Presidentsverkiezingen in Brazilië. Fransch-Duitsche toenadering en de Katholieken. GODSDIENST EN STAAT IN ITALIË DINSDAG Ï4 DECEMBER 1930 PAGüNA ONVERWACHT VERZET TEGEN OUDE METHODEN OPENHARTIGHEDEN, DIE OPHELDERING BRACHTEN VERMELDENSWAARDIGE WIJZIGING IN HET ITALIAANSCHE WETBOEK Bescherming van religie, huisgezin en zedelijkheid. -tt- HET KRUIS LANGS DEN OPENBAREN WEG. t HOE DE CANDIDATES GESTELD WORDEN DE GROOTE VRAAGSTUKKEN. WELKE BESPROKEN ZIJN TE CHICAGO BRAK BRAND UIT in een graanelevator, waardoor ruim 800.000 bushel graan vernietigd werden, wat een verlies bracht van 1% millioen dollar (Van onzen correspondent.) P a r ij s, 9 Januari 1930. In de Fransche Katholieke kringen heeft het groote voldoening gewekt dat niet het Centraal Katholiek Comité de Duitscbe Delegatie heeft samengesteld, wat voor de hand liggend was, doch dat de dagelijksche besturen van het Cen trum en de Beiers che Volkspartij zulks hebben gedaan. Zoo men mocht denken, dat zulks niet van groote beteekenis is, dan houdt men geen rekening met de werkelijkheid. In Frankrijk meet men de toenaderingsgezindheid en de vre delievendheid der Dultsche Katholieken vooral af naar de houding van de Katholieke afgevaar digden in de vertegenwoordigende lichamen, wier daden trouwens het meest zichtbaar zijn ea het gemakkelijkst hekend worden. Met de delegatie te doen samenstellen door de twee meest representatieve politieke lichamen hebben de Duitsche Katholieken dus een zeer verstan- digen zet gedaan, daar door die wijze van doen aan veel Fransoh wantrouwen de pas werd af gesneden. Ook voor de Franschen is het nu duidelijk geworden, dat4de centrumspolitiek niet alleen de verantwoordelijkheid voor de con ferentie wil dragen, doch ook met het ver langen tot toenadering bezield is. Reeds het bloote feit van de samenstelling der delegaties is dan ook een heuglijke manifes tatie van enormen vooruitgang op den weg der toenadering geweest. Zij maakt de conferentie tot een kapitaal feit van verstrekkende inter nationale politieke beteekenis. Beide delegaties telden de meest representatieve persoonlijkhe den uit de regeeringskringen, de volksvertegen woordiging, de kringen van industrie, handel en landbouw, uit het universitaire en uit het Ka tholieke organisatieleven. En daaronder tal van persoonlijkheden van het eerste plan. Hilfer- ding, dr. Popitz, kanselier Marx hebben alle bij eenkomsten meegemaakt. Wirth en de cen- trurasfractieleider Bruening verschillende. En onder de trouw verschijnende delegatieleden be vonden zich ook graat von Oberndorlf, die Erz- berger' naar de plek van den wapenstilstand te Rothondes vergezelde, en Bell, die met hem het vredesverdrag te Versailles onderteekende. En behalve de vroeger en nu genoemden, vermel den we nog baron von Papen, mevr. Schlueter- Hermkes, oud-minister Hermes, baron Ow-Wa- cbendorff, minister von Guéard, Julius Stöcky. Van Fransche zijde was de delegatie zoo ge varieerd, dat het werkelijk treft. Men heeft zich eens niet met allerlei kleinigheden bezig gehouden en dit moet van Duitsche zijde wel veel waardeering hebben gevonden. Zoo waren van de parlementsleden naast senator Marsal en het kamerlid abbé Desgranges aanwezig de deputé Deussel uit Lyon en kolonel Picot van Bordeaux, Gignoux van de Loire, Pezet uit Bretagne^die in de vertegenwoordigende licha men in nog al zeer uiteenloopende partijen r. octen geangschikt worden. Grand, Marceau, Sallès, Reille-Soult, des Rotours, zijn door de kamerwerkzaamheden weerhouden, maar heb ben onverdeelde instemming betuigd. En door de jongste kabinetswisseling waren Chapetier de Ribes, Frangois-Poncet, Georges en Piètre door hun opneming in het ministerie aan de delegatie ontvallen. Zij hebben zich echter laten vertegenwoordigen door graaf Robert de Billy. Evenals de voornaamste Duitsche Katholieke bladen waren ook de Fransche door li^i hoofd redacteuren vertegenwoordigd. Twee dagen lang werd van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat vergaderd. Ware werkdagen, geleid door Marsal, aan wien de Duitschers ver zocht hadden