I "■if INDRUKKEN UIT IERLAND ft ve; aaT 1 c {S HET PARLEMENTAIRE STELSEL ,v SS DINSDAG 3 DECEMBER 192) 2 A" MGR. F. JANSSENS 1 - - m: HET KERKELIJK RECHT DER OOSTERSCHE KERK KARWIJZAAD de i MATERIEELE ACHTERLIJKHEID VAN KET LAND Steen l fttne 'ft j '«end t y«i Hot tea 19; ft Me Prof. Kranenburg en Mr. Marchant aan het woord ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN VRïJZ. DEMOCRATISCHEN BOND In het Schuttershof te Middelburg werd de algemeene vergadering gehouden van den Vrij- zinnig-fleniocr. Bond, onder voorzitterschap van prof. R. Kranenburg, die Zaterdagmiddag de vergadering opende. In zijn openingsrede besprak spr. o.m. het parlementaire stelsel. Spreker meende, dat ten aanzien van het woordgebruik, dat men zieh veroorlooft met betrekking tot het parlementaire stelsel, de spraakverwarring, wel bedenkelijk groot is geworden. Hierin schuilt volgens spr. gevaar. De toeneming van het aantal qualificaties voor kabinetten is hier geen teeken van groeienden vooruitgang, maar van vervlakking en verzwakking van constitutioneel besef. De oude indeeling der kabinetten was: Ko ninklijke kabinetten en parlementaire kabinet ten. Bij onze sterke partij-verbrokkeling kwam het meermalen voor, dat met betrekking tot de politieke desiderata, waarover de partijen haar strijd bij de verkiezingen hadden gevoerd, een duidelijk aangewezen meerderheid niet was te constateeren. Men zocht dan de oplossing in het tijdelijk ter zijde laten van de vraagstuk ken. die de politieke partijen verdeeld hielden en trachtte tot wilsvorming, tot parlementair meerderheids-besluit te komen op dat terrein van rechtsvorming, hetwelk daarbuiten lag, In de z.g. neutrale zöne. Men sprak dan van een „zakenkabinet" in tegenstelling van een poli tiek kabinet of partij-kabinet. Maar ook het zaken-kabinet zat toch krachtens het gedoogen van het parlement; het was geen koninklijk kabinet, gebaseerd op het parlementaire stelsel, dat functioneerde in bizondere omstandigheden. Zoo was het z.g. intermezzo-kabinet-de Geer, naar spr.'s meening, constitutioneel te qualifi- ceeren als een gewoon zakenkabinet met goed deels administratief karakter. Wanneer men echter een kabinet vormt, dat niet de politieke strijdvragen ter zijde wil of kan laten en dat bij zijn bewind geleid wordt door bepaalde politieke beginselen de problem men, die zich voordoen hlc et nunc wil up- lossen, dan heeft men te doen met een politiek kabinet in den gewonen zin van het woord. Een parlements-meerderheid, die een dergelijk ka binet aanvaardt en gedoogt, die het zijn ver trouwen niet onttrekt, heeft voor den gang van wetgeving en regeeringsbeleid in die periode de volledige verantwoordelijkheid. Spr. kan de onderscheiding program-ministe rie, en partij-ministerie verstaan en erkennen. Het is een reëele onderscheiding; het zijn twee namen voor twee verschillende methoden om de parlementaire meerderheids-groepeering tot stand te brengen. Men kan trachten een meer derheid van parlementaire groepen te vormen op een bepaald program: men kan ook een meerderheid trachten te vormen naar politieke partijen zonder meer, als men van meening is, dat die partijen politieke beginselen gemeen hebben van zoodanig belang, dat daarop een vruchtdragend regeeringsbeleid voor een parle mentaire periode is te gronden. De heer Ruys de Beerenbrouck is bij toepas sing van de eerste methode gefaald; toen is hij zooal niet in naam, dan toch daadwerkelijk de tweede methode gaan toepassen en voors hands schijnt hij daarin geslaagd te zijn. Zijn formatie is in zooverre niets bizonders; het bizondere is, dat hij een formatie heeft kunnen tot stand brengen, die het meerdere, n.l. een principieele eenheid veronderstelt, (in de Me morie van Antwoord wordt zij met zooveel woorden aanvaard) terwijl hij het mindere een eenheid van program, niet heeft kunnen bereiken. Het bizondere, ja, paradoxale zit volgens spr. ook in het etiket, dat op het kabinet is geplakt „Extra-parlementair": het is een ongelukkige term en een gevaarlijke term, een term, die de verhoudingen verduistert en het begrip ver troebelt. Een extra-parlementair kabinet be- teekent, als het iets