HET OEHEiHI lil ALLE «HEID
FEUILLETON
m<nm
si wi W>, jPf
'm wm IS H
HAVERMOUT H-O
SCHAAKRUBRIEK.
B Ém m 1
m wm
au m
DAMRUBRIEK.
pi
HANDELSBERICHTEN
pi
DE PARIA.
MAANDAG 3 FEBRUARI 1930
PAGINA
mp wm i
fel
■Mm
lééf
«Wil! III
wA i§g
I, mém..
ÜP ''WM
Hf
am mm
mm
HET SCHEEPVAARTVERKEER IN
DEN NIEUWEN WATERWEG.
is een volmaakte gezondheid. U kunt door
een doelmatige voeding groolen invloed
op Uw gezondheidstoestand hebben.
is voedzaam en lekker van 9maak. Ook als
toespijs aanbevolen.
Redacteur: P. A. KOETSHEID.
Beukelsweg 51b, Rotterdam.
Verzoeke alle mededeellngen aan bovenstaand
adres te richten.
PROBLEEM No, 4267.
P. BLOKKER, Grave.
Eerste plaatsing.
Mat ln twee zetten.
Niettegenstaande de collectie van ruim 600
problemen is dit slechts een selectie uit Shink-
man's werk daar diens volledig oeuvre meer dan
3000 problemen omvat
De aardigheid .n een boek, dat uitsluitend het
werk van een componist omvat, is zeer zeker
uit de daarin verzamelde problemen de richtsnoe
ren af te leiden, waardoor de componist zioh bij
het samenstellen zijner problemen deed leiden,
maar de lezer,-die deze uit Shinkman's problemen
zou willen afleiden zou zeer zeker bedrogen uit
komen. Immers deze componist is meer zoeker
da n schepper, gewoonlijk volgt hij de door ande
ren ingevoerde stellingen met enkele voorbeelden
kunnen wij dit gemakkkelijk aantoonen.
PROBLEEM No. 1.
W. A. SHINKMAN.
2e Prijs B. C. M. 1897.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4268.
H. W. van SOEST, te Erica,
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
Oplossingen over drie weken. Deze worden
bi] ons ingewacht tot Dinsdag IS Februari.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4258. 1. Pe4c5 enz.
No. 4259 1. Pg7—e3 dreiging; 2. Dc6c7t
enz. 1. Lc5, Pc5; 2. Pf6, g2—13: enz,
Nevenoplosbaar door 1. gf3 dreigt; 2. <34 j en
2. f4+. 1. Lgü:. 2. Pg7h5 enz.
No. 4260. 1. Dh2—b2 dreiging:; 2. Db2b3:
enz. L Keó:, deö:; 2. Pe2f, Db3:j- enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
J. D. de Jong, Heemstede alle; H. v. Gaaien,
Rotterdam alle; W. Renders, Oudenbosch alle;
H. W. v. Soest, Erica alle; P. Welting, Neer
loon alle; J. Marcelis, Rotterdam no. 4258 en
4259; W. H. Haring, Kethel no. 4258- H. C.
Jansen, Homeelersdijk idem; P. J. de Jong,
Snec-k idem; H, Smeets, Roermond idem; Jos.
Willekens en*Jos. Claassens, Tilburg idem; H.
Ver heggen, Roermond idem; B. Schneider,
Delden no. 4259.
CORRESPONDENTIE.
J. O. te V. Hartelijk dank voor uw bij
drage.
W. P. N. te den H. Met w. L. op h3 kan de
«waite D -niet veel kwaad meer doen. Deze
opgave houdt te weinig in om voor publicatie ln
aanmerking te komen. Uw andere problemen
hebben we nog niet gekeurd.
J. E. te E In no. 4258 gaat de pion naar
bS niet LSI
IL S. te R. In no. 4259 volgt op 1. d4f, Ke4+
en op 1. g3. f2 dreigt 2. fl (pf).
J. v. D. te R. In no. 4258 volgt op 1. Le3f
Ke4: in 4259 op 1. Pe6, fe6:.
BOEKBESPREKING.
A. C. White's Christmas Series. The golden
Argosy.
