HET OEHEiHI lil ALLE «HEID FEUILLETON m<nm si wi W>, jPf 'm wm IS H HAVERMOUT H-O SCHAAKRUBRIEK. B Ém m 1 m wm au m DAMRUBRIEK. pi HANDELSBERICHTEN pi DE PARIA. MAANDAG 3 FEBRUARI 1930 PAGINA mp wm i fel ■Mm lééf «Wil! III wA i§g I, mém.. ÜP ''WM Hf am mm mm HET SCHEEPVAARTVERKEER IN DEN NIEUWEN WATERWEG. is een volmaakte gezondheid. U kunt door een doelmatige voeding groolen invloed op Uw gezondheidstoestand hebben. is voedzaam en lekker van 9maak. Ook als toespijs aanbevolen. Redacteur: P. A. KOETSHEID. Beukelsweg 51b, Rotterdam. Verzoeke alle mededeellngen aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No, 4267. P. BLOKKER, Grave. Eerste plaatsing. Mat ln twee zetten. Niettegenstaande de collectie van ruim 600 problemen is dit slechts een selectie uit Shink- man's werk daar diens volledig oeuvre meer dan 3000 problemen omvat De aardigheid .n een boek, dat uitsluitend het werk van een componist omvat, is zeer zeker uit de daarin verzamelde problemen de richtsnoe ren af te leiden, waardoor de componist zioh bij het samenstellen zijner problemen deed leiden, maar de lezer,-die deze uit Shinkman's problemen zou willen afleiden zou zeer zeker bedrogen uit komen. Immers deze componist is meer zoeker da n schepper, gewoonlijk volgt hij de door ande ren ingevoerde stellingen met enkele voorbeelden kunnen wij dit gemakkkelijk aantoonen. PROBLEEM No. 1. W. A. SHINKMAN. 2e Prijs B. C. M. 1897. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4268. H. W. van SOEST, te Erica, Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. Oplossingen over drie weken. Deze worden bi] ons ingewacht tot Dinsdag IS Februari. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4258. 1. Pe4c5 enz. No. 4259 1. Pg7—e3 dreiging; 2. Dc6c7t enz. 1. Lc5, Pc5; 2. Pf6, g2—13: enz, Nevenoplosbaar door 1. gf3 dreigt; 2. <34 j en 2. f4+. 1. Lgü:. 2. Pg7h5 enz. No. 4260. 1. Dh2—b2 dreiging:; 2. Db2b3: enz. L Keó:, deö:; 2. Pe2f, Db3:j- enz. GOEDE OPLOSSINGEN. J. D. de Jong, Heemstede alle; H. v. Gaaien, Rotterdam alle; W. Renders, Oudenbosch alle; H. W. v. Soest, Erica alle; P. Welting, Neer loon alle; J. Marcelis, Rotterdam no. 4258 en 4259; W. H. Haring, Kethel no. 4258- H. C. Jansen, Homeelersdijk idem; P. J. de Jong, Snec-k idem; H, Smeets, Roermond idem; Jos. Willekens en*Jos. Claassens, Tilburg idem; H. Ver heggen, Roermond idem; B. Schneider, Delden no. 4259. CORRESPONDENTIE. J. O. te V. Hartelijk dank voor uw bij drage. W. P. N. te den H. Met w. L. op h3 kan de «waite D -niet veel kwaad meer doen. Deze opgave houdt te weinig in om voor publicatie ln aanmerking te komen. Uw andere problemen hebben we nog niet gekeurd. J. E. te E In no. 4258 gaat de pion naar bS niet LSI IL S. te R. In no. 4259 volgt op 1. d4f, Ke4+ en op 1. g3. f2 dreigt 2. fl (pf). J. v. D. te R. In no. 4258 volgt op 1. Le3f Ke4: in 4259 op 1. Pe6, fe6:. BOEKBESPREKING. A. C. White's Christmas Series. The golden Argosy. Ieder jaar omstreeks Kerstmis verrast ons de bekende Amerikaansche probleem-maecenas met eeo of meer boekwerken, die hij met kwistige hand ronddeelt, waardoor hij zeer veel tot ont wikkeling van het »~-haakprobleem heeft bijge dragen en welke boekwerken meermalen van de grootste beteekeiiis geweest zijn voor de vor ming van nieuwe richtingen in de probleem- compositie. Meermalen behandelde een dergelijk boekwerk de probleemscheppingen van oen enkelen Com ponist en in „The golden Argosy" is zulks ook het geval, daar Ut boekwerk 600 problemen te- vat van den tekenden componist W. A, Shink- man. Het boekwoMc wordt ingeleid door een voor woord van White en een inleiding van Otto Wurzburg, vriend van Shlnkman en in stijl zeer nauw aam hem verwant. Oplossing: 1. Da4, f3; 2. c4f, 1. 04- 2. Da5f. fg5:; 2. Dd7f, 1. e2; 2. Da8f,'l f5; 2. Dd7f, 1 Lb5; 2. Db5:f Een probleem, dat zich in niets onderscheidt van de bekende producten der Boneemsclie school. Weliswaar be zit hebniet die technische perfectde, die de produc ten van een Havel, Moravec etn andere eerste rangs Bohemers thans hebben, maar men ge lieve ook het oog te houden op den datum der pubUcatle; 1897 toen ook de ontwikkeling der Boheemsche problemen nog niet op de thans bereikte hoogte was. Dergelijke Boheemsche problemen zijn bi] Shinkman geen uitzondering, doch bi] aanmer kelijke hoeveelheden te vinden. In het onder staand zeer aantrekkelijk probleem imiteerde de componist op meesterlijke wijze Loyd. PROBLEEM No. 2. W. A. SHINKMAN. CV, Detroit Free Press 1882). Mat in d r 1 e zetten. 1. Khl, Ta6; 2. De2, Ta4; 2. De4 enz. steeds worden beide torens aangevallen. Een gebied waarop Shinkman zich ook met teekend zien optreden is wel dat der zwarte en witte pkmbevofdering. De problemen, die dit gebied der probieemcompositie behandelen be hoor en tot het meest belangwekkendste dat deze componist ons toont, waarbij zijn meesterlijke techniek uitstekende resultaten heeft behaald. Een enkel voorbeeld moge hier dienen PROBLEEM No. 8. W. A. SHINKMAN. (Duetsches Wochenschach 1912). Mat in vier zetten. voorliefde beweegt is wel de echo, hier valt vóoral zijn groote virtuositeit te bewonderen, alle soorten neemt hij onder handen, soms is het de Loyd'sche bifurcation, dan weer vinden we het verdubtelen van geheele wendingen met een ec. rein slot, zooals bv. bi) Pauly herhaal delijk Is aan te treffen, terwijl daarnaast weer een zuiver Boheemsche echo is te vinden. Als we deze problemen zoo verschillend van opzet en stijl met elkaar vergelijken kunnen wij een gevoel van groote bewondering voor de mees terlijke, haast onvergelijke techniek die iets van een toovemaar heeft, niet bedwingen. Wij zouden er gaarne vele voorbeelden van aanhalen, doch moeten ons tot een beperken. PROBLEEM No. 4. W. A. SHINKMAN. Checkmate 1901. Mat ln drie zetten. PROBLEEM No. 263. J. NOOME, Purmeremd. Zwart. w^//. ■//'et'. Y/7/}///. '//?z7/y Wit. Zwart: 1, 3, 8/10, 14, 16, 19, 20, dam op 47. Wit: 12, 17, 21/2, 27, 29, 31/2, 39, 40, 43/4 en 48, PROBLEEM No. 264. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart. In twoezutten ls Shinkman's belangrijkste werk wel de compositie van tempo-problemen in alle variatie's als matverandering, matvermeerderlng, dreig-tempo's enz. Wij moeten ons weder tot een enkel voorbeeld beperken waar' verschillende zeer fraaie problemen te geven waren. PROBLEEM No. 5. W. A. SHINKMAN. Mat In twee zetten. pm gjjg emmx ym wit Zwart; 2, 7. 9/10, 14, 17/20, 22/6 en WH: 26/7, 30/5, 40, 43/4, 47 en 49. PROBLEEM No. Zwart. 265. Wt) sporen onze oplossers eens aan hunne krachten aan de laatste twee problemen eens te beproeven. Of wij het boek kunnen aanbevelen? Zonder twijfel! I. O. 1. bS T! Wij zullen de verdere afwikkeling aan den lezer overlaten om hem het genoegen niet te bederven en van de vraag: waarom T? Een gebied waarop Shinkman zich ook met No. 102 (2 Februari 1930). Alle correspondentie te richten aan den dam- redacteur dezer courant. PROBLEEM Tfo. 263. M. MOK, Amsterdam Zwart. ...e/ V,AZ. W//7Z& Wit Zwart: 2. 6, 10, 11, 21, 27, 31, 32, 38, dam op 15. Wit: 8, 12/3, 18/9, 30, 34, 39/41, 43 en 49. Partii gespeeld op 10 December 1929 in den wedstrijd tusschen het Rotterdamsch Dam Ge nootschap en de damclub „Het Westen". Bord 1. Wit J. P. Huibers (R.D.G.), zwart K. F. de Haan Jr. (Het Westen) 1. SI—-26 Een opening, welke alleen mag worden ge speeld door ervaren spelers. Met 17—21 heeft zwart nu gelegenheid een siagzet uit te voeren, terwijl schijf 26 buiten spel staat. 20—24 2. 3631 1520 3. 4136 1015 4. 46—41 gio 5. 31—27 17—21 Deze afruil lijkt ons minder sterk. Nu raakt wit zijn werklooze schijf op 26 kwijt. 6. 26 17 7. 36 27 33—29 9. 39 28 10. 28 19 Een gevecht om het 11 31 6—11 24 33 19—23 14 23 centrum te bezetten, waarbij zwart momenteel in het voordeel komt. Wit Zwart: 5, 7,10. 14/5, 17/8. 20, 22/3, Wit: 30/1, 33/5, 38/9, 43, 48/9. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. IS. 19. 20. 21. i—33 43—38 49—43 44—39 50—44 34—30 27—21 32 21 21—16 37—32 16 7 10—14 11—17 7—11 17—21 11—17 21—26 16 27 1—7 14—19 7—11 2 11 Stand: Zwart: 3/4, 8/9, 11/3, 15, 17/20, 23 en 26. Wit: 30, 32/3, 35, 38/45, 47/8 22. 4137 11—16 23. 4741 9—14 24. 41—36 17—21 25. 3025 4—9 26. 4034 2328 Zwart krijgt nu voordeel, omdat hij de hek stelling gaat innemen. Alleen moet hij zorgen dat wit niet veld 28 gaat bezetten, waarmede hij dan eer in het nadeel dan voordeel zou komen. 27. 33 22 13 27 28. 39—33 13—18 Fout. 1217 was aangewezen, daarna 1722. 29. 4440 g13 Op 12—17, wit 37—31, zwart 26 30 en wit 25 3. 30. 3323 2024 31. 34—30 Wit kon hier met 28—22 een schijf winnen. Deze wins* kan hem niet meer ontgaan, wes halve hij nu afwacht, wat zwart zal spelen. 24—29 29 40 14—20 18; 40 15—20 9-14 20—24 31. 32. 33. 34. 35. 37. 38. 39. Op 13- 40—34 45 34 25 23 3o 44 30—25 43—39 39—33 44—39 19 Wit 28—22, 37—31 12—18 en 83 4. Op 33 31 met 1419 (ook 1319) wit 28—23 en winst van een stuk. 40. 28—22 Hot Juiste ©ogenblik om een stuk te ver overen. 4018—23 '41. 22 31 2329 Stand zwart: 9. 13/4, 16. 21, 24, 26 en 29. Wit: 25, 31/3, 36/9, 42 en 48. 42. 48—43 13—19 43. 31—27 9_13 44. 2722 29—34 45. 33 30 24 35 46» 33——29 Belet hiermede 3540 door 2924 en 25 45. Met 14—20 kan zwart wel do damUjn bereiken maar in een verloren stand. 46. 21—27 47. 22 31 13_lg 48. 4339 1823 Zwart speelt een verloren sipel. Op 1923 wit 39—34. 49. 29 18 3540 50. IS12 4045 51. 12— 7 ij21 52. 