beteekent, een inconstitu tioneel kabinet, een kabinet, ia strijd met de normen van ons staatsrechtelijk gewoonte recht, Als het immers iets wil beteekenen, dan zou het moeten beduiden een kabinet, dat zich piet baseert op het vertrouwen van de parlemen taire meerderheid, maar dat zijn basis zoekt buiten het parlement, wanneer het tenminste niet in de lucht wil hangen. Het is niet gebleken, dat het z.g. extra-parlementaire kabinet-Ruys zich beschouwt als een Konink lijk kabinet, noch als een kabinet van den volks wil (systeem Cort v. d. Linden). Maar dan is er geen andere oplossing, dan dat wij aldus spr., te doen hebben met een qualificatie zon der reëelen zin, een constitutioneele fopspeen om lastige partij-kinderen zoet te houden. Maar wie voor de regelmatige functioneering van ons constitutioneel bestelt gevoelt, kan, reide spr., deze kunststukjes van dialectief en politieke camouflage niet zonder verdriet zien. Zij hebben, naar spr. zeide, tot onmiddellijk nadeelig gevolg, dat zij de krachtigste staat kundige figuren, de politieke leiders, van de regeeringstafel verwijderd houden. En indirect is het nadeel misschien nog grooter, doordat de partijen de verantwoordelijkheid van zich trach ten af te schuiven en tegenover den eenvoud! gen kiezer de handen in onschuld wasschen. Na vervolgens een woord van opwekking tot de aanwezigen te hebben gesproken, verklaar de spr. de vergadering geopend. Rede mr. Marchant. Mr. H, P. Marchant, lid van bat hqoldhesi uur van h-ifi on vvrzUfer van da V.Ü Tweede Kamerfractie heeft vervolgens een redevoering Uitgesproken, waaraan het volgende is ont leend: Het eenige kabinet waaraan de drie partijen der rechterzijde haar vertrouwen konden ge ven, zou zijn een christelijk kabinet. Zoo ont ving de heer Ruijs de opdracht om een kabinet te vormen, „steunende op de rechterzijde" De formateur heeft een kabinet gevormd. Hij verklaardo dat het homogeen is in de begin gelen vap de rechterzijde. Toch is men ons komen zeggen dat de opdracht niet is vervuld Had de formateur de opdracht vervuld, clan zou hij een akte in den zak moeten dragen, waarop zijn program ware onderteekend door da heeren Nolens, Coiijn en Schokking, hande lende voor de drie fracties. Zoodanïg3 akte trilde de heer Schokking niet onderteekenen De formateur vroeg of zij tot steun bereid wa ren krachtens de beginselen, doch zonder een akte te teekenen. Naar zijn oordeel zou dus ook zóó een parlementair kabinet zijn tot stand gekpnjen, Nolens en Coiijn weigerden toen. Bij de algemeene beschouwingen over de Rijksbe- grooting hebben zij de verklaring van steun afgelegd, die zij in Juli weigerden. Gij begrijpt niet, waarom het kabinet-Ruijs dus niet een parlementair kabinet zou zijn? Ik ook niet, aldus spy. De verklaring, die ons wordt gegeven, is deze: de toezegging van steun op grond van do hqmng^niteit vgn beginsel is niet voldoend »nn een kabinet parlementair te doen zijn. Daar voor is de geteelcende akte noodig, inhoudende het regeeringsprogram. Daarom hebben de hee- W Nn'enn en Coiijn den heer Ruijs gedwongen, t Huis ten Bosch terug te gaan en daar na kwam hij met de opdracht om dan maar te vormen een extra-pariemerta:; kabinet. Als het scheef loopt, hegeeren zij vrijheid om te verklaren: wij hebtc-n dit kabinet niet in het leven geroepen; wij hebben met het pro gram van het kabinet geen instemming betuigd. Er is hier zoo ging spr. voort „kieke boe'' gespeeld, tot schade van een gezonde ont wikkeling van ons staatkundig leven. Wat wij intusschen met deze periode van onze politieke geschiedenis hebben gewonnen is dit: dat de zwakheid van de.politieke positie der drie rechtsche partijen wel zeer scherp in het licht is gekomen. Spr. ging vervolgens verschillende verklarin gen na, afgelegd hij de algemeene beschouwin gen over de Staatsbegrooting, speciaal wat de ontwapening betreft. Ten slotte, na nog Mussolini op het tapijt te hebben gebracht, zette de heer Marchant alle registers van zijn zwaar belast- gemoed open bij het beantwoorden van de vraag: Is verbetering van de hier bestaande toe standen niet mogelijk wegens de democratie? Het is omgekeerd: verbetering is niet