zijn. Iedere oorlog is dus niet onrede
lijk.
Spr. heeft vooral de laatste stelling, nu veel
omstreden, willen bewijzen. De prae-adviseur
kan niet anders dan het vraagstuk van alle
kapt bezien en zijn oordeel uitspreken.
/Spr. betwist den heer Barth en pastoor Keu\
/ers, dat dienstdwang altijd en overal tegeii
het natuurrecht Is en zet de verschillende bejj
teokenissen uiteen; te hechten aan dit wijsgeej
rig begrip en beroept zich daarbij op St, Tho-!
mas. Dienstplicht strijdt niet met de wezens/
kenmerken der abstractgedaohte m-ensöhelijk
natuur. De Staat zondigt alleen- tégen da» na
tuurwet als hij lasten oplegt die onnoodig o
te zwaar zijn, Spr. pleit niet .voor dienstplicb
maar ontke-nt dat deze altijd en onder alle om-{
stafidigheden geoorloofd is. Als middel om tot,
de'ontwapening te komen, heeft Rome afschaft,
fing van den dienstplicht aanbevolen.
Prof. Veraart verwijt aan de adviseurs oor-:
logsromantiek; lijdt hij niet aan vredesroman-"
tiek? vraagt spr. Acht ook hij geen weermacht:
noodig.
Is de moderne oorlog nog wel ooit geoorloofd,
vragen de heeren Nieuwenhuis en van Poll. De
socialisten zijn het er niet over eens. Er wordt
log zelf, niet over -ondergeschikte kwesties als
de wijze van bewapening. De heer Nieuwenhuis
geeft practisch ook toe, dat verweermiddelen
mogen bestaan. In dit verband meent spr. dat
afweer tegen een eventueelen bolsjewistischen
overval redelijk en noodig kan zijn.
Pater mr. dr. J. Beuns S.J. is dankbaar op
bijzondere wijze gespaard te zijn. Hij vecht niet'
graag onnoodig. en ts niet graag gedwongen:
held te zijn.
Tegenover den heer Van Poll meent Pater
Beuns ook te mogen handhaven de door hem ge
geven begrootlngscijfers.
Generaal-niajoor van Munnekrede wil de waar
heid zeggen, eerlijk en oprecht. Hij protesteert;
er tegen, dat beroepsofficieren bekrompen zou
den zijn.
liet vredesverdrag heeft lang niét alle Euré-
pee-sche kwesties opgelost.
Er Is gebrek aan vertrouwen: spr. geeft daar
voor belangrijke bewijzen.
Spreker betwist een Fransche stelling te
hebben verkondigd; acht het vrljwilligerstelsél
een ideaal. Men is in 1922 te vlug naar beneden
gegaan: er is een minimum, dat niet overschre-
MRS. MAYKEL80N, DE EENIGE VROUWELIJKE SCHOORSTEENVEGER, die London rijk
is. Vroeger variété-artiate, is zij thans door ziekte van haar man genoodzaakt dit erg
onvrouwelijk beroep uit te oefenen
dén mag worden. Ons veldleger wordt, te oud
door te kleine contingenten. Het contingent van
23000 man acht spr. sterk genoeg.
Geen militair kan, volgens spr., het voor-
oéfeningsinstituut in bescherming nemen. De
opleiding is te versnipperd en onoontroleerbaar;
de jongelui hebben te korte gelegenheid om
tucht te leeren; er is te weinig tijd voor oefe
ningen in verband; onvoldoende gelegenheid
voor kaderopleiding.
Inspecties brachten veel gebreken aan het
licht.
Uit de vergadering wordt geïnterrumpeerd,
dat ook in de kazerne lang niet altijd alles in
orde is. Spr. acht de verdediging van de wa
terlinie niet a priori onmogelijk. Spr. zou het
een flater vinden in oorlogstijd, die provincies
te vernietigen, welke ontruimd moeten worden.
Spr. meent, dat de beschrijving van de ver
schrikking van den gasoorlög overdreven is, en
zegt ook, dat de voorbehoedmiddelen geen aeel
uitmaken van de uitrusting van den Nederland-
schen militair.
SLOTWOORD MGR. NOLENS
De voorzitter, mgr. NoIsds, dankt de prae
adviseurs voor hun arbeid. Hun werk zal nog
voortdurend geraadpleegd worden. Een woord
van dank brengt hij ook aan de sprekers en
dankt nog bijzonder den afwezigen heer Door
man.
