1 iTO WÏ |vj Kalk in het voedsel Een afgerukte knoop Wat te zeggen van de avondtoiletten Costuumrok voor dames f Uh^mliuL, l K Onze vingerhoed Goedkoope Patronen Smakelijk eten Geborduurde schuier- en kamzak V. V-A VRIJDAG 31 JANUARI 1930 M' '1 y A< A O OVERNEMING UIT OEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN (Heupwijdte 106 c.M., lenète 106 c-M-J y 'v y\ /V /s 9* /y K\ y K Ik vond de Jonge mevrouw Bep in een af schuwelijk humeur. Zij, die zich steeds zoo tot in de puntjes soigneerde, bediende de theetafel met nonchalante bewegingen, stak met afge trokken, nerveuze maniertjes de eene bonbon IJ* de andere in haar mond, en lachte nu en dan luid en schel zonder eenige reden. «Hoe gaat t met Je man, Bep?" «Merci, goed." Pauze. Dus dè&r kwam die onweersstemming van daan. «Hoe lang zyn jullie nu eigenlijk getrouwd?" Verwonderd opkijken. „Anderhalf Jaar," Toen lachte ze. „O zoo. Je denktdat we ruzie hebben! Nee, lieve kind. Ik ben alleen nerveus. Een beetje. Nee, vrééselijk nerveus." Ze toch van t goeie ras, die kleine Bep; se duldt niet, dat haar huwelyksstrubbelingen bulten haar eigen vier muren komen. En het Is dan ook niet héér schuld, dat ik gedurende t verder verloop van ons babbeluurtje conclu sies trok. „Je leert toch wel veel nieuws in je huwe lijk." Ze glimlacht melancholiek levens wijs. „Gré dat is haar zuster Gré had dat ook nooit kunnen droomen, zoomin als wy, dat het leeljjke spreekwoord ook voor ons van toepassing zou worden: de liefde gaat door de maag!" „Hoezoo, heeft Gré moeilijkheden met haar man?" „Gehad. Niet over 't eten. Maar afgetrokken knoopen doen t óók." „Ik begrijp niet ..Nee dat is het juist. Wij begrijpen zoo- lets nu eenmaal niet, wij vróuwen, dat je liefde dAómaar kunt afmeten, of de wasch wel behoorlijk nagezien is. Maar mannen doen zooiets. Je zou t niet voor mogelijk houden!" Ze liep opgewonden heen en weer. „Je schijnt een sterk ontwikkeld solidariteits gevoel te hebben." „Heb ik ook. We zhn uilen, stuk voor stuk, om aan de groote liefde te gelooven. Als je wist hoé Gré van haar man houdt. Ik weet t. Er om zoo'n stammen knoop...." „Was dit de eerste keer?" „Neen, dat is 't juist. Altijd weer hetzelfde. Dan komt de bleeker weer niet op tijd wat kan Gré daaraan doen? dan weer heeft 't meisje bij 't stoppen een heel klein gaatje over t hoofd gezien wat kan Gré daaraan doen? Dan moet zijne majesteit weer eens tien volle minuten wachten, eer t eten op tafel staat allemaal dingen die toch waar achtig geen gewicht in de schaal leggen! Fu tiliteiten Bagatellen „Vertel me eens - Gré's man heeft het meestal nogal erg druk, is 't niet?" Bep dacht na. „Ja. Ja, 'k geloof t weL" „Heb je wel eens gehoord van de boosaar digheid der levenlooze voorwerpen?" „Ja, natuurlijk. Je bedoelt, dat altijd net precies dét weg is, wat Je op t oogenblik heb ben moet. of ais je erge haast hebt of zoo „Ja, zoo bedoelde ik 't. En vooral de men- schen die *t druk hebben en de nerveuzen lij den ze lijden werkelijk erg onder zulke kuren van 't lot. Gré's man is, meen ik, ner veus en sterk-geoccupeerd." (Dat sloeg welis waar niet op Gré's, maar op Beppies man; maar ze sprak niet tegen „Stel Je eens voor, dat jij niet Je flinke Corrie had, maar een of ander hitje, dat je alles, maar ook alles apart zeggen moest. En dan naderhand nog vragen: Is 't wel gedaan? En haar iedere kleinigheid driemaal op 't hart drukken. Wat zou Je doen?" i „Uit m'n vel springen en ze de deur uit zetten." „Maar dat kun Je toch niet doen met Je eigen vrouw?" „Nu word Je even boosaardig als de „leven-' looze voorwerpen"!" „Nee. Maar wat Je van 't plichtbesef van je dienstmeisje verlangt, zou een man dat niet van de liefde van zijn vrouw niet alleen verlangen, maar verwachten? Is dét niet prac- tisch-toegepaste liefde, juist die alledaagsche ergernisjes den geliefden echtgenoot te bespa ren?" „Je bedoelt dus, dat Gré dat Gré den afgerukten knoop eens Wat te zeggen van de avondtoiletten van de zen winter? Wanneer we aan het begin van het seizoen in de rij der toeschouwers van een modeshow zitten, vindén we eigenlijk alles, wat ons door de modefeeën wordt opgediend, mooi en bezienswaardig. Mannequins zün eigenlijk 'n soort boven- aardsche wezens, die met denzelfden, bekoorlij- uit een anderen hoek moet bekijken. Dat ze glimlach de meest bizarre costumes dragen, bi) 't nazien van de wasch niet denkt: .Jak kes, daar ontbreekt alweer een knoop," maar: „wat naar, als Hans misschien juist dét hemd neemt, als hij haast heeft! Die arme Hans; Naarmate het seizoen vordert en wij al die gedurfde toiletten door gewone stervelingen zien dragen, begint ons enthousiasme te bekoelen. Hoe vol bewondering waren we kon ik hem groote onaangenaamheden ook eers* voor de moderne avondjaponnen, die maar zoo gemakkelijk uit den weg ruimen als een slanëenhuid de etherische taille van deze kleine „boosaardigheden"! Want ze de mannequin omspanden en vanaf de heupen houdt toch van hem!" i solvend en waaierend naar beneden vielen en de „Ja, erg veel. - Maar 't is werkelijk te dol, i daarbiJ Passende korte raantel met die gewel dige bontranden en hals en zoom. Het snoezige hoe je voor die onmogelijke mannen partij trekt!" MACHTELD. /.U tl V I' I r /i kopje van de mannequin keek schalksch boven den kraag uit en de lange beenen stapten coquet onder al die plooiende dunne volants. Dit was de mode in theorie. Nu wij dezen win ter de praktijk hebben willen aanvaarden, moe ten wij erkennen, dat het toch niet alles goud is, wat er blinkt. Deze modellen zijn alleen maar goed voor menschen met feillooze figu ren, dan ja, dan zijn zij prachtig, want elke lijn van het figuur komt dan tot z'n recht. Maar o wee, als er ergens een foutje schuilt en wie van ons gewone stervelingen is vlekkeloos? Wij zagen dezen winter kleine vrouwen met sleep japonnen en laag-uitgesneden rug, waarbij we den Indruk kregen, dat alles naar beneden zakte. We zagen dikke dames met half-lange avondmantels, waarbij de breede bontrand juist den grootsten omvang omspande. In één woord, we zagen menschen en toiletten, waar van we niet konden begrijpen, waarom ze elkaar genomen hadden. We willen met dit alles maar zeggen, dat we o zoo voorzichtig moeten zijn in de keuze van een costume en dat we op grond van onze ondervinding van dezen winter wel kunnen voorspellen, dat de korte avond mantels zeker weer gauw zullen vervangen worden door de lange en dat die heel gladde tailles en overdadige rokken ook hun hoogte punt al wel gehad hebben. POLA. Beuoodlgd: Voor rok en bijpassende blouse Meux plèces) 2 M. stof van 130 c.M. breed, en 120 cM. voering. Bovenstaanden rok maakt ge van kamgaren, «erge, of een andere stevige stof, terwijl ge er ook uitstekend een oude japon, waarvan h3t boven stuk versleten is, voor kunt benutten. Een jum per of een blouse er op van andere, er