I
"■if
INDRUKKEN UIT IERLAND
ft
ve;
aaT
1
c
{S
HET PARLEMENTAIRE STELSEL
,v
SS
DINSDAG 3 DECEMBER 192)
2 A"
MGR. F. JANSSENS
1
- - m:
HET KERKELIJK RECHT DER
OOSTERSCHE KERK
KARWIJZAAD
de i
MATERIEELE ACHTERLIJKHEID VAN KET LAND
Steen
l
fttne
'ft j
'«end
t
y«i
Hot
tea
19;
ft
Me
Prof. Kranenburg en Mr. Marchant
aan het woord
ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN
VRïJZ. DEMOCRATISCHEN BOND
In het Schuttershof te Middelburg werd de
algemeene vergadering gehouden van den Vrij-
zinnig-fleniocr. Bond, onder voorzitterschap
van prof. R. Kranenburg, die Zaterdagmiddag
de vergadering opende.
In zijn openingsrede besprak spr. o.m. het
parlementaire stelsel. Spreker meende, dat
ten aanzien van het woordgebruik, dat
men zieh veroorlooft met betrekking tot het
parlementaire stelsel, de spraakverwarring, wel
bedenkelijk groot is geworden. Hierin schuilt
volgens spr. gevaar.
De toeneming van het aantal qualificaties
voor kabinetten is hier geen teeken van
groeienden vooruitgang, maar van vervlakking
en verzwakking van constitutioneel besef.
De oude indeeling der kabinetten was: Ko
ninklijke kabinetten en parlementaire kabinet
ten.
Bij onze sterke partij-verbrokkeling kwam
het meermalen voor, dat met betrekking tot de
politieke desiderata, waarover de partijen haar
strijd bij de verkiezingen hadden gevoerd, een
duidelijk aangewezen meerderheid niet was te
constateeren. Men zocht dan de oplossing in
het tijdelijk ter zijde laten van de vraagstuk
ken. die de politieke partijen verdeeld hielden
en trachtte tot wilsvorming, tot parlementair
meerderheids-besluit te komen op dat terrein
van rechtsvorming, hetwelk daarbuiten lag, In
de z.g. neutrale zöne. Men sprak dan van een
„zakenkabinet" in tegenstelling van een poli
tiek kabinet of partij-kabinet. Maar ook het
zaken-kabinet zat toch krachtens het gedoogen
van het parlement; het was geen koninklijk
kabinet, gebaseerd op het parlementaire stelsel,
dat functioneerde in bizondere omstandigheden.
Zoo was het z.g. intermezzo-kabinet-de Geer,
naar spr.'s meening, constitutioneel te qualifi-
ceeren als een gewoon zakenkabinet met goed
deels administratief karakter.
Wanneer men echter een kabinet vormt, dat
niet de politieke strijdvragen ter zijde wil of
kan laten en dat bij zijn bewind geleid wordt
door bepaalde politieke beginselen de problem
men, die zich voordoen hlc et nunc wil up-
lossen, dan heeft men te doen met een politiek
kabinet in den gewonen zin van het woord. Een
parlements-meerderheid, die een dergelijk ka
binet aanvaardt en gedoogt, die het zijn ver
trouwen niet onttrekt, heeft voor den gang van
wetgeving en regeeringsbeleid in die periode
de volledige verantwoordelijkheid.
Spr. kan de onderscheiding program-ministe
rie, en partij-ministerie verstaan en erkennen.
Het is een reëele onderscheiding; het zijn twee
namen voor twee verschillende methoden om
de parlementaire meerderheids-groepeering tot
stand te brengen. Men kan trachten een meer
derheid van parlementaire groepen te vormen
op een bepaald program: men kan ook een
meerderheid trachten te vormen naar politieke
partijen zonder meer, als men van meening is,
dat die partijen politieke beginselen gemeen
hebben van zoodanig belang, dat daarop een
vruchtdragend regeeringsbeleid voor een parle
mentaire periode is te gronden.
De heer Ruys de Beerenbrouck is bij toepas
sing van de eerste methode gefaald; toen is hij
zooal niet in naam, dan toch daadwerkelijk
de tweede methode gaan toepassen en voors
hands schijnt hij daarin geslaagd te zijn. Zijn
formatie is in zooverre niets bizonders; het
bizondere is, dat hij een formatie heeft kunnen
tot stand brengen, die het meerdere, n.l. een
principieele eenheid veronderstelt, (in de Me
morie van Antwoord wordt zij met zooveel
woorden aanvaard) terwijl hij het mindere
een eenheid van program, niet heeft kunnen
bereiken.