Mgr. Nolens herinnert eraan dat de mentali
teit tegenover bet leger in 1914 heel wat scheel
de met die in 1918, toen het oorlogsgevaar voor
bij Was. Men moet met dit feit rekening hou
den bij de beoordeeling dér defensie, die nooit
fat een verdedigingsoorlog geroepen moge wor
den.
De conclusies zijn voor rekening van de prae
adviseurs.
De vraagstukken, die een natlonalen en
internationalen kant hebben, zijn het moeilijkst
daar men niet onderscheidt beider aspecten. Af
schaffing van dienstplicht vraagt Rome alleen
„de cómmun accord, bij onderling goedvinden".
Het is gemakkelijk over de prioriteit van vei
ligheid, scheidsgerecht, vermindering van be
wapening te praten als men er niet direct bij
betrokken is. Er worden wel diepzinnige juridi
sche beschouwingen over gehouden.
Veel besprekingen zouden misschien anders
geweest zijn als men zich voorstelt dat wij
altijd alleen spreken van een verdedigingsoor
log. Een mensch kan voor noodzakelijkheden
geplaatst worden; een natie kan dat ook.
Nederland verafschuwt den oorlog.
Kan de oorlog noodig en geoorloofd zijn,
vraagt spreker. Er zijn zooveel önderdeelen aan
deze kwestie, dat men, om voorzichtig conclu
sies te trekken, er niet opeens op antwoorden
kan.
Uit Romeinsche documenten kan geen be
paalde vorm voor een bepaald land gedistil
leerd worden. Ons* land kan natuurlijk mee
werken aan 'n onderling internationaal accoord
op dit terrein.
Hoe groot moet het leger zijn?
Verschillende zienswijzen zijn lller mogelijk;
spr. kan daar persoonlijk niet over oordeelen.
Hier moeten verantwoordelijke deskundigen be
slissen.
Wij hebben ons tegenwoordig program; in
de defensieparagraaf is voor den huidigen toe
stand alles begrepen. Defensiemiddelen moe
ten er zijn; wij hopen dat er geen gebruik van
gemaakt behoeft te worden. Preventieve wer
king is het grootste nut dat men aan een leger
kan toeschrijven. De naam van ons departe
ment van defensie en het optreden van een
burger-minister bannen alle gedachten aan oor-
de besprekingen hier geleverd, kan rekeN
ning gehouden worden bij de samenstelling vary,
een volgend program.
Met den Christelijken groet sloot mgr Nolens
vervolgens de vergadering te ruim half Vier.
NIEUWE ZEEVAARTSCHOOL
TE DEN HELDER
De eerste steenlegging
In het Ankerpark te Den Helder had d eerste
steenlegging plaats voor het nieuwe gebouw
der Zeevaartschool. In tegenwoordigheid van
leeraren, leerlingen en talrijke genoodigden
werd de plechtigheid verricht door den bur
gemeester den heer W. Driessne.
IN GEZONDE EN IN ZIEKE DAGEN STEEDS HET IDEALE VOEDSEL. Ook ais
toespijs aanbevolen. Regelmatig gebruik van H.-O. verbetert de geheele
constitutie. Niet alleen de spieren, ook het zenuwstelsel komt het ten goede.
Vrij naar het Franscli
van
R. B. SEIGNY
W&t Ie dat? riep zij uit.
©en hoog en breed venster Waarachter
de bootnen van heit park onderscheidde,
j'Vc>hd zidh een wit-houten paneel, waarop een
j Scriptie was aangebracht in zwarte letters
choof het gordijn was op zij, en las:
Aon Rafaëlla Dannigianti
die
in den ouderdom van twintig jaar
met volle kennis
van de illusies en smarten dezer wereld
den 6den Januari 18**
met reine ziel
tot God gegaan is.
Deze Rafaëlla was zeker de dochter van
Kraat? vroeg Jeanne.
Ia, zijn eenlg kind, en buitengewoon mooi.
Hebt u een portret van haar gezien?
Ja. juffrouw, en bij dit opschrift, dat mij
'Ja'tjk aan dat portret herinnert, voel ik
Pijnlijk aangedaan,
y rag mij verwonderd aan.
Waar ls dat portret? Hier toch niet....
Neen, in Parijs, hij mijn vriend Lampron.