mo gelijk. omdat men hang is voor de democratie, omdat men een chique-regeering handhaaft van een reeks van lieden, die in de file hun beurt staan af te wachten en in het dwang buis steken van een politiek onvruchtbaar- makond verband. Wij hebben kabinetten, wier beleid niemand in het volk bevredigt. Wat het volk wil, is niet de toepassing van bepaalde stelseltheorièën, niet het volgen van politieke of economische dogmata of leerstel sels; wat het volk wil, is een regeering, die in haar uitvoerende zaak en in het voortbou wen aan de rechtsvorming door wetgevende maatregelen een beleid vertoont, waarin de massa des volks de toepassing van zijn dikwijls vaag en onbewust gevoelde.n geest herkent en terug vindt. En als het volk ziet, dat men niet de christelijke beginselen ten grondslag legt aan zijn beleid dan gelooft het U niet meer, wanneer men zegt, dat anderen het niet zullen doen. De bestuursverkiezing In de te Middelburg gehouden algemeene vergadering van den Vrijz. Dem. Bond werden in de plaats van den afgetreden voorzitter prof. mr. R. Kranenburg en de aftredende leden prof. D. van Embden, J. Nortland en mevr. M. Ke telaar-van Goch, die geen van allen herkiesbaar waren, gekozen mevr. H. van Embden-de Rid der te Amsterdam, en de heeren Sidney J. van den Bergh te Wassenaar, D. Kooiman te Pur- merend en mr. W. H. M. Werker te Den Haag. Door het Hoofdbestuur in zijn nieuwen vorm zal uit zijn midden een voorzitter worden ge kozen. Een eigen Dagblad? De zeer vele voorstellen betreffende een eigen vrijzinnig-democratisch dagblad, leidden er tenslotte toe, dat door het H.B. een commissie zal worden Ingesteld, die de mogelijkheid van sticking van een vrijzinnig-democratisch dag blad zal onderzoeken. Een voorstel van de afd. Leiden voor verbetering en uitbreiding der wettelijke bepalingen tot bescherming van die ren werd aangenomen. Naar aanleiding van het referaat van prof. mr. R. Kranenburg over Bescherming tegen Overheidsrecht" ontspon zich een geanimeerde juridische discussie ever de administratieve rechtspraak. Een voorstel- Den Haag naar aanleiding van de Giessen- Nieuwkerkzaak, voor het bevorderen door de vrijz.-dem. Kamerfractie van eeii regeeringson- derzoek naar de toestanden bij de rechterlijke macht, speciaal wat betreft het vooronderzoek bij strafzaken en de daarbij toegepaste politio neels maatregelen/werd aangenomen in den zin, zooals het H.B. verklaarde, dit voorstel op te willen vatten, nl. uitgaande van de overtuiging, dat de Vrijz.-dem. Kamerfractie bij de behande ling van de zaak in de Kamer niet in gebreke zal blijven en daarom slechts praetisch dienen de om de vergadering ook harerzijds te kunnen doen uitspreken, dat hier krachtig ingegrepen moet worden. Regeeringscensuur Aangenomen werd nog een motie, ingediend door de afdeelingen Krabbendijke, Schore, Ka- pelie en Wissekerke waarin de censuur der P.T.T. inzake de radio-uitzendingen van de Vrijdenlcersvereeniging en van de Avro en ook ten opzichte van de sluitzegels enz. wordt af gekeurd en daartegen wordt geprotesteerd Generaal-abt der Cisterciensers ZIJN ZILVEREN PROFESSIEFEEST De hoogwaardigste Generaal-Abt der Cister ciensers, mgr. F. Janssens, heeft Zondagmid dag in het klooster „Onsenoort", onder Nieuw- kuijk, waar hij in 1904 als 21-jarig jongeling zijn intrede had gedaan, éen receptie gehou den in verband met zijn zilveren professiefeest. De receptie, welke plaats had in een der ver sierde zalen der priorij werd vereerd door de hooge tegenwoordigheid van Z. D. H. mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, neef van den jubilaris, terwijl mede aanwezig waren de hoogeerw. heer mgr. A. Sweens, president van het Groot-Seminarie te Ilaaren en de bur gemeester van Nieuwkuijk, de heer Van den Broek. Buiten de talrijke familieleden waren ook talrijke vrienden gekomen om den jubi leerenden generaal-abt te complimenteereD. In de receptiezaal voerde een koor van stu dentjes een cantate uit. Namens het comité sprak daarop de heer C. Brantjes (Vught)). Verscheidene belangrijke gebeurtenissen uit de verloopen vijf en twintig jaar werden ge memoreerd, waarbij ook naar voren werd ge