FEUILLETON
HET LEVEND HARMONIUM
m
DE DRIE KRAANTJES.
WOENSDAG 8 JANUARI 1930
DEiüyfi iJLAD.
PAGINA
Naar het Fransch.
bh
Hot was thans donker als de nacht, Pierr?
hoci ie de deur dichttrekken en het geronk
van den auto, dio zich verwijderde. Daarna
werd alles doodstil.
Hè, hè! Ik geloof, dat ik er goed at
g.-ko:iwn hen! Gelukkig, dat ze mijn por-
tef i:!llê niet doorsnuffeld hebben, dan had
den zij zeker mijn perskaart gevonden. Ik
zuj bepaald verstandig doen, mijn gelaat
voor goed te veranderen; die beste Dr. Du-
pt,l.ón Ruant stelt al te veel belang in mij.
Pierre maakte nu ook de banden aan
zijn voeten los en liep naar dc deur. Ze was
tnét op slot. Al tastende ging hij door een
korte gang en kwam nu voor een deur, dis
evenmin gesloten was. Hij trad naar buiten
en stond nu op een eenzamen weg.
Waar duivel hebben ze mij heenge
bracht?
Dij het maanlicht bemerkte hij nu da
woning, zoo even nog zijn gevangenis: het
was een bouwvallig, blijkbaar onbewoond
huisje. Aandachtig bekeek hij nu den grond,
de wielsporen van d en auto waren nog
duidelijk zichtbaar.
RJijn equipage is van dien kant geko
men, hier omgekeerd en denzelfden weg
teruggegaan. Ik kan niet beter doen dan
dit voorbeeld volgen.
Na een kwartiertje loopens kwam hij
in een lange avenue, waar hij de rails van
een tram bemerkte.
't Is elf uur. Ik heb slechts te wachten
tot er één van deze nuttige vervoermidde
len komt, dat mij vroeg of laat wel thuis
zal, brengen.
Weldra hoorde hij het geklingel van een
aankomende tram. Deze hield bij de stop
plaats stil, en Pierre las: „Louvre-Boti
logne".
Mooi zoo, nu weet ik ten minste, dat
ik in onze goede stad Boulogne-sur-Seine
bén.
Vlug klom hij naar boven en stak rustig
een sigaret op.
Hoe goed het zaakje ook afgeloopcn
Is, dacht hij in volle kalmte, toch spijt mij
één ding: ik zou zoo gaarne 'Hernomen
hebben, wat de dokter mij in dien laatsten
brief nog te zeggen had.
IX.
Den volgenden morgen meldde de Hon-
gaasche edelman zich ten huize van den
geneesheer aan en bracht hem en Ilippo-
lyte naar den trein. Zoodra de Orient-
èxpress uit het gezicht verdwenen wa\
liet hij zich door een koetsje naar het sta
tion Saint-Lazare brengen. Twintig minu
ten later vertrok de sneltrein naar Bréauté-
BeuzevHle.
In het lavabo van dezen D-trein vond
k^ierrö gelegenheid zijn Hongaarsch uiterlijk
te' doen verdwijnen en hij kwam weer te
voorschijn als een elegant Parijzenaar met
bruinen snor, do pruik keurig gepomma
dcerd-
Na een behoorlijk dejeuner in den restau
ratiewagen bereikte hij Bréauté-Beuzeviile
met een goed uur vertraging eindelijk te
half zes. De stationschef zag zich spoedig
omringd, door een talrijke groep reizigers
die lulde een stoptrein voor de kleinere
stations tussöen Bréauté en Havre eisrh
ten. De man vas met de zaak verlegen en
antwoordde len landlieden, die op een
spoedig veftrel naar de dorpen in de buur',
a a ndrongen.
Kan er rieits aan doengeen wa
gons.geen Dcomotiefgeen orders
Schrijf maar c in het klachtenboek; 't i?
mij goed!
Zwijgend stod Pierre achter de groep
en luisterde.
Zeg et is, m'heer de chef, riep een
dor omstanders, vanneer kunnen wij op een
gewonen trein nar Gainville rekenen?
Xe 9 uur l Dat is nu al de tiende
maal, dat ik hetteg!
En wanneerdan? Komend jaar?
Hedenavond 9 uur 40.
En moeten we dan zoolang maar op
een houtje bijten?
Gaat naar het buffet.
Op kosten van de Maatschappij?
Op wiens kosten u maar wilt. Schrijft
uw klachten in het register.
En dan hoor je d'r nooit meer wat
van! zei een soldaat lachend.
't Is mij goed, hoor! herhaalde da
chef. Kan er niets aan doen.
Pierre was een eindje het perron opge
wandeld; dit oponthoud kwam hem zeer
ongelegen. Wanneer hij zoo laat te Sairil-
Romain aankwam, kon hij zich niet ge
voeglijk meer (en huize van den notaris
Ragusse presenteeren en moest hij zijn ba
zoek tot den volgenden middag uitstellen,
wat een tijdverlies van een etmaal mee
bracht. Dit was te erger, daar hij zich snel
inlichtngen over het kasteel van Dupai-
lon Ruant moest verschaffen en beproeven
er in door te dringen vóór den terugkeer
van don eigenaar. Want de idoktwr zou
woedend van zijn fantastische reis thuis
komen en zijn voorzorgen verdubbelen, om
nu vooral zijn booze ondernemingen aan
elk vermoeden te onttrekken. Er was dus
geen uur te verliezen.
Dorrneil sprak een dienstman aan, die
kalmpjes naar het eind van het perron
ging om een signaallantaann te ontsteken.
Zeg eens, goede vriend, hoe lang spo
ren js het van Bréauté naar Saint-Romain'
Een kwartiertje zoowat.
Is het waar, dat hier geen locomotie
ven aanwezig zijn en ook geen wagons om
oen aanvullenden trein te vormen?
Och, wat, mijnheer! Er staan steeds
twee locomotieven onder stoom, en er zijn
zes goederenwagons beschikbaar; nog
meer: cle baan naar Havre is vrij tot 9
uur -i;>, cn het is nu nog geen zes. Maar
'tis alle dagen hetzelfde liedje: de chef
verkiest niet toe te geven. Hij hleeft er
geen greintje verstand van, dat is vast,
maar hij is een neef van den senator van
Havre. En daarom is er niets aan te doen
begrijpt u?
Men kon het hoogerop zoeken.
Laat u kijken! 't Is allea één pot nat.,
maar 't behoort allemaal bij de regeering
en ze helpen mekaar altijd, als.nou, ik
zal het volgende signaal maar opsteken.
De man verwijderde zich, en Pierre ging
naar het station terug. Daar bestudeerde
hij een dienstorder achter traliewerk aan
geplakt, stak een rood rozetje in zijn
knoopsgat en vervoegde zich bij de reizi
gers, die nog altijd druk met den chef de
batteerden. Dormeil duwde een paar per
sonen op zij cn vroeg kortaf:
De stationschef?
Dat ben ik. Dat is toch wel aan mijn
pet. te zien, alle donders!
Maar minder duidelijk aan uw welle
vendheid. Ik ben mijnheer Darville, hoofd
ingenieur van de Ouest-Eiflt.
De omstanders traden terug en de che?
nam vlug de pet af. De naarn Darville,
dien hij dikwijls gezien had aan den voet
van de dienstorders der centrale directie,
had hem op eens gekalmeerd.
Op korten, bevelenden toon ging Pierrï
voort.
Ik sta verbaasd, mijnheer de chef,
over de wijze, waarop u den dienst op
neemt.
Maar, mijnheer... waagde do man op
te merken.
Zend mij den onderchef en ga naar
uw kantoor. Daar blijft u tot morgenoch
tend; tot zoo Lfng stel ik den onderchef als
uw plaatsvervanger aan.
Gowl, mijnheer de hoofdingenieur
antwoordde de chef, en nog altijd met do
pet in de hand ging hij den onderchef
waarschuwen, dat deze door een hoofdin-
geneur geroepen Werd die er geen grapje
van mankte.
De onderchef, een kleine man met leven
dige oogen en een zwartpuntbaardje kwam
zich aan l'lerre voorstellen.
Mijnheer de onderchef, zèi deze, wees
zoo goed de directie van het station op
u te nemen cn een noodtrein In te leggen
HOE WIELERKAMPIOENEN TROUW EN. In (je St. Mary te Londen had dezer
dagen het 'huwelijk plaats tuchen twee wielerkampioenen.
van hier naar Havre. Neem een der loco
motieven en vier goederenwagons uit hst
depot; daarin kunt u tnohlilisatiehanlken
plaatsen; en dat alles moet in twintig* mi
nuten gereed zijn. Zorg voor een signaal
op de baan naar Parijs en telegrafeer naar
Havre, opdat men daar een perron vrij-
make voor de aankomst van dezen inge
schoven trein.
