1 FEUILLETON TWEE VROUWEN DINSDAG 21 JANUARI 1930 TWEEDE BLAD. PAGTNA 1 OUDE MUZIEKINSTRUMENTEN IN HET RIJKSMUSEUM TE AMSTERDAM DE ROOFMOORD TE ULVENHOUT DOOD DOOR SCHULD AANGEREDEN EN ZWAAR GEWOND DOM ANDREE MOCQUEREAU f DOOR EEN PANTER GEKRABD FRANK RIJSDIJK CHRONOLOGISCH OVERZICHT Uit den tijd van de „Fêtes Galantes" In een zaaltje in den linkervleugel van het Rijksmuseum te Amsterdam is de permanen te expositie van de collectie oude muziekinstru menten opengesteld. Sinds jaar en dag stond deze collectie opgeborgen in een klein zaaltje bij de Waterloozaal, waar liet niet mogelijk was de instrumenten goed te beziehten. Thans, nu ze door deze nieuwe opstelling in het volle dag licht gekomen zijn en in chronologische volg orde een duidelijk overzicht geven van de ont wikkeling der muziekinstrumenten in West- Europa, van de 16e tot en met de 19e eeuw, blijkt duidelijk, dat deze collectie voor de ge schiedenis der West-Euro'peesche muziek gedu rende den tijd van haar voornaamste ontwikke ling van veel waarde is. Aan de voorgangsters der piano, clavichord, claveoimbel en spinet, is een belangrijke plaats Ingeruimd. Er zijn twee spinetten uit 1640 en 1643, de oudste op de tentoonstelling aanwezig. In het begin van de 17e eeuw was het spinet het sie raad van den muzieksalon evenals het de aan leiding was tot menig feestetentje, dat ontaard de in een braspartij. In dezen tijd ontstonden immers de muziekcolleges, vereenigingen van „liefhebbers van de musyck", die zich decora tief om het spinet schaarden met hun luiten en liedboeken, terwijl de hoorgrage liefhebbers het schransen aan de welvoorziene tafels even staakten, om naar het stuk te luisteren. Di-t was de glorietijd van het spinet, waaraan de lief hebbers voor een groot deel hun concerten en eetpartijen te danken hadden. Daarom behan delden ze het spinet met groote vereering. De fijnste houtsoorten en de mooiste sculptuur waren juist goed genoeg voor dit instrument, maar vooral de deksels werden beschilderd met landschappen en liefdesidyllen. Schilders van naam achtten het lang niet beneden hun waardigheid om deze lieflijke afbeeldingen op de deksels te conterfeitèn, zooals eenige fraaie exemplaren op deze tentoonstelling, beschilderd door Philippus Schey en Joos de Mom per be wijzen. Zonder muziek kon het leven in die tijden niet bestaan. En wanneer we in onze dagen spottend lachen om een gezelschap Jordaanbe- woners, dat een dagje uit is met de trekpiano of de mondharmonica, dan demonstreeren we daarmee alleen maar, dat wij vergeten hebben, wat in het volk nog Is blijven leven van vroe ger dagen: de behoefte om het leven op te sieren met muziek. Een uitneembaar reis-clave- clmbel van Silbermann uit het midden der hoofsche 18e eeuw leert ons dit. Naarmate de jaren vorderen, veranderen techniek en stijl. We zien een vroege piano forte van J. Zuinpe et Buntehart uit den tijd dat het kamerklavier nog maar een goede zes tig jaar den strijd met het clavecimbel voerde. Dan komt de Napoleontische tijd, de vereering van den held, die grooter was dan de pyramiden EEN PIANO IN BIEDERMAIER8TIJL van de fabrikanten Loeschman en Co. uit Londen omstreeks 1840. Daarboven hangen Ophcleïden EENIGE FRAAI GEVORMDE 18e E. CITHERS uit het Rijksmuseum te Amsterdam en de obelisken. In dezen tijd van toppunten mocht zelfs de piano-forte niet vlak blijven. De vleugel zette z'n staart met een sierlijken krul omhoog. Zoo bewaart het museum een giraffe-vleugel in Em pi re-stijl. Toch is deze stijl van grooten invloed geweest, want iets later zien we In Biedermaler een vierkante hooge piano, van welken vorm de