Het bizondere, ja, paradoxale zit volgens spr.
ook in het etiket, dat op het kabinet is geplakt
„Extra-parlementair": het is een ongelukkige
term en een gevaarlijke term, een term, die
de verhoudingen verduistert en het begrip ver
troebelt. Een extra-parlementair kabinet be-
teekent, als het iets beteekent, een inconstitu
tioneel kabinet, een kabinet, ia strijd met de
normen van ons staatsrechtelijk gewoonte
recht, Als het immers iets wil beteekenen, dan
zou het moeten beduiden een kabinet, dat zich
piet baseert op het vertrouwen van de parlemen
taire meerderheid, maar dat zijn basis zoekt
buiten het parlement, wanneer het tenminste
niet in de lucht wil hangen. Het is
niet gebleken, dat het z.g. extra-parlementaire
kabinet-Ruys zich beschouwt als een Konink
lijk kabinet, noch als een kabinet van den volks
wil (systeem Cort v. d. Linden). Maar dan is
er geen andere oplossing, dan dat wij aldus
spr., te doen hebben met een qualificatie zon
der reëelen zin, een constitutioneele fopspeen
om lastige partij-kinderen zoet te houden.
Maar wie voor de regelmatige functioneering
van ons constitutioneel bestelt gevoelt, kan,
reide spr., deze kunststukjes van dialectief en
politieke camouflage niet zonder verdriet zien.
Zij hebben, naar spr. zeide, tot onmiddellijk
nadeelig gevolg, dat zij de krachtigste staat
kundige figuren, de politieke leiders, van de
regeeringstafel verwijderd houden. En indirect
is het nadeel misschien nog grooter, doordat de
partijen de verantwoordelijkheid van zich trach
ten af te schuiven en tegenover den eenvoud!
gen kiezer de handen in onschuld wasschen.
Na vervolgens een woord van opwekking tot
de aanwezigen te hebben gesproken, verklaar
de spr. de vergadering geopend.
Rede mr. Marchant.
Mr. H, P. Marchant, lid van bat hqoldhesi uur
van h-ifi on vvrzUfer van da V.Ü Tweede
Kamerfractie heeft vervolgens een redevoering
Uitgesproken, waaraan het volgende is ont
leend:
Het eenige kabinet waaraan de drie partijen
der rechterzijde haar vertrouwen konden ge
ven, zou zijn een christelijk kabinet. Zoo ont
ving de heer Ruijs de opdracht om een kabinet
te vormen, „steunende op de rechterzijde"
De formateur heeft een kabinet gevormd. Hij
verklaardo dat het homogeen is in de begin
gelen vap de rechterzijde. Toch is men ons
komen zeggen dat de opdracht niet is vervuld
Had de formateur de opdracht vervuld, clan
zou hij een akte in den zak moeten dragen,
waarop zijn program ware onderteekend door
da heeren Nolens, Coiijn en Schokking, hande
lende voor de drie fracties. Zoodanïg3 akte
trilde de heer Schokking niet onderteekenen
De formateur vroeg of zij tot steun bereid wa
ren krachtens de beginselen, doch zonder een
akte te teekenen. Naar zijn oordeel zou dus
ook zóó een parlementair kabinet zijn tot stand
gekpnjen, Nolens en Coiijn weigerden toen. Bij
de algemeene beschouwingen over de Rijksbe-
grooting hebben zij de verklaring van steun
afgelegd, die zij in Juli weigerden. Gij begrijpt
niet, waarom het kabinet-Ruijs dus niet een
parlementair kabinet zou zijn? Ik ook niet,
aldus spy.
De verklaring, die ons wordt gegeven, is
deze: de toezegging van steun op grond van
do hqmng^niteit vgn beginsel is niet voldoend
»nn een kabinet parlementair te doen zijn. Daar
voor is de geteelcende akte noodig, inhoudende
het regeeringsprogram. Daarom hebben de hee-
W Nn'enn en Coiijn den heer Ruijs gedwongen,
t Huis ten Bosch terug te gaan en daar
na kwam hij met de opdracht om dan maar te
vormen een extra-pariemerta:; kabinet.
Als het scheef loopt, hegeeren zij vrijheid om
te verklaren: wij hebtc-n dit kabinet niet in
het leven geroepen; wij hebben met het pro
gram van het kabinet geen instemming betuigd.
Er is hier zoo ging spr. voort „kieke
boe'' gespeeld, tot schade van een gezonde ont
wikkeling van ons staatkundig leven.
Wat wij intusschen met deze periode van
onze politieke geschiedenis hebben gewonnen
is dit: dat de zwakheid van de.politieke positie
der drie rechtsche partijen wel zeer scherp in
het licht is gekomen.
Spr. ging vervolgens verschillende verklarin
gen na, afgelegd hij de algemeene beschouwin
gen over de Staatsbegrooting, speciaal wat de
ontwapening betreft.
Ten slotte, na nog Mussolini op het tapijt
te hebben gebracht, zette de heer Marchant
alle registers van zijn zwaar belast- gemoed
open bij het beantwoorden van de vraag:
Is verbetering van de hier bestaande toe
standen niet mogelijk wegens de democratie?
Het is omgekeerd: verbetering is niet mo
gelijk. omdat men hang is voor de democratie,
omdat men een chique-regeering handhaaft
van een reeks van lieden, die in de file hun
beurt staan af te wachten en in het dwang
buis steken van een politiek onvruchtbaar-
makond verband. Wij hebben kabinetten, wier
beleid niemand in het volk bevredigt.
