FEUILLETON IN VOLLEN GLANS Defensie, Wegenfonds en Staatsmijnen aangenomen De Tweede Kamer op vacantie ZATERDAG 21 DECEMBER 1929 PAGINA 2- Toen er kermis gevierd was. DE INTERNAT. KOLONIALE TENTOONSTELLING TE PARIJS GOEDKOOPE TREINEN OP ZONDAG DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST DE V/ET OP DE BESMETTELIJKE ZIEKTEN DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIE EEN SCHOT MET HAGEL OP ZI&* VROEGERE VERLOOFDE GELOS? VOOR-HISTORISCHE VONDST AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN, WARM DEBAT OVER DE „STAATSTRICOTAGE" Op een hol naar het het „Staatssocialisme" Angst van den dominee WELVERDIENDE FELICITATIES Minister Deckers zag zijn begrooting van de fensie aangenomen met 51 tegen 27 stemmen. Allo moties van den soc.dem. heer ter Laan werden getorpedeerd. Zoolang een weermacht noodig wordt geacht, dient er ook behoorlijke zorg aan besteed te worden. Het wetje inzake de „Vuilafvoer-Maatschap pij" kreeg de gemoedelijke minister-president er zonder slag of stoot door. En minister Reymer, die ons telkens ver baasd heeft door de levendige zekerheid waar mee hij de discussies volgt en de verschillende opmerkingen beantwoordt had het vrij ge makkelijk met de wegenfondsbegrooting. Kunstmatig zwaar belasten wil de minister zijn fonds niet; er moest nu eenmaal een rijks wegenplan gemaakt worden en daarop is voort gebouwd. Dat het niet een ideaal is, erkent de bewindsman door de eenvoudige mededeeling, dat aan snelle herziening van dit plan wordt gewerkt. In groote lijnen hield de minister aan zijn schriftelijk uitgedrukte meening vast, dat hij in de verbinding bij Nijmegen een landsbelang ziet en hier, onafhankelijk van onderhandelin gen met de gemeente, voortgang wil maken, zal velen in den lande verheugen. De Katholieke heer Vos, die het, trots de vacantie-stemming, waagde nog over de wegen van West-Brabant te beginnen, zal voor de ver vulling van zijn wenschen, moeten wachten op de regeling van het groote wegverkeer van Rot terdam naar het Zuiden. En de tollenDekam- per Floris Vos mag aan de gemeenten gaan ver tellen dat zij niet te gauw moeten rekenen op rijksgeld bij de opheffing van tollen, al is de Staat voor zooveel mogelijke bevordering van deze opheffing. Van replieken werd afgezien: de reces-stem ming hielp den minister aan een snel succes. Z. h. st. werd zijn begrooting aangenomen. Toen kwam de begrooting van de Staatsmij nen in Limburg aan da orde, maarover die begrooting zelf werd bijna niet gerept. De eeni ge critiek kwam van den soc.-dem. heer Drop Deze is tegen de subsidies aan kerkgenootschap pen, die in de reusachtig-groeiende Mijnstreek voor zulke enorme moeilijkheden staan, dat leder, die het wel meent met de arbeidersbe volking, geen bezwaar kan hebben, dat door de mijn-directies ook wordt geholpen in het voorzien van den geestelijken nood van zooveel duizenden. Het feit echter, dat de Kamer blijkbaar het volste vertrouwen stelde in de leiding van de Staatsmijnen, was voor den minister een kost baar argument om deze leiding ook te vertrou wen in het bijzonder geval waar een warme dis cussie over ontstond. Wat is de zaak? In het Limburgsche mijnbedrijf werken een 35.000 arbeiders en een anderhalf duizend in genieurs en beambten, aan wie een 60 millioen per jaar verloond wordt. Duizenden en duizen den hangen af van deze Industrie, die nog altijd lijdt ouder tekort aan geschikte arbeidskrach ten. En dit tekort ontstaat vooral door het ge brek aan neven-industrieën, waarvan het gevolg is, dat vooral meisjes geen werk kunnen vinden noch Invalide arbeiders. Het is een