WOORDEN EN WERKELIJKHEID Mr. Henderson en de kerkvervolging in Rusland Primo de Rivera en Mussolini De baron von Münchhausen I 1 tïNSDAG 18 FEBRUARI 1930 DERDE BLAD. 1 TWEE ONGELIJKSOORTIGE GROOTHEDEN PAGINA t DE HYPOCRITISCHE VOORWENDSELS DER CONSERVATIEVEN BERLIJN EN ZIJN BIER I Van onzen correspondent.) Home, 5 Februari. De optimistische rede. door Mussolini voor de podesta's gehouden, was een officieele toespraak, die officieele beloften en gevolgtrekkingen inhield en over de hoof den der gemeentelijke magistraten heen tot het buitenland was gericht. Ze bevatte de zoo- veelste rechtvaardiging van het fascisme, een zooveelste opsomming van wat tot stand werd gebracht en wat het fascisme voor het land nog voor goeds zal doen. Mussolini legt telkens weer den nadruk op de millioonen, die aan de openbare werken, ten behoeve van landbouw en industrie worden be steed en deze hardnekkige herhaling doet on willekeurig de vraag rijzen, of vroegere regee ringen dan nooit een centesimo voor dergelijke dingen hebben uitgegeven. Het spreekt vanzelf, dat dit wèl het geval is geweest. Veel van wat nu klaar is, werd vóór het fascisme begonnen. Maar daartegenover staat, dat het tempo tegenwoordig aanzienlijk sneller is en ook de omvang der werken is ge stegen. In hoeverre biervan de oorlog en de nieuwe tijd de oorzaak mogen zijn, valt uiter aard moeilijk uit te maken. Italië houdt ten aanzien van de completeering van wat men zijn huishoudelijke installatie zou kunnen noemen, gelijken tred met andere ge westen rond de Middellandsche Zee, als daar zijn Spanje, Algiers, Tunis en Egypte De in dustrieel© ontwikkeling en de overige verande ringen zijn dus niet locaal en daardoor moeilijk op rekening van het fascisme te schrijven en wat de economische kracktontplooüng en pro paganda betreft, gaf Spanje aan Italië een lesje met zijn formidabele tentoonstellingen van Barcelona en Sevilla, waartegen de in Maart te openen eerste internationale Afri- kaansche tentoonstelling te Tripoli het wel heel ver zal moeten afleggen. Maar Italië heeft daartegenover een oorlo0 achter zich, die het meer schade heeft gedaan dan Spanje tot dusver in Marokko heeft opge- loopen. Om k^rE te zijn, het is niet mogelijk nauwkeu Tig uit maken, in hoeverre het fascisme ge lijk heeft, als het beweert, dat het al het goede in Italië heeft gewrocht. I'itusscheü, een stimulans is het zeker ge weest, doordat het overal jonge, krachtige fi guren in staat heeft gesteld, de leiding op zich te nemen. En dat was ongetwijfeld van groote be<.eekeni3 voor een land, waar een heele gene ratie bij de voortreffelijkheid van het oude zwoer en nóg zweert, in doorsnede aldus vijftig jaar ten achter zijnde bij de rest van Europa. vVat Italië in den laatsten tijd op politiek gebied heeft weten te bereiken wie zou zich ii den tijd, dat het tot de Tangerconferenties niet werd toegelaten, de rol hebben kunnen in denken, welke het thans op de vlootconferentie ipeelt heeft het te danken aan zijn snelle consolidatie, die grootendeels onder het fascis me tot stand werd gebracht. Hoe is intusschen de stemming in het land zal menigeen zich afvragen, in het oog houdend dat dit van groot belang is bij het beoordeelen van den toestand. Welnu, na een afwezigheid van meer dan een jaar hebben we kunnen constateeren, dat Mus solini's populariteit sterk verminderd is. Dat is aan allerlei kleinigheden te merken. Wanneer enkele jaren terug b.v. de Duce in den bioscoop op het doek verscheen, dan ging er een spon taan applaus op, dat spoedig algemeen werd, omdat niemand het geraden vond, in deze neu traal te blijven. Trouwens, hij zou anders wel met geweld gedwongen zijn geworden, van zijn geforceerde sympathie blijk te geven Thans heerscht er hij z'n verschijnen een doodsche stilte, een opvallende kilte en onver schilligheid, die ten zeerste afsteekt bij het ge juich, dat opgaat, wanneer de koning of het jonge kroonprinselijke paar zich op het doek vertoonen. Vooral na de huwelijksfeesten heb ben we dit herhaaldelijk meegemaakt. Er heerscht in breede kringen ontevreden heid. Het leven blijft duur en de loonen worden nog steeds verlaagd, meestal zóó, dat men de ar beiders eenige uren per dag laat doorwerken, zonder hiervoor loon uit te betalen. De belastin gen zijn hoog en de vermindering, die ze onder gingen, zijn van geen belang. Mussolini iron dan ook te constateeren, dat de verlaging van den belastingdruk in het afgeloopen jaar met 550 millioen, in het land weinig voldoening heeft gewekt. Hij schoof dit echter op het feit, dat ondank 'g werelds loon is Het lijkt de vraag, of zijn verzoek aan de ge meenten, om de belasting met 5 tot 10 procent te verlagen, hem minder gelegenheid zal geven, "s werelds loon te incasseeren. Wat Mussolini veler sympathie kost, is zijn