D- Wide zij. licht blozend,
Ja, Juffrouw. Het is tegielijk een meester-
h «n een herinnering. Ik ben er zeker van.
dat mijn vriend mij zou toestaan dat ik u dlle
geschiedenis vertelde. Toen hij heel jong
was, reisde hij in Italië en kreeg hij dit meisje
lief, van wie hij bezig was een portret te maken.
Doch haar ouders waren tegen een dergelijke
verbintenis, en namen Rafaëlla mee.
En toen stierf zij.
Een jaar later, juffrouw. Mijn vriend heeft*
zich nooit kunnen troosten,.
Hij heeft geleerd, wat het zeggen wil, ver
laten te zijn, zei Jeanne. Ik beklaag hem
uit geheel mijn hart.
Haar oogen stonden vol tranen. Zij las op
nieuw d;e wóórden: „Aan Rafaëlla.die
haar nu duidelijk waren. Dan liet zij zich op
fia'ar knié'óri Vallen, en boog het hóófd. Zij bad.
Ik had" mij tot op enkele passen af stands
"teruggetrokken. Op dat oogenblik kwam meneer
Charnot bij ons. Hij ging naar zijn doéliter, en
raakte haai' schouder aan. Zij stond blozend op.
Wat doe je daar? zei hij.
Hij zette zijn lorgnet recht en las de Inscriptie
Maar dat is todh al te overdreven,'dat je
gaat knielen, om een dergelijk stun te ont.
cijferen. Je ziet toch wel, dat het een modern
paneel is, dat geen enkele waarde hóeft. Me
neer, voegde hij er bij, zich tot mij wendend,
ik weet niet, wat uw plannen zijn, maar als
u niet in Dasio slaapt, laten we dan weggaan,
want de avond valt.
Buiten was het nog tamelijk helder, maar de
zon was ondergegaan. Meneer Charnot keek op
van zijn horloge.
Zeven minuten over achten. Hoe Iaat ver
trekt de laatste, Jeanne?
Om 7.60, vader.
Allemachtig, dan zitten we vast in Desio!
De gedadhte alleen al, dat we Jn die herberg
moeten slapen, doet me huiveren. Als meneer
Mouillard voor ons geen gala-rijtuig van graaf
Dannegiantl krijgt, zie ik geen middel, om hier
vandaan te komen.-Een huurrijtuig:zal hier. wel
niet zijn.
Mijn rijtuig is eT nog, meneer, waar geluk
kig vier plaatsen in zijn. Ik stel het tot uw
beschikking.
Dat neem ik aam, zoowaar ik hier sta. Een
terugrit bij manenschijn, dat zal poëtisch zijn.
En zachtjes zside hij tot Jeanne:
Als jij maar goed toegedekt bent! Heb je
eetn sjaal of zoo bij je?
Zij knikte.
Stel u gerust, vader, daar heb ik voor
gezorgd
Om kalf negen gingen we uit- Desio weg: Ik
Zegemde lh stilte mijn hotelhouder in Mifaah,
die me had aangeraden, 'om per rijtuig te gaan.
Dat is veel romantischer, mijnheer! Dat :j
zou ik ook denken.
Meneer ÖHaxnót én Jèanne hadden achter ih
den open landauer plaats genomen. Ik zat tegen
óver meneer Charnot, die uitstekend in Zijn
humeur was door zooveel medailles, die hij
gezien had. Hij begon mij te verhalen van zijn
reis naar Griekenland. Hij was een goed ver
teller, maar tot- mijn schaamte moet ik be
kennen, dat ik niet alles hoorde, doordat ik
alsmaar gewoonte 4- aan mijn gedachten deu
vrijen loop liet, en licrn vrijuit liet spreken.
Toen volgde er een stilte. Het schommelen van
het rijtuig deed" de rest, en weldra kwam er
een einde-aan zijn reisherinneringen. Meneer
Charnot was ingeslapen.
Wij reden flink door. Van de velden rondom
steeg een lauwe damp op, vermengd met een
heerlijken geur van bloemen en planten. Van
de bergen waaide een koele bries. Wij konden
niet veel meer om ons heen ondersohelden,
maar aan dien hemel wprden tallooze sterren
zichtbaaT. Ik had er nog nooit zóóvoel gezjen,
en zóó helder. Jeanne leunde achterover, en
staarde naar omhoog. Was zij vermoeid of
treurig of verstrooid? Ik weet het niet, maar
.er ,lag op haar gelaat, en over geheel haar
wezen een eigenaardige poëzie, en in haar leek
mij al de schoonheid van dezen avond beli
chaamd.
