FEUILLETON
TWEE VROUWEN
PUROL
DINSDAG 18 FEBRUARI 1930
TWEEDE BLAD.
LUITENANT L. ALTING MEES f
AAN SCHEDELBREUK OVERLEDEN
DOORDAT EEN CENTRIFUGE
SPRONG
DOOR GLADHEID TE WATER
GERAAKT
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
PAGINA t
WEDEROM VALSCHE CHEQUES
AANGEBODEN
STAMBOEK VOOR HET NED. TREKPAARD
DRAMA BIJ EEN BEGRAFENIS
VAN DE TRAM IN HET WATER
GESLINGERD
DIEFSTAL.
ZELDZAME VONDST
GRAANMARKT TE ROTTERDAM.
In een dok gevallen
SOERABAJA, 17 Februari. (ANETA). De
Luitenant t. Zee 3e kl. I. Alting Mees, dienende
aan boord van Hr. Ms. Kruiser „Java", liggen
de in het droogdok op het Marine-etablissement
alhier, is gisterenmorgen in dat dok gevallen.
Hij bekwam een schedelbreuk en is kort daar
op overleden.
Genoemde officier werd in 1929 benoemd tot
Luitenant te Zee der derde klasse.
EEN ARBEIDER DOOR WEGVLIEGEND
IJZER GEDOOD
In de fabrieken der Hollandsche Kunstzijde-
Industrie te Breda is een centrifuge, die dient
voor bet afscheiden van zouten uit elkander ge
sprongen op het oogenblik van ploegverwisse-
ling. Een der arbeiders zekere Roks uit Etten,
werd zoodanig door een weggeslingerd stuk
ijzer getroffen, dat de dood onmiddellijk intrad.
R. is 34 jaar en laat een vrouw met 5 kin
deren na.
UIT HET BAKKERSBEDRIJF
Actie te 's Gravenhage
Door de contracteerende organisaties in het
Bakkersbedrijf te 's Hage is Zaterdag de actie
voor invoering der arbeidsoveeenkomst ingezet.
Door eenige honderden bakkerijarbeiders
werd gemanifesteerd bij een bakkerspatroon op
de Vaillantlaan die weigert de arbeidsovereen
komst te teekenen en na te komen.
.,LD. MAATSCHAPPIJ TOT
BEVORDERING DER GENEESKUNST
De regeling met confessioneeie
ziekenfondsen
Op Zaterdag 31 Mei en Zondag 1 Juni a.s.,
zal te Amsterdam een buitengewone algemeene
vergadering van de Nederl. Maatschappij tot
Bevordering der Geneeskunst worden gehou
den.
In deze vergadering zullen worden behan
deld voorstellen van het hoofdbestuur tot het
aanbrengen van wijzigingen in de organisatie
van de Maatschappij. Verder komen in behan
deling voorstellen van het hoofdbestuur betref
fende een regeling met confessioneeie zieken
fondsen
HR- MS. KORTENAER
Blijkens bij het departement van Defensie in
gekomen bericht bevond Hr. Ms. Torpedoboot-
jager „Kortenaer" op uitreds naar Nederlandsch
Indië zich in den middag van 15 Februari op
9 gr. 49' N. Br. en 63 gr. 54O. L., dat is
halverwege Colombo.
LIJK VAN EEN VARENSGEZEL
OPGEHAALD
Te Vlissingen is uit het kanaal door Walche
ren het lijk opgehaald van een varensgezel,
die vermoedelijk door de gladheid bij het aan
boord gaan te water is geraakt.
AUTO TE WATER.
Door een brugleuning gereden.
Gisteren reed de vrachtauto van de was-
scherij „Meerburg" te Kampen tegen de ijzeren
leuning langs den Burgel. De leuning brak over
een lengte van 25 meter af met het gevolg,
dat de auto in het water terecht kwam. De
chauffeur kon nog bijtijds uit den wagen sprin
gen.