aantasting van de rechten der Kerk en zijn stelling nemen tegen den Paus. Van zijn stand punt en dat van het fascisme gezien, kan hij moeilijk anders, maar hij bevindt zich hier op een uiterst gevaarlijk terreiu. Hij kan moeilijk anders, omdat zijn fascisme een toekomst moet hebben. De kinderen van vandaag zijn de mannen, de leiders van morgen. Hij dient dus de jeugd voor zijn regiem te annexeeren, volgens zijn theorie. Van welk belang het bezit der jeugd is, heeft de fascistische pers in deze dagen weer eens willen aantoonen, door te wijzen op Primo de Rivera's val, die veroorzaakt sdoordat deze ten eenenmale nagelaten heeft, de opgroeiende jeugd aan zich te verhinden en b.v. in de stu denten, die in Italië meerendeols fascistisch georganiseerd zijn, gevaarlijke tegenstanders Geschiedenis van het boek VEEL GOEDS, MAAR NOG MEER KWAADS Wie herinnert zich niet uit zijn jeugd hoe nij heeft genoten van de wonderbare reizen en avonturen van Baron von Münchhausen Ver moedelijk zijn er dan ook slechts weinigen die deze fantastische verhalen niet hebben gelezen Minder algemeen bekend is echter de ge schiedenis van het boek zelf. De auteur was een geleerde en wetenschappelijk ontwikkelde Duitscher, Rudolph Erich Raspe genaamd, die in 1794 in Mucross in Zuid-Ierland stierf. Van Raspe kan veel goeds, maar nog meer z=tL vond. Niets achter zich hebben, moest Primo 'twaads verteld worden. Deze merkwaardige wel onderspit delven.man was in 1737 te Hannover geboren en be- urn ae jeugd, die hij doordringen wil van de son ziïn loopbaan in dienst van den Landgraaf fascistische doctrine, welke op belangrijke van Hessen-Cassel als professor in de arekeo- pun en tegen de Katholieke geloofsleer Ingaat, '°sie' inspecteur van het penningkabinet, di- heeft Mussolini de betrekkelijk vreedzame recteur van de Nationale bibliotheek en staats- verhouding, die vroeger tusscben Italië en den raa^- Hij maakte echter misbruik van zijn Heiligen Stoel bestond, in een openlijke vijand- Positie> door de schatten, die hem waren toe schap omgezet. Voorheen kon mon elkander vertrouwd, te beleenen. door middel van tusschenpersonen vinden, ^°?.n z'^.n ^rau<le uitkwam, nam hij de vlucht toans, na het tractaat van Lateranen, is de en. z^n s'snalement, door de politie gegeven, verhouding in bepaalde kwesties ten zeerste I ^u'^d8 _hfm aan als eBn man met rood haar, gespannen, 's Pausen redevoeringen en Musso lini's wegblijven van het Vaticaan (er wordt bier gemompeld, dat de Paus den dictator abso luut niet wil ontvangen) zeggen dienaangaande genoeg. Het is wel vreemd, dat terwijl na de verzoening alle leden van het vorstenhuis bij den Paus hun opwachting hebben gemaakt, Mussolini, de minister-president, die de onder handelingen voerde en het tractaat ondertee- kende, weggebleven is. Ontevredenheid en een gevaarlijk conflict, een even gevaarlijke oppositie der „fuorisciti" (verbannenen) in het buitenland en een lang zaam groeiend verzet in het binnenland, schij nen Mussolini's positie te ondermijnen. Het heengaan van Primo de Rivera heeft hier velen ernstig over de mogelijkheid doen spreken, dat ook de Duce wel eens op deze wijze van het tooneel zou kunnen verdwijnen, doordat de koning n.l. een conflict uitlokt en zóó, dat Mussolini gedwongen zal zijn, z'n ont slag te nemen. Men gelooft, dat de koning, die het leger achter zich heeft en ook het volk volk en leger geven onophoudelijk bewijzen van hun koningsgezindheid hiertoe sterk genoeg zou staan. Men vergeet evenwel, dat de koning de kans niet krijgt, aangezien de Groote Raad van het fascisme sinds de laatste wetswijziging het land absoluut regeert en zelfs het koningshuis onder zich heeft. En bovendien de verhoudingen zijn anders. Primo de Rivera behoefde te Barcelona slechts in den trein te stappen, om in Madrid als dictator te worden begroet. Mussolini heeft echter een revolutie doen uitbreken en aan koning en volk zijn wenschen gedicteerd. Een maal de macht in handen hebbend, wist de Duce zijn invloed met een genialen vêrzienden blik uit te breiden en te verstevigen. gewoonlijk gekleed in een roode jas, met goud draad geborduurd, maar soms ook in zwarte, blauwe of grijze kleeding. Spoedig werd hij in Klausthal gearresteerd maar zag kans 's nachts te vluchten en de w ijk te nemen naar Engeland, waar hij tot het laatst van zijn leven verblijf hield. Niettegenstaande deze zwarte bladzijde in zijn levensboek was Raspe een talentvol man op het gebied van geologie en mineralogie. In 1763 publiceerde hij in Leipzig een werk in het Latijn over het ontstaan van vulcanische eilanden. In 1769 schreef hij een verhandeling in het Latijn over olifantstanden en die van andere dieren in Noord-Amerika en men stond ver baasd tot welke juiste resultaten hij was ge komen. De datum van