het presidium op zich- te. nemen en die om zich heen had de centrumsafgevaar digde dr. Joos, den heer Boissard en dr. Vöckel, de secretaris van de centrumspartij. De vier rapporten, die wij reeds vroeger genoemd heb ben, waren aan de 120 deelnemers van de con ferentie in druk toegezonden, zoodat de dis cussie onmiddellijk in den kern der vraagstuk ken kon treden. Pater Delattre is de eerste inleider geweest en hij zelf beeft zijn betoog als volgt samen gevat: „Frankrijk wantrouwt Duitschla-nd vooreerst omdat het niet dezelfde taal spreekt en daardoor het gevoel heeft dat men met dezelfde woorden niet hetzelfde bedoelt, in de tweede plaats omdat het niet gelooft in de Duitsche ontwapening, noch in de materieele, noch in de moreele. Het zoo brutaal zeggen van de dingen heeft feeen oogenblik belet, dat van den kanselier tot den jongsten vertegen woordiger van den Windthorstbund de meeste hartelijkheid jegens pater Delattre werd be toond. Ook dr. Hermann Platz heeft filosofisch en psychologisch het verschil in Fransch en Duitsche opvattingen blootgelegd: Volgens pater Delattre heeft hij dat te voorzichtig ge daan. Daardoor zijn wel aan de gasten harde woorden bespaard, maar vele Franscben had den toch liever gezien dat men maar de juiste houding van de Duitsche intellectueele wereld tegenover de Fransche had geschetst, want het doel der conferentie was juist dat voor helde partijen ln het lioht te stellen. Het was vooral het rapport van graaf d'Ormesson, dat de moeilijkheden naar voren haalde, waarvoor de Franschen de smakelijke uitdrukking hebben „mettre les pleds dans ie. plat". Zijn betoog komt hierop neer: Er op wijzend dat sinds tien jaren blijkt, dat het moeilijker is den vrede dan den oorlog voor te bereiden en te maken, en wijzend op de ware reorganisatie der politieke methoden, teekende hij, de beteekenis welke naar Fran sche opvattingen de beginselen van Genêve ea Den Haag hebben. De practlsche eisch, dien hij uitsprak, was een Locarno voor de Duitsch-Poolsche grenzen. En hij noodigde de Duitsche Katholieken uit tot het loyaal in de praktijk brengen der instellingen, die den vrede en de vreedzame oplossing der geschil len kunnen bevorderen. Als repliek op de uiteenzetting van het Fransche politieke st&Ddpunt, heeft mgr. Ulitzka de Duitsche bezwaren uiteengezet. De Corridor van Danzig, de kwestie van Opper- Silezië, de Duitsche minderhedenbescherming in Polen, alle zeer brandende vraagstukken voor de Dultschers, die het overblijfsel zijn van het vredescompromis, dat niettemin de moei lijkheden niet heeft kunnen doen verdwijnen. Het was op deze vraagstukken, dat de opvat tingen wel moesten botsen, daar de belangen tegengesteld zijn. De Fransche delegatie heeft zich natuurlijk aan de vrijmoedige uiteenzetting van mgr. Ulitzka niet gestooten. Alleen, door dat onvol ledige berichten omtrent mgr. Ulitzka's uiteen setting en een verkeerd begrip van de con ferentie in Parijsche politieke en perskringen bestonden, heeft men daarin de gelegenheid gezocht tegen de conferentie, die den monopo listen van de vredesgedachte een doorn in het oog was. de beschuldiging te kunnen lancee- ren, dat de Duitschers op de conferentie met hun nationalistische en anti-pacifieke eischen waren gekomen en dat de Fransche Katholie ken in een strik waren gelokt. Heel wat pen nen werden in beweging gebracht, doch die geheel buiten do werkelijkheid bleven. Alleen werd met het aanraken van die kwesties de conferentie voor het feit gesteld, dat ze moest erkennen dat sommige antagonls- men bestaan en dat sommige vraagstukken nog lang niet voor een oplossing staan, althans niet voor oplossing, welke algemeene instem ming vindt. Maar is daarom de conferentie minder vruchtbaar? Haar taak was geen diplomatieke. Zij behoefde geen oplossingen voor internationale vraagstukken te vinden, die trouwens tot de competentie van de regee ringen behooren. Men heeft bij het beoordeelen der conferentie wel wat uit het oog verloren, dat haar doel was toenadering tusschen de Fransche en Duitsche Katholieken te brengen en geen politiek