moderne piano's nog niet afgeweken zijn. Daar tussohen in een Pleyel-vleugel uit 1860, van een model dat men in hat moderne type van Pleyel nog terugvindt en ten slotte een plompe kruissnarige vleu gel uit Amerika, gebouwd in hetzelfde jaar, die echter nog den spinetvorm vertoont. Een zeer belangwekkende afdeeling. Met de violen komen we weer in den tijd deT Bodewijken, de dansende en pirouetteerende wereld van den barok, de were-ld van de ern stige allegorische balletten en van de warrelen de maskerade later. In dezen tijd, toen de men- schen verliefd waren op het leven, trok men rond met de luit, die de cadans gaf aan deze altijddurende maskerade, die Verlaine zoo flit send geschetst heeft: „Et leur molles om brés bleues Tourbillonnent dans l'extase D'une lune rose et grise Et la mandoline jase Parmi les frissons de brlse Maar door deze tijden heen was het toch de viool, die de schare aanvoerde tot het ,Fête galante". En deze tentoonstelling wijdt behoor lijke aandacht aan haar, zooals ze er tusschen de 16e en de 17e eeuw uitzagen. De gamba's zijn zeer fraai vertegenwoordigd. Natuurlijk ont breekt hier niet het coquette „pochette", het dansmeestersviooltje de koffergramofoon van den tijd van Lodewijk XIII tot de rococo. Van de luiten moeten we helaas veel missen. Wel is er een twee-snarige Noorsche balk uit 1608, waaruit later de cither gevormd werd, Dan zien we een lier-guitaar uit den em pi re- tijd, volgens klassiek model. Interessant zijn ook de draailieren en de 18e eeuwsehe cithers. De groep der koperen en houten blaasinstru menten ls weer zeer goed gesorteerd. Wat de eerste soort betreft, valt de ontwikkeling na te gaan van dierboorn tot klephoorn toe. Heel goede voorbeelden van serpenten de lange gekronkelde contra-bashoorns zijn aanwezig, waaruit dan later, middels de ophi-baryton, die jammer genoeg niet te zien is, de Engelsche bashoorn ontstaat. De ouderwetsche fagot is hiermee verwant. Zoowel deze, als de in 1820 door Streitwolf in Göttingen geehromatiseerde fagot is hier te zien. Voorts wordt de aandacht getrokken door de op'hicleide, die van de bas hoorns den toon en van de klephoorns 't klep- pen-systeem heeft overgenomen. Van de houten blaas-instrumenten zien we schalmeien Engelsche hoorn, klarinetten, de reeds bij het koper genoemde fagotten en aller lei soorten van fluiten. Bij deze soorten valt de ontwikkeling heel gemakkelijk te volgen, omdat, naarmate de jaren vorderden, steeds meer kleppen de taak der vingers overnamen, tot tenslotte -het ringklepperssysteem van Böhrn algemeen gangbaar werd. Tenslotte moeten we nog twee ouderwetsche metronomen vermelden, beiden uit de eerste helft der 19e eeuw. De eerste is een eenvoudige slingermetronoom, maar van heel wat grooteren omvang, dan de driehoekige Instrumentjes, die wij tegenwoordig kennen. De tweede is monu mentaal. Ze is versierd met een wijzerplaat als van een pendule. Deze pendule ls gevat in een Grleksche lier en deze lier is geplaatst op een afgekapte zuil. Het geheel is kwistig versierd met guirlandes en loovers en niet te vergeten met de namen der edele schenkers, de bestuur- deren van „Felix Meritis", roemrucbter nage dachtenis, waar het geval gestaan heeft. Behandeling in cassatie HET BEROEP VERWORPEN De Hooge Raad behandelde gisteren cassatie beroepen van F. J. M. en C. de V., die door da rechtbank te Breda en in hooger beroep door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch waren veroordeeld ieder tot 12 jaren gevangenisstraf wegens diefstal onder verzwarende omstandig heden. Bij een inbraak ten huize van P. van B. onder Ginneken hadden zij dezen v. d. B. eerst neergeslagen en wel een 30 verwondingen toegebracht.