FEUILLETON
EEN PARIJSCHE
IDYLLE.
mf
isk
ïisa
I m M
HÈ
¥\r
Acht honderd priesters
bij den Paus
HET ST. BERNULPHUSGILDE
18339
18411 Sffiï!
ms
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1929
TWEEDE BLAD.
PAGINA*
DE PAUS SPREEKT OVER HET
GODSDIENST-ONDERWIJS
EEN EEUWFEEST
a
J
DE JESUIETEN-MISSIE IN
MANGALORE
Nieuwe vinding
DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIE
13» 3
i
-gt
<1
•i®!? a
P
452' STAATSLOTERIJ.
16707 ff??'
17126 qflk
11119
nssö m'si
17990 19*5
17992
PM
18058 SlA
18495 Is?»
EEN UITGELEZEN SCHARE
Men schrijft ons uit Rome:
Zooals reeds gemeld werd, ontving de H.
Vader dezer dagen de priesters, die uit heel
Italië te Rome waren saamgekomen, om een
catechistisch congres te houden. Zij waren on
geveer 300 in getal en vertegenwoordigden
320 bisdommen. Vele bisschoppen en prelaten
namen deel aan het congres.
Zij werden den H. Vader voorgesteld door
Z.Em. Kard. Sbarretti, prefect der Congregatie
van het H. Concilie, die in een adres, tot den
H. Vader gericht, mededeelde, dat het congres
bet gevolg geweest was van de oprichting van
een speciaal bureau voor catechistisch onder
richt bij de Congregatie van het H. Concilie.
Nadat het bureau overal ter wereld het geven
van godsdienstonderricht had aangewakkerd,
waren uit heel Italië zeer vele verzoekschrif
ten bij de H. Congregatie ingekomen om nadere
inlichtingen en met goedvinden van Z. H. was
daarom besloten, een congres bijeen te roepen
in Rome, waar de middelen zouden besproken
worden om het godsdienstonderricht in paro
chie, in scholen enz. te bevorderen.
Eén der voornaamste besluiten, die genomen
werden, betrof de oprichting van godsdienst-
onderwijs-bureaux in alle bisdommen.
Na het voorlezen van dit adres, hield de
Paus een toespraak, waarin Z. H. God dankte
voor het groote goed, dat Hij hem en de brave
priesters had laten verrichten.
Indien het minste goed zelfs een glas water,
aan de minsten der mensclien uit liefde Gods
geschonken, door God beschouwd werd als aan
Hem geschonken, wat moest Z. H. dan niet
zeggen tot die dierbare priesters, die weldaden
van zoo hooge orde, als die van het geven van
godsdienstonderricht, verspreiden?
Hoe moest de Paus hen bedanken voor die
weldaden, welke Hij zag ontkiemen uit zooveel
activiteit ten voordeele der zielen?
Z. H. voelde zich genoopt, nog eens zijn
vreugde erover uit te drukken, dat hij hier
zooveel goeden wil en kennis broederlijk ver-
eenigd zag om te antwoorden aan den hemel-
echen roep; dat Hij hier een zoo uitgelezen
schare van priesters saamgekomen zag uit Zijn
en hun Italië om zich met ijver en studie te
wijden aan de zoo hooge zending, om altijd
grootere vruchten te oogsten.
Z. H. hoopte, dat volgens zijn devies „altijd
meer en altijd beter" steeds meer zou gewerkt
worden voor de zielen, voor de schoonheid van
het geloof, dat Godsgeschenk, voor hetwelk
nooit te veel kan gedaan worden.
De H. Vader prees dan de oprichting vaji
het godsdienstonderwijs-instituut door den kar
dinaal-prelaat van het Concilie, waaraan bis
schoppen en priesters zoo ijverig hadden mee
gewerkt en daarbij kwamen Z. H. de gelukkige
Jaren voor den geest, waarin ook Hij, in ge
hoorzaamheid aan kardinaal Ferrari, zich had
bezig gehouden met het godsdienstonderricht
in de gemeente-scholen van Milaan, destijds
reeds door 64.000 (nu zeker veel meer) jongens
bevolkt.
Z. H. herinnerde zich nu nog levendig en be
wogen, met hoeveel ijver en geestdrift de pries
ters aan den oproep van kardinaal Ferrari
voldeden om godsdienstonderwijs te geven op
de scholen.