Wat het volk wil, is niet de toepassing van
bepaalde stelseltheorièën, niet het volgen van
politieke of economische dogmata of leerstel
sels; wat het volk wil, is een regeering, die
in haar uitvoerende zaak en in het voortbou
wen aan de rechtsvorming door wetgevende
maatregelen een beleid vertoont, waarin de
massa des volks de toepassing van zijn dikwijls
vaag en onbewust gevoelde.n geest herkent en
terug vindt. En als het volk ziet, dat men
niet de christelijke beginselen ten grondslag
legt aan zijn beleid dan gelooft het U niet
meer, wanneer men zegt, dat anderen het niet
zullen doen.
De bestuursverkiezing
In de te Middelburg gehouden algemeene
vergadering van den Vrijz. Dem. Bond werden
in de plaats van den afgetreden voorzitter prof.
mr. R. Kranenburg en de aftredende leden prof.
D. van Embden, J. Nortland en mevr. M. Ke
telaar-van Goch, die geen van allen herkiesbaar
waren, gekozen mevr. H. van Embden-de Rid
der te Amsterdam, en de heeren Sidney J. van
den Bergh te Wassenaar, D. Kooiman te Pur-
merend en mr. W. H. M. Werker te Den Haag.
Door het Hoofdbestuur in zijn nieuwen vorm
zal uit zijn midden een voorzitter worden ge
kozen.
Een eigen Dagblad?
De zeer vele voorstellen betreffende een eigen
vrijzinnig-democratisch dagblad, leidden er
tenslotte toe, dat door het H.B. een commissie
zal worden Ingesteld, die de mogelijkheid van
sticking van een vrijzinnig-democratisch dag
blad zal onderzoeken. Een voorstel van de afd.
Leiden voor verbetering en uitbreiding der
wettelijke bepalingen tot bescherming van die
ren werd aangenomen. Naar aanleiding van
het referaat van prof. mr. R. Kranenburg over
Bescherming tegen Overheidsrecht" ontspon
zich een geanimeerde juridische discussie ever
de administratieve rechtspraak. Een voorstel-
Den Haag naar aanleiding van de Giessen-
Nieuwkerkzaak, voor het bevorderen door de
vrijz.-dem. Kamerfractie van eeii regeeringson-
derzoek naar de toestanden bij de rechterlijke
macht, speciaal wat betreft het vooronderzoek
bij strafzaken en de daarbij toegepaste politio
neels maatregelen/werd aangenomen in den zin,
zooals het H.B. verklaarde, dit voorstel op te
willen vatten, nl. uitgaande van de overtuiging,
dat de Vrijz.-dem. Kamerfractie bij de behande
ling van de zaak in de Kamer niet in gebreke
zal blijven en daarom slechts praetisch dienen
de om de vergadering ook harerzijds te kunnen
doen uitspreken, dat hier krachtig ingegrepen
moet worden.
Regeeringscensuur
Aangenomen werd nog een motie, ingediend
door de afdeelingen Krabbendijke, Schore, Ka-
pelie en Wissekerke waarin de censuur der
P.T.T. inzake de radio-uitzendingen van de
Vrijdenlcersvereeniging en van de Avro en ook
ten opzichte van de sluitzegels enz. wordt af
gekeurd en daartegen wordt geprotesteerd
Generaal-abt der Cisterciensers
ZIJN ZILVEREN PROFESSIEFEEST
De hoogwaardigste Generaal-Abt der Cister
ciensers, mgr. F. Janssens, heeft Zondagmid
dag in het klooster „Onsenoort", onder Nieuw-
kuijk, waar hij in 1904 als 21-jarig jongeling
zijn intrede had gedaan, éen receptie gehou
den in verband met zijn zilveren professiefeest.
De receptie, welke plaats had in een der ver
sierde zalen der priorij werd vereerd door de
hooge tegenwoordigheid van Z. D. H. mgr. A.
F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, neef
van den jubilaris, terwijl mede aanwezig waren
de hoogeerw. heer mgr. A. Sweens, president
van het Groot-Seminarie te Ilaaren en de bur
gemeester van Nieuwkuijk, de heer Van den
Broek. Buiten de talrijke familieleden waren
ook talrijke vrienden gekomen om den jubi
leerenden generaal-abt te complimenteereD.
In de receptiezaal voerde een koor van stu
dentjes een cantate uit.
Namens het comité sprak daarop de heer
C. Brantjes (Vught)).
Verscheidene belangrijke gebeurtenissen uit
de verloopen vijf en twintig jaar werden ge
memoreerd, waarbij ook naar voren werd ge
bracht, wat mgr. Janssens als generaal-abt
heeft weten te bereiken.
Tenslotte bood de heer Brantjes de bijeenge
brachte gelden voor een studiebeurs aan.
De helft der benoodigde gelden voor deze
mgr. Fraueiscus Janssens-studiebeur3 is er; een
opwekkend woord werd nog gesproken om haar
spoedig te voltooien.
Z. D. H. mgr. A. F. Diepen, vervolgens aan
het woord komend, herinnerde er aan, dat hij
de eenigsts was, die ook aanwezig was, toen de
huidige generaal-abt op 8 September 1904 zijn
gelofte aflegde. Maar al ware dat niet hét ge
val geweest, dan zou hij thans toch als familie
lid en als bestuurder van het bisdom gekomen
zijn.
God heeft gewild, dat de jongste novice van
toen, nu is het hoofd der Orde, uitmuntend
door wijsheid, deugd en beleid. "Wat mgr. Jans
sens ontvangen heeft, heeft hij aan zijn orde
en aan O. L. II. trachten weer te geven met
woeker
Mgr. Diepen besloot met het uitspreken vari
de beste wenschen voor den jubilaris en teven3
voor de Cistercienser-Orde.
Daarop dankte mgr. Janssens.
Het gemengd koor van St. Jacob, te 's-Herto
genbosch, luisterde deze bijeenkomst op door
sshoonen zang.
Met bisschoppelijke assistentie van mgr. Die
pen celebreerde mgr. Janssens daarop in de
kloosterkapel een pontificaal Lof.
Het gemengd koor van St. Jacob zette veel
luister bij aan deze plechtigheid welke beslo
ten werd met een juichend „Te Deum".
Vele der gasten toefden daarna nog eenigen
tijd in dit gastvrij „Onsenoort".
De hoogwaardigste gemeraal-abt vertrok gis
teren naar Versailles.
- itsj - R#
r - ii V I
.jt J
fij
A
,.v: A.'
a.-, H&sfrprc .ft
P-a MÉÊm
IN TRANSSYLVANIE HAD DE ONTHULLING PLAATS van een standbeeld
voor den overleden koning Ferdinand van Roemenië; de patriarch vam de
orthodoxe Roemeensche kerk sprak de inwijdingsrede uit
INSTELLING DER CODIFICATIE
COMMISSIE
Hoe de codificatie in hoofdzaak
zal geschieden
Looals reeds per telegraaf gemeld werd, heeft
d9 Paus de reeds langer verwachte commissie
ingesteld, welke het kerkelijk recht der Oos-
tersche Kerk zal codificeeren. De naam van
kardinaal Gasparri, die niet alleen als diplo
maat van den eersten rang, maar ook als
rechtsgeleerde van den allereersten rang zoo'n
goeden klank heeft, zal ook aan deze codifi
catie, eveneens als die van het algemeen ker
kelijk recht, onafscheidelijk verbonden blijven.
Ook nog de naam van een anderen kardi
naal, die niet zooveel genoemd werd bij de
codificatie, maar die daarin toch ook een zeer
groot aandeel had, zal aan de nieuwe codifi
catie verbonden blijven, n.l. de naam van kar
dinaal Sincero, den grooten hervormer der
Oosterseke Congregatie en den man van de
codificatie van het Oostersche recht.
De nieuwe codificatie zal in hoofdzaak die
van het algemeen kerkelijk recht volgen. Het
kerkelijk recht toch, dat voor een groot gedeel
te op de onveranderlijke theologische waarhe
den steunt, is voor een groot gedeelte hetzelfde
voor de Oostersche en Westersche Kerk.
Die canons, welke voor de Oostersche Kerk
verschillend zijn, zullen de bestaande canons
van het algemeen kerkelijk wetboek vervangen.
Hier en daar zullen ook geheel andere canons
ingevoegd moeten worden.
Voor sommige materies verschillen echter
de wetsbepalingen voor de verschillende Oos
tersche kerken weer onderling. In deze geval
len zal in den tekst als wetgeving de bepaling
worden opgenom.iï, welke het meest van kracht
is in het bosten en zuilen de variaties, welke
slechts gelden voor t: ns of meerdere der Oos
tersche kerken, in voetnoten aangegeven wor
den.
Behalve de kardinalen Gasparri, Sincero,
Cerretti en Elirle en do secretaris, mgr. Cicog-
nani, die de commissie vormen, zijn daaraan
nog verschillende consulten toegevoegd.
Voordat men werkelijk overging tot het co
dificeeren van het Oostersehe recht, werden de
verschillende patriarchen, bisschoppen en auto
riteiten der Oostersche Kerken gevraagd naar
hun meening omtrent da mogelijkheid en de
meest practisehe wijze van codificatie.
DE TRICOTAGE-ATELIERS TE
TREEBEEK
Ecu telegram van de IC. v. K. te Heerlen
aan den minister van Waterstaat.
