FEUILLETON IN VOLLEN GLANS NED. R K. BOEREN EN TUINDERS DAGEN VAN MYSTIEK TWEEDE BLAD. PAGINA DONDERDAG 9 JANUARI 1930 ONZE LUCHTVAART i .'—ra DRAVERIJEN' TE GREENFORD IN MIDDLESEX, de finish van den Nieuwjaars Handicap, waarin „Edlth E" Tan Mr. H. Everdsen na een moeilijken strijd met den prijs ging strijken. ONTWIKKELINGSDAGEN TE ROERMOND In de Dinsdagavond te Roermond gehouden bijeenkomst hield zooals in 't kort gemeld de zeereerw. heer ir. J. H. H. Bemelmans, landbouwkundig ingenieur en directeur van de R. K. Landbouw-winterschool te Roermond een inleiding over „Grondverbetering in het alge meen en de watereconomie in het bijzonder. Inleiding Zeereerw- heer ir. J. Bemelmans De functie van het water in de plant en in den bodem is, zegt spr. 'n allerbelangrijkste: ver strekken van de noodige spanning aan de cel len en organen, oplossen van de voedende stoffen, opbouw van het plantenlichaam, bevor deren van het biologisch leven in den akker enz. Behalve in het grondwater kan het water nog worden onderscheiden in capillair, funlculair, pendulair- en sejunctiewater. De meest ge- wenschte waterstand, de onderlinge verhouding tusschen de verschillende toestanden en hun beteekenis voor de plant worden nader door den spreker nagegaan. De planten gebruiken vooral in tijden van sterken groei enorme hoe veelheden water, meer dan door regenval in die perioden wordt aangevuld. Het is voor hoogere gronden zaak het aanwezige water voor wegzakken en verdampen te bewaren. Naast de speciale cultuurmethode, drijfar- ming, zijn afzonderlijk nog aan te bevelen: verkruimeld houden van bouwvoor, los houden van bovenlaag, zeker humusgehalte. Inleiding dr. ir. W. J. Droegen Op den tweeden dag sprak den heer dr. Ir. W. J. Droesen, consulent van den Llmburg- schen Land- en Tuinbouwbond over „Richting der productie op kwaliteit". Drie verschijnselen, zegt spr., springen bij het overzien van de ontwikkeling der voedsel voorziening sinds den wereldoorlog in het oog. lo. Een ongewoon sterke toename der pro ductie, veel sterker dan de bevolkingsaanwas. Het Int. Landbouw Instituut geeft daarom trent de volgende cijfers: sinds de jaren 1923/1927 nam de wereldbevolking toe, met 7 pet.; de. productie van koren met 3pct. van aardappelen met 18 pet. suiker 35 pet. boter 40 pet. kaas 33 pet. en eieren 16 pet. De uit voer van groenten uit ons land steeg in dien zelfden tijd met niet minder dan 115 pet. Groo- te catastrophen waren daarvan reeds het ge volg in suiker en aardappelen. 2o. Een voortdurend hooger worden der eisclien, die de consument zoowel aan de kwa liteit als aan de sorteering en verpakking stelt, waarmede gepaard gaan krachtige maat regelen, veelal gesteund door de regeeringeu om aan die eischen te beantwoorden of ze zelfs vooruit te loopen. 3o. Een grooter gemak bij het vervoer en verbeterde koel- en conserveeringstechniek. waardoor de grenzen van productie- en con- aum'ptiegabieden steeds meer vervlakken en de afstanden steeds van minder beteekenis worden. Die ontwikkelingsgang leidt vanzelf tot steeds fellere concurrentie in de con sumptiecentra. Voor den Nederlandschen land en tuinbouw met zijn grooten export van allerlei producten is deze concurrentiestrijd een ware „struggle for lite". Over het algemeen hebben onze producten een goeden naam. Echter zijn er laaien, die ons met bepaalde artikelen de loef afsteken, hetzij door kwaliteit, hetzij door sorteer:ng en verpakking. In de meeste gevallen, o.v. in bacon, eieren en fruit is deze achterstaai niet te wijten aan onveranderlijke factoren van bodem of klimaat, maar is wel degelijk door betere productie- en afzetmethoden te overwin nen. De prijsverhoudingen spreken in dit op zicht een duidelijke taal. Andere streken, die snel naar verbetering streven, zijn eveneens een voortdurend gevaar voor onzen export. Betere cultuurtechniek (denkt hier o.a. aan den invloed van bepaalde meststoffen op de kwa liteit en aan de bestrijding van plantenziek ten),verder doorgevoerde selectie op kwaliteit en uniformiteit en verbetering van sorteering en verrekking zijn de wapenen, waarmede de concurrentiestrijd wordt uitgevochten. De practijk moet niet aleen zoo spoedig mogelijk en in zoo ruim mogelijken kring de moderne methodes