bi) kleu rende stof kan ook aardig staan. Voor den rok hebt ge 2 banen noodig, welke 54 c.M. lang en 90 c.M. breed zijn. De naden stikt men op een breedte van l'A c.M., terwijl men op de hand onderaan een zoom Inmaakt van 6 cM. breedte. Nu perst men eerst de naden en den zoom goed uit, waarna ge met de plooien kunt beginnen. Hiervoor ligt ge de beide naden op elkaar, zoo dat de rok dubbel ligt. Vervolgens meet ge boven- en onderaan het aantal c.M. af, dat op de re kening staat aangegeven; eveneens worden de punten met kleermakers krijt verbonden, waarna f« de lijnen doorlust, zoodat ge ook de verdeeling op de andere helft krijgt. (Doorlusaen doet men ttet een dubbelen draad rijggaren. terwijl men op de stof lussen laat liggen. Later trekt men deze naar binnen toe, waar ze doorgeknipt wor den.) Dan kunt ge de plooien Inrijgen. Het gearceerde gedeelte geeft aan, welk deel weg- geplooid wordt. Nu knipt men het lijfje van voering. In 't midden van den schouder stikt ge een naadje van één c.M. breedte, dat ge tot op een lengte van 15 c.M. op niets uit 'aat loopen. De schouder en zijnaden verbindt ge met een platten naad, waarna de hals en de belde armsgaten met een schuine bies worden afgewerkt. Nu kan men den rok aan het lijfje zetten. Is het rokje boven aan wat te wijd, dan rimpelt ga dit In, zoodat de rok achteraan een weinig ruim aan het lijfje zit. De rafe!s neemt men naar den verkeerden kant, terwijl men deze met een recht blesje, da' op het Hjfje wordt platgestikt, afwerkt. Maakt men alleen het rokje, dan is het voordeeliger een stofbreedte van 90 cM. te nemen, bij een lengte van 110 c.M. DINY.l Toen ln oude tijden de naald was uitgevonden teneinde met naald en draad de verschillende onderdeelen der kleedingstukken aan elkaar te bevestigen, moet al heel spoedig de uitvinding van den vingerüaed gevolgd zijn. Van de kleeding ln de oudheid is het een en ander nog wel overgebleven, dat er op wijst, dat er by het naaien gebruik werd gemaakt van een voorwerpje, dat de huid van vinger en hand beschermde tegen den druk van de naald. De Egyptische mummies ln verschillende musea toonen aan, welk een hooge trap de naai - industrie in de klassieke oudheid moest bereikt hebben. Nu wordt /wel eens beweerd, dat de vinger hoed in Nedèrland is uitgevonden, maar dat Is niet juist. Wel is waar, dat Nederland in vroe ger eeuwen, toen de Nederlandsche zilvemU- verheid een der bloeiendste industrieën hier te lande was, een groote en ruime industrie heefi. bezeten in het artikel „vingerhoeden". Toen de Noord-Nederlandsche Zilversmederij in haar bloeitUdperk leefde, werden er zilveren en gouden vingerhoeden gemaakt. Dat was in de 17e, 18e en in de eerste helft der 19de eeuw Heel veel modellen werden er niet in vervaar digd, alleen maar een eenvoudige gebruiksvin- gerhoed, nu en dan versierd, maar hoofdzake- lijk ging het om den vorm, die het meest ge schikt was voor het doel. Als ge eens neuzen gaat by de oude erfstukken van grootmoeder of overgrootmoeder, misschien opgeborgen in een of ander oud kistje of laad je, dan zult ge wis en zeker er nog wel zoo'n mooien ouderwet- schen vingerhoed by vinden, naast pinkring en lodderijndoosje. Den vingerhoed, honderd tegen een vindt ge dien doorgenaald, d.w.z. met de kleine gaatjes in den dop, die door het veel vuldig gebruik ingeprikt zijn tot op den binnen wand. En by het zien van die vingerhoeden ziet ge het