zijn vlucht naar Engeland is niet met zekerheid bekend, maar ia 1776 pu bliceerde hij een werk in Londen over Duit- sche uitgedoofde vulcanen. Het jaar daarop gaf hij een vertaling uit van Baron Born's Reizen in Temesvar, Transylvanië en Honga rije, een werk van hooge waarde op het ge bied van mineralogie. In 1780 spreekt Walpole van hem als van een „Dutch savant" die naar Engeland geko men is en hij vertelt, dat Raspe het niet al te royaal heeft en een paar maanden later, dat Raspe door zijn kleermaker is gevangen geno men en dat hij, Walpole, hem wat geld gestuurd heeft in de hoop, dat de gevangene zijn vrij heid zal herkrijgen. Later ging het hem heter. In 1789 bracht hij den zomer en den herfst door in Schotland om in de verschillende districten naar mineralen te zoeken en zooals de Scots Magazine van October schrijft, had hij koper, lood, ijzer en mangaan ontdekt. Toen begon hij zijn onder zoekingen in Caithness, in Noord-Schotland. Hij dankte zijn zwarthemden niet af. Integen- Hler woon(le de magneet, die hem naar Schot- deel. Hij zond ze meerendeels naar hun haard steden terug, maar regelde hun organisatie, tot hij het moment gunstig zag, om ze officieel bij het leger in te lijven. Daarin vormen ze nu geheel op zich zelf staande contingenten met eigen officieren, een eigen generalen staf en eigen bewapening. Het leger der „militi", der zwarthemden, is een vrijwilligersleger geble ven, welks officieren en manschappen een be paald aantal dagen per maand dienst doen en dat tevens als grenswacht, treinbewaking, etc. het geheele maatschappelijke leven contro leert. Dit leger houdt in werkelijkheid Italië bezet. Vier honderd duizend geweren", zetten de bla den als kop boven de statistiek, die dezer dogen over de onder de fascistische partij ressortee- rende organisaties is gepubliceerd. Deze orga nisaties tellen bijna tien millioen leden, man nen, vrouwen en kinderen. Het aantal mannelijke fascisten, dus de vol wassen mannen, die de „tessera" hebben en de land had getrokken, in den persoon van sir John Sinclair of Ulbster, een edelman, die heel zijn lange leven steeds bezig was met nut tige uitvindingen en ontwerpen. Bij hem sloeg Raspe voor geruimen tijd zijn verblijf op, in het kasteel bij Pentland Firth. Sir John had enkele jaren tevoren een kleine aar ontdekt van geel, arsenicumhoudend pyriet, 4 mijlen van Thurso. De mijnwerkers, die hij er naar vroeg, vertelden hem, dat het pyriet zelf van geen waarde was, maar een goede aan wijzing vormde voor de aanwezigheid van andere waardevolle metalen in de nabijheid. Sir John vroeg nu aan Raspe den grond te onderzoeken, niet met de bedoeling dezen zelf te exploiteeren, maar dit door anderen te laten doen, indien de resultaten gunstig waren. Het scheen, alsof dit werkelijk het geval zou zijn. Een groote hoeveelheid mineralen werd naar het kasteel gebracht als voorbode van hetgeen zou volgen. Maar de zeepbel sprong en sir John Sinclair moest constateeren, dat de ertsen welke te voorschijn Werden gebracht. eigenlijke partij vormen, bedraagt 1.049.923, het I gehaald waren in Cornwall en vandaar getrans- Van onzen correspondent). Farinacci, een van Mussolini's gevaarlijkste Pinnenlandsche tegenstanders aantal vrouwelijke fascisten slechts 98.997, Avan- guardisten zijn er 365.044, Balilla's 903.324. Men ziet uit deze cijfers, dat de fascistische jeugd organisatie meer dan -een millioen jongens van 8 tot 18 jaar omvat, waarnaast een half millioen meisjes staat (piccole italiane). Dan omvatten de fascistische arbeidersorganisaties (waarvan de meeste leden niet tot de partij bebooren en is georganiseerd) ruim drie millioen leden, een groot aantal tegen wil en dank fascistisch andere organisaties als het spoorweg-, bank-, post- en telegraaf- en overheidspersoneel meer dan een half millioen, de jonge arbeiders (Do- polavoro) 144.226 en de sportorganisaties 625.532. Samen met de organisaties der kunste naars, leeraren, professoren etc. vormen ze de bijna tien millioen, waarop naar beweerd wordt, het fascisme steunt. Maar onder deze cijfers zijn de 400.000 militi gerekend en hierop steunt Mussolini's macht in eerste instantie. Dit leger Is zijn eigen, persoonlijk leger, waarvan hij naar believen gebruik kan maken en zeker zal hij het gebruiken ter bescherming en handhaving van zijn dictatorschap.... Dit cijfer", aldus commentarieerde „II La- voro Fascista", de statistiek, „kan het voor werp zijn eener ernstige meditatie voor de wei nige tobbers in het binnenland en voor de vela vijanden in het buitenland". We gelooven er niet neven te zijn, wanneer we zeggen, dat het blad hierbij vooral de 400.000 militi voor oogen had. Ondanks de algemeene ontevredenheid en stille vijandschap lijkt het niet waarschijnlijk, dat aan de dictatuur van Italië gauw