De Kamer van Koophandel voor de mijn
streek heeft het volgende telegram aan den
minister van waterstaat gezonden:
Plet bestuur der Kamer van Koophandel voor
da Zuid-Limburgsclie mijnstreek te Heerlen,
verzoekt Uwe Excellentie dringend geen ge
volg te geven aan het in de pers gepubliceerde
telegrafische verzoek voor terugname van den
begrootingspost inzake tricotage ateliers te
Treebeek. Het bestuur wordt daarbij geleid
door de houding door onze Kamer steed3 ten
aanzien van het in 't leven roepen van neven
industrieën ingenomen. Wat betreft 't vraag
stuk van staatsdeelname in het algemeen,
wenscht de Kamer zich geen partij te stellen.
Gezien echter het feit, dat er door de Ned. par
ticulieren weinig kapitaal ter beschikking
wordt gesteld voor oprichting van nieuwe indu
strieën in ons mijndistrict en deze absoluut
noodig geacht moeten worden voor de tewerk
stelling van on- of volwaardige en vrouwelijke
aibgidskrachten, acht zij de oprichting van de
fabrieken te Treebeek een groot belang voor
de streek en kan het ten aanzien van deze
deelname in een bizonder geval, dit voorbeeld
van staatswege, niet anders dan toejuichen.
DE DAGVAARDING WAS NOODIG
De Rechtbank te Arnhem heeft onlangs in
een civiel vonnis beslist, dat er geen burger
lijk proces mogelijk is zonder dagvaarding. Er
waren partijen voor die Rechtbank verschenen
en bij de door hen overgelegde stukken be
vond zich geen inleidende dagvaarding. Zij
heeft toen dec elscher in zijn vordering niet
ontvankelijk verklaard, uit overweging, dat de
wet voorschrijft dat ieder rechtsingang met
een dagvaarding aanvangt, welk voorschrift
van openbare orde ia en waarvan partijen door
geen handelingen of overeenkomst kunnen
afwijken.
Een onderzoek naar den verbouw
in ons land
Evenals vorige jaren werd op verzoek van de
Directie van den Landbouw door de burgemees
ters der gemeenten, waar de karwljteelt van
beteekenis is, een onderzoek ingesteld naar de
met dit gewas bezette oppervlakte.
Het bedoelde onderzoek heeft thans plaats
gehad in 60 gemeenten, in welke in het jaar
1928 88 pCt. van de in Nederland met karwij
zaad bezette oppervlakte was gelegen. In deze
60 gemeenten blijken thans 5026 H.A. karwij-
zaad voor den oogst 1930 te velde te staan,
tegen 3167 H.A. in 1928, hetgeen dus de zeer
belangrijke vermeerdering van 59 pCt. betee
kent. Op grond van deze gegevens kan de totale
in Nederland met karwijzaad voor den oogst
1930 bezette oppervlakte thans geschat worden
op omstreeks 5700 H.A., tegen bijna 3600 H.A.
in 1928. Opgemerkt zij, dat volgens de voorloo-
pige opgaven in 1929 3903 H.A. met karwij
voor den oogst in dat zelfde jaar waren be
zet. In vergelijking daarmede heeft dus eene
-uitbreiding van 46 pCt. plaats gevonden.
De uitbreiding van de karwij:eelt heeft niet
in alle deelen des lands in dezai.'-' ate plaats
gevonden; in 8 gemeenten van i._ provincie
Zeeland is de oppervlakte zelfs vrijwel constant
gebleven, namelijk 329 H.A. tegen 331 H.A. in
1928. In de provincie Groningen daarentegen
is de uitbreiding het sterkst. Hier staan in 30
gemeenten thans 2922 H.A. karwijzaad te
velde, tegen 1615 H.A. in 1928, hetgeen dus een
vermeerdering van niet minder dan 82 pCt.
beteekent. In Noord-Holland en in Westelijk
Noord-Brabant heeft de uitbreiding in gelijke
mate plaats gehad, namelijk met ongeveer 45
pCt. In eerstgenoemde provincie is in 11 ge
meenten 1226 H.A. met karwij bezet, tegen 844
H.A., en in 8 gemeenten van Noord-Brabant
490 H.A. tegen 339 H.A. in 1928,
De oogst van karwijzaad heeft in 1928 5140
ton bedragen, terwijl in de periode 1 Juli 1928
30 Juni 1929 7677 ton werd uitgevoerd en 69
ton ingevoerd, waardoor de aanwezige voor
raad dus eene vermindering van 2468 ton on
derging, ongeacht het binnenlandsch verbruik
en de hoeveelheid, die door schooning vóór den
export nog uitviel.
Hoe groot de aanwezige voorraad op 1 Juli
1929 nog was, valt niet vast te stellen, aange
zien omtrent lie tbinnenlandsch verbruik geen
voldoend nauwkeurige cijfers bekend zijn.
V. E. I. D. E. K. E.
Een rijke avond van bloeiend leven
Men meldt ons uit Maastricht:
De Limburgsche beschaving is wellicht de
oudste van Nederland en in den loop der hls
torie wist zij zich te handhaven, gelijkwaardig
met dio van andere gewesten.
Wil Limburg in eigen schoon leven niet
onder den voet geloopen worden, nu de strijd
tusschen hooge walmende schoorsteenen en
onze torenspitsen met den dag tragischer
wordt, dan dienen met kracht de eigen zeden,
de eigen taal als 'n kostbare traditie en levens
opvatting behouden te worden.