Ieder jaar omstreeks Kerstmis verrast ons de
bekende Amerikaansche probleem-maecenas met
eeo of meer boekwerken, die hij met kwistige
hand ronddeelt, waardoor hij zeer veel tot ont
wikkeling van het »~-haakprobleem heeft bijge
dragen en welke boekwerken meermalen van de
grootste beteekeiiis geweest zijn voor de vor
ming van nieuwe richtingen in de probleem-
compositie.
Meermalen behandelde een dergelijk boekwerk
de probleemscheppingen van oen enkelen Com
ponist en in „The golden Argosy" is zulks ook
het geval, daar Ut boekwerk 600 problemen te-
vat van den tekenden componist W. A, Shink-
man.
Het boekwoMc wordt ingeleid door een voor
woord van White en een inleiding van Otto
Wurzburg, vriend van Shlnkman en in stijl zeer
nauw aam hem verwant.
Oplossing: 1. Da4, f3; 2. c4f, 1. 04- 2. Da5f.
fg5:; 2. Dd7f, 1. e2; 2. Da8f,'l f5;
2. Dd7f, 1 Lb5; 2. Db5:f Een probleem,
dat zich in niets onderscheidt van de bekende
producten der Boneemsclie school. Weliswaar be
zit hebniet die technische perfectde, die de produc
ten van een Havel, Moravec etn andere eerste
rangs Bohemers thans hebben, maar men ge
lieve ook het oog te houden op den datum der
pubUcatle; 1897 toen ook de ontwikkeling der
Boheemsche problemen nog niet op de thans
bereikte hoogte was.
Dergelijke Boheemsche problemen zijn bi]
Shinkman geen uitzondering, doch bi] aanmer
kelijke hoeveelheden te vinden. In het onder
staand zeer aantrekkelijk probleem imiteerde de
componist op meesterlijke wijze Loyd.
PROBLEEM No. 2.
W. A. SHINKMAN.
CV, Detroit Free Press 1882).
Mat in d r 1 e zetten.
1. Khl, Ta6; 2. De2, Ta4; 2. De4 enz. steeds
worden beide torens aangevallen.
Een gebied waarop Shinkman zich ook met
teekend zien optreden is wel dat der zwarte en
witte pkmbevofdering. De problemen, die dit
gebied der probieemcompositie behandelen be
hoor en tot het meest belangwekkendste dat deze
componist ons toont, waarbij zijn meesterlijke
techniek uitstekende resultaten heeft behaald.
Een enkel voorbeeld moge hier dienen
PROBLEEM No. 8.
W. A. SHINKMAN.
(Duetsches Wochenschach 1912).
Mat in vier zetten.
voorliefde beweegt is wel de echo, hier valt
vóoral zijn groote virtuositeit te bewonderen,
alle soorten neemt hij onder handen, soms is
het de Loyd'sche bifurcation, dan weer vinden
we het verdubtelen van geheele wendingen met
een ec. rein slot, zooals bv. bi) Pauly herhaal
delijk Is aan te treffen, terwijl daarnaast weer
een zuiver Boheemsche echo is te vinden. Als
we deze problemen zoo verschillend van opzet
en stijl met elkaar vergelijken kunnen wij een
gevoel van groote bewondering voor de mees
terlijke, haast onvergelijke techniek die iets van
een toovemaar heeft, niet bedwingen. Wij zouden
er gaarne vele voorbeelden van aanhalen, doch
moeten ons tot een beperken.
PROBLEEM No. 4.
W. A. SHINKMAN.
Checkmate 1901.
Mat ln drie zetten.
PROBLEEM No. 263.
J. NOOME, Purmeremd.
Zwart.
w^//.
■//'et'.
Y/7/}///.
'//?z7/y
Wit.
Zwart: 1, 3, 8/10, 14, 16, 19, 20, dam op 47.
Wit: 12, 17, 21/2, 27, 29, 31/2, 39, 40, 43/4 en 48,
PROBLEEM No. 264.
W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep.
Zwart.
In twoezutten ls Shinkman's belangrijkste werk
wel de compositie van tempo-problemen in alle
variatie's als matverandering, matvermeerderlng,
dreig-tempo's enz. Wij moeten ons weder tot een
enkel voorbeeld beperken waar' verschillende zeer
fraaie problemen te geven waren.