- De advocaat-generaal, mr. Resier, conclu deerde tot verwerping van het beroep. Arrest 27 Januari. Cassatieberoep verworpen De Hooge Raad heeft gisteren verworpen het cassatieberoep van H. M„ die door de rechtbank te Leeuwarden was vrijgesproken van de hem ten laste gelegde veroorzaking van een aanrijding, waarbij een motorrijder bet leven verloor, doch ln hooger beroep door het Hof aldaar was veroordeeld tot 14 dagen hechtenis. DE AANVARING VAN DE TELEGRAAF 6 OP DE SCHELDE Het s.s. Telegraaf 6 is, nadat het gat door een noodreparatie gedicht was, op eigen kracht naar Rotterdam vertrokken om aldaar te worden ge repareerd. Twee verpleegden op stap Twee verpleegden van het Blindeninstituut te Amsterdam, wier gezichtsvermogen echter nog toelaat, dat zij zelfstandig ln de stad ooodschappen e.d. verrichten, wilden gis terenmiddag te ongeveer drie uur bij het Hortusplantsoen juist den rijweg voor de brug over de Heerengracht oversteken, toen een auto naderde. De chauffeur gaf herhaalde signalen, met het gevolg, dat belde mannen op hun schre den terugkeerden. Een van hen werd hierbij door den auto aangereden en zwaar gewond. In zorgwekkenden toestand is hij per auto van den G. G. en G. D. naar het Binnengasthuis vervoerd. MISLUKTE POGING TOT ONTVOERING Op de Heerengracht tusscheu Leidsche- straat en Nieuwe Spiegelstraat te A'dam is een 6-jarig meisje aangehouden door twee gemasker de heeren. die te voorschijn kwamen uit eea auto, die naast haar stopte. De heeren probeer den haar in den auto te trekken. Op haar hulp. geroep kwam een tot nu toe onbekend gebleven redder op het tooneel, waarna de ontvoerders in hun auto de vlucht namen. RADIO-CAUSERIE OVER DON BOSCO Men meldt ons dat de radio-causerie over Don Bosco, die op 12 Januari 1.1. door niet te veran deren omstandigheden moest achterwege blij ven, zal plaats hebben op een nader aan te Icon- digen Zondag in Maart. De beroemdste Gregoriaansche theoreticus en practicus Dom André Mocquereau overleden Met weemoed zal de tijding in de geheele kerkmuziekwereld vernomen zijn. Want die kerkmuziekwereld, inzonderheid de Gregoriaan sche kunst, heeft onnoemelijk veel aan dezen eenvoudigen, diepgeleerden Benedictijner Pater te danken. Men herinnert zich natuurlijk den strijd, in z'n begin en z'n voortzetting, tusschen Dom Pothier, den Voorzitter der Pauselijke Commis sie voor de redactie der „Vaticana" en Dom Mocquereau. De Solesmenser-school immers, dat ia Dom André Mocquereau en zijn aanhangers, was van meening, dat de „lezing" der Vaticana zonder verdere voordrachtsteekens, dus alleen met de aanwijzingen van de Inleiding der Edi- tio Vaticana, niet voldoende is, om tot een ar tistieke uitvoering van het Gregoriaansch te komen. Wat Dom Pothier begonnen was, werd, in zekeren zin althans, door Mocquereau voortge zet en aangevuld. Kosten noch moeiten werden gespaard voor diepgaande studiën in de hand schriften van alle eeuwen. Heel Europa werd doorgereisd om die oude handschriften op te zoeken. Met behulp van de fotografie werden nauwkeurige reproducties gemaakt. Mocquereau wilde op die wijze bevorderen een uitvoering van den Gregoriaanschen zang, steunend op streng wetenschappelijken grondslag en reke ning houdend met de ontwikkeling der studiën. Om tot goede voordracht, een smaakvolle en kunstzinnige vertolking, een vertolking, welke eenheid op de koren brengt, te komen, moesten enkele teelcens bij de noten en notengroepen worden gedrukt, de „Signes rhythmiques". En dit werden de hoofdpunten der Solesraenser richting: de leer