FELLE BRAND
Drie gezinnen dakloos
Gisterennacht heeft te Oude Pekela een felle
brand gewoed, waarbij een drietal woningen
n.l. van de gezinnen Dekker, Harms en Bruin
tjes zijn verloren gegaan. De brand is door on
bekende oorzaak ontstaan eh greep zoo snel
om zich heen, dat aan blusschen niet te den
ken viel en vrijwel heel de inboedel een prooi
der vlammen werd. Dekker en Harms waren
tegen brand verzekerd, Bruitjes echter niet.
V
1
J.»:
DE EUROPA", ZUSTERSCHIP y AN DE „BREMEN", zal de vol
gende maand in dienst gesteld worden met 48 reddingsbooten
Vergeefsche pogingen bij drie banken
te Amsterdam
een PAAR GEBOUWEN TAN HET SIMONOFF-ELOOSTER, dat in de
veertiende eeuw bij Moskou gebouwd werd; het klooster was versterkt en
deed ook dienst als steunpunt tegen Tartareninvallen
WAAR IS GEORGE PAPADAM?
Naar wij vernemen, heeft men Zaterdag j.l.
wederom pogingen gedaan om, met behulp
van een paar valsche chèques, een drietal
bankinstellingen te Amsterdam op te lichten
voor zeer belangrijke bedragen. Dank zij echter
de oplettendheid van het bankpersoneel is de
toeleg mislukt.
De geschiedenis heeft zich als volgt toege
dragen:
In de laatste helft der vorige week kregen
drie banken, wier namen wij niet mogen noe
men, bericht, dat er chèques zouden worden
aangeboden ten bedrage van respectievelijk
5000 en 3-500 dollars. Deze cheques waren afge
geven door de Equitable Trust Company te
Parijs en getrokken op New York.
Het is de gewoonte bij bankinstellingen, om
als zij bericht krijgen, dat chèques tot zulke
hooge bedragen zullen worden aangeboden,
eerst naar de echtheid ervan te informeeren
bij de instelling, die de chèques heeft afgege
ven, in dit geval dus de Equitable Trust Com
pany te Parijs.
Toen zich echter Zaterdagmorgen een Griek,
George Papadam geheeten, bij de banken aan
meldde om de chèques te incasseeren, nad men
uit Parijs nog geen antwoord gekregen. Met
de mededeeling, dat er uit Parijs nog geen be
vestiging was gekomen, verzocht men den
Griek Maandag terug te komen. Maar Papa-
dam heeft zich niet meer vertoond, en daar
voor bleek reden te bestaan, want uit Parijs
kwam gisteren bericht, dat de aangeboden
chèques valsch waren.
Onmiddellijk werd de Nederlandsche Centrale
in zake falsificaten gewaarschuwd, die onder
leiding van hoofdcommissaris Broekhoff een
uitgebreid onderzoek instelde.
Dit onderzoek wees uit, dat George Papadam
in het bezit is van een Grieksch paspoort, op
29 December j.l. afgegeven te Marseille. De
chèques zijn genummerd 81498 en 81545.
Signalement van George Papadam
Papadam's signalement luidt ongeveer als
volgt:
Zijn lengte bedraagt naar schatting 1.G5
meter. Hij toeft een donker type en gelijkt
meer op een Turk dan op een West-Europeaan.
Papadam is breedgeschouderd, heeft een bree-
den neus en een gladgeschoren gelaat.
De commissaris van rijkspolitie der Neder
landsche Centrale inzake falsificaten, Nieuwe
Doelenstraat 13, verzoekt de aanhouding van
dezen Griek. Waarschijnlijk vertoeft de man
nog hier te lande, maar het is niet uitgesloten,
dat hij, voorziende, dat zijn bedrog zou uit
komen, inmiddels de wijk heeft genomen over
de grenzen.
Naar men ons mededeelde, zou gisteren een
van de directeuren van de Equitable Trust
Company te Parijs, naar Amsterdam zijn ver
trokken, om persoonlijk de zaak te onderzoe
ken.
Nadere bijzonderheden zijn op dit oogenblik
nog niet bekend.
Het verder onderzoek inzake de verijdelde
poging tot oplichting van eenige banken te
A'dam heeft aan het licht gebracht, dat er
tusschen deze pogingen en tusschen die van
eenige weken geleden vermoedelijk geen ver
band bestaat.
De methode volgens welke men hier is tewerk
gegaan, is geheel anders. Waren de chèques
van het geval Flschel en Ernandes nagemaakt,
deze chèques zijn oorspronkelijk echt geweest.
Het is n.l. reeds komen vast te staan, dat een
der beide chèques groot 3500 dollar oorspronke
lijk 3i/2 dollar groot is geweest.
De directeur der Parijsche bankinstelling is
gisteren onmiddellijk op het vernemen van het
nieuws per vliegtuig van Parijs te Amsterdam
aangekomen.
In den korten tijd, die hem nog voor zijn
vertrek restte, heeft hij het hierboven vermelde
reeds kunnen laten nagaan. Naar de herkomst
van de andere chèque van 5000 dollar wordt
nog een onderzoek ingesteld.
De recherche der Ned. Centrale inzake falsi
ficaties, is druk bezig nipt het onderzoek. Door
dat de betrokken banken de politie zoo laat op
de hoogte hebben gebracht, hebben de oplichters
een grooten voorsprong gekregen. Men volgt
echter te Parijs reeds het spoor.
BERGPLAATS VAN BOUWMATERIALEN
AFGEBRAND.
De schade is aanzienlijk
Gisterenmorgen heeft te Helmond een brand
gewoed in de bergplaats van bouwmaterialen
van de fa. Schampers aan de Molenstraat.
Ofschoon de brandweer direct ter plaatse
was, kon men het gebouw niet meer behouden.
Een groote hoeveelheid kalk, cement en
bouwmaterialen werd door het vuur en het
bluschwater vernield. De schade is vrij aan
zienlijk.
DE BRAND OP DE „BINNENDIJK"
EN „WESTERDIJK"
Behandeling voor den Raad van
Scheepvaart
De Raad voor de scheepvaart zal op Vrijdag-
21 Februari a.s. een onderzoek instellen naar
den brand, die op 2 December 1929 in de ha
ven van Philadelphia gewoed heeft aan boord
van het s.s. .Binnendijk" van de HollandAme-
rika-Hjn.
Tevens zal de raad voor de scheepvaart dien
dag een onderzoek instellen naar de oorzaak
van den brand aan boord van het s a „Wester-
dijk" van dezelfde maatschappij tijdens de reis
van Fremantle naar Adelaide op 24 October
1929 in de lading kolen.
ACYTELEEN-APPARAAT UIT ELKAAR
GESPRONGEN
De ruiten van in de omgeving staande
huizen vernield
Gisterochtend sprong hij den smid A. B. in de
Goirlcestraat te Tilburg een acetyleenapparaat
uit een, tengevolge waarvan vele ruiten van
de in de omgeving staande huizen werden
vernield.
De vereeniging „Stamboek voor het Neder
landsche Trekpaard" houdt haar algemeene
vergadering op Woensdag 26 dezer, des och.
tends te half tien in restaurant „De Twee Ste
den" Buitenhof te 's-Gravenhage.
LIJK IN BESLAG GENOMEN
Onder verdachte omstandigheden overleden?
Toen Zaterdag het stoffelijk overschot van
de vrouw van J. C. te Dussen begraven zou
worden, weid het lijk door burgemeester en
politie In beslag genomen en in een verzegelde
kist naar het raadhuis vervoerd. Volgens ge
ruchten zou de vrouw onder verdachte om
standigheden overleden zijn.
Gistermorgen heeft men J. C. in de rivier
verdronken gevonden.
Het lijk van een 16-jarigen jongen nit do
Haarlemmervaart opgehaald
In de Haarlemmervaart tusschen Voorhout en
Lisse is Zaterdagavond ter hoogte van de
Postbrug drijvende gevonden het lijk van den
14-jarigen J. de Jonge. Vermoedelijk heeft hij
op het balcon van de stoomtram gestaan en is
hij, toen de tram over deze brug reed, van net
balcon in de vaart gevallen. Hij was woonach
tig te Haarlem.
VERDRONKEN
In de Waal bij Nijmegen is verdronken de
48-jarige K. D. Zijn lijk is gister opgevischt.
