FEUILLETON
IN VOLLEN GLANS
NED. R K. BOEREN EN TUINDERS
DAGEN VAN MYSTIEK
TWEEDE BLAD. PAGINA
DONDERDAG 9 JANUARI 1930
ONZE LUCHTVAART
i .'—ra
DRAVERIJEN' TE GREENFORD IN MIDDLESEX, de finish van den Nieuwjaars Handicap, waarin „Edlth E" Tan
Mr. H. Everdsen na een moeilijken strijd met den prijs ging strijken.
ONTWIKKELINGSDAGEN TE
ROERMOND
In de Dinsdagavond te Roermond gehouden
bijeenkomst hield zooals in 't kort gemeld
de zeereerw. heer ir. J. H. H. Bemelmans,
landbouwkundig ingenieur en directeur van de
R. K. Landbouw-winterschool te Roermond een
inleiding over „Grondverbetering in het alge
meen en de watereconomie in het bijzonder.
Inleiding Zeereerw- heer ir. J. Bemelmans
De functie van het water in de plant en in
den bodem is, zegt spr. 'n allerbelangrijkste: ver
strekken van de noodige spanning aan de cel
len en organen, oplossen van de voedende
stoffen, opbouw van het plantenlichaam, bevor
deren van het biologisch leven in den akker
enz.
Behalve in het grondwater kan het water nog
worden onderscheiden in capillair, funlculair,
pendulair- en sejunctiewater. De meest ge-
wenschte waterstand, de onderlinge verhouding
tusschen de verschillende toestanden en hun
beteekenis voor de plant worden nader door
den spreker nagegaan. De planten gebruiken
vooral in tijden van sterken groei enorme hoe
veelheden water, meer dan door regenval in
die perioden wordt aangevuld. Het is voor
hoogere gronden zaak het aanwezige water
voor wegzakken en verdampen te bewaren.
Naast de speciale cultuurmethode, drijfar-
ming, zijn afzonderlijk nog aan te bevelen:
verkruimeld houden van bouwvoor, los houden
van bovenlaag, zeker humusgehalte.
Inleiding dr. ir. W. J. Droegen
Op den tweeden dag sprak den heer dr. Ir.
W. J. Droesen, consulent van den Llmburg-
schen Land- en Tuinbouwbond over „Richting
der productie op kwaliteit".
Drie verschijnselen, zegt spr., springen bij
het overzien van de ontwikkeling der voedsel
voorziening sinds den wereldoorlog in het oog.
lo. Een ongewoon sterke toename der pro
ductie, veel sterker dan de bevolkingsaanwas.
Het Int. Landbouw Instituut geeft daarom
trent de volgende cijfers: sinds de jaren
1923/1927 nam de wereldbevolking toe, met
7 pet.; de. productie van koren met 3pct. van
aardappelen met 18 pet. suiker 35 pet. boter
40 pet. kaas 33 pet. en eieren 16 pet. De uit
voer van groenten uit ons land steeg in dien
zelfden tijd met niet minder dan 115 pet. Groo-
te catastrophen waren daarvan reeds het ge
volg in suiker en aardappelen.
2o. Een voortdurend hooger worden der
eisclien, die de consument zoowel aan de kwa
liteit als aan de sorteering en verpakking
stelt, waarmede gepaard gaan krachtige maat
regelen, veelal gesteund door de regeeringeu
om aan die eischen te beantwoorden of ze
zelfs vooruit te loopen.
3o. Een grooter gemak bij het vervoer en
verbeterde koel- en conserveeringstechniek.
waardoor de grenzen van productie- en con-
aum'ptiegabieden steeds meer vervlakken en
de afstanden steeds van minder beteekenis
worden. Die ontwikkelingsgang leidt vanzelf
tot steeds fellere concurrentie in de con
sumptiecentra. Voor den Nederlandschen land
en tuinbouw met zijn grooten export van
allerlei producten is deze concurrentiestrijd een
ware „struggle for lite".
Over het algemeen hebben onze producten
een goeden naam. Echter zijn er laaien, die
ons met bepaalde artikelen de loef afsteken,
hetzij door kwaliteit, hetzij door sorteer:ng en
verpakking. In de meeste gevallen, o.v. in
bacon, eieren en fruit is deze achterstaai niet
te wijten aan onveranderlijke factoren van
bodem of klimaat, maar is wel degelijk door
betere productie- en afzetmethoden te overwin
nen. De prijsverhoudingen spreken in dit op
zicht een duidelijke taal. Andere streken, die
snel naar verbetering streven, zijn eveneens
een voortdurend gevaar voor onzen export.
Betere cultuurtechniek (denkt hier o.a. aan den
invloed van bepaalde meststoffen op de kwa
liteit en aan de bestrijding van plantenziek
ten),verder doorgevoerde selectie op kwaliteit
en uniformiteit en verbetering van sorteering
en verrekking zijn de wapenen, waarmede de
concurrentiestrijd wordt uitgevochten. De
practijk moet niet aleen zoo spoedig mogelijk
en in zoo ruim mogelijken kring de moderne
methodes leeren kennen, maar ook van de
noodzakelijkheid daarvan worden doordrongen.