van den rhythmus van het Gregoriaansch en een diatonische begeleiding van dat Gregoriaansch, overeenkomend met den rhythmus. De resultaten van die studie, dat systeem en die principes zijn in talrijke boeken, geschrif ten en artikelen uiteengezet Ook de Nederlandsche Sint Gregorius-Veree- niging, voor wie het overlijden van Dom André Mocquereau een groot verlies mag heeten, mocht meermalen in haar officieel orgaan, „Het Sint Gregorius-Blad", zeer belangrijke bij dragen van den geleerden Benedictijn opne- sche men. Dom André Mecquereau, geboren den 6den Juli 1849 te La Tessoualle bij Cbalet, begaf zich begin 1921 als leider naar het Eerste Congres voor Gregoriaanschen zang te New-York. Op 19 April 1927 vierde de groote kunstenaar te Solesmes zijn gouden priesterfeest. Hij mocht bij die gelegenheid een eigenhandig schrijven van Z. H. Paus Pius XI ontvangen. Tijdens de Nederlandsche ICerkmuziekweek, in Augustus 1928, is Mocquereau's naam meer malen genoemd, in verband met het laatste bezoek van Mevrouw Dr. Justine Ward aan ons land. Zij immers heeft hare methode („Grego rian Chant") geheel volgens de beginselen van Dom André Mocquereau samengesteld. Nog niet lang geleden heeft Mevrouw Ward in Amerika den stoot gegeven tot de oprichting van „The Dom Mocquereau Schola Cantorum-Founda tion". Pater Huigens' uitspraak is zoo volkomen waar: Dom Mocquereau beteekent een mijlpaal, een hoogtepunt. De uitvoering volgens Mocque reau's systeem heeft eenheid gebracht op de koren. Moge bovendien de geest van Dom Moc quereau op alle koren komen God en Sint Gregorius mogen den kunstenaar reeds beloond hebben voor zijn levensarbeid. Hij ruste in vrede J. V. DOOR EEN AUTO OVERREDEN En aan de gevolgen overleden Zondagmiddag is te Lisse het S-jarig zoontje van den heer Schermer, toen het met zijn moeder liep te wandelen, plotseling de straat overgestoken. Hét ventje werd door een auto van dr. v. G. overreden met het gevolg dat eeni ge uren later de dood intrad. Zaterdag werd de 13-jarige zoon van den landbouwer D., te Heerlerheide, door een vrachtauto aangereden. De dood trad spoedig in. Den chauffeur moet geen schuld treffen. TWEE AUTO'S IN BOTSING Een dame aan het stuur De auto van mej. B., gemeente-vroedvrouw te Dieren, kwam gisteren op den Harderwijker- weg te Laag Soeren iu botsing met een vracht auto uit Dieren, die onverwacht uit een zijweg kwam. De auto, die door mej. B. zelf bestuurd werd werd geheel ineen gereden. De bestuurster zelf werd aan hoofd en armen gekwetst, doch niet levensgevaarlijk. MISHANDELING VAN EEN AGENT VAN POLITIE Op een aanmaning tot kalmte Te 's Hertogenbosch begaf zich de agent van politie T. naar de herberg van I. R. in het Tweede Korenstraatje waar door een dronken persoon, zekeren V., de orde verstoord werd. Op aanmaning van den agent om zich kalm te gedragen, wendde hij zich tot dezen en bracht hem met een mes een steek toe in de rechter slaap. V. werd door den agent die ter zelfverdedi ging zijn sabel trok, bloedend aan hoofd en vingers verwond. Hij werd na verbonden te zijn iu arrest gesteld. Kinderen, weest voorzichtig In een bioscoop te Hoensbroek werden met wilde dieren voorstellingen gegeven. Toen deze dieren in een kooi in het portaal der bioscoop ter bezichting waren gesteld, kwam 'n zoontje der familie de V. te dicht bij de kooi. Een pan ter krabde het knaapje met een klauw de wang open. DROEVIG ONGEVAL Tijdens een veldloop zakte een der deelnemers ineen Toen Zondagnamiddag te Maastricht de 4 K.M. veldloop, uitgeschreven door de lie Divisie der Koninklijke Marechaussee's, plaats had, zakte een der deelnemers, de