leeren kennen, maar ook van de noodzakelijkheid daarvan worden doordrongen. Een zeer intensieve voorlir iting door de organisaties, in samenwerking met den rijks voorlichtingsdienst, is meer dan ooit vereischt. Landbouwonderwijs is het eerst noodige. De besturen der organisaties en andere leidende personen moeten door den buitenland- schen voorlichtingsdienst op de hoogte gehou den worden van toestanden en wijzigingen op de wereldmarkt. De uitvoercontróle, steunend op het particulier initiatief, zal meer toepas sing moeten vinden. Wettelijke maatregelen in den geest der landbouwuitvoerwet zijn onmis baar ter'aanvulling en afsnijding van misbrui ken. Van een actieve tarievenpolitiek heeft ons land weinig te verwachten. Zoover haar in vloed reikt, zal onze Regeering, zoowei in den Volkenbond als in de afzonderlijks landen, den tarievenoorlog moeten sussen. Inleiding dr. H. Berger De directeur van den Veeartsenljkundigen Dienst, Dr. H. C. L. E. Berger, houdt daarna een inleiding over „Voorkoming van veeziek ten in het algemeen en rundertuberculose in het bijzonder". Spreker zegt: Voorkomen is beter dan ge nezen. Veeziekten, in het bijzonder besmette lijke veeziekten, kunnen den veehouder veel schade berokkenen en aanleiding geven tot economische ongunstige verhoudingen voor heel het land, in verband met belemmeringen van den invoer in het buitenland van vee en producten van dierlijken oorsprong, van land en tuinbouwproducten, zelfs van producten van anderen oorsprong dan van de landbouwindus trie. Voor het doel „voorkomen" komer. in aan merking factoren zoowel in als bulten het licaam, waarvan intusschen sommige in onderling verband staan. Door toepassing van de middelen, welke de gezondheidsleer aan de hand doet, kan het lichaam gehard worden en daardoor minder vatbaar voor ziektemakende invloeden. De Inwendige llchaamsfactoren, die verlam mend of doodend werken op lagere organis men, worden er door versterkt. De immuni- teitsleer heeft het voorkomen van besmettelijke veeziekten een belangrijke stap vooruit ge bracht. Passieve en actieve immuniseering spelen in dezen een rol van beteekenis. Fac toren „van buiten" kunnen ten deele mede door den veehouder worden toegepast; hij kan verschillende voorzorgen nemen om zooveel als mogelijk is besmetting te voorkomen. Overi gens liggen die factoren grootendeels opgeslo ten in de maatregelen van de Veterinaire Politie. Vooral ook ten aanzien van de tuber culose kan de veehouder zelf preventieve maat regelen, als zooveel voorzorgen nemen om be smetting van zijn vee te voorkomen. Het vrijwillige systeem van t. b. c.-bestrijding bij het rundvee zooals dat met voorlichting en financiëelen steun van de Regeering wordt uitgevoerd, zal een belangrijke bijdrage leve ren tot voorkoming van deze ziekte. Overigens beoogen de entingen met den bacil. Calmette- Guérln meer direct het voorkomen van de tuberculose bij het vee. Inleiding dr. ir. I. Rietsema Vervolgens spreekt Dr. Ir. I. Rietsema, directeur van de R. K. Land- en Tuinbouw- winterschool te Breda over: „Doelmatig be drijfsbeheer in het algemeen en de Iandbouw- arbeldsleer in het bijzonder". De wisselvalligheid der bedrijfslnkomsten zegt spreker, die voor een bedrijf, ais boerderij of tuinderij, hetwelk bestemd is als broodwin ning, eigenlijk zooveel mogelijk moet worden ingeperkt, kan men aanmerkelijk verminderen door e. juiste keuze van de soort van veld vruchten en dierlijke voortbrengselen, die men aan de markt wil brengen. Zoowel voor land- als tuinbouw worden hoofdlijnen aangegeven. Een verbetering van de uitwerking van den handenarbeid en van het gebruik van den be- drijfsboedel verhoogt de betaling der werk zaamheden of van de vermogenarenite. Een beter aanleeren van het handwerk en grootc voorzichtigheid bij aanschaf van werktuigen en gebouwen worden aanbevolen- tevens wordt de wenschelijkheid uitgesproken om den land arbeid wetenschappelijk te bestudeeren. Een hooger prijs voor dfe voortbrensolen is te be dingen door verbetering van verkoopwijze, door meer werk te maken van weeldeartikelen, OP DEN NIEUWEN „CARMEL'' Geestelijke hoogspanning Met een enkel woord vermeldden we gisteren In ons blad nog de markante rede, die de Vlaamsche geleerde