bekend feit, dat het Nederlandsch bankkapitaal de eigen industrie maar matig steunt: Limburg ondervindt daar de gevolgen van. En nu- is er een jonge N.V. opgestaan, die in het gebied van de Staatsmijnen te Treebeek een tricotage-fabriek wil oprichten, welke een 200 meisjes werk zal kunnen verschaffen. Het Is een klein begin, maar het is een begin. Voor de onderneming is 350.000 noodig en de Staats mijnen meenen, dat zij er voor 100.000 aandee- len in moeten nemen. De leiders van de staats mijnen zijn geen socialisten; het zijn menschen die getoond hebben te weten wat hun industrie eischt en heel de Mijnraad waarin voorman nen zetelen als philips en Waller heeft de geste van de leiding der Staatsmijnen goedge keurd. Liberaal Holland is echter Je trompet gaan blazen. Althans er is geblazen in liberale bla den. Maar of het door de vertegenwoordigers van de nationale industrie werd gedaan, is een andere vraag. De katholieke heer Hermans, die het wetsontwerp op rustige en zakelijke wijze verdedigde zei doodsbedaard, dat particuliere agenten van buitenlandsche ondernemingen het hardst protesteerden. De Nederlandsche industrie heeft van de concurrentie van dit kleine semi-staatsbedrijf niets te vreezen, maar het bedrijf is een eerste uitkomst voor een deel van de Z.-Limburgsche bevolking, die alleen op de mijn-industrie, waar toch moeilijk vrouwen in kunnen werken, is aangewezen. Van liberale en vrijz.-dem. zijde werd het voorstel der regeering bestreden. De heer Kete laar meende, dat men hier met verkapte protec tie te doen had (en de gemeentewinkels in 's heeren Ketelaar's dierbaar Amsterdam?) en dat men de nijverheid niet aan een bepaalde streek moest opdringen (de kolen zouden misschien naar Amsterdam moeten gebracht?) en dat vakopleiding maar elders moest worden ge zocht. Maar de heer Krijger, die op grond van een zevenjarig contact met de mijnstreek, de be hoeften daar beter kent, tapte uit een ander vaatje en verdedigde den begrootingspost. Zijn partijgenoot, de heer Lovinlc, die het voorstel bestreed, verzwakte eigen stelling wel zeer, toen hij eerlijk verklaarde „te weinig met de mijn industrie op de hoogte te zijn". Dat de minister van deze uiting gebruik maakte In zijn verde diging, was te begrijpen. Onder geweldig lawaai verkondigde dominee Kersten plechtig, „vastelijk" overtuigd te zijn, dat wij op een hol naar het Staatssocialisme gaan. Maar toen minister Reymer later heel nuchter opmerkte, dat hij betwijfelde of de heer Kersten eigenlijk wel wist wat staats socialisme was, zweeg onze staatk.-geref. staats man in alle talen. De soc.-dem. ir. v. d. Waerden verdedigde het voorstel der regeering met zulk een vuur en warmte, dat hij de vacantie-lustige leden tot zwijgen bracht; hij wil de werkgelegenheid uit gebreid zien en meent, dat men de directie der staatsmijnen in deze zaak de vrije hand moet laten. Natuurlijk moest de heer Wijnkoop er toen wel tegen zijn; hij achtte niet alleen de „mijn- chauvinistische" speech van den heer v. d. Waerden buitengewoon gevaarlijk „van proleta risch standpunt" maar was ook overtuigd, dat de soc.-democraten zich „listiglijk" lieten van gen door de katholieken. De roode broeders lachten en Monseigneur, die met genoegen ir. v. d. Waerden's speech beluisterde, lachte har telijk mee. Kort maar krachtig verdedigde minister Rey mer het voorstel; kranig sloeg hij de overdreven aanvallen van liberale en vrijz.