BH Sfl
mm
FEUILLETON
IN VOLLEN GLANS
DE BENOEMING VAN IR. FRUYTIER
-'1
li
wmM
m v
R.K. NED. BOEREN EN TUINDERS
Ifc
VOOROEFENINGEN
i
t JIÉI
m siisi
i'SM
j -
VRIJDAG 10 JANUARI 1930
HOE DE VERPLAATSING GEREGELD WERD
.*j
|tw
i 3 £4
mm
wsyisi
ËBli
SïfrPg|p
Zegt u haar, hoe a mij hebt zangetroCfM.
Neen, niets Doch wacht één ding!
Macari, dia elieaMtaft «ms of teat tel hfl
PAGINA 2
*r.' ijj Jfv «*^i
WAT JIINISTER VERSCHUUR TE ZEGGEN HEEFT
Waar moest nu de heer Fruytier worden
geplaatst?
De heer Fruytier is een van de oudere
hoofdinspecteurs en daarmee moest rekening
worden gehouden. Er was geen enkele reden
om deh heer Fruytier voor te trekken, maar
ook niet om hem achter te stellen.
Ik zie uit de berichten in de pers, die*ge
me voorlegt, dat er verhand gelegd wordt
tusschen het ex-gouvei neurschap van den
heer Fruytier en zijn benoeming, maar dit
verband bestaat voor mij niet. Ik wensch
mij heelemaal niet uit te spreken over zijn
houding in de zaak-Urbina, noch in goed-,
noch in afkeurenden zin. Ik heb alleen te
maken met den hoofdinspecteur Fruytier,
die als een van de ouderen zeker evenveel
rechten heeft als een van de andere hoofd
inspecteurs. Ik zou den heer Fruytier on
recht doen, als ik hem zonder verder onder
zoek in een toevallige vacature plaatste.
Na onderzoek kwam het mij het meest ge-
wenscht voor, de vacature te Dordrecht te
doen bezetten door den hoofdinspecteur te
Maastricht en de daardoor ontstane vacante
plaats te Maastricht te doen innemen door
den hoofdinspecteur te Den Haag.
Wanneer er, zooals ik zie, van dienstbelang
gesproken wordt, dan is het een allereerst
dienstbelang, dat de hoofdinspecteurs allen
met gelijke maat worden toegemeten, het
geen in casu wil zeggen, dat de heer Fruy
tier als oudere ook oudere papieren heeft.
In de campagne in de pers, die op zeer
eenzijdige voorlichting is gebaseerd, wordt
naar voren geschoven een recht van de
hoofdinspecteurs om op dezelfde plaats te
blijven. Dat recht erken ik niet. Dat zou ook
in strijd zijn met het dienstbelang, ofschoon,
wanneer het dienstbelang zulks toelaat, zoo
veel mogelijk met ieders persoonlijke belan
gen wordt rekening gehouden. Een dienst
belang kan het ook zijn, dat er eens een
kleine omwisseling plaats heeft.
Zoo is de gevolgde handelwijze in verschil
lend opzicht door het dienstbelang ingege
ven.
Op de opmerking in de bladen, dat het
katholiek zijn van den heer Fruytier bij deze
benoeming een rol zou hebben gespeeld,
wensch ik niet eens in te gaan.
Aldus besloot minister Verschuur met
eenige verontwaardiging in de stem zijn
gedetailleerde uiteenzetting van de kwestie.
CLASSIFICATIE SPOORWEGPERSONEEL.
Een gecombineerde bestuursvergadering
in 't zicht
Dinsdag vergaderde de Personeelsraad ter
behandeling van het rapport, omtrent de
classificatie.
Na uitvoerige besprekingen werd besloten het
rapport, waarin de aftrek voor de 2e klasse op
S pet., voor de 3e klasse op 6 pet. en voor de
4e klasse op 9 pet. wordt voorgesteld, te be
handelen In een gecombineerde besturen-
vergadering, welke tegen eind Januari a.s. zal
worden gehouden.
SUBSIDIE DRANKBESTRIJDING.