dr. L. Reypens S.J. Dins dagavond hield over den invloed van Ruus- broec bij den H. Joannes van het Kruis en de hypothese, die hij opzette over een overeenstem ming van beider opvatting van het toppuai der beschouwing. Het werd een machtige, schit terend gedocumenteerde inleiding, een scherp begrijpen en interpreteeren van de overweldi gende mystiek dier twee grootmeesters, Ruus- broec en Joannes a Cruoe. En ademloos luis terden de aanwezigen. Het waren er velen, die dezen avond vol belangstelling naar den „Camel" waren gekomen, en die zeker niet werden teleurgesteld., Pater Stracke, die weer de vergadering leid de dankte in zijn inleiding Mgr. Diepen nog eens treffend voor den Bisschoppelijken zegen, die zoo spontaan en ii.nig-gemeend aan het congres gegeven werd. Hierop werd het woord verleend aan dea bekenden Dr. Reypens S.J., wiens inleiding met spanning werd verwacht. Van zijn gehar nast theologisch betoog, dat voor een leek een hoogstgevaarlijk terrein is, laten we slechts de quintessence volgen. Rede dr. L. Reypens S.J. Al direct bij den aanvang begon spr. mot ee'i scherp onderscheid te maken tusschen de twee gedeelten van zijn inleiding, t.w. de invloed van Ruusbroec bij den H. Joannes van het Kruis: en de overeenstemming van beider op- ratting van het toppunt der beschouwing. Met name wilde hij het laatste gedeelte met een vraagteeken signaleeren en niet meer dan een hypothese geven. Van invloed van Ruusbroec op Joannes van het Kruis kan slechts binnen zekere perken sprake zijn. Een persoonlijkheid als de zijne assimileert zich volledig het geestesvoedsel dat zij opneemt, zoodat het langs de louter-in- terne kritiek soms lastig valt te onderschelden ln de nieuwe synthese, waarin het is vergroei.i Een feit, dat dit nog bemoeilijkt is, dat de H, Joannes van het Kruis, juist bij het behande len der hoogste beschouwing, zich veel directe* uitspreekt dan Ruusbroec, die ze veel meer met theorie omkleedde. De uitwendige kritiek geeft alleen de moge lijkheid, dat de H. Joannes van het Kruis Ruus broec kdn gelezen hebben en ook met veel waai ichijnlijkheid gelezen heeft. Een aandui ding hiervoor is, dat de mysticus Juan de los Angeles, die een tijdgenoot van Joannes van het Kruis was. den Brabantschen meester nauwkeurig gekend beeft en aan hem mede zelfs het beste zijner werken heeft te danken. waarbij echter zorgvuldig tegen wisselvallig heid dient te worden gewaakt en doo* te trach ten de pachten te verbeteren. Inleider stelt voor een fonds te stichten tot aankoop van land, hetwelk dan op gunstige voorwaarden zal worden uitgegeven aan de stichters vin het fonds of hun erfgenamen. De inwendige ciritieb toont ons echter een markante overeenïtomst tusschen Joannes van net Kruis en Ruusbroec ln hun opvatting van het toppunt der beschouwing. Spr. herleidde hïerop die overeenkomst in den zin der beide schrijvers, maar scherper geformuleerd dan zjij het doen, tot deze drie hoofdpunten (we cljteeren Dr. Reypens letter lijk): lo. Gelijk voor Bïuusbroec, zoo is ook voor Joannes het geestelijk leven der ziel in de op perste vereeniging n»et God hier op aarde een deelneming aan het eigenlijke drie-eene Gods- leven. 2o. Al is deze deeflname wat het meege deelde Godsleven betreft uit den aard der zaak, dus essentieel, dezelfde als die in de glorie, zij is specifiek ten zeerste verschillend wat de ontvankelijkheid der ziel tegenover die mededeeling bereft ((cognitum est In cog noscente ad modum cognoseentis). De deel neming aan het eigenlijke Godsleven bij den op het hoogst begenadigden mysticus hier op aarde, en de deelneming van den gelukzalige aan datzelfde Godslevten verschillen dus niet alleen in graad van itntensiteit, maar ze zijn beiden van verschillende Intensiteit, omdat ze van soortelijk verschillenden aard zijn. 3o. Het soortelijk vnrschil tusschen beide deelnamen ligt hierin, <ïat de gelukzalige deel name geschiedt zonder bet lichaam of met het verheerlijkte lichaam en steeds actueel op volle Intensiteit, terwijl de irrystieke deelneming in het niet verheerlenkte if-og sterfelijke lichaam plaats heeft, niet steeds' actueel is en wat intensiteit betreft wlaselt. Ter staving van zijn beweringen citeerde spr. meerdere schitterende tf fcden