PROBLEEM No. 5.
W. A. SHINKMAN.
Mat In twee zetten.
pm gjjg emmx ym
wit
Zwart; 2, 7. 9/10, 14, 17/20, 22/6 en
WH: 26/7, 30/5, 40, 43/4, 47 en 49.
PROBLEEM No.
Zwart.
265.
Wt) sporen onze oplossers eens aan hunne
krachten aan de laatste twee problemen eens te
beproeven.
Of wij het boek kunnen aanbevelen? Zonder
twijfel!
I. O.
1. bS T! Wij zullen de verdere afwikkeling
aan den lezer overlaten om hem het genoegen
niet te bederven en van de vraag: waarom T?
Een gebied waarop Shinkman zich ook met
No. 102 (2 Februari 1930).
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur dezer courant.
PROBLEEM Tfo. 263.
M. MOK, Amsterdam
Zwart.
...e/
V,AZ.
W//7Z&
Wit
Zwart: 2. 6, 10, 11, 21, 27, 31, 32, 38, dam op 15.
Wit: 8, 12/3, 18/9, 30, 34, 39/41, 43 en 49.
Partii gespeeld op 10 December 1929 in den
wedstrijd tusschen het Rotterdamsch Dam Ge
nootschap en de damclub „Het Westen". Bord 1.
Wit J. P. Huibers (R.D.G.), zwart K. F. de
Haan Jr. (Het Westen)
1. SI—-26
Een opening, welke alleen mag worden ge
speeld door ervaren spelers. Met 17—21 heeft
zwart nu gelegenheid een siagzet uit te voeren,
terwijl schijf 26 buiten spel staat.
20—24
2. 3631 1520
3. 4136 1015
4. 46—41 gio
5. 31—27 17—21
Deze afruil lijkt ons minder sterk. Nu raakt
wit zijn werklooze schijf op 26 kwijt.
6. 26 17
7.
36 27
33—29
9. 39 28
10. 28 19
Een gevecht
om het
11 31
6—11
24 33
19—23
14 23
centrum te bezetten,
waarbij zwart momenteel in het voordeel komt.
Wit
Zwart: 5, 7,10. 14/5, 17/8. 20, 22/3,
Wit: 30/1, 33/5, 38/9, 43, 48/9.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
IS.
19.
20.
21.
i—33
43—38
49—43
44—39
50—44
34—30
27—21
32 21
21—16
37—32
16 7
10—14
11—17
7—11
17—21
11—17
21—26
16 27
1—7
14—19
7—11
2 11
Stand:
Zwart: 3/4, 8/9, 11/3, 15, 17/20, 23 en 26.
Wit: 30, 32/3, 35, 38/45, 47/8
22. 4137 11—16
23. 4741 9—14
24. 41—36 17—21
25. 3025 4—9
26. 4034 2328
Zwart krijgt nu voordeel, omdat hij de hek
stelling gaat innemen. Alleen moet hij zorgen
dat wit niet veld 28 gaat bezetten, waarmede
hij dan eer in het nadeel dan voordeel zou
komen.
27. 33 22 13 27
28. 39—33 13—18
Fout. 1217 was aangewezen, daarna 1722.
29. 4440 g13
Op 12—17, wit 37—31, zwart 26 30 en wit
25 3.
30. 3323 2024
31. 34—30
Wit kon hier met 28—22 een schijf winnen.
Deze wins* kan hem niet meer ontgaan, wes
halve hij nu afwacht, wat zwart zal spelen.
24—29
29 40
14—20
18; 40
15—20
9-14
20—24
31.
32.
33.
34.
35.
37.
38.
39.
Op 13-
40—34
45 34
25 23
3o 44
30—25
43—39
39—33
44—39
19 Wit
28—22, 37—31
12—18
en 83 4. Op
33 31 met
1419 (ook 1319) wit 28—23 en
winst van een stuk.
40. 28—22
Hot Juiste ©ogenblik om een stuk te ver
overen.