een einde zal komen. Behalve dat ze ook werkelijk nut tig en misschien wel noodig is voor het econo mische welzijn van het land (het is hier inder daad „primo vivere, deinde philosophare") steunt ze tevens op de geheele burgerlijke orga nisatie van het land. Alle belangrijke posten en alle niet belangrijke posten worden door fascis ten bekleed en tusschen de mazen van het fas cistische net kruipt niets door. Indien er voor de dictatuur gevaar mocht dreigen, dan dreigt dit van binnenuit en in de partij, die een mixture is van socialisten, libe ralen, conservatieven, politieke avonturiers en weinig beginselvaste Katholieken. Mussolini heeft zich in de partij door zijn onmeedoogend optreden tegenover het nepo tisme gevaarlijke vijanden gemaakt. De minis ters Fedele en Volpi zette hij aan kant, omdat ze deden, wat in Italië als volkomen natuurlijk wordt beschouwd: het bevoordeelen van familie leden en vrienden. Het nepotisme heeft op het Apennijnsche schiereiland blijkens de geschie denis te allen tijde welig getierd.... Een fanatleken, ofschoon stillen vijand bezit de Duce ongetwijfeld in Farinacci, dien hij onlangs uit den Grooten Raad heeft geworpen. Deze Farinacci, een heftig anti-clericaal, een politieke vlegel tevens, zal Mussolini wellicht nog groote moeilijkheden baren. Oogenschijnlijk is alles nog koe en ei, maar het is zeker, dat Mussolini's medewerkers niet alle zijn als de deze week gestorven, bescheiden en onzelfzuchtige Michele Bianchi, van wien de dictator kon getuigen, dat hij „naakt aan het doel was gekomen". porteerd naar de plaats, waar men ze vond Sir John schijnt er geen werk van te hebben gemaakt zijn eigenaardigen gast in handen der justitie te leveren. Het genot van de conver satie met dezen ontwikkelden oplichter stelde hem voldoende schadeloos, zooals hij zelde, voor het geleden verlies. Van dergelijk hout was gesneden de schrijver van de verhalen van Baron von Münchhausen, die. als hij gewild had, het ver in de wereld had kunnen brengen. Hij stierf echter arm en onbekend. Van al zijn werken, geleerde zoowel als voorspellende, wordt geen enkel ooit meer aangehaald en zijn litteraire roem is alleen blijven voortleven in het werk, dat hij in 1785 schreef „Baron von Münchbausen's Narrative of his marvellous travels and campaigns in Russia". Dit hoek werd door Bürger in het Duitseh vertaald en daardoor langen tijd aan hem toegeschreven. De voornaamste bizonderheden zijn ontleend aan de Mendacia Ridicula van J. P. Lange, De Ware Geschiedenis van Dingen in de Maan ont dekt, van Lucianus, aan Rabelai3 en enkele anderen. De werkelijke Baron von Münchhausen, wien al deze merkwaardige verhalen in den mond werden gegeven, was een tijd lang cavalerie- officier in het Russische leger en stierf in on geveer 1797. Hoewel Raspe's verhalen dus niet oorspron kelijk zijn, moet men toch eerlijkheidshalve toegeven, dat hij de oude gegevens opnieuw heeft weten te verwerken en aan het geheel een locale kleur heeft weten te geven. De verhalen van Baron von Münchhausen hebben ook nog een evenbeeld in Frankrijk in „Monsieur de Crac" dat waarschijnlijk een bewerking van Raspe's bovengenoemd boek is. Voor het eerst komt de naam voor in een comedie van Collin d'Harleville: „Monsieur de Crac dans son petit castel". De Fransman kent dan ook thans nog het woord „eraque" voor een leugen, die bestemd is om iemand erin te laten loopen. W. S. Door de Britsche luchtmacht wordt leder jaar als oefening een dienstvlucht uitgevoerd van Noord- naar Zuid-Afrika en terug. Dit jaar was daartoe aangewezen een eskader van 4 Fairey-Napier bombardementsvliegtuigen. Onder aanvoering van It. Greet, verlieten de vliegtuigen Cairo op 11 Januari en kwamen 1 Februari te Kaapstad aan. Op 4 Februari werd te Kaapstad de terugtocht aanvaard. Op 24 Februari moet het eskader te Cairo terug zijn. Terzelfder tijd wordt door de Zuld-Afrikaansche luchtmacht een dienstvlucht uitgevoerd van Kaapstad naar Cairo en terug. De Afrikanders, waaronder generaal Brink en Sir Van Rijneveld, de man die de eerste vlucht van Cairo naar Kaapstad volbracht, zullen gedeeltelijk met de Engelschen samenvliegen. Zü zullen samen met de Engel schen te Cairo aankomen. Den terugtocht zullen zij aanvaarden op 4 Maart, terwijl zij op 18 Maart te Pretoria worden terugverwacht. Een goed verstaander heeft hier maar een half woord noodig.... Over de andere helft van het woord zullen we het een volgenden keer hebben. Londen, 14 Februari. 