De besturen van vereenlgingen, die zioh be
strijding van het alcoholisme ten doel stellen,
moeten, indien zij dit jaar voor subsidie in aan
merking wenschen te komen, hun daartoe strek
kend op gezegeld papier geschreven verzoek
vóór 1 Maart e.k. doen toekomen aan H. M.
do Koningin, onder overlegging van een jaar
verslag en rekening en verantwoording in duplo
over het laatst afgeloopen veijeenlgingsjaar en
met opgave van den aard der vereeniging en
het aantal leden.
ONDERNEMERSBOND EN SUIKER
ORGANISATIES
In de gisteren gehouden vergadering van het
Algemeen Bestuur van den Ondernemersraad
voor Ned. Iodië werd de volgende motie aange
nomen met twee blanco's en overigens alge
meens stemmen: de vergadering, gehoord de
debatten, betreurende het conflict met de suiker
organisaties hetwelk heeft geleld tot haar uit
treden uit den Ondernemersraad en den Onder-
nemersbond, spreekt haar vertrouwen uit In
den voorzitter en de hoop dat te eeniger tijd de
ontstane breuk weder zal worden geheeld.
PRINS HENDRIK BRACHT EEN BEZQEKaan de grafelijke zalen, waar de journalisten
en het perscomité voor de Haagsebe Conferentie zitting hebben
ONTWIKKELINGSDAGEN TE ROERMOND
DE SLOTVERGADERING
Bezoek van Jhr. Mr. Ch, Ruys
de Beerenbrouck
Woensdagavond hield prof. dr. AJphons Steger
lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
een voordracht over „De beteelcenis van den
strijd tegen, het Communisme in het bijzonder
voor den boeren- en tuindersstand".
Inleiding prof. dr, Alph, Steger
PROF DR. AlPH. STEGER
Het communisme, zooals het in sovjet-Rus
land in praktijk wordt gebracht, is het econo
misch stelsel waarbij de goederen in de han
den der gemeenschap zijn en de productie zoo
wel als de verdeelinig wordt geleid door Raden
van arbeiders, boeren en soldaten. Het stelsel
berust wijsgeerig op de bewering, dat er in
werkelijkheid slechts stof bestaat; al hét boven
zinnelijke is product van mechanische hersen-
werking. God en godsdienst zoowel als de zede-
wet moeten worden afgeschaft, het huisgezin
moet worden opgeheven, het huwelijk verlaagd
tot spel der driften. Wat het stelsel bevordert
is goédral het andete is kwaad. De economi
sche en zedelijke ruïne, waartoe het communis
me voert, leert de ruim twaalfjarige ervaring
in Rusland met ontstellende zekerheid. Het
stelsel is in zijn beginsel volstrekt tegennatuur
lijk, en de natuur wreekt zich altijd, dus ook
hier.
Dé propaganda die voor het communisme in
alle landen der wereld gemaakt wordt, is even
stelselmatig in haar opzet, als effectief in
haar uitwerking. De wereldrevolutie wordt
openlijk en bedekt, rechtstreeks ën zijdelings,
onder alle leeftijden en standen gepredikt. Het
gezag wordt ondermijnd, de zeden bedorven., de
naarstenliefde gedoofd, en aldus wordt wan
orde gewekt, ongebreidelde hartstocht aange
blazen, haat gezaaid.
Ook Nederland wordt bewerkt en, helaas,
niet zonder succes. Ook de' boerenstand heeft,
vooral in den laatsten tijd, zijn communistische
cellen, zijn blaadjes gekregen, en een leugen
campagne is Ingezet, teneinde den indruk te
wekken dat de massa-aansluiting reeds een
feit is, waar zij nog slechts bestaat in de ver
beelding der potentaten. Een algemeen „te
wapen" worde dus in ons dierbaar Vaderland
aangeheven, en niet het minst onder onzen
gaven, rustigen, arbeidzamen boerenstand; tot
behoud van bet geloof der Vaderen en de
zeden der voorouders; tot verbetering ook,
maar langs den weg van orde, van wat her
ziening behoeft. Met koel hoofd en warm hart
samengewerkt tot handhaving en verbetering
der christelijke maatsohapplj op solidari&ti-
schen grondslag.