4018—23
'41. 22 31 2329
Stand zwart: 9. 13/4, 16. 21, 24, 26 en 29.
Wit: 25, 31/3, 36/9, 42 en 48.
42. 48—43 13—19
43. 31—27 9_13
44. 2722 29—34
45. 33 30 24 35
46» 33——29
Belet hiermede 3540 door 2924 en 25 45.
Met 14—20 kan zwart wel do damUjn bereiken
maar in een verloren stand.
46. 21—27
47. 22 31 13_lg
48. 4339 1823
Zwart speelt een verloren sipel. Op 1923 wit
39—34.
49. 29 18 3540
50. IS12 4045
51. 12— 7 ij21
52. 7— 1
Zwart geeft op. De 28ste zet van zwart heeft
hem het verlies bezorgd. Wit heeft van dezen
zwakken zet een uitstekend gebruik gemaakt
om de partij in zijn voordeel te beslissen.
EENVOUDIGE VRAAGSTUKJES.
No. 1; Zwart 3, 9. 10, 11, 14, 19 en 20.
Wit: 21, 25, 23, 35, 38, 45 en 47.
Als zwart 1116 speelt, hoe kan wit alsdan
winnen?
No. 2: Zwart 7, 8, 14, 18, 19, 20, 22 en 36.
Wit: 30, 32, 34, 35, 38, 40, 41 en 47.
Als zwart 20—24 speelt, hoe wint wit?
No. 3: Zwart 8, 9. 17, 19, 24, 28, dam op 50.
Wit; 16, 30, 34, 35, 39, 40 en 42.
Wit speelt en wint.
No. 4: Zwart 11, 12, 13, 14, 22, 23 en 24.
Wit: 21, 31, 33, 35 en 47.
Als zwart 11—16 of 17 speelt, verliest hij, hoe?
No. 6: Zwart 7, 8. 16, 19, 23 en 40.
Wit; 22, 27, 33, 43, 47 en 49.
Mag zwart 23—28 spelen?
Oplossingen volgende week.
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 254 (BLIJDENSTEIN)
Zwart: 8, 12/4, 17/9, 24, 25, 35.
Wit: 21, 27/8, 37/40, 44, 50.
Wit 39—33, 44—39, 37—31, 27—22, 28—23,
33 42 en 38 7.
Probleem No. 255 (J. BOELENS).
Zwart: 4, 9, 12/4, 22, 25, 27 32, dam op 49.
Wit; 20, 23, 31, 35, 40, 42, 44 en 50.
Wit 35—30, 42—37, 37 10 (zw. 4 24) en 31 4.
Probleem No. 256 (7. BOELENS).
Zwart: 6. 8, 16, 22, 28, 32, 35, dammen
10 en 49.
Wit; 21, 24, 29, 30, 37, 89, 41 en 48.
Wit 30—25, 4843, 39—33, 37 17, 17—1*1
29—23 (zw 46 30) en 25 3.
Probleem No. 257 (J. BOELENS.)'
Zwart: 4, 8, 10, 1'5, 17, 18, 20. 21, 22, 25,
35, dam op 45.
Wit; 19, 24, 29/34, 37, 42/3 en 49.
Wit 32—27, 42—37, 49—14, 43—38, 44—Ml
33—28, 29 40. 34 3 (zw. 45 14) 3 48 en 48
Goede oplossingen ontvangen van: W. J.
d. Voort, Nieuw-Vennep; H. H. W. Borghard*»
Joh. odewüks, D. R., J. v. d. S., C. v. <L Bi
allen Rotterdam. W. Schreuder, den Haag.
GRAANMARKT TE ROTTERDAM.
Buitenlandsche granen.
ROTTERDAM, 1 Februari 1939»
(Weekbericht van de makelaars Broedelet
Bosman.) De verbetering waarover wfl vorig®
week schreven, heeft slechts kort geduurd. D®
afgeloopen week bracht dagelijks een verslecht®'
ring. Behalve dat de prtjsafbrokkeling een on aan"
gename stemming veroorzaakte, is ook de moei"
lijk, afwikkeling der contracten ten gevolge va#
de zwakke finaneieele positie een der redenen
en lang niet de minste, die den algemeenen toe
stand beïnvloeden.