grootmoedertje meteen weer voor u, ge bogen over haar naaiwerk, het gezicht omlijst door het witte of zwarte mutsje. Soms werden in grootmoeders tyd die gaatjes gerepareerd door ze te vullen met wat soldeer, doch daar de vingerhoedindustrie een binnen- landsche nyverheid was, konden de doorge- naaide vingerhoeden steeds weer by den zilver smid geruild worden tegen een nieuwen, waar voor dan alleen maar het „fatsoen" behoefde te worden betaald. Dat was wel Iets duurder, maar zoo mogelijk deed men dat liever. Tegen woordig is dat allemaal veranderd. De vingerhoed is niet meer zoo spoedig door- genaaid, omdat de naaimachine het vele hand stikwerk heeft uitgeschakeld, de fabrieken het maken der onderkleeren overnamen en over het algemeen het naaien het lot van zooveel ander handwerk onderging, n.L: dat het daalde in de algemeene achting. Men zocht 't op andere wegen. De studie kwam er voor in de plaats. En de vaderlandsche industrie van den vinger hoed ging verloren. Het werd een importhandel van vreemden bodem. Het zware zilver werd vervangen door zilver van lager gehalte, dat harder was en dus beter bestand tegen den druk van de naald. De vingerhoeden werden daardoor ook veel goedkooper en doorgaans ging de oude vingerhoed by andere dingen, die zoo nu en dan te zamen als „oud-zilver" ver kocht werden. Waardoor in de tweede helft van de 19de eeuw de vingerhoed niet meer in ons land werd gemaakt en importartikel werd? Eenerzyds wyl het slaan van de vingerhoeden met hamer en aambeeld uit een plaat zilver een handwerk was, dat door den Nederlandschen werkman werd uitgevoerd. De productiekosten werden te hoog, buitenlandsche fabrieken kwamen, die enkel en alleen vingerhoeden vervaardigden en die in de gelegenheid waren de productiekosten tot een minimum terug te voeren en aldus het artikel voor een spotprijs op de markt te bren gen. Aldus is de markt voor de Nederlandsche vingerhoeden verloopen, zoowel in eigen land als in wat eens een groot export was. Wel worden heden ten dage de oude geslagen of geforceerde modellen nog nagemaakt op de machine. Vooral Duitschland brengt tegenwoordig ln ons land en over de geheele wereld een groot aantal vingerhoeden, op verschillende manieren gedecoreerd, meestentijds bestaande uit ee» laag zilvergehalte, met een rand, die verguld is, en versierd met oxyde, niëlla of email. Ook in Engeland worden veel vingerhoeden gemaakt, wyi daar een zeer goed geoutlleerde industrie op het gebied van dat artikel leeft Er is echter geen export naar Nederland, wyi men er alleen in het hooge zilvergehalte werkt en er boven dien uitsluitend zware, degeiyk bruikbare mo dellen vervaardigd worden. Eigenaardig, dat naar alle andere landen der wereld wel Engelsch export Is, omdat men daar het hooge zilverge halte en den soliden Engelsohen vingerhoed zeer weet te waardeeren. Wanneer onze grootmoe ders nog eens terug konden keeren, zouden zy raar opkyken, dat haar oude, degeiyke mooie Nederlandsche vingerhoeden niet meer in den handel zyn. Onze zilver- en goudsmeden maken tegenwoordig nog wel enkele zilveren en gouden vingerhoeden, doch het materiaal is te kostbaar voor massafabrieage en de maakloonen zyn veel te hoog daarvoor. M. H. van at onze modellen, du genummerd zijn boven 4000, zijn ver krijgbaar aan Jtiet Patronenkanioor"Postbus No. I. Haarlem. Onberispelijke coupeDameskleeding in de maten 88, 96, 104 bovenwijdte, a f 0.55. Kin der