Presidentsverkiezingen in Brazilië.
Fransch-Duitsche toenadering en de
Katholieken.
GODSDIENST EN STAAT IN ITALIË
DINSDAG Ï4 DECEMBER 1930
PAGüNA
ONVERWACHT VERZET TEGEN OUDE METHODEN
OPENHARTIGHEDEN, DIE OPHELDERING BRACHTEN
VERMELDENSWAARDIGE WIJZIGING IN HET
ITALIAANSCHE WETBOEK
Bescherming van religie, huisgezin en zedelijkheid.
-tt-
HET KRUIS LANGS DEN
OPENBAREN WEG.
t
HOE DE CANDIDATES GESTELD
WORDEN
DE GROOTE VRAAGSTUKKEN. WELKE
BESPROKEN ZIJN
TE CHICAGO BRAK BRAND UIT in een graanelevator,
waardoor ruim 800.000 bushel graan vernietigd werden,
wat een verlies bracht van 1% millioen dollar
(Van onzen correspondent.)
P a r ij s, 9 Januari 1930.
In de Fransche Katholieke kringen heeft het
groote voldoening gewekt dat niet het Centraal
Katholiek Comité de Duitscbe Delegatie heeft
samengesteld, wat voor de hand liggend was,
doch dat de dagelijksche besturen van het Cen
trum en de Beiers che Volkspartij zulks hebben
gedaan. Zoo men mocht denken, dat zulks niet
van groote beteekenis is, dan houdt men geen
rekening met de werkelijkheid. In Frankrijk
meet men de toenaderingsgezindheid en de vre
delievendheid der Dultsche Katholieken vooral
af naar de houding van de Katholieke afgevaar
digden in de vertegenwoordigende lichamen,
wier daden trouwens het meest zichtbaar zijn
ea het gemakkelijkst hekend worden. Met de
delegatie te doen samenstellen door de twee
meest representatieve politieke lichamen hebben
de Duitsche Katholieken dus een zeer verstan-
digen zet gedaan, daar door die wijze van doen
aan veel Fransoh wantrouwen de pas werd af
gesneden. Ook voor de Franschen is het nu
duidelijk geworden, dat4de centrumspolitiek
niet alleen de verantwoordelijkheid voor de con
ferentie wil dragen, doch ook met het ver
langen tot toenadering bezield is.
Reeds het bloote feit van de samenstelling
der delegaties is dan ook een heuglijke manifes
tatie van enormen vooruitgang op den weg der
toenadering geweest. Zij maakt de conferentie
tot een kapitaal feit van verstrekkende inter
nationale politieke beteekenis. Beide delegaties
telden de meest representatieve persoonlijkhe
den uit de regeeringskringen, de volksvertegen
woordiging, de kringen van industrie, handel en
landbouw, uit het universitaire en uit het Ka
tholieke organisatieleven. En daaronder tal van
persoonlijkheden van het eerste plan. Hilfer-
ding, dr. Popitz, kanselier Marx hebben alle bij
eenkomsten meegemaakt. Wirth en de cen-
trurasfractieleider Bruening verschillende. En
onder de trouw verschijnende delegatieleden be
vonden zich ook graat von Oberndorlf, die Erz-
berger' naar de plek van den wapenstilstand te
Rothondes vergezelde, en Bell, die met hem het
vredesverdrag te Versailles onderteekende. En
behalve de vroeger en nu genoemden, vermel
den we nog baron von Papen, mevr. Schlueter-
Hermkes, oud-minister Hermes, baron Ow-Wa-
cbendorff, minister von Guéard, Julius Stöcky.
Van Fransche zijde was de delegatie zoo ge
varieerd, dat het werkelijk treft. Men heeft
zich eens niet met allerlei kleinigheden bezig
gehouden en dit moet van Duitsche zijde wel
veel waardeering hebben gevonden. Zoo waren
van de parlementsleden naast senator Marsal
en het kamerlid abbé Desgranges aanwezig de
deputé Deussel uit Lyon en kolonel Picot van
Bordeaux, Gignoux van de Loire, Pezet uit
Bretagne^die in de vertegenwoordigende licha
men in nog al zeer uiteenloopende partijen
r. octen geangschikt worden. Grand, Marceau,
Sallès, Reille-Soult, des Rotours, zijn door de
kamerwerkzaamheden weerhouden, maar heb
ben onverdeelde instemming betuigd. En door
de jongste kabinetswisseling waren Chapetier
de Ribes, Frangois-Poncet, Georges en Piètre
door hun opneming in het ministerie aan de
delegatie ontvallen. Zij hebben zich echter laten
vertegenwoordigen door graaf Robert de Billy.