7— 1 Zwart geeft op. De 28ste zet van zwart heeft hem het verlies bezorgd. Wit heeft van dezen zwakken zet een uitstekend gebruik gemaakt om de partij in zijn voordeel te beslissen. EENVOUDIGE VRAAGSTUKJES. No. 1; Zwart 3, 9. 10, 11, 14, 19 en 20. Wit: 21, 25, 23, 35, 38, 45 en 47. Als zwart 1116 speelt, hoe kan wit alsdan winnen? No. 2: Zwart 7, 8, 14, 18, 19, 20, 22 en 36. Wit: 30, 32, 34, 35, 38, 40, 41 en 47. Als zwart 20—24 speelt, hoe wint wit? No. 3: Zwart 8, 9. 17, 19, 24, 28, dam op 50. Wit; 16, 30, 34, 35, 39, 40 en 42. Wit speelt en wint. No. 4: Zwart 11, 12, 13, 14, 22, 23 en 24. Wit: 21, 31, 33, 35 en 47. Als zwart 11—16 of 17 speelt, verliest hij, hoe? No. 6: Zwart 7, 8. 16, 19, 23 en 40. Wit; 22, 27, 33, 43, 47 en 49. Mag zwart 23—28 spelen? Oplossingen volgende week. OPLOSSINGEN. Probleem No. 254 (BLIJDENSTEIN) Zwart: 8, 12/4, 17/9, 24, 25, 35. Wit: 21, 27/8, 37/40, 44, 50. Wit 39—33, 44—39, 37—31, 27—22, 28—23, 33 42 en 38 7. Probleem No. 255 (J. BOELENS). Zwart: 4, 9, 12/4, 22, 25, 27 32, dam op 49. Wit; 20, 23, 31, 35, 40, 42, 44 en 50. Wit 35—30, 42—37, 37 10 (zw. 4 24) en 31 4. Probleem No. 256 (7. BOELENS). Zwart: 6. 8, 16, 22, 28, 32, 35, dammen 10 en 49. Wit; 21, 24, 29, 30, 37, 89, 41 en 48. Wit 30—25, 4843, 39—33, 37 17, 17—1*1 29—23 (zw 46 30) en 25 3. Probleem No. 257 (J. BOELENS.)' Zwart: 4, 8, 10, 1'5, 17, 18, 20. 21, 22, 25, 35, dam op 45. Wit; 19, 24, 29/34, 37, 42/3 en 49. Wit 32—27, 42—37, 49—14, 43—38, 44—Ml 33—28, 29 40. 34 3 (zw. 45 14) 3 48 en 48 Goede oplossingen ontvangen van: W. J. d. Voort, Nieuw-Vennep; H. H. W. Borghard*» Joh. odewüks, D. R., J. v. d. S., C. v. <L Bi allen Rotterdam. W. Schreuder, den Haag. GRAANMARKT TE ROTTERDAM. Buitenlandsche granen. ROTTERDAM, 1 Februari 1939» (Weekbericht van de makelaars Broedelet Bosman.) De verbetering waarover wfl vorig® week schreven, heeft slechts kort geduurd. D® afgeloopen week bracht dagelijks een verslecht®' ring. Behalve dat de prtjsafbrokkeling een on aan" gename stemming veroorzaakte, is ook de moei" lijk, afwikkeling der contracten ten gevolge va# de zwakke finaneieele positie een der redenen en lang niet de minste, die den algemeenen toe stand beïnvloeden. Mais werd dezer dagen tot de laagste prijzen die sinds jaren voorgekomen zijn verhandeld. Donau-mais kwaliteit verre van prima en onbe" waarbaar. La Platamais daarentegen schitterend. De berichten omtrent den nieuwen oogst luide® onveranderd gunstig. Haver, rogge en gerst treden beslist als concurrenten van mals op door de buitengewoon lage prijzen. Gedurende de afgeloopen week zfln volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen- geloopan 295 schenen, waarvan 1 zeilschip en 3 zeelichters, met Inbegrip van 18 bunkerboo ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 237, Hoek van Holland 7, Poortershaven 2, Maassluis 0, VJaardingen 19, Vondelingenolaat 10, Pernis 0. Schiedam 9, andere Nederlandsche havens 7 en Duitschland A Gedurende hetzelfde tijdvak van 1929 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 275 schepen, waar van 0 zeilschepen en 1 zeelichter, bunkerboo ten hierbij niet Inbegrepen. Sedert 1 Januari Zijn aangekomen: Schepen Netto