Een zeer intensieve voorlir iting door de
organisaties, in samenwerking met den rijks
voorlichtingsdienst, is meer dan ooit vereischt.
Landbouwonderwijs is het eerst noodige.
De besturen der organisaties en andere
leidende personen moeten door den buitenland-
schen voorlichtingsdienst op de hoogte gehou
den worden van toestanden en wijzigingen op
de wereldmarkt. De uitvoercontróle, steunend
op het particulier initiatief, zal meer toepas
sing moeten vinden. Wettelijke maatregelen in
den geest der landbouwuitvoerwet zijn onmis
baar ter'aanvulling en afsnijding van misbrui
ken.
Van een actieve tarievenpolitiek heeft ons
land weinig te verwachten. Zoover haar in
vloed reikt, zal onze Regeering, zoowei in den
Volkenbond als in de afzonderlijks landen, den
tarievenoorlog moeten sussen.
Inleiding dr. H. Berger
De directeur van den Veeartsenljkundigen
Dienst, Dr. H. C. L. E. Berger, houdt daarna
een inleiding over „Voorkoming van veeziek
ten in het algemeen en rundertuberculose in
het bijzonder".
Spreker zegt: Voorkomen is beter dan ge
nezen. Veeziekten, in het bijzonder besmette
lijke veeziekten, kunnen den veehouder veel
schade berokkenen en aanleiding geven tot
economische ongunstige verhoudingen voor
heel het land, in verband met belemmeringen
van den invoer in het buitenland van vee en
producten van dierlijken oorsprong, van land
en tuinbouwproducten, zelfs van producten van
anderen oorsprong dan van de landbouwindus
trie. Voor het doel „voorkomen" komer. in aan
merking factoren zoowel in als bulten het
licaam, waarvan intusschen sommige in
onderling verband staan.
Door toepassing van de middelen, welke de
gezondheidsleer aan de hand doet, kan het
lichaam gehard worden en daardoor minder
vatbaar voor ziektemakende invloeden.
De Inwendige llchaamsfactoren, die verlam
mend of doodend werken op lagere organis
men, worden er door versterkt. De immuni-
teitsleer heeft het voorkomen van besmettelijke
veeziekten een belangrijke stap vooruit ge
bracht. Passieve en actieve immuniseering
spelen in dezen een rol van beteekenis. Fac
toren „van buiten" kunnen ten deele mede
door den veehouder worden toegepast; hij kan
verschillende voorzorgen nemen om zooveel als
mogelijk is besmetting te voorkomen. Overi
gens liggen die factoren grootendeels opgeslo
ten in de maatregelen van de Veterinaire
Politie. Vooral ook ten aanzien van de tuber
culose kan de veehouder zelf preventieve maat
regelen, als zooveel voorzorgen nemen om be
smetting van zijn vee te voorkomen. Het
vrijwillige systeem van t. b. c.-bestrijding bij
het rundvee zooals dat met voorlichting en
financiëelen steun van de Regeering wordt
uitgevoerd, zal een belangrijke bijdrage leve
ren tot voorkoming van deze ziekte. Overigens
beoogen de entingen met den bacil. Calmette-
Guérln meer direct het voorkomen van de
tuberculose bij het vee.
Inleiding dr. ir. I. Rietsema
Vervolgens spreekt Dr. Ir. I. Rietsema,
directeur van de R. K. Land- en Tuinbouw-
winterschool te Breda over: „Doelmatig be
drijfsbeheer in het algemeen en de Iandbouw-
arbeldsleer in het bijzonder".
De wisselvalligheid der bedrijfslnkomsten
zegt spreker, die voor een bedrijf, ais boerderij
of tuinderij, hetwelk bestemd is als broodwin
ning, eigenlijk zooveel mogelijk moet worden
ingeperkt, kan men aanmerkelijk verminderen
door e. juiste keuze van de soort van veld
vruchten en dierlijke voortbrengselen, die men
aan de markt wil brengen. Zoowel voor land-
als tuinbouw worden hoofdlijnen aangegeven.
Een verbetering van de uitwerking van den
handenarbeid en van het gebruik van den be-
drijfsboedel verhoogt de betaling der werk
zaamheden of van de vermogenarenite. Een
beter aanleeren van het handwerk en grootc
voorzichtigheid bij aanschaf van werktuigen
en gebouwen worden aanbevolen- tevens wordt
de wenschelijkheid uitgesproken om den land
arbeid wetenschappelijk te bestudeeren. Een
hooger prijs voor dfe voortbrensolen is te be
dingen door verbetering van verkoopwijze,
door meer werk te maken van weeldeartikelen,
OP DEN NIEUWEN „CARMEL''
Geestelijke hoogspanning
Met een enkel woord vermeldden we gisteren
In ons blad nog de markante rede, die de
Vlaamsche geleerde dr. L. Reypens S.J. Dins
dagavond hield over den invloed van Ruus-
broec bij den H. Joannes van het Kruis en de
hypothese, die hij opzette over een overeenstem
ming van beider opvatting van het toppuai
der beschouwing. Het werd een machtige, schit
terend gedocumenteerde inleiding, een scherp
begrijpen en interpreteeren van de overweldi
gende mystiek dier twee grootmeesters, Ruus-
broec en Joannes a Cruoe. En ademloos luis
terden de aanwezigen. Het waren er velen,
die dezen avond vol belangstelling naar den
„Camel" waren gekomen, en die zeker niet
werden teleurgesteld.,
Pater Stracke, die weer de vergadering leid
de dankte in zijn inleiding Mgr. Diepen nog
eens treffend voor den Bisschoppelijken zegen,
die zoo spontaan en ii.nig-gemeend aan het
congres gegeven werd.