-dem. zijde af en hield zich zuiver bij de zaak, zonder af te dalen in „principieele" beschouwingen. Stemmen, zei de Kamer. Hoe moeten we tegen dezen post in het bizon der stemmen? informeerde de liberale leider bij den Voorzitter Fluks timmerde mr. Boon een afwijzend amendement in elkaar. Met 21 tegen 54 stemmen werd het liberale amendement verworpen. „Roomschen en rooden zijn met vereende krachten ten strijde getrokken", schreef het li berale „Handelsblad" in een somber artikel. Maar wat moet. het blad dan zeggen van het samengaan van liberalen en vrijz.-dem., ver sterkt door een c.-h. smaldeel en de dominees Lingbeek en Kersten, Flori3 Vos enWijn koop? De begrooting ging er nu natuurlijk zoo door en de minister kreeg wei-verdiende felicitaties. Van alle kanten stoven de leden ook naar den president, die met een kort speechje de Kamer gedankt had voor haar medewerking. Dat de dank voor de uitstekende leiding óók gemeend was, heeft mr. van Schaik wel onder vonden. EEN VISSCHERBSCHIP BEDEKT MET EEK DIKKE LAAG IJS IK DE HAVEN VAK BOSTOKop het oogenblik heeft men overal in de Vereenigde Staten zeer veel last van de ernstige koude, die zich wel zeer fel demonstreert JALOUZIE, RUZIE EN SCHIETEN Een vechtpartij met de bedoeling om „vrees aan te jagen" H. en v. S. waren op 4 September met een tweetal meisjes naar de Blaricumsche kermis geweest. Den geheelen avond werd duchtig feest gevierd en de beide jongelui rekenden er dan ook op de meisjes thuis te brengen. De dames bleken echter andere plannen te hebben. Zij sloten zich ten slotte aan bij een aantal La' rensehe jongelui en de meisjes. Bij de Torenlaan haalden zij de wandelaars in en verd. H. heeft hier een revolver getrok' ken en op De Leeuw, die tot het Larensche ge- zeischap behoorde, een schot gelost. De Leeu^ werd drie vingers boven de hartstreek getrof' t'en, de linkerlong werd doorboord. Dit revol verschot werd gelost nadat een vechtpartij had plaats gehad tusschen v. S. en den getroffene- H. en v. S. waren na de vechtpartij met hun auto's doorgereden, om een oogenblik later te rug te komen; bij het passeeron heeft verd. H- het schot gelost. H„ wonende te Hilversum, had zich voor de Amsterdamsehe Rechtbank te verantwoorden. Hem was ten laste gelegd: poging tot dood slag, subs, zware mishandeling, meer subs- veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Verschillende getuigen werden gehoord. Verdachte vertelt dat hij slechts de bedoelinS gehad heeft vrees aan te jagen. De Officier van Justitie, mr. De-Blécourt, eischt wegens zware mishandeling en veroor zaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld één jaar gevangenisstraf. De uitspraak wordt bepaald op heden over veertien dagen. GESLAGEN EN GETRAPT Deelneming van Ned. Indië, Suriname en Curasao DE ALGEMEENE COMMISSIE. Bij K. B. zijn benoemd tot lid van de Aige- meene Commissie, ingesteld ten behoeve van de deelneming van Ned. Indië, Suriname en Curagao aan de in 1931 te Parijs te houden Internationale Koloniale Tentoonstelling: ae heer P. C. Adriaan, directeur van de Ned. Stoomvaart Mij. „Oceaan"; mevr. de douairiaire Jhr. O. J. B. van Beresteyn geboren Tromp; de heeren A. Bierens de Haan, oudste firmant van Pakhuismeesteren van de thee, Chr. Eeuwens, directeur van de Ned. Ind. Mij. tot voortzetting der zaken van den Linde en Tevens en Stok vis en Zonen, Ltd.; A. C. H. Horstmann, di recteur van de Ned. Kol. Petroleum Mij.; John J. Jacobson, industrieel; G. H. Jiskoot, lid der fa. G. Harkema, makelaar in tabak; mr. B. H. A. van Kreel, directeur van de Deli-Spoorweg Mij.; mevr. J. W. J. A. Barones van Lynden geboren von Schmidt auf Altenstadt; de hee ren W. Ch. van Heutz, industrieel; Fd. G, Schürmann, voorzitter van den Kon. Ned. Mid denstandsbond en A. G. Verbeek, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Gravenhage. Moet daaraan een einde komen? Door den heer Duymaer van Twist zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende vra gen gesteld: 1. 