het levend harmonium
FEUILLETON
I
t
r -w
V j
CAROLINE ORMESBY'S
MISDAAD.
PAGltf £OENSDAG 4 DECEMBER 1929
TWEEDE BLAD.
PAGINA
4).
S»
Naar het Framsch.
Nou, daaraan heb ik ook een broertje
°°d, verklaarde Pariselle, nu alle vertrou
wen in zijn bezoeker stellend.
Om kort te gaan, hernam Dormeil, hij
tne: Breng een blauw briefje aan Pari
>eUe met mijn dank.
Een blauw briefje?
Ja, honderd frank.
Honderd pop? Dat is nog eens mooi
*an hem!
Hij houdt van goed werk, en het
,cHfjnt, dat uw familieleden er mochten zijn.
De ander was zichtbaar gevleid.
Ja, ik had een vader van de overledene
°P den kop getikt, eenvoudig eenig! Ze noe-
hem den kolonel, omdat hij adjudant
j^weest is. Maar je moet hem hebben, als
"ij nog nuchter is. Na twaalven drinkt hij
ftad een stuk door.
Ook de nichtjes mochten gezien wor
den.
Ik heb er maar twee geleverd, de der
4® Was de eigen vrouw van mijnheer Borès,
Best mogelijk, zei Pierre achteloos
Misschien kwam zij om een handje te helpen
*- Dat zal wel zoó Wezen. In elk geval,
'k heb de zaakjes netjes voor mekaar gekre-
Been, zoodat de overledene menschen in
Haar lijkstoet had. 'tls treurig, op zulk een
foment niemand achter je te hebben.
Dat zegt u wèl, m'heer Parisselle.
Hier is uw.... snoepje.
**- Zult u mijnheer Borès vooral bedanken?
Zal niets aan mankeeren.
- Zeg hem, dat ik altijd voor hem klaar
•'a, ah hij iemand te begraven heeft.
Ik zal het hem zeggen. Wat ben ik u
®ehuldig voor de rum?
Kom, neem nu geen loopje met me.
Dat kan op de honderd pop makkelijk
Hjen.
Dan is het aan mij u dank te zeggen.
Tot ziens, m'heer Pariselle.
Van harte goedendag, mijnheer. Mijn
•toeten aan mijnheer Borès en zijn dame.
Ik zal de boodschap overbrengen.
Pierre vertrok. Met. een opgeruimd g<
'ftat deed de tapper hem uitgeleidt! tot aan
deur.
Uitstekend! dacht Dormeil, de rue Le-
Wc terugloopend. Mijn personages worden
duidelijker, ik Volg het goede spoor. Het komt
®r nu op aan spoedig den groo .m patroon
1® opreken om te zien, wat dia uitstekende
fean in zijn schild voert.
V.
Ur. Dupallon liep met groots schreden op
®h neer in zijn kabinet aan den quai de
Pasy; nu en dan trad hij naar zijn werk
tafel en greep een half verkreukeld nummer
avan l'Impartial Universel, waarvan een ar
tikel met blauw potlood aangestreept was.
Die kwajongen! Waar bemoeit hij
zich mee! riep hij woedend. Ik ken dien
Journalist niet. Laat hij zich met zijn eigen
zaken bezighouden en niet met de mijne.
Een oogenblik bleef hij stilstaan om het
öog eens over te lezen.... nu ovei'iuid, als
"Wilde hij het in zijn geheugen prenten.
„Gisteren hebben wij vermeld, dat de be
zemde redenaar Balorier zich in een land-
Huisje teruggetrokken heeft Kort na zijn
aankomst aldaar heeft Balorier zich zeker
Ongesteld gervoeld, want hij heeft een br-
*oek ontvangen van Dr. Dupallon Ruar.t.
beroemden chirurg, met wien hij ecu
•root uur alleen gebleven is. Onze mede-
Werker, Pierre Dormeil verzekert ons, dal
de geneesheer bij het verlaten van het land-
huigje, toen hij in zijn auto stapte, vo'ko-
tóen gerustgesteld scheen over de gezond
heid van zijn cliënt. Toch heeft hij verzocht
•een enkelen bezoeker tót den beroemden
Pedenaar te laten doordringen. Wij twijfelen
Wet, of de goede zorgen van Dr. Dupallon
Ruant zullen Balorier weldra de gezondheid
terugschenken en wie weet! zijn welspre
kendheid van vroeger. Onze medewerker
denkt het herstel van den eminenten rede
naar van nabij te volgen en hoopt hem
deze week te ondervragen.