marechaussee II. J. Hendriks-Franssen, plotseling in elkander en bleef dood liggen, op 500 Meter afstand van de eindstreep. Er heerschte begrijpelijkerwijze groote ver slagenheid onder he,t deelnemend corps. Het lijk werd naar 't hospitaal Calvarieberg vervoerd. ^R. JUSTINE B. WARD (eerste rij, tweede van links) met zeven leerlingen van de „High-CIass" (Pius X-lnstituut te New-York voor de poort der Benedictijner-Abdij te Solesmes; in het midden de pas overleden Don André Mocquereau O.S.B. Aandeelhoudersvergadering met een ernstig incident POLITIE EN DOKTER NOODIG In de gisteren onder presidium van den lieer B Wilton gehouden vergadering van aandeel houders van de N. V. Frank Rijsdijks in- dustrieele ondernemingen heeft zich, voordat de vergadering geopend was, een incident voorgedaan. De directeur van de N. V., de heer S. Simons Hz., wilde zich, volgens het Hbld., kort voor het begin van de vergadering naar de bestuurs tafel begeven, teneinde de presentielijst te têekenen, toen hij werd tegengehouden door eeD familielid, dat een dreigende houding- tegen hem aannam. In dien tussehentijd heeft een andere persoon kans gezien, den directeur van de N. V. een handvol peper in het gelaat te gooien, waardoor deze totaal verblind werd. In de consternatie, welke in de volle vergade ring naar aanleiding van het gebeurde ont stond, wist de dader nog juiBt te ontkomen. Er werd onmiddellijk getelefoneerd om een dokter en om politie en zoodra de medicus aanwezig was, heeft hij den heer Simons Voor- loopig behandeld, waarna deze ter definitieve behandeling naar het-ziekenhuis aan den Cool- slngel ls gebracht. Inmiddels was de politie in de zaal gekomen er uit hetgeen eenige getuigen wisten rnee te deelen, bleek dat de dader een zekere Siegfried Simons uit Den Haag moet zijn. De politie heeft oc middellijk een onderzoek ingesteld. Nadat men tot rust was gekomen, nam de heer B. Wilton het woord. Spr. deelde mede, dat de vergadering verder zal worden bijga: woond door een rechercheur. Gedeponeerd waren 260 aandeelen, vertegenwoordigende 222 aandeelhouders en 198 stemmen. De voorzitter stelde vervolgens voor de zaken af te doen. Een van de aandeelhouders, de heer R. Pais uit Amsterdam, verzocht daarna uit naam van den heer S. Simons Jr. de ver gadering te verdagen, waarna <fe heer. Drpst, commissaris, opmerkte, dat indien de gestie- van den oud-directeur ter sprake zou komen,- zijn aanwezigheid niet meer dan billijk zou- zijn. Mr. J. Duivendljk, aandeelhouder, achtte het van het hoogste belang, dat de heer Simons zou kunnen deelnemen aan de discussie, welke Invloed zou kunnen uitoefenen op de stemming.. .Spr. sloot zich aan bij het verzoek van den heer Pais. Uit naam van den directeur behield spr. zich alle rechten ten opzichte van de gel digheid der besluiten van de vergadering voor. De heer Pais merkte daarna op, da-t de beer Simons zooveel zou kunnen zeggen ter vergade ring, dat van een directeurs-benoeming toch niets zou komen. Door Overmacht is de heer Simons gedwongen de vergadering te verlaten. Nadat de heer Dulvendijk bij zijn verzoek had gepersisteerd, stelde de voorzitter voor den heer K. van Zessen, die 20 jaar boekhouder bij de N.V. is gëweest en die den laatsten tijd pro curatie had, te benoemen tot waarnemend di recteur. De heer Pais: Indien, deze heer dan maar weer geschikt is voor een zaak als deze; Wij verlangen een directeur die winsten maakt, die kooper en slooper tegelijkertijd is. De heer Duivendljk stelde voor de procuratie van den heer Van Zessen uit te breiden tot Fe bruari. Spr. acht de mogelijkheid niét uitgeslo ten, dat de