Inleiding M. van den Broek
Gisteren op den derden dag der Ontwikkelings
dagen werd behandeld het onderwerp: „Voor
koming van plantenziekten en plantenbescha-
diging". Ingeleid door den heer M. van den
Broek, directeur der R.K. Landbouwwinter-
school te Boxtel.
Land- en tuinbouw moeten zich ten doel
stellen op oordeelkundige wijze topoogsten te
winnen, zoowel naar hoeveelheid als naar hoe
danigheid. Maar het is algemeen bekend, dat
het verkrijgen van dergelijke oogsten niet ge
makkelijk gaat, dat zich daarbij herhaaldelijk
invloeden doen gelden, welke sterk deprimee-
rend op de productie inwerken. In sommige
gevallen staat de teler tegenover die invloeden
machteloos. Dikwijls wordt echter de oogst-
vermindering teweeg gebracht door- het op
treden van ziekten en beschadigingen, welke
boer en tuinder soms heel gemakkelijk -
hadden kunnen voorkomen. Het nemen van
preventieve maatregelen wordt echter door
land- en tuinbouw vaak onder het gebruik van
bestrijdingsmiddelen dikwijls overschat.
Dr. Naumann zegt in zijn boek over: „Die
Pilzkrankheiten". „het beste middel om plan
tenziekten te voorkomen is een zorgvuldige
verpleging en rationeele voeding der cultuur
gewassen". Spr. wees er op dat inderdaad door
eenvoudige cultuur-technische maatregelen de
planten tegen een groot aantal ziekten bescha
digingen, zoowel van parasitaire^, als van
niët-parasitairen aard kunnen worden gevrij
waard. Spreker gaf hierbij aan een beknopte
behandeling der voornaamste beschuttingsmid
delen. Gezien de groote uitgebreidheid der stof
beperkte spreker zich tot die ziekten, weike
voor den land- en tuinbouw van het meeste
belang zijn.
JHR. MR. RUTS DE
BEERENBROUCK
Gisteren vereerde de Minister van Binnen-
landsehe Zaken en Landbouw, Jhr. mr. Ch.
Ruys de Beerenbrouck, de Ontwikkelingsdagen
met een bezoek. Onder applaus werd de Minis
ter-President binnengeleid. Zijne Excellentie
sprak een kort opwekkend woord tot de ver
gadering en zeide veel belang te stellen in
het werk van den Katholieken Nederlandschen
Boeren- en Tuindersbond, de grootste land- en
tuinbouworganisatie in den lande.
Volgens het program zou mr. L. Niemöller
spreken over het onderwerp: „De beteekenis
van een goed vervoerwezen meer in het hij
zonder voor de veilingen van land- en tuin-
bouw-producten". Daar de heer Niemöller had
medegedeeld, dat hij door onverplichte en zeer
bijzondere verzwaring van werkzaamheden zich
gedwongen heeft gezien zijn toezegging, om
deze voordracht te houden, moest terugnemen,
werd de Rijkstuinbouwconsulent voor Lim
burg, ir. W. G. v.d. Kroft, bereid gevonden een
voordracht te houden over „De ontwikkeling
van de groente- en fruitteelt in ons land".
Ten slotte werd nog een vertooning gegeven
van enkele landbouwfilms uit den vreemde. Van
wege de „Holfn" (Hollandsche Film Universi
teit) werden eenige films vertoond over de
veeteelt in den Congo, Canadeesche vruchten-
cultuur, veefokkerij in Texas, het vruchtbaar
maken van een woestijn, rijstcultuur op Java
en in Japan.
Om ruim 4 uur sloot de voorzitter, de Zeer-
eerwaarde Rector J. P. J. Kok, de welgeslaagde
Ontwikkelingsdagen met den Cbristelijken
groet „Geloofd Zij Jesus Christus".
Hoe kunnen zij zoo doeltreffend
mogelijk zfjn?
EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK
Ten einde den minister een volledig oordeel
te geven nopens de maatregelen, welke zouden
kunnen worden getroffen om de vooroefenin
gen in het leger zoo doeltreffend mogelijk te
doen zijn, heeft de minister van Defensie be
sloten een onderzoek te doen instellen door
een commissie, bestaande uit generaal-majoor
J. H. Borel, generaal-majoor Jhr. W. Röell,
res. majoor H. v. Loghem, majoor J. Nljdam,
majoor T. Beets, majoor-tit. G. H. Viirtheim,
kap. D. v. Voorst Evekink, res. kapitein A. A
Schilleman en G. A. P. Kools, bureelambte
naar, werkzaam ten bureele van den Inspec
teur der Infanterie; allen leden; terwijl als
adviseerende leden deel uitriiaken van de
commissie majoor J. A. J. M. Schotman en de
res. eerste luits. H. D. v. d. Kouwe en mr. O.
Verdoorn,
Als secretarissen, tevens adviseerende leden,
worden aan de commissie toegevoegd kap. A,
L. Schlingemann en le luit. M. A. èmeenlc.
Aan de opdracht voor de Commissie wordt
ontleend:
le. na te gaan, w-lke maatregelen zouden
kunnen worden getroffen om de vooroefenin
gen bij het Vooroefeniugslnstituut van den
vrijwilligen landstorm daaronder begrepen
de kaderopleiding bij dat instituut zoo doel
treffend mogelijk te doen plaats vinden, daar
bij rekening houdende, zoowel met de elschen,
welke de geoefendheid van het leger stelt, als
met de belangen van de betrokken jonge
lieden;
2e. aangezien eenig verband kan worden ge
zien tusschen de opleiding tot reserve-sergeant
bij het Vooroefeningsinstituut en de opleiding
als vrijwilliger voor het reserve-kader bij de
scholen voor reserve-officieren, ware, voor zoo
veel noodig, ook laatstbedoeld Instituut in het
onderzoek te betrekken;
3e. ter zake van het onder le en 2e gestelde
aan den minister van Defensie verslag uit te
brengen en de noodige voorstellen te doen.
KANAAL BP.USSEL 1857.
Trekking van 8 Januari 1930.
No 5 serie 14012 is betaalbaar met frs 60.000,
no. 14 s. 10604 met frs. 1000, no. 13 s. 15486 met
frs 500, de nos. 2 s. E41D en 21 3. 13016 elk met
frs 250.
Betaalbaar met elk frs 125
s. no. s. no. s. no. s. no. e. no.
2831 12 8053 17 10604 23 11114 14 11853 13
11853 19 12378 11 12892 2 14715 22 16790 22
De nos. dor volgende serie zy'n elk betaalbaar
met frs 100
250 1642 2$31 3378 5317 6245 7036 8053
8419 8802 9578 9616 10604 10888 11114 11853
12378 12541 12892 13016 14012 14637 14715 15063
15123 15268 15486 15842 16006 16033 16314 18747
16790 17273.
Opgegeven door Van der Graaf Co. N.V.
FONCIèRES 1885;
No. 984.985 is betaalbaar met frs. 100.000, no.
145.020 met frs. 25.000, de nos. 415.880, 585.089-
643.325, 647.972, 720.979 en 741.727 elk met frs.
5000 en 45 nos. elk met frs. 1000.
FONCIèRES 1897.
Trekking van G Januari 1930.
No. 136.270 is betaalbaar met frs. 100.000,
evenals no. 271.734, no. 1.579.814 met frs. 25.000,
de nos. 997.144 en 1.656.139 elk met frs. 10.000,
nos. 315.076, 729.935, 820.383, 849.503 en 1.717.050
elk met frs. 5000 en 90 nos. elk met frs. 1000,
FONCIèRES 3 y, PCT. 1913.
No. 775.013 is betaalbaar met frs. 100.000, no.
462.912 met frs. 25.000, no. 647.946 en 792.203 elk
met frs. 5000, 50 nos. elk met frs. 1000 en 2328
nos. elk pari.
PARIJS 1894—1896.