De tong van dat heertjs is wel wat
lang! Daar moet ik orde op stellen en spoe
dig ook, zei Dupallon de courant verfrom
melend.
Er werd aan de deur geklopt.
Binnen!
De deur ging geruischloós open, en Hip-
polyte, zijn trouwe kamerdienaar trad bin
nen. Hij had nog altijd het listige voorko
men van den apache, de matte teint van
het Parijsche straattype; zijn schurken-
oogen schenen zich slechts weifelend er.
met weerzin op de dingen te Vestigen. Met
sleepende stem kondigde hij aan.
Die Pierre Dormeil, dien Mijnheer ont
boden heeft, is er.
Ha, ha! Hoe ziét hij èr uit?
Een kleine brani, die net kijkt, Of hij
over alles ruzie Wil maken.
Dat zullen we spoedig weten. Laat hem
hier komen en blijf achter de deur met
hetgeen er noodig is om tusschenbeide te
komen, wanneer ik fluli
Begrepen.
Zeg eens, heb je iemand naar Zijn
woning gezonden voor hetgeen ik Je gezegd
heb?
Ja, patroon, het zal gesteld worden,
terwijl hij met u spreekt.
Mooi! Laat dien fameuzen brani dan
maar binnenkomen.
Hippolyte verliet het kabinet en leidde
weldra den journalist binnen.
Toch inderdaad mijnheer Dormeil?
vroeg Dupallon Ruant brutaal, zich vóór
Pierre plaatsend, en hem met zijn beken
den blik koud en doorborend in de óogen
ziende.
Dat ben ik, dokter, antwoordde de an
der glimlachend.
Dus de onruststoker, die dat artikel
over mij in l'Impartial geschreven heeft?
Met uw verlof dokter, permitteer mij
eerst 'n zetel te nemen óm vervolgens mijn
bloc-notes voor den dag te halen.
Er is hier geen stof voör een interview,
mijnheer,
Zeker wel, doktér! Er is altijd atóf
voor een interview, wanneer mén do eer
heeft in uw tegenwoordigheid te Worden
toegelaten, antwoordde Pierre met spotten-
den blik.
Uw complimenten heb ik niet nóó-
dig. Waar bemoeit zich mee? Héb ik U
verzocht over mij te spreken?
Als u mij dat gevraagd hadt, ZOU ik
het niet gedaan hebben: dat behoort ónder
de rubriek publiciteit, én dat ia mijd fttdee-
ling niet.
Mijn zaken gaan mij alleen aan.
Een groote dwaling, dokterl U behoort
aan de geschiedenis, uw minste daden
moeten opgeteekend worden. Dat zijn de
kleine ongemakken van den roem, waarde
meester!
Houd met die grappenmakerij tui maar
op mijnheer! Ik beveel u uitdrukkelijk, let
wel: ik beveel u uitdrukkelijk mijn naam
niet meer in uw koolblad te noemen.
- Welk een mooi artikel voor morgen!
zei Pierre op zijn bloc-notes krabbelend.
L'Impartial als koolblad betiteld!"
Daar maal ik wat om, maar ik wil
door niemand bespionnéerd worden, en ais
deae waarschuwing niet voldoende is...
Ik luister steeds, dokter.
...Zal ik er met u voor goed een eind
aan maken.
Wat u aan Balorier te zeggen hadt,
moet dan wel hoogst ernstig geweest zijn.
daar u mij met zulke uitersten bedreigt?
zei Pierre op vragenden toon.
Dat gaat u niet aan.
Een journalist komt het altijd te we
ten.
Neen, mijnheer, u zult niets weten,
om de eenvoudige reden, dat, wanneer u
volhoudt u in mijn zaken te mengen, men
zich niet langer met de uwe zal bezig hou
den.
Weet u wel, dokter, dat u zeer inte
ressant wordt?
Waarlijk? lachte Dupallon Ruant hoo
nemd. Dan zal ik u eens van mijn bedoe
lingen te uwen opzichte op de hoogte bren
gén.
Dat meende ik u juist te vragen.