lieer Simons tot directeur zou wor den herbenoemd. De voorzitter ze 1de daarop, dat c rissen, den lieer Simóne onder Roon bedlns directeur hunnen handhaven. Een UTtéeu^ëaiij» van de feiten ter vergadering tod .niét belang van den heer Simons zijn. Namens commissarissen zeide daarop de heer Drost, dat commissarissen het geenszins in hot. belang van de N. V., noch in het belang van den heer Simons aohten, om in een vergadering, waarvan openhaar verslag wordt gegeven, me dedeelingen te doen. Commissarissen hadden zich nimmer voor gesteld dat de mogelijkheid zou bestaan, den heer Simons wederom te benoemen.; Wanneer aandeelhouders dit wel zouden willen, en., de vergadering zou bij meerderheid daartoe besla i- ten, dan zullen commissarissen ernstig overwe gen of zij nog langer Zullen blijven: Zij zullen in dat geval de verantwoordelijkheid niet meer kunnen dragen. Indien men iia deze-toelichting gen nog verdaging van de vergadering wenscht, dan zijn commissarissen bereid de beslissing' aan de vergadering ovèr te laten. Ten slotte deelde de heer Drost nog mede, dat commis sarissen zich sterk verzetten "tegen 'herbenen ming van den oud-directeur. Na de stemming werd met 187 stemmen 'voor' ©n 10 stemmen blanco, de heer TC. van' Zessen benoemd tot waarnemend-directeur, waarna het salaris op 8000 wérd vastgesteld. OUD-OVERSTE H C GERRITSEN t Zondagochtend is te Voorburg overleden in den ouderdom van 54, jaar, de heer H. C Ger ritsen, oud-luitenant-kolonel der Infanterie -van het leger in Ned.-Indië en reserve-overste van" het leger hier te lande. Vrij naar het Engelsch va'n R. HENRY. Een ougenblik stond zij met neergeslagen hoofd. Dan zag zij op, en haar oogen straalden. Kun je daaraan nog twijfelen, Thomas? zei ze. Nu nam ik haar In mijn armen, en omhelsde haar teeder. Doch weldra begonnen we over andere din gen te spreken. Wat zal mijn vader er van zeggen? peins de Lily. Ik weet liet niet, antwoordde ik. Maar zooveel weet ik zeker, dat hij wil. dat je mijn broer Geoffrey neemt, en mij laat loopen. Dan is dat niet, wat ik wil. Het is waar, plicht gaat vóór alles, maar ik kan mij niet laten dwingen tot een huwelijk, waar lk geen zin ln heb. Maar dan, misschien is heit van jou maar een genegenheid, die met de jaren overgaat. Ze zal nooit overgaan, Lily. Luister. Ik moet nog een positie in de wereld veroveren, en daar kan veel tijd mee heengaan. Beloof me daarom één ding misschien ls het zelf zuchtig van me maai- beloof me, dat je me trouw zult blijven, eu nooit een anderen man zult nemen, tot je weet, dat ik dood ben. Het is heel wat,, om dat te beloven Thomas, at met den tijd komt verandering- Maar ik bon zóó zeker van mezelf, dat ik hot beloof. Van jou kan ik niet zeker zijn, maar bij vrou wen is dat anders. Zoo praatien wij voort, en ten laatste moesten wij afscheid nemen. Ik nam haar in mijn armen eu kuste haar teeder. Dan keek ik op, eu bemerkte, vijf passen van ons af, Squire Bozard die alles gadesloeg, en niet met een glimlach. V. Hij was van een rijpad gekomen, had twe>e jongelui gezien, en was van zijn paard ge sprongen, om ze weg te jagen. Eerst toen bij dichtbij was, zag hij, wie hij weg wilde jagen, en hij bleef als verbijsterd staan. Lily em ik keken hem aan. Zijn oogen schenen uit zijn boofd te puilen van kwaadheid. Een poos lang was hij niet ln staat, om te spreken. Maar dan begon hij. Alles wat. hij zei, weet ik niet meer, maar het kwam hierop neer, dat hij wilde weten, wat ik met zijn dochter te maken had. Ik wachtte, tot hij buiten adem was, en ant woordde vervolgens, dat Lily en ik van elkaar hielden, en elkaar trouw hadden