Hierop werd het woord verleend aan dea
bekenden Dr. Reypens S.J., wiens inleiding
met spanning werd verwacht. Van zijn gehar
nast theologisch betoog, dat voor een leek een
hoogstgevaarlijk terrein is, laten we slechts de
quintessence volgen.
Rede dr. L. Reypens S.J.
Al direct bij den aanvang begon spr. mot ee'i
scherp onderscheid te maken tusschen de twee
gedeelten van zijn inleiding, t.w. de invloed
van Ruusbroec bij den H. Joannes van het
Kruis: en de overeenstemming van beider op-
ratting van het toppunt der beschouwing. Met
name wilde hij het laatste gedeelte met een
vraagteeken signaleeren en niet meer dan een
hypothese geven.
Van invloed van Ruusbroec op Joannes van
het Kruis kan slechts binnen zekere perken
sprake zijn. Een persoonlijkheid als de zijne
assimileert zich volledig het geestesvoedsel
dat zij opneemt, zoodat het langs de louter-in-
terne kritiek soms lastig valt te onderschelden
ln de nieuwe synthese, waarin het is vergroei.i
Een feit, dat dit nog bemoeilijkt is, dat de H,
Joannes van het Kruis, juist bij het behande
len der hoogste beschouwing, zich veel directe*
uitspreekt dan Ruusbroec, die ze veel meer
met theorie omkleedde.
De uitwendige kritiek geeft alleen de moge
lijkheid, dat de H. Joannes van het Kruis Ruus
broec kdn gelezen hebben en ook met veel
waai ichijnlijkheid gelezen heeft. Een aandui
ding hiervoor is, dat de mysticus Juan de los
Angeles, die een tijdgenoot van Joannes van
het Kruis was. den Brabantschen meester
nauwkeurig gekend beeft en aan hem mede
zelfs het beste zijner werken heeft te danken.
waarbij echter zorgvuldig tegen wisselvallig
heid dient te worden gewaakt en doo* te trach
ten de pachten te verbeteren. Inleider stelt
voor een fonds te stichten tot aankoop van
land, hetwelk dan op gunstige voorwaarden
zal worden uitgegeven aan de stichters vin het
fonds of hun erfgenamen.
De inwendige ciritieb toont ons echter een
markante overeenïtomst tusschen Joannes van
net Kruis en Ruusbroec ln hun opvatting van
het toppunt der beschouwing.
Spr. herleidde hïerop die overeenkomst in
den zin der beide schrijvers, maar scherper
geformuleerd dan zjij het doen, tot deze drie
hoofdpunten (we cljteeren Dr. Reypens letter
lijk):
lo. Gelijk voor Bïuusbroec, zoo is ook voor
Joannes het geestelijk leven der ziel in de op
perste vereeniging n»et God hier op aarde een
deelneming aan het eigenlijke drie-eene Gods-
leven.
2o. Al is deze deeflname wat het meege
deelde Godsleven betreft uit den aard der
zaak, dus essentieel, dezelfde als die in de
glorie, zij is specifiek ten zeerste verschillend
wat de ontvankelijkheid der ziel tegenover die
mededeeling bereft ((cognitum est In cog
noscente ad modum cognoseentis). De deel
neming aan het eigenlijke Godsleven bij den
op het hoogst begenadigden mysticus hier op
aarde, en de deelneming van den gelukzalige
aan datzelfde Godslevten verschillen dus niet
alleen in graad van itntensiteit, maar ze zijn
beiden van verschillende Intensiteit, omdat ze
van soortelijk verschillenden aard zijn.
3o. Het soortelijk vnrschil tusschen beide
deelnamen ligt hierin, <ïat de gelukzalige deel
name geschiedt zonder bet lichaam of met het
verheerlijkte lichaam en steeds actueel op volle
Intensiteit, terwijl de irrystieke deelneming in
het niet verheerlenkte if-og sterfelijke lichaam
plaats heeft, niet steeds' actueel is en wat
intensiteit betreft wlaselt.
Ter staving van zijn beweringen citeerde spr.
meerdere schitterende tf fcden vooral van den
H. Joannes van het Ki alswaaraan nog te wei
nig aandacht geschonken is.