Luister dan. Den eersten keer den bes
ten, dat u het waagt nogmaals over mij
te spreken, zal ik heel de pers, dus ook.
in l'Impartial Universel, als eerste mede-
deeling voorkomen:
„Dezen morgen is ouzp eminente mede
werker, Pierre Dormeil.
Dank U wel, dokter, voor dat bijvoeglijk
naamwoord!
„...plotseling overvallen door een zeer
ernstigen aanval van blinde-darmontste^-
king, hetgeen zijn Onverwijlde overbrenging
baar het ziekenhuis van Dr. Dupallon Ruant
noodig maakte
Van dan eminenten dokter, verbeterde
Pierre lachend.
die terstond tót een operatie moest
overgaan, welke uitstekend geslaagd is.
Welke uitstékend geslaagd is; u ver
baasd me, dokter! spotte de journalist.
En nu hert bericht, dat den volgenden dag
zal Verschijnen:
Ondanks de nauwlettende zorgen van Dr.
Dupallon Ruant
ik begrijp het al; de operatie.
voorproefje geven van de ontvangst, di" u
daar ten deel zal vallen, ondanks u-.v ver
maardheid als welingelicht journalist.
Dank u, voor al de moeite, die u doet.
De geneesheer nam den hoorn van het
telefoontoestel op zijn bureau.
Hallo!... Geef mij de prefecture de
policemijnheer Valenture, particulier
secretaris
Ik schrijf nog steeds op, dokter. Dat
kan mijn ^neefjes nog te pas komen, wan
neer die lëelijke appendicitis mij mocht ha
letten morgen deze notitie te publiceeren
Hallo... u zelf, waarde Valentin?.. Dr.
Dupallon Ruant.Ja.Heel goed, dank u.
Luister eens goed... ik zou uw bijzondere
aandacht willen vestigen opja, een ta
lentvol journalist, die sedert ecnigen tijd
ernstige blijken van zielsverbijstering geeft
Nog al sterk, dokter, zei Pierre lachend.
Zijn naam?... Pierre Dormeil... Ja,
ren jonkman van talent.Maar ik heb daar-
cen een onrustbarend gesprek met het ge
voerd. hij meent, dat alle chirurgen moor
denaars zijn en spelt hun de zwaarste mis-
d rijven op den mouw.Neem daar no
titie var... het komt mij voor, dat hij aan
getast is door een zeer geprononceerd be
gin van vervolgingswaanzin... Als hij zi-'h
den een of anderen dag aan eenige buitep
spórigheid zou overgeven.of zich het
slachtoffer wanen van een of ande
ren duisteren toelegJa, ja Wij moe-
Ik opereer niet bij mij aan huis, ant
woordde Dupappon kortaf. Vaarwel, mijn
heer! Als ik u een goeden raad mag geven
gooi dan bij uw thuiskomst al uw aantee-
keningen terstond in het vuur en houd op
u met mijn persoon te bemoeien, anders zon
u niets overblijven dan orde op uw zaken
te stellen en aan een betere wereld te den
ken.
Brrr! Ik krijg een gewaarwording als
leefde ik weer in de schoone dagen der
Inquisitie, waarover zooveel geschreven cn
gestreden is. U ontbreekt, slechts de kap
met twee gaten en daarbij een dikke was
kaars in de hand! Niettemin ik dank u
wel voor dit spannend interview.
De geneesheer was aan zijn bureau gaan
zitten en drukte pp een knop: Hippolyte
verscheen.
Breng mijnheer tot aan het hek.
Zo-nder zich verder om den journalist te
bekommeren begon hij een muziektijdschrif
open te snijden dat op het bureau lag.
Tot ziens, dokter! zei Pierre ten
afscheid.
—Neen, mijnheer, vaarwel!
Wie weet
't Is de laatste maal, dat u vóór mij ver
schijnt.
Meh kan nooit weten, waarde meester.
En Hippolyte volgend vertrok Pierre.
Zoodra het hek achter den reporter ge
sloten was, drukte de dokter nogmaals
p— v
- X
- --
v i «I I
l
PT* - M
iSOmMKUmi
EEN BOXER-HONÜ UIT AMSTERDAM braoht dezer dagen elf jongen ter wereld; de moeder zoowel als liet kroost, waarmede zij de wereld
Verrijkte, verkeeren, zooals men ziet, in Wakenden welstand.
is de heer Pierre Dorme'l bezweken
aan een pneumonie, tengevolge van de ope
ratie, die hij gisteren doorstaan heeft.