vooral van den H. Joannes van het Ki alswaaraan nog te wei nig aandacht geschonken is. Hoe persoonlijk Jrannes'a Cruce steeds blijft, toch zijn er eenige paraih Hen die het voor Dr. Reypens zeer waarschijnlijk maken, dat de groote Carmeliet Ruusbro >c gelezen heeft, en zoo geassimileerd, dat hij sommige opvattin gen van Ruusbroec eenigs:lins verder ontwik kelt Daar is vooreerst de overeenkomst ln zoo merkwaardige en opvallend!9 punten juist In een tijd toen de mystieke keg-kleeraar zoo voor. zichtig moest zijn wegens h|>t llluminisme der „alumbrados"; dan is er nog een overeenkomst in het gebruik van een schnrpe groep beelden voor de uiteenzetting van h l'.t mystieke leven. Afdoende bewijzen voor eem onder ieder op zicht onaanvechtbare afhankelijkheid meende spr. niet te kunnen brengen; hij geloofde ook niet dat men ze ooit zal kupjien brengen. Over deze inleiding kwam nqg eenige gedach- tenwisseling los, aanvullingen en toelichtingen werden gegeven maar er was nolle Instemming toen Dr. Stracker dezen avond het hoogtepunt van het klein congrns noemde: De vereering van het H. Alta;*r-Sacrament in de latere middeleeuwen in de zestiende eeuw Gistermorgen werd in de sobere praal van liturgische plechtigheid het altaa* ln de kapel van den nieuwen „Carmel" der patjrs Carmelie- ton geconsacreerd door Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen. Na deze plechtigheid tri»k Monseig neur zegenend door het nieuwe gelmuw en ze gende het huls tot een huis van gi#bed en stu die. zooals mgr. gisteren in zijn tomipraak had beloofd. Om elf uur had de morgenvergadeir.ing plaats, waarvoor een enorme belangstelling: bestond. Inleiding dr. M. Schoengen Dr. M. Schoengen, rijksarchivaris te Zwolle, hield een korte inleiding over de vereering van het heilig Altaarsacrament in de latere middel eeuwen en in de zestiende eeuw. Hij noemde als een der gewichtigste oorzaken der hervor ming het Nederlandsche sacramentisme, dat nog een diepgaande probleem voor nieuwe stu die is. Hij sprak over den invloed van een ket terij aJs van een Beringa van Tours, maar gaf tevens te kennen, dat de ketterijen tegen het H. Sacrament als gevolg hadden, dat het volk des te meer werd aangespoord tot vereering van het Allerheiligste. Als voorbeeld haalde spr. aan de godsdienstige beweging iu het bis dom LuEk. Evenwijdig met die hernieuwing gaan ook nieuwe gebruiken in de liturgie. Het Allerheiligste wordt niet meer bewaard in.de boven het altaar zwevende duif, maar in de mensa van het altaar. Ook de vorm van het altaar ondergaat dan een verandering. Het volk verlangde echter meer en de processies kwamen in zwang, ofschoon het lang duurde, eer de Kerk deze vereering van het Allerhei ligste kon toestaan, omdat het tot groote exces sen aanleiding gaf. Met meerdere voorbeelden toonde spreker aan, hoe de mystieken stonden tegenover deze geloofsuiting. Als slotconclusie gaf hij de stelling, dat het sacramentisme der veertiende eeuw een voorspel Is geweest van het Lutheranisme. Het bracht hier een om wenteling, die een onteering van het Allerhei ligst Sacrament des Altaars tot gevolg heeft gehad. Het begon fn 1560 en toen het in 1580 geëindigd was, waren de kerken leeg, was de godslamp gedoofd en het „Adoro Te" verklon ken. Een geanimeerde gedachtenwisseling volgde, waarbij Dr. Schoengen den wensch uitsprak te komen tot groote samenwerking bij de studie van liet voor leeken, vaak moeilijke probleem. Dr. Th. H. Heyman over „Norbertijner Vroomheid" We naderen snel bet eind9 van deze hooge dagen. Op den morgen van den laatsten dag sprak Pater Stracke van „het hoogtepunt van ons congres". En de enthousiaste Vlaamsche priester-geleerde had gelijk. Aan zijn rechter hand een belangstellend Kerkvorst, aan zijn voeten een volle zaal en geleerden met klinken de namen. De zon zette gloed ln de gebrande romen en in de kloostergangen hing nog de wijding van den bisschoppelijken zegen. En zooals de wierook zweefde ln de lichtbundels, lang na het einde der plechtigheid, zoo zal ook de herinnering aan deze mooie dagen biijven in de gedachten der velen, die het voorrecht hadden, ze bij te wonen. EERSTE KAMER De vluchten naar Indie WAARIN ONZE REGEERING BELANG STELT De Eerste Kamer is gistermorgen een