Hoe persoonlijk Jrannes'a Cruce steeds blijft,
toch zijn er eenige paraih Hen die het voor Dr.
Reypens zeer waarschijnlijk maken, dat de
groote Carmeliet Ruusbro >c gelezen heeft, en
zoo geassimileerd, dat hij sommige opvattin
gen van Ruusbroec eenigs:lins verder ontwik
kelt Daar is vooreerst de overeenkomst ln zoo
merkwaardige en opvallend!9 punten juist In
een tijd toen de mystieke keg-kleeraar zoo voor.
zichtig moest zijn wegens h|>t llluminisme der
„alumbrados"; dan is er nog een overeenkomst
in het gebruik van een schnrpe groep beelden
voor de uiteenzetting van h l'.t mystieke leven.
Afdoende bewijzen voor eem onder ieder op
zicht onaanvechtbare afhankelijkheid meende
spr. niet te kunnen brengen; hij geloofde ook
niet dat men ze ooit zal kupjien brengen.
Over deze inleiding kwam nqg eenige gedach-
tenwisseling los, aanvullingen en toelichtingen
werden gegeven maar er was nolle Instemming
toen Dr. Stracker dezen avond het hoogtepunt
van het klein congrns noemde:
De vereering van het H. Alta;*r-Sacrament
in de latere middeleeuwen in de
zestiende eeuw
Gistermorgen werd in de sobere praal van
liturgische plechtigheid het altaa* ln de kapel
van den nieuwen „Carmel" der patjrs Carmelie-
ton geconsacreerd door Z. D. H. Mgr. A. F.
Diepen. Na deze plechtigheid tri»k Monseig
neur zegenend door het nieuwe gelmuw en ze
gende het huls tot een huis van gi#bed en stu
die. zooals mgr. gisteren in zijn tomipraak had
beloofd.
Om elf uur had de morgenvergadeir.ing plaats,
waarvoor een enorme belangstelling: bestond.
Inleiding dr. M. Schoengen
Dr. M. Schoengen, rijksarchivaris te Zwolle,
hield een korte inleiding over de vereering van
het heilig Altaarsacrament in de latere middel
eeuwen en in de zestiende eeuw. Hij noemde
als een der gewichtigste oorzaken der hervor
ming het Nederlandsche sacramentisme, dat
nog een diepgaande probleem voor nieuwe stu
die is. Hij sprak over den invloed van een ket
terij aJs van een Beringa van Tours, maar gaf
tevens te kennen, dat de ketterijen tegen het
H. Sacrament als gevolg hadden, dat het volk
des te meer werd aangespoord tot vereering
van het Allerheiligste. Als voorbeeld haalde
spr. aan de godsdienstige beweging iu het bis
dom LuEk. Evenwijdig met die hernieuwing
gaan ook nieuwe gebruiken in de liturgie. Het
Allerheiligste wordt niet meer bewaard in.de
boven het altaar zwevende duif, maar in de
mensa van het altaar. Ook de vorm van het
altaar ondergaat dan een verandering. Het
volk verlangde echter meer en de processies
kwamen in zwang, ofschoon het lang duurde,
eer de Kerk deze vereering van het Allerhei
ligste kon toestaan, omdat het tot groote exces
sen aanleiding gaf. Met meerdere voorbeelden
toonde spreker aan, hoe de mystieken stonden
tegenover deze geloofsuiting. Als slotconclusie
gaf hij de stelling, dat het sacramentisme der
veertiende eeuw een voorspel Is geweest van
het Lutheranisme. Het bracht hier een om
wenteling, die een onteering van het Allerhei
ligst Sacrament des Altaars tot gevolg heeft
gehad. Het begon fn 1560 en toen het in 1580
geëindigd was, waren de kerken leeg, was de
godslamp gedoofd en het „Adoro Te" verklon
ken.
Een geanimeerde gedachtenwisseling volgde,
waarbij Dr. Schoengen den wensch uitsprak te
komen tot groote samenwerking bij de studie
van liet voor leeken, vaak moeilijke probleem.
Dr. Th. H. Heyman over „Norbertijner
Vroomheid"
We naderen snel bet eind9 van deze hooge
dagen. Op den morgen van den laatsten dag
sprak Pater Stracke van „het hoogtepunt van
ons congres". En de enthousiaste Vlaamsche
priester-geleerde had gelijk. Aan zijn rechter
hand een belangstellend Kerkvorst, aan zijn
voeten een volle zaal en geleerden met klinken
de namen. De zon zette gloed ln de gebrande
romen en in de kloostergangen hing nog de
wijding van den bisschoppelijken zegen. En
zooals de wierook zweefde ln de lichtbundels,
lang na het einde der plechtigheid, zoo zal
ook de herinnering aan deze mooie dagen
biijven in de gedachten der velen, die het
voorrecht hadden, ze bij te wonen.
EERSTE KAMER
De vluchten naar Indie
WAARIN ONZE REGEERING BELANG
STELT
De Eerste Kamer is gistermorgen een korte
poos bijeen geweest. Er stond slechts één enkel
punt op de agenda n.l. de wijziging van de be
grooting van Waterstaat voor 1929 lu verband
met de Instelling van een zelfstandigen lucht
vaartdienst.
