Het Land der wintersporten K Een partij-regeering en een partij-oppositie Is het leven waard geleefd te worden? f: DONDERDAG 20 FEBRUARI 1930 DERDE BLAD. De sportieve balans van het Zwitsersche seizoen PAGINA 2. ROMEÏNSCHE OUDHEDEN si V'J DE „DAILY HERALD" ALS „ENFANT TERRIBLE" Vegetarische propaganda HOUTSUIKER EN VARKENSTEELT (Van onzen correspondent Genève, 11 Februari 1930. Juist nu wij in de Zwitsersche steden eigen lijk voor bet eerst een wintersche temperatuur beöben en in de bergdistricten nieuwe sneeuw gevallen is, is het hoogtepunt van het Zwit sersche wintersportseizoen al weder voorbij. Januari is, zooals steeds, de belangrijkste sport- maand geweest. Voorgisteren hebben wij nog de groots Zwitsersche ski-kampioenschappen en de paardenrennen op het ijs te St. Moritz gehad. Thans blijven ons nog slechts over de Bob-derby en de „Grand National" voor ske letons, beide te St. Moritz, en dan behooren alle klassieke wintersportwedstrijden en alle groote internationale seizoens-ontmoetingen weder tot het verleden en kunnen de Zwit sers zich alleen nog verheugen in de gedachte, dat ondanks dezen abnormalen winter met abnormaal weinig sneeuw en abnormaal zacht weder het geheele wintersportprogramma kon worden uitgevoerd, zooals het in den zomer en den herfst was ontworpen, toen de initia tieflost tot het maken van grootsche plannen gelukkig niet beinvloed kon worden door de voorkennis omtrent het weder, dat ons ook hier te wachten stond. Zwitserland heeft in dezen winter meer dan ooit bewezen het land bij uitnemendheid voor de wintersporten te zijn. De hooge ligging van de belangrijkste sportplaatsen heeft gemaakt, dat de sneeuw, die zoo nu en dan een korte verschijning maakte, daar bleef liggen, omdat de in het laagland heersckende voorjaarsche temperatuur in de bergen steeds zooveel la ger, was, dat de sneeuw daar niet wegsmolt, terwijl ook het ijs door de voldoende koude nachten den aanvallen der warme middagzon kon blijven weerstand bieden. Zoo konden de groote wintersportgebeurtenissen in Zwitser land alle regelmatig gehouden worden, terwijl de Scandinavische winterspelen te Stockholm moesten worden afgelast, de Dultsche winter spelen slechts zeer gebrekkig konden worden ten uitvoer gebracht en de ijshockey-wereld kampioenschappen te Chamonix een lijdensge schiedenis hadden, die ten slotte met de ver plaatsing van de eindstrijdeu naar Berlijn moest eindigen Eén belangrijke internationale wedstrijd in Zwitserland was ook bijna aan het abnormale weder ten offer gevallen; de wereldkampioen schappen voor vier-psrsoon3-bobs te Caux, bo ven Montreux. Het westelijke, Fransch-spre- kende gedeelte van Zwitserland was dit jaar wel buitengewoon slecht met sneeuw bedeeld en bovendien werd het reeds togen het einde van Januari aan de oevers van het meer van Genève zoo warm, dat het kleins laagje sneeuw wegsmolt ais in letterlijken zin „sneeuw voor de zon". Dat desniettemin de wereldkampioen- scbapoen hebben kunnen doorgaan, is uitslui tend te danken aan het geld noch moeiten sparende werk van het organisatie-comité dat nu eenmaal een eerezaak ervan maakte, dat Caux niet bederven zou hst trotsehe record van Zwitserland in dezen winter, die geen winter was: dat alle belangrijke, aan de Zwitsersche zorg toevertrouwde internationale wedstrijden konden gehouden worden, zonder uitzondering. Waar er dus in de onmiddellijke nabijheid van de bobbaan van Caux geenerlei sneeuw te be kennen wa3, namen de organisatoren der we reldkampioenschappen het koene besluit om de noodige sneeuw van de 1000 meter hooger ge legen Rochers-de-Naye (het bekende fraaie uit- zichtspunt, dat men met een trandradbaan be reiken kan) naar beneden te doen brengen, om aldus te midden van een lentelandschap een bob-baan op te bouwen van de gewone eerbied waardige lengte van 2600 meter met natuurlijk da noodzakelijke hooge sneeuwