HET BESTE LICHT
BIJ T LAAGST VERBRUIK
WAT ZAL IK
HEM GEVErt
J.H. KREUGEf?
FEUILLETON
EEN PARIJSCHE
IDYLLE.
wollen uesien
Cacnenez Handschoen^
Shawls SloDKousen Dassen
Puiiouers overhemden soHKee
H2T ST. BERNULPHÜSGILDE
W. A. HOUTMAN Go's
PIANO- EN ORGELHANDEL
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1929
TWEEDE BLAD/
PAGlNjj;
GROTRIAN -STEINWEG
J SCHIEDMAIJER
MANNBORG e.a.
Broote keuze Franco Levering Absolute Garantie
RADIO - MUZIEK - GRAM0F00NS
muziekstandaards Piano- an orgelstoeltjes
Alzoo velerlei aantrekkelijke feestgeschenken
MET ST.NICOLAAS?
WlJ
WAAR U OVER DENKT
DAT BRENGEN
BROERSVELD 101
VIERING VAN T ZESTIGJARIG BESTAAN
ONTVANGST DOOR HET UTRECHTSCH
GEMEENTEBESTUUR
Kardinaal van Rossum doet van zijn
belangstelling blijken
In het kerkelijk leven van de stad Utrecht,
dat nog zoo kort geleden den zwaren rouw
droeg van het verscheiden van den beminden
Aartsbisschop, klonken gisteren de feestklan
ken op. Heel Nederland gedenkt het Sint Ber
nulphusgilde nu het Jubileert, maar de eigen
lijke viering van het zestig-jarig bestaan had
in Utrecht plaats, de stad waar zijn patroon
den mijter droeg, waar het gilde werd gesticht
en later een nieuw hoofdstuk in zijn geschie
denis begon, waar het Aartsbisschoppelijk Mu
seum gevestigd is en het Gilde zich, al was het
alleen maar uit zin voor traditie, volkomen
thuis kan blijven voelen.
Om half elf begonnen gistermorgen de plechtige
H. Mis tot intentie van het Gilde in de Ka
thedrale Kerk van St. Catherina, opgedragen
door Mgr. H. J. M. Taskin, president van het
Groot-Seminarie te Warmond en eere-lid van
het Gilde. Daarbij assisteerden het bestuurs
lid en oud-deken van het Gilde, pastoor L. J.
Boogmans en de secretaris, kapelaan Adolf
[Welters.
Leerlingen van de R. K. Kerkmuziekschool,
onder leiding van hun directeur, pater Dr.
Caecilianus Hulgens O.F.M., hadden zich in de
liturgische kleedij in het priesterkoor opge
steld en gaven daar een wonderschoone uit
voering van de Gregoriaansche gezangen. Al
dus werd de Hoogmis tot een bijzonder stijl
volle liturgische plechtigheid, geheel passend
bij het streven van het Gilde tot verheffing
van den kerkelijken eerdienst In kunstzinnige
zuiverheid en schoonheid.
Voor en na de H. Mis heeft de gildebroeder.
de bekende Utrechtsche musicus Johan Win-
nubst, op een voortreffelijke wijze het orgel
bespeeld.
De feestelijk versierde kathedrale kerk was
gevuld met genoodigden en belangstellenden.
Na het Evangelie betrad Pater Cassianus
Hentzen O.P.M. den kansel tot het houden van
zijn toespraak.
Na afloop van de H. Mis begaven leden en
genoodigden zich naar de St. MIchael-kapel in
den Domtoren te Utrecht, waar de plechtige
ontvangst door het gemeentebestuur plaats
had.
Daarbij heeft de burgemeester van Utrecht,
dr. P. J. Fockema Andreae, een rede gehouden
Met een geestige rede heeft dr. E. Hasling-
restauratiewerken, dr. ir. G. W. van Heukelum,
de St. MIchaëls- en Egmondskapellen nader be
zichtigd. Voorts werd een bezoek gebracht aan
den Dom zelf, waar het herstelde interieur in
©ogenschouw werd genomen.
In Hotel des Pays Bas werd het noenmaal
gebruikt, dat door de wijze van serveeren het
karakter had van een ongedwongen en gezellig
samenzijn.