Ileei goed, mijnheer de hoofdingineur
Terstond werden de aangewasen maat
regelen genomen, terwijl de omstanders
met ontzag tegen Pietre opzagen. Een kwar
tiertje later kwam de onderchef berichten,
dat de aanvullingstrein over vijf minuten
tot vertrek gereed zou zijn.
Dank u, zei Dormeil en bood hem een
fijne sigaar aan. Het gaat lang niet goed op
uw station: de directie wordt met klachten
overstelpt.
De onderchef zuchtte, doch zweeg.
Laatst nog.die doodkist.die van
Parijs kwam
O! zei de ander onthutst. Weet mijn
heer de ingenieur, dat de wagon opengebro
ken en de kist gestolen is?
Ja antwoordde Pierre zeer voldaan over
deze inlichting. Een zeer ernstige zaak, dn
in den doofpot gestopt is om reden2d.
waarover ik mij niet kan uitlaten. Is er dm
heelemaal geen toezicht te Bréauté?
De chef had dien nacht dienst; de verze
gelde wagon was gerangeerd op het reserve
spoor no. 2. Hoe het in zijn werk gegaan
is, daar weet ik niets van, maar den volgon-
den morgen stond de wagon 500 meter van
het station bij het stootblok met verbroken
zegels en totaal leeg.
En heeft de chef geen onderzoek ingr
steld?
Hij liet den wagon terughalen en zal
tot mij: Laten we oppassen onze handen
niet te branden, we kunnen altijd zeggen,
dat wij hem nooit ontvangen hebben. Hij
liet alle opschriften uitwisschen, en de wa
gen werd aan den ochtendtrein uit Havre
gekoppeld. Maar wat het vreemdste is: nie
mand heeft er ooit meer over hooren spreken,
er kwam niet de minste reclame in.
't Is ongehoord, en daarom wordt het
hoog tijd, dat we orde in dezen warboel
brengen.
Omdat de zaak mij zoo wonderlijk
vreemd voorkwam ben ik een onderzoek op
mijn eigen houtje begonnen, doch de chef
raadde mij sterk aan, of liever beval mij,
me daar niet mee te bemoeien.
En hebt u iets belangrijks gevonden?
Neen. Wel vertelde een boerenknecht
mij, dat hij zeer vroeg in den morgen bij
Gainneville een vrachtauto tegengekomen
was, beladen met een soort piano voor Dr
Dupallon Ruant. Doch nu vraag ik u, welk
verband Jjestaat er nu tussclien een piano
naar dat adres vervoerd en een doodkist?
Geen enkel, daarin hebt u gelijk. Maar
zeg mij eens, heeft Dr. Dupallon Ruarit
niet een landhuis hier in den omtrek?
Zeker, mijnheer de ingenieur,, den
kant naar Gainneville uit, het kasteel en
het woud des Cambrettes te Orcher.
Hé!
En een mooie bezitting ook, voorzoover
men er over kan oordeelen, want hij is er
niet op gesteld, dat men hem komt storen,
om de muziek, die hij er maakt.
Maakt hij daar muziek?
Het schijnt, dat hij opera's componeert.
Werkelijk?
Ja. Wanneer de wind van de landzij
de komt, en men vaart op het kanaal van
Tancarville, dan hoort men niet zelden mu
ziek als op de concerten te''Havre.
Vervoert men dikwijls instrumenten
aan zijn adres?
Soms zeer groote, in kisten. Hij moet
zeker een heel aardig orkest hebben.
Een dienstman riep thans:
Alle reizigers voor Havre en tusschen
liggende stations instappenl
Pierre reikte don onderchef de hand.
Tot wederziens, mijnbeer ide onder
chef. Ik zal uw ijver en initiatief niet
vergeten, maar ze terstond na mijn terug
keer te Parijs aan de centrale directie oe-
kend maken.
Een kwartier later stopte de trein te
Saint-Romain de Colbocs, en Pierre nam
het buurtspoortje, clat deze gemeente be
dient. Te midden van de weelderige Nor-
mandisehe volden met hun lieflijk groen is
het nette plaatsje met zijn oude huizen
rondom een antieke kerk bepaald opmar-
kelljk. Men voelt, dat net. leven hier kalm
en rustig voorbij moet gaan, ondanks de
kleine dorpsvoor va lidi. Men gaat er vroeg
te bed en slaapt rustig om den volgenden
morgen dezelfde dagtaak weer te aanvaar
den.
De woning van notaris Ragasse was een
allerliefste villa met een wel onderhouden
tuin er Voor, door een ijzeren hek van de
straat afgesloten. Het kantoor nam de rech
terzijde in beslag, terwijl de linkervleuge1
het woonhuis vormde.