13 het juist, dat op Zondag 8 December een aantal extra-treinen van Amsterdam naar Haarlem en van Amsterdam naar 's Graven- hage hebben geloopen tegen verlaagd tarief? 2. Zoo ja, hoe is deze handelwijze van do spoorwegdirectie overeen te brengen met de uitdrukkelijke verklaring van den Minister, afgelegd in de Tweede Kamer van 15 Novem ber, dat het rijden van goedkoope treinen op Zondag door de regeering zeker niet mag wor- j den uitgelokt, en dat, voor zoover het plaats beeft, bevorderd zal worden, dat hieraan een einde komt? OPLICHTINGEN. Door het O. M. bij de rechtbank te 's-Her- togenbosch werd tegen H. C. K. te Eindhoven, die in Son, Eindhoven en Den Bosch, 16 op lichtingen had gepleegd, 1 jaar gevangenisstraf geëischt. Centrale verpleging in Drenthe De korten tijd geleden in werking getreden nieuwe besmettelijke ziektenwet eischt, dat elke gemeente al of niet in samenwerking met andere gemeenten, de beschikking heeft over eene ge legenheid voor verpleging van besmettelijke zieken. De Drentsche gemeenten zijn hiertoe door den Inspecteur vqor de Volksgezondheid in twee groepen verdeeld, n.l. een groep Assen een een groep Hoogeveen. Voor de verpleging van besmettelijke zieken in de barakken van het ziekenhuis Bethesda te Hoogeveen zijn aange wezen, behalve uiteraard genoemde gemeente zelf: Coevorden, Dalen, Emmen, Dwingelo, Ha- velte, Meppel, Nijeveen, Oosterhesselen, Ruinen, Ruinerwold, Schoonebeek, Sleen, de Wijk, Zwee- loo, Zuidwolde. In verband hiermede had giste renmiddag op uitnoodiging van het College van B. en W. van Hoogeveen een conferentie plaats van vertegenwoordigers der besturen van genoemde gemeenten, waarbij ook tegenwoordig waren de Inspecteur voor de Volksgezondheid, benevens het bestuur en de Directeur van Be thesda. KOLONEL J. G. PABST. f Donderdagavond is plotseling overleden de kolonel der Huzaren te Amersfoort J. G. Pabst. Overschrijvingen in het postgiroverkeer met Polen De directeur van den postchèque- en giro dienst brengt ter kennis .van belanghebbenden, dat met ingang van 1 Januari 1930 overschrij vingen kunnen geschieden tusschen postreke ningen aangehouden bij. den Nederlandschen postchèque- en girodienst eenerzijds, en die aangehouden bij dezen dienst in Polen ander zijds. Van genoemden datum at bestaat derhalvt gelegenheid tot het doen uitvoeren van over schrijvingen in het internationale postgirover keer met België, Dantzig, Denemarken, Duitsch- land, Frankrijk (met Algiers), Hongarije, Oos tenrijk, Polen, Yougoslavië, Tsjecho-Slowakije, Zweden en Zwitserland. FRANKEERING BIJ ABONNEMENT VOOR MONSTERS. Met ingang van 1 Januari 1930 kunnen in het binnenlandsch verkeer monsters bij abon nement gefrankeerd worden. Hiervoor gelden dezelfde regelen als voor frankeering bij abon nement voor gedrukte stukken. Het minimum-aantal tegelijk aan te bieden stukken bedraagt bij geregelde verzending ten minste eenmaal per maand: 100 stuks, en voor de overige monsters, welke op vooruit vastge stelde tijdstippen worden verzonden, 500 stuks. VOOR OUD-GEPENSIONNEERDEN. In 't gister door ons blad gepubliceerd bericht onder dezen „kop" was sprake van een motie- Suring; dit is een vergissing. Het was de idee- Suring, in het belang van de oud-gepension- neérden, die minister de Geer uitvoerbaar acht te, overnam en nu in een wetsontwerp ver werkt heeft waarvan de spoedige indiening door ons werd aangekondigd. Het