Waar het St. Bernulphusgilde al gelukkig
mee geweest Is bij deze feestviering, zeker niet
met het weer. Den heelen dag viel de regen bij
stroomen neder. Maar er waren extra-trams
besteld om het gezelschap naar het Aartsbis
schoppelijk Museum te brengen voor de feest-
yergadering.
De bijeenkomst heeft in de versierde voor
malige St. Agnietenkapel plaats gehad. Daar
had thans de deken van het gilde, pastoor
RIentjes, de leiding. De huidige aanvoerder van
het gilde was met de gilde-keten getooid;
achter hem was het portret opgesteld van mgr.
van Heukelum, den stichter van het gilde, die
aldus vanuit zijn houten lijst glimlachend op
deze vergadering neerzag.
Pastoor Rientjes heette de hooge gasten
welkom en richtte een hartelijk woord ook tot
llllllll
SINGEL 114-116 - TELEFOON 68871
SCHIEDAM
Bekende merken in ALLE prijsklasse w o.
Recl.5697S 30
21
de vertegenwoordigers van verschillende orga-
huis, vioe-deken van het Gilde de treffende
woorden van den burgemeester beantwoord.
Hierna werd vanwege het gemeentebestuur
den eerewijn aangeboden.
De ontvangst van het St. Bernulphusgilde
gisterenmiddag te Utrecht in de St. Michaëls-
kapel van den Domtoren, waar het gemeente
bestuur recipieerde, was een plechtigheid waar
de gildebroeders met voldoening aan kunnen
terugdenken. De hartelijke rede van den bur
gemeester, het charmante en pittige antwoord
van dr. Haslinghuis, maakten 'n zeer aangena
me n indruk, terwijl de omgeving voor deze her
denking van 60 jaren gildewerktal van ge
dachten opdrong. De belangstelling was groot.
In het flakkerend schemerlicht van de kaars
vlammen was daar menige sprekende priester
gestalte, menige karakteristieke artiesten-kop
op te merken.
Voor en na de redevoeringen zong een klein
koor onder leiding van Johan Winnubst mtd-
deleeuwsche motetten.
Toen de eerewijn was rondgegaan werden
onder voorlichting van den leider der Dom-
nisaties in binnen- en buitenland. De deken
huldigde verder den nieuw-opgetreden secreta
ris, kapelaan Adolf Welters uit Maastricht, een
groot IJveraar voor het gilde die als feestge
schenk een lange lijst van nieuwe leden mee
bracht.
Ingekomen was een schrijven van kardinaal
van RoBsum, dat luidde als volgt:
Schrijven Kardinaal van Rossum.
Rome, Paleis der Propaganda,
13 November 1929.
Aan het Bestuur van het
Sint Bernulphus-gilde.
Met ware blijdschap hebben Wij vernomen,
dat Uw Gilde binnen eenige dagen het 60-jarig
herdenkingsfeest zal vieren zijner oprichting.
Als Beschermheer van het Gilde niet alleen,
maar ook omdat Wij den arbeid door het Gilde
in die lange reeks van jaren verricht hooglijk
op prijs stellen, omdat Wij verder voor de toe
komst zoo veel van Uw Gilde verwachten, wil
len wij deze gelegenheid benutten om met Onze
innige gelukwenschen ook de betuiging Onzer
hooge tevredenheid aan Uw Bestuur te doen
toekomen. Meer dan ooit, en dit is Onze innige
overtuiging, is de wijze leiding, de zorgvuldige
waakzaamheid, de pieuze en innig-godsdienstige
liefde van Uw Gilde voor ware, verheffende,
tot God voerende kerkelijke kunst noodig. Zij
kan een apostolaat uitoefenen, dat de ware
kunst bevordert en aanmoedigt en daardoor
aan het katholieke Volk degelijk zielevoedsel
schenkt, en tevens de decadente kunst weert
en daardoor Neerland's Katholieken voor wan
smaak en deszelfs treurige gevolgen behoedt.
Dit apostolaat heeft, gelijk ieder ander, Gods
bijzonderen steun noodig: het moet door
krachtdadige genaden bovennatuurlijken in
vloed verwerven. Dien bijzonderen steun en die
krachtdadige genade willen Wij gansch bijzon
der voor U afsmeeken door de voorspraak van
Haar, die steeds als ideaal-model der Christe
lijke kunst door alle eeuwen heen heeft ge
golden, van Maria, welke ook aldus haar profe
tisch woord heeft zien in vervulling gaan: alle
geslachten zullen Mij zalig prijzen.