kleeding. alleen voor den in de be schrijving genoemden leeftijd a f 0.35. Bij elk patroon handlei ding voor het knippen en naaun, benevens een verkleinde patroon- «At* Franco toezending, direct na ontvangst van bestelling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels ingeslotenmaarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom het lichaam, recht onder de armen door. gewoon gladzonder extra toegift. Hulsvrouwtje krijgt onverwachts gasten, zoo wel voor de lunch als voor 't middagmaal. Er moet Iets extra's gegeven worden en toch mag zy zelve als gastvrouw niet gedurende langen tyd ln de keuken bezig zyn en haar gasten zonder haar tegenwoordigheid laten. Dus iets bedenken dat gauw klaar ls. Voor de lunch worden een paar schoteltjes gemaakt, n.L ansjovisbroodjes en kaassandwiches. Voor de ansjovisbroodjes worden 8 10 ansjovissen een uurtje in koud water met een weinig melk geweekt, dan in frisch water nage spoeld en de schubben verwijderd; de vischjes vervolgens in twee helften verdeeld, door in iedere hand een punt van den staart te nemen en den visch in tweeën te trekken; dan de graat en ingewanden verwy deren en nogmaals de visch naspoelen. Onderwyi heeft men 2 3 eieren goed hard gekookt, in plakjes gesneden en 't geel daaruit genomen. Dezen dooier heel fyn wrijven en daardoorheen roeren 30 gram boter tot het een stevig smeersel ls. 8 10 sneetjes brood zonder korst worden geroosterd en dit besmeerd met het botermengsel. Op ieder sneetje legt men 2 opgerolde ansjovis-helften, daarop een schyfje eiwit en in 't holletje wor den een paar kappertjes gestrooid. De broodjes worden dan netjes op een schaal gerangschikt en rondom een paar takjes peterselie gelegd. Voor de kaassandwiches worden 8 10 sneet jes oudbakken brood van de korstjes ontdaan# worden voor de helft belegd met een plakje oude zoete kaas, dat er precies op past en op de andere helft wordt een passend plakje hant gelegd. De sneetjes met de kaas worden met de kaas naar beneden op de ham gelegd en stevig aangedrukt. In een koekenpan laat men wat boter lichtbruin worden en de sandwiches daar» in aan beide kanten goudbruin bakken. By het omkeeren moet er opgepast worden, dat de beido kanten niet van elkaar schuiven en daarom worden ze met mes en vork tegengehouden. Ala ze gereed zyn, legt men ze op een verwarmden schotel, met rondom een takje peterselie of een blaadje sla. Huisvrouw kan deze kaassandwiches ook aan middagmaal geven né de soep, in plaats van schelpen of croquetjes. Illusie neemt ze als dessert. Deze bestaan uit eiwitten, suiker en bessenap. 3 4 eiwitten wor den met een tumbler en Y, pond witte suiker heel styf geklopt tot er een luchtige, rose, schui mige massa ontstaan is. Deze wordt uitgeschept op vlaschoteltjes of in kleine, ronde glazen en voorgediend met vanillewafels. Daarbij een schaal mooie roode appelen en sinaasappelen, desnoods wat bana nen erby en wat noten en de hulsvrouw ka» tevreden zyn met wat zy haar onverwachte gas ten voorzette. BYLVIA. Naar aanleiding van een vraag eener abonnée. willen we ditmaal nog eens Iets zeggen over bo vengenoemd onderwerp. Wy zeiden in ons vorig stukje, o.a. „de mensch kan kalk in het voedsel niet missen" en nu werd ons gevraagd, welke voeding in aanmerking komt als „kalkhoudend". Onze dagelyksche voedingsmiddelen zyn over 't algemeen in meerdere of mindere mate kalk houdend, zoodat men in normale omstandig