tractaat. Den Duitschers gaat de PoolschDuitsche kwestie natuurlijk zeer ter harte, de Franschen konden des te moei lijker stelling nemen, daar de belang hebben de Polen niet aanwezig waren. Het is mogelijk, dat de Duitschers gehoopt hadden een zekere principieele erkenning van de juistheid van hun aanspraken te verwerven. Een pijnlijke verhouding werd daaruit een oogenblik geboren. Jean Brunhes had namelijk namens de Fransche delegatie medegedeeld bin nen welke grenzen de besprekingen moesten blijven om tot de conclusie te komen dat de Oostelijke vraagstukken (waarover de Fran schen zelf een Locarno wenschen) niet zouden besproken kunnen worden zonder de aanwezig heid van een delegatie van de Poolscha Katho lieken. Hij meende ook. dat zulks geen nut kon hebben voor het opklaren van de Oostelijke kwesties, daar de Fransche delegatie niet ge mandateerd was door politieke partijen- De Duitschers waren daardoor aanvankelijk zeer teleurgesteld, eu besloten zich terug te trekken om te delibereeren en van Fransche zijde bestond toen de vrees, dat de conferentie zou mislukken. De voldoening was dan ook groot, toen de Duitschers, terugkeerend, ver klaarden, dat zij de Fransche scrupules eerbie digden, de limieten door Brunhes aangegeven accepteerden en zelfs instemden met de door do'Franschen ontworpen dagorde. Pater Delat tre erkende: „Het Centrum" zocht blijkbaar loyaal en hartelijk de samenwerking." Markies De Vogue bracht de conferentie over de impasse heen door op te merken, dat zij re kening mosst houden met de publieke opinie en dat dc toenaderingsmentaliteit eerst lang zaam kan groeien. Wanneer men dus wil, dat de conferentie iets anders is dan een stroo- vuur, dan moet met beleid gewerkt worden en moeten elkanders opiuies niet overrompeld worden, doch moet langzamerhand het terrein van entente worden verkend. Alle overhaasting is schadelijk. Marsal de voorzitter, vereenigde allen in de opinie dat de toenadering een berg top is en dat de berg heklommen moet worden. De beteefcnis van de conferentie is dat men van beide kanten besloten heeft het gezamen lijk te doen. Een aantal explicaties zijn nog gevolgd, waarbij Pater Yves de la Brière en mgr. Ulitz ka de minderhedenvraagstukken hebben uiteen gezet en de lieer Stöcky het verwijt beantwoord heeft van pater Delattre over de houding van de Duitscbe pers. De heer Stöcky behoefde in zijn oordeel over de houding van de Fransche pers natuurlijk geen blad voor den mond te nemen. Men weet, wat het einde van de conferentie is geweest. De aanvaarding van zser uitvoerige conclusies, die de volle instemming van beide delegaties hadden en die wij reeds onmiddellijk na de conferentie hebben gepubliceerd. In de zegenrijke ontmoeting heeft steeds een echt- Katholieke geest voorgezien en dat wordt hier sterk beseft. De Fransche Katholieken zullen er zeer gevoelig voor zijn. Trouwens de geest, die beide partijen bezielde, is wel het meest tastbaar gebleken, toon op de afscheidsreceptie kolonel Picot, de voorzitter van de „Gueullss Cassées, de oudstrijdersvereeniging der zwaarst verminkten, den oud-officier baron Von Papen langdurig de hand reikte en de beide krijgslie den eikander omhelsden in het onwrikbaar be sluit soldaten des vredes te zijn. Men is uiteengegaan na cle Fransch-Duitsche Katholiekenconferentie periodiek te hebben ge maakt. VIT IN KIMONO GEHELDE FIGUURTJE is geen Japansche pop, doch Hare Keizerlijke Hoogheid prinses Terunomiya van Japan, die dezer dag6n haar vijfden verjaardag vierde Men schrijft ons uit Rome: ln samenwerking met een aantal der beste. Itaiiaansche juristen heeft de vorige minister van Justitie, Roeco, eenige paragrafen van het Itaiiaansche wetboek grondig omgewerkt. Voor al van belang zijn de bepalingen betreffende de plaats van den staatsgodsdienst, de bescher ming van het huisgezin en de maatregelen om de zedelijke beginselen van het volk op peil te houden. De overwegende meerderheid van het Ita iiaansche volk is zeer godsdienstig, hoewel het zijn religieuze gevoelens anders uit dan de Noordelijke volkeren. De