achtsfe vliegtuig in AllahabaTd Het achtste postvliegtuig is gisteren om 6.30 uur uit Karachi vertrokken en om 10.25 in Jodpoer aangekomen. Daar is het om 11.20 weer opgestegen en het arriveerde om 16.55 in Alla habad. Het vijfde retourvliegtuig Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat de P. H. A G. R. gistermorgen 5.55 uur uit Bangkok is vertrokken en te 12,15 te A'iyab is gearriveerd. Blijkens bericht van de Indische P. T. T. administratie had het vijfde retourvliegtuig bij het vertrek uit Medan in totaal aan boord: 18 zakken luchtpost voor Amsterdam, 6 voor 's-Gravenhage en 3 voor Rotterdam met een totaal bruto gewicht van 381.225 K.g. Het heeft in Bangkok 21 K.G. mail uit Sai gon met bestemming Parijs en 4 K.G. mail met bestemming Amsterdam meegenomen. De post uit Saigon wordt te Bangkok aange bracht door een extra Fransch vliegtuig van de maatschappij „Air Asie", welke maatschap pij steeds bij tijds gewaarschuwd wordt, wan neer een Nederlandsch vliegtuig op uit- of thuisreis, Bangkok aandoet. De hoeveelheid mail, die op tusschenstations in ontvangst wordt genomen, neemt toe, naar mate de K. L. M. vluchten AmsterdamBata via meer bekendheid verkrijgen. HENGSTENKE URINGEN. De Minister van Staat, Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat de gewone keuringen van tot dekking be stemde hengsten in het voorjaar 1930 zullen worden gehouden op: Zuid-Holland: 13 Februlari te Rotterdam, voor type tuig- en trekpaard; 13 Maart te Rot terdam voor paarden van andere typen. Zeeland (alleen voor hengsten, type trek paard): 4 Februari te Zierikzee; 5 Februari te Kattendijke en Hulst; 6 Februari te Axel; 7 Februari te Oostburg. DE GROENE PLEUREUSE Donderdag 26 December (2en Kerstdag) en Vrijdag 27 December geeft het Ver. Rotter- damsch-Hofs-tad-Tooneel, directeur Cor van der Lugt Melsert) de eerste vertooning van: „De Groeno Pleureuse" (La Pluma Verde), een Spaansche comedie in drie bedrijven door Pedro Munóz Seca en Petro Perez Fernandez. De hoofdrollen vervullen o.a. Fie Carelsen, Louise Kooiman, Anton Roemer, Alex Faassen Jr., Jan van der Linden, Daan van Ollefen Jr. Regie en décor van Eduard Veterman. HET EERSTE IJS Het heeft gedurende de laatste dagen In Groningen zoo sterk gevroren, dat heden reeds de ijsbaan te Helpman voor kinderen zou wor den geopend en als de vorst aanhoudt, Zondag a.s. ook voor volwassenen. Het ijs verkeert In prachtige conditie. Gevangenisstraf van zes maanden geëischt De Amsterdamsehe Rechtbank veroordeelde gisteren een 29-jarigen loswerkman tot een jaar gevangenisstraf overeenkomstig den eiscö van het O. M., terzake van poging tot dood slag j In den vooravond van 29 Augustus had hi) bij een ruzie op de Kermis een medefeestgan ger een messteek toegebracht. Ten vervolge van de zaak tegen J. P. H. uit Hilversum, die terecht stond wegens zwaT® mishandeling stond gistermiddag voor de Vijfde Kamer der Rechtbank terecht M. van S., siga' renmaker, wonende te Hilversum. Hem was mishandeling ten laste gelegd. Hl) zou in dien bewusten Kermisnacht M. de Leeu* hebben geslagen en getrapt. Uit de getuigenverklaringen dezelfde g®" tuigen, gehoord in de zaak tegen J. P. H. blijkt, dat verd. Van S. De Leeuw heeft mif handeld. Een der getuigen heeft Van S. Q°# toegeroepen. „Houdt op, sla dien maan toch niet zoo, hij is getrouwd en hij heeft een kind! Maar Van S. is doorgegaan en heeft tenslotte nog getrapt. Het O. M„ waargenomen door mr. De Blé court, wijst er in zijn requisitoir op, dat ver.'S schuld wel vast staat. Van een dreigende hou ding van De Leeuw is geen sprake geweest. De Officier