De Paus hoorde den eerbiedwaardigen kar
dinaal-aartsbisschop, toen men hem mededeel
de, dat er nog te weinig godsdienstleeraren
waren, nog uitroepen: „dan ga ik zelf". En
meermalen was hij de scholen binnengegaan,
vervolgde Z. H. „om den kleinen catechismus
uit te leggen''.
Met een plechtigen zegen over hun werk,
besloot de H. Vader Zijne toespraak, die diepen
Indruk maakte op de aanwezigen.
.Van de Congregatie der Broeders van
O. L. Vr. van Lourdes
Maandagmorgen ia in het Geneeskundig Ge
sticht Voorburg te Vught het jubeljaar van
bovengenoemde congregatie met een plechtige
H. Mis begonnen.
De celebrant, de ZeerEerw. heer A. Hoots-
mans, Rector van. het gesticht, bracht in zijn
toespraak naar voren welke groote redenen
van dankbaarheid jegens God er zijn voor de
congregatie, haar leden en degenen die aan
haar zorgen zijn toevertrouwd.
Rector Hootsmans deelde mede, dat Z. H. de
Paus ln 'n schrijven aan den Algemeenen Over
ste der Broeders, de dubbele Congregatie der
Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes en der
Zusters van Barmhartigheid, geluk wenscht
met het jubeljaar, den heerlijken arbeid in de
verloopen eeuw verricht, prijst en op een ge
heel bijzondere wijze de Broeders en Zusters
en hun liefdewerken zegent.
mm*'
ÏN DE WILHELM IN AH ATEN TE SCHIEDAM heeft een ongewoon transport plaats gevonden; 'n motorboot
bestemd voor Rio de Janeiro, werd door een kraan aan boord van een stoomer gebracht
GOUDEN JUBILé
Pater Ledocbowsky brengt den
Paus rapport uit
Men schrijft ons uit Rome:
De generaal der Jesüiéten, pater Wladimir
Lfedochowsky, heeft den H. Vader een rapport
overhandigd over alle missiewerken der Jesuie-
ten in Mangalore, ter gelegenheid van het
E0-jarig jubllé dezer missies.
In naam van den Paus heeft de Kardinaal-
staatssecretaris pater Wladimir Ledochowsky,
een dankschrijven gezonden.
DE ABDIJ VAN EGMQND
PLANNEN TOT WEDEROPBOUW
Over de plannen tot wederopbouw van de
abdij van Eg-mond vernemen wij, dat het co
mité voor de inzameling van gelden nog niet
geheel geformeerd is. Het is de bedoeling, dat
ook niet-katholieken daarvan deel uit zullen
maken, wijl zooals reeds eerder werd uiteenge
zet de te stichten abdij als mausoleum voor de
graven van Holland een nationaal monument
zal worden. Zoodra het comité gevormd is, zal
met den bouw der abdij een aanvang worden
gemaakt.
Bij besluit van B. en W. van Egmond-Binnen
is goedgekeurd, dat de abdij zal worden opge
richt mits op een afstand van minimaal 100
ellen van de bestaande Nederduitsch Hervorm
de Kerk te Egmond-Binnen.
EERW- MOEDER BERTHILLA f
Maandagnamiddag werd in het sanatorium te
Heerlen een bericht uit China ontvangen waar
in het overlijden gemeld werd van de Eerw.
Moeder Berthilla (in de wereld mej. W. Camps)
vfoeger algemeen overste van de Congregatie
van de kleine zusters van St. Joseph.
Redding uit een gezonken duikboot
ZUSTER PIA t.
In het St. Annagesticht te Heel is Maandag
in den ouderdom van 82 jaar overleden de eerw.
Zuster Pia. Geboren te Havert in Dultschland
trad zij in 1875 in de Congregatie van de Kleine
Zusters vaü den H. Joseph te Heerlen. In 1879
kwam zij te Heel, waar zij vele jaren de leiding
der bewaarschool had.
DE UITVOERBAARHEID BIJ EEN
DEMONSTRATIE AANGETOOND
De heer J. van Leeuwen te Delft heeft een
toestel geconstrueerd, waarmede het z.i. moge
lijk is, dat uit een gezonken duikboot het
personeel zich zelve kan redden..