wettelijke bescher ming van den godsdienst in Italië is echter een zeer delicate zaak door de historische ont wikkeling der laatste zestig jaren en door de omstandigheid, dat de zetel en het hoofd van den Katholieken godsdienst, welke staatsgods dienst is in Italië, zich te Rome bevinden. De Katholieke godsdienst is bovendien een internationale religie, wat haar bescherming door de wet in Italië eveneens bemoeilijkt. Minister Rocco en zijn medewerkers hadden dan ook een aantal zeer lastige problemen op te lossen, voordat de nieuwe redactie der be treffende paragrafen in orde was. Rocco ging van liet standpunt uit, dat voor de hergeboorte van het land vóór alles bescherming noodig was van zijn moreele grondslagen, waarbij de gods dienst als het grootste goed van een volk op de eerste plaats komt. Dit bracht de noodza kelijkheid mee, aan de nieuwe strrfwet een aantal paragrafen toe te voegen ter bescher ming van den godsdienst. Nadat het fascisme zich gelukkigerwijze aan het jak der loge had ontworsteld, viel het niet al te moeilijk, den betrokken wetten de juiste redactie te geven. Tot nu toe beschermde de Itaiiaansche strafwet slechts de vrijheid van iederen burger in de uitoefening van de door den staat erkende godsdiensten. Het scheen, of de wetgevers totaal vergeten waren, dat er in Italië een officieele staatsgodsdienst bestond en dat die godsdienst volgens de grondwet slechts de Katholieke kon zijn. Een staatsgods dienst eisclit echter ceremoniën en bedienaren en verlangtva n den staat een omschreven be scherming van zijn vrijheid eu rechten. Het fascisme nu komt de eer toe, te hebben ingezien, dat do dieust van God en die van het vaderland hand aan hand kunnen gaan. Hieruit volgde vanzelf, dat niet alleen de godsdien stige gevoelens van den enkeling, maar ook de religie - if in de nieuwe wet de haar toe komende bescherming vonden. Waar vroeger de leuze gold: „Godsdienst is een persoonlijke zaak", daar is heden: „De godsdienst is een zaak voor het gelieele volk" bewaarheid. Het gaat dus nu bij den Italiaanschen staat om de verdediging van een algemeen belang en niet alleen maar om de meer of minder ontwikkel de behoefte aan een religie van iederen burger afzonderlijk. Daarom kwamen in de nieuwe strafwet be palingen, waardoor de religieuze functies en ceremoniën beschermd werden en de eeredienst zelf zoowel als zijn bedienaren bewaard voor aanvallen en beleedigingen. In artikel 408 van de nieuwe wet zijn strenge i straffen vervat, welke een beleediging van den erkenden staatsgodsdienst na zich sleept. Eveneens worden daarin de rechten der pries ters en geloovigen tot uitoefening van den godsdienst bepaald, en ieder, die de religieuze functies wil belemmeren, wordt met strenge straffen bedreigd. Door deze bepalingen komt de Itaiiaansche regeering haar vex-plichtingen na, uit het con cordaat, dat zij met den H. Stoel heeft ge sloten en zij- kan terecht het sluiten van het verdrag van Lateranen als de grootste politieke daad van het huidige regime noemen. In het nieuwe wetboek wordt echter ook het Itaiiaansche huisgezin in ieder opzicht be schermd en zedelijk behoed. Dat er in Italië geen echtscheiding bestaat, is welbekend en een wetgever, die zooiets hier zou willen invoe ren, zou misschien een heel klein aantal mon dain denkende volgelingen vinden, maar onge twijfeld het gros van het volk tegen zich heb ben. Het Itaiiaansche huisgezin rust nog altijd, volgens de oude en waardevolle traditie, op ee ngeheel gezonde basis en is dikwijls juist onder het eenvoudige volk van voorbeeldige schoonheid. Italië is nog immer %n zal dat ook wel altijd blijven, het land van den gezonden boerenstand en voor zijn opheffing heeft juist het fascisme zich zeer verdienstelijk gemaakt. Mussolini streeft niet naar een grooteren groei der steden, doch naar een dichtere bevol king van het platteland, zeker niet om econo mische redenen, maar om een vergrooting van het aantal kinderen in het Itaiiaansche huisge zin te bereiken. De statistieken hebben uitgewezen, dat in de groote industrie-steden, Milaan