Door enkele jongens is Zondagmiddag bij
de politie te Tilburg aangifte gedaan, dat in
het Wilhelminakanaal, nabij de Corplaats van
de steenfabriek van de fr. Klaassen een rijwiel
!ag. De politie haalde het rijwiel op en onder
zocht nummer en merk en slaagde er in den
leverancier te ontdekken, die dit rijwiel
eenigen tijd geleden had verkocht aan J. van
D. uit de Staringstraat te Tilburg.
Deze van D. heeft Zaterdagavond zijn
woning op de fiets verlaten en is daarin tot
heden niet teruggekeerd. De politie heeft
gisteren en hedenochtend gedregd. Tot heden
zonder resultaat.
De politie te Tilburg heeft gisterenmiddag
uit het Wilhelminakanaal het lijk opgehaald
van J. v. D„ uit de Staringstraat.
Zooals reeds werd gemeld verliet v. D. Zater
dagmiddag zijn woning en werd zijn fiets den
volgenden dag in het Wilhelminakanaal ge
vonden.
DE JAVANEN-MISSIE IN SURINAME.
We lezen In „De Koerier" van 9 Januari j.l.:
Het steeds toenemend aantal der in Surinam©
ingevoerde Javanen, meestal voor den plantage-
arbeid hum aantal wordt reeds op omstreeks
30,000 geschat, zoodat zij weldra met de Britsch-
Indiërs gelijk staan, zoo ze dezen nu al niet
overtreffen maakte het voor de R.K. Missie
noodzakelijk allerlei voorzieningen te treffen,
teneinde ook hen, meestal arme Mohammeda
nen, aan de weldaad des geloofs deelachtig te
maken.
Reeds werd aan den bekenden Pater Ahl-
brinclt de hoofdleiding der Javanen-Missie in
Suriname opgedragen en werd een Javaansche
Catechist aangesteld, ook kon men in ons
„Jaarboek van het Centraal Bureau voor On
derwijs en Opvoeding" lezen van een opgericht
R.K. Internaat voor Javaansche jongens te Ma-
liapur.
Thans hebben de Soeurs van Oudenbosch in
het Para-district, op enkele uren afstauds van
de hoofdstad Parimaribo, een huis met school
voor de Javaantjes gebouwd en weldra zal ook
voor de Javaansche meisjes een R.K. Internaat
geopend worden.
OVERREDEN EN GEDOOD
Te Gendt (Over-Betuwe) is zekere H., die op
een wagen zat, onder dezen wagen terecht ge
komen, toen deze door een auto werd aange
reden. De jongen was onmiddellijk dood.
Te Eijgelshoven is ingebroken in de woning
van C. aan de Hoofdstraat. Twee koffers van
Itaiiaansche mijnwerkers werden opengebro
ken. Uit een der koffers werd 200 gestolen.
Een som van 165, die zich in den anderen kof
fer bevond bleef onaangeroerd.
BRAND OP EEN SCHIP.
Gisterenmorgen omstreeks half negen is
brand uitgebroken op een schip gelegen in de
Nieuwe Haven op het Damzigtterreiu te Voor
burg.
De brand is ontstaan tusschen het plafond
van de roef en het dek, vermoedelijk doordat
de kachel te heet brandde.
Da Voorburgsche brandweer was onder lei
ding van den opperbrandmeester W. van der
Sluys spoedig ter plaatse en slaagde er in door
de kajuit vol te spuiten den brand te blusschen
Bü grondwerken in de nabijheid van Casterta
(Italië) vond men een antiek Romeinsch geld
stuk, dat volgens het opschrift dateert van 286
vóór Christus. Aan de eene zijde vertoont de
munt het hoofd der Godin Roma, aan den
anderen kant een scheepssneb als teeken der
Romeinsche heerschappij ter zee. Het prachtig
geconserveerde geldstuk weegt 131 gram, ter
wijl de meer bekende oud-Romeinsche munten
163 gram wegen; men verklaart dat verschil
door het feit, dat deze munt volle 22 eeuwen
in den grond heeft gelegen.