Bidt voor hem!Dokter, u ztjt waar
lijk een bewonderenswaardig man, u ruimt
de menschen op met een meesterschap,
een Borgia waardig.
Eén zaak ziet u hierbij over het hoofd,
waarde meester; om mij te opereren van
blindedarmontsteking heeft u mijn toestem
ming noodig.
Die kan ik wel missen: 't is niet zoo
moeilijk iemand tegen zijn wil te grijpen.
Dat schijnt u inderdaad een gewoonte
te zijn.
Wat wilt U daarmee zeggen?
O niets, 't was een opkomende ge
dachte zonder eênig belang. Maar wanneer
ik na mijn vertrrek van hier als u mij
ten minste laat vertrekken eens naai
den prefect van politie ging om hem een
verslag van ons onderhoud te geven?
Ha, ha! schaterlachte de geneesheer.
De prefect van politie? Ga er gerust, heen,
waarde heer; doch laat mij u eerst eens een
ten de maatschappij tegen zulke uit het
evenwicht geslagen lieden behoeden, vóór
zij schade kunnen berokkenen.Dank u.
A propos, geheel tot uw dienst voor de ope
ratie, waarover u mij gesproken hebt
van mevrouw uw nicht.... gratis... dat
sprekt van zelf.... Het zal mij een genoe
gen zijnNeen.Neen.Tot weldra,
niet waar?
De geneesheer hing den hoorn weer op
en wendde zich tot Pierre.
Welhu, n "nheer de journalist?
'tls mooi, evenals alles wat antiek
is.U moet me aan Nero denken... alleen
met wat minder houding: een Nero in
hemdsmouwen!
We zullen het hierbij laten, mijnheer
Dus kam ik heengaan!
Dat 1b het woord niet; ik zet u aan
de deur.
Hoe? Zal ik in de gang niet een uwer
trouwe dienaren vinden om mij... te b;-
tooveren, of ontvang ik niet een per on
geluk verkeerd aangebrachte snee met den
bistouri?
op een knop en bracht dem hoorn van een
kleine huistelefoon aam zijn oor.
Teeklen aan: Pierre Dorme(il! redac
teur van l'Impartial, 17 rue de Berlin. Laat
Jean-Louis na middernacht aan het werk
gaan om dat heertje zoo vlug mogelijk op
te ruimen. Hij vertrekt juist van hier:-laat
hem volgden opdat ik wete, wat hij uitvoert.
Pierre had intusschen den metro geno
men en wandelde nu in de avenue des
Champs. Elyssées om wat orde in zijn ge
dachten te brengen.
Het gesprek met Dupallon Ruant had
hem duidelijk aangetoond, wat deze ver
schrikkelijke geneesheer kon wezen, en hij
twijfelde nu geen oogenblik er meer aan.
dat deze in de ontvoering van Mona Caldré
betrakken moest zijn. Van den anderen
kant, Pierre, was te openlijk als tegenstan
der opgetreden om niet te moeten veronder
stellen, dat Dupallon alle middelen zou
aanwenden om hem kort en bondig te ver
nietigen. Moest hij den geneesheer openlijk
aanvallen of in het geheim zoeken hem te
ontmaskeren?
Dormeil zag helder in, dat zijn tegenstan
der te machtig was om met hem te worste
len zonder list te gebruiken. Het gespre.'i
met den secretaris van den politieprefert
toonde dat duidelijk genoeg; dus zou het
veel wijzer zijn uit eigen beweging te ver
dwijnen, vóór de scalpel en de bistouri van
den al te bekwamen chirurg hem naar de
andere wereld gezonden hadden. Nu hij wist
op het goede spoor te wezen, zou hij veel
gemakkelijker incognito kunnen optreden
De handigste taktiek zou inderdaad Zijn
in den geest, van den dokter twijfel aan de
werkelijke verdwijning van den reporter te
verwekken en rondom hem iets als een on
zichtbare tegenwoordigheid te scheppen,
die hem ten zeerste moest hinderen. Daar
voor had Pierre een zeer goeden reden: hij
had meermalen opgemerkt., dat groote mis
dadigers zich door een of andere Onwille
keurige onhandigheid laten grijpen, wan
neer zij een toezicht om zich heen voelen,
dat hen steeds omgeeft, en dat ze toch niet
zien of duidelijk kunnen omschrijven. Da
aandacht, die zij aan de opsporing dezer
geheimenis wijden, doet hen vergeten zich
aan elke zijde te dekken en veroorlooft een
verborgen, maar oplettend toeschouwer
hun kwetsbaar punt te ontdekken.