Pierre werd door een bejuarde dienstbo
de binnengelaten, terwijl een aardig knaap
je, dat op het grasveld met een miniatun-
vliegtuig speelde, hem nieuwsgierig opnam.
- Komt mijnheer voor mr. Ragasse of
voor mevrouw? vroeg de meid.
Wees zoo goed mevrouw Ragasse te
verzoeken mij te willen ontvangen van
wege den graaf de Moneherais, van wlen ik
hier een aanbevelingsbrief heb.
Dormeil was aangenaam verrast in een
salon geleid te worden, zoo keurig, als men
midden in Norm and ié niet zou verwacht
hebben. Antieke meubelen, Delftsch aarde
werk, Chineesch porselein, bijna overal
bloemen sierlijk dcor een vrouwehand ge
rangschikt, gaven het een volmaakt Pa-
rijsch cachet.
Mevrouw Ragasse kwam bénnen, een lief
persoontje van vijf of zes en twintig jaar,
met ietwat ondeugende oogen en een prach-
tigen blonden haardos; zij was allerkeurigst
en naar den laatsten smaak gekleed.
Vergeef mij, mevrouw, als ik eenige
stoornis breng in
In de eentonigheid van onze afgelegen
provincie? U zult integendeel hartelijk wel
kom zijn, wanneer u iets van de Parijsclie
atmosleer meebrengt, die wij hier zoozeer
missen.
Met uw welnemen, bij mijn kqpast hier
heb ik terstond gezien, dat ik mij ten huize
van een Parisiemne bevond.
Van iemand, die dat gaarne zou we
zen, maar er niet ten volle in slaagt. Ik heb
immers de eer met een vriend van onzen
neef de Moneherais te spreken?
Ja, mevrouw, met een oud vriend; ei*
in die hoedanigheid heeft hij mij aange
spoord mijn opwachting bij u te maken. Ik
zoek in dit deel van Normandië een rustig
hoekje, ver van de opwinding der groote
centra, om een roman te voltooien.
U schrijft? Welk een genoegen en welk
een eer voor ons u gastvrijheid te mogen
aanbieden; want u logeert natuurlijk bij ons
O neen, mevrouw, ik zou u alleen maar
willen verzoeken mij een klein hotel aan te
wijzen, waar ik.
Nooit van mijn leven! Ik ontvang een
letterkundige in mijn huis.en dien zou ik
weer laten gaan? Mijn echtgenoot zal ver
heugd zijn hier in den omtrek iets voor u
op to sporen, maar in afwachting daarvan
staat uw kamer in ons huis gereed.
Maar mevrouw, ik durf waarlijk geen.
Dat is hier in Normandië gebruikelijk:
wij houden altijd twee logeervertrekken be
schikbaar.
En zich naar het openstaande raam be
gevend riep zij:
Jean, vraag je vader of hij hier Wil
komen, en ze Christine de rose kamer
gereed te maken. Dat is mijn schelmpje,
zei ze bij haar bezoeker terugkomend.
Een vliegenier in den dop? vroeg
Pierre belangstellend.
Och, hij vermaakt zich er mee: er is
zoo weinig afleiding te Saint Romain.
U verhaast me: het platte land schijnt
een rijke bron voor aardige verrassingen.
Voor een literator misschien, maar
voor een gehuwde vrouwEen heer, die
het land met zijn kodak doorkruist, vindt
alles merkwaardig, doch wanneer hij zich
hier als fotograaf vestigde, zou alles hem
we'd ra eentonig en zonder bekoorlijkheid
voorkomen.
Vergeef mij, dat ik met u van gevoelen
verschil. Indien ik fotograaf was, zou ik in
Normandië een mooie collectie, artistieke
koppen verzamelen.
O zeker, de goede lieden hier zouden u
kostelijke en tevens vermakelijke typen le
ren, genoeg voor heel een album.
En met radde tong begon zij een lange
groteske litanie van allerhande personen,
die door een of andere dwaasheid in hel
oog liepen. Dormeil luisterde scherp toe io
de hoop iets te zullen vernemen, wat hem
dienstig kon zijn, en toen hij zich daarin
teleurgesteld zag, leidde hij het gesprek be
hendig naar het onderwerp, dat hem ge
heel vervulde.
Maar hebt u dan hier in de omge
ving heel geen kasteelheer van eenig be
lang?
O neen, en dat spijt, me werkelijk.
Ik meende toch gehoord te hebben,
dat een vermaard chirurg het kasteel des
Cambrettes bewoont.