Als onderpand dezer hemelsche gunsten
schenken Wij volgaarne aan Uw bestuur, aan
alle leden van het Gilde alsmede aan alle
begunstigers Onzen H. Zegen.
Uw toegenegene in Chrtsto
W. M. KARD. VAN ROSSUM.
Het is ons niet mogelijk van den stroom van
gelukwenschen een volledig overzicht te geven.
Nadat van een en ander voorlezing was gedaan
werd het woord gegeven aan den feestredenaar.
Had in den morgen het bruin van St. Fran-
ciscus gesproken, thans trad het wit-zwart van
St. Dominicus op in den persoon van pater
B H. Molkenboer O.P.
Na zijn rede klonk een hartelijk aplaus.
Onderscheiding.
Nadat de deken den feestredenaar bedankt had,
kreeg burgemeesterFockema Andreae het
woord. Namens den Minister van Onderwijs,
Kunstèn en Wetenschappen kwam de burge
meester mededeelen, dat het H. M. de Kouingin
behaagd heeft den deken van het Gilde, pastoor
A E. Rientjes te benoemen tot officier in de
orde van Oranje-Nassau.
De vergadering bracht den deken staande
een ovatie, waarna pastoor Rientjes getroffen
namens het Gilde dankte.
Hierna sprak de vicaris-capitulaar van het
Aartsbisdom.
Tenslotte gaf pastoor G. C. A. Juten uit
Willemstad nog een „Terugblik naar vroeger
jaren van het gilde" in een gemoedelijke
causerie.
Deken Rientjes sloot de feestvergadering met
dank aan allen voor de opkomst, aan het be
stuur van het Aartsbisschoppelijk Museum
voor de verleende gastvrijheid, aan Dr. Schuy-
lenburg voor de inrichting van de St. Agnieten
kapel en aan de feestcommissie yo'or haar voor
treffelijke organisatie.
Vervolgens begaf men zich naar de gothische
zalen van 't Aartsbisschoppelijk Museum, waar
het gilde de thee aanbood. Had men even te
voren de Agnietenkapel kunnen zien in een
geheel nieuwe indirecte avondverlicliting, thans
waren de gothische zalen verlicht met was
kaarsen op middeleeuwsche bronzen licht
kronen.
Terwijl van de thee en de versnaperingen
na zoo lang ingespannen luisteren eenigszins
luidruchtig werd genoten, had in een der
vertrekken nog een kleine plechtigheid nlaats.
Daar geschiedde de aanbieding aan bet bestuur
van het feestgeschenk, den juist voltooiden
decanalen zetel, door den voorzitter der
jubileumcommissie, Dr. E. J. Haslinghuis.
Deze zetel is ontworpen en vervaardigd door
den Gildebroeder St. Uiterwaal naar zijn in
de prijsvraag bekroond ontwerp. De vrijwillige
bijdragen van een groot aantal Gildebroeders
maakten dit geschenk mogelijk.
Ir Thunnissen dankte Dr. Haslinghuis voor
zijn vele werk als voorzitter van de feest
commissie en bood hem de „Voorlezingen"
van pater van Ginneken als souvenir aan.
Tenslotte spraken nog de architect, de heer
P. G. Buskens, namens de Alg. R. K. Kunste
naarsvereniging en Prof. Dr. H. Weve namens
de katholiek-wetenschappelijke. Architect Bus
kens bood bloemen aan.
Neergevlijd in den nieuwen plechtigen zetel,
met den gilde-keten om, die schitterde in het
wemelend kaarslicht, heeft de deken deze
laatste opflikkeringen der hartelijke officieele
welsprekendheid nog over zich heen laten
trekken en allen bedankt voor hun woorden
en wenschen en goede gaven.
De feestmaaltijd.
De dag werd besloten met een feestmaal in
het Jaarbeursrestaurant, waar pater dr.
Hentzen bet tafelpresidium waarnam.
De tafelpraeses Dr. Hentzen O.F.M. wijdde
een dronk aan H.M. de Koningin, waarna door
de aanwezigen staande het Wilhelmus werd
gezongen en besloten werd een telegram van
dank aan H.M. de Koningin te zenden
De afgevaardigde van het genootschap St.