reg» tons 1342 2.277498 1180 1.962.439 N. WATERWEG 1930 1929*) Verschil 4 162 314.696 Zonder bunkerbooten ROTTERDAM 3930 1929 1098 1033 1.910.110 1.742.607 Verschil 65 167.503 VLAARDINGEN 1930 1029 79 41 168.417 97.096 Verschil 38 71.321 SCHIEDAM 1930 1929 31 36 76.642 87.243 Verschil 5 10.601 PERNIS 1930 1929 7 7 11080 15.012 Verschil 0 3.932 DUITSCHLAND 1930 1929 35 20, 15.426 8.309 Verschil 15 POORTERSHAVEN 1930 HOEK VAN HOLLAND 1930 VONDELINGEN PLAAT 1930 Andere Ned. havens 1930 7 85 47 18 9.644 54.205 62.257 6.503 zijn opgestoomd 3 schepen ns welke cijfers zijn inbo- Naar Rot terdam HHHRHHH grepen in de statlstlok voor de haven van Rottor- terdam. Reel. 18845DMVS 4 door CHARLES GARVICE. ("Vertaling van L, V.) 6) Zij huiverde en sloot de oogen, maar zij kon ze niet gesloten houden, het was haar, alsof ze gedwongen werd te kijken naar de plaats, waar ze met zulk een snelheid heengevoerd werd, dat de quipeldoornstruiken langs haar heen schenen te vliegen. Ze probeerde te hidden, maar de woorden bestierven haai*-op de lippen, en plotseling wierp ze met een wild, wanhopig gebaar haar hoofd in den nek, vastbesloten, als een echte Engelsche vrouw moedig den dood in te gaan. Juist op dat oogenblik, toen ze alle hoop had opgegeven, zag ze een gedaante vanachter een der lage, geélbloeiende struiken te voorschijn springen en hoorde ze een waarschuwend ge roep. Ze trachtte om hulp te schreeuwen, maar kon geen geiuid over haar lippen krijgen. Een seconde bleef de man, die als uit den grond verrezen was, naar haar staan kijken, toen zette hij het op een loopen en rende wat hij rennen kon, niet naar haar, maar naar den grintkuil. Eva voelde even haar hoop herleven; toen echter zonk haar de moed weer ln de schoenen, daar ze wel begreep, dat hl] onmogelijk nog op tijd oen rand van den afgrond kon bereiken. Zij zou zich maar het liefst in den wagenbak hebben laten neergiijden en haar oogen hebben gesloten; dan zou het haar gemakkelijker ge vallen zijn, den dood in te gaan, maar ze kon zich niet verroeren of haar oogen afwenden van den man, die daar voortholde, om te trachten haar te redden. Nog nooit had ze Iemand zoo «ien loopen.. Zelfs op dat oogenblik, terwijl toch haar eigen leven op het spel stond, voelde ze medelijden met hem; het zou zoo'n geweldige teleurstel ling voor hem zijn, wanneer hij te laat zou koinen en zijn doel niet zou kunnen bereiken. Ze greep zich vast aan den rand van den wagenbak en stiet een doordringenden kreet uit, toen ze de strook grint zag, die de plaats aan gaf, waar de rand van den afgrond zich be vond. Een minuut nog, en alles zou voorbij zijn. Ze liet de teugels los en sloeg haar han den voor haar oogen. Toen ze bijna den rand van den kuil bereikt hadden, bemerkte Prince het gevaar en trachtte zijn vaart ln te houden, maar de snelheid was te groot; badend in het zweet, wierp hij .den met schuim bedekten kop in den nek en stiet een Hartverscheurend gehinnik uit. Half bewuste loos gleed Eva van de bank in den wagenbak. De man, die intusschen al dichter en dichter genaderd was, spande zijn laatste krachten in en greep naar het bit. Hij miste echter, maar