korte poos bijeen geweest. Er stond slechts één enkel punt op de agenda n.l. de wijziging van de be grooting van Waterstaat voor 1929 lu verband met de Instelling van een zelfstandigen lucht vaartdienst. Weliswaar geeft de Nederlandsche Regeering niet zulke kolossale subsidies voor de ontwikke ling van de burgerluchtvaart als in sommige andere landen pleegt te geschieden maar erkend moet toch worden, dat onze Regeering groote belangstelling toont voor de luchtvaart en dit jonge verkeersmiddel steunt en helpt, waar het kan. De instellinfe van den luchtvaartdienst is daarvoor weer een bewijs. In den Senaat werd ook geen enkele opmer king gehoord over de gelden, die werden aange vraagd. Integendeel. De heer v. Citters, de eenige senator, die bij de behandeling van dit wetsontwerp het woord voerde, wilde de Re geering tot nog meer meewerking aanzetten door te vragen om een goede nachtverllahtlng in ons land voor vliegtuigen. Maar ook deze vraag was eigenlijk reeds over bodig, want uit het antwoord van minister Reij- mer bleek, dat de Regeering daarmee reeds doende is. Dezen Zomer zal vermoedelijk reeds gereedkomen de verlichting van de luchtroute: Duitsche grens bij Enschede tot Schiphol. Ook zal de luchtweg van den Scheldemond naar de Waalhaven verlicht worden, terwijl in overwe ging is 't aanbrengen van lichtbakens in het Zuiden van Limburg voor de lijn Hannover BrusselParijs. Omtrent de Postvluohten naar Iudië waar voor zoowel de heer Citters als de minister buide bracht aan onze kloeke piloten, die deze vluchten volbraohten, vernamen wij van den minister, dat de onderhandelingen met En geland een spoedige hervatting van deze vluch ten doen verwachten. Een bemoedigend vooruitzicht dust In de middagzitting sprak Dr. Th. H. Hey man O.Praem. uit de Abdij „Berne" te Hees- wijk over „Norbertijner-vroomheid". Een congres als hier gehouden wordt, moest een Norbertijn vanzelf in de herinnering bren gen, dat eens twee groote heiligen van de Carmelieten orde, de H. Theresia van Avlla en do H. Joannes van het Kruis, door zijn Orde broeders» plechtig werden herdacht. Van huis uit waren de Norbertijnen voor het predikambt geroepen. De H. Norbertus ging hierin en ook, wat het armoede-Ideaal be treft den H. Dominicus en den H. Franciscus voor. De merkwaardige gebeurtenissen van Pré- montré en Maagdenburg hadden echter invloed op de ontwikkeling van Norbertus en van zijn Orde. De heilige hield toen immers op „Wan- di.rprediger" te zijn en begon met de orga nisatie van zijn volgelingen in een vlottend verband. Hierdoor werden nieuwe mogelijk heden tot groei van geestelijk leven in diverse richtingen geschapen. Spr. gaf dan een historisch overzicht, waar van we een beknopt résumé laten volgen. In de 12e eeuw vond de H. Hildegardis van Bingen toegang tot de Norbertijnerkloosters van Averbode, van Park bij Leuven en van Houthem—St. Gerlach in Zuid-Limburg. Van het hoogere geestelijke leven is de Henegouwer, Philip van Harvengt in de Zuidelijke Neder landen, leen exponent, voor het Noorden de mystiek-aangelegde abt van Mariëngaarde Jariens. De 14e eeuwsche vroomheid, die zich op en om Groenendaal beweegt, ging niet langs de Nederlandsche Premonstratensers heer., Als getuige hiervoor haalde spr. aan een kleine briefwisseling, die nog bewaard bleef en in alle openhartigheid gevoerd werd tusschen Petrus van Herenthals, Prior van Floreffe en Jan van Holland, regulier kanunnik van Groenendaal. De 15e eeuw levert een schralen oogst aan geestelijke geschriften in1 de Norbertijner Orde. Maar ook weinig Orden werden zoo hard door het commende-wezen getroffen, als die van Premonstreit. Spr. gaf hiervan als verklaring, dat de Norbertijner Orde is opgebouwd uit abdijen, die toen door haar grootte en economische be werking, zeer begeerenswaardig waren. Met de bestrijding van het misbruik der éoramende ging de herleving van geestelijke kracht ge paard. Op het Concilie van Trente verzette zich de Norbertijner bisschop van Verdun Nicolaas Psaume, met alle energie krachtig tegen de commende. Aan den overgang van de 16e op de 17e eeuw staat de Henegouwer Servatius de Laireuls, die de restauratie in de Orde krachtig binnenleidt. Het opkomend Jansenisme kreeg eenigen vat op Fr. Wennius