Ik durfde niet tot haar te spreken. Zij scheen
in haa,r gedachten verdiept, en ik wachtte, tot
zich een gelegenheid zou voordoen.
Ten laatste verbrak zij zelf het zwijgen Even
voorbij Monza sloeg zij haar sjaal, die door den
wind was opgewaaid wat vaster om en boog
zich naar mij voorover.
Mijn vader is een beetje vermoeid, mijn
heer. U wilt hem zeker wel excuseeren. Hij is
al van. vijf uur af op.
En dan, het was warm vandaag, juffrouw,
en fer waren-zooveel medailles. Dan mag men
wél eéUs slapen, na Zóo'n dag.
Die goede papa! U hebt hem echt veel
genoegen gedaan, meneer, waarvoor hij u zeker
dankbaar zal zijn.
Ik hoop, dat deze herinnering dan een an
dere zal uitwissehen. Die inktvlek is altijd
nog een wroeging voor me, juffrouw.
-Een wroeging! Dat is de zaken toch wel
een beetje overdrijven.
Neen, juffrouw, het is, zooals ik zeg
een wroeging. Want ik heb een man beleedigd,
dien ik alle reden heb, oin te achten. Ik ben
niet gauw op het onderwerp durven terugkomen
maar als u zoo goed zou willen zijn, om méneer
Charnot mijn oprechte spijt over te brengen,
dan zoudt u een grooten last van me afgewen
teld hebben.
Ik zag haar oogen een oogenblik op mij
gericht met een oplettendheid, die lk daar tot
dusver nog niet In gezien had. Mijn verzoek
was haar blijkbaar aangenaam.
Dat wil ik graag doen, zèi ze, heel
graag.
Er was een oogenblik stilte. Dan hernam zij
Die Rafaëlla, waarvan u mij gesproken
hebt, verdiende zij, dat uw vriend zoo lang
over haar treurde
ik geloof het wel.
Het ia een echte roerende geschiedenis.
Houdt u veel van meneer Lampron?
Heel veel, Juffrouw. Hij is zoo'n oprecht
vriend, en daarbij een geloovig man en een
kunstenaar. U zou hem al heel gauw leeren
achten, als u hem kende, daar ben ik zeker van.
Ik ken hem, althans door zijn werken.
A propos, wa^r is mijn portret op het oogen.
blik?
Bij Lampron, in de kamer van zijn moeder.
Daar kan meneer Charnot het gaan zien.
Mijn vader weet er niets van, Zeide zij.
een blik werpend op haar vader, die nog nietig
dommelde.
Heeft hij 'het dan niét gezien?
Neen. Hij zou er 'ótmoodig kwaad óm ge
worden zijn. Meneer Lampron heeft de fichets
dus bewaard. Ik dacht, dat zé allang weg was.
verkocht.
- Verkocht? Waar denkt u aan!
Waarom niet? Een kunstenaar heeft lie-'
recht. om zijn werken te verknopen.
Maar niet dat!
Zeker wel even goed als leder ander.
O neen, dat zou hij niet kunnen doen
Neen, die schets zou hij niet verkocht hebben,
evenmin als hij het portret van Rafaëlla Dan-,
negianti verkocht heeft. Dat zijn twee dier
bare herinneringen.
Juffrouw Charnot antwoordde n'iet, en
keek naar het landschap, dat in de duisternis
voorbijvloog. Ik zag haar gelaat van terzijde.
Haar oogleden trilden.
Zij bleef zwijgen. Dat gaf mij moed.
Ja, twee dierbare herinneringen, juffrouw
en toch, soms, in uren van dwaasheid. van
daag vooral, hier, bij u, ls de gedachte bij mij
opgekomen, dat ik mdschlen minder ongeluk,
klg was dan mijn vriend.dat zijn droom
voor altijd uit was.maar dat de mijne kon
herleven.als u wilde.
Zij wende snel hst hoofd om, en ln het don
ker zag ik haar oogen op mij gerioht. Vergiste
DIX5DAG, 26 November.