Weliswaar geeft de Nederlandsche Regeering
niet zulke kolossale subsidies voor de ontwikke
ling van de burgerluchtvaart als in sommige
andere landen pleegt te geschieden maar erkend
moet toch worden, dat onze Regeering groote
belangstelling toont voor de luchtvaart en dit
jonge verkeersmiddel steunt en helpt, waar het
kan.
De instellinfe van den luchtvaartdienst is
daarvoor weer een bewijs.
In den Senaat werd ook geen enkele opmer
king gehoord over de gelden, die werden aange
vraagd. Integendeel. De heer v. Citters, de
eenige senator, die bij de behandeling van dit
wetsontwerp het woord voerde, wilde de Re
geering tot nog meer meewerking aanzetten
door te vragen om een goede nachtverllahtlng
in ons land voor vliegtuigen.
Maar ook deze vraag was eigenlijk reeds over
bodig, want uit het antwoord van minister Reij-
mer bleek, dat de Regeering daarmee reeds
doende is. Dezen Zomer zal vermoedelijk reeds
gereedkomen de verlichting van de luchtroute:
Duitsche grens bij Enschede tot Schiphol. Ook
zal de luchtweg van den Scheldemond naar de
Waalhaven verlicht worden, terwijl in overwe
ging is 't aanbrengen van lichtbakens in het
Zuiden van Limburg voor de lijn Hannover
BrusselParijs.
Omtrent de Postvluohten naar Iudië waar
voor zoowel de heer Citters als de minister
buide bracht aan onze kloeke piloten, die
deze vluchten volbraohten, vernamen wij van
den minister, dat de onderhandelingen met En
geland een spoedige hervatting van deze vluch
ten doen verwachten.
Een bemoedigend vooruitzicht dust
In de middagzitting sprak Dr. Th. H. Hey
man O.Praem. uit de Abdij „Berne" te Hees-
wijk over „Norbertijner-vroomheid".
Een congres als hier gehouden wordt, moest
een Norbertijn vanzelf in de herinnering bren
gen, dat eens twee groote heiligen van de
Carmelieten orde, de H. Theresia van Avlla en
do H. Joannes van het Kruis, door zijn Orde
broeders» plechtig werden herdacht.
Van huis uit waren de Norbertijnen voor het
predikambt geroepen. De H. Norbertus ging
hierin en ook, wat het armoede-Ideaal be
treft den H. Dominicus en den H. Franciscus
voor.
De merkwaardige gebeurtenissen van Pré-
montré en Maagdenburg hadden echter invloed
op de ontwikkeling van Norbertus en van zijn
Orde. De heilige hield toen immers op „Wan-
di.rprediger" te zijn en begon met de orga
nisatie van zijn volgelingen in een vlottend
verband. Hierdoor werden nieuwe mogelijk
heden tot groei van geestelijk leven in diverse
richtingen geschapen.
Spr. gaf dan een historisch overzicht, waar
van we een beknopt résumé laten volgen.
In de 12e eeuw vond de H. Hildegardis van
Bingen toegang tot de Norbertijnerkloosters
van Averbode, van Park bij Leuven en van
Houthem—St. Gerlach in Zuid-Limburg. Van
het hoogere geestelijke leven is de Henegouwer,
Philip van Harvengt in de Zuidelijke Neder
landen, leen exponent, voor het Noorden de
mystiek-aangelegde abt van Mariëngaarde
Jariens. De 14e eeuwsche vroomheid, die zich
op en om Groenendaal beweegt, ging niet langs
de Nederlandsche Premonstratensers heer.,
Als getuige hiervoor haalde spr. aan een kleine
briefwisseling, die nog bewaard bleef en in
alle openhartigheid gevoerd werd tusschen
Petrus van Herenthals, Prior van Floreffe en
Jan van Holland, regulier kanunnik van
Groenendaal.
De 15e eeuw levert een schralen oogst aan
geestelijke geschriften in1 de Norbertijner Orde.
Maar ook weinig Orden werden zoo hard door
het commende-wezen getroffen, als die van
Premonstreit.
Spr. gaf hiervan als verklaring, dat de
Norbertijner Orde is opgebouwd uit abdijen,
die toen door haar grootte en economische be
werking, zeer begeerenswaardig waren. Met de
bestrijding van het misbruik der éoramende
ging de herleving van geestelijke kracht ge
paard. Op het Concilie van Trente verzette
zich de Norbertijner bisschop van Verdun
Nicolaas Psaume, met alle energie krachtig
tegen de commende. Aan den overgang van
de 16e op de 17e eeuw staat de Henegouwer
Servatius de Laireuls, die de restauratie in
de Orde krachtig binnenleidt.
Het opkomend Jansenisme kreeg eenigen vat
op Fr. Wennius van Park, beroerde echter niet
den grooten Maria-vereerder, Augustijn Wiek-
mans, pastoor van Mierlo en Tilburg, prelaat
van Tongerloo.