van Park, beroerde echter niet den grooten Maria-vereerder, Augustijn Wiek- mans, pastoor van Mierlo en Tilburg, prelaat van Tongerloo. Verder noemde spr. als beoefenaars der devotie de Bergenaar, Willem Bossehaerts (Tongerloo), Vermuelen (van de St. Nicolaas- abdij te Veurne) en vooral van Elshout uit de abdij van Ninove bij Brussel. De Norbertijnscbe parochie-geestelijken garen ook blijk van hooger zieleleven. De Tonger- icosche pastoorsdagen, de dichtbundels van den Norbertijnschen pastoor van Horsseo (in Maas en Waal), Daniel Bellemans, haalde spr. ais bewijs voor deze herleving aan." Centra van spiritualiteit waren de Norberti- nessenkloosters. Deze stonden wat hun leiders betreft, met elkander in contact. St. Catharina- dal, de eenige overgebleven nonnen-proostdij in Nederland, had voortreffelijke bestuurders in van der Maelen en de la Haye. Leliendkj'te Mechélen had veel te danken aan CraywlnektU van Tongerloo! De Besloten Hof van de nonnen te Herenthals werd voortreffelijk geleid ttóór Marten Groenenschilt. De proosten lieten Wer ken na in handschrift of in druk. De beroemde St. Michiels-Abdij te Antwerpen is in de 17e eeuw gekenmerkt vooreerst door haar aansluiting bij de Jesuieten, en mede door haar meedeinen op een Jansenistische stroo ming. Naast prelaat Teniers, een vriend der Jesuieten, werkte en streed de talentvolle, doch theologisch niet smettenvrije Lancelot Havermans. Bij de Norbertinessen van Ooster- hcut en die van het H. Sacramentshuis te Ant werpen fungeerden de St. Michiels-heeren in bepaalde tijden als proost, wat aanleiding gaf tot het schrijven van religieuse tractaten. Tot slot sprak dr. Heyman over de abdij van Berne. Daar kan voor de Middeleeuwen wellicht genoemd worden Theodoricus. In het oudste kroniekje der abdij, (handschrift der 13e eeuw) wordt hij reeds geprezen als schrijver van boeken. Bij den aanvang van den Nieuwen tijd valt het gebedenboekje van prelaat Splerinck van Wel te noemen. Dat van abt Vessarrlus is afhankelijk van de devotie der broeders van het Gemeene Leven. Van de parochie-geestelijken van Berne noemde spr. het werkje van Roovcrs. Er volgde een korte gedachtenwisseling, waarna Pater Stracke de bijeenkomst sloot. Mgr. Diepen was bij deze vergadering nog aanwezig. Om 8 uur werd de groote slotvergadering ge houden, waar Dom p. Huyben O.S.B. een schitterend overzicht gaf van de verspreiding der Nederlandsche spiritualiteit in de 14e en 15e eeuw. VRIJ NAAR HET ENGELSCH van F. FARGUS. 25) Dit zijn haast geen vreemden. Het zijn vrienden vpn me, die willen instaan voor de waarheid van wat ik zeggen ga. Ik wil over mijn zaken niet gesproken hebben ln bijzijn van een kerel ais die daar, zei Anthony, met, een verachtelijk gebaar in de richting van Macarl, De beide mannen hadden zachtjes gesproken. Pauline was niet ver af, en geen van belden wilden zij haar ongerust maken door hooge woorden of een dreigende twist. Doch Macari had de opmerking gehoord, en het gebaar ge zien. Zijn oogen gloeiden, en hij boog zich naar den jongeman toe. Misschien zult u mij binnen weinige dagen heel vrijwillig geven, wat u me kort geleden geweigerd hebt, beet hij hem toe. Conerl merkte op, dat Macari zijn rechten hand ln zijn borstzak hield, maar omdat dit een geliefkoosde houding van hem was, dacht hij er verder niet aan. Anthony verwaardigde zich niet, om te ant woorden. Hij wendde zich van den man af met een blik, waaruit de grootste verachting sprak, en die Macari ongetwijfeld buiten ztch- zelf van woede bracht. Vóór we over wat anders spreken, zei de Jongentan tot zijn oom, dring ik er op aan, dat Pauline van nu af aan onder mijn bescherming wordt gesteld. Noch zij, noch haar erfdeel zal de prooi worden van een gemeenen Italiaan- schen schooier als die vriend van u. Dat waren de laatste woorden, die de arme jongen sprak. Met één sprong vloog Macari op hem toe, hij slaakte niet eens een uitroep van woede, en siste geen verwensching, die zijn slachtoffer kon waarschuwen. In zijn rechter hand greep hij den langen dolk uit zijn bin nenzak, en toen Anthony March opkeek, en toen in zijn stoel achteruit schoof, om het wapen te ontwijken, kwam de stoot neer met al de kracht van dien Jongen arm, dwars door het