Op dit oogenblik liep hij voorbij den
Schouwburg Femina en bracht een bezoek
aan zijn ouden vriend Daüvin, den admi
nistrateur ervan, die hem blijde ontving.
Goeden dag, oude vriend! Brengt u
mij een stuk voor de Jeugd-Matinée's? Wij
'iebbe.n een hoogst aangename herinnering
an uw miss Plum Cake bewaard. Eigen-
ijk blijft u ons nog zijn dubbelganger
schuldig.
Helaas, mijn waarde, ik werk op dit
oogenblik aan een drama dat al mijn tijd
n beslag neemt. Ik kom u even de hand
(rukken en u een blaadje postpapier en
'en enveloppe vragen.
Met nog een sigaret op den koop toe,
riendlief. Ga aan mijn bureau zitten.
Pierre schreef snel een briefje aan den
lireeteur van l'lmpartial:
„Hooggeachte Directeur, wees izoo wel
willend morgenochtenr aan te kondigen,
lat ik onverwijld naar Moekden vertrek,
ten einde op de plaats zelf het verloop van
een pest-epidemie te bestudeeren. Ontvang
Jen hartèlijken dank van uw toegewijden.
PiERRE DORMEIL"
—Kunt u dit even door een knecht naar
l'Impartial laten brengen?
Gaarne goede vriend! Robert, neem je
riets, en... als de wind!
Pierre drukte den administrateur de
hand en liep de straat op. Daar bemerkte
hij een man met slappen, afhangenden hoed,
die aandachtig een wihkeletalage scheen te
bekijken, doch intusschen den ingang van
van schouwburg niet uit het oog verloor
—Kijk kijk, die goede dokter laat mij vol
gen. Ik heb goed gedaan mijn briefje door
een knecht te laten wegbrengen.
Hij kedk op zijn horloge.
Ik heb nog twee uren vóór mij. Dan
zullen wij dien ijverigen volgeling eem
laten loopen!
Hij riep een taxi aan en liet zicli naar
de place de la Bastille brengen, waar hij de
Julikolom. besteeg. Beneden zag hij zijn
spoorzoeker staan, die hem trouw wachtte.
Te voet volgde hij eenige straten an reed
in een ander rijtuig naar den Eiffeltoren,
dien hij tot het eerste plat beklom. Zoo
kwam hij ten slotte weer in de rue d'Am-
sterdam terug en zag, dat zijn volgeling
hem nog niet verlaten had. Pierre ging naar
hem toe en zei lachend.
Doe mijn groeten aan Dr. Dupallon
Ruant, en zeg hem, dat hij tweemaal da
gelegenheid verzuimd heeft om op mij da
wet van den val der lichamen te bestudee
ren.
Hij keerde den verbijsterden man den rug
tóe en ging naar zijn eigen woning. Emilia
wachtte hem reeds:
Er zijn heel wat menschen voor mijn
heer geweest.
(Wordt vervolgd).
door
HERBERT ADAMS.
(Geautoriseerde vertaling.)
28.
Hij kwam met ons, zeide Vera, maar Caro
line beeft ons ontheven van de taak om hem
t>®sig te houden. Misschien zijn de praatjes in
St. Miehaels Court daar de schuld van.
Caroline antwoordde niet en Daphne kwam
tusschenbeide. Wij dwalen af, zeide zij. Het
heeft geen zin ieders naam te noemen, aange
ven er niemand is. dien wij kunnen verdenken.
Toch blijft het feit bestaan, dat een van de
Vannen of een van ons het ding gestolen heeft,
t'anaf dit oogenblik zal ik paarlen hatenl Wij
Voeten ons van iedere verdenking zuiveren.
De
detective zal hier vanmorgen komen. Zullen
^ij hem onze bagage laten doorzoeken of moet
Schrik dat doen?
Ik heb nog nooit een detective gezien,
Jachte Enid. Ik ben benieuwd hoe hij er uit
®al zien.
Een getrouwd man met groote handen en
boeten en oogen die dwars door je heen kijken,
*®ide Judy.