bracht, wat mgr. Janssens als generaal-abt heeft weten te bereiken. Tenslotte bood de heer Brantjes de bijeenge brachte gelden voor een studiebeurs aan. De helft der benoodigde gelden voor deze mgr. Fraueiscus Janssens-studiebeur3 is er; een opwekkend woord werd nog gesproken om haar spoedig te voltooien. Z. D. H. mgr. A. F. Diepen, vervolgens aan het woord komend, herinnerde er aan, dat hij de eenigsts was, die ook aanwezig was, toen de huidige generaal-abt op 8 September 1904 zijn gelofte aflegde. Maar al ware dat niet hét ge val geweest, dan zou hij thans toch als familie lid en als bestuurder van het bisdom gekomen zijn. God heeft gewild, dat de jongste novice van toen, nu is het hoofd der Orde, uitmuntend door wijsheid, deugd en beleid. "Wat mgr. Jans sens ontvangen heeft, heeft hij aan zijn orde en aan O. L. II. trachten weer te geven met woeker Mgr. Diepen besloot met het uitspreken vari de beste wenschen voor den jubilaris en teven3 voor de Cistercienser-Orde. Daarop dankte mgr. Janssens. Het gemengd koor van St. Jacob, te 's-Herto genbosch, luisterde deze bijeenkomst op door sshoonen zang. Met bisschoppelijke assistentie van mgr. Die pen celebreerde mgr. Janssens daarop in de kloosterkapel een pontificaal Lof. Het gemengd koor van St. Jacob zette veel luister bij aan deze plechtigheid welke beslo ten werd met een juichend „Te Deum". Vele der gasten toefden daarna nog eenigen tijd in dit gastvrij „Onsenoort". De hoogwaardigste gemeraal-abt vertrok gis teren naar Versailles. - itsj - R# r - ii V I .jt J fij A ,.v: A.' a.-, H&sfrprc .ft P-a MÉÊm IN TRANSSYLVANIE HAD DE ONTHULLING PLAATS van een standbeeld voor den overleden koning Ferdinand van Roemenië; de patriarch vam de orthodoxe Roemeensche kerk sprak de inwijdingsrede uit INSTELLING DER CODIFICATIE COMMISSIE Hoe de codificatie in hoofdzaak zal geschieden Looals reeds per telegraaf gemeld werd, heeft d9 Paus de reeds langer verwachte commissie ingesteld, welke het kerkelijk recht der Oos- tersche Kerk zal codificeeren. De naam van kardinaal Gasparri, die niet alleen als diplo maat van den eersten rang, maar ook als rechtsgeleerde van den allereersten rang zoo'n goeden klank heeft, zal ook aan deze codifi catie, eveneens als die van het algemeen ker kelijk recht, onafscheidelijk verbonden blijven. Ook nog de naam van een anderen kardi naal, die niet zooveel genoemd werd bij de codificatie, maar die daarin toch ook een zeer groot aandeel had, zal aan de nieuwe codifi catie verbonden blijven, n.l. de naam van kar dinaal Sincero, den grooten hervormer der Oosterseke Congregatie en den man van de codificatie van het Oostersche recht. De nieuwe codificatie zal in hoofdzaak die van het algemeen kerkelijk recht volgen. Het kerkelijk recht toch, dat voor een groot gedeel te op de onveranderlijke theologische waarhe den steunt, is voor een groot gedeelte hetzelfde voor de Oostersche en Westersche Kerk. Die canons, welke voor de Oostersche Kerk verschillend zijn, zullen de bestaande canons van het algemeen kerkelijk wetboek vervangen. Hier en daar zullen ook geheel andere canons ingevoegd moeten worden. Voor sommige materies verschillen echter de wetsbepalingen voor de verschillende Oos tersche kerken weer onderling. In deze geval len zal in den tekst als wetgeving de bepaling worden opgenom.iï, welke het meest van kracht is in het bosten en zuilen de variaties, welke slechts gelden voor t: ns of meerdere der Oos tersche kerken, in voetnoten aangegeven wor den. Behalve de kardinalen Gasparri, Sincero, Cerretti en Elirle en do secretaris, mgr. Cicog- nani, die de commissie vormen, zijn daaraan nog verschillende consulten toegevoegd. Voordat men werkelijk overging tot het co dificeeren van het Oostersehe recht, werden de verschillende patriarchen, bisschoppen en auto riteiten der Oostersche Kerken gevraagd naar hun meening omtrent da mogelijkheid en de meest practisehe wijze van codificatie. DE TRICOTAGE-ATELIERS TE TREEBEEK Ecu telegram van de IC. v. K. te Heerlen aan den minister van Waterstaat. De Kamer van Koophandel voor de mijn streek heeft het volgende telegram aan den minister van waterstaat gezonden: Plet bestuur der Kamer van Koophandel voor da Zuid-Limburgsclie mijnstreek te Heerlen, verzoekt Uwe Excellentie dringend geen ge volg te geven aan het in de pers gepubliceerde telegrafische verzoek voor terugname van den begrootingspost inzake tricotage ateliers te Treebeek. Het bestuur wordt daarbij geleid door de houding door onze Kamer steed3 ten aanzien van het in 't leven roepen van neven industrieën ingenomen. Wat betreft 't vraag stuk van staatsdeelname in het algemeen, wenscht de Kamer zich geen partij te stellen. Gezien echter het feit, dat er door de Ned. par ticulieren weinig kapitaal ter beschikking wordt gesteld voor oprichting van nieuwe indu strieën in ons mijndistrict en deze absoluut noodig geacht moeten worden voor de tewerk stelling van on- of volwaardige en vrouwelijke aibgidskrachten, acht zij de oprichting van de fabrieken te Treebeek een groot belang voor de streek en kan het ten aanzien van deze deelname in een bizonder geval, dit voorbeeld van staatswege, niet anders dan toejuichen. DE DAGVAARDING WAS NOODIG De Rechtbank te Arnhem heeft onlangs in een civiel vonnis beslist, dat er geen burger lijk proces mogelijk is zonder dagvaarding. Er waren partijen voor die Rechtbank verschenen en bij de door hen overgelegde stukken be vond zich geen inleidende dagvaarding. Zij heeft toen dec elscher in zijn vordering niet ontvankelijk verklaard, uit overweging, dat de wet voorschrijft dat ieder rechtsingang met een dagvaarding aanvangt, welk voorschrift van openbare orde ia en waarvan partijen door geen handelingen of overeenkomst kunnen afwijken. Een onderzoek naar den verbouw in ons land Evenals vorige jaren werd op verzoek van de Directie van den Landbouw door de burgemees ters der gemeenten, waar de karwljteelt van beteekenis is, een onderzoek ingesteld naar de met dit gewas bezette oppervlakte. Het bedoelde onderzoek heeft thans plaats gehad in 60 gemeenten, in welke in het jaar 1928 88 pCt. van de in Nederland met karwij zaad bezette oppervlakte was gelegen. In deze 60 gemeenten blijken thans 5026 H.A. karwij- zaad voor den oogst 1930 te velde te staan, tegen 3167 H.A. in 1928, hetgeen dus de zeer belangrijke vermeerdering van 59 pCt. betee kent. Op grond van deze gegevens kan de totale in Nederland met karwijzaad voor den oogst 1930 bezette oppervlakte thans geschat worden op omstreeks 5700 H.A., tegen bijna 3600 H.A. in 1928. Opgemerkt zij, dat volgens de voorloo- pige opgaven in 1929 3903 H.A. met karwij voor den oogst in dat zelfde jaar waren be zet. In vergelijking daarmede heeft dus eene -uitbreiding van 46 pCt. plaats gevonden. De uitbreiding van de karwij:eelt heeft niet in alle deelen des lands in dezai.'-' ate plaats gevonden; in 8 gemeenten van i._ provincie Zeeland is de oppervlakte zelfs vrijwel constant gebleven, namelijk 329 H.A. tegen 331 H.A. in 1928. In de provincie Groningen daarentegen is de uitbreiding het sterkst. Hier staan in 30 gemeenten thans 2922 H.A. karwijzaad te velde, tegen 1615 H.A. in 1928, hetgeen dus een vermeerdering van niet minder dan 82 pCt. beteekent. In Noord-Holland en in Westelijk Noord-Brabant heeft de uitbreiding in gelijke mate plaats gehad, namelijk met ongeveer 45 pCt. In eerstgenoemde provincie is in 11 ge meenten 1226 H.A. met karwij bezet, tegen 844 H.A., en in 8 gemeenten van Noord-Brabant 490 H.A. tegen 339 H.A. in 1928, De oogst van karwijzaad heeft in 1928 5140 ton bedragen, terwijl in de periode 1 Juli 1928 30 Juni 1929 7677 ton werd uitgevoerd en 69 ton ingevoerd, waardoor de aanwezige voor raad dus eene vermindering van 2468 ton on derging, ongeacht het binnenlandsch verbruik en de hoeveelheid, die door schooning vóór den export nog uitviel. Hoe groot de aanwezige voorraad op 1 Juli 1929 nog was, valt niet vast te stellen, aange zien omtrent lie tbinnenlandsch verbruik geen voldoend nauwkeurige cijfers bekend zijn. V. E. I. D. E. K. E. Een rijke avond van bloeiend leven Men meldt ons uit Maastricht: De Limburgsche beschaving is wellicht de oudste van Nederland en in den loop der hls torie wist zij zich te handhaven, gelijkwaardig met dio van andere gewesten. Wil Limburg in eigen schoon