Trekking van 6 Januari 1936.
No. 245.004 is betaalbaar met frs. 100.000, no.
425.016 met frs. 20.000, de nos. 159.762 en 250.313
elk met frs. 10.000, de nos. 43.318, 264.900 en
372.257 elk met frs. 2500, de nos. 5.416, 11.317,
24.607, 41.019. 42.072, 129.148, 137.104, 145.525,
155.035. 164.092. 257.670, 292.271, 332.006, 351.626
elk met frs. 100o en 1090 nes. elk pari.
Tv-
t BÉ
1
tes-ta*
PRINS HENDRIK VERLAAT DE GRAFELIJKE ZALEN, waar hU een kijikje genomen
heeft bij het peracomltê voor de Haagsche Conferentie
Tegen ie onlangs gepubliceerde mutaties
bij de Arbeidsinspectie en de aanstaande be
noeming van ir l„ A. Fruytier tot hoofd van
het Ilde district dier inspectie te Den Haag
is de laatste dagen een heele campagne op
gezet in de liberale pérs. Daarbij wordt het
voorgesteld alsof- tot deze mutaties, n.I. de
overplaatsing van den hoofdinspecteur Iluy-
gens van den Hang naar Maastricht, van den
Maastriehtschen hoofdinspecteur Donker
naar Dordrecht en van den Dordtschen
hoofdinspecteur v. Sierenberg de Boer naar
het Centraal Bureau der Arbeidsinspectie
te Den Ilaag, alleen besloten is om aan den
wensch van den heer Fruytier tegemoet te
komen en hem te kunnen benoemen tot
hoofdinspecteur te Den Haag.
MIN. MR. T. VERSCHUUR
Wanneer men de berichten en beschouwin
gen hierover in de pers leest voelt men ter
stond uit welken hoek de wind waait en
dat een der tegen zijn zin overgeplaatste
ambtenaren de Urheber van deze campagne
moet zijn.
Intusschen leek het ons toch niet onge-
wenscht dat tegenover de tendentieuse be
richtgeving de zaak eens zuiver gesteld werd.
Wij hebben daarom een onderhoud verzocht
aan den minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid, Z.Exc. mr. T. J. Verschuur, en
toen ons dit werd toegestaan, hem gevraagd,
of hij ons zou willen inlichten omtrent de
motieven, welke tot deze benoeming en over
plaatsingen hebben geleid.
Minister Verschuur, die, zooals men weet,
van geheimdoenertj niet houdt ook in de
Kamers heeft hij getoond steeds open kaart
te willen spelen had er geen bezwaar
tegen om ons de voorgeschiedenis van deze
benoemings- en overplaatsingskwestie te
vertellen.
Ge moet weten aldus begon minister
Verschuur zijn uiteenzetting dat de heer
Fruytier er recht op heeft, want de Regee-
ring heeft zich daartoe vóór zijn benoeming
tot gouverneur van Curagao verplicht,
om in zijn oude functie van hoofdinspecteur
bij de Arbeidsinspectie hersteld te worden.
Dat komt op het oogenblik mooi uit, om
dat er bij de Arbeidsinspectie thans drin
gend behoefte bestaat aan uitbreiding van
het aantal hoofdinspecteurs. De invoering
van het Werktijdenbesluit voor het winkel
personeel, de voorbereiding van verdere
doorvoering ^er Arbeidswet en de zeer druk
ke bezigheden van den directeur-generaal
van den Arbeid, den heer Zaalberg, maken
uitbreiding van het. personeel bij den Cen-
tralen Dienst der Arbeidsinspectie tot een
gebiedenden eisch.
Derhalve werd besloten het aantal hoofd
inspecteurs met één te vermeerderen en den
heer Fruytier, die beschikbaar was, als zoo
danig te benoemen. liet kwam er nu echter
op aan voor de bezetting van den post op het
Centraal Bureau der Arbeidsinspectie onder
de hoofdinspecteurs den voor die functie
meest geschikten persoon te zoeken. Ik meen
de dien gevoi den 4e hebben in een der jon
gere hoofdinspecteurs, ir. van Sierenberg de
Boer, thans hoofdinspecteur te Dordrecht.