Het toestel bestaat uit een hollen stalen
cylinder, geplaatst in de as van de boot van
boven aan de buitenhuid bevestigd met scho
ten als van 'n kluisdeur. In dezen cylinder is 'n
reddingsbus geplaatst, plaats biedende aan vijf
personen. Deze bus is uit de boot te bereiken
door waterdichte deksels, welke na gébruik
luchtdicht weder afgesloten kunnen worden.
Als men eenmaal in het toestel zit, wordt een
kruk omgedraaid, waardoor de schoten los
komen en het water gelegenheid krijgt de lucht
uit den cylinder te verdringen. De reddings
bus stijgt alsnu met kracht naar hoven en komt
voor ongeveer een derde dëel boven water uit.
Gemakkelijk verwijderbare stoppen aan de
bovenzijde zijn aangebracht om luchtverver-
sching mogelijk te maken en noodseinen te
geven door middel van vlag of vuurpell. Het
toestel is verder voorzien van een schroef,
welke door handkracht kan worden bewogen
om zoo mogelijk een in de nabijheid zijnde
kust te hereiken, alsmede van een stuurinrich
ting. Voorts zijn er kijkglazen aangebracht en
kunnen verschillende noodige artikelen mede
gevoerd worden.
De heer Van Leeuwen heeft op zijn vinding
octrooi aangevraagd.
Bij een demonstratie heeft de uitvinder de
uitvoerbaarheid van zijn denkbeeld aangetoond.
De derde retourvlucht
Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat
het derde retourvliegtuig gisteren om 6.15 uur
uit Karachi is vertrokken, om 10.13 te Jask
is aangekomen, 11.19 uit Jask is vertrokken
en te 15.12 te Bushir is gearriveerd. Alles
wel, vandaag verder.
In verband met enkele gevallen van bescha
diging van luchtpostbrieven ten gevolge van
het binnendringen van water en olie zal voort
aan voor de verpakking van de luchtmail voor
Indië gebruik gemaakt worden van oliedoek.
KLACHT VAN DE NED. JUSTITIE TEGEN
EEN BELGISCH GENEESHEER.
Misdadige behandeling van een meisje
Bij de Antwerpsche justitie is Maandag een
klacht ingekomen van de Nederlandsche justi
tie tegen een geneesheer uit Borgerhout (Bel
gië) die zich zou hebben schuldig gemaakt aan
misdadige behandeling van een meisje uit Til
burg, dat aan de gevolgen is overleden.
De betrokken geneesheer Is door de justitie
gearresteerd, doch gisteren weer in vrijheid ge
steld.
Z. H. BOND VAN R. K. HARMONIE-
EN FANFARECORPSEN
De Zuid-Hollandsche Bond van R. K. Har
monie- en Fanfarecorpsen heeft de jaarverga
dering gehouden onder leiding van den voor
zitter, den heer A. C. A. Decrenberg.
Deken A. Perquin had bericht, dat hij met
het oog op zijn leeftijd als bestuurslid bedankte.
De voorzitter stelde voor, om den heer Perquin
sohriftelijk hartelijken dank te betuigen voor
zijn goed voorbeeld en zijn groote bekwaamheid
van den Bond, hetgeen met applaus werd onder
streept.
De secretaris, de. heer J. Vork, herdacht ln
zijn jaarverslag den overleden Pastoor van Kes-
sel, die als geestelijke te Delft door zijn aan
moedigend woord de oprichting van den Bónd
in October 1927 zoozeer had gesteund. De
Weleérw. heer Meynders uit Purmefend heeft
het voorzitterschap aanvaard van een commis
sie, die actie zal voeren om tot een Landelij-
ken Bond te geraken.
In de vacatures Perquin en Hoogduin werden
als bestuursleden gekozen de heeren A. de Jong
van „St. Padua" te Rotterdam en C. A. Volge-
ring te Ter Aar.
Besloten werd het secretaris- en het penning
meesterschap in één persoon te vereenigen,
waarvoor de huidige secretaris, de heer J. Vork,
zich disponibel stelde.