Evenals de voornaamste Duitsche Katholieke
bladen waren ook de Fransche door li^i hoofd
redacteuren vertegenwoordigd.
Twee dagen lang werd van 's ochtends vroeg
tot 's avonds laat vergaderd. Ware werkdagen,
geleid door Marsal, aan wien de Duitschers ver
zocht hadden het presidium op zich- te. nemen
en die om zich heen had de centrumsafgevaar
digde dr. Joos, den heer Boissard en dr. Vöckel,
de secretaris van de centrumspartij. De vier
rapporten, die wij reeds vroeger genoemd heb
ben, waren aan de 120 deelnemers van de con
ferentie in druk toegezonden, zoodat de dis
cussie onmiddellijk in den kern der vraagstuk
ken kon treden.
Pater Delattre is de eerste inleider geweest
en hij zelf beeft zijn betoog als volgt samen
gevat: „Frankrijk wantrouwt Duitschla-nd
vooreerst omdat het niet dezelfde taal spreekt
en daardoor het gevoel heeft dat men met
dezelfde woorden niet hetzelfde bedoelt, in de
tweede plaats omdat het niet gelooft in de
Duitsche ontwapening, noch in de materieele,
noch in de moreele. Het zoo brutaal zeggen
van de dingen heeft feeen oogenblik belet, dat
van den kanselier tot den jongsten vertegen
woordiger van den Windthorstbund de meeste
hartelijkheid jegens pater Delattre werd be
toond. Ook dr. Hermann Platz heeft filosofisch
en psychologisch het verschil in Fransch en
Duitsche opvattingen blootgelegd: Volgens
pater Delattre heeft hij dat te voorzichtig ge
daan. Daardoor zijn wel aan de gasten harde
woorden bespaard, maar vele Franscben had
den toch liever gezien dat men maar de juiste
houding van de Duitsche intellectueele wereld
tegenover de Fransche had geschetst, want
het doel der conferentie was juist dat voor
helde partijen ln het lioht te stellen.
Het was vooral het rapport van graaf
d'Ormesson, dat de moeilijkheden naar voren
haalde, waarvoor de Franschen de smakelijke
uitdrukking hebben „mettre les pleds dans ie.
plat". Zijn betoog komt hierop neer: Er op
wijzend dat sinds tien jaren blijkt, dat het
moeilijker is den vrede dan den oorlog voor
te bereiden en te maken, en wijzend op de
ware reorganisatie der politieke methoden,
teekende hij, de beteekenis welke naar Fran
sche opvattingen de beginselen van Genêve
ea Den Haag hebben. De practlsche eisch, dien
hij uitsprak, was een Locarno voor de
Duitsch-Poolsche grenzen. En hij noodigde de
Duitsche Katholieken uit tot het loyaal in de
praktijk brengen der instellingen, die den
vrede en de vreedzame oplossing der geschil
len kunnen bevorderen.
Als repliek op de uiteenzetting van het
Fransche politieke st&Ddpunt, heeft mgr.
Ulitzka de Duitsche bezwaren uiteengezet. De
Corridor van Danzig, de kwestie van Opper-
Silezië, de Duitsche minderhedenbescherming
in Polen, alle zeer brandende vraagstukken
voor de Dultschers, die het overblijfsel zijn van
het vredescompromis, dat niettemin de moei
lijkheden niet heeft kunnen doen verdwijnen.
Het was op deze vraagstukken, dat de opvat
tingen wel moesten botsen, daar de belangen
tegengesteld zijn.
De Fransche delegatie heeft zich natuurlijk
aan de vrijmoedige uiteenzetting van mgr.
Ulitzka niet gestooten. Alleen, door dat onvol
ledige berichten omtrent mgr. Ulitzka's uiteen
setting en een verkeerd begrip van de con
ferentie in Parijsche politieke en perskringen
bestonden, heeft men daarin de gelegenheid
gezocht tegen de conferentie, die den monopo
listen van de vredesgedachte een doorn in het
oog was. de beschuldiging te kunnen lancee-
ren, dat de Duitschers op de conferentie met
hun nationalistische en anti-pacifieke eischen
waren gekomen en dat de Fransche Katholie
ken in een strik waren gelokt. Heel wat pen
nen werden in beweging gebracht, doch die
geheel buiten do werkelijkheid bleven.
Alleen werd met het aanraken van die
kwesties de conferentie voor het feit gesteld,
dat ze moest erkennen dat sommige antagonls-
men bestaan en dat sommige vraagstukken
nog lang niet voor een oplossing staan, althans
niet voor oplossing, welke algemeene instem
ming vindt. Maar is daarom de conferentie
minder vruchtbaar? Haar taak was geen
diplomatieke. Zij behoefde geen oplossingen
voor internationale vraagstukken te vinden,
die trouwens tot de competentie van de regee
ringen behooren. Men heeft bij het beoordeelen
der conferentie wel wat uit het oog verloren,
dat haar doel was toenadering tusschen de
Fransche en Duitsche Katholieken te brengen
en geen politiek tractaat. Den Duitschers gaat
de PoolschDuitsche kwestie natuurlijk zeer
ter harte, de Franschen konden des te moei
lijker stelling nemen, daar de belang hebben
de Polen niet aanwezig waren.