van Justitie eischte tenslotte een g vangenisstraf van zes maanden. De verdediger, Mr. S. de Jong, dringt aan op een boete of op eeu zeer geringe straf. Uitspraak op 2 Januari a.s. Alleen maar om schrik aan te jagen Donderdagmiddag stond voor het Gerechtshof te Arnhem terecht de arbeider H. B. G., terzake dat hij op 24 Augustus van dit jaar op zijn vroe gere verloofde mej. Kluin een schot met hag®' had gelost in haar woning, te Apeldoorn. Verd. ontkende de bedoeling te hebben gehad, mej- Kluin te dooden, hij had haar alleen maaf schrik aan willen jagen. De procureur-generaal mr. Cnopius vroeg 1° zijn requisitoir vernietiging van het vonnis vao de rechtbank te Zutphen, waarbij verd. waS vrijgesproken en hem opnieuw te veroordeeleh tot zes maanden gevangenisstraf. Cf Bij Rathenow in de buurt van Halle zijn praehistorische graven ontdekt. Er werd o> een dubbelgraf gevonden, dat naar schattin# 4500 jaar oud moet zijn. In het eene graf Ver' de beenderen en een steenen bijl, in 'ie tweede 2 rijk versierde aarden vaten gevon den. Ook werd een urnenkerkhof gevonden- waarvan de oudste urnen 3.000 jaar oud mo®" ten zijn. Tot nu toe zijn 150 urnen met asch van lijken en verscheidene uit brons en ijzer vei" vaardigde sieraden gevonden. De turfkoopman Koning te Beerta, die eerg'3' teren aldaar door een auto werd aangereden, 1 aan de gevolgen daarvan overleden. VRIJ NAAR HET ENGELSCH van F. FARGUS. 14). Zoo namen wij afscheid. Het rijtuig wachtte, om mij weer naar het hotel te brengen. Op mijn weg daarheen kwam ik den man voorbij, die Macari gemoemd was door Coneri. Hij gaf den koetsier een teeken, om stil te houden, en nam dan naast mij plaats. Hebt u den dokter gesproken, Mr. Vaug- han? vroeg hij. Ja, ik kom juist van hem vandaan. U hebt alles van hem gehoord, wat u weten wilde, hoop ik? Op zeer veel vragen heb ik antwoord gekregen. Maar niet op allemaal! Con«ri wilde ze niet allemaal beantwoorden! Hij lachte, op cynische, spottende wijze. Ik zweeg. Als u mij gevraagd hadt, ging hij voort, zou ik misschien meer verteld hebben dan Coneri. Ik kwam, om Dr. Coneri al de inlichtingen te vragen die hij mij kon geven, betreffende den geestestoestand van mijn vrouw, welke toestand u bekend is, naar ik meen. Als u mij iets kunt zeggen, wat voor mij van nut kan zijn, dan verzoek ik u, te spreken. Hebt u hem gevraagd, wat de oorzaak was? Ja, het was een schok, zei hij. En u vroeg hem,wat voor schok. Dat heeft hij niet gezegd, hé? Hij had er zijn redenen voor, om het niet te zeggen, denk ik. Juist! Voortreffelijke redenen, familie redenen. Als u mij wat naders kunt zeggen, weest u dan zoo vriendelijk. Niet hier, Mr. Vaughan. De dokter en ik zijn vrienden. U zoudt misschien terugrennem, en hem te lijf gaan en dat zou mij blameeren. U gaat terug naar Engeland, vermoed ik? Ja, ik vertrek onmiddellijk. Geef me uw adres. Misschien schrijf ik. Of beter, als ik de neiging voel, om mededeel zaam te worden, zal ik u een bezoek brengen, den eersten keer dat ik weer in Londen ben, en dan tevens mijn opwachting maken bij Mrs. Vaughan. Ik was zóó verlangend, om deze zaak te door gronden, dat ik hem mijn kaartje gaf. Dan liet hij het rijtuig stilhouden, od stapte uit. Hij nam zijn hoed af, en er was een uitdruk king van boosaardigen triomf in zijn oogen, toen bij mij aanzag. Vaarwel, Mr. Vaughan, zeide hij. Mis schien moet men u achteraf nog gelukwenschen, dat u getrouwd bent met een vrouw, wier ver leden niet meer is op te rakelen. Na deze scherpe pijl, die mij diep trof, maakte hij zich uit de voeten. Dat was zijn geluk, want anders had ik hem bij