O zeker, maar dat is geen kasteel
heer, dat. is een ongelikte beer! Niemand
gelukt het. bij hem toegelaten te worden.
Zoo erg?
U begrijpt wel, dat ik het geprobeerd
heb. Ik ben niet voor niemandal een vrouw,
en dan nog wel de vrouw van ëen notaris
Ik kwam aan het hek; een portierster met
een gezicht.precies een oude aap, deed
mij open en zei, dat de dokter op het
oogenblik daar niet was. ïk wist echter be
ter en hield dus vol. Zij liet mij in haar
paviljoentje komen en vroeg mij naar het
doel van mijn bezoek ten einde het naaf
het kasteel over te brengen., Toen heb ik ge
zegd, wie ik was, en dat ik voor een liefda
dige collecte kwam; daarop telefoneerde zij,
en ik kreeg ten antwoord, dat Dr. Dupallóo
Ruant mij den volgenden dag vijf honderd
frank zou laten brengen.
En geschiedde dat ook?
Ja, ik ontving de beloofde som met een
overheelijke bouquet prachtige rozen: dat is
alles, wat ik ooit van het kasteel des Cam
brettes gezien heb.
't Is een tegenvaller voor mij: ik' haJ
zoo gaarne de beschrijving ervan mij in
mijn roman ten nutte gemaakt.
Dan zult u moeten fantaseeren, waar
de heer, er zit niet anders op, want ik keD
niemand die daar ooit binnengedrongen
is, zelfs de oude brievenbesteller van Orcher.
niet. Wacht... ja, dat zou kunnen... Mis
schien kan ik u wel aanwijzingen over de
inwendige inrichting van het kasteel ver
schaffen
Door mijn oom Colombier, die ais
knaap daar langen tijd gespeeld heeft. Dal
is al heel lang geleden, want de goede man
is nu vier en tachtig jaar, doch hij bezit
nog een uitstekend geheugen. U kunt hem te
Havre gaan bezoeken.
Zal ik niet onbescheiden wezen?
Volstrekt niet; hij zal uw bezoek op
hoogen prijs stellen, 'tls een letterkundig
zeer ontwikkeld man, die gaarne over den
ouden tijd praat. Hij beeft verscheidene re
geeringen zien voorbijgaan en weet over
zijn ervaringen daaromtrent zeer interessant'
te redeneeren.
Hier kwam mr. Ragasse het salon binnen,
een man van krachtig voorkomen, die meer.
van een officier dan van een notaris had,
Georges, hier is mijnheer.
De' burggraaf de TOrmeaü, zoo voltooi
de Pierre den zin, terwijl hij opstond.
Een goed vriend van onzen neef de
Moneherais, die hem een woor'e voor on«
meegegeven heeft-
Wees welkom, mijnheer! zei Ragasse
hem de hand reikend.
Mijnheer zoekt een kleine bezitting
in den omtrek, ten einde daar vrij en rustig
aan een roman te kunnen werken.
Prachtig! getuigde de notaris met het
tevreden gelaat van den zakenman.
Mijnheer blijft tot zijn vestiging natuur
lijk bij ons.
Dat spreekt van zelf.
U maakt mij verlegen, wierp Pierre
tegen, doch het ging niet van harte, want
hij achtte zich gelukkig met deze zoo ge
makkelijk verkregen gastvrijheid bij een
man, die beter dan wie ook met menschen
en zaken in de omgeving op de hoogte moest
zijn.
U bedoélt toch een koop en geen huur?
vroeg mr. Ragasse.
Natuurlijk, ik verlang een klein eigen
dom, waar ik ka.n komen en gaan naar be
lieven, zonder vrees vorr onbescheiden bu
ren.
(Wordt vervolgd.)
"t Detecve-vcrhaal y
door ROJN.LD A. RNOX.
18.)
Eén moordenai om precies te zijn. Er
zijn gcan twee manm noodig om een gaskraan
open te draaien en s ik zeg, dat ik op een
jacht ben, dan druk t mij weer verkeerd uit.
want ik zit. De motten zijn mij duidelijk ge
neeg en de methode t duidelijk genoeg, afge-
zien van enkele detai Maar ik wil nog vaster
in mijn schoenen sta) voordat lk tot eenige
arrestaties overga.
Je hebt dus eemevel tot inhechtenisne-
nemiug ontvangen?
Ja, tegen Simnrds. Tenminste, ik heb
gisteravond geschreve en dat zal natuurlijk
met de gebrekkige verhding, die wij hier heb-
ben, eerst vanavond imonden aankomen. Nu
houd ik den man zoolal beel sterk in het oog.