Thomas en St. Lucas in België prof. Mare
wees op de nauwe betrekkingen, welke er tus-
schen de Belgische en Nederlandsche gilden
bestaan.
Pastoor Boogmans, uit Haarlem constateerde
met genoegen, dat dezen keer voor het eerst
gilde-zusters aanzaten.
De heer J. Collette gaf een uiteenzetting
van de voorplaat van het door hem vervaar
digde menu, terwijl pastoor van Welsem uit
Maurik bij elk gerecht op geestige wijze het
menu toelichtte.
Tal van sprekers voerden nog het woord,
waarna men nog langen tijd gezellig bijeen
bleef.
UIT DE MIJNINDUSTRIE
Bestuursvergadering van het
Alg. Mijnwerkersfonds
v«P
VOORSTELLEN EN UITVOERIGE
DISCUSSIE
In de gehouden vergadering van het
van het Algemeen Mijnwerkersfonds 7a0
Steenkolenmijnen in Limburg waren ran
schillende zijden voorstellen ingediend,
fende de regeling der invaliditeitspensio6®
Zulks in verband met het feit, dat de
toeslagregeling vervat in art. 59 ter van
Fondsreglement op 31 Dec. 1929 afloopt-
voorstellen vormden het onderwerp van
uitvoerige discussie.
Het voorstel van den directeur om de
geling voor het jaar 1930 ongewijzigd te v
haven werd met 9 tegen 3 stemmen annëe
men.
Uitvoerig werd van gedachten gewisseld O
aanleiding eener nota van den directeur,
in het verloop wordt medegedeeld van
de
Vin-
het Dagelijksch Bestuur gehouden bespr®1
gen in verband met de in werking tredins
1 Maart 1930 van de Ziektewet, blijkens d
nota staat de meerderheid der leden van
Dagelijksch Bstuur op het standpunt, dat
dewerking aan het in stand houden van
A. M. F. als zelfstandige uitvoerster der
verzekering alleen dan kan verleend w°r
indien een regeling verkregen wordt die
instemming heeft van alle groepen van b®®*?^
hebbenden, omtrent de voorwaarden, w -
een dergelijke regeling zou moeten hevat
blijkt echter tot dusverre geen overeenstem®
te bestaan. Door de vergadering werd va®
steld, dat de onderhavige kwestie nog
Dagelijksch Bestuur een punt van behand®
zal vormen.
DE CUNERATOREN TE RHENETÏ
Dreigend gevaar voor bouwvalligheid
ui®;
Het Tweede Kamerlid Van der
heeft aan den Minister van Onderwijs, ,j,
sten en Wetenschappen de navolgende sc®
telijke vragen gesteld: j
1. Is de Minister bekend met het dreië6^
gevaar, dat de Cunera-toren te Rhenen
bouwvalligheid verloren zal gaan?
2. Erkent de Minister, dat deze toren
alleen een monument' is voor de Rijnvall®1
de Stichtsche Lustwarande, maar national®
teekenis heeft, en dat bijgevolg de zorg
zijn behoud niet uitsluitend, noch in h1o®
zaak kan worden opgedragen aan één eb"
financieel zwakke gemeente? p
3. Is de Minister bereid Rijkssteun te
leenen voor de urgente restauratie van
Cunera-toren, en te bevorderen, dat ook de Q ,e
vincie Utrecht haar aanvankelijk afwijz®®
BOND VAN ARCHITECTEN
De najaarsvergadering
Men zendt ons het volgende communiqué:
De B. N. A. hield dezer dagen zijn drukbe
zochte najaarsvergadering te Amsterdam onder
voorzitterschap van ir. J. de Bie Leuveling
Tjeenk.
De beide aftredende bestuursleden, ir. J. de
Bie Leuveling Tjeenk en H. van der Kloot
Meyburg werden bij enkele candidaatstelling
herkozen, terwijl eerstgenoemde bij acclamatie
weder tot voorzitter werd benoemd.
De vergadering vereenigde zich met het voor
stel tot het instellen, in samenwerking met de
Vereeniging van Delftscbe Ingenieurs en uen
Nederlandschen Aannemersbond, van een
Commissie voor de herziening van de Algemee-
ne Administratieve Voorschriften.