en Turijn, het geboortecijfer zeer veel te wenschen overlaat, terwijl het platteland er beduidend gunstiger voorstaat. De steden in het Zuiden van Italië, vooral Rome en Napels, hebben reeds sedert eeuwen een hoog geboortecijfer wat zeer zekc te danken is aan de traditioneele gezonde op vattingen van het volk. Met deze opvattingen heeft ook het nieuwe wetboek rekening gehouden, daar er een aparte paragraaf is ingelascht ter bescherming van het huisgezin. Van de grootste beteekenis voor het Itaiiaansche huisgezin is het door het con cordaat verzekerde, geheel kerkelijke huwelijk der jongelieden, die door den voor het altaar van God bezegelde band op den juisten weg komen, wiaarop het burgerlijk huwelijk het nooit zou voeren. Daar het nu echter nog altijd den echtelieden vrijstaat zicli op het kapltool allen burgerlijk te laten huwen kan onweerlegbaar door de zeer nauwkeurige statistieken worden aangetoond, hoeveel huwelijken kerkelijk en hoeveel burger lijk gesloten worden. In de stad Rome stelde men in October vast, dat 456 huwelijken waren gesloten voor een priester, bekleed nij^de rechten van een ambte naar van den burgerlijken stand, terwijl er slechts 38 burgerlijke huwelijken geregistreerd werden! Zeer strenge straffen staan op bigamie en overspel, terwijl de rechter bevoegdheid heeft om te beslissen, of de kinderen der beklaagde niet aan de-u invloed van hun ouders onttrok ken moeten worden. Verder bevat het nieuwe wetboek strenge bepalingen met den plicht der ouders om hun kinderen en dien der volwassen kinderen om hun bejaarde ouders te onderhouden, waarbij vooral de bepaling omtrent de zorg voor de be jaarde ouders een strengere redactie kreeg. Zeer streng wordt ook opgetreden tegen alle geschriften en voorstellingen, die de heiligheid van het huisgezin aantasten. Wat nu het op peil houden der zedelijke beginselen van het Volk betreft, de nieuwe strafwet bevat aparte bepalingen tegen het alco holisme, tegen het misbruik maken van verdoo- vingsmiddelen en geslachtelijke uitspattingen. Binnen de enge grenzen van de wetgeving is minister Rocco er in geslaagd, deze lastige materie zeer knap te regelen. De betrokken ver grijpen worden alle drie daadwerkelijk bestre den, waarbij de alcoholisten in twee groepen worden verdeeld; zij, die zich voor de eerste maal aan dronkenschap schuldig maken en zij die in het kwaad hervallen. Gelukkig geven de Italianen zich in het alge meen slechts zeer zelden aan een overmatig gebruik van sterken drank over, doch het mis bruik maken van verdoovingsmiddelen is sedert den oorlog belangrijk toegenomen. Misdaden, welke in dronkenschap worden begaan, rekent de nieuwe strafwet als begaan bij volle bewust zijn, want de beschuldigde heeft zich vrijwillig in dezen toestand gebracht. De straffen, die geëischt worden, zijn daarom ook zeer streng. De gewoonte-drinker valt met zijn misdrijf op geheel bijzondere wijze onder de nieuwe strafwet en wordt bij herhaaldelijk terugvallen in zijn misslag als ontoerekenbaar uit het open bare leven gebannen en in een inrichting opge sloten. Dezelfde maatregelen treft de wet tegen mis daden, bedreven in den roes van verdoovings middelen. De handel in verdoovingsmiddelen staat onder strenge staatscontrole en misbrui ken worden zeer streng gestraft. Bijzonder waakzaam is de politie in de havensteden van Italië, waar deze handel buitengewoon bloeit. Wat geslachtelijke uitspattingen en ge slachtsziekten betreft, gaat de nieuwe strafwet zoo ver, als bij deze delicate materie mogelijk is. Over het geheel kan men van het nieuwe wetboek zeggen, dat zijn paragrafen met plichts- bewustzijn en met erkenning der godsdienstige grondslagen van het nieuwe Italië zijn geredi geerd en zeker niet zullen nalaten, het volk op een koogeren trap van zedelijkheid te bren gen. Wat te pas kan komen. Een vrouw ging naar het w arenhuis en werd door haar man gewaarschuwd toch vooral geen onnutte dingen te koopen. Toch kwam ze tliuis met een groot pak, en toen haar man vroeg, wat er in zat, zeide ze: ,,'n Mooi naambord". „Wat moeten wij nu in Godsnaam