R. K. BOND VAN HARMONIE- EN
FANFARE CORPSEN IN Z.-HOLLAND
Zondag heeft te 's Gravenhage de R. K.
Bond van Harmonie- en Fanfare Korpsen in
Zuid-Holland een vergadering gehouden onder
leiding van den voorzitter, den heer Dieren,
berg, die in zijn openingswoord den stand van
zaken uiteenzette aangaande de actie van de
Federatie en de bespreking met den Bond in
Noord Holland.
Het concours wordt in Rotterdam gehouden
op Zondag 13 en Zondag 20 Juli a.s. met een
feestconcert op Zaterdagavond 12 Juli.
De voorzitter wekte de leden op tot deelne
ming aan het Festival, dat 21 April te Schoon
hoven wordt gehouden en aan het concours.
In deze vergadering had tevens de installatie
plaats van den Weleerw. kap. J. van Bemmelen
van Delft als Geest. Adviseur van den R. K.
Bond.
RUPSENPLAGEN.
De inspecteur van den Plantenziektenkundi-
gen dienst de heer N. v. Poeteren, verzoekt
ons opneming o.m. van het volgende:
Overal waar rupsennesten en eiringetjes op
voldoende wijze verwijderd zijn, kunnen de
rupsen der bastaardsatijnvlinder en de ringel-
rupsen niet meer optreden en heeft men zich
dus voor schade dit voorjaar gevrijwaard.
In sterk besmette streken moet men echter
ook op de belendingen letten, omdat de rup
sen zich van daaruit zouden kunnen verplaat
sen. Vandaar dat het noodzakelijk is, het be-
strijdingswerk overal uit te voeren.
Men denke echter niet, dat dit werk reeds
afgedaan is. Hoewel met genoegen het gunstig
ste resultaat der gevoerde campagne gezien
wordt, moet toch vastgesteld worden, dat op
vele plaatsen nog zeer veel werk te ver
richten is.
Laten zij, die nog niet voldoende, hun aan
dacht aan de voorkoming van de rupsenplaag
hebben gewijd, er alsnog toe overgaan, hun
aanplantingen van rupsennesten en eiringetjes
te zuiveren. Het tijdstip is daarvoor nu, in
verband met den stilstand in vele andere
werkzaamheden, zeer gunstig. Laten de bestu
ren van land- en tuinbouwvereenigingen in
vloed uitoefenen op hunne leden, opdat deze
het werk volledig uitvoeren.
Laten schoolhoofden en onderwijzers ook
rog zooveel mogelijk de jeugd aan het werk
zetten, vele handen maken licht werk.
Ik doe een beroep op de burgemeesters in
alle gemeenten, waarin bij verordening het
verwijderen van rupsennesten voorgeschreven
is. om een stipte uitvoering daarvan door een
nauwlettend toezicht te verzekeren, De politie
kan hierbij niet alleen dwingend, maar ook
waarschuwend en voorlichtend optreden.
Nu kan men nog met eenvoudige middelen
do dreigende plaag voorkomen. Als straks de
boomen uttloopen en de rupsen zich versprei
den, worden de moeilijkbeden aan de bestrij
ding verbonden, veel grooter. Laat mea -qoS
dé zuivering grondig uitvoeren, ook daar waal
nu nog slechts weinig rupsennesten voorkomen
want als het insect zich in 1930 zoo uitbreidt,
als het in 1929 gedaan heeft, staat men aan
het eind van dit jaar op nog veel meer plaat
sen voor een grooter plaag dan nu reeds het
geval is.
Vrij naar het Engelsch
van
R. HENRY.
Vertaling van L. V.)
28)
Hoelang heb ik ziek gelegen, Teule? vroeg
zii-
Ik vertelde het haar.
En heb je me al dien tijd opgepast, bij
zoo'n walgelijke ziekte?
Ja, Otomie, ik heb je opgepast
Waar heb ik dat aan verdiend, dat je zóó
goed voor me zou zijn? stamelde zij.
Dan scheen een vreeselijke gedachte bij haar
op te komen. Zij kreunde als van pijn, en zei:
Een spiegel! Vlug, geef me een spiegel!