Verder noemde spr. als beoefenaars der
devotie de Bergenaar, Willem Bossehaerts
(Tongerloo), Vermuelen (van de St. Nicolaas-
abdij te Veurne) en vooral van Elshout uit de
abdij van Ninove bij Brussel.
De Norbertijnscbe parochie-geestelijken garen
ook blijk van hooger zieleleven. De Tonger-
icosche pastoorsdagen, de dichtbundels van den
Norbertijnschen pastoor van Horsseo (in Maas
en Waal), Daniel Bellemans, haalde spr. ais
bewijs voor deze herleving aan."
Centra van spiritualiteit waren de Norberti-
nessenkloosters. Deze stonden wat hun leiders
betreft, met elkander in contact. St. Catharina-
dal, de eenige overgebleven nonnen-proostdij
in Nederland, had voortreffelijke bestuurders
in van der Maelen en de la Haye. Leliendkj'te
Mechélen had veel te danken aan CraywlnektU
van Tongerloo! De Besloten Hof van de nonnen
te Herenthals werd voortreffelijk geleid ttóór
Marten Groenenschilt. De proosten lieten Wer
ken na in handschrift of in druk.
De beroemde St. Michiels-Abdij te Antwerpen
is in de 17e eeuw gekenmerkt vooreerst door
haar aansluiting bij de Jesuieten, en mede door
haar meedeinen op een Jansenistische stroo
ming. Naast prelaat Teniers, een vriend der
Jesuieten, werkte en streed de talentvolle,
doch theologisch niet smettenvrije Lancelot
Havermans. Bij de Norbertinessen van Ooster-
hcut en die van het H. Sacramentshuis te Ant
werpen fungeerden de St. Michiels-heeren in
bepaalde tijden als proost, wat aanleiding gaf
tot het schrijven van religieuse tractaten.
Tot slot sprak dr. Heyman over de abdij van
Berne. Daar kan voor de Middeleeuwen wellicht
genoemd worden Theodoricus. In het oudste
kroniekje der abdij, (handschrift der 13e eeuw)
wordt hij reeds geprezen als schrijver van
boeken. Bij den aanvang van den Nieuwen tijd
valt het gebedenboekje van prelaat Splerinck
van Wel te noemen. Dat van abt Vessarrlus is
afhankelijk van de devotie der broeders van het
Gemeene Leven. Van de parochie-geestelijken
van Berne noemde spr. het werkje van Roovcrs.
Er volgde een korte gedachtenwisseling,
waarna Pater Stracke de bijeenkomst sloot.
Mgr. Diepen was bij deze vergadering nog
aanwezig.
Om 8 uur werd de groote slotvergadering ge
houden, waar Dom p. Huyben O.S.B. een
schitterend overzicht gaf van de verspreiding
der Nederlandsche spiritualiteit in de 14e en
15e eeuw.
VRIJ NAAR HET ENGELSCH
van
F. FARGUS.
25)
Dit zijn haast geen vreemden. Het zijn
vrienden vpn me, die willen instaan voor de
waarheid van wat ik zeggen ga.
Ik wil over mijn zaken niet gesproken
hebben ln bijzijn van een kerel ais die daar,
zei Anthony, met, een verachtelijk gebaar in
de richting van Macarl,
De beide mannen hadden zachtjes gesproken.
Pauline was niet ver af, en geen van belden
wilden zij haar ongerust maken door hooge
woorden of een dreigende twist. Doch Macari
had de opmerking gehoord, en het gebaar ge
zien. Zijn oogen gloeiden, en hij boog zich naar
den jongeman toe.
Misschien zult u mij binnen weinige dagen
heel vrijwillig geven, wat u me kort geleden
geweigerd hebt, beet hij hem toe.
Conerl merkte op, dat Macari zijn rechten
hand ln zijn borstzak hield, maar omdat dit
een geliefkoosde houding van hem was, dacht
hij er verder niet aan.
Anthony verwaardigde zich niet, om te ant
woorden. Hij wendde zich van den man af
met een blik, waaruit de grootste verachting
sprak, en die Macari ongetwijfeld buiten ztch-
zelf van woede bracht.
Vóór we over wat anders spreken, zei de
Jongentan tot zijn oom, dring ik er op aan, dat
Pauline van nu af aan onder mijn bescherming
wordt gesteld. Noch zij, noch haar erfdeel zal
de prooi worden van een gemeenen Italiaan-
schen schooier als die vriend van u.
Dat waren de laatste woorden, die de arme
jongen sprak. Met één sprong vloog Macari op
hem toe, hij slaakte niet eens een uitroep van
woede, en siste geen verwensching, die zijn
slachtoffer kon waarschuwen. In zijn rechter
hand greep hij den langen dolk uit zijn bin
nenzak, en toen Anthony March opkeek, en
toen in zijn stoel achteruit schoof, om het
wapen te ontwijken, kwam de stoot neer met
al de kracht van dien Jongen arm, dwars door
het hart. Anthony March was voorgoed tot
zwijgen gebracht.