Het is mogelijk, dat de Duitschers gehoopt
hadden een zekere principieele erkenning van
de juistheid van hun aanspraken te verwerven.
Een pijnlijke verhouding werd daaruit een
oogenblik geboren. Jean Brunhes had namelijk
namens de Fransche delegatie medegedeeld bin
nen welke grenzen de besprekingen moesten
blijven om tot de conclusie te komen dat de
Oostelijke vraagstukken (waarover de Fran
schen zelf een Locarno wenschen) niet zouden
besproken kunnen worden zonder de aanwezig
heid van een delegatie van de Poolscha Katho
lieken. Hij meende ook. dat zulks geen nut kon
hebben voor het opklaren van de Oostelijke
kwesties, daar de Fransche delegatie niet ge
mandateerd was door politieke partijen-
De Duitschers waren daardoor aanvankelijk
zeer teleurgesteld, eu besloten zich terug te
trekken om te delibereeren en van Fransche
zijde bestond toen de vrees, dat de conferentie
zou mislukken. De voldoening was dan ook
groot, toen de Duitschers, terugkeerend, ver
klaarden, dat zij de Fransche scrupules eerbie
digden, de limieten door Brunhes aangegeven
accepteerden en zelfs instemden met de door
do'Franschen ontworpen dagorde. Pater Delat
tre erkende: „Het Centrum" zocht blijkbaar
loyaal en hartelijk de samenwerking."
Markies De Vogue bracht de conferentie over
de impasse heen door op te merken, dat zij re
kening mosst houden met de publieke opinie
en dat dc toenaderingsmentaliteit eerst lang
zaam kan groeien. Wanneer men dus wil, dat
de conferentie iets anders is dan een stroo-
vuur, dan moet met beleid gewerkt worden en
moeten elkanders opiuies niet overrompeld
worden, doch moet langzamerhand het terrein
van entente worden verkend. Alle overhaasting
is schadelijk. Marsal de voorzitter, vereenigde
allen in de opinie dat de toenadering een berg
top is en dat de berg heklommen moet worden.
De beteefcnis van de conferentie is dat men
van beide kanten besloten heeft het gezamen
lijk te doen.
Een aantal explicaties zijn nog gevolgd,
waarbij Pater Yves de la Brière en mgr. Ulitz
ka de minderhedenvraagstukken hebben uiteen
gezet en de lieer Stöcky het verwijt beantwoord
heeft van pater Delattre over de houding van
de Duitscbe pers. De heer Stöcky behoefde in
zijn oordeel over de houding van de Fransche
pers natuurlijk geen blad voor den mond te
nemen.
Men weet, wat het einde van de conferentie
is geweest. De aanvaarding van zser uitvoerige
conclusies, die de volle instemming van beide
delegaties hadden en die wij reeds onmiddellijk
na de conferentie hebben gepubliceerd. In de
zegenrijke ontmoeting heeft steeds een echt-
Katholieke geest voorgezien en dat wordt hier
sterk beseft. De Fransche Katholieken zullen
er zeer gevoelig voor zijn. Trouwens de geest,
die beide partijen bezielde, is wel het meest
tastbaar gebleken, toon op de afscheidsreceptie
kolonel Picot, de voorzitter van de „Gueullss
Cassées, de oudstrijdersvereeniging der zwaarst
verminkten, den oud-officier baron Von Papen
langdurig de hand reikte en de beide krijgslie
den eikander omhelsden in het onwrikbaar be
sluit soldaten des vredes te zijn.
Men is uiteengegaan na cle Fransch-Duitsche
Katholiekenconferentie periodiek te hebben ge
maakt.
VIT IN KIMONO GEHELDE FIGUURTJE is
geen Japansche pop, doch Hare Keizerlijke
Hoogheid prinses Terunomiya van Japan, die
dezer dag6n haar vijfden verjaardag vierde
Men schrijft ons uit Rome:
ln samenwerking met een aantal der beste.
Itaiiaansche juristen heeft de vorige minister
van Justitie, Roeco, eenige paragrafen van het
Itaiiaansche wetboek grondig omgewerkt. Voor
al van belang zijn de bepalingen betreffende de
plaats van den staatsgodsdienst, de bescher
ming van het huisgezin en de maatregelen om
de zedelijke beginselen van het volk op peil te
houden.