Waken tegen alle verwording onzer hoog
staande Limburgsche cultuur is dan ook bet
doel en streven van de gewestelijke vereent
ging.
Te half acht had Woensdag-avond in de Leo-
Stichting de jaarlljksche vergadering plaats
waarop in het besti'ur werden gekozen <je hee
ren: Notaris van Wassen, te Sittard, Vonster-
mans en kapelaan Schlenden.
In Sittardsch dialect heette de voorzitter de
talrijke aanwezigen, waarbij we o.a. opmerkten
burgemeester van Oppen, wethouder Grossier
en dr. van Gilst, insp. van het Kath. Onder
wijs, welkom.
Werkelijk stemming brengende verrassing
was de aanwezigheid van 'n dialect-vriend uit
Aken (Did.) van de Ver. Aacliener Plat, welke
'n heilgroet van V. E. L. D. E. K. E. in Aëche-
ner Plat vertaalde en 'n schels vol tintelenden
humor voordroeg.
Pastoor Meyer uit Haelen, geboren Venlo-
naar, liet de Venloscbe „veugelkes" in stem-
70 worden verwacht.
f^G
EEN GEWELDIG CONTRAST
O
De
W:
OVERREDEN EN OVERLEDEN
Gisterenmiddag is in de Kloosterdreef te
Eindhoven-Woensel het 7-jarig zoontje van de
familie B. uit de Wassenaarstraat aldaar, door
een vrachtauto overreden en onmiddellijk over.
leden.
Maandagmiddag Is op de Woenselsche
Markt te Eindhoven het 5-Jarige zoontje van
den heer B., Slagerstraat, spelenderwijs on
der een vrachtauto geraakt en overleden.
Londen, November 1929.
Niets is opvallender dan het geweldige con
trast tusschen den reusachtigen opzet der
Shannon-werkên en de materieele achterlijk
heid van het land. Die materieele achterlijkheid
constateer ik zonder er iets ongunstigs mede
te bedoelen, temeer daar hiertegenover staat
een benijdenswaardige moreele „vroolijklieid"
of superioriteit, welke men in de économisch
liooger ontwikkelde landen van Europa be
zwaarlijk vinden zal. Maar 't is niet in dit ver
band dat men, sprekend van de Sliannon-wer-
lten, Ierland beoordeelen moet. De Shannon*
werken zijn een materieele, niet een moreele
prestatie, en 't zou heel zeker een ernstige (en
toch door velen gemaakte) fout zijn al datgene
wat in Ierland op stoffelijk gebied gebeurt en
bestaat onvoorwaardelijk te prijzen omdat dit
land zulk een diepen zedelijken indruk op den
bezoeker achterlaat.
Wie iets ziet van de dorpen en stadjes van
Ierland, wie de vaak zeer ondoeltreffende woon-
gelegenheden, de op 't platteland zoo achterlijke
verkeersmiddelen, de voor een deel erbarme
lijk slechte wegen leert kennen, vraagt zich
met verbazing af, of Ierland op de eerste plaats
behoefte had aan een electrificatieplan, terwijl
toch, met uitzondering van enkele centra, het
land nog volstrekt niet op een materieel peil
staat, waarop algemeen gebruik van electricl-
teit verwacht kan worden. In de meeste Iersche
dorpswoniingen zou een electrische lamp den
zelfden indruk maken als een hooge zijden hoed
op 't hoofd van een prehistorischen Kelt. Uit
niets blijkt dat Ierland zich reeds bij electrici-
teit aangepast heeft, of dat het zich in de jaren
van zelfbestuur zoodanig ontwikkeld heeft, dat
er een groote economische vraag naar electri-
schen stroom ontstaan is. Deze wordt thans
door een reusachtige propaganda over het ge-
heele land kunstmatig opgewekt, iets, waarte
gen, nu de Shaunon-werken een voldongen feit
zijn, natuurlijk geen enkel bezwaar bestaat.
Maar dit doet niets af aan onze verwondering
over de omstandigheid, dat vijf jaren geleden
tof uitvoering der Shannon-werken besloten
werd, terwijl er toch op ieder gebied nog zoo
onnoemelijk veel gebeuren moest om dien wer
ken een ecouomischen raison d' êtré te geven.
Alleen om politieke, niet tam economische re
denen kon Ierlands onafhankelijkheid van En
gelschen steenkool de regeering van den Vrij
staat als zulk een onmiddellijk overwegend be
lang voorkomen.