met een nieuw naambord doen? Wat voor 'n naam staat er op?" Omdat de mode 't wil. Mevr. v. Itallievan „Och", zei de vrouw, ,,'t kan altijd te pas komen. De naam is Cornelissen". „Lieve mensch Wat moeten wij daar mee doen, wij heeten toch geen. Cornelissen". „Dat weet ik wel, vent. Maar als ons meisje groot wordt, kan zij weieens met iemand trouwen, die misschien Cornelissen heet". (Van onzen Braziliaansche correspondent Als de politiek al in staat is om een kalmen Hollander, ondanks zijn bezadigdheid en koud bloed af en toe het hoofd op hol te brengen, wat voor een hoogovenatmosfeer moet ze dan niet te weeg brengen bij Zuidelijke tempera menten, waar alles impulsief is en op het gevoel over slaat, waar ze bet bruischende bloed doet overkoken en alles in vuur eu vlam zet. In Zuid-Amerika hebben we de erfenis van de Latijnsehe heethoofdigheid scrupuleus be waard en nog een beetje ontwikkeld door daden, die naar heldhaftigheid rieken en reclame maken voor de superioriteit van de nieuwere volken, die met een glimlachje van medelijden neerzien op dat verouderde Europa en bijzonder op de broekjes van Noorderlingen met hun stokvischbloed. Daarom draaien cle Zuid-Amerikaansche staten af en toe een paar films in het genre Farwest af om hun levensvatbaarheid toch maar goed aan de geciviliseerde wereld te toonen. Ze houden er geregeld af en toe wat revolutie op na, opdat iedereen toch maar zou weten, dat er aan de andere zijde van den Oceaan bonken van kerels wonen, waar de liliputters van het oude werelddeel toch maar niet tegen op kunnen. Als men er dicht bij zit noemt men zoo iets relletjes of opstootjes die de 'politie met een gummistok wel afkan en dan krijgt men ook een juist idee van de ontzettende weldaden van het republlekijnsch regiem. De hoogbezongen vrijheid heeft hier een mooi kroontje op van het meest verfijnde imperia lisme; de gelijkheid krijgt een oud-papierlucht je en de broederschap lijkt een schilderijtje van een slavenschip of van het huiselijk voet bankje-spelen voor de mannen met het heft in de handen. Den tronen hebben ze de vergulde pooten afgezaagd, en er ruwe heipalen voor in de plaats gezet; de troon is er echter veel hooger op geworden en het vergezicht over cle onderdanen heel wat verruimd; de voetzolen van de monarchen, die nu presidenten en se natoren en politieke chefs heeten, komen zoo veel gemakkelijker terecht op het hoofd van het bevrijde volk. Dat Is hier de gewone gang van zaken, maal ais er nu eens een buitengewone gelegenheid wordt aangeboden om de weldaden van de re publiek te onderstrepen, dan stijgt het ent housiasme tot zijn hoogtepunt en zijn de pop pen voor goed aan het dansen. Zulk een aardigheidje komt als een versna pering voor de vporultstrevenden alle vier jaren, als er weer een nieuwe leider van de republiek moet gekozen worden. „Gekozen" is eigenlijk het juiste woord niet, want ze mogen alleen kiezen en naar boven stuwen dia er van te voren al voor aangewezen is; en dat is gewoonlijk do man die het beste den buit onder zijn vriendjes verdeelen kan en bloedverwanten op zijden kussetjes weet te zetten. Dan komt de groote dag van de verkiezing, waarop cle natie zich zal uitspreken, in volle vrijheid, op t.e voren gedrukte stembriefjes waar alleen de candidaat van de regeering met vette letters op gedrukt staat. Wie niet voor hem is, blijve maar thuis, en wie toch komen wil en de durf heeft om een eigen con stitutioneel stembriefje to maken, die make van te voren maar zijn testament of vrage ia een armenhuis opgenomen te worden. Dan komt er den volgenden dag een uitslag in de krant dien iedereen al wist en dien men evengoed acht dagen van te voren had kunnen publiceeren. Daar lean men dan met allen ernst lezen, dat de candidaat de algemeene meening van het volk vertegenwoordigt en voldoet aan alle aspiraties. Ze zeggen er niet hij, dat alle andere mee ningen gesmoord zijn; dat er soms soldaten bij te pas komen die de andore meening wel vol doende op een afstand houden, dat ze stembus sen stelen en er mee van door gaan;- dat het stembureau