De overwegende meerderheid van het Ita
iiaansche volk is zeer godsdienstig, hoewel het
zijn religieuze gevoelens anders uit dan de
Noordelijke volkeren. De wettelijke bescher
ming van den godsdienst in Italië is echter
een zeer delicate zaak door de historische ont
wikkeling der laatste zestig jaren en door de
omstandigheid, dat de zetel en het hoofd van
den Katholieken godsdienst, welke staatsgods
dienst is in Italië, zich te Rome bevinden.
De Katholieke godsdienst is bovendien een
internationale religie, wat haar bescherming
door de wet in Italië eveneens bemoeilijkt.
Minister Rocco en zijn medewerkers hadden
dan ook een aantal zeer lastige problemen op
te lossen, voordat de nieuwe redactie der be
treffende paragrafen in orde was. Rocco ging
van liet standpunt uit, dat voor de hergeboorte
van het land vóór alles bescherming noodig was
van zijn moreele grondslagen, waarbij de gods
dienst als het grootste goed van een volk op
de eerste plaats komt. Dit bracht de noodza
kelijkheid mee, aan de nieuwe strrfwet een
aantal paragrafen toe te voegen ter bescher
ming van den godsdienst.
Nadat het fascisme zich gelukkigerwijze aan
het jak der loge had ontworsteld, viel het niet
al te moeilijk, den betrokken wetten de juiste
redactie te geven. Tot nu toe beschermde de
Itaiiaansche strafwet slechts de vrijheid van
iederen burger in de uitoefening van de door
den staat erkende godsdiensten. Het scheen,
of de wetgevers totaal vergeten waren, dat er
in Italië een officieele staatsgodsdienst bestond
en dat die godsdienst volgens de grondwet
slechts de Katholieke kon zijn. Een staatsgods
dienst eisclit echter ceremoniën en bedienaren
en verlangtva n den staat een omschreven be
scherming van zijn vrijheid eu rechten.
Het fascisme nu komt de eer toe, te hebben
ingezien, dat do dieust van God en die van het
vaderland hand aan hand kunnen gaan. Hieruit
volgde vanzelf, dat niet alleen de godsdien
stige gevoelens van den enkeling, maar ook de
religie - if in de nieuwe wet de haar toe
komende bescherming vonden. Waar vroeger de
leuze gold: „Godsdienst is een persoonlijke
zaak", daar is heden: „De godsdienst is een
zaak voor het gelieele volk" bewaarheid. Het
gaat dus nu bij den Italiaanschen staat om de
verdediging van een algemeen belang en niet
alleen maar om de meer of minder ontwikkel
de behoefte aan een religie van iederen burger
afzonderlijk.
Daarom kwamen in de nieuwe strafwet be
palingen, waardoor de religieuze functies en
ceremoniën beschermd werden en de eeredienst
zelf zoowel als zijn bedienaren bewaard voor
aanvallen en beleedigingen.
In artikel 408 van de nieuwe wet zijn strenge
i straffen vervat, welke een beleediging van den
erkenden staatsgodsdienst na zich sleept.
Eveneens worden daarin de rechten der pries
ters en geloovigen tot uitoefening van den
godsdienst bepaald, en ieder, die de religieuze
functies wil belemmeren, wordt met strenge
straffen bedreigd.
Door deze bepalingen komt de Itaiiaansche
regeering haar vex-plichtingen na, uit het con
cordaat, dat zij met den H. Stoel heeft ge
sloten en zij- kan terecht het sluiten van het
verdrag van Lateranen als de grootste politieke
daad van het huidige regime noemen.
In het nieuwe wetboek wordt echter ook het
Itaiiaansche huisgezin in ieder opzicht be
schermd en zedelijk behoed. Dat er in Italië
geen echtscheiding bestaat, is welbekend en
een wetgever, die zooiets hier zou willen invoe
ren, zou misschien een heel klein aantal mon
dain denkende volgelingen vinden, maar onge
twijfeld het gros van het volk tegen zich heb
ben.
Het Itaiiaansche huisgezin rust nog altijd,
volgens de oude en waardevolle traditie, op
ee ngeheel gezonde basis en is dikwijls juist
onder het eenvoudige volk van voorbeeldige
schoonheid. Italië is nog immer %n zal dat ook
wel altijd blijven, het land van den gezonden
boerenstand en voor zijn opheffing heeft juist
het fascisme zich zeer verdienstelijk gemaakt.
Mussolini streeft niet naar een grooteren
groei der steden, doch naar een dichtere bevol
king van het platteland, zeker niet om econo
mische redenen, maar om een vergrooting van
het aantal kinderen in het Itaiiaansche huisge
zin te bereiken.