Besloten werd het concours te Ter Aar te
houden op Zaterdag vóór Pinksteren en óp
2den Pinksterdag, met Arti et Religium" als
gastvrouw. Het Festival zal op 2den Paasch-
dag te Sóhoonhoven worden gehouden.
EEN ZESTIGJARIGE
„Bestond het Sint Bernulphusgilde nog niet,
het verdiende vandaag opgericht te worden,
omdat het voldoet aan een levenseisch
van Katholiek Nederland"
Wanneer een genootschap jarenlang heeft ge
kwijnd om tenslotte volslagen onder te gaan,
wanneeT nu 'n jonge vereeniging ontstaat, die de
taak met nieuwe kracht overneemt, wanneer
verder de herinnering aan de eerste stichting
zelfs drukkend nawerkt en wanneer er ondanks
dat alles toch een wedergeboorte komt, waar
door deze schijnbaar verouderde, afgeleefde, ja
begraven kTing zegevierend mag verrijzen, dan
is er wel het proefondervindelik bewijs gele
verd, dat er een blijvend levensbeginsel in zijn
roeping ligt opgesloten. Immers een ijdel pralen
met de' overlevering van dekenale keten en al
wat daar voor plechtigs en gewichtigs aanzit,
het zou onvertriddeiik^ door zijn eigen leegheid
bespot worden zonder een wezenlik gehalte, dat
zulke vormen bezielt. Het aantrekken van
Sohaepman's profetenmantel straft bij onge-
roepenen zich zelf. En nu het Gilde, getuige de
prachtige feestuitgave van het Gildeboek, weer
bloeit en misschien meer bloeit dan tevoren,
moet er een geest ln werken, waarachtig ver
want aan de vruchtbare geest van bet geslacht,
dat zestig jaar geleden een vaderlands bisschop
tot patroon ultriep van onze kerkelike kunst.
Bestond het Sint Bernulphus-Gilde nog niet,
het verdiende vandaag opgericht te worden,
omdat het voldoet aan een levenseis van Katho
liek Nederland. Juist de versterking van het
sociaal en het liturgies besef doordringt ons op
nieuw van de onmisbare betekenis, die de ge
wijde schoonheid tot verheffing van de open
bare eeredienst heeft. Wat er feitelik. soms te
kort schiet, bevestigt alleen de waarde van het
gezegend program. En zoveel kracht we dikwels
aan kritiek besteden, zoveel kracht wordt er
mèteen omgezet in juibel over liet ideaal, dat
het Gilde boven honderd vergissingen van kun
stenaars en duizend vergissingen van kerk
meesters niet ophoudt uit te dragen. De staat
van volwassenheid, waarin de vrije Kerk in
Nederland geleidelik begint te groeien, brengt
een bewuste verantwoording voor het scheppen
van een algemeen stijlgevoel mee. Niet alleen
om de hemelrichting van het Offer, maar tege
lijk om zijn opvoedende kracht tot beschaving
van de gelovigen blijft eerbied voor de vorm
een geestelike eis, een priesterlike plicht. De
verbinding van Kerk en kunst is alleen vrucht
baar genoeg om de gemeenschap met de schoon
heid te verzoenen.
Het gilde bestrijkt .allereerst dè zielzorgers,
voor wie het altaar hoe langer hoe meer het
brandpunt Van godsdienstige en raaatschappe-
like werking wordt, voor wie déze heiligste sfeer
dus de zuiverste, edelste, diepste schoonheid
als omgeving moet vorderen. Binnen het Gilde
leren zij elkaar, hoe elke soort luister geen
opluistering is van het heiligdom, hoe nieuwe
vormen gewijd, oude denkbeelden verleven
digd kunnen worden ter ere Gods, boe het won
der van de Transsubstantiatie telkens weer de
scheppingskrachten opwekt tot het voortbren
gen van inaagdelike kunstwerken. Én hun be
grippen krijgen geregeld proeven van de kun
stenaars te verwerken. Is ergens de samen
werking tussen priesters en leken nodig om
de gemeenschap in Vertrouwen op te bouwen,
dan zeker waar het de gezamelike stichting van
het Godshuis geldt. Er ligt trouwens in de
broederschap van het Gilde, waardoor wedijve
rende kunstenaars elkaar als mens en als Chris
ten meteen treffen, voor de verhoudingen onder
ons iets buitengewoon weldadigs, omdat wij
onze zaak alieen door vrede of nog liever vriend
schap tussen de verschillende, gelukkig heel
verschillende, personen dienen.