Indien hij dwarB door mij heen kijkt, zei-
Enid, zal hij veel zien, maar geen paarlen.
Wij moeten ernstig blijven, zeide Daphne,
'k zal den detective en De Schrik zeggen, dat
mijn kasten kunnen doorzoeken. Ik kan
n®tuurlijk even goed schuldig zijn als jullie.
Haar indien jullie er op tegen hebt, dat een
Van jullie kleeren doorzoekt., kan de Schrik
het zeu doen. De bedoeling is, dat wij naar haar
hamer gaan, waar zij zich er van overtuigen
hau, dat wij het snoer niet bij ons hebben. Dan
•aan wij naar den wedstrijd en terwijl wij daar
zijn wordt al het andere nagezocht. Gaan Jul
lie daarmede accoord?
Allen stemden toe. Wat konden zij anders
doen?
Vertel het aan niemand andera, voegde
Daphne er nog aan toe. Het ls verschrikkelijk
om daar naar het veld te moeten gaan en een
wedstrijd te spelen, terwijl dit boven onze
hoofden hangt. Het zal me een mooie wed
strijd worden. De mannen zijn ook geheel van
streek.
Ik zal dengene verdenken, die het slechtst
speelt, verklaarde Euid. Het kwade geweten!
Vanavond zal èr een minder hier zijn, tel
de Eva grimmig. Twintig hier aan het diner
en een in de gevangenis.
HOOFDSTUK XXIV.
Onzekerheid.
Mr. Summers deed zijn uiterste best de som
bere wolk, die boven zijn logeer-gasten hing,
voor zijn personeel te verbergen. Het is moei
lijk te zeggén in hoeverre hij daarin slaagde.
Wanneer ln gesloten kamers geheimzinnige
bijeenkomsten worden gehouden, wanneer in
rustige hoekjes druk gefluisterd wordt, wan
neer de heele atmosfeer vol ls van twijfel en
onzekerheid is het niet erg waarschijnlijk, dat
diegenen, die er op getraind zijn waar te ne
men, wat er om hen heen gebeurt, onbekend
blijven met de groote feiten, hoewel de details
natuurlijk voor hen verborgen blijven.
Dat er ,,lets aan de hand" wa* bleek ook
duidelijk uit het feit, dat alle gaeten, op mrs.
Neilson na, naar het crlcketveld vertrokken,
terwijl hun gastheer en diens dochter achter
bleven. Tot aller verrassing volgde toen het
bevel aan Gordon, dat mr. Summers den auto
noodig had, waarmede hij zich naar zijn club
in de stad liet rijden.
Vanuit de veilige eenzaamheid van een tele
fooncel sprak hij daar met Colonel Marlow, den
hoofdcommissaris van dat district. Colonel
Marlow deelde zijn zorgen en zeide, dat
hij hem inspecteur Blake kon aanbevelen
alB een bruikbaar en discreet man, op wien h!J
kon rekenen en die deze zaak zeer nauwkeurig
zou onderzoeken.
Mr. Summers wandelde dua naar het hoofd
bureau van politie, waar hij Blake vond, die
reeds door zijn Chef wao ingelicht. Blake was
een wakkere, keurige heer en indien zijn oogen
al niet overal dwars doorheen konden zien, wa
ren zijn handen en voeten toch ook niet van ab
normale afmetingen. De zaak werd hem spoe
dig duidelijk gemaakt.
Ik wil voor de bedienden niet weten, dat
u een detective ls, zeide mr. Summers. U kunt
beter voor een architect doorgaan, die mij ad-
vlezen komt geven voor enkele herstellingen.
Zooals u wilt, sir, zeide Blake, hoewel uw
personeel het wel vreemd zal vinden, dat u een
Vreemden architect gaat halen en dat wel op
den dag van een van uw cricket-matches.
Dat is zoo. Wat wilt u voorstellen?
Het ls Wel wat moeilijk, antwoordde de
detective. Soms ben ik zelf een bediende, an
dere malen weer een gast. Indien wij de zaak
in eens tot een eind kunnen brengen, behoef
lk niet bij u te blijven logeeren, maar indien u
dit wel wenscht, is het architecten-idee on
bruikbaar.