beloofd. Is dat zoo, Lily? vroeg hij. Ja. vader, zei ze dapper. Toen viel hij uit. Jij schandalige meid! Je krijgt met dl zweep, en blijft dan op je kamer zitten op water en droog brood. En jij, halve Spaan- sche snoeshaan, weet voor eens en voor altijd dat dit meisje voor wat beters bestemd ls. Hoe durf Je om mijn dochter te komen, Jij leege pilledoos, die nog geen twee stuivers in Je zak hebt rammelen! Zie eerst dat je een fprtuin en een naam krijgt, voordat Je het waagt, naar een meisje als zij te kijken. Dat ig mijn bedoeling, en dat zal ik ook doeu, mijnheer, antwoordde ik. Zoo, apothekersknechtje, wil jij naam eu positie venverven! Zoo! Nu, lang vóór dat ge beurd is, zal het meisje getrouwd zijn met iemand, die allebei al heeft, en dien jij wel kent. Lily, zeg nu, dat je met hem afgedaan hebt. Dat kan ik niet zeggen, vader, antwoordde zij, aan haar japon plukkend. Als u wilt, dat ik niet met Thomas hier trouw, dan mag ik dat ook niet doen. Maar ik ben niet ver plicht, om met iemand te trouwen, dien ik niet wil. Zoolang Thomas leeft, behoor ik hem,- en geen ander. Dapper ben je tenminste, feeks, zei haar vader. Maar luister goed: Je zult trouwen met. wien en wanneer ik wil, of je zult voor je broodje moeten bedelen, ondankbare meld, die je bent. En nu jij pilledoos, ik zal je lee.ren, om de dochter van een fatsoenlijk man te kusseD zonden zijn permissie. En met. een vloek stormde hij op mij at, met opgeheven stok. Toen begon voor de tweede maal dien dag mijn bloed t.e koken. Ik gTeep het zwaard van den Spanjaard, dat naast mij in het gras lag, en richtte het. Met een kreet van schrik vloog Lily op mi) af, en sloeg mijn arm omhoog e ndat Vas maar goed ook, want anders zou lk tamelijk vroeg aan het eind van mijn dagen zijn geweest, met een strik om mijn hals. Ben je gek? riep ze uit. Denk je, dat Je me zóó kan winnen? Gooi dat zwaard weg, Thomas. Om Jou te wlnffën, daar schijnt al heel weinig kans voor te zijn, antwoordde ik woe dend. Maar ik zal je dit zeggen: zelfs niet voor alle meisjes van de wereld laat ik me als een hond met een stok slaan. En dat neem ik je niet kwalijk, jongen, zei haar vader op vriendelijker toon. Ik zie, dat jij óók dapperr bent, en ik had je ook niet pilledoos moeten noemen. Maar lk was boos, en, zooals ik gezegd heb, het meisje is niet voor jou. Vergeet haar dus, zoo goed je kunt, en als je leven je lief is, laat ik jullie beiden dan nooit meer bij elkaar zien, zooals daar straks. En morgen zal ik een woordje met je vader over da zaak spreken. Ik zal gaan, omdat ik moet, antwoordde lk. Manr toch hoop ik eenmaal uw dochter mijn vrouw te noemen. Lily, vaarwel, tot er betere tijd komt. Vaarwel, Thomas, zei ze weenend. Ver geet mij niet. Ik zal je nooit vergeten. Dan nam haar vader haar bij den arm en trok haar mee. VI. Ik ging ook heen, treurig, maar niet geheel ontstemd. Want nu wist, ik, dat ik Lily's liefde had gewonnen, al was haar vader dan ook nog zoo kwaad: eu liefde duurt langer dan kwaad heid. Thans dacht ik weer aan den Spanjaard, dien lk door dit alles totaal vergeten had, en ik ging hem opzoeken, om hem aan de politie over te leveren, blij, dat ik iemand had, om mijn woede op te koelen. Maar toen ik op de plaats kwam, waar ik hem had achtergelaten, zag ik geen Spanjaard, maar alleen den dorps gek, Billy Minns, die beurtelings naar den boom keek, waaraan de Spanjaard vastgebonden was geweest, en naar een zilverstuk in zijn hand. Waar is de man, die hier vastgebonden was Billy? vroeg ik. Ik weet het niet, master Thomas, ant woordde hij. Halfweg de plaats, waar hij naar toe ls, zou lk zeggen, als