heden daarmede zou kunnen volstaan. Doch 't eene lichaam is zwakker dan 't andere en heeft dan meer kalktoevoer noodig; vooral kinderen ter versterking» van het beenderenstelsel, by het krijgen van tanden, enz., behoeven extra kalk. Is er nu by voortduring te weinig kalk ln onze dagelyksche voeding, dan wordt er kalk aan het organisme onttrokken, te weten aan de beenderen op de eerste plaats en daardoor ontstaat by kinderen zoo dikwyis Rachitis Verder wordt er kalk onttrokken aan de weeke deelen van den mensch by te weinig kalktoe voer van buiten af. Het spreekt vanzelf dat er dan voor grooter percentage kalkgebruik naast hetgeen we ln ons gewone voedsel binnen kry- gen gezorgd moet worden. Wat doen we dan? We nemen eenvoudig dagelyks een paar maal een weinig phosphorzure kalk in een weinig water of melk en drinken dit. Deze k„Ur jg bi) apotheker of drogist verkrijgbaar. Of we nemen calcium-tabletten, dit is kalk in compacten vorm. Winterhanden en wintervoeten o.a. zyn een gevolg van te weinig kalk ln het lichaam. Ge regeld kalkgebruik zal deze lastige kwaal doen verdwynen. Toekomstige jonge moeders wordt ook zeer dikwyis kalkgebruik aanbevolen, terwijl over 't algemeen voor vrouwen en meisjes kalk gebruik van veel nut zal zyn. Heeft men veel last van neusbloedingen, of by 't trekken van tanden of kiezen last van zware bloedingen# extra kalkgebruik wordt door de medici aan bevolen en voorgeschreven. Het is een bewezen feit, dat de meerdere pf mindere rijkdom aan kalk van de aarde van grooten invloed is op de lichamehjke ontwik keling. Niet alleen try menschen doch ook ten opzichte van koeien en paarden. We doen dus zeer verstandig in verschillende omstandigheden op eigen houtje wat extra kalk tot ons te ne men. En durft men dat niet aan, twyfelt men# dan vrage men even aan z'n huisarts hoe ta handelen. Dikwyis wordt dokters raad en hulp ingeroepen als véél had kunnen voorkomen worden door eerder hem te raadplegen. S. H. Een met harde kleuren op linnen gewerkte zak voor schuier en kam en desgewenscht tevens voor kleerborstel, welke we ophangen in de bad kamer of mede op reis kunnen nemen. We hebben een stuk grof linnen noodig van 70 c.M. lang en 37 c.M. breed. Vouw een stuk van 25 c.M. om en stik het vast. Werk nu rondom met den festonsteek met een harde kleur wol. Dezelfde kleur wol gebrülken we om dé enveloppe in tweeën te deelen. We maken dan een dubbelen festonsteek, rug aan rug. We werken dezen door en door, zoodat we twee ruimten krijgen (fig- 2), welke aan den achterkant vastzitten. Dit kunnen we echter ook bereiken door de middenhjn met de festonste ken met een onzichtbaar steekje aan den ach terwand vast te naaien Fig. 3 geeft ons het patroon van het te be werken figuur op den voorkant. Aan den bovenkant worden twee kleinere cir kelfiguurtjes opgewerkt, welke door figuur 4 als voorbeeld gegeven worden. We gebruiken, om mooie cirkeltjes te krijgen, een theekopje of iets anders ronds, en trekken dit met een potlood om. Door harde kleuren te kiezen voor de wol. kunnen we iets aardigs bereiken. Hetzelfde figuur kunnen we nemen om op een toilettafelkleed te borduren. Voor een toilettafelkleed kiezen we maïskleu- rig linnen. Het figuur geeft een voorbeeld van den rand. Korenblauw, zwart, hardgeel en hardgroen zyn te zamen aardige kleuren om te gebruiken. ""ininmim AJJ IJ I Uil""

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10