Mais werd dezer dagen tot de laagste prijzen
die sinds jaren voorgekomen zijn verhandeld.
Donau-mais kwaliteit verre van prima en onbe"
waarbaar. La Platamais daarentegen schitterend.
De berichten omtrent den nieuwen oogst luide®
onveranderd gunstig. Haver, rogge en gerst
treden beslist als concurrenten van mals op
door de buitengewoon lage prijzen.
Gedurende de afgeloopen week zfln volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen-
geloopan 295 schenen, waarvan 1 zeilschip en
3 zeelichters, met Inbegrip van 18 bunkerboo
ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam
237, Hoek van Holland 7, Poortershaven 2,
Maassluis 0, VJaardingen 19, Vondelingenolaat
10, Pernis 0. Schiedam 9, andere Nederlandsche
havens 7 en Duitschland A
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1929 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 275 schepen, waar
van 0 zeilschepen en 1 zeelichter, bunkerboo
ten hierbij niet Inbegrepen.
Sedert 1 Januari Zijn aangekomen:
Schepen Netto reg»
tons
1342 2.277498
1180 1.962.439
N. WATERWEG 1930
1929*)
Verschil
4
162
314.696
Zonder bunkerbooten
ROTTERDAM 3930
1929
1098
1033
1.910.110
1.742.607
Verschil
65
167.503
VLAARDINGEN 1930
1029
79
41
168.417
97.096
Verschil
38
71.321
SCHIEDAM 1930
1929
31
36
76.642
87.243
Verschil
5
10.601
PERNIS 1930
1929
7
7
11080
15.012
Verschil
0
3.932
DUITSCHLAND 1930
1929
35
20,
15.426
8.309
Verschil
15
POORTERSHAVEN 1930
HOEK VAN HOLLAND 1930
VONDELINGEN PLAAT 1930
Andere Ned. havens 1930
7
85
47
18
9.644
54.205
62.257
6.503
zijn opgestoomd 3 schepen
ns welke cijfers zijn inbo-
Naar Rot terdam
HHHRHHH
grepen in de statlstlok voor de haven van Rottor-
terdam.
Reel. 18845DMVS 4
door CHARLES GARVICE.
("Vertaling van L, V.)
6)
Zij huiverde en sloot de oogen, maar zij kon
ze niet gesloten houden, het was haar, alsof ze
gedwongen werd te kijken naar de plaats, waar
ze met zulk een snelheid heengevoerd werd,
dat de quipeldoornstruiken langs haar heen
schenen te vliegen. Ze probeerde te hidden,
maar de woorden bestierven haai*-op de lippen,
en plotseling wierp ze met een wild, wanhopig
gebaar haar hoofd in den nek, vastbesloten,
als een echte Engelsche vrouw moedig den dood
in te gaan.
Juist op dat oogenblik, toen ze alle hoop had
opgegeven, zag ze een gedaante vanachter een
der lage, geélbloeiende struiken te voorschijn
springen en hoorde ze een waarschuwend ge
roep.
Ze trachtte om hulp te schreeuwen, maar kon
geen geiuid over haar lippen krijgen.
Een seconde bleef de man, die als uit den
grond verrezen was, naar haar staan kijken,
toen zette hij het op een loopen en rende wat
hij rennen kon, niet naar haar, maar naar den
grintkuil.
Eva voelde even haar hoop herleven; toen
echter zonk haar de moed weer ln de schoenen,
daar ze wel begreep, dat hl] onmogelijk nog op
tijd oen rand van den afgrond kon bereiken.
Zij zou zich maar het liefst in den wagenbak
hebben laten neergiijden en haar oogen hebben
gesloten; dan zou het haar gemakkelijker ge
vallen zijn, den dood in te gaan, maar ze kon
zich niet verroeren of haar oogen afwenden van
den man, die daar voortholde, om te trachten
haar te redden. Nog nooit had ze Iemand zoo
«ien loopen..
Zelfs op dat oogenblik, terwijl toch haar eigen
leven op het spel stond, voelde ze medelijden
met hem; het zou zoo'n geweldige teleurstel
ling voor hem zijn, wanneer hij te laat zou
koinen en zijn doel niet zou kunnen bereiken.