Ik gaf er haar een. Zij richtte zich op haar
arm op, en onderzocht haar gelaat in het
halfduister van het beschaduwde vertrek. Dan
liet zij den spiegel vallen en zonk weer op de
kussens, met een zachten kreet van blijd
schap.
Ik was bang, dat ik leelijk geworden was.
zei ze, en dat je dan niet meer van me zou
houden. En dan was het maar beter geweest,
als ik gestorven was.
Foei! zei ik. Denk je dan, dat liefde
zoo maar gedaan Is met een paar lidteekens?
Ja, antwoordde zij, zeker. Als Ik leelijk
geworden was o, ik huiveir, als ik er aan
denk dan zou je binnen een jaar een afkeer
van me gekregen hebben. Misschien zou dat niet
Voo geweest zijn met dat andere meisje daar-
Buitenlandsche granen.
ROTTERDAM, 17 Februari 1930.
Op de conditiën van de Rotterdamsche Graan-
beurs bü minstens 5 last gezond boord vrij.
(Bericht van de makelaars Broedelet en Bos
man).
ROGGE per 100 kg.: 77 kg-, Hongaarsche oude
oogst loco 9,25,. 74 leg. id. nieuwe oogst aangek.
S.74 kg. Donau loco 8.25, 73/4 kg. Dult-
srbiT>oolsche loco .650, 73 kg. La Plata loco
9.50.
GERST per 2000 kg.: Amerik. no. 2 van Cana-
deesche havens loco f 134, id. no. 2 van Atlanti
sche havens loco f 122, 64 kg. Zd. Russische loco
133, 69/70 kg. Poolsche aangek, 136.
HAVER per too kg.: 57/8 kg. Pommersehe
loco 6.35, 55/6 kg. Noord Duitsche loco 6.20,
52 kg. Donau loco 5.80.
MAÏS per 2000 leg.: gele La Plata dlsp. f 14i,
id. aangek, f 139, id. stoomend f 139140, Donau/
Oalfox aangek, f 134'3; Mixed Zd. Russische
aangek, f 134, No. 2 witte platte Zuid-Afrik. dlsp.
1 151.
Stemming kalm.
ROTTERDAM, 17 Februari 1J30.
BUITENLANRSCHE BOEKWEIT Danziger
14 daagsche aflading 9. Mantsjncrtjsche inclu
sief balen stoomend 12.80, alles per ioo kg.
ginds, maar van mij zou je een afkeer hebben
gekregen. Ja, ik weet het. Maar nu, o, wat ben
ik dankbaar!
Ik liet haar een oogenblik alleen, terwijl ik
verbaasd was over de groote liefde, die zij voor
mij had, en mij ofvroag, of het waar was, wat
zij zeide. Gesteld, dat Otomie nu geschonden
was door de pokken, zooais er zoovelen in de
straten van Tenochtitlan rondliepen, zou ik
dan vol afkeer voor haar zijn teruggedeinsd? Ik
weet het niet, en ik dank den hemel, dat mijn
standvastigheid niet zoo zwaar beproefd werd.
Maar hier hen ik zeker van: ais ik melaatsch
geworden was, zou Otomie niet teruggedeinsd
zijn voor mij.
Kort daarop week de ziekte van Tenochtitlan
En nu werden alle krachten ingespannen, om de
stad voor te bereiden op een beleg, waaraan nu
niemand meer twijfelde. Mijn taak was aller
eerst het drillen van de troepen, in het bijzon
der van de Otomie, die ten getale van 20.000
waTen gekomenl. Het was een moeilijke taak,
want deze stammen kenden geen discipline, en
zonder dat beteekonden hun duizenden weinig
in een oorlog tegen blanke mannen. Ook was
er veel naijver onder de aanvoerders, en ik zelf
was daar ook het voorwerp van.
Overigens hadden verschillende stammen van
de gelegenhid gebruik gemaakt, om het bond
genootschap of de scbafplichtigheid op te zeg
gen, en al kozen zij niet de partij der Span
jaarden, zij bleven neutraal, om den uitslag
van den strijd af te wachten.