Toen hij neerviel, hiel Pauline op met zingen,
en haar kreet van ontzetting klonk door de
kamer. Van haar plaats aan de piano kon zij
zien, wat er gebeurd was. Is het wonder, dat
de aanblik haar van haar zinnen beroofde?
Macari stond over zijn slachtoffer gebogen.
Coneri was als verbijsterd over de misdaad,
die niettemin In eon oogenblik alle noodzakelijk
heid had opgeheven, om zi.in wild plan ten
uitvoer te leggen. De eenige, die zijn tegenwoor
dig' id van geest scheen te bewaren, was Pe-
trow. Het was gebiedend noodzakelijk, dat
Pauline tot zwijgen werd gebracht. Haar kreten
zouden de buren waarschuwen. Hij snelde toe,
wierp een zwaar divankleed oveT haar hoofd,
en deed haar neerliggen op de rustbank waar
hij haar met geweld neerhleld.
Op dat oogenblik kwam ik als een razende
binnenstormen, blind em hulpeloos, maar
naar zij niet beter konden weten als een
wrekende engel. Zelfs de niets ontziende Macari
deinsde terug. Alleen Coneri haalde werktui
gelijk zijn pistool te voorschijn, en spande den
baan. Hij was het, die de beteekenis van mijn
smeekbede om genade besefte, en mijn leven
redde. Zoodra Macari zich van zijn verrassing
hersteld had, drong hij eir op aan, dat ik 't lot
van Anthony March zou doelen. Wéér was zijn
dolk opgeheven, terwijl Petrow, die door de
nieuwe wending, welke de zaken genomen had
den, Pauline alleen had moeten laten, mij neer-
hield op de plaats, waar ik gevallen was. Coneri
sloeg het wapen opzij, en redde mij het leven.
Hij onderzocht mijn oogen, en verklaarde, dat
hij instond voor de waarheid van mijn verkla
ring. Er was geen tijd voor verwijten of be
schuldigingen, maar hij zwoer, dat er geen
tweede moord zou gepleegd worden. Petrow viel
hem bij, en Macari gaf ten laatste toe, op
voorwaarde, dat men zich van mij zou ont
doen op de manier, die ik al verhaald heb.
Als zij een verdoovingsmiddel bij de hand had
den gehad, zouden ze mij dat dadelijk gegeven
hebben. Maar nu moest de oude Teresia, die
nog niets van het treurspel wist, dat zich had
afgespeeld, gewekt worden, en werd zij uitge
stuurd. om het noodige te halen. De mede
plichtigen durfden mij niet alleen te laten, en
daarom werd ik gedwongen, om naar alles,
wa|<glj verhandelden, te blijven luisteren.
wArom gaf Coneri den moord niet aan? ik
kan er niet anders van danken, dan dat hij
slechter was, dan hij bekende te zijn, of dat
bij beefde voor zijn deel in de zaak. Overigens
bad hij een misdrijf in den zin gehad, dat bijna
even ernstig was, en als de waarheid omtrent
hot hem toevertrouwde geld bekend geworden
was, zou geen enkele rechtbank op de wereld
hem hebben vrijgesproken. Misschien dachten
hij en Petrow licht over een menschenleven.
Hun handen waren zeker niat zuiver van po
litieke moorden. Inziende, dat een eventueel
verhoor niet anders dan noodlottige gevolgen
voor hen kon hebben, kozen zij de zijde van
Macari, en zetten zich terstond aan het werk,
om alle sporen van de misdaad te verbergen.
Van dat oogenblik af was er weinig verschil
in misdadigheid tusschen die drie mannen.
Nu zij allen in hetzelfde schuitje vopren, be
stond er weinig twijfel aan het succes. Teresia
hadden zij noodgedwongen Iu het vertrouwen
moeten nemen, maar dat had niet veel te be-
teekenen, daar ze haar medewerking z vu heb
ben verleend aan twaalf moorden, al b haar
meester dat van baar gevraagd had.
Allereerst moesten zij zich van mij on|tdoen.
Petrow (want Coneri wilde mij niet aa.t Ma-
cari's handen toevertrouwen) ging uit, en
slaagde erin, om nog een rijtuig te vinden. Voor
een ruime fooi was de koetsier bereid, oio het
hem voor anderhalf uur te leenen. Het was
nacht, en er bevond zich niemand op st raat,
zoodat het niet moeilijk was, om mij in laijn
bewusteloozen toestand in het rijtuig te bren
gen, zonder opgemerkt te worden. Petrow rped
weg, en na mij in een zijstraatje te hebllen
ne el-gelegd, een heel eind van het huls,
hij hot rijtuig weer over aan don koatsiër, <9n
ging naar zijn kameraden terug.
Wat Pauline betreft, haar gekerm had lang)
zamerhand opgehouden, en zij lag in doode-
lijlte bezwijming. Het grootste gevaar hadden;
de medeplichtigen te duchten van haar. Zoolang
zij niet bijgekomen was, kon men niets anders
doen, dan haar naar haar kamer brengen, en
haar onder toezicht van Teresia stellen. Als
zij weer tot zichzelf kwam, zouden zij een be
slissing moeten nemen, wat nu verder te doen.