Wat ik eerst Jn Ierland vernam in geen
Engelsche krant had ik vroeger hieromtrent
iets gelezen was, dat bet plan om den hee-
len Ierschen Vrijstaat van één centraal hydrau
lisch krachtstation uit te electrificeeren, zijn
oorsprong gevonden had niet bij de Iersche re
geering, doch bij de Siemens-Schuckertwerke,
te Berlijn, 't Verhaal gaat, dat een jong Iersch
ingenieur, in dienst bij de Duitsche firma, het
plan om Ierland onafhankelijk te maken van
Engelschen steenkool bij zijn principalen aan
hangig gemaakt had; dat Siemens-Schuckert
zich hierop in verbinding stelde met de Iersche
regeering, en voorstelde plannen te ontwerpen,
welke aan een onpartijdige commissie va,n des
kundigen zouden worden voorgelegd. Deze com
missie bestond nit een Zweed, een Noor en twee
Zwitsers. Ieren of Engelschen werden niet uit*
genoodigd zitting er in te nemen.
Het verhaal omtrent den ovèrigens niet ge
noemden en blijkbaar volkomen geëclipseer-
den Ierschen ingenieur, die zijn land onafhan
kelijk wilde maken van Engelschen steenkool,
om het des te afhankelijker te maken van
Duitsch Staal en Duitschen arbeid, vinden wij
ook in de officieele uitgaven der Siemens-
Schuckertwerke, en er wordt aan toegevoegd,
dat „indien eenige Engelsche firma de zaak op
dezelfde wijze aangevat had, er weinig twijfel
aan schijnt te bestaan, dat zij dezelfde kansen
zou hebben gekregen", een zin, door Siemens
Sehuckert ontleend aan een ongeteekend arti
kel in „The Engineer" van 2 December 1927.
Dit is natuurlijk onjuist. Zelfs thans, zoo
vele jaren later, werden er, terwijl ik in Dublin
was, in den Dail uitvoerige en vinnige debatten
gevoerd over het feit, dat de regeering haar
veto uitgesproken had over de toekenning hij
aanbesteding van een gemeentelijke leverantie
aan een Britsche firma (Belfast), en de oppo
sitie liet duidelijk uitkomen, dat het veto ge
ïnspireerd was door het feit, dat deze 80 jaar-
oude en zeer bekende firma Noord-Ierscli was.
De waarheid is, dat geen Engelsche firma
eenige kans gehad zou hebben opdracht te krij
gen tot electrificatie van het land, en dat het
twijfelachtig blijft, of de Iersche regeering op
eenig ander initiatief dan dat van een Duitsche
firma zou zijn ingegaan.
Ik zon hierover minder uitvoerig hebben uit
geweid, indien de triomfantelijke Iersch-Duit-
sche stemming te Ardnacrüshna en omgeving,
welke nog al aanstootelijk was voor een inter
nationaal gezelschap, mij' hiertoe geen aanlei
ding gegeven had. Elders, en vooral te Dublin,
heeft Ierland mij redenen gegeven tot harte
lijke sympathie, maar aan de oevers van den
Shannon werd die sympathie opgëeischt via
Berlijn, en dat nog wel op vrij arroganten toon.
Men wilde daar onze sympathie voor Ierland
afhankelijk maken van onze adoratie voor
Duitsehland, en van onze volstrekte negatie
van het bestaan van Engeland. Mijn Ierschen
vrienden moeten 't mij niet euvel duiden, in
dien ik hieraan niet meedoe.
A ',ri|
diS
Maar ik heb een andere roden gehad hier®P
nader in te gaan. De „stemming", wélke naD
den Shannon heerschte, was in zekeren 2155
kenschetsend voor de waarschijnlijk nog vee
meer geprononceerde stemming, waarin eeniS
jaren geleden besloten werd het land door Sft
mens Sehuckert te laten („laten" lijkt hij
een betere uitdrukking dan „doen") eleetr»
ceeren, en dit maakt 't eenigszins verklaarba8
dat overgegaan werd tot uitvoering van
reusachtig en op zichzelf bswonderenswaai'dL
werk, waartos 't land zelfs thans nog niet ®c°"
nomiscli rijp schijnt te zijn.