Ben Je er nog altl zeker van, dat hij de
schuldige ls?
Ik kan mij moejk een sterker geval
voorstellen. Daar heb b.v. het motief, dat
zoo helder en duidelijk or ons staat, als maar
mogelijk is met het vooeeltje in het verschiet
van een half millioen and. Ik zie het zoo:
cea natuurlijke afkeer oor zijn oom, omdat
deze hem onvriendelijk feft behandeld, daarbij
een wrok tegen diens oote weelde en de
middelen, waarmee hij eze verkregen heeft.
Dan ls er bedreiging, e brief van Brutus
zul behoorlijk gewicht ide schaal leggen bij
de rechtbank als ik no maar iets verstand
liöb van jury's. Dan is )3e oorzaak, het feit,
dut Mottram toevallig wt in Chilthorpe was.
Dan is er de gelegenheidvij weten al, dat hij
onder een hoedje speelde st de dienstbode, die
hem op elk uur van denag achter kon bin
nenlaten. die hem h11 zijitlannen kon helpen
•a alle sporen uRwisaehe Tenslotte is er de
laatste verklaring over zijn alibi van dien
avond. Ik kon bewijsmateriaal naar voren bren
gen om aan te toonen, dat hij op een uur,
waarop allo ernstige geheelonthouders op bed
moesten liggen nog rond de „Vracht der Mis
daden liep te slenteren. Er ls nog maar één
ding, dat ik noodig heb en van den anderen
kant één ding, dat mij belet mijn handen uit te
steken.
Wat heb je noodig.
Een definitieven bewijsgrond om hem in
contact te brengen met de kamer, waarin Mot
tram geslapen heeft. Als hij daar maar eens
lets had laten vallen, al was het maar den kop
van een lucifer, of ergens een vingerafdruk
zou hebben achtergelaten, zou lk onmiddellijk
hem de boeien aandoen. Maar als je niet een
detail al dit laatste als bewijs kunt aan
voeren, is het o zoo moeilijk om de jury van
schuld te overtuigen. Ik zou je heele verhalen
aunnen doen van moordenaars, die rustig rond
wandelen, doodeenvoudig omdat wij hen niet
precies in verband konden brengen met bet
tooneel van de misdaad of met liet bijzondere
wapen, waarmee de misdaad was begaan.
Bredon zat al dien tijd den ander bewonde
rend aan te zien. Het was allerduidelijkst, dat
hij nog steeds in zichzelf overtuigd was, dat
Brinkman schuldig kon zijn en ondertusschen
Brinkman, dien hij daar om den hoek van den
muur wist zitten, probeerde te adviseeren hem
den een of anderen sleutel te verschaffen, die
Simmonds in gevaar zou brengen, doch waar
door bij zichzelf ook bloot zou geven. Bredon
kreeg echter plotseling een gevoel van twijfel
of dat wel het eenige doel van deze alleen
spraak was en of hij zelf niet 5n het duister
rondtastte. In ieder geval, hij had zijn instruc
ties gekregen en hij besloot er naar te han.
delen.
En het ding, dat je weerhoudt om je hand
uit te steken?
Nu, als ik maar eens voldoende bewijs
kon krijgen, dat Simmonds wist van het be
staan van die clausule. Kijk eens, wij weten,
dat Simmonds er niet het minste voordeel
van zou hebben als hij zijn oom vermoordde,
omdat deze in feite alles wat hij nog te goed
bad. geschonken had aan den bisschop van
Pulltord. Indien ik nu maar zeker was, dal
Simmonds wist, waar hij stond, wist, dat er
toch niets meer aan hem ten deel zou vallen
verdwenen zijn en met het motief al mijn ver
denkingen. Het feit, dat hij zijn oom niet bon
uitstaan, het feit, dat hij het niet eens was met
zijn oom, zou hem toch niet kunnen bewegen,
om den man te vermoorden. Indien ik zeker
was, dat Simmonds wist, dat hij absoluut uit
het testament was geweerd, had ik hem al
lang laten schieten. Indien aan den anderen
kant iemand een goede reden zou kunnen aan
wijzen om te vermoeden, dat SimmonUs vel
voordeel verwachtte uit het testament van zijn
oom, dan zou mijn veronderstelling aanmerke
lijk zijn versterkt.