Zoo gingen de maanden voorbij, totdat ein
delijk de spionnen kwamen berichten, dat de
Spanjaarden in grooten getale naderden, met
ontelbare bondgenooten. Nu had lk gaarne ge
wild, dat Otomie een veilig heenkomen had
gezocht bij haar eigen volk. Maar zij lachte
mij uit.
Waar jij bent, daar wil lk ook zijn, Terule,
zeide zij. Zal lk toelaten, dat jij den dood
in het aangezicht ziet, terwijl ik niet aan je
zijde ben?
XLI.
Het leger van Cortes was thans versterkt
door tal van Spanjaarden, die van over zee
gekomen waren, en tienduizenden bondgenooten
uit Anahuac. De bevelhebber sloeg zijn hoofd
kwartier op in de vallei van Tezcuco. Da stad
Tezcuco lag aan de oevers van het meer van
dien naam op verscheidene mijlen afstand van
Tenochtitlan, en aan den rand van het gebied
der Tlascalanen, zoodat het een buitengewoon
geschikte basis was voor alle verdere operaties.
Het plan van Cortes was, eerst alle vazalstaten
en bondgenooten te vernietigen, vóór hjj de
hoofdstad zelf aantastte, en dat plan bracht
hij ten uitvoer met een bekwaamheid, moed
en volharding, als maar weinig veldheeren blijk
van hebben gegeven. Maar ook met weerga-
looze onmeedoogendiheld. Iztapalapan viel het
eerst, en tienduizend man, vrouwen en kinderen
werden over de kling gejaagd, of levend ver
brand. Toen kwamen de andere steden aan de
beurt, tot de geheele ring om Tenochtitlan
gesloten was. Velen gaven zich trouwens vrij
willig over, nu de band, die hen onderling ver
bond, verbroken was, of sloten zich bij Cortes
aan, nu de gelegenheid daar was, om zich op
Tenochtitlan te wreken.
Zon waren binnen vijf maanden al onze bond
genooten vernietigd, of ontrouw geworden, en
het beleg van de hoofdstad begon. Zoowel te
land. als te water: want met ougeloofelijke
vindingrijkheid had Cortes dertien oorlogs
schepen laten bouwen in 'het gebied der Tlas
calanen, en ze in onderdeelen over een afstand
van twintig mijlen over de bergen naar zijn
kamp laten brengen, waar zij te water werden
gelaten in een kanaal, waaraan 10.000 Inboor
lingen gewerkt haddien, om zoo het meer te
bereiken. Deze oorlogsschepen waren het ten
slotte, die de stad ten val brachten, daar zij
den toevoer van levensmiddelen afsneden, die
In kano's over het meer weiden aangevoerd.
Allereerst sneden de Spanjaarden den toe
voer van water af, dat van de bronnen in
Chapoltepec naar de stad geleid werd. Voortaan
hadden wij nog alleen het water uit het meer
en uit wellen.
Dag aan dag woedde alsnu de strijd. Keer
op keer werden de Spanjaarden met verlies
teruggeslagen, maar telkens kwamen zij terug.
Zoodra zij ergens vasten voet kregen, werden
duizenden Tlascalanen te werk gezet, om de
huizen in brand te steken en allen, die er in
waren, levend te verbranden.
Hoe zal ik de verschrikkingen beschrijven,
die over de rampzalige stad kwamen? Weldra
was al het voedsel op, en moesten wij ons te
vreden stellen met een maal, dat zelfs zwijnen
misschien nog zouden hebben laten staan. Gras,
boomschors, darmen, insecten, besproeid met
brak wateir uit het meer dat was nog ons
beste eten. De menschen stierven bij honderden
en duizenden, en zóó snel, dat niemand ze kon
begraven. Waar ze lagen, bleven ze liggen, en
de vreeselijke zwarte koorts vaagde nog eens
duizenden weg. Meer dan 70.090 kwamen om
door het zwaard of het vuur, en dubbel zooveel
door honger en ziekte. Op één dag bezweken er
zelf9 40.000.