gewoonweg niet opengaat en dat met een pennestreek heel de verkiezing afge daan is. Maar de regeeringscand'daat heeft gc- triumpheerd op heel de lijn. De algemeene meening van het volk is door omkooperij geholpen; een paar nieuwe schoe nen, een nieuwe hoed, de belofte van een baantje ofwel door karabijnen. Op heel den administratieven ladder hebben we datzelfde proces; de gemeenteraad, de ka mer, de senaat en de president van de repu bliek, hoe hooger hoe vrijer en hoe gevaar lijker. Als per ongeluk een van de tegenpartij het zoo ver gebracht heeft, dat zijn overwinning niet heelemaal verdonkeremaand kan worden, dan weten ze er nog wel een mouw aan te passen; de liooge heeren die de zaak in laat ste instantie moeten napluizen maken dan uit, dat hij niet, gekozen is en de tegencandi- daat wordt niet erkend. Alle Zuid-Amerikaansche republieken leven in het vrije teeken van het presidentialisme. AIS de president iets gezegd heeft, dan is het zoo en niet anders en al het andere is anti- patriotisch. Kan men zich indenken wat een leventje er losbreekt, als men nu eens werkelijk op zijn achterste beenen gaat staan en zegt; „Dat doen we nu eens niet, we gaan langs andere banen". En dat is waarachtig gebeurd in Brazilië, met het gevolg, dat alles in rep en roer is. Daar wordt niets meer gedaan als over poli tiek geschreven in de kranten, welke men gra tis thuis gestuurd krijgt van wege de gang- makerij, die door beide partijen dik betaald worden. De menschen die de politiek hier niet beschouwen als iets wat naast de bedrijven komt of rondom andere problemen, maar er een beroep van maken en er van leven (en dat zijn er een reuzenmassa), praten over niets anders dan over de politiek. De kamerleden, die de belangen van het land moeten verdedi gen, doen niets anders dan speechen over de politiek en de opvolging van den president. Lang voordat de nieuwe president komt, begint dat gewroet. Zoo b.v. is de keuze dit jaar in Maart en al maanden zijn ze aan het vechten. Wat is er dan toch aan de hand? De president, die nu de teugels van het staatspaard in handen heeft, heeft zoo gezegd zijn opvolger aangewezen, doordat hij aan bijna alle gouverneurs van de staten een briefje ge stuurd had met de vriendelijke uitnoodiging om het met hem eens te zijn; hij zelf zou dat coördineeren noemen, maar de anderen heeten dat: „je toesteming of je leven" en de meeste staten zelden dadelijk „ja" en „amen", gaven handjes en stuurden telegrammen, dat het volk die candidaten had uitgekozen. Zoo kwa men op het program van den president Was hington Lulz de candidatuur van Julio Prestes, tegenwoordig president van den staat Sao Paulo en als vice-president Vital Soares uit Bahia. Daar komen nu een paar van de familie der federatie tegen op, eenige zoontjes die nog al flink uit de kluiten geschoten zijn en een kleiner broertje. Die hebben den euvelen moed en de vermetele stoutmoedigheid gehad om zoo maar boudweg tegen den grooten Vader van Rio de Janeiro te zeggen; „We doen het niet, ge hebt volgens de constitutie het recht niet om uw opvolger te benoemen". Dat was een donderbui aan den helderen hemel en het is tot nu toe nog piet opgeklaard. De groote geest bromde vreeselijk en mop perde zoo iets van: „wat verbeeldt jullie je wel? Dan zullen we toch eens zien, wie er gelijk heeft". En heel de officieele wereld die er van leeft om met de regeering mee te gaan, sloeg de handen in elkaar en feliciteerde nog eens har telijk den opperchef met zijn keuze voor het vrije volk. Maar de weerspannigen hielden voet bij stuk en vormen de „vrije Unie" en komen met tegen- candidaten aandragen. Minas met zijn bergen en Rio Grande do Sul met zijn pampas en Parahyba, bij monde van hun presidenten maken een lijstje op met een program, wat zegt: geheime stemming in het vervolg, am nestie voor de revolutionnairen van vroegere ruzietjes enz. en even deftig als de rest proola- meeren als bandieten: Getulio Vargas, tegen woordig president van Rio Grande do Sul en Jo&o Pessoa, tegenwoordig president van Parahyba. Zoo viel de knuppel in het