Hierdoor kwam er dus een vacature in
Dordt. Deze vacature is, zooals uit het voor
gaande blijkt, niet gemaakt voor den heer
Fruytier, maar om den Centralen Dienst
te versterken.
VRIJ NAAR HET ENGELSGH
van
F. FARGUS.
26)
Maar de beide mannen waren te diep in elkan
ders geheimen ingewijd, om nu verdeeld te wor
den tengevolge van een misdaad, hoe afgrijselijk
ook. Mede daarom zond hij Pauline naar Enge
land, waar zij veilig was voor Macari. Toen
kwam mijn aanzoek, dat word aangenomen,
waardoor Ik haar ten mijnen koste Co-
neri geheel uit handen nam, en tevens buiten
bereik van zijn kameraad bracht. Vandaar ons
vreemde huwelijk, dat hij ook nu nog verde
digde door te zeggen, dat de vermogens van
het meisje geleidelijk weer zouden herstellen,
als zij ieh aam iemand zou hechten, en ge
negenheid voor hem zou opvatten.
Dat was Conert's verhaal, zij ook niet geheel
met zijn eigen woorden. Ik wist nu alles, wat
ik weten wilde. Misschien had hij zichzelf
beter afgeschilderd, dan hij verdiende. Maar
hij had mij de geheele duistere geschiedenis
vrijelijk en zonder voarbebhoud verhaald, en
ondanks de Walging en afkeer, waarvan ik nu
ten opzichte van hem bezield was, voelde ik,
dat hij mij de waarheid gezegd had.
XXV. -
Het was tijd, om ons onderhoud te beëindi
gen He( had zóólang geduurd, dat de hoffe
lijke kapitein meer dan ééns naar binnen had
gekeken, met een veelbeteekenenden blik, als
wilde hij te kennen geven, dat er nog zoo iets
bestond als de grenzen te buiten gaan, zelfs
bij een volmacht, als ik bezat- Ik had geen lust,
om het gesprek met den veroordeelde nog verder
voor te zetiten. Het doel van mijn lange reis
was bereikt. Ik had alles vernomen, wat er
maar te vernemen was. Ik kende Pauline's
verleden. De misdaad was volledig bekend.
De man tegenover mij kon geen aanspraak
maken op mijn toegevendheid. Maar al had ik
mij geneigd gevoeld, om hem te helpen, dan
beschikte ik toch niet over de middelen, om dat
te doen. Waarom zou ik mij nu nog langer op-
houden? Toch aarzelde ik nog een poos. Da
gedachte, dat zoodra ik opstond, en daarmee
het teeken gaf, dat het onderhoud geëindigd
was de gevangene op staamden voet zou
moeten teruggaan naar dat walgelijk hol, waar
hij uit was gekomen, was onuitsprekelijk pijnlijk
voor me. Elk oegenblbik, dat ik hem bij me
kon houden, zou kostbaar voor hem zijn. Nooit
zou hij meer het gelaat van een vriend of
bekende terugzien.
Hij zat daar, met gebogen hoofd, zijn oogen
op den grond gericht een vervallen, hopeloos
en rampzalig wezen, zoo totaal gebroken, dat
men hem geen verwijten durfde maken. Ik
sloeg hem zwijgend gade.
Dan zeide hij opeens:
Kunt u geen verontschuldiging voor mij
vinden, Mr. Vaughan?
Geen enkele, zeide ik. Het komt mij
voor, dat er maar weinig verschil is tusschen
u en uw medeplichtigen.
Hij stond vermoeid op,
U denkt, dat Pauline herstellen zal? vroeg
hij dan.
Ik denk, ik hoop, dat ik haar nagenoeg
hersteld zal vinden, aJj lk terugkom.
Zij zal misschien gelukkiger zijn, als zij weat,
dat Anthony's dood mij indirect in dezen toe
stand gebracht heeft.
Ik boog toestemmend op dat treurig verzoek.