Ik gaf reeds eenige cijfers, waaruit blijkt, h°®
ver de consumptie van electrischen stroom n®°
achterstaat bij het minimum, dat verbrui15
moet worden .opdat de Shannon-werken econ°'
mische rechtvaardiging vinden en electricity
tegen matigen prijs zal kunnen worden ve>'
schaft, Ik wees er ook op, dat 80 verbruft
wordt door de hoofdstad en haar omgeving
ongeveer 't eenige deel van Ierland, dat op
dernen leest geschoeid is. De rest van 't laü
gebruikte in 1928 niet meer dan 13 milWft
eenheden, en deze zeer geringe consumptie 1
geheel in overeenstemming met het bekoorlijlft
doch achterlijke karakter dat de provincie n®'
vertoont. Langs kunstmatigen weg kunnen
diverse gasmaatschappijen geleidelijk uit u6-
weg geruimd worden. De bevolking kan laI1.l
zamerband gedwongen wórden tot 't gebrul
van electriciteit. Teneinde de Shannon-werk®
tot een economisch suces te maken, zou z®1
ofschoon ik niet gehoord heb dat hiervy
sprake is de invoer van petroleum t>el)el7,
kunnen worden. Men krijgt den indruk, dat d
Shannon-werken een soort nationale eerezaa
zijn, ofschoon de eenige, die er eer mee lnle^J
Siemens Sehuckert is. Maar loonend kan
electrificatie van Ierland toch alleen dan
wanneer 'tland zich economisch zoodanig 00
wikkeld heeft, dat een veel grootere vraag na8
electriciteit ontstaat dan tot nu toe gebeersc
heeft. Enkele dagen nadat wij Limerick verf»
ten hadden, besloot de gemeenteraad van de
stad een aanzienlijke uitbreiding der electf
sche straatverlichting. Terecht achten de
meenten zich verplicht het goede voorbeeld
geven, en op Limerick, bij 't estuarium van de
Shannon gelegen, rust deze plicht meer. dan, w
eenige andere stad. Maar een wandeling
twintig minuten door Limerick leert ons, da
het aan ontelbare andere dingen oneindig ve
meer behoefte heeft dan aan electrische
lichting van zijn meerendeels armzalige en
vallen straten-
Er is in deze stad zoo ontzaglijk veel te doen, o®1
haar eenigszins op peil te brengen van een f
gelsche provinciestad, dat zij met betreltki
tot de. electrificatiewerken als de spiegel ry
't geheele land beschouwd kan worden, 't Is he
mooi, wanneer een stad met electrische la,npN,
verlicht wordt, maar een zeer belangrijke via.j..;
is: hoe ziet datgene, waarop 't licht valt, er u'
Men kan zich niet onttrekken aan den 5
druk, dat door het Shannon-schema de hee
toestand in Ierland geforceerd wordt. Ik
aan den directeur van een reizend toonee 8
zeischap, die een olifant van papier maclié
kocht heeft, en nu, ten einde dit inventarisstL
productief te maken, alleen stukken wil W°
ren, waarin een olifant voorkomt.
Ik heb hooren beweren, dat voorloopig 't^
ceS van 't Shannon-schema bijna uitsluit®
zal afhangen van de vraag of het district D
blin zijn consumptie van electrischen str°°
zal opvoeren. Met andere woorden erke
wordt, dat de provincie nog niet in zoodaP
stadium verkeert, dat van haar een voldoet^,
afname kan worden verwacht. Toch bevat
«I
Wei',
za:
"knier
00151
t^dini
*sni
««hoi
15 Voc
di
U!
»rVon
>htt
■i
.t-esr
do
l|'ht V:
"Sen
^oor
:%en
['«"ie,
4
'^tne
8rt
'tean
V
•'lil
vs
at
•V« la:
üelto]
com
1 «en
»6t
>e Vc
1 aa
Is
5 va
Zr
do
Of
meer dan vier vijfden der bevolking, maar
vier vijfden verbruikten in 1928 nog niet
deel van de electriciteit, welke alleen in
district Dublin verbruikt werd. De stroom®
sumptie in de provincie bedraagt dus per ho
dar bevolking minder dan 1/16 van die in
metropolis en het omliggende gebied. Men
bijgevolg denken dat op 't platteland eri in r
provinciesteden nog een geweldige vraag n
electriciteit kan worden verwekt, maar,
schoon in die richting gewerkt wordt door
gedeeltelijk op de inkomens gebaseerde tar
is het toch van de bevolking van Dublin,
de Shannon board voorlooig haar heil
wacht. ,k,
Dit nu strookt volkomen met den 111 Li-
dien wij van de Iersche provincie gekregen
hen, maar de economise'.»? ojpzet van-het S
non-scliema wordt hierdoor nog raadselacU 1 g.
Het is mogelijk dat, dank zij een krachtig®
paganda en electrificatie van gemeente*
het minimum van 10.000.000 eenheden bin1^.
afzienbaren tijd bereikt kan worden, maar
begrijpelijk is het dat men hiervoor rekent
de hoofdstad, welke in absoluten zin ruim
maal, in relatieven zin ruim zestien maal
ker van electriciteit voorzien is dan de Pr° 0.
cie. Stelt' men dan in de ontwikkeling der 1
vincio geen werkelijk vertrouwen Gelooft
niet, dat de provincie binnen 'n jaar of tien
doende gemoderniseerd zal zijn, sociaal en
nomisch, om een veel grooter afzet van ele
citeit te worden dan het district Dublin.
niet zoo heel ver over de 400.000 inwoners
't Heeft er allen schijn van. Maar dan m ft fi
de economische overwegingen welke tot ele)e[d-
ficatie-werken op zoo reusachtigen schaal
den, ook een onoplosbaar raadsel.
*00
«tra
Mei
j«ai
*0(1
«lir
Oen
4dj
Sc)
'lei
*n
*0|
tee
«Ir
«ie
«n
la
*a
«e
Mr
Sc
h<
Kr
«r
te
DE BELGISCHE TROEPEN. DIE AKEN BEZET HIELDEN, zijn thans eek weggetrokl^
Generaal Poulfiur Inspecteerde de troepen yóór Jiet yerta-ek