Ze greep zich vast aan den rand van den
wagenbak en stiet een doordringenden kreet uit,
toen ze de strook grint zag, die de plaats aan
gaf, waar de rand van den afgrond zich be
vond. Een minuut nog, en alles zou voorbij
zijn. Ze liet de teugels los en sloeg haar han
den voor haar oogen.
Toen ze bijna den rand van den kuil bereikt
hadden, bemerkte Prince het gevaar en trachtte
zijn vaart ln te houden, maar de snelheid was
te groot; badend in het zweet, wierp hij .den met
schuim bedekten kop in den nek en stiet een
Hartverscheurend gehinnik uit. Half bewuste
loos gleed Eva van de bank in den wagenbak.
De man, die intusschen al dichter en dichter
genaderd was, spande zijn laatste krachten in
en greep naar het bit.
Hij miste echter, maar Prince, die hem nog
Diet eerder scheen bemerkt te hebben, schrok
ervan en maakte plotseling een zwenking; en
toen het paard nog slechts op enkele meters
afstand van den kuil verwijderd was, sprong
de man nogmaals op hem toe, greep met belde
handen het bit beet en slaagde er op die manier
in, het dier .tot staan te brengen.
De inspanning was zoo groot geweest, dat hij
zelf op zijn knieën viel maar hij liet het bit
niet los, sprong weer overeind en trok het
paard weg van de gevaarlijke plaats.
Zoo stonden ze elkaar enkele oogenbllkken aan
tê kijken, de man en het paard, drijvend van
het zweet en bevend over al hun ledematen.
Eva begreep, dat zij gered was, en deed haar
uiterste test zich flink te houden. Ze wist niet
goed meer, wat er gebeurde en hoorde nog vaag
een stem zeggen:
Wees maar niet bang. Hij is nu wel weer
kalm. Heeft U zich niet bezeerd?
De stem kwam haar bekend voor; zij stond
op en keek over den wagenbakrand; het was
haar ln het begin, alsof er een nevel voor haar
engen was gekomen, maar toen de nevel lang
zamerhand wegtrok zag ze, dat de man, die
haar het leven gered had, de zwerver was, met
wlen ze 's morgens gesprokén had.
Zij snakte naar adem, trachtte haar kalmte
te herkrijgen. De man hield het paard met
zijn eene hand vast hoewel Prince weer vol
komen kalm scheen trok met zijn andere
zijn das los en veegde ermee door zijn gezicht
en hals.
Dat scheelde daar niet veel. Wat kan dat
dier loopen. Toen voegde hij er, zoodra hij
bemerkte, dat zij weer wat tot zichzelf geko
men was, op rustlgen, bijna gebiedenden toon
aan toe: Stap maar liever uit; U zult zich
veiliger voelen, als U op don beganen grond
staat.
Eva gehoorzaamde. Het duizelde haar en het
was haar, alsof de grond onder haar voeten
cp en neer deinde en onder haar weggleed;
snel greep ze zich vast aan de dogcar.
De man deed, alsof hij het niet zag, en keek
een anderen kant uit; een beleefdheid en fijn
gevoeligheid, die men van een landlooper niet
verwacht zou hebben. Eindelijk kreeg Eva weer
de beschikking over haar spraakvormogen,
maar ze was nog zoo onder den indruk van
hetgeen hij voor haar gedaan had, en zoo ver
vuld met Innige dankbaarheid, dat haar stem
trilde en zij slechts met moeite enkele woorden
kon uitbrengen.
O wat moet ik zeggen? zei ze op een zoo
klagenden, zieligen toon, dat het bloed den man
naar het hoofd vloog en hij haar vreemdver
legen aanzag. HoeHoe hoe dapper en
flink van je, hijgde zij. Jejé hadt wel in den
afgrond kunnen storten. zij huiverde en
wendde haar oogen af van den grintkuil
je stond op het uiterste randje. Ikik weet
niet, hoe lk Je bedanken moet: maar, 0, Ik ben
je zoo dankbaar, zoo dankbaar.