Dat is zoo, zeide mr. Summers. Het beste
zal geloof ik zijn, dat u gewoon meekomt
lunchen als een vriend, dien ik onderweg heb
opgepikt. Indien de zaak niet is opgelost, kan
lk u overhalen om vannacht te blijven logee-
ren. Mijn dochter kan de bedienden uit den weg
houden, terwijl u het onderzoek Instelt. Wij
zullen de meesten naar buiten zenden om den
wedstrijd gade te slaan.
Zoo gebeurde het, dat een half uur later in
specteur Biake met mrB, Ne.lt t, mr. Summers
en Daphne gezeten was in de bibliotheek van
Ellton Park, waar hij uit den mond van De
Schrik haar eigen verslag van het gebeurde
aanhoorde.
De bedienden zijn Uitgesloten? vroeg de
detective, nadat zij haar verhaal beëindigd had.
Absoluut, zeide Daphne.
Dat beperkt het aantal mogelijkheden ten
zeerste. Waren al uw gasten tegenwoordig bij
de vroolijkheid op en om de trappen?
Allen, die in het huls logeeren.
Heeft een hunner zich tijdens het ver
maak ook even verwijderd?
- Ik weet het niet zeker, zeide Daphne, tot
wie de vragen gericht waren, aangezien mr.
Summers afwezig geweest was tot na da ont
dekking van den diefstal.
Indien een der gasten het snoer gestolen
heeft, zeide Blake, kan hij natuurlijk best het
gevaar beseft hebben, dat hij zou loopen, zoo
lang hij het gestolene bij Zich droeg. Hij zou
het dus ergens verborgen kunnen hebben om
het later in het geheim weg te halen. Is er
iemand gedurende eenige oogenblikken weg
geweest
Ik geloof het niet, antwoordde het meiBje,
maar ik ben er allerminst zeker van. Natuur
lijk was het allemaal erg kinderachtig maar
wij waren veel te opgewonden om op elkaar
te letten.
Nu begrijp Ik, waarom hij aanbood ge
fouilleerd te wórden! riep mrs. Neilson uit.
Wie bood dat aan? vroeg Blake.
Mr. Warner Pat Warner, zooals ze hem
noemen. Ik zeide hem, dat hij ze weggenomen
had en toen riep hij „fouilleer mij" maar hij
had ze natuurlijk al lang verstopt.
Pat heeft het niet gestolen, zeide Daphne
verontwaardigd.
Waarom beschuldigt u hem? vr»eg de in
specteur.
Omdat hij zeide, dat hij het wel wilde
aehteroverdrukken en omdat ik hem in mijn
kamer zag! En hij heeft mij er den geheelen
avond tusschen genomen door liedjes omtrent
Grootmama te zingen en naar mijn beenen te
kijken
U zag hem in uw kamer? herhaalde Blake,
het belangrijkste uit haar betoog naar voren
brengend. Wanneer was dat?
Laat mij het verklaren, zeide Daphne. Wij
hadden kussens noodig voor het geval, dat er
iemand zou vallen. Er waren er beneden niet
genoeg' en daarom vroeg Pat mr. Warner
aan mrs. Neilson of hij er enkele uit haar
kamer kon halen.
Waren de paarlen er nog toen hij naar
binnen ging?
Natuurlijk lagen zij er, verklaarde de
Schrik. Maar daarna niet meer.
Hoe lang daarna vermiste u ze?
Ongeveer twintig minuten.
Hebt u in dien tusschentijd nog Iemand
anders in uw kamer gezien?
Neen.
Mttar Caroline Ormesby is er nog binnen
geweest! riep Daphne uit, en ik had dat even
goed kunnen doen en nog een half dozijn ande
ren ook.
Maar Pat Warner zei, dat hij ze wilde
stelen, hield de oude dame vol.
Dat is belachelijk, Daphne wond zich op.
Mr. Warner maakte een gekscherende opmer
king tegen mij daarover aan het diner en toe
vallig hoorde iedereen het.
Je schijnt je erg druk te maken om dien
jongen dief te verdedigen, zeide mrs. Neilson
hatelijk.
Hij is geen dief! Ik zal hem verdedigen.
Hij en ik zijn verloofd!
Daphne was langzamerhand woedend gewor
den op de vrouw, waar zij toch al steeds een
hekel aan had en zij liet het geheim uit haar
mond vallen voor dat zij zich daarvan be
wust was.