Aan liet bestuur Werd opgedragen stappen
te doen bij den Minister van Waterstaat om
dezen er nogmaals op te wijzen, nu een nieuwe
regeling van de beslechting van geschillen bij
Rijkswerken in overweging is, dat het van
algemeen belang is, dat deze materie zoo mo
gelijk voor het gebeele bouwvak op dezelfde
wijze wordt geregeld, waarvöor overleg met de
vertegenwoordigers van de particuliere bouw
nijverheid noodzakelijk wordt geacht. Het be
stuur werd gemachtigd een voorlooplge hono
rarium-tabel vast te stellen voor het maken
van bouwplannen voor particuliere bouwonder
nemers te Amsterdam.
De vergadering vereenigdezich met het
voorstel van een nieuwe regeling voor het
voorbereidend examen voor bouwkundig op
zichter B, N. A.; deze regeling achtte men
noodzakelijk in verband met het groote aantal
onvoldoende voorbereide candidaten, dat zich
de laatste jaren voor het examen opgaf.
Besloten werd de actie voor de wettelijke be
scherming van den architectentltel voort te
zetten
BIETENCAMPAGNE IN DE
HAARLEMMERMEER.
De bietencampagne in de Haarlemmer®'
dl'
la®1
op
is nagenoeg geëindigd. Men neemt aan dat
jaar in den polder ongeveer 3550 H.A.
met bieten is beplant. Gemiddeld was de
brengst per H.A. 32.000 K.G. Totaal dus
opbrengst van ongeveer 113.600.000 K.G.
gemiddelde suikergehalte was 16 procent-
totale suikeropbrengst bedraagt dus o
18.176.000 K.G.
Deze vraag is
ETALAGES
beantwoord als li
bezichtigt, wij breng®11
o*'8
I®
groote sorteering tegen lage prljz®"
tl*
Luxe verpakking 9ra
Reel. 5696S 40
t.o. Heerenpad
Vrij naar het Fransch
van
R. B. SEIGNY
21)
Mijnheeir Lampron, in zulke teere aam-
gelegenheden ben Ik vastbesloten, haar voortaan
.volledig vrij te laten. Hoewel het bijna evenveel
gaat om mij als om haar geluk, zal ik mij
ertoe bepalen, haar van raad te_ dienen. Ik heb
haar dus op de hoogte gesteld van het aanzoek
dat de -heer Flamaran mij heeft overgebracht.
En?
Ik had gedacht, dat ze het zou afwijzen,
En ze heeft ja gezegd?
Ze heeft niet neèn gezegd. Anders begrijpt
ti wel, dat ik niet hier zou zijn.
Bij dit antwoord had ik bijna, buiten mezelf
van vreugde, het gordijn weggeschoven, en was
ik naar binnen gestormd, om hem te bedanken.
Maar meneer Charnot voegde er bij:
Vergis u evenwel niet. Er zijn bezwaren,
groote bezwaren, onoverkomelijke bezwaren
misschien. Ik moet opnieuw met mijn dochter
spreken. Zoo spoedig mogelijk zal ik uw vriend
van ons definitief besluit in kennis stellen. Tot
Wens, mijnheer.
Lampron liet hem uit, en ik hoorde hun
voetstappen zich verwijderen. Een oogenblik
later kwam Sylvestxe terug. Hij stak mij belde
handen toe.
Nu ben Je gelukkig?
Zeker, beate vriend, wel wat.
Héél gelukkig toch zeker, hoop Ik? Ze
houdt van je.
Maar de bezwaren, Sylvestre.
Bah!
Onoverkomelijk misschien.
Adh, beste vriend, dat is juist het heer
lijke van het geluk de bezwaren. Wat hebben
jullie jongelui toch veel noodig, om gelukkig
te zijn! Jullie vraagt maar zekerheid net
alsof je die krijgen kon in het leven!
En hij begon al mijn angsten en vreezen te
te onderzoeken, zonder er in slagen, om ze te
doen verdwijnen. Want hij kan de bezwaren
evenmin raden als ik.
2 AUGUSTUS.
Na tien dagen wachten gedurende welken
tijd ik beurt om beurt Lampron en mieneer
Flamaran gebezigd heb, om voor mij te spre
ken, tien dagen van doodelijken angst en
dwaze Ideeën, terwijl ik méér plannen vormde,
opgaf, wéér opvatte en wéér verwierp, dan
Ik ooit in mijn leven gemaakt had, heb ik van
middag om vijf uur een briefje van meneer
Oharnot ontvangen met verzoek om vanavond
bij hem tie komen.