Haar oogen schoten vol tranen. Hij zag haar
ontroering én scheen zich alles behalve op
zijn gemak te gevoelen. Voor het eerst scheon
hij zijn kalmte te verliezen.
Spreek daar maar niet overdenk <tr
maar niet aan. U heeft zich moedig gedragen,
was volkomen kalm en ik bewonder Uw moed
en vastberadenheid... alleen op het laatste
oogenblik begon U te versagen. Maar nu is alles
weer goed, en... kom, kom, flink zijn, er is
niets gebeurd.
Zij zag naar hem op en trachtte te glim
lachen: hij sprak tegen haar als tegen een
kind, dat heel erg geschrokken is.
Je kunt er wel eens om lachen, zei ze door
haar tranen heen, maar ik weet wel beter.,.
Je hebt me het leven gered. Jeje moet met
me meegaan naar huis... naar mijn vader.
Waarvoor? zei hij op kalmen toon.
Zij zag hem verwonderd aan.
Hij zal je beter kunnen bedanken, dan ik.
ïk ik ben nog zoo vreeselijk zenuwachtig
Dat behoeft U toch niet te zijn, zei hij.
Het zal wel zakken, nu het gevaar voorbij is.
In normale omstandigheden, wanneer ze niet
zoo overstuur was geweest, zou het Eva terstond
opgevallen zijn, dat de man met haar sprak als
met een gelijke. Nu echter bemerkte ze niets,
behalve .dat de toon van zijn stem en zijn
Ueele maaier van doen haar erbij hielpen, haar
l-almte séeller te herkrijgen.
Waar woont U7 vroeg hij, terwijl Eva
hem bleef aankijken.
Hij stelde die vraag op ©enigszins ruweren
toon. als herinnerde hij zich plotseling het
standsverschil tusschen haar en hemzelf.
Op White Cot... ginds, waar de hei be
gint, zei ze, naar hpt huis wijzend.
Hij zag dat haar hand nog beefde.
Dat huis daar achter die dennen? O ja, dat
ken ik. Als U zich wat beter voelt, zou U mis
schien beter naar huis kunnen wandelen. Ik
zal het paard dan wel lelden.
O. neen .neen dank U, Zei ze; ik zou
het wel willen doen, maar lk ben bang, dat
vader zal schrikken.
Hij knikte.
Dat is ook zoo, daar had lk niet aan ge
dacht. Welnu, stapt U dan maar in, dan zal ik
O naar de poort rijden. U kunt het ook zelf
doen als U wilt, want het paard is nu weer
kalm genoeg.
Prince stond te grazen langs den weg, alsof
er niets bizonders gebéurd was.
Hij zal vandaag niet meer op hol gaan.
Als een Exmoor eens flink gedraafd heeft, kun
je alles met hem doen, wat je tnaar wilt. Hoe
kwam het, dat hij op bol sloeg? O, ik zie bet
al; de teugels zijn losgegaan. De Verleiding zou
zelfs voor een ploegknol te groot zijn geweest,
laat staan voor een raspaard. 'Ik zou dengene,
die hem getuigd heeft, wel eens even onder vier
oogen willen spreken.
Voor het eerst begonnen zijn oogen te schitte
ren en kwam er een uitdrukking van toorn op
zijn gezicht.
Hij had haar den tijd willen geven, om zich
te herstellen. Toen maakte hij de teugels weer
vast aan het bit, bracht hst paard midden
cp den weg en reikte haar de hand, om haar
te helpen instappen.
Terwijl zij Instapte, sloot zijn hand zich mot
krachtigen beUgenden greep om de hare;
het was haar, f zij haar moed weer voelde
herleven, alsot er iets van zijn vastberaden
heid en kracht ln baar overstroomde.
Hij nam naast baar plaats en de dogcar zotte
zich in beweging. Hoewel Prince nog onmogelijk
geheel uitgerust kon zijn van den dollen rit,
moest de man hem telkens door een flinken
ruk aan de teugels tot kalmte manen.