De statistieken hebben uitgewezen, dat in de
groote industrie-steden, Milaan en Turijn, het
geboortecijfer zeer veel te wenschen overlaat,
terwijl het platteland er beduidend gunstiger
voorstaat. De steden in het Zuiden van Italië,
vooral Rome en Napels, hebben reeds sedert
eeuwen een hoog geboortecijfer wat zeer zekc
te danken is aan de traditioneele gezonde op
vattingen van het volk.
Met deze opvattingen heeft ook het nieuwe
wetboek rekening gehouden, daar er een aparte
paragraaf is ingelascht ter bescherming van
het huisgezin. Van de grootste beteekenis voor
het Itaiiaansche huisgezin is het door het con
cordaat verzekerde, geheel kerkelijke huwelijk
der jongelieden, die door den voor het altaar
van God bezegelde band op den juisten weg
komen, wiaarop het burgerlijk huwelijk het
nooit zou voeren.
Daar het nu echter nog altijd den echtelieden
vrijstaat zicli op het kapltool allen burgerlijk te
laten huwen kan onweerlegbaar door de zeer
nauwkeurige statistieken worden aangetoond,
hoeveel huwelijken kerkelijk en hoeveel burger
lijk gesloten worden.
In de stad Rome stelde men in October vast,
dat 456 huwelijken waren gesloten voor een
priester, bekleed nij^de rechten van een ambte
naar van den burgerlijken stand, terwijl er
slechts 38 burgerlijke huwelijken geregistreerd
werden! Zeer strenge straffen staan op bigamie
en overspel, terwijl de rechter bevoegdheid heeft
om te beslissen, of de kinderen der beklaagde
niet aan de-u invloed van hun ouders onttrok
ken moeten worden.
Verder bevat het nieuwe wetboek strenge
bepalingen met den plicht der ouders om hun
kinderen en dien der volwassen kinderen om
hun bejaarde ouders te onderhouden, waarbij
vooral de bepaling omtrent de zorg voor de be
jaarde ouders een strengere redactie kreeg.
Zeer streng wordt ook opgetreden tegen alle
geschriften en voorstellingen, die de heiligheid
van het huisgezin aantasten.
Wat nu het op peil houden der zedelijke
beginselen van het Volk betreft, de nieuwe
strafwet bevat aparte bepalingen tegen het alco
holisme, tegen het misbruik maken van verdoo-
vingsmiddelen en geslachtelijke uitspattingen.
Binnen de enge grenzen van de wetgeving is
minister Rocco er in geslaagd, deze lastige
materie zeer knap te regelen. De betrokken ver
grijpen worden alle drie daadwerkelijk bestre
den, waarbij de alcoholisten in twee groepen
worden verdeeld; zij, die zich voor de eerste
maal aan dronkenschap schuldig maken en
zij die in het kwaad hervallen.
Gelukkig geven de Italianen zich in het alge
meen slechts zeer zelden aan een overmatig
gebruik van sterken drank over, doch het mis
bruik maken van verdoovingsmiddelen is sedert
den oorlog belangrijk toegenomen. Misdaden,
welke in dronkenschap worden begaan, rekent
de nieuwe strafwet als begaan bij volle bewust
zijn, want de beschuldigde heeft zich vrijwillig
in dezen toestand gebracht. De straffen, die
geëischt worden, zijn daarom ook zeer streng.
De gewoonte-drinker valt met zijn misdrijf
op geheel bijzondere wijze onder de nieuwe
strafwet en wordt bij herhaaldelijk terugvallen
in zijn misslag als ontoerekenbaar uit het open
bare leven gebannen en in een inrichting opge
sloten.
Dezelfde maatregelen treft de wet tegen mis
daden, bedreven in den roes van verdoovings
middelen. De handel in verdoovingsmiddelen
staat onder strenge staatscontrole en misbrui
ken worden zeer streng gestraft. Bijzonder
waakzaam is de politie in de havensteden van
Italië, waar deze handel buitengewoon bloeit.
Wat geslachtelijke uitspattingen en ge
slachtsziekten betreft, gaat de nieuwe strafwet
zoo ver, als bij deze delicate materie mogelijk
is.
Over het geheel kan men van het nieuwe
wetboek zeggen, dat zijn paragrafen met plichts-
bewustzijn en met erkenning der godsdienstige
grondslagen van het nieuwe Italië zijn geredi
geerd en zeker niet zullen nalaten, het volk
op een koogeren trap van zedelijkheid te bren
gen.
Wat te pas kan komen.
Een vrouw ging naar het w arenhuis en werd
door haar man gewaarschuwd toch vooral
geen onnutte dingen te koopen. Toch kwam
ze tliuis met een groot pak, en toen haar man
vroeg, wat er in zat, zeide ze:
,,'n Mooi naambord".