1930. Verscheidene bladen juichen over de verkla ringen, gisteren door den minister van buiten- landsche zaken, mr. Henderson, in 't lagerhuis afgelegd In verband met de godsdienstvervol ging, of juister: godsdienstverdelging in Rus land. Mr. Loeker-Lampson, onderstaatssecretaris in het vorige kabinet, had hem, door 't stellen van een vraag, in de gelegenheid gesteld zich na mens de regeering uit te spreken. De wijze, waarop mr. Henderson dit deed, liet niets te wenschen over. Hij constateerde dat de berichten uit Rusland groote bezorgdheid ver wekt hebben in dit en andere landen, en dat de regeering er ernstig aandacht aan schenkt. Het door mr. Lampson opgeworpen denkbeeld om de zaak voor te leggen aan den Volkenbond achtte mr. Henderson niet bevorderlijk aan het beoogde doel, maar, zeide hij „het huis kan ervan verzekerd zijn dat de regeering, wanneer zulks vereenigbaar is met de belangen der be trokkenen, al haar invloed zal aanwenden in het belang van de vrijheid van godsdienst en godsdienst-uitoefening". Op een andere vraag antwoordde de minister dat hij een rapport afwacht van den Britschen ambassadeur te Moskou. Meer kan men op het oogenblik niet van mr. Henderson verlangen. Berichten, zelfs wanneer zij uit de meest geloofwaardige bron afkom stig zijn, kunnen geen departement van buitenlandsche zaken (tenzij het geleid wordt door onbevoegden) aanleiding geven tot offi cieele stappen bij een buitenlandsche regeering. Wendde mr. Henderson zich, op grond van de persberichten omtrent de gebeurtenissen in Rusland, formeel tot de sovjet-regeering, dan zou deze reeds onmiddellijk kunnen antwoor den, dat zij geen reden heeft om in te gaan op t geen Engelsche of andere buitenlandsche bladen berichten. Mr. Henderson zou zich be lachelijk maken en compromitteeren, want hij houdt er te Moskou een gezant op na die hem kan inlichten, en wiens mededeelingen wèl een gegronde aanleiding kunnen zijn tot het doen van officieele stappen. Men kan aanvoeren dat mr. Henderson wat heel lang gewacht heeft met zich officieel te laten inlichten omtrent 't geen in Rusland voor valt. Het Pauselijk schrijven aan den kardinaal vicaris, gevolgd door de protesten van het Anglicaansche episcopaat, schijnt den doorslag gegeven te hebben. De Paus heeft zijn schrijven evenmin uitgevaardigd op grond van kranten berichten, doch op grond van onomstootelijke feiten, aan welke echtheid geen twijfel bestaat. De Britsche regeering, die betrekkingen met Moskou onderhoudt,, had eveneens in 't bezit van officieel feitenmateriaal kunnen zijn. Maar hier staat tegenover, dat wanneer in dit geval de wereldlijke overheid onmiddellijk volgt op de kerkelijke, de juiste volgorde in acht geno men wordt; de Paus, en na Hem de hoofden der Auglicaansc.be Kerk, protesteeren, en die protesten zelf zijn reeds documenten, waarop een actie van de Brlt3Che regeering kan wor den ingezet. Obk behoeven wij niet aan de persoonlijke op rechtheid van mr. Henderson te twijfelen. Hij is een godsdienstig man, die reeds als staats man een wereldnaam had, toen hij nog als lee- keprediker optrad onder de Londensche metho disten. Zelfs wanneer hij op godsdienstig ge bied niet verdraagzaam was, zou hij persoon lijk een strijd, die niet tegen één bepaalde kerk, maar tegen elk g-eloof in het bestaan van God gevoerd wordt, verfoeien. Maar zoo wij dit alles met voldoening con stateeren, wij zullen ons toch niet al te veel moeten voorstellen van de practische actie der Iabour-regeering tegen de barbaarschheden in Rusland. Engeland is misschien het eenige land dat, indien de omstandigheden zeer gunstig zijn, en indien het wil, te Moskou iets zou kun nen uitwerken. Maar het moet willen. En die wil zal slechts dan voldoende versterkt wor den, indien het Engelsche volk een onweer staanbare pressie uitoefent. Drie groote mogendheden zijn te Moskou vertegenwoordigd, n.l. Engeland, Frankrijk en Duitschland. Tot nu hebben wij niets gehoord van eenige kans op inter-, intie van de zijde der heide continentale landen. En toch is het dui delijk dat, wanneer alle politieke overwegin gen kunnen worden uitgeschakeld, alleen een gemeenschappelijk optreden van de Britsche, Fransche en Duitsche ambassadeurs, en van de gezanten der kleinere mogendheden te Mos kou, tot een bevredigend resultaat kan voeren. Het is geen geheim, dat juist in een land als Rusland niet geringe jaloezie bestaat tus schen de ambassadeurs, en dat 't niet 't minst belangrijke deel van hun taak is, te pogen el kaar een beentje te lichten. Deze realiteit die nen wij in het oog te houden. De Fransche en Duitsche ambassadeurs verfoeien de anti-gods dienstige terreur der sovjets waarschijnlijk even hartgrondig als hun Britsche collega, maar zij hebben er toch niets op tegen indien laatstgenoemde, door officieele stappen te doen op 't Kremlin, het grootste deel van zijn in vloed en prestige verspeelt. Dit heeft men ook te Londen in aanmerking te nemen. Het antwoord, dat de officieele ,,Prawda" ge geven heeft op den Pauselijken brief, is, ge heel afgezien van den erger-dan-onbeschaam- den toon, van dien aard, dat