Prince, die hem nog Diet eerder scheen bemerkt te hebben, schrok ervan en maakte plotseling een zwenking; en toen het paard nog slechts op enkele meters afstand van den kuil verwijderd was, sprong de man nogmaals op hem toe, greep met belde handen het bit beet en slaagde er op die manier in, het dier .tot staan te brengen. De inspanning was zoo groot geweest, dat hij zelf op zijn knieën viel maar hij liet het bit niet los, sprong weer overeind en trok het paard weg van de gevaarlijke plaats. Zoo stonden ze elkaar enkele oogenbllkken aan tê kijken, de man en het paard, drijvend van het zweet en bevend over al hun ledematen. Eva begreep, dat zij gered was, en deed haar uiterste test zich flink te houden. Ze wist niet goed meer, wat er gebeurde en hoorde nog vaag een stem zeggen: Wees maar niet bang. Hij is nu wel weer kalm. Heeft U zich niet bezeerd? De stem kwam haar bekend voor; zij stond op en keek over den wagenbakrand; het was haar ln het begin, alsof er een nevel voor haar engen was gekomen, maar toen de nevel lang zamerhand wegtrok zag ze, dat de man, die haar het leven gered had, de zwerver was, met wlen ze 's morgens gesprokén had. Zij snakte naar adem, trachtte haar kalmte te herkrijgen. De man hield het paard met zijn eene hand vast hoewel Prince weer vol komen kalm scheen trok met zijn andere zijn das los en veegde ermee door zijn gezicht en hals. Dat scheelde daar niet veel. Wat kan dat dier loopen. Toen voegde hij er, zoodra hij bemerkte, dat zij weer wat tot zichzelf geko men was, op rustlgen, bijna gebiedenden toon aan toe: Stap maar liever uit; U zult zich veiliger voelen, als U op don beganen grond staat. Eva gehoorzaamde. Het duizelde haar en het was haar, alsof de grond onder haar voeten cp en neer deinde en onder haar weggleed; snel greep ze zich vast aan de dogcar. De man deed, alsof hij het niet zag, en keek een anderen kant uit; een beleefdheid en fijn gevoeligheid, die men van een landlooper niet verwacht zou hebben. Eindelijk kreeg Eva weer de beschikking over haar spraakvormogen, maar ze was nog zoo onder den indruk van hetgeen hij voor haar gedaan had, en zoo ver vuld met Innige dankbaarheid, dat haar stem trilde en zij slechts met moeite enkele woorden kon uitbrengen. O wat moet ik zeggen? zei ze op een zoo klagenden, zieligen toon, dat het bloed den man naar het hoofd vloog en hij haar vreemdver legen aanzag. HoeHoe hoe dapper en flink van je, hijgde zij. Jejé hadt wel in den afgrond kunnen storten. zij huiverde en wendde haar oogen af van den grintkuil je stond op het uiterste randje. Ikik weet niet, hoe lk Je bedanken moet: maar, 0, Ik ben je zoo dankbaar, zoo dankbaar. Haar oogen schoten vol tranen. Hij zag haar ontroering én scheen zich alles behalve op zijn gemak te gevoelen. Voor het eerst scheon hij zijn kalmte te verliezen. Spreek daar maar niet overdenk <tr maar niet aan. U heeft zich moedig gedragen, was volkomen kalm en ik bewonder Uw moed en vastberadenheid... alleen op het laatste oogenblik begon U te versagen. Maar nu is alles weer goed, en... kom, kom, flink zijn, er is niets gebeurd. Zij zag naar hem op en trachtte te glim