Terstond had zij er spijt van. Er viel een
plotselinge stilte. Mr. Summers, die tot nog toe
niet veel gezegd had kwam nu tusschenbeide
Wat zeg je daar, Daphne, vroeg hij.
Ik zeide, dat Pat en ik verloofd zijn. Dat
is ook zoo. Maar het spijt mij vreeselijk, vader,
dat u dit op deze wijze moet hooren. Wij waren
van plan het u te vragen, voor de week uit
was. lk kan echter niet verdragen, dat er zul
ke dingen over hem gezegd worden.
Haar vader zag haar enkele oogenblikken
vol pijnlijke verbazing aan. Hij beminde haar
meer dan wat ook en was niet van plan haar
geluk in den weg te staan, maar de aankondi
ging op dat oogenblik en onder die omstandig
heden was een groote schok voor hem.
Wij zullen daar nu niet verder over pra
ten, zeide hij rustig, eerst moet deze zaak opge
helderd worden.
- Een lekkere vrijer, zeide mrs. Neilson
hatelijk. Ik ken hem derde zoon van sir.
Timothy Warner een Iersche baronet. Arm
als een rat. Hij moet natuurlijk geld trouwen.
Dat is een leugen! Hij ls eerlijk als goud.
Stil Daphne, beval haar vader.
Zij heeft het recht niet zulke dingen te
zeggen! het meisje zag hen met vlammende
oogen aan, maar de inspecteur redde de
situatie.
Ik geloof, dat ik nu wel weet, wat er ge
beurde, zeide hij, zal ik de bagage nazien? Na
tuurlijk zal ik niets vinden.
Waarom niet? vroeg de Schrik. Kent u
uw vak niet?
Ik hoop van wel, glimlachte Blake, maar
niemand, die weet. dat zijn bagage doorzocht
Wordt, zal het gestolene daarin verbergen. Ik
zal in alle hoeken en gaatjes van de kamera
zoeken. Er moet de een of andere bergplaats
ontdekt worden. Het ie .beet mogelijk, dat ik
niet zoo gelukkig ben het bij mijn eerste po
ging te vinden. Het voornaamste is, vervolgd#
hij tot mr. Summers, er voor te zorgen, dat nie
mand het terrein verlaat of lets per post ver
zendt. Het zal meer succes opleveren de bagage
te onderzoeken op den dag, dat zij vertrekken
dan nu, maar ik zal het natuurlijk probeeren.
Inmiddels was de cricket-wedstrijd begonnen.
Majdor Waldegrave, die hij afwezigheid van
mr. Summers tot aanvoerder van 't huie-elftal
was benoemd, won den toss en had gekozen
eerst te batten. Lithgow en Mason waren we
derom het eerst ingegaan maar de zaak liep
niet zooais het moest. Mason had weliswaar
de eerste twintig runs vrij vlug gescoord, maar
bij 42 waren reeds vier wickets verloren. Da
heele atmosfeer verschilca bij die van den
vorigen dag. Iedereen scheen lusteloos en som
ber gestemd. Charlie Goss, de predikant, die nu
in het huts-elftal medespeeide, wist niet, wat
er van te denken. Natuurlijk was het jammer,
dat mr. Summers en Daphne thuis vastgehou
den werden door drukke bezigheden, zooals
hem verteld werd, maar hij kon niet begrijpen,
waarom iedereen zoo verstrooid en lusteloos
was. Hij deed zijn best hen op te wekken en
verweet zich, dat hij niet in vorm was. Och
arme. Hij kon niet weten, dat het eenige onder
werp waarover zij niet uitgepraat zouden ko
men, voor hem verboden terreih was. Een ploeg
kon moeilijk opgewekt spelen, terwijl zij ieder
oogenblik konden verwachten, dat de politie
op het veld zou verschijnen om een hunner
weg te halen.
Charlie had het over het spannende slot van
den wedstrijd van den vorigen dag en betwij
felde of de scheidsrechters gelijk gehad had
den, Wanneer een wicket viel. nadat de tijd
verstreken was, twijfelde hij er sterk aan of
er nog een nieuwe speler aan bat mocht gaan.
Men moest het maar eens voorleggen aan da
M. C. C. Verschillende spelers bespraken deze
zaak met hem, maar het scheen niemand
bijster te interesseeren, zoodat de conversatie
spoedig uitstierf. (Wordt vervolgd).
f