ik naga de haast, waarmee hij er vandoor ging, toen ik hem eenmaal op zijn paard gezet had. -—Je hebt hem op zijn paard gezet, jij gek? Hoelang is dat geleden? - Hoelang? Wel, hot kan een uur zijn, en ook twee uur. Ik kan dat niet zoo berekenen. Wat ging hij er vandoor! Wat gaf hij het beest da sporen! En geen wonder, de arme man, hij kon niet eens spreken, gekneveld als hij was. En zoo maar overvallen door roovers op klaarlichten dag. Maar Billy sneed hem los, en ving zijn paard op, en zette hem in het zadel, en kreeg dit geldstuk voor zijn goede diensten. Maar wat was hij blij, dat hij weg kon! Wat ging hij er vandoor! Nu ben je toc.h.. nog een grooter gek. dan ik dacht, Billy Minns, zei ik boos. Die man zou mij vermoord hebben, maar Ik wa3 hem de baas af, en bond hem vast. En jij hebt hem \feer laten gaan! Hij zou u vermoord hebben, master? En u bondt hem vast? Ma,ar waarom bleef u dan niet bij hem, tot lk langs kwam? Dan zouden we hem samen naar het cachot gebracht heb ben. Dat zou eeu prachtig karweitje geweest zijn. U zegt, dat ik gek bon. Maar als u 'n man zoo vol bloed en wonden aan een boom gebonden liadt gezien, zon u hem d?.n óók niet losgesneden hebben? Enfin, hij is weg, eu d:- is het eenige, wat er van he :n over is. En hij wierp het geldstukje in de lucht. Ik zag het, dat de sohuld aan mijn kant was, en ging heen. Ik begaf mij niet langs den rechten weg naar huis, want ik wilde nog een poos alleen zijn, om na te denken over alles, wat tusschen Lily, haar vader en mij had plaats gehad. Ik nam daarom den weg over de Vineyard-heuvels, een paar honderd meter van ons buts. Deze heuvels zijn begroeid met kreupelhout, waaruit broed e eiken opschieten, terwijl tal van weggetjes er tusschen door loopen. Mijn moeder had die gebaand, want zij wandelde daar graag. Eén van die paadjes loopt, langs den onder kant van den heuvel bij de bocht van de Wa- veney, en dan opwaarts. Ik liep langs het water het kreupelhout aan den anderen kant. mijn oogen op den grond gericht, en in gedachten verzonken. Daar zag ik iets wits op het gras liggen, en deed het opzij met de punt van mijn zwaard, terwijl ik es* verder geen acht op sloeg. Maar de vo-m en bet uiterlijk ervan bleven mij. bij, en toen ik eeu driehonderd passen verder was,' zag ik hot weer duidelijk liggen, zacht en wit op 't gras, en ik wist, dat ik 't kende. Van dat voorwerp gingen mijn gedachten naar het zwaard van den Spanjaard, waarmee ik het op zij had geschoven, en van het zwaard naar den man zelf. Wat was hij In de plaats komen doen? Zeker niet veel goeds. En waarom had hij gekeken, alsof hij bang voor mij was. en was hij op mij aangevallen, toen hij inijn naam hoorde? Ik bleef staan, en zag nu voetsporen in het natte zand. Het eene was van mijn moeder. Ik zou er een eed op hebben gedaan. Geen andere vrouw had zoo'n sierlijk voetje. Dicht erbij was een ander spoor, als van Iemand, i'ic haar volgde. Eerst dacht ik, dat die voctstopnen ook van een vrouw woven, zon' smal waren ze. Maar toen zag Ik dat dit haast niet kon. want daar warén ze te lang vo bovendien do schoen, die de voetsporen 1 ingedrukt, moest van een geheel ander model zijn geweest, en zeer spits. Toen herinnerde Ik mij opeens, dat do Span jaard zulke schoenen aan bad, want ik had ernaar gekeken, toen lk mat h-m sprak. HU moest mijn moeder gevolgd hebben. Toen wist tk ook wat het witte voorwerp was, dat ik opzij had geschoven. Het was de mantilla van mijn moeder, die ik kende en toch weer niet kende, omdat lk haar altUd om het hoofd van mijn moeder gezien bad, (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 6