lachen: hij sprak tegen haar als tegen een kind, dat heel erg geschrokken is. Je kunt er wel eens om lachen, zei ze door haar tranen heen, maar ik weet wel beter.,. Je hebt me het leven gered. Jeje moet met me meegaan naar huis... naar mijn vader. Waarvoor? zei hij op kalmen toon. Zij zag hem verwonderd aan. Hij zal je beter kunnen bedanken, dan ik. ïk ik ben nog zoo vreeselijk zenuwachtig Dat behoeft U toch niet te zijn, zei hij. Het zal wel zakken, nu het gevaar voorbij is. In normale omstandigheden, wanneer ze niet zoo overstuur was geweest, zou het Eva terstond opgevallen zijn, dat de man met haar sprak als met een gelijke. Nu echter bemerkte ze niets, behalve .dat de toon van zijn stem en zijn Ueele maaier van doen haar erbij hielpen, haar l-almte séeller te herkrijgen. Waar woont U7 vroeg hij, terwijl Eva hem bleef aankijken. Hij stelde die vraag op ©enigszins ruweren toon. als herinnerde hij zich plotseling het standsverschil tusschen haar en hemzelf. Op White Cot... ginds, waar de hei be gint, zei ze, naar hpt huis wijzend. Hij zag dat haar hand nog beefde. Dat huis daar achter die dennen? O ja, dat ken ik. Als U zich wat beter voelt, zou U mis schien beter naar huis kunnen wandelen. Ik zal het paard dan wel lelden. O. neen .neen dank U, Zei ze; ik zou het wel willen doen, maar lk ben bang, dat vader zal schrikken. Hij knikte. Dat is ook zoo, daar had lk niet aan ge dacht. Welnu, stapt U dan maar in, dan zal ik O naar de poort rijden. U kunt het ook zelf doen als U wilt, want het paard is nu weer kalm genoeg. Prince stond te grazen langs den weg, alsof er niets bizonders gebéurd was. Hij zal vandaag niet meer op hol gaan. Als een Exmoor eens flink gedraafd heeft, kun je alles met hem doen, wat je tnaar wilt. Hoe kwam het, dat hij op bol sloeg? O, ik zie bet al; de teugels zijn losgegaan. De Verleiding zou zelfs voor een ploegknol te groot zijn geweest, laat staan voor een raspaard. 'Ik zou dengene, die hem getuigd heeft, wel eens even onder vier oogen willen spreken. Voor het eerst begonnen zijn oogen te schitte ren en kwam er een uitdrukking van toorn op zijn gezicht. Hij had haar den tijd willen geven, om zich te herstellen. Toen maakte hij de teugels weer vast aan het bit, bracht hst paard midden cp den weg en reikte haar de hand, om haar te helpen instappen. Terwijl zij Instapte, sloot zijn hand zich mot krachtigen beUgenden greep om de hare; het was haar, f zij haar moed weer voelde herleven, alsot er iets van zijn vastberaden heid en kracht ln baar overstroomde. Hij nam naast baar plaats en de dogcar zotte zich in beweging. Hoewel Prince nog onmogelijk geheel uitgerust kon zijn van den dollen rit, moest de man hem telkens door een flinken ruk aan de teugels tot kalmte manen. Langzaam, vrindjeHet is een mooi dier. Als ik U was, zou ik hem niet kwijt wil len zijn. Ik geloof niet, dat het op hol slaan hem in het bloed zit, en hij zou het ook van daag niet gedaan hebben, als de teugels goed vastgezeten hadden. Maar ik zou U wel aan raden voortaan iemand mee te nemen. Als lk er iets over te zeggen had, zou ik nooit een dame uit rijden laten gaan, zonder