Het evenwicht in het tegenwoordig Gilde
lijkt ongetwijfeld hechter dan in het oorspron-
kellke, al mocht dat ook steunen op eenvormig
held van opvatting evenals op geslotenheid Van
de krliig. In die kracht lag immers het zwak,
want de gemeenschap van belanghebbenden
dreigde in een handelsvennootschap te ontaar
den, waarbij de vrije inspiratie en echte devo
tie, gevaar liepen. De stichter was een vader,
die zijn kind na twintig, dertig jaren nog niet
op eigen benen liot staan. Hij leek een van die
forse ondernemers, die hun eigen werk beder
ven door het onwillekeurig te vereenzelvigen
met hun persoon, waarmee het enkel in het
stadium van initiatief onafscheidelijk verbonden
was. Van Heukelum gunde sehaepman niet
eens de vrije hand in de redactie van het Gilde
boek, zodat het orgaan noodlottig ging sukkelen
en eindelik het hele organisme met zijn ver
lamming besmette.
Eerst na 1880 kondén kunstenaars gewoon lid
worden, ofschoon niet zonder een biezondere
stemming, waaraan dé minst artistieke kape
laan nooit onderworpen was. Het eigenlik schép
pend element werd, zo niet uitgesloten, dan
tooh onderdrukt bij een dictatuur, die op alles
oensuur oefende. Als het vredeswerk bij uitstek
is de kunst bij zulke ooriogsmanieTen weinig
f 'Sp-'
•V
Mgr. G. W. van Heukelum, met den
decanalen keten van het St. Bernid'
phusgilde om. Naar een crayonteek
ning van den Utrechtschen schild
Willem van den Heuvel.
geholpen. De verdienste van het Gilde i"
vorige eeuw bleef daarom grotendeels beS®L
W
tot opruiming van wansmaak en tot v°°
reiding van een beweging, die in het eer,
bedrijf van onze emancipatie nog nau*0^
aan de OTde scheen. Het voornaamste werk 1
het oude Gilde is het Aartshisschoppelik
seum geweest, een monument van offerva»1"1 .t
schoonheidsverering, maar toch altijd in- die
van de oudheid.
(Slot volgt).
GERARD BROM-
Eerste Klasse g- Derde Lijst-
Trekking van 27 November.
5000 No. 16455.
2000 No. 20876.
1500 No. 664, 6846.
f 1000 No. 16614, 20977.
400 No. 6035, 17641.
f 2Ü0 No. 12149.
100 No. 2012, 4600, 4973, 8433,
15084.
I#1®
PRIJZEN VAN 20.
1 3636 6093
2 3697 6136
86 3731 6143
172 3818 6147
178 3820 6148
215 3868 6149
227 3934 6189
324 4047 619:{
343 4CC9 6197
366 4072 6219
464 4090 6251
466 4127 6263
484 4312 6277
500 4313 61*91
531 4316 6392
64= 4340 6400
733 4379 6411
745 4331 6460
760 4429 6462
895 4599 6478
945 4617 6539
1086 4639 6651
1011 4687) 6658
1130 4688 6688
1213 4698 6690
1287 4778 6713
1385 478"' 6/29
1411 4788 6814
1541 4792 6896
1800 4904 6977
1804 4923 7109
1869 5043 71-56
1890 5136 7164
1938 5178 7-222
1945 5260 7-259
1983 5261 7288
2194 5271 7360
2224 5320 7405
2229 5327 7422
2351 6.335 7481
2314 5356 7-504
2376 5394 7558
2522 5111 7585
2628 543,5 7611
2686 5461 7622
2/26 5471 7632
2765 5521 7634
2836 5539 7706
3016 5561 7726
3097 5577 7772
3332 5657 7804
3349 5678 7817
■3377 5731 7825
3392 5764 7843
3396 5780 7885
3501 5891 7942
35-57 5901 7962
3-567 5921 797'/
8569 5969 8027
3648 5996 8121
3651 6030 8122
8136
8140
8150
8174
8193
8215
8309
8376
8419
8463