hart. Anthony March was voorgoed tot zwijgen gebracht. Toen hij neerviel, hiel Pauline op met zingen, en haar kreet van ontzetting klonk door de kamer. Van haar plaats aan de piano kon zij zien, wat er gebeurd was. Is het wonder, dat de aanblik haar van haar zinnen beroofde? Macari stond over zijn slachtoffer gebogen. Coneri was als verbijsterd over de misdaad, die niettemin In eon oogenblik alle noodzakelijk heid had opgeheven, om zi.in wild plan ten uitvoer te leggen. De eenige, die zijn tegenwoor dig' id van geest scheen te bewaren, was Pe- trow. Het was gebiedend noodzakelijk, dat Pauline tot zwijgen werd gebracht. Haar kreten zouden de buren waarschuwen. Hij snelde toe, wierp een zwaar divankleed oveT haar hoofd, en deed haar neerliggen op de rustbank waar hij haar met geweld neerhleld. Op dat oogenblik kwam ik als een razende binnenstormen, blind em hulpeloos, maar naar zij niet beter konden weten als een wrekende engel. Zelfs de niets ontziende Macari deinsde terug. Alleen Coneri haalde werktui gelijk zijn pistool te voorschijn, en spande den baan. Hij was het, die de beteekenis van mijn smeekbede om genade besefte, en mijn leven redde. Zoodra Macari zich van zijn verrassing hersteld had, drong hij eir op aan, dat ik 't lot van Anthony March zou doelen. Wéér was zijn dolk opgeheven, terwijl Petrow, die door de nieuwe wending, welke de zaken genomen had den, Pauline alleen had moeten laten, mij neer- hield op de plaats, waar ik gevallen was. Coneri sloeg het wapen opzij, en redde mij het leven. Hij onderzocht mijn oogen, en verklaarde, dat hij instond voor de waarheid van mijn verkla ring. Er was geen tijd voor verwijten of be schuldigingen, maar hij zwoer, dat er geen tweede moord zou gepleegd worden. Petrow viel hem bij, en Macari gaf ten laatste toe, op voorwaarde, dat men zich van mij zou ont doen op de manier, die ik al verhaald heb. Als zij een verdoovingsmiddel bij de hand had den gehad, zouden ze mij dat dadelijk gegeven hebben. Maar nu moest de oude Teresia, die nog niets van het treurspel wist, dat zich had afgespeeld, gewekt worden, en werd zij uitge stuurd. om het noodige te halen. De mede plichtigen durfden mij niet alleen te laten, en daarom werd ik gedwongen, om naar alles, wa|<glj verhandelden, te blijven luisteren. wArom gaf Coneri den moord niet aan? ik kan er niet anders van danken, dan dat hij slechter was, dan hij bekende te zijn, of dat bij beefde voor zijn deel in de zaak. Overigens bad hij een misdrijf in den zin gehad, dat bijna even ernstig was, en als de waarheid omtrent hot hem toevertrouwde geld bekend geworden was, zou geen enkele rechtbank op de wereld hem hebben vrijgesproken. Misschien dachten hij en Petrow licht over een menschenleven. Hun handen waren zeker niat zuiver van po litieke moorden. Inziende, dat een eventueel verhoor niet anders dan noodlottige gevolgen voor hen kon hebben, kozen zij de zijde van Macari, en zetten zich terstond aan het werk, om alle sporen van de misdaad te verbergen. Van dat oogenblik af was er weinig verschil in misdadigheid tusschen die drie mannen. Nu zij allen in hetzelfde schuitje vopren, be stond er weinig twijfel aan het succes. Teresia hadden zij noodgedwongen Iu het vertrouwen moeten nemen, maar dat had niet veel te be- teekenen, daar ze haar medewerking z vu heb ben verleend aan twaalf moorden, al b haar meester dat van baar gevraagd had. Allereerst moesten zij zich van mij on|tdoen. Petrow (want Coneri wilde mij niet aa.t Ma- cari's handen toevertrouwen) ging uit, en slaagde erin, om nog een rijtuig te vinden. Voor een ruime fooi was de koetsier bereid, oio het hem voor anderhalf uur te leenen. Het was nacht, en er bevond zich niemand op st raat, zoodat het niet moeilijk was, om mij in laijn bewusteloozen toestand in het rijtuig te bren gen, zonder opgemerkt te worden. Petrow rped weg, en na mij in een zijstraatje te hebllen ne el-gelegd, een heel eind van het huls, hij hot rijtuig weer over aan don koatsiër, <9n ging naar zijn kameraden terug. Wat Pauline betreft, haar gekerm had lang) zamerhand opgehouden, en zij lag in doode- lijlte bezwijming. Het grootste gevaar hadden; de medeplichtigen te duchten van haar. Zoolang zij niet bijgekomen was, kon men niets anders