goed geleide. Geen enkel woord ontging Eva, én het viel haar op, dat hij uitstekend reed. Was hij mis schien een stalknecht of een gewezen koetsier? Je bent, geloof ik, gewend om met paarden om te gaan, niet? zei ze. HU knikte. Ja, lk heb mijn hegle leven met paarden omgegaan; ik ben een echte paardenliefhebber. ZU keek naar hem op. Misschien, zei ze aarzelend, misschien zou lk je wel aan een betrekking kunnen helpen. HU zag haar verrast aan; toen echter, als schoot het hem weer te binnen, in welke ver houding hU tot haar .stond, tikte liU aan zU'n pet. Dank U, miss; zeer verplicht; maar, siet U, ik heb geen getuigschriften. En bovendien, ia ben aan het zwerversleven zoo gewend, dat ik toch niet geschikt zou zUn voor een vaste betrekking. Dat is jammer, antwoordde «U- Maar... maar lk geloof toch wel, dat er meer in Je zit dat je misschien zelf denkt. Anders zou je je leven niet gewaagd hebben voor iemand, die je vreemd was, iemand, die Je niet kende, zooals je zooeven gedaan hebt. Haar woorden schenen, een vreemde uitwer king op hem te hebben. Hij bloosde; toen echter werd hij weer bleek en beet glch op zUn lip, terwUl hij recht voor zich uit hleef staren, als iemand, wlen men een zwaren slag had toege bracht. Dnnk U, zei hU eindelUk op zachten toon. Misschien heeft U gelU'k, maar bekommer V maar niet om mU, enen denk maar niet meer aan wat er vanmorgen gebeurd is; dat is Liet goed voor Uw zenuwen. Hoewel ik niet wil zeggen, dat U zenuwachtig van aard bent;, integendeel, uw houding was moedig genoeg. Is dat het huls? viel hU zichzelf ln de rede, toen ze het witte hek bereikten, dat toegang gaf tot de kleine oprUlaan. Ja, antwoordde Eva. Prachtig, dan stap ik hier uit, en blijf nog wel even wachten om te zien, of alles goed gaat. HU trok de teugels aan, sprong op den grond en wilde het hek openen, om haar door te laten, toen Eva hem staande hield. Wacht eens even, zei ze. HU bleef staan en zag haar vragend aan. Het bloed steeg haar naar het hoofd en op zenuwachtigen, bUna verlegen toon zei ze: Ikik kan je zoo njet laten gaan. Ik wilde Je nog zoo graag bedanken. Je doet, alsof er niets gebeurd ls; en... en... ik kan ik mag je zoo niet laten gaanIk zou j® graag watwat willen geven ZU aarzelde en weer bloosde ze En toch was bet slechts een arme zwerver, dien zU voor zich had. Het geld, dat hU haar had laten zien, was misschien zijn heele bezit, en zU kon het niet over zich verkrijgen, hem, nadat hU haar bet leven gered had, te laten gaan, zonder hem als een bewUs van haar dankbaarheid iets aan te bieden. ZU tastte in haar zak, zag hem toen met een uitroep van teleurstelling verschrikt aan. Ik hebik heb mUn beursje niet bU me, zei ze. HU toonde Zich ln het geheel niet veront waardigd, maar glimlachte slechts. Als je even wilt wachten, zei ze, binnen enkele minuten ben ik terug Is het uw bedoeling, mij geld te geven, zei bij, omdat ik U het leven gered heb, zooals U het belieft te doen voorkomen? Goed, als U vindt, dat U Uw leven van mij moet koopen. mU best. Laat eens zien hoeveel zou het waard zijn? (Wordt vervolgd),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 14