8495
8669
8740
8748
8769
8762
8797
8809
8874
8905
8954
8959
8968
8973
0069
9086
9093
9150
9243
9604
9620
9639
9659
9705
9726
9747
9898
9941
9958
10028
10030
10(43.3
10056
10065
10090
10101
10156
10211
1Ö320
10401
104-21
10495
10527
10544
10560
10593
10677
10791
10898
10946
11010
11041 14053
11056 14129
11102 14194
11133 14295
111.56 14335
11224 14339
11226 14419
11356 14433
1141-2 14479
11421 14527
11448 14609
11472 14615
11565 14660
11580 14662
11650 14686
11690 14693
11711 14730
11741 14752
11754 14796
llljo 14797
1183?14841
11876 14905
11901 14917
12073 14959
12182 14998
12329 1-5012
12368 15016
12501 15048
12614 15060
12571 15128
12677 15143
12706 15256
12709 15306
127-22 15382
12836 15388
12863 15423
12953 15425
13003 15482
13226 15512
1.3289 15595
13346 15597
13391 15658
13532 1.5674
13537 15714
13553 15881
13568 16009
13615 16091
13670 16097
13673 16174
13681 16189
13718 16256
15740 16299
13751 16314
13777 16379
13815 16382
13836 16383
13845 16397
"13854 16467
13909 16491
13925 16514
13933
-6530 n,
16581
16666 lp
16722 IfiU
16731 lAS
16785 JgS
1680*2
17069
17081 JSp
17160
17426
17428
17523 19$)
17590 1HI
17599
17610
17615 Wtf
17653 19'$
17662
17700 }m
1787S
18061
18286 W,
18374
18380
18103 m
18426
OO v7
185.53 2°Ui
18565
18585
1BOÖO
18601
18613 2°^
Vrij naar het Fransch
van
R. B. SEIGNY
1»)
Hij waa opgestaan, en drukte me nu harte
lijk dé hand.
Hier is uw lijn, roeneer Mouillard, zei
Jupiile naderbij koroand. Als u mee wilt
gaajn, zal ik u op eien goed plekje brengen.
Neen, neen, Juptlle, ik houd hem bij mij,
antwoordde meneer Flamaran. Ik heb drie
uur lang geen woord gezegd, en moet me nu
wat verzetten. We zullen vieseben, en tegelijk
eens samen praten.
Zooala u wilt, meneer Flamaran, maar dat
noem Ik geen visseben.
Hij gaf me de lijn, en verwijderde zieh ver
drietig. WIJ gtogen Zitten, meneer Flamaran
en lk, op twee passen afstand van elkaar. Vóór
ons strekte de breeds watervlakte zich uit,
geen visch scheen te willen bij tien.
Dus h bent altijd maar eerste klerk bij
mr. Boule, zei meneer Flamaran.
Voorlooplg wel, meneer.
Bevalt u dat?
Nu, matig.
Waajr wacht u op?
Dat de tijd voorbijgaat.
1 En u weeT in Italië brengt, hé?
1 U weet dus, dat ik daar vandaan, kom?
Ik weet alles. Cmarnot heeft me van uw
ontmoeting verteld, en van uw sentimenteelen
wandelrit. A propos, weet u, dat hij erg ver
kouden is teruggekomen?
Ik zette en medelijdend gezicht.
Die arme meneer Char not! Wanneer Is
hij teruggekomen?
Eergisteren. Natuurlijk kreeg ik het eerst
bericht daarvan, en gisterenavond hebben we
bij elkaar gezeten. Het lijkt u misschien over
dreven, meneer Mouillard, maar Ik vind, dat
Jeanne er nu liever uitziet dan vóór ze maar
Italië ging.
Vindt u, meneer?
Ja, stellig. De Zuidelijke zon.... let toch
op, meneer Mouillard, uw lijn ligt half uit het
waterde Zuidelijke zon heeft haar de rose
wangen en haar vrooijkheid teruggegeven.. Het
arme kind is nu weer heeiemaal als vroeger.
Ik ben erg ongerust over thaar geweest. U kent
die treurige geschied em is?
-Ja, meneer Flamaran.