men zich geen illusies behoeft te vormen van de ontvangst, welke een Britsche nota te Moskou te beurt zcu vallen. De haat tegen de Britsche labour- niannen, die als verraders gebrandmerkt wor den, is natuurlijk minder groot dan die tegen den Paus, en het feit dat hun actie zou vol gen op een Pauselijk protest, zou de woede der Moskowieten nog doen toenemen. Zij hebben (in de „Prawda") den H. Vader genoemd „den vriend der reactie en den vijand der arbeiders klasse", en in hun hart oordeelen zij over mr. Mac Donald en mr. Henderson niet beter. Zij zouden onmiddellijk de gelegenheid aangrijpen om de roode wereld er op te wijzen, dat de Britsche iabourleiders met bet Vaticaan sa mengaan, wanneer er sprake van is gezamen lijk te strijden voor de reactie en tegen de ar beiders. Die van mr. Henderson is dubbel gecompli ceerd, omdat een deel der pers de Russische barbaarschheden wil aangrijpen om de Brit sche iabour-regeering in een onmogelijke po sitie te brengen. Wij hebben hierover reeds eenige dagen geleden geschreven. Dat de ver ontwaardiging van een blad als de „Morning Post' oprecht is, betwijfelen wij geen oogen blik, maar dat dit blad hoopt dat de gebeur tenissen in Rusland de Britsche Iabour-regee ring (onverschillig of zij al dan niet tót een démarche overgaat) in de grootste moeilijkhe den, misschien zelfs in doodsgevaar zou bren gen, lijdt evenmin eenigen twijfel. En zoolang de conservatieven de vervolgin gen in. Rusland uitbuiten als een politiek bui tenkansje, wordt elke actie der regeering door vitale politieke overwegingen noodzakelijker wijze beperkt. Dit blijkt uit het hoofdartikel dat heden de „Daily Herald", het orgaan der labour-partij, publiceert in verband met mr. Henderson's verklaringen. Dit hoofdartikel is ongetwijfeld doortrokken van een allerergerlijkste hypocrisie, maar dit belet niet dat het gebaseerd is op een in hoofd zaak juiste veronderstelling, n.l. deze: Formeel verlangen de conservatieven een actie ten be hoeve van de Russische Christenen. Wat zij fei telijk willen is een actie tegen de sovjet-regee ring. Dit is onweerlegbaar-juist. Wij hebben reeds meer dan eens erop gewezen hoe buitengewoon lankmoedig men in Engeland do kerkvervolgin gen en priestermoorden in Mexico heeft aan gezien. Wanneer één tiend© deel van hetgeen de laatst© vier weken omtrent het schrikbewind in Rusland geschreven is, op waarheid berust, dan is dit al meer dan voldoende om elke actie, niet alleen ten behoeve van d© Russische Chris tenen, maar ook tegen de monsters, die te Mos kou regeeren, te rechtvaardigen, maar een actie die tenslotte, geen ander gevolg zou hebben dan dat do EngelschRussische betrekkingen op nieuw verbroken werden, zou nutteloos zijn, ook voor d© vervolgd© Christenen. Een vlam mende verontwaardiging, die niets anders dan dat beoogt, is onoprecht. Alleen wanneer een ieder, die een Britsche actie te Moskou ver langt, bereid is Voor zich en voor zijn zoons de eenige nuttige (ofschoon schrikwekkende) con sequentie van een vruchtelooze actie te aau vaarden, kan men gelooven in de oprechtheid van hen, die door de „Daily Herald" van hypo crisie beschuldigd worden. Zelfs in de „Morning Post" hebben wij niet gelezen, dat de conservatieven verder zouden willen gaan dan tot een volmaakt nutteloos af breken der diplomatieke betrekkingen. Er is niet één man die gezegd of geschreven heeft: „Wan neer onze protesten vruchteloos blijven, dsn moeten wij van woorden tot daden overgaan Dan zullen wij, alleen of in bondgenootschap met andere Christennaties, de Russische Chris tenen bevrijden, en met geweld van wapenen do godloochenaars en heiligschenners van Moskou onschadelijk maken Heeft iemand dit gezegd Neen, niemand Zou het parlement zijn toestemming geven tot een oorlog tegen de Russische sovjet Neen, heel zeker nietZou een plebisciet ook maar een ©enigszins belangrijke minderheid opleve ren ten gunste van gewapende tusschenkomst? Neen, zoo goed als zeker niet. Woorden zijn goedkoop, maar daden zijn duur. Woorden, die niet uitgesproken worden met de bedoeling ze, zoo noodig, door daden te be zegelen, zijn goedkoops humbug en van deze soort humbug is de wereld overvol. Van het oogenblik af dat ministers van bui tenlandsche zaken hun politiek naar die hum bug regelden, zou de wereld het onderste boven worden gegooid. Mr. Henderson is voor het oogenblik zoo ver gegaan als hij gaan kon. Sir Austen Chamber lain zou misschien reeds gedreigd hebben de betrekkingen met Rusland af te breken, en de „Morning Post" en de „Daily Telegraph" zouden hem dan gehuldigd hebben als een „Christian Gentleman". Maar hiermede zouden de Rus sische Christenen en het Russische Christen dom niet gebaat geweest zijn. Mr. Henderson kan het niet tot een breuk met Rusland laten komen zonder de