Het dringendste van alles was evenwel, hoe
'ij zich moesten ontdoen van het lijk van den
vermoorde. Allerlei plannen werden geopperd,
maar ton laatste besloot men tot een plan, dat
om zijn buitengewone driestheid de meeste kans
op succes moest hebben. Zij begonnen wan
hopig te wol-den, en waren bereid, om veel te
wagen.
Vroeg in den morgen werd een schrijven ge
zonden naar Anthony's kamers, met de mede
deeling, dat Mr. March den avond tevoren
ernstig ongesteld wa3 geworden, en nu bij zijn
oom lag. Dat was voldoende, om alle navraag
van dien kant te voorkomen. Intusschen was de
arme jongen zoo netjes mogelijk afgelegd, en
wel zóó, dat alles aan een natuurlijken dood
deed denken. Vervolgens werd een valsch ge
tuigschrift van overlijden opgemaakt. Coneri
zeide er niet bij, hoe hij aan het biljet kwam.
De man, van wien hij het kreeg, wist er niets
van, waar het voor noodig was. Daarna werd
er een doodkist besteld. Het lijk werd eT op
den avond van dienzelfden dag ingelegd, in
bijzijn van Coneri, en de kist terstond gereed
gemaakt voor vervoer naar het buitenland. Met
behulp van het valsche getuigschrift van over
lijden werd aan de noodige formaliteiten vol
daan, en binnen twee dagen reisden de drie
mannen, in rouwcostuum, naar Italië met het
lijk van hun slachtoffer. Er was niets, wal men
hun in den weg kon leggen, niets ln hun wijze
van doen, of ln de omstandigheden, wat arg
waan kon opwekken. Zij lieten' de kist naar
de stad brengen, waar Anthony's moeder ge
storven was. en den zoon bijzetten naast zijn
moeder, met zijn naam én den datum van zijn
dood op den steen. Toen voelden zij zich veilig
voor iedereen, behalve Paulino
Doch zelfs voor haar waren zij veilig. Toen
:Zij eindelijk uit haar bezwijming ontwaakte,
V'con zelfs Teresia zien, dat er iets niet in orde
a-as. Het meisje zei niets over het tooneel, waar.
»B»n zij getuige was geweest Zij stelde geen
vragen. Het verleden was weggevaagd. Inge
vuWge instructies, die haar gegeven werden,
na in Teresla haar zoo spoedig mogelijk mee
na»ir Coneri in Italië, em toen zag hij, dat Ma-
carj's misdaad het meisje van een gedeelte van
haair verstandelijke vermogens beroofd had.
Er? werd geen navraag gedaan naar Anthony
Marcfli, Coneri legde zijn plan tot in de kleinste
bijzonderheden ten uitvoer. Hij gaf last, om
de weinige persoonlijke bezittingen, die de
jongeman op zijn kamers had, in bezit te
nemen, en de men schen daar mee te doelen,
dat hij ten huize van zijn oom gestorven was,
en naar Italië gebracht was, om naast zijn
moeder begraven te worden. Van den blinden
man hoorde mem ook niets meer, zoodat men
veronderstelde, dat hij zoo verstandig was ge
weest, om zijn mond te houden.
Maanden en maanden gingen voorbij, en Pau
line bleef nog altijd dezelfde. Teresla belastte
zich met de zorg voor haar, en woonde met
haar In Turijn tot omstreeks dan tijd, dat ik
liaar in de San Giovanni zag. Cöuerri, die goen
vaste woonplaats had, zag maar weinig van
het meisje. Zijn aanwezigheid wekte geen en
kele pijnlijke herinnering in haar op, doch
voor hem was höt alen van zijn nicht ondra
gelijk Het herinnerde hem te veel aan wat
hij vergeten wilde. Zij voelde zich evenwel
niet gelukkig in Italië. Op haar vage manier
verlangde zij terug naar Engeland. En daar
Coneri haar gaarne uit zijn oogen had, vond
hij goed, dat Teresia haar rreo naar Louden
nam. Juist dien dag was hij naar Turijn ge
komen, om haar vertrek te regelen. Macari,
die haar, zelfs na den moord op haar broer,
nog in zekeren zin als zijn eigendom beschouw
de, was met hem meegekomen. Hij had er
voortdurend bij Coneri op aangedrongen, om
hem met haar te laten trouwen, zelfs in den
toestand, waarin ze nu wns. Hij had gedreind,
dat hij haar met geweld zou meenemen. Hij
had gezworen dat zij hem zou toebahooren. Zij
horinnerde zich niets; waarom zou hij haar
niet trouwen? - Hoe slecht Coneri ook was,
daarvoor was hij toch teruggedeinsd. Hij zon
zelfs alle betrekkingen met Macari hebben af
gebroken, als hij dat gekund had.
(Wordt vervolgd).