Ik moet nu weer heengaan, zeide hij, met
een soort van huivering, terwijl hij zijn moede
leden langzaam naar de deur sleepte.
Niettegenstaande het kwaad, dat hij gesticht
had, kon ik den rampzalige niet laten gaan,
zonder een woord te zeggen.
Wacht een oogenblik, zeidè ik. Zeg
mij, of ik iets voor u kan doen, om uw leven
wat gemakkelijker te. maken.
Hij glimlachte flauwtjes.
U kunt mij wat geld geven, niet véél.
Misschien kan ik het bij me hóuden,' en er wat
gevangenenweelde voor koopen.
Ik gaf hem verscheidene biljetten, die hij- in
zijn kleeren verborg.
■4-' Wilt u mieer hebben? vroeg ik.
Hij schudde het hoofd.
Ik ben bang, dat deze me óók ontstolen
worden, vóór ik ze uitgeef.
Maar is er geen mogelijkheid, om geld
bij iemand achter te laten, voor uw gebruik?
U zou wat aan den kapitein kunnen geven.
Misschien, ais hij tenminste een goed hart
heeft, en eerlijk is, krijg ik er dan een deel
van. Maar ook dat is twijfelachtig.
Ik beloofde het, en voelde, dat ik meer te
vreden zou zijn of het hem bereikte of niet
-— omdat ik het tenminste geprobeerd had.
Wait zal er nu met u gebeuren? vroeg ik.
Waar brengen ze u heen, en wat moet
u doen?
Ze brengen one naar het eind van Siberië
naar. Nertsjinsk. Daar zal ik met anderen
aan hóf werk gezet warden In de mijnen. Eten
heelen weg over gaan we te voet, en in ketenen.
Wat een vreeselijk lot! t
Conerl glimlachte.
Na wat lk doorstaan heb, la het 't paradUa
dat voor mij opengaat. Als iemand zich schul
dig maakt aan overtredingen van de Russische
wet, dan is zijn eenige hoop, dat hij terstond
naar Siberië wordit gezonden. Vergeleken met
de rest, is Siberië de hemel.
Ik begrijp u niet.
U zoudt het begrijpen, als u, evenals ik,
maandenlang in de gevangenis hadt gelegen,
Ia afwachting van uw verhoor en van uw von
nis. Als ,u was opgesloten in een col zonder
licht, en zonder lucht, en zonder ruimte, om u
te bewegen. Als u de mensahen naast u hadt
hooren krijschen in hun waanzin, ala gevolg
van eenzame opsluiting en onmenschelijke be
handeling. Als u lederen morgen hij- uw ont
waken tot u zelf hadt moeten zeggen, dat U
vóór den avond misschien óók krankzinnig zou
zijn. Als u half bevroren en uitgehongerd en
mishandeld was geweest, om u te dwingen, uw
vrienden te verraden. Als u ln zulk een toe
stand was gebracht, dat u uw doodvonnis met
blijdschap zoudt vernemen. Dan, Mr. Vaughan,
zoudt u met verlangen uitzien naar de milde
strengheid van1 Siberië. Ik zweer u, ging
hij voort, met meer vuur en bezieling, dan waar.
vam hij tot dusver had blijk gegeven, dat, ala
de beschaafde volken van Europa maar één
tiende gedeelte wisten van de verschrikkingen
en wandaden ln een Russische gevangenis, zij
allen zouden zeggen: Schuldig of niet maar
geen menschelijke wezens zullen gepijnigd wor
den, als daar gebeurt. En om der wille van da
menschheid in het algemeen zouden zij dit
geheele vervloekte regeeringsatelsel van da
aarde verdelgen.
Doch twintig Jaren in de mijnen! Ia er
geen hoop te ontkomen?
Waar zou ik heengaan? Kijk op de kaart,
en ziie, waar Nertsjinsk ligt. Als lk ontsnapte
Zou ik alleen kunnen ronddwalen over da
bergen, totdat lk dood neerviel, of totdat de
wilden la den omtrek mli vermoordden. Neen.
Mr. Vaughan, ontsnappen uit Siberië, dat komt
alleen voor in boeken.