„Wat moeten wij nu in Godsnaam met een
nieuw naambord doen? Wat voor 'n naam staat
er op?"
Omdat de mode 't wil. Mevr. v. Itallievan
„Och", zei de vrouw, ,,'t kan altijd te pas
komen. De naam is Cornelissen".
„Lieve mensch Wat moeten wij daar mee
doen, wij heeten toch geen. Cornelissen".
„Dat weet ik wel, vent. Maar als ons meisje
groot wordt, kan zij weieens met iemand
trouwen, die misschien Cornelissen heet".
(Van onzen Braziliaansche correspondent
Als de politiek al in staat is om een kalmen
Hollander, ondanks zijn bezadigdheid en koud
bloed af en toe het hoofd op hol te brengen,
wat voor een hoogovenatmosfeer moet ze dan
niet te weeg brengen bij Zuidelijke tempera
menten, waar alles impulsief is en op het
gevoel over slaat, waar ze bet bruischende
bloed doet overkoken en alles in vuur eu
vlam zet.
In Zuid-Amerika hebben we de erfenis van
de Latijnsehe heethoofdigheid scrupuleus be
waard en nog een beetje ontwikkeld door
daden, die naar heldhaftigheid rieken en
reclame maken voor de superioriteit van de
nieuwere volken, die met een glimlachje van
medelijden neerzien op dat verouderde Europa
en bijzonder op de broekjes van Noorderlingen
met hun stokvischbloed.
Daarom draaien cle Zuid-Amerikaansche
staten af en toe een paar films in het genre
Farwest af om hun levensvatbaarheid toch
maar goed aan de geciviliseerde wereld te
toonen. Ze houden er geregeld af en toe wat
revolutie op na, opdat iedereen toch maar
zou weten, dat er aan de andere zijde van
den Oceaan bonken van kerels wonen, waar de
liliputters van het oude werelddeel toch maar
niet tegen op kunnen. Als men er dicht bij
zit noemt men zoo iets relletjes of opstootjes
die de 'politie met een gummistok wel afkan
en dan krijgt men ook een juist idee van de
ontzettende weldaden van het republlekijnsch
regiem.
De hoogbezongen vrijheid heeft hier een mooi
kroontje op van het meest verfijnde imperia
lisme; de gelijkheid krijgt een oud-papierlucht
je en de broederschap lijkt een schilderijtje van
een slavenschip of van het huiselijk voet
bankje-spelen voor de mannen met het heft in
de handen. Den tronen hebben ze de vergulde
pooten afgezaagd, en er ruwe heipalen voor
in de plaats gezet; de troon is er echter veel
hooger op geworden en het vergezicht over cle
onderdanen heel wat verruimd; de voetzolen
van de monarchen, die nu presidenten en se
natoren en politieke chefs heeten, komen zoo
veel gemakkelijker terecht op het hoofd van
het bevrijde volk.
Dat Is hier de gewone gang van zaken, maal
ais er nu eens een buitengewone gelegenheid
wordt aangeboden om de weldaden van de re
publiek te onderstrepen, dan stijgt het ent
housiasme tot zijn hoogtepunt en zijn de pop
pen voor goed aan het dansen.
Zulk een aardigheidje komt als een versna
pering voor de vporultstrevenden alle vier
jaren, als er weer een nieuwe leider van de
republiek moet gekozen worden.
„Gekozen" is eigenlijk het juiste woord niet,
want ze mogen alleen kiezen en naar boven
stuwen dia er van te voren al voor aangewezen
is; en dat is gewoonlijk do man die het beste
den buit onder zijn vriendjes verdeelen kan en
bloedverwanten op zijden kussetjes weet te
zetten.
Dan komt de groote dag van de verkiezing,
waarop cle natie zich zal uitspreken, in volle
vrijheid, op t.e voren gedrukte stembriefjes
waar alleen de candidaat van de regeering
met vette letters op gedrukt staat. Wie niet
voor hem is, blijve maar thuis, en wie toch
komen wil en de durf heeft om een eigen con
stitutioneel stembriefje to maken, die make
van te voren maar zijn testament of vrage ia
een armenhuis opgenomen te worden.
Dan komt er den volgenden dag een uitslag
in de krant dien iedereen al wist en dien men
evengoed acht dagen van te voren had kunnen
publiceeren. Daar lean men dan met allen ernst
lezen, dat de candidaat de algemeene meening
van het volk vertegenwoordigt en voldoet aan
alle aspiraties.