doen, dan haar naar haar kamer brengen, en haar onder toezicht van Teresia stellen. Als zij weer tot zichzelf kwam, zouden zij een be slissing moeten nemen, wat nu verder te doen. Het dringendste van alles was evenwel, hoe 'ij zich moesten ontdoen van het lijk van den vermoorde. Allerlei plannen werden geopperd, maar ton laatste besloot men tot een plan, dat om zijn buitengewone driestheid de meeste kans op succes moest hebben. Zij begonnen wan hopig te wol-den, en waren bereid, om veel te wagen. Vroeg in den morgen werd een schrijven ge zonden naar Anthony's kamers, met de mede deeling, dat Mr. March den avond tevoren ernstig ongesteld wa3 geworden, en nu bij zijn oom lag. Dat was voldoende, om alle navraag van dien kant te voorkomen. Intusschen was de arme jongen zoo netjes mogelijk afgelegd, en wel zóó, dat alles aan een natuurlijken dood deed denken. Vervolgens werd een valsch ge tuigschrift van overlijden opgemaakt. Coneri zeide er niet bij, hoe hij aan het biljet kwam. De man, van wien hij het kreeg, wist er niets van, waar het voor noodig was. Daarna werd er een doodkist besteld. Het lijk werd eT op den avond van dienzelfden dag ingelegd, in bijzijn van Coneri, en de kist terstond gereed gemaakt voor vervoer naar het buitenland. Met behulp van het valsche getuigschrift van over lijden werd aan de noodige formaliteiten vol daan, en binnen twee dagen reisden de drie mannen, in rouwcostuum, naar Italië met het lijk van hun slachtoffer. Er was niets, wal men hun in den weg kon leggen, niets ln hun wijze van doen, of ln de omstandigheden, wat arg waan kon opwekken. Zij lieten' de kist naar de stad brengen, waar Anthony's moeder ge storven was. en den zoon bijzetten naast zijn moeder, met zijn naam én den datum van zijn dood op den steen. Toen voelden zij zich veilig voor iedereen, behalve Paulino Doch zelfs voor haar waren zij veilig. Toen :Zij eindelijk uit haar bezwijming ontwaakte, V'con zelfs Teresia zien, dat er iets niet in orde a-as. Het meisje zei niets over het tooneel, waar. »B»n zij getuige was geweest Zij stelde geen vragen. Het verleden was weggevaagd. Inge vuWge instructies, die haar gegeven werden, na in Teresla haar zoo spoedig mogelijk mee na»ir Coneri in Italië, em toen zag hij, dat Ma- carj's misdaad het meisje van een gedeelte van haair verstandelijke vermogens beroofd had. Er? werd geen navraag gedaan naar Anthony Marcfli, Coneri legde zijn plan tot in de kleinste bijzonderheden ten uitvoer. Hij gaf last, om de weinige persoonlijke bezittingen, die de jongeman op zijn kamers had, in bezit te nemen, en de men schen daar mee te doelen, dat hij ten huize van zijn oom gestorven was, en naar Italië gebracht was, om naast zijn moeder begraven te worden. Van den blinden man hoorde mem ook niets meer, zoodat men veronderstelde, dat hij zoo verstandig was ge weest, om zijn mond te houden. Maanden en maanden gingen voorbij, en Pau line bleef nog altijd dezelfde. Teresla belastte zich met de zorg voor haar, en woonde met haar In Turijn tot omstreeks dan tijd, dat ik liaar in de San Giovanni zag. Cöuerri, die goen vaste woonplaats had, zag maar weinig van het meisje. Zijn aanwezigheid wekte geen en kele pijnlijke herinnering in haar op, doch voor hem was höt alen van zijn nicht ondra gelijk Het herinnerde hem te veel aan wat hij vergeten wilde. Zij voelde zich evenwel niet gelukkig in Italië. Op haar vage manier verlangde zij terug naar Engeland. En daar Coneri haar gaarne uit zijn oogen had, vond hij goed, dat Teresia haar rreo naar Louden nam. Juist dien dag was hij naar Turijn ge komen, om haar vertrek te regelen. Macari, die haar, zelfs na den moord op haar broer, nog in zekeren zin als zijn eigendom beschouw de, was met hem meegekomen. Hij had er voortdurend bij Coneri op aangedrongen, om hem met haar te laten trouwen, zelfs in den toestand, waarin ze nu wns. Hij had gedreind, dat hij haar met geweld zou meenemen. Hij had gezworen dat zij hem zou toebahooren. Zij horinnerde zich niets; waarom zou hij haar niet trouwen? - Hoe slecht Coneri ook was, daarvoor was hij toch teruggedeinsd. Hij zon zelfs alle betrekkingen met Macari hebben af gebroken, als hij dat gekund had. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6