zijn kraag gegrepen, en hem gedwongen, om die laatste woorden nader te verklaren. Vol verlangen, om mijn arme vrouw terug te zien, vertrok ik in allerijl weer naar Enge land. XIV. Pauline was bil], dat zij mij terugzag. Op haar onzekere, nevelachtige wijze verwelkomde zij mij. Wat ik zoozeer gevreesd had: dat zij mij in dien korten tijd geheel zou hebben vergeten was dus niet gebeurd. Zij kende mij, en heette mij. welkom. Mijn arme Pauline! Kon ik toch maar den weg vinden, om haar tot de werkelijkheid terug te brengen. Maanden en maanden lang gebeurde er niets van belang. Als Pauline's geest langzamerhand en geleidelijk herstellen zou, zooals Coneri voor speld had, dan ging dat wed heel erg langzaam. Op zekere tijden vond ik haar beter, en op andere tijden weer slechter. De waarheid was, dat er weinig of geen verandering in haar toe stand was gekomen. De beste dokters van Engeland hadden haar onderzocht. En alleen aedden zij hetzelfde: dat zij herstellen kom. Maar zij zeiden ook, dat bet herstel heei wat waarschijnlijker zou zijn, als de juiste omstandigheden die haar toestand veroorzaakt hadden, bekend waren. En ik twijfelde er aan, of we die ooit zouden ver nemen. Want Coneri had geen teeken van leven gegeven, en Macari had mij niet geschre ven, zooals hij beloofd had. Doch na zijn laatste boosaardige woorden zag ik zijn bericht meer met angst dan met verlangen tegemoet. En Teresia, die ook een weinig licht op de zaak had kunnen werpem, was verdwenen. Ik maakte er mezelf een verwijt van, dat ik den dokter niet gevraagd had, waar ik haar kon vinden. Van den anderen kant was het evenwel niet waarschijnlijk dat hij het zou gezegd hebben. Zoo gingen de dagen voorbij, en alles, wat lk kon doen, was: met Prlscllla's hulp het levem vam mijn arme Pauline zoo gelukkig mogelijk te maken. Wij waren nog in Walpole Street. Ik be kommerde mij niet om mijn vrienden. Inder daad, men verweet mij, dat ik al mijn oude k'eaniseem verwaarloosde. Er waren ogenblikken, dat ik mijn smart niet meer dragen kon, oogenblikken, dat ik wenschte, dat ik het meisje toch nooit lu de San Giovanni in Turijn gezien had. Maar altijd weer kwam ik tot het inzicht, dat mijn liefde voor haar, ondanks alles, een beter en geluk kiger mensch van mij had gemaakt. Ik bad, dat-toch te eeniger tijd de sluier, die haar geest bedekte, mocht worden weggenomen, en ik aan de uitdrukking van haar oogen zou mogen zien, dat zij mij begreep. Als ik maar wist, dat dit ééns gebeuren zou, dan zou ik, zonder morren, desnoods wachten, totdat beider haar vergrijsd waB. Dit was eveneens mijn troost: wat dan ook de gevolgen van ons huwelijk geweesit waren voor mezelf, het had haar leven althans niet treuriger gemaakt. Ik was er zeker van, dat zij nu een aangenamer leven had, dan toen zij onder toezicht van die vreeselijke oude Itali- aansche vrouw stond. Priscllla ven-troetelde baar als een kind, terwijl ik alles deed, wat ik kon om haar maair plezier te doen. Soms, niet altijd, scheen zij mijn zorgen te waardee- ren, en een of twee keer had zij mijn hand gegrepen, en aan haar lippen gebracht, als wilde zij mij haar erkentelijkheid betuigen. Zij begon mij lief te krijgen, zooals een kind van zijn vader houdt, of een hulpeloos schepsel van zijn beschermen-. Dat was een armzalige belooning, maar ik was er niettemin dankbaar voor. Zoo gingen de dagen in ons rustig huishou den voorbij, en weer werd het lente. Gelukkig dat ik dol veel van lezen hield. Zonder dat zou het leven alle kleur voor mij verloren heb ben. Uren achtereen zat lk te lezen en te stu- deeren, terwijl mijn vrouw