Ik ging er heen, als vernietigd. Hij ontving
me op zijn kamer, evenals zeven maanden ge
leden, bij gelegenheid van ons eerste onderhoud
maar met meer ernst, en ik zag het vouwbeen,
dat hij van de tafel genomen had, tusschen
zijn vingers beven. Ik ging zitten in denzelfden
leunstoel, waarin ik me toen zoo ongelukkig
gevoeld had. Nu, ik was het op dit oogenblik
niet minder. Meneer Charnot merkte het, zonder
twijfel en wilde me gerust stellen.
Mijnheer, zelde hij, Ik ontvang u als
vriend. Wat ook het resultaat mag zijn van
ons onderhoud u kunt verzekerd zijn, van mijn
volle waardeering voor nw persoon. Antwoord
dus vrijuit cfc> de vragen, die ik u stellen zal.
Hij steldé mij nu verscheidene vragen, be
treffende mijn familie, mijn smaak, en mijn
relaties in Parijs. Vervolgens liet hij mij zelf
vertellen de weinige simpele voorvallen uit
mijn jongensjaren, en mijn herinneringen aan
het ouderlijk huis, aan het lyceum, aan mijn
vacanties, en uit mijn studententijd. Hij luis
terde, zonder mij ook maar een enkele maal
in de rede te vallen, terwijl hij met zijn ivoren
vouwbeen speelde. Toen ik kwam aan dien
dag den laatsten dag van December, toen
ik Jeanne voor de eerste maal gezien had,
zeide hij:
Laten we het daarbij laten. De rest ken
ik, of kan ik wel raden. Jongeman, ik heb u
een antwoord beloofd. Luister....
Ik geloof dat ik een minuut lang geen adem
haalde, en dat mijn hart ophield met kloppen.
Mijn dochter, ging meneer Charnot voort,
wordt op dit oogenblik door meer dan één
gevraagd u ziet, dat Ik nieits voor u ver
berg. Ik heb haar tijd gelaten, om na te denken.
Zij heeft alles gewikt en gewogen, en heeft
mij gisteren het resultaat meegedeeld. Zij geeft
de voorkeur, boven een rijke ,en misschien
meer schitterende partij, aan een eerlijk man,
die haar lief heeft om haar zelf, en die eerlijke
man bent u, mijnheer.
O, ik dank u mijnheer, riep ik uit, Ik
dank u!
Wacht even, er zijn twee voorwaarden.
Al waren het er tien, ik neem ze bij voor
baat aan.
Wees niet te haastig. U zult ze hooren. De
ééne is van mijn dochter, en de andere van ons
beiden.
Dat ik een positie moet hebben, misschien?
Neen, dat niet. Natuurlijk zal mijn schoon
zoon niet blijven leegloopen. Daaromtrent heb
ik mijn meeming, die ik u later zal uiteen
zetten, als het zoover is. Neen, de eerste voor
waarde, van mijn dochter, welke haar wordt
Ingegeven door een gevoel, dat Ik zeer waar
deer, is, dat u belooft, altijd in Parijs te blijven.
O, ik zweer het u, meneer, ik zweer het u,
met het meeste genoegen.
Werkelijk? Ik was bang, dat u zich in
dat opzicht misschien verbonden hadt.
Heelemaal niet, mijnheer.
Of dat u een bepaalden afkeer zou hebben.
Ook niet, mijnheer. Ik heb alleen voorliefde
voor Parijs, en Ik ben geheel vrij, om daaraan
toe te geven. En dè tweede voorwaarde, mijn
heer?
De tweede voorwaarde, waar we allebei op
gesteld zijn, mijn dochter en ik, Is, dat u vrede
sluit met uw oom. Meneer Flamaran heeft me
gezegd, dat u in onmin leeft.
Zoo is het, mijnheer.
Ik hoop, dat het niet van ernstigen aard
is. Een kleine oneentghetd zeker?
Helaas niet, mijnheer. Mijn oom is zeer
beslist
Maar degelijk ook, zooals ik meende te
merken, toen ik hem sprak, in Mei, geloof ik?
Juist mijnheer.
U verlangt niets liever, dan den eersten
stap te doen?
Ik zal alles doen, wat In mijn vermogen
is, mijnheer.