Op een avond begaf ik mij naar huis. Ik
was uitgeput van honger, want de laatste 40
uur had Ik nauwelijks Iets gebruikt. Alles, wat
Otomie mij bon voorzetten, waren drie kleine
meelkoeken, uit meel en boomschors be
reid. Ik bemerkte, dat zij met moeite zelf Iets
gebruikte, en ook, dat zij de tranen trachtte
te verbergen, die over haar wangen rolden.
Wat ls er, Otomie? vroeg ik.
Ach, lieveling, antwoordde zij, ear was
ai geen twee dagen voedsel meer voor ons kind,
en nu is het dood. Kijk, daar ligt het,
dood.
En zij trok een kleed weg, en liet mij het
teere lichaampje zien.
Stil, zeide ik, hij is voor veel gespaard
gebleven. Kunnen wij verlangen, da.t een kind
zulk een tijd meemaakt?
Het kind was ons kind, ons eerste kind,
riep zij weer. O, waarom moeten wij zóó
lijden?
Wij moeten lijden, Otomie, omdat wij
daartoe geboren zijn.
Dan zag ik naar het doode knaapje, en ween
de eveneens.
De morgen kwam, en de strijd werd moord
dadiiger dan ooit. Nadien nog meer dagen, en
nog meer slachting, maar wij hielden vol.
Toen zond Cortes boodschappers, om onze
overgave te vragen. De stad was nu voor drie
vierden een ruïne, en drie vierden van de ver-
derigers waren dood, terwijl de lijken in de
huizen en op de straten lagen opgehoopt. De
raad werd bijeengeroepen mannen, wild van
uiterlijk, wild van honger en strijd en men
overwoog het aanbod van Cortes.
Wat zegt gij, Guatemoc, zet dan een van
hen tenslotte.
Ik heb gezworen, dat ik deze stad tot het
laatste toe zou verdedigen, antwoordde hij
hecsch.. Beter, dat we alien omkomen, dan
levend in handen van de Teules vallen.
Zoo denben wij ook, antwoordden zij.
En de oorlog werd voortgezet.
Eindelijk kwam er een dag, dat de Span
jaarden na een nieuwen aanval tot. in het hart
van de stad doordrongen. Het volk werd te
zamen gahoopt, en wij trachten tevergeefs hen
te verdedigen, want onze armen waren slap
van den honger. De Spanjaarden vuurden op
ons met hun kanonnen, en maaiden ons neer
als halmen. Tenslotte werden de Tlascalanen
op ons losgelaten, en dien dag kwamen er
40.000 Azteken om, want die bloedhonden spaar
den niemand.
Den volgenden morgen kwamen er wederom
boodschappers van Cortes, maar wéér weigerde
Guatemoc.
Zeg hiem, zoo luidde zijn antwoord, dat
ik wil sterven, waar ik ben. Wij zijn hulpeloos.
Laat hij met ons doen, wat hij wil.
Thans was de stad nagenoeg geheel verwoest,
en wij, die overbleven, verschansten ons achter
de ruïnen. Weer had de aanval plaats. De groote
trommel op de pyramide dreunde voor de laat
ste maal, en voor de laatste maal weerklonk de
krijgskreet der Azteken. Onze krachten bega
ven ons. Wat konden wij doen? Zij slachten
ons bij honderden, en dreven ons in de kar
naien, en vertraden ons daar, tot zij over onze
lichamen konden heentrekken. Eindelijk werd
een deel van ons, waaronder ook Guatemoc en
zijn vrouw Teculehpo, naar de oevers van hot
meer gedreven. Wij gingen In de kano's die
daar lagen, nauwelijks wetend, wat we deden,
doch stellig in de hoop, dat wij konden ont
komen, want thans was de stad in haar geheel
ingenomen. Maar men zag ons van de oorlogs
schepen, en zeilde ons achterna. Hoe wij ook
roeiden, een der schepen haalde ons in, en
begon op ons te vuren.'
Toen stond Guatemoc op.
Ik ben Guatemoc, zeide hij. Breng mij
bij Malinche (zoo noemdo de Azteken Cortes),
maar spaar de overblijven den van mijn volk.
Thans fluisterde ik tot Otomlo naast mij:
Nu is de tijd gekomen, want de Span*
laarden zullen me stellig onhnnuen.
(Wordt vervolgd)