bij mij zat, zwijgend, tenzij ik een opmerking tot haar richtte. Het was een groote teleurstelling voor mij, dat lk nagenoeg geheel verstoken moest blijven van muziek, lk had al spoedig bemerkt. da£ de uitwerking daarvan op Pauline beslist ongun stig was. De toornen, die op mij verzachtend werkten, schenen haar op een of andere wijze te prikkelen, en onrustig te maken. Daarom bleef de piano gesloten, tenzij, wanneer zij uit was met de oude Priscilla, en ik dus alleen was. Op zekeren morgen, toen ik weer eens alleen was, kwam men mjj zseggen, dat er een heer was, die mij wenschte te spreken. Hij had geen naam genoemd, niaar laten zeggen, dat hij uit Genua kwam. Ik begreep, dat het Macari was. Mijn eerste opwelling was, hem te laten weten, dat ik hem niet wilde ontvangen. Telkens en telkens waren zijn laatste woorden mij weer in de gedachte gekomen. Maar telkens had ik ook weer tegen mijzelf gezegd, dat het hier alleen de boos aardige verdachtmaking betrof van een teleur gesteld man. Neen, ik was niet bevreesd voor iets, wat hij mogelijkerwijze te zeggen had, maar ik had een afkeer van dien man, en aar zelde daarom, vóór ik hem toeliet Doch Macari was de eenige schakel, om zoo te zeg -gen, tusschen Pauline en haar verleden. Ik was overtuigd, dat ik Coneri nooit zou terugzien. Macari was de eenig-overgeblevene, van wien ik iets omtrent mijn vrouw kon vernemen; hij was ook de eenige persoon, wiens verschijning wellicht haar traag geheugen kon prikkelen, en invloed kon uitoefenen op haar geestesge steldheid. door, hoe vaag ook, tooneelen en gebeurtenissen voor haar op te roepen, waarin hij een aandeel moest hebben gehad. Daarom besloot ik hem toe te laten, terwijl lk mij bo vendien voornam, hem van aangezicht tot aan gezicht tegenover Pauline te brengen Als hij wilde, kon hij met haar spreken over de dagen van vroeger, zelfs over zijn genegenheid des tijds voor haar, als het haar slechts kon helpen, om de losgeraakte draden van haar geheugen weer te bevestigen. Hij trad de kamer binnen, en groette met voorgewende hartelijkheid, naar ik wis Ik voelde, ondanks den fermeu greep, waarffi®® bij mijn hand vatte, dat hij niet met go®"® bedoelingen kwam. Doch wat kon het mij len, waarvoor hij kwam? Ik had hem nood1» voor mijn doel. Slechts moest ik oppassen, da het Instrument, dat ik aldus gebruikte, mij nle verwondde. Ik beantwoordde zijn groet nagenoeg eve® hartelijk,verzocht hem, plaats te nemen> eU liet wiji/en sigaren komen. U ziet, ik heb mijn belofte gehouden, Vaughan, zeide hij glimlachend. Ja, antwoordde ik. lk verwachtte, da^ u dat doen zou. Bent u al lang in Engeland Slechts een paar dagen. Hoe lang blijft u hier? Totdat ik wordt teruggeroepen. De zijn daarginds misgeloopsn voor ons. Ik wachten, tot de storm daar wat bedaard Ik zag hem vragend aan. Ik dacht, dat u mijn werk kende, zei bil- Ik veronderstel, dat u een samenzweerde bent; ik bedoel daar geen beleediging m®®' het is het eenige woord, dat ik bedenken Juist, samenzweerder, hervormer, apos der vrijheid, zooals u wilt. Maar uw laad is toch al jaren lang vr~ Andere landen zijn niet vrij. Voor dia landen werk ik. Onze arme vriend Coneri de^ dat ook, maar hij heeft nu zijn laatste *er verricht. Is hij dood? vroeg ik verschrikt. Hij is dood voor ons allen. Ik kan u bijzonderheden geven, doch een paar wek®Ij' nadat u hem in Genua hadt gesproken, werd in St. Petersburg gearresteerd. Maandenla bleef hij in de gevangenis, in afwachting v zijn vonnis. En dat Is nu uitgesproken, hoof Wat is het vonnis? (Wordt vervolgd)-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6