leven niet onder den voet geloopen worden, nu de strijd tusschen hooge walmende schoorsteenen en onze torenspitsen met den dag tragischer wordt, dan dienen met kracht de eigen zeden, de eigen taal als 'n kostbare traditie en levens opvatting behouden te worden. Waken tegen alle verwording onzer hoog staande Limburgsche cultuur is dan ook bet doel en streven van de gewestelijke vereent ging. Te half acht had Woensdag-avond in de Leo- Stichting de jaarlljksche vergadering plaats waarop in het besti'ur werden gekozen <je hee ren: Notaris van Wassen, te Sittard, Vonster- mans en kapelaan Schlenden. In Sittardsch dialect heette de voorzitter de talrijke aanwezigen, waarbij we o.a. opmerkten burgemeester van Oppen, wethouder Grossier en dr. van Gilst, insp. van het Kath. Onder wijs, welkom. Werkelijk stemming brengende verrassing was de aanwezigheid van 'n dialect-vriend uit Aken (Did.) van de Ver. Aacliener Plat, welke 'n heilgroet van V. E. L. D. E. K. E. in Aëche- ner Plat vertaalde en 'n schels vol tintelenden humor voordroeg. Pastoor Meyer uit Haelen, geboren Venlo- naar, liet de Venloscbe „veugelkes" in stem- 70 worden verwacht. f^G EEN GEWELDIG CONTRAST O De W: OVERREDEN EN OVERLEDEN Gisterenmiddag is in de Kloosterdreef te Eindhoven-Woensel het 7-jarig zoontje van de familie B. uit de Wassenaarstraat aldaar, door een vrachtauto overreden en onmiddellijk over. leden. Maandagmiddag Is op de Woenselsche Markt te Eindhoven het 5-Jarige zoontje van den heer B., Slagerstraat, spelenderwijs on der een vrachtauto geraakt en overleden. Londen, November 1929. Niets is opvallender dan het geweldige con trast tusschen den reusachtigen opzet der Shannon-werkên en de materieele achterlijk heid van het land. Die materieele achterlijkheid constateer ik zonder er iets ongunstigs mede te bedoelen, temeer daar hiertegenover staat een benijdenswaardige moreele „vroolijklieid" of superioriteit, welke men in de économisch liooger ontwikkelde landen van Europa be zwaarlijk vinden zal. Maar 't is niet in dit ver band dat men, sprekend van de Sliannon-wer- lten, Ierland beoordeelen moet. De Shannon* werken zijn een materieele, niet een moreele prestatie, en 't zou heel zeker een ernstige (en toch door velen gemaakte) fout zijn al datgene wat in Ierland op stoffelijk gebied gebeurt en bestaat onvoorwaardelijk te prijzen omdat dit land zulk een diepen zedelijken indruk op den bezoeker achterlaat. Wie iets ziet van de dorpen en stadjes van Ierland, wie de vaak zeer ondoeltreffende woon- gelegenheden, de op 't platteland zoo achterlijke verkeersmiddelen, de voor een deel erbarme lijk slechte wegen leert kennen, vraagt zich met verbazing af, of Ierland op de eerste plaats behoefte had aan een electrificatieplan, terwijl toch, met uitzondering van enkele centra, het land nog volstrekt niet op een materieel peil staat, waarop algemeen gebruik van electricl- teit verwacht kan worden. In de meeste Iersche dorpswoniingen zou een electrische lamp den zelfden indruk maken als een hooge zijden hoed op 't hoofd van een prehistorischen Kelt. Uit niets blijkt dat Ierland zich reeds bij electrici- teit aangepast heeft, of dat het zich in de jaren van zelfbestuur zoodanig ontwikkeld heeft, dat er een groote economische vraag naar electri- schen stroom ontstaan is. Deze wordt thans door een reusachtige propaganda over het ge- heele land kunstmatig opgewekt, iets, waarte gen, nu de Shaunon-werken een voldongen feit zijn, natuurlijk geen enkel bezwaar bestaat. Maar dit doet niets af aan onze verwondering over de omstandigheid, dat vijf jaren geleden tof uitvoering der Shannon-werken besloten werd, terwijl er toch op ieder gebied nog zoo onnoemelijk veel gebeuren moest om dien wer ken een ecouomischen raison d' êtré te geven. Alleen om politieke, niet tam economische re denen kon Ierlands onafhankelijkheid van En gelschen steenkool de regeering van den Vrij staat als zulk een onmiddellijk overwegend be lang voorkomen. Wat ik eerst Jn Ierland vernam in geen Engelsche krant had ik vroeger hieromtrent iets gelezen was, dat bet plan om den hee- len Ierschen Vrijstaat van één centraal hydrau lisch