Huizen (1875 M„ 160 K.H. UitsL KRO.-
uitzendlngen. 11.3012 godsdienstig halfuurtje;
12.151.15 KRO.-trio; 1.15—2 gramofoonmuziek;
23 vrouwenuurtje; 33.30 kniples; 3.304 uit
zending voor scholen; 45 gramofoonmuziek;
56 trio; 66.03 beursberichten; 6.050.15 gra
mofoonmuziek; 6.15—6.30 lezing: Iets over het
amateurisme: 6.307 gramofoonmuziek; 77.30
cursus Kerklatijn; 7.308 lezing over: Dooden-
liturgie; 8.01-—8.65 J. G. Pater: het vertrek van
het 7e postvliegtuig; 8.0510.30 concert. Orkest
en cellist. Na afloop: gramofoonmuziek; 11.30
sluiting.
Hilversum 298 M„ na 6 uur 1071 M., reep.
'C9R en 298 K. II.) 12.152 Avro-ensembie23
granrofconmuzlsk2i knipcursus; 45 micro
foon-debutanten. Zapg.ep piano; 5.30—6 Hong-
kapel Gebr. Bela en Elemer Ruha; 6.016.30
voortzetting concert; 6.30 koersen. Vaz Dias: 6.45
—7.45 Engelsche les; 8.01-8.05 praatje door J. G.
PaterDe postvluchten naar Indië: 8.039 Om
roeporkest: 9—9.45 lezing over Indië; 9.45 voort
zetting concert. 10.persberichten. Daarna gra
mofoonmuziek; 12,— sluiting.
Da ven try (1554.4 M., 193 K.H.) 11.03 lezing;
11.20 gramofoonmuziek; 12,20 orgelconcert door
R. W. K. Taylor R. E. Holton (bas); 1.20—2.20
orkest; 2.45 VisscherUberichten;. 2.50 uitzending
voor scholen; 3.55 Fransche les; 4.20 orkest;
4.35 lezing; 4.50 orgel en orkest; 5.35 kinder
uurtje; 6.20 voorlezing: 6.35 nieuwsberichten;
6.50 concert; 7.20 lezingen; 8.05 concert. C. Went-
worth (sopraan), F. Yake (tenor), orkest; 8.20
8.50 lezing. Daarna voortzetting concert; 9.20
nieuwsberichten; 9.35 lezing; 9.55 nieuwsberich
ten. 10.Vaudeville; 11.05—12.20 dansmuziek.
Parijs (Radio Paris 1725 M., 174 K.H.) 12.50
2.20 gramofoonmuziek; 4.05 orkest en solisten
6.55 gramofoonmuziek; 8.20 orkest en vocale
solisten.
Langen berg (473 M„ 635 K.H.) 6.20—7.20
9.3510.30 en 11.30 gramofoonmuziek; 12.251.50
orkest; 4.505.E0 orkest en cellist; 7.20 orkest en
solisten.
Zeesen (1635 M., 183.5 K.H.) 6.15—11.45
lezingen; 11.5012.15 gramofoonmuziek; 12.15
12.50 lezingen; 1.201.50 gramofoonmuziek; 1.60
3.50 lezingen. 3.504.50 concert uit Leipzig;
4.50—7.20 lezingen; 7.50 Opéra-uitzending uit
Stuttgart. Daarna orkest.
Kalundborg (1153 M„ 634 K.H.) 11.20—
1.20 orkest; 2.254.20 orkest en piano; 7.209.20
„Morkets Magt", Tolstoi; 9.3510.20 orkest; 10.20
—12.20 dansmuziek.
Brussel (508.5 M., 590 K.H.) 5.20 dansmu
ziek; 6.60 gramofoonmuziek; 8.50 orkest en
vocale solisten.
BUITENLANDSCHE GRANEN. (Weekbe
richt van de makelaars Broedelet Bosman).
Er heerschte in den loop der week weer een
beetje meer vertrouwen. De maismarkt ontwik
kelde zich met een voor loco en spoedige posi
ties behoorlijke vraag, terwijl andere artikelen
eveneens een iets beteren handel ondervonden.