Dus moet u slavenwerk verrichten tot uw
dood toe?
Ik hoop van niet. Ik heb ééns heel veel
inlichtingen verzameld over de veroordeelden
ln Siberië, en, om u de waarheid te zeggen,
ik was besl-i&t ontstemd, toen ik merkte, boe
onjuist de algemeene opinie is. Ik kan nu
alleen maar hopen, dat mijn onderzoek van
destijds mij de waarheid heeft geleerd.
De behandeling is dus niet zoo slecht?
Die is slecht genoeg, daar men altijd aan
de genade van eén of anderen tiran is over
geleverd. Er is geen twijfel aan, of voor een
jaar of twee moet ik in de mijnen werken. Ais
ik dat overleef wat heel onwaarschijnlijk is
dan is het mogelijk, dat lk genade vind
in de oogen van mijn opzichter, en van verder
werk van dien aard wordt ontheven. Het is
•zelfs mogelijk, dat men mij toestaat, om in
een of andere srtad te wonen; en in mijn onder
houd te voorzien. Ik heb tamelijk veel hoop,
dat mijn bekwaamheid als dokter mij daar van
nut kan zijn. Er zijn weinig dokters in Azia
tisch Rusland.
Hoe weinig hij het ook verdiende, lk deelde
zijn hoop van harte. Maar toen ik naar hem
keek, voelde ik, dat er weinig kans was, dat
hij het ook maar een jaar in de mijnen zou
uithouden.
De deur ging open, en de kapitein keek voor
de zooveelste maal naar binnen. Hij began
beslist ongedudig te worden. Ik had geen reden
om het onderhoud nog langer voort te zetten,
en ik zeide hem dus, dat ik ln een oogenblik
gereed zou zijn. Hij knikte, en ging weer heen.
Als er nog iéts is, wat lk voor u doen
kan, zeg het mij dan zeide ik. mij weer tot
Conerl wendend.
HEILIGDOMSVAART TE AKEN-
Van gezaghebbende zijde is ons verzocht te
willen mededeelen, dat omtrent de dit jaar te
houden Heiligdomsvaart te Aken, nog gesu
data zijn vastgesteld.
zijn verdiende loon krijgen. Ik iheb geleden
en de beurt is nu aan hem. Als dat gebeurt,
wilt u dan probeeren, het mij te laten weten?
Het is misschien moeilijk, en lk heb geen recht
om die gunst van u te vragen. Maar u hebt
invloed, en zoudt er misschien in slagen, dat
ik bericht onitvlng. Als ik dan nog niet dood
ben, zal die tijding mij gelukkiger maken.
Zonder mijn antwoord af te wachten, liep
hij haastig naar dé deur, en de schildwacht
bracht' hem weer naar de gevangenis.
Ik volgde hem. Toen het geweldig slot weer
openging, bleef hij sitaau.
Vaarwel, Mr. Vaughan, zeide hij. Als
ln ongelijk heb aangedaan vraag lk u om
vergiffenis. Wij zullen elkaar niet weerzien.
Zoover het mij betreft, vergeef ik u, ant
woordde ik.
Hij aarzelde een oogenblik, en stak dan zijn
hand uit. De deur van dat hol was thans
geopend. Ik kon daar die gemeene, terugstoo-
tende gezichten zien. Ik hoorde het gebrabbel
van nieuwsgierigheid en verbazing. Ik rook de
verpeste lucht, die uit dat wasemende hol naar
buiten kwam. En in zulk een hol, met zulko
lotgenooten, moest een man van opvoeding en
beschaving en verfijnden smaak zijn laatste
dagen doorbrengen. Het was een vreeiselijken
straf.
Toch was zij verdiend. Toen hij daar op den
drempel stond, mat uitgestoken hand, voelde
lk, dat hij willens en wetens een moordenaar
was. Hoe begaan Ik ook was met zijn lot, dat
hem te wachten stond, kon ik er toch niet toe
komen, om zijn hand te drukken. Mijn weige
ring was misschien hard, maar ik kon het
niet doen.
(Wordt vervolgd}.