Daar was ik zeker van. U kunt niet in
onmin blijven met den broer van uw vader,
met uw laatsten bloedverwant. Die verzn-ning
is in ons oog iets noodzakelijks, een r '"ht.
U moet daar overigens wel evenzeer, en- .iog
méér naar verlangen dan wij.
Ik zal er al mijn krachten voor inspan
nen, mijnheer, dat beloof ik u.
Dan zult u ook slagen, daar sta ik voor in.
Meneer Oharnot reikte mij de hand. Hij was
zeer bleek geworden. Hij deed een poging, om
te glimlachen.
Ik geloof, meneer Fabien, dat we het vol
ledig eens zijn, en dat het oogenblik gekomen
is.
Hij sprak den zin niet uit, stond op, en deed
een deur open tuschen twee boekenkasten, aan
het eind van het vertrek.
Jeanne, zeide hij, meneer Fabien neemt
de twee voorwaarden aan, kind.
Ik zaig Jeanne glimlachend naar mij toe
komen. En ik, die bevend opgestaan was
ik, die tot dusver mijn hoofd verloor bij de
gedachte alleen, dat ik haar zien zou ik,
die mij tallooze malen met schrik had afge
vraagd, wat ik tot haar zou zeggen, als zij
ooit mijn verloofde werd ik voelde mij nu
plotseling op mijn gemak, en de woorden stroom
den over mijn lippen, om haar te bedanken,
en uitdrukking te geven aan mijn vreugde. Mijn
geluk zal overigens wel aan mij te zien ge
weest zijn, al had ik niets gezegd.
Het eerste half uur spraken wij alle drie.
Vervolgens schoof meneer Charnot zijn stoel
terug, en we bleven samen alleen. Hij had een
courant genomen, maar ik geloof,dat hij die
ondersteboven hield. In leder geval las hij
tusschen de regels door want den heelen avond
du-aaide hij het blad niet om. Dikwijls keek hij
over de regels heen want den hêelen avond
zaten, naar een mooi portret van Jeanne als
bind, dat aan den wand bij den schoorsteen
hing. Wat ging er in hem om? Hij zuchtte diep,
en ik geloof, dat hij geweend zon hebben, als
wij er niet bij geweest waren.
Jeanne sprak met mij eenvoudig als een
kind, en ernstig als een vrouw. Meer en meeT
kwam over mij een gevoel van rust van
zekerheid, dat mijn geluk voor heel mijn leven
verzekerd was.
Wij spraken zachtjes. Door het open venster
kwam da zoele avondlucht binnen, en het ver
warde rumoer van Parijs.
U noemt me uw vriendin en raadsvr®
mijnheer Fabien? zei Jeanne.
Ja, zeker, juffrouw Jeanne.
U zegt, dat u in alles mijn raad
vragen, en dat we altijd in overeenstem®1
met elkaar zullen handelen?
-Precies, juffrouw.
Als ik u dan nu iets vertrouwelijks vT
zou u dan niet boos op me zijn?
Weineen, juffrouw, integendeel. „n
Welnu, afgaande op wat u me va®
oom vertelt, komt het me voor, dat u de tv'
voorwaarde, om u met hem te verzoenen,
wat gauw hebt aangenomen.
Ik heb alleen beloofd, dat ik er ®°e
oo
voor zou doen
Ja, maar mijn vader bedoelt, dat u
in slaagt. Hoe denkt u dat aan te pakken-
Ik weet het nog niet. ,e$
Dat had ik al gedacht. Het zou mis®0
goed zijn, als we samen eens overlegd®®
Juffrouw, ik luister. Maakt u roaair
plan van den veldtocht op. Ik zal onderz°®
of het mogelijk is. «j,
Jeanne vouwde haar handen op haar knw
en keek nadenkend voor ziclit 'uit.
Als li hem eens schreef?
Dan is er heel veel kans, dat hij ®e
antwoord geeft.
- Met antwoord betaald? geg
Nu lacht u er mee, juffrouw! Dat I®
raad meer.
Neen, dat is waar. Laten we
blijven. Gaat u hem eens opzoeken. .gp
Dat zou beter zijn. Hij zal me mi®®1
ontvangen. a
Dan hebt u hem ook. Als hij e6®01
luistert,...
Hij niet, juffrouw. Hij zal luister®®^
maar weet u, wat hij dan zal antwoorden
(Wordt vervo!?fl)