Langzaam, vrindjeHet is een mooi
dier. Als ik U was, zou ik hem niet kwijt wil
len zijn. Ik geloof niet, dat het op hol slaan
hem in het bloed zit, en hij zou het ook van
daag niet gedaan hebben, als de teugels goed
vastgezeten hadden. Maar ik zou U wel aan
raden voortaan iemand mee te nemen. Als lk
er iets over te zeggen had, zou ik nooit een
dame uit rijden laten gaan, zonder goed geleide.
Geen enkel woord ontging Eva, én het viel
haar op, dat hij uitstekend reed. Was hij mis
schien een stalknecht of een gewezen koetsier?
Je bent, geloof ik, gewend om met paarden
om te gaan, niet? zei ze.
HU knikte.
Ja, lk heb mijn hegle leven met paarden
omgegaan; ik ben een echte paardenliefhebber.
ZU keek naar hem op.
Misschien, zei ze aarzelend, misschien zou
lk je wel aan een betrekking kunnen helpen.
HU zag haar verrast aan; toen echter, als
schoot het hem weer te binnen, in welke ver
houding hU tot haar .stond, tikte liU aan zU'n
pet.
Dank U, miss; zeer verplicht; maar, siet
U, ik heb geen getuigschriften. En bovendien,
ia ben aan het zwerversleven zoo gewend, dat
ik toch niet geschikt zou zUn voor een vaste
betrekking.
Dat is jammer, antwoordde «U- Maar...
maar lk geloof toch wel, dat er meer in Je zit
dat je misschien zelf denkt. Anders zou je
je leven niet gewaagd hebben voor iemand, die
je vreemd was, iemand, die Je niet kende, zooals
je zooeven gedaan hebt.
Haar woorden schenen, een vreemde uitwer
king op hem te hebben. Hij bloosde; toen echter
werd hij weer bleek en beet glch op zUn lip,
terwUl hij recht voor zich uit hleef staren, als
iemand, wlen men een zwaren slag had toege
bracht.
Dnnk U, zei hU eindelUk op zachten toon.
Misschien heeft U gelU'k, maar bekommer V
maar niet om mU, enen denk maar niet
meer aan wat er vanmorgen gebeurd is; dat is
Liet goed voor Uw zenuwen. Hoewel ik niet
wil zeggen, dat U zenuwachtig van aard bent;,
integendeel, uw houding was moedig genoeg.
Is dat het huls? viel hU zichzelf ln de rede,
toen ze het witte hek bereikten, dat toegang
gaf tot de kleine oprUlaan.
Ja, antwoordde Eva.
Prachtig, dan stap ik hier uit, en blijf
nog wel even wachten om te zien, of alles goed
gaat.
HU trok de teugels aan, sprong op den grond
en wilde het hek openen, om haar door te laten,
toen Eva hem staande hield.
Wacht eens even, zei ze.
HU bleef staan en zag haar vragend aan.
Het bloed steeg haar naar het hoofd en op
zenuwachtigen, bUna verlegen toon zei ze:
Ikik kan je zoo njet laten gaan. Ik
wilde Je nog zoo graag bedanken. Je doet,
alsof er niets gebeurd ls; en... en... ik kan
ik mag je zoo niet laten gaanIk zou j®
graag watwat willen geven
ZU aarzelde en weer bloosde ze En toch was
bet slechts een arme zwerver, dien zU voor
zich had. Het geld, dat hU haar had laten zien,
was misschien zijn heele bezit, en zU kon het
niet over zich verkrijgen, hem, nadat hU haar
bet leven gered had, te laten gaan, zonder hem
als een bewUs van haar dankbaarheid iets aan
te bieden.
ZU tastte in haar zak, zag hem toen met een
uitroep van teleurstelling verschrikt aan.
Ik hebik heb mUn beursje niet bU me, zei ze.
HU toonde Zich ln het geheel niet veront
waardigd, maar glimlachte slechts.
Als je even wilt wachten, zei ze, binnen
enkele minuten ben ik terug
Is het uw bedoeling, mij geld te geven, zei
bij, omdat ik U het leven gered heb, zooals U
het belieft te doen voorkomen? Goed, als U
vindt, dat U Uw leven van mij moet koopen.
mU best. Laat eens zien hoeveel zou het waard
zijn? (Wordt vervolgd),