Weer luisterde Bredon met de grootste ver
wondering. De man, die daar achter den muur
verborgen was, was Mottram's eigen -secreta
ris, die meer dan iemand anders moest weten,
hoe de zaken stonden. Leyland deed een open
lijk beroep op hem, indien hij ook maar Iets
af wist van Simmond's verwachtingen, om die
bekend te maken, eventueel ze valscbelijk aan
te voeren ten einde daardoor zichzelf buiten
verdenking te stellen. Het spel begon span
nend te worden, ook al zou hij moeten verlie
zen.
En ondertusschen, hoe staat 'fmet onzen
vriend Brinkman?
Och, zooals ik je al gezegd heb. die ver
denk ik heelemaal niet. Hij had immers geen
motief voor de misdaad zoo ver wij kunnen
zien. Maar toch speelde hij geen eerlijk spel
en ik kan mij maar niet indenken, waarom hij
b.v. zich boos maakte over jouw Idee van
zelfmoord. Want hij was zelf toch een van de
eersten, die het woord „zelfmoord" gebruikten
in verband met deze zaak. Hij zei je b.v. dat
bij meende, dat dr. Ferrers toevallig de gas
kraan dichtgedraaid moet hebben. Hij zei ten
minste, als Ik het goed heb, moet ik dat van
jou gehoord hebben, dat zij erg los stond. Na
tuurlijk ging dat kraantje erg stroef. Hij moet
geweten hebben, dat het erg stroef ging, want
bij heeft zelfs van mij een tangetje geleend om
het los te maken. Dan zijn er nog 'n paar an
dere stukjes waarschijnlijkheid, die ik echter
tot mijn spijt niet kan noemen, die mij te den
ken geven over Brinkmans gedrag. Hij scheen
iets te verbergen. Ik snap maar niet wat voor
voordeel hij er in kan zien om iets achter te
houden. Ik wil den kerel niet beleedlgen, maar
ik zou de waarheid graag te weten willen ko
men. Ik zal vanavond nog om een ander
bevel tot inhechtenisneming verzoeken, niet
omdat ik geloof, dat hij schuldig is, maar om
dat ik op de een of andere manier hem aan het
praten wil, krijgen en ik vermoed, dat een
voorproefje van een gevangenisverblijt hem
wel wat losser van tong zal maken. Maar het
blijft trouwens toch een vreeselijk gevaarlijk
experiment voor liem, omdat een incident als
dit, hoezeer het ook ten goede kan keeren,
vast en zeker een sta-ln-den-weg zal zijn, als
hij naar een nieuw baantje uitkijkt. Misschien
wenscht hij Mottram's reputatie te beschermen
of wblllcbt is hij zelf bang te worden verdacht,
of is het ook maar, omdat hij eenvoudig zijn
hoofd is 'kwijtgeraakt en nu hij fllemand heeft
om mee te praten niet weet, wat hij doen moet
Ik kan mij maar niet indenken, dat hij schul
dig is en er dan niet van door zou gaan. Want
hij zou immers in twee dagen tijd in Weenen
zijn en dan waren wij nog niets Wijzer. Toch
blijft hij hier en blijft hij ook na de begrafe
nis hangen, alsof hij daar eenig voordeel ln
ziet, alsof er nog iets moet gebeuren.
Ja, maar als bij weg ging zou je hem kun.
nen laten arresteeren wegens verdenking, niet
waar?
Kom, toch zeker niet op wat lk nu alle
maal weet. Neen, ik ben er heelemaal op uit
om Simmond's getuiegenis te hooren als hij
gearresteerd wordt, Ik ken dat type, zenuw
achtig en opvliegend, indien die eenmaal ach
ter slot en grendel gezeten hebben. Dan kun.
nSn wij heel het verhaal van hem los krijgen
en Indien Brinkman er dan werkelijk de hand
in heeft zal het te laat voor hem zijn om zich
nog uit de voeten te maken. Maar, zooals ik
zeg, ik geloof niet, dat Brinkman ook maar
iets verkeerds heeft gedaan. Als hij alleen
maar eens zoo verstandig was om mij in ver
trouwen te nemen of jou, indien hij bang ls
van de politie. In ieder geval wenschte lk je
dat allemaal eens te vertellen, opdat Je weet,
hoe ik sta tegenover dien Simmonds mrs. Bre
don zei mij, dat Je hoopte vandaag nog 'n on
derhoud met hem te hebben.
Ja, dat zijn wij tenminste van plan. Om je
de waarheid te zeggen, ik geloof, dat hst be:
ter Is, dat lk onmiddellijk vêrtrek, onidat het
wenschelljker zal zijn voor een persoonlijk
onderhoud, indien ik naar den winkel ga voor
het drukke uur. Niet, dat die drukte in Chil
thorpe zoo verbazend zal zijn, maar ik wensch
toch niet, dat ons tête a tête verbroken zal
worden door een oude dame, die lintjes komt
k'oopen.