regeering, waarvan hij deel uitmaakt, in gevaar te brengen. De conservatie- men weten: lo. dat zulk een breuk nutteloos zou zijn; 2o. dat de regeering erdoor in gevaar zou kunnen komen. Daar men niet kan aannemen dat zij voor het nuttelooze ijveren, moet men veronderstel len dat zij het voor hen nuttige in ge vaar brengen der regeering beoogen; en wij kunnen niet inzien, dat dit iets heeft uit te staan met de kerkvervolging in Rusland. DE NOODKRETEN DER BROUWERS. Berlijn of Miincïien. (Van onzen correspondent.) B e r 1 ij n, 8 Februari 1930. TECHNIEK. Dit alles is niet denkbeeldig, doch zeer reëel. Eu wanneer mr. Henderson, na de rapporten van zijn ambassadeur ontvangen te hebben, zich niet onmiddellijk tot Moskou wendde, maar zich in verbinding stelde met Parijs en Berlijn teneinde tot een gemeenschappelijke ac tie te geraken, en indien hij verder zijn eigen optreden afhankelijk maakte van de wijze, waarop Frankrijk en Duitschland op zijn voor stellen reageerden, dan zou hij volkomen cor rect handelen. Het is natuurlijk heel gemakkelijk voor een krant om in gloeiende bewoordingen uiting te geven aan haar afschuw over de mensch ontee- rende daden eener vreemde regeering, maar de positie van een verantwoordelijk minister is minder eenvoudig. Een unicum in het tramwezen. Op de lijn AmsterdamHaarlemZandvoovt worden gedurende de laatste jaren als tram- materieel de zoogenaamde zware Budapester- wagens gebruikt. Deze tramtreinen bestaan uit drie wagens, waarbij uit den aard der zaak de motorwagen de eerste was en de beide aanhangwagens daar aan gehaakt waren. Dit gaf steeds oponthoud aan de eindpunten, omdat de motorwagen daar telkens gerangeerd moest worden. Thans heeft men een uitvinding gedaan, welke een unicum in het tramwezen genoemd mag worden. Deze uitvinding maakt het moge lijk, dat de motorwagen tusschen de heide aan hangwagens geplaatst kan worden. In de aan hangwagens wordt daartoe een schakelkast ge bouwd, terwijl voorts daarin worden aange bracht de Westinghouse-reminrichting, de lucht- fluit, de voethei en de zandstrooier. Door eenigen ombouw der aanhangwagens wordt het mogelijk gemaakt, deze inrichtingen te verbinden met de hoofdinrichtingen In den motorwagen. Deze laatste blijft dus het voor naamste deel van den tramtrein, omdat hij in werkelijkheid den eersten aanhangwagen duwt en den tweeden trekt. De bestuurder van den tramtrein neemt plaats op het voorbalcon van den eersten aan hangwagen en bestuurt vandaar af den tram trein. Door de toepassing van deze uitvinding komt het tijdroovende en voor de passagiers verve lende rangeeren, te vervallen, terwijl de uit vinding ook practisch nut heeft bij eventueele vertraging. Is nl. een deel der lijn eens ver sperd, dan krijgt men geen opeenhooplng van tramtreinen, daar het nu mogelijk is, deze terug te laten rijden. Dit was door het gebie dende rangeeren tot op heden niet mogelijk. Met den ombouw van aannaugwagens hoopt men binnen zoo'n korten tijd gereed te zijn, dat over misschien 14 dagen de gereconstru eerde tramtreinen kunnen rijden, Jaren geleden hebben we eens een geheel- onthoudersvergadering in Holland meege maakt, waar het hart des sprekers van klem mende zorgen vervuld scheen te zijn. Om zijn weerbarstige toehoorders tot ijveriger nut tigen van de gezondste aller dranken te be wegen, spiegelde hij hun de mogelijkheden van een watersnood voor. „Aanschouwt al die oceanen en zeeën, die onze aardkorst bedek ken", zoo riep hij uit, „aanschouwt al die meren, die rivieren, die beken!" En dan kwam uit zijn geprangden boezem de nood kreet: „Iemand moet al dat water toch op drinken!" In Duitschland wordt men door deze zorgen niet gekweld. Hier staat men tegenover oceanen van bier, maar behoeft men voorals nog geen vrees te koesteren, dat de wereld in dat gerstennat ten onder zal gaan. Althans de bierconsumptie is nog altijd geringer dan die van voor den oorlog. Want in het tegenwoor dige rijksgebied werden in 1913 65,8 millioen H.L. verslagen en in het afgeloopen brouw- jaar, dat op 30 September sluit, slechts 56,6 millioeu H.L. het nadeelig verschil neemt van jaar tot jaar af en eerlang hoopt men het voor- oorlogsche record te slaan. Om eerst echter even een vergelijking in te schuiven zij er op gewezen, dat Duitschland terzelder tijd 130 millioen H.L. melk produ ceerde. Merkwaardiger wijze waren in deze branche de Eerlijnsche koeden het vlijtigst. Zij leverden 4300 L. per stuk tegen de Hoi- steinsche, die met een prestatie van 2921 L. als nummer 2 op het lijstje prijkeu. Maar om ntt weer tot het bier terug te keeren. Dit nobele vocht staat in den laatsten tijd in het midden van de belangstelling, wijl de minister van financien de belasting er op hoopt te verhoogen. Deze plannen zijn al her haaldelijk geopperd en soms ook