Het was niets met dat huwelijk, mijn
waarde Mouillard, beslist niets. Ik ben er nooit
vóór geweest. Charnot had zich Jaten Inpalmen
door zijn ouden vrlemd. En of ik nu al zei:
Het ls om Jeanne's bruidschat te doen,
Charnot, lk voel het. Het meisje zal onge
lukkig wordem, lk weet heit zeker, hij luisterde
niét naar me.... Enfin, dat Is hu allemaal
voorbij. Maar het is niet zonder horten em
stoeten gegaan, dat begrijpt u wel. En ik (heb
er zelf onder geleden, toen lk zag, wat een ver
driet het kind had.
O, meneer Flamaa-am!
Dat is niet te verwonderen, mijnheer
Mouillard. Ik heb Jeanne zien opgroedeD, en
altijd van haar gehouden, alsof zij mijn eigen
dochter was, temeer daar ik zelf geen kinderen
heb gehad
Een kreet van Juptlle deed oma opkijken.
Hoort u dan niet, hoe dat ratelt?
En met opgeheven armen en verschrikt ge
zicht kwam de goede man aanloopen, terwijl
de vouwen van zijn wijde broek tegen zijn ma-
gre beenen klapperden.
In een oogenblik waren we overèind. Ik dacht
eerst aan een ratelslang, die op weg naar ons
toe was. Maar het betrof een uitvinding. Hij
had den dobber van zijn lijn voorzien van een
belletje, en de visch, die nu gebeten had, luidde
zijn eigen ondergang in.
En dat ratelt uit alle macht, riep Jupiile,
en u verroert u maar nietl Dat had ik van u
niet gedacht, meneer Flamaran.
Hij ging ons voorbij, en wij achter hem aan.
Het was, zooals hij zei. Hij haalde de lijn op,
en trok een pradhtigem snoek mee. Hij woog
zeker vier pond.
Meneer Flamaran en ik gingen weer bij el
kaar zitten, maar het gesprek wilde niet meer
vlotten. Ik trachtte weer over Jeanne te be
ginnen, maar meneer Flamaran wilde maar
beslist over mij spreken, over Bourges, enz., en
eindelijk over de verschillende wijzen van
bij-tien. Dat was overigens zilivere theorie, want
twee uur vóór zonsondergang stond meneer
Flamaran op, zonder wat gevangen te hebben.
Enfin, het plekje is heerlijk, zeide hij,
en vanmorgen betem ze goed. We zullen er
nog eens naar toe gaan, Jupiile.
Hij ging naast mij loopent Vermoeid als hij
was van het lange zitten, van de hitte, en van
die schittering op het water was hij weldra
ta gepeins verzonken. Jupiile ging voor ons
hit Van tijd tot tijd keerde hij zich om, bij
kruispunten, keek naar ons, lachte even, en
liep door. Er moet zeker wat grappigs ge
beuren, dacht ik, en die guit verheugt zich daar
bij voorbaat al op.
Opeens bleef meneer Flamaran staan, wendde
zijn hoofd naar alle richtingen, en haalde diep
adem.
Zeg, Jupiile, waar breng je ons heen,
vriend? Ik mag blind zijn, als dat niet de
Kastanjeheuvel is, en daar gind® Plessis-Piquet.
We zijn meer dan twee kilometer links van
het station. En de trein gaat om 7 uur.
Het was niet te ontkennen. We waren terecht
gekomen in „Robinson", met zijn hutjes en
tenten en doolhoven en watervallen en rotsen
en grotten en ruiïnes en schiettenten enz. enz.
De oude klerk fluisterde meneer Flamaran iets
in hét oor.
Wat? Waar denk je aan Jupiile? Ik, een
professor! Dertig jaar terug zou het wat an
ders geweest zijn, maar nuEn bovendien
Sidoniie wacht op me....
Hij bleef een oogenblik besluiteloos, terwijl
hij op zijn horloge keek, en brak dan iü een
schaterlach uit.
Allemachtig, het is dwaasheid, maar we
zullen het doen. We zullen nog één keer jong
zijn. Beste Mouillard, Jupiile wil, dat we in
„Robinson" dineeren. Als men het mij gevraagd
had, zou ik een andere plaats gekozen hebben.
Maar wat wilt u? Hanger, vriendschap, en
zekerheid, dat ik den trein mis, brengen mijn
gewetensbezwaren tot zwijgen. Wat denkt u
ervan?