Ze zeggen er niet hij, dat alle andere mee
ningen gesmoord zijn; dat er soms soldaten bij
te pas komen die de andore meening wel vol
doende op een afstand houden, dat ze stembus
sen stelen en er mee van door gaan;- dat het
stembureau gewoonweg niet opengaat en dat
met een pennestreek heel de verkiezing afge
daan is. Maar de regeeringscand'daat heeft gc-
triumpheerd op heel de lijn.
De algemeene meening van het volk is door
omkooperij geholpen; een paar nieuwe schoe
nen, een nieuwe hoed, de belofte van een
baantje ofwel door karabijnen.
Op heel den administratieven ladder hebben
we datzelfde proces; de gemeenteraad, de ka
mer, de senaat en de president van de repu
bliek, hoe hooger hoe vrijer en hoe gevaar
lijker.
Als per ongeluk een van de tegenpartij het
zoo ver gebracht heeft, dat zijn overwinning
niet heelemaal verdonkeremaand kan worden,
dan weten ze er nog wel een mouw aan te
passen; de liooge heeren die de zaak in laat
ste instantie moeten napluizen maken dan
uit, dat hij niet, gekozen is en de tegencandi-
daat wordt niet erkend.
Alle Zuid-Amerikaansche republieken leven
in het vrije teeken van het presidentialisme.
AIS de president iets gezegd heeft, dan is het
zoo en niet anders en al het andere is anti-
patriotisch.
Kan men zich indenken wat een leventje er
losbreekt, als men nu eens werkelijk op zijn
achterste beenen gaat staan en zegt; „Dat
doen we nu eens niet, we gaan langs andere
banen".
En dat is waarachtig gebeurd in Brazilië,
met het gevolg, dat alles in rep en roer is.
Daar wordt niets meer gedaan als over poli
tiek geschreven in de kranten, welke men gra
tis thuis gestuurd krijgt van wege de gang-
makerij, die door beide partijen dik betaald
worden. De menschen die de politiek hier niet
beschouwen als iets wat naast de bedrijven
komt of rondom andere problemen, maar er
een beroep van maken en er van leven (en dat
zijn er een reuzenmassa), praten over niets
anders dan over de politiek. De kamerleden,
die de belangen van het land moeten verdedi
gen, doen niets anders dan speechen over de
politiek en de opvolging van den president.
Lang voordat de nieuwe president komt, begint
dat gewroet. Zoo b.v. is de keuze dit jaar in
Maart en al maanden zijn ze aan het vechten.
Wat is er dan toch aan de hand?
De president, die nu de teugels van het
staatspaard in handen heeft, heeft zoo gezegd
zijn opvolger aangewezen, doordat hij aan bijna
alle gouverneurs van de staten een briefje ge
stuurd had met de vriendelijke uitnoodiging
om het met hem eens te zijn; hij zelf zou dat
coördineeren noemen, maar de anderen heeten
dat: „je toesteming of je leven" en de meeste
staten zelden dadelijk „ja" en „amen", gaven
handjes en stuurden telegrammen, dat het
volk die candidaten had uitgekozen. Zoo kwa
men op het program van den president Was
hington Lulz de candidatuur van Julio Prestes,
tegenwoordig president van den staat Sao Paulo
en als vice-president Vital Soares uit Bahia.
Daar komen nu een paar van de familie der
federatie tegen op, eenige zoontjes die nog al
flink uit de kluiten geschoten zijn en een
kleiner broertje.
Die hebben den euvelen moed en de vermetele
stoutmoedigheid gehad om zoo maar boudweg
tegen den grooten Vader van Rio de Janeiro
te zeggen; „We doen het niet, ge hebt volgens
de constitutie het recht niet om uw opvolger
te benoemen". Dat was een donderbui aan den
helderen hemel en het is tot nu toe nog piet
opgeklaard.
De groote geest bromde vreeselijk en mop
perde zoo iets van: „wat verbeeldt jullie je
wel? Dan zullen we toch eens zien, wie er gelijk
heeft". En heel de officieele wereld die er van
leeft om met de regeering mee te gaan, sloeg de
handen in elkaar en feliciteerde nog eens har
telijk den opperchef met zijn keuze voor het
vrije volk.
Maar de weerspannigen hielden voet bij stuk
en vormen de „vrije Unie" en komen met tegen-
candidaten aandragen. Minas met zijn bergen
en Rio Grande do Sul met zijn pampas en
Parahyba, bij monde van hun presidenten
maken een lijstje op met een program, wat
zegt: geheime stemming in het vervolg, am
nestie voor de revolutionnairen van vroegere
ruzietjes enz. en even deftig als de rest proola-
meeren als bandieten: Getulio Vargas, tegen
woordig president van Rio Grande do Sul en
Jo&o Pessoa, tegenwoordig president van
Parahyba.
Zoo viel de knuppel in het hoenderhok. De
drie staten liggen natuurlijk onder den ban.