doorgevoerd, hetgeen telkenmale de welsprekendheid van de brouwers ontketende. Deze heeren verstaan uitmuntend de kunst te schreeuwen, voor ze geslagen worden en ze weten ook, hoe ze zich tegen alle eventualiteiten moeten dekken. Zoodra er maar over bierbelasting gefluisterd wordt, verhoogen ze bliksemsnel hun prijzen. En dat niet met een kleinigheid. Want in Duitschland wordt tegenwoordig niet meer mett bedragen beneden de 5 penning gerekend en met dat bedrag wordt het glas bier dan maar verhoogd. Men begrijpt wat een aardig sommetje dat op de H.L. nit maakt en dat dit sommetje ver en breed den extra-last overtreft, welken men op de H.L. bier leggen wil. Maar de brouwers kunnen het jammeren tooh niet laten, hetgeen een ochtendblad propos van deee heeren den uitroep in de pen geeft „Lernet klagen ohne zu leiden!" Inderdaad moet erkend worden, dat het lijden van de Duitsche biermagnaten nog al- dragelijk schijnt. In het afgeloopen jaar zjjn er honderden en honderden ondernemingen van allerlei aard op de flesch gegaan, maar daaronder was maar één brouwerij. Ontel bare andere ondernemingen zagen zich ge dwongen het dividend op hun aandeel en te ver lagen, maar hieronder was ook slechts één brouwerij, die overigens nog opmerkte, dat deze inkrimping slechts van voorbijgaanden aard was. Den anderen bierfabrikanten is het wel naar den vleeze gegaan. Een onderneming als „Berliner Kindl", die 24 pet. uitkeert en dan nog allerlei kunstverrichtingen moet uitvoeren om een deel van de gemaakte winst in reser ves te verstoppen, behoort tot de uitzonde ringen. Maar dividenden van 17 en IS pet. komen toch wel voor. Veertien brouwerijen keerden tusschen 12 en 16 pet. uit; zeven van 8 tot 12 pet.; drie minder dan 8 pet. en negen meer dan 16 pet. Hetgeen nog al welletjes lijkt. Inmiddels kan men uit deze dividend-uit keering toch geen conclusies over het heele brouwerijbedrijf trekken. Want het gaat bij deze cijfers om groote N.V. waarvan de aan- deelen op de beurs genoteerd zijn. Deze groote ondernemingen zijn echter gering in aantak Ze halen nauwelijks het dozijn, terwijl er in totaal op 26.340 plaatsen in Duitschland ge brouwen wordt. Echter zit het verdwijnen van de kleine huisbrouwerijen en concentratie van de anderen in de lucht. Dat Berlijn hier de leiding heeft heeft wel geen betoog. In deze stad produceert een brouwerij gemiddeld 140.000 H.L. tegen Munster 43.000 H.L. en München slechts 8.700 H.L. Vergeleken met deze productiecijfers zijn die van don export eigenlijk maar gering. Ze be haalden in het afgeloopen jaar slechts het cijfer van rond 600.000 H.L., welke vooral naar Indië, Insulinde, China, Egypte en Congo verscheept werden. Men kan zich daar ginder onder de palmen, dus goed op de hoogte van de kwaliteit van het Berlijnsche bier stellen, want het is alweer deze stad, die tegenwoor dig nummer één is inzake bierexport Ze is trouwens ook nommer één in bierprodiictie en München heeft het op dit stuk glad tegen het Zondenbabel aan de Spree moeten afleggen. München immers brouwde in het afgeloopen jaar slechts 3,2 millioen H.L. tegen Berlijn 5,2 H.L. Maar de trotsche hoofdstad van de Bajuvaren wil deze smadelijke nederlaag niet erkennen. Zij wijst erop, dat de fiscus in Beieren met stad en ommelanden rekent en dan legt Berlijn Inderdaad liet loodje. We zien dan, dat München en ommelanden in 801 brouwerijen 6,9 millioen H.L. gefabriceerd heeft; Berlijn in 37 brouwerijen 5,2 millioen; Nürnberg, de derde'hierstad, in 1834 brouwe rijen 4,6 millioen H.L. en ten slotte Miinster, waar men van een pintje ook niet terug schijnt te schrikken, in 89 brouwerijen 3,9 mil lioen H.L. Om al dat gerstennat af te zetten zijn her bergen noodig en daarmede is de stad Berlijn ook rijkelijk gezegend. Zonder wijn- of levens middelenwinkels mee te tellen, waar het vocht per flesch verkocht wordt, heeft de bezoeker van de hoofdstad wanneer hij zijn dorst wil stillen, de keus uit 19.389 etablissementen, waar men hem de schuimende verfrissehing over da toonbank op via den kellner reiki. Dit cijfer wijst uit, dat er op elke 281 Ber- lijners een knijp bestaat en het wijst tevens ook uit, dat de Berlijner lang niet de dorstig- ste onder de Germanen is. Op dit punt is Coblenz onovertrefbaar, sintemaal men hier een herbergje op elke 161 inwoners onder houdt. Maar het maakt toch weer een goed figuui tegenover Hindenburg, de minst dor stige stad van de republiek, en welke zich met één knijp op elke 1070 inwoners tevreden stelt. In deze cijfers is intusschen een geleidelijke vei andering te verwachten. De wetgever vindt, dat één drinkgelegenheid op elke 400 inwoners welletjes is en neemt zich voor hij het geven van nieuwe concessies met dit cijfer rekening te houden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10