Bredon slenterde weg. Leyland bleef nog
een tijdje hangen tot ook hij vermoedde, dat
de kust geheel vrij zou zijn. Toen ging hij
voorzichtig naar den achterkant van het ge
bouw. Hij vond daar, wat hij verwacht en ge
hoopt had. De sigaret, die zij den vorigen dag
op de plaats hadden laten liggen, waar wij ze
gevonden hadden, was nu zorgvuldig wegge
haald.
Toen Bredon den winkel bereikte, kwam hij
tot de ontdekking, dat Fortuna bem zeer gun.
etig gestemd was. Er scheen slechts één be
diende te zijn bulten Simmonds. Het was een
sprootenjong met zandkleurig haar, die de
ramen voor aan de straat in alle tempo's der
Ujntrékkerij stond af te zeemen. Ook was er op
zoo'n vroeg uur in deü morgen nog geen an-
dere klant in den winkel te bekennen.
Mr. Simmonds beantwoordde de vraag van
zakdoeken met het air, alsof hij de eenige man
was bij Wien je in Cholthrope terecht kon.
Toch Wist jé wel, dat er ook andere dingen
in den winkel te koop waren, tandenstokers,
b.v. en wandelstokken en allerlei dranken enz.
Maar als je kwam om zakdoeken had Je een
specialiteit gevonden, een man, hie al vijftien
jaar lang in zakdoeken deed.
lets van de laatste mode, nietwaar,
wenschte mijnheer. Dit met een blik naar den
klant, wien hij onmiddellijk te verstaan wilde
geven, dat deze hief een man van smaak voor
zich had.
Zonder dessin, Zoo maar wit.
Zeker Bir. Ja, dat is jammer, lk geloof
niet, dat Ik daar nog lets van ln voorraad heb,
Ziet u, den laatsten tijd is er veel meer vraag
naar gekleurd of toch minstens een randje.
En ziet u, wij hebben onze nieuwe zending nog
niet aangekregen. (Zij hebben steeds hun nieu
we zending nog niet aangekregen bij Sim
monds). Over drie weken kan lk u een keurige
sorteering in witte zakdoeken laten zien, maar
ik geloof, dat wij nu heelemaal uitverkocht
zijn. Ik zal eens even kijken.
Dit was het sein voor een volksverhuizing
van doozen, welke zakdoeken van elke moge
lijke variëteit en grootte bevatten, die echter
geen van alle gewoon wit waren. Een ver
schrikkelijk patroon van hoefijzers, dat door
een Babel van kleuren liep; een heel liet
patroontje van wilgentakken, gestreepte ran
den, gevlekte randen, gebroken randen, maar
geen enkele effen zakdoek. Van tijd tot tijd
probeerde mr. Simmonds de aandacht te ves
tigen op de bijzondere kwaliteiten van zijn
artikelen.
Vindt u dit niet een prachtige soort. Hier,
men zal nooit een beter dessin kunnen vinden,
ook niet als men toevallig wel een gekleurden
zakdoek wenschte. Neen mijnheer, heelemaal
geen moeite. Ik kan u verzekeren, dat ili ieder
artikel heb, dat u maar wenscht. Voelt u uieis
voor deze. Nu? O, die komt erg goedkoop, om
dat het van een faillieten boedel ls. En
voelt u dit eens en zegt u dan eens, wat voor
kwaliteiten u in uw handen hebt Ja, dat
geef ik u toe, een beetje aan den drukken kant,
maar daar is hier veel vraag naar. Hier wor
den geen effen zakdoeken gebruikt en heeft
men graag waar en kleur voor Zijn geld.
Kijk eens, als u nog een dag of twee, drie
zoudt blijven, zou ik wel wat VOor u kunnen
krijgen, maar wij gaan morgen of overmors, n
pas naar Pullford. Ik scheen er vandaag liee.
lemaal uit te zijn O, u zult deze dan maar
nemen, Een half dozijn? Dank u, mijnheer. O.
u zult zien, dat ze u best bevallen. U zoudt nog
ver kunnen loopen voordat u voor dezen prijs
een dergélijken zakdoek zoudt kunnen vinden.
Het is 'n Zakdoek, zooals alle heeren hebben en
nog nooit hebben wij moeite gehad er van af 1e
komen. En wat wenscht mijnheer nog meer?
(Wordt vervolgd).