hoenderhok. De drie staten liggen natuurlijk onder den ban. Iedere partij schreeuwt om het hardst dat het gaat om het welzijn van het vaderland en de redding der republiek en de democratische prin ciepen. En het blijft niet bij schreeuwen en speechen en meetings. Neen, nu is het Zuider- bloed aan het spreken van opstand en geweld van wapens. Maar dat kennen we wel. Het ergste is dat alle middelen in het werk gesteld worden om dwang uit te oefenen. AHes moet er onder lijden; de banken, het school wezen, de openbare posten, alles onder de leuze van de vrijheid en het welzijn van het volk. Er is hier geen sprake van een princiep, heelemaal niet. Iedereen volgt zijn politieken chef; de onderdanen hun patroon; de ge meente den burgemeester en ze moesten de durf eens hebben om het anders te doen. Daar komt de „vrije Unie" tegen op en zegt prin ciepen te hebben. Ieder probeert zijn tegencandldaat zoo zwart mogelijk te maken en zooveel mogelijk de kiezers te beïnvloeden, waarvoor zelfs de per soonlijkheid van den pretendent in stukken ge scheurd wordt: ze peuteren aan zijn admini stratie, maar ook aan zijn persoonlijk leven, aan zijn gevoelens, en laten niet na om nu ook de Katholiciteit van de twee tegenstanders eens uit te pluizen, hoe weinig de menschen hier daar overigens onder andere omstandig heden ook rekening mee houden. Het is een exploratie op groote schaal. Toch is het interessant voor ons Katholieken (en dat zijn we bijna allemaal, vooral nuj. pm eens te zien wat we van de toekomstige regeer ders kunnen verwachten, ofschoon er genoeg zijn die heelemaal met hun Katholieke prin ciepen geen rekening zullen houden. Het zou misschien goed zijn om de lessen van het ver leden te onthouden voor de toekomst en ons te overtuigen dat het mettertijd absoluut noodza kelijk is om een principieele Katholieke partij te vormen. Dat hobbelpaardje van „niet noodig, we zijn toch alleihaal Katholiek" kan ons nog wel eens duur te staan komen. WERK VAN MAXIM GORKI Zal hij zelf nog tevreden worden? Het reeds eenige jaren geleden aangekondig de werk van Maxim Gorki „Veertig jaren", waarin hij in romanvorm de gebeurtenissen van den laatsten tijd beschrijft en speciaal te bol- schewlstische revolutie, is thans door den schrijver te Sorrento beëindigd. Het zal binnen kort in het Russisch verschijnen en er komt tegelijkertijd een door Erme Cadel verzorgde Itaiiaansche vertaling van uit. Maxim Gorki heeft verzekerd, dat dit werk als het ware een preludium zal zijn van wat hij nog ln de naaste toekomst produceeren zal. Hij meent, nu in staat te zijn iets te schep pen, waarover hij zelf volkomen tevreden zal kunnen zijn. LEIDSCH LUSTRUMSPEL De vliegende Hollander Aan den heer H. Th. Wijdeveld, architect te Amsterdam, is door de lustrumcommissie van het Leidsch Studentencorps het ontwer pen der decoraties opgedragen voor het tijdens de lustrum-feesten in Juli a.s. op de Kaag te Warmond op te voeren waterfeestspel „De vliegende Hollander". PRAEHISTORISCHE STICHTING IN GELDERLAND. Voor notaris Kuette te Arnhem is Zaterdag door de heeren F. A. Hoefer te Hattum, Mr. W. P. A. Smit en Jhr. Mr. D. P. H. Graswinckel te Arnhem de oprichtingsacte geteekend van de „Stichting tot bescherming van praehistorische cultuurmonumenten in Gelderland". Deze stichting heeft ten doel leiding te geven bij het bodemonderzoek naar praehistorische voorwerpen in bovengenoemde provincie en zoo- noodig perceelen grond aan te koopen die van bijzondere praehistorische waarde zijn, teneinde die voor ontginning en vernietiging te bewaren. Dank zij de bemoeiingen van den zeereerw. heer pastoor dr. A. van Rijswijck te Boxmeer, zal binnenkort aan den provincialen weg, on geveer op de scheiding tusschen Boxmeer en Beugen c.a., een kruisbeeld worden geplaatst. Aan drie toegangswegen heeft Boxmeer dan een kruisbeeld, terwijl er zich bovendien nog een bevindt in de kom der gamtOBtat vlak te genover de plaats, vanwaar tMdenz de beken de H. Bloedprocessie steeds de zegen met he* Allerheiligste wordt gegeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10