krachtstation uit te electrificeeren, zijn oorsprong gevonden had niet bij de Iersche re geering, doch bij de Siemens-Schuckertwerke, te Berlijn, 't Verhaal gaat, dat een jong Iersch ingenieur, in dienst bij de Duitsche firma, het plan om Ierland onafhankelijk te maken van Engelschen steenkool bij zijn principalen aan hangig gemaakt had; dat Siemens-Schuckert zich hierop in verbinding stelde met de Iersche regeering, en voorstelde plannen te ontwerpen, welke aan een onpartijdige commissie va,n des kundigen zouden worden voorgelegd. Deze com missie bestond nit een Zweed, een Noor en twee Zwitsers. Ieren of Engelschen werden niet uit* genoodigd zitting er in te nemen. Het verhaal omtrent den ovèrigens niet ge noemden en blijkbaar volkomen geëclipseer- den Ierschen ingenieur, die zijn land onafhan kelijk wilde maken van Engelschen steenkool, om het des te afhankelijker te maken van Duitsch Staal en Duitschen arbeid, vinden wij ook in de officieele uitgaven der Siemens- Schuckertwerke, en er wordt aan toegevoegd, dat „indien eenige Engelsche firma de zaak op dezelfde wijze aangevat had, er weinig twijfel aan schijnt te bestaan, dat zij dezelfde kansen zou hebben gekregen", een zin, door Siemens Sehuckert ontleend aan een ongeteekend arti kel in „The Engineer" van 2 December 1927. Dit is natuurlijk onjuist. Zelfs thans, zoo vele jaren later, werden er, terwijl ik in Dublin was, in den Dail uitvoerige en vinnige debatten gevoerd over het feit, dat de regeering haar veto uitgesproken had over de toekenning hij aanbesteding van een gemeentelijke leverantie aan een Britsche firma (Belfast), en de oppo sitie liet duidelijk uitkomen, dat het veto ge ïnspireerd was door het feit, dat deze 80 jaar- oude en zeer bekende firma Noord-Ierscli was. De waarheid is, dat geen Engelsche firma eenige kans gehad zou hebben opdracht te krij gen tot electrificatie van het land, en dat het twijfelachtig blijft, of de Iersche regeering op eenig ander initiatief dan dat van een Duitsche firma zou zijn ingegaan. Ik zon hierover minder uitvoerig hebben uit geweid, indien de triomfantelijke Iersch-Duit- sche stemming te Ardnacrüshna en omgeving, welke nog al aanstootelijk was voor een inter nationaal gezelschap, mij' hiertoe geen aanlei ding gegeven had. Elders, en vooral te Dublin, heeft Ierland mij redenen gegeven tot harte lijke sympathie, maar aan de oevers van den Shannon werd die sympathie opgëeischt via Berlijn, en dat nog wel op vrij arroganten toon. Men wilde daar onze sympathie voor Ierland afhankelijk maken van onze adoratie voor Duitsehland, en van onze volstrekte negatie van het bestaan van Engeland. Mijn Ierschen vrienden moeten 't mij niet euvel duiden, in dien ik hieraan niet meedoe. A ',ri| diS Maar ik heb een andere roden gehad hier®P nader in te gaan. De „stemming", wélke naD den Shannon heerschte, was in zekeren 2155 kenschetsend voor de waarschijnlijk nog vee meer geprononceerde stemming, waarin eeniS jaren geleden besloten werd het land door Sft mens Sehuckert te laten („laten" lijkt hij een betere uitdrukking dan „doen") eleetr» ceeren, en dit maakt 't eenigszins verklaarba8 dat overgegaan werd tot uitvoering van reusachtig en op zichzelf bswonderenswaai'dL werk, waartos 't land zelfs thans nog niet ®c°" nomiscli rijp schijnt te zijn. Ik gaf reeds eenige cijfers, waaruit blijkt, h°® ver de consumptie van electrischen stroom n®° achterstaat bij het minimum, dat verbrui15 moet worden .opdat de Shannon-werken econ°' mische rechtvaardiging vinden en electricity tegen matigen prijs zal kunnen worden ve>' schaft, Ik wees er ook op, dat 80 verbruft wordt door de hoofdstad en haar omgeving ongeveer 't eenige deel van Ierland, dat op dernen leest geschoeid is. De rest van 't laü gebruikte in 1928 niet meer dan 13 milWft eenheden, en deze zeer geringe consumptie 1 geheel in overeenstemming met het bekoorlijlft doch achterlijke karakter dat de provincie n®' vertoont. Langs kunstmatigen weg kunnen diverse gasmaatschappijen geleidelijk uit u6- weg geruimd worden. De bevolking kan laI1.l zamerband gedwongen wórden tot 't gebrul van electriciteit. Teneinde de Shannon-werk® tot een economisch