Ik vind het goed, professor.
Dan vooruit! zei hij.
En voorafgegaan door JupUle, gingen we bin
nen. Meneer Flamaran was Ietwat onrustig,
en wierp telkens onderzoekende blikken op de
open plekken tussehem de boschjes, vanwaar lk
hier en daar een onderdrukt gelach meende te
hooren.
Deze hieeren hebben kastanje no. 3 gereser
veerd. zei de chef van de inrichting tot dien
bediende, toen we aankwamen. De heeren
gelieven maar naar boven te gaan.
Wij gingen naar boven, langs dé spiraal
vormige trap om den stam heen. Het was een
mooie boom, die no. 3. Over dé onderste takken
was een vloer aangebracht, met een balustrade,
en daarboven een puntig strooien dak. In de
andere boomen waren net zulke hutjes. Uit de
verte zou men' ze houden voor reusachtige
niesten. Het zijn erg gewilde gelegenheden om
te eten, dertig voet hoog in de lucht. De gasten
komen er op hun beenen, en het eten wordt
omhoog gebracht door eén katrol.
We namen plaats, en lieten het ons smaken.
Meneer Framaran was vroolijk. Bij ieder nieuw
glas vond hij een nieuwe geschiedenis, die hij
op zijn eigen, langzame manier vertelde. Bij
het desert spraken we over zijn vrouw. Hij ver
telde ons, hoe een van zijn vrienden hem op
zekeren dag een bschrijving had gegeven van
een mlsje uit Montbrison jong, bevallig,
goede huishoudster, en van goede familie. Hij
was op weg gegaan, om haar te zien, had haar
herkend zonder haar te kennen, was terstond
verliefd op haar geworden, en had weldra ook
liefde gewonnen. Zij waren getrouwd in Saint-
Galmier.
Ja, beste Mouillard, voegde hij eraan toe,
bij wijze van slot, met Mei a.s. ben ik al dertig
jaar gelukkig. En wanneer zult u mijn voor
beeld volgen?
Bij die inleiding vond Jupiile, dat hij teveel
was, en verdween langs do wenteltrap.
Indertijd, ging meneer Flamaran voort,
hebben we gesproken van een erfdochter in
Bourges. Daar ziet u van af, zoover ik merk?
Beslist, meneer Flamaran.
Daar hebt u ook ihet recht toe, jongeman.
Maar waarom dan geen meisje uit Parijs?
Zooals u zegt, waarom niet uit Parijs?
hebt misschien vooroordeelen tegen de
Parijsche meisjes?
Ik? neen, mijnheer.
Ik heb zelf vooroordeelen tegen ze gehad.
Maar daar ben ik van teruggekomen. Ze
een zekere gratie, die ik langen tijd heb
gezien voor een schijn van deugd. Maar
laster. Er zijn werkelijk Parijsche meisje*'
braaf zijn. Ik ken er zelfs engelen ond<*-
Hier keek meneer Flamaran mij recht
oogen, en toen ik niets antwoordde, gib®
voort:
Ik ken er minstens één, en dat i®
Charnot. Hoort u me wel?
Ja, mieneer Flamaran.
Is dat niet een volmaakt meisje?
Zeker, mijnheer.
Heeft zij niet alle eigenschappen vab
en verstand?
Dat geloof ik zeker.
Is ze niet geestig?
Ik vind Van wel.
Ais dat dan vindt, Jongeman J*
ih het dan nu maar heelemaal zeggen
u dat dan vindt, dan begrijp ik u niet 10
Denkt u, dat ze geen geld heeft?
Dat weet ik niet. x
Wat zou u zich vergissen. Ze is
Vindt u mieschien, dat u zelf te jong
O neen, mijnheer.
Of denkt tl misschien, dat ze nog b»e
ongelukkige liefde bezig is?
lk hoop van niet.
En ik ben er zeker van, van nl* j,»
vrij, zeg ik u, vrij, zoo vrij ais.... u.
waarom (houdt u dan niet van haar?
Maar, meneer Flamaran, ik boud
haar!
O, beste vriend, wat doet u daar goed
Meneer Flamaran stond niet op, maar
zich van rechts naar links, en ik van links
rechts. Onze hoofden kwamen dicht bij
(Wordt vervolg"1'