In Duitschland werden of worden regeerings-
maatregelen getroffen wat het artikel rogge
betreft met re uitvoerpremie. Wat het resultaat
hiervan zal zijn is nog niet te overzien, voor-
loopig zijn de prijzen hier nog al belangrijk ver
hoogd. WD noteeren: Gele La Platamais di6p.
f 176; ld. spoedig verw. 174: id. Jan./April
lev. f 188; Donau/Galfox/Yougo/Bulgaar spoedig
verw. f 174; id. Nov./Dec. af!, f 173; id. Jan./
April lev. 176; No. 2 Witte PI. Zd.-Afrik. dlsp.
f 178; No. 3 id. id. id. 176; No. 5 Witte ronde
id. id. 173; No. 6 gele ronde id. id. 175; Ca
nadagerst no. 4 disp. 183; Amerlk. No. 2 alle
havens id. 160; id. Can. havens id. 168;
id. ld. stoomend f 166; Donaugerst naar kwal.
disp. f 176188; La Platagerst id. 178; Tunis/
Algiers Marokkogerst id. 165; 51/52 kg. La
Platahaver disp. f 8.40, 38 pd. Clipped No. 2 id.
f 8.25, 56/57 kg. Pomm./Mecklenb. id. 8.50, 59
kg. Noord-Duitsche id. f 8.50, 74/75 kg. Stetti-
ner Rogge Nov. afd. f 8.70, 73/74 kg. Duitsch/
Poolsche Rogge id. f 8.60, 74/75 kg. Hongaarsche
spoedig verw. 9.30, id. gel./stoom. f 9.40, 72/73
kg. La Plata disp. 10.25, 75/76 kg. Donau
id 9.60.
DLLFT, 23 November. Kaasmarkt. Aanvoer
5 stapels komljne kaas, wegende 1128 kg. Prijs
1.051.23 per kg.
UTRECHT, 23 November. Aangevoerd 825
runederen. Stieren 3545 et. per half kg., han
del redelijk; kalf vaarzen f 140-2 10, pinkvaar-
zen f 70—140, melkkoeien 200- 310, kalfkoelen
f 220—230, vaarskoeien f 140—220, handel ma
tig; slachtkoeien le srt. 4652 ct., 2e srt. 41
45 ot„ 3e Brt. 3540 ct per half kg., handel
vlug; nuchtere kalveren 1520, handel vlug;
graskalveren f 4580, handel matig; schapen
f 3040, lammeren 2030, handel matig;
EQhrammen f 25—39, varkens f 4058, handel
vlug; biggen f 14—25, handel vlug.
Boter 1.25 per half kg.
Van alle markten thuis.
Met die zoons van K. is 't ook niets gedaan.
De een speelt, de ander steelt."
„En de derde?"
„Die doet alle twee tegelijk, die ls componist'
ik mij in het duister, in dat sprakeloos ant
woord? Was ik de speelbal van een nieuwe il
lusie? Het scheen mij toe, dat Jeanne treurig
was, omdat zij misschien dacht aan de belof
ten van een ander, die deze zoo spoedig verge
ten had, maar dat zij- daarom niet boos op ml]
was. Het duurde overigens maar een kort
oogenblik. Dan verhief zij haar stem.
Vindt u niet, dat de Wind erg sterk is
vanavond?
Een diepe zucht achter in het rijtuig, en
meneer Charnot ontwaakte. Hij wilde ons doen
gelooven, dat hij alleen maar in gedachten ver.
zonken was geweest.
Ja, kind, het is een heerlijke avond. Die
Ilaliaansche nachten zijn niet voor niets ver
maard.
Tien minuten later hield het rijtuig stil.
Meneer Charnot schudde mij de hand voor de
deur van zijn hotel.
Tot ziens, jongeman, en wel bedankt voor
het ritje. Het was fijn, echtf ijn. Wij gaan mor.
gen naar Florence. Hebt u soms boodschappen
voor Florence?
Neen, mijnheer, geen enkele.
Jufrouw Charnot maakte een lichte buiging.
Ik zag haar de eerste treden van de trap op
gaan, terwijl zij met de een© hand haar oogen
beschermden tegen het felle lamplicht) en met
de andere haar losgeknoopte sjaal tegenhield.
Hij heeft me gevraagd, of Ik geen boodschap
pen had voor Florence. Ja, ik had er een, maar
dl© zou hij denkelijk niet overbrengen, n.l.
om aan zijn allerliefste dochter te zeggen, dat
al mijn gedachten bij haar Zijn, en dat lk den
heelen nacht-dóór dien rit nog eens heb over
gemaakt. Ik weet nu een massa aardige
dingen te zeggen, die ik niet kon vinden, toen
ik ze noodig had. Als ik haar n u eens kou
terugzien! Hoe jammer, dat men enkele din.
gen niet over, kan doen!
(Wordt vervolgd).