suces te maken, zou z®1 ofschoon ik niet gehoord heb dat hiervy sprake is de invoer van petroleum t>el)el7, kunnen worden. Men krijgt den indruk, dat d Shannon-werken een soort nationale eerezaa zijn, ofschoon de eenige, die er eer mee lnle^J Siemens Sehuckert is. Maar loonend kan electrificatie van Ierland toch alleen dan wanneer 'tland zich economisch zoodanig 00 wikkeld heeft, dat een veel grootere vraag na8 electriciteit ontstaat dan tot nu toe gebeersc heeft. Enkele dagen nadat wij Limerick verf» ten hadden, besloot de gemeenteraad van de stad een aanzienlijke uitbreiding der electf sche straatverlichting. Terecht achten de meenten zich verplicht het goede voorbeeld geven, en op Limerick, bij 't estuarium van de Shannon gelegen, rust deze plicht meer. dan, w eenige andere stad. Maar een wandeling twintig minuten door Limerick leert ons, da het aan ontelbare andere dingen oneindig ve meer behoefte heeft dan aan electrische lichting van zijn meerendeels armzalige en vallen straten- Er is in deze stad zoo ontzaglijk veel te doen, o®1 haar eenigszins op peil te brengen van een f gelsche provinciestad, dat zij met betreltki tot de. electrificatiewerken als de spiegel ry 't geheele land beschouwd kan worden, 't Is he mooi, wanneer een stad met electrische la,npN, verlicht wordt, maar een zeer belangrijke via.j..; is: hoe ziet datgene, waarop 't licht valt, er u' Men kan zich niet onttrekken aan den 5 druk, dat door het Shannon-schema de hee toestand in Ierland geforceerd wordt. Ik aan den directeur van een reizend toonee 8 zeischap, die een olifant van papier maclié kocht heeft, en nu, ten einde dit inventarisstL productief te maken, alleen stukken wil W° ren, waarin een olifant voorkomt. Ik heb hooren beweren, dat voorloopig 't^ ceS van 't Shannon-schema bijna uitsluit® zal afhangen van de vraag of het district D blin zijn consumptie van electrischen str°° zal opvoeren. Met andere woorden erke wordt, dat de provincie nog niet in zoodaP stadium verkeert, dat van haar een voldoet^, afname kan worden verwacht. Toch bevat «I Wei', za: "knier 00151 t^dini *sni ««hoi 15 Voc di U! »rVon >htt ■i .t-esr do l|'ht V: "Sen ^oor :%en ['«"ie, 4 '^tne 8rt 'tean V •'lil vs at •V« la: üelto] com 1 «en »6t >e Vc 1 aa Is 5 va Zr do Of meer dan vier vijfden der bevolking, maar vier vijfden verbruikten in 1928 nog niet deel van de electriciteit, welke alleen in district Dublin verbruikt werd. De stroom® sumptie in de provincie bedraagt dus per ho dar bevolking minder dan 1/16 van die in metropolis en het omliggende gebied. Men bijgevolg denken dat op 't platteland eri in r provinciesteden nog een geweldige vraag n electriciteit kan worden verwekt, maar, schoon in die richting gewerkt wordt door gedeeltelijk op de inkomens gebaseerde tar is het toch van de bevolking van Dublin, de Shannon board voorlooig haar heil wacht. ,k, Dit nu strookt volkomen met den 111 Li- dien wij van de Iersche provincie gekregen hen, maar de economise'.»? ojpzet van-het S non-scliema wordt hierdoor nog raadselacU 1 g. Het is mogelijk dat, dank zij een krachtig® paganda en electrificatie van gemeente* het minimum van 10.000.000 eenheden bin1^. afzienbaren tijd bereikt kan worden, maar begrijpelijk is het dat men hiervoor rekent de hoofdstad, welke in absoluten zin ruim maal, in relatieven zin ruim zestien maal ker van electriciteit voorzien is dan de Pr° 0. cie. Stelt' men dan in de ontwikkeling der 1 vincio geen werkelijk vertrouwen Gelooft niet, dat de provincie binnen 'n jaar of tien doende gemoderniseerd zal zijn, sociaal en nomisch, om een veel grooter afzet van ele citeit te worden dan het district Dublin. niet zoo heel ver over de 400.000 inwoners 't Heeft er allen schijn van. Maar dan m ft fi de economische overwegingen welke tot ele)e[d- ficatie-werken op zoo reusachtigen schaal den, ook een onoplosbaar raadsel. *00 «tra Mei j«ai *0(1 «lir Oen 4dj Sc) 'lei *n *0| tee «Ir «ie «n la *a «e Mr Sc h< Kr «r te DE BELGISCHE TROEPEN. DIE AKEN BEZET HIELDEN, zijn thans eek weggetrokl^ Generaal Poulfiur Inspecteerde de troepen yóór Jiet yerta-ek

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2