Iedere partij schreeuwt om het hardst dat het
gaat om het welzijn van het vaderland en de
redding der republiek en de democratische prin
ciepen. En het blijft niet bij schreeuwen en
speechen en meetings. Neen, nu is het Zuider-
bloed aan het spreken van opstand en geweld
van wapens. Maar dat kennen we wel.
Het ergste is dat alle middelen in het werk
gesteld worden om dwang uit te oefenen. AHes
moet er onder lijden; de banken, het school
wezen, de openbare posten, alles onder de leuze
van de vrijheid en het welzijn van het volk.
Er is hier geen sprake van een princiep,
heelemaal niet. Iedereen volgt zijn politieken
chef; de onderdanen hun patroon; de ge
meente den burgemeester en ze moesten de
durf eens hebben om het anders te doen. Daar
komt de „vrije Unie" tegen op en zegt prin
ciepen te hebben.
Ieder probeert zijn tegencandldaat zoo zwart
mogelijk te maken en zooveel mogelijk de
kiezers te beïnvloeden, waarvoor zelfs de per
soonlijkheid van den pretendent in stukken ge
scheurd wordt: ze peuteren aan zijn admini
stratie, maar ook aan zijn persoonlijk leven,
aan zijn gevoelens, en laten niet na om nu
ook de Katholiciteit van de twee tegenstanders
eens uit te pluizen, hoe weinig de menschen
hier daar overigens onder andere omstandig
heden ook rekening mee houden. Het is een
exploratie op groote schaal.
Toch is het interessant voor ons Katholieken
(en dat zijn we bijna allemaal, vooral nuj. pm
eens te zien wat we van de toekomstige regeer
ders kunnen verwachten, ofschoon er genoeg
zijn die heelemaal met hun Katholieke prin
ciepen geen rekening zullen houden. Het zou
misschien goed zijn om de lessen van het ver
leden te onthouden voor de toekomst en ons te
overtuigen dat het mettertijd absoluut noodza
kelijk is om een principieele Katholieke partij
te vormen. Dat hobbelpaardje van „niet noodig,
we zijn toch alleihaal Katholiek" kan ons nog
wel eens duur te staan komen.
WERK VAN MAXIM GORKI
Zal hij zelf nog tevreden worden?
Het reeds eenige jaren geleden aangekondig
de werk van Maxim Gorki „Veertig jaren",
waarin hij in romanvorm de gebeurtenissen van
den laatsten tijd beschrijft en speciaal te bol-
schewlstische revolutie, is thans door den
schrijver te Sorrento beëindigd. Het zal binnen
kort in het Russisch verschijnen en er komt
tegelijkertijd een door Erme Cadel verzorgde
Itaiiaansche vertaling van uit.
Maxim Gorki heeft verzekerd, dat dit werk
als het ware een preludium zal zijn van wat hij
nog ln de naaste toekomst produceeren zal.
Hij meent, nu in staat te zijn iets te schep
pen, waarover hij zelf volkomen tevreden zal
kunnen zijn.
LEIDSCH LUSTRUMSPEL
De vliegende Hollander
Aan den heer H. Th. Wijdeveld, architect
te Amsterdam, is door de lustrumcommissie
van het Leidsch Studentencorps het ontwer
pen der decoraties opgedragen voor het tijdens
de lustrum-feesten in Juli a.s. op de Kaag te
Warmond op te voeren waterfeestspel „De
vliegende Hollander".
PRAEHISTORISCHE STICHTING IN
GELDERLAND.
Voor notaris Kuette te Arnhem is Zaterdag
door de heeren F. A. Hoefer te Hattum, Mr. W.
P. A. Smit en Jhr. Mr. D. P. H. Graswinckel te
Arnhem de oprichtingsacte geteekend van de
„Stichting tot bescherming van praehistorische
cultuurmonumenten in Gelderland".
Deze stichting heeft ten doel leiding te geven
bij het bodemonderzoek naar praehistorische
voorwerpen in bovengenoemde provincie en zoo-
noodig perceelen grond aan te koopen die van
bijzondere praehistorische waarde zijn, teneinde
die voor ontginning en vernietiging te bewaren.
Dank zij de bemoeiingen van den zeereerw.
heer pastoor dr. A. van Rijswijck te Boxmeer,
zal binnenkort aan den provincialen weg, on
geveer op de scheiding tusschen Boxmeer en
Beugen c.a., een kruisbeeld worden geplaatst.
Aan drie toegangswegen heeft Boxmeer dan
een kruisbeeld, terwijl er zich bovendien nog
een bevindt in de kom der gamtOBtat vlak te
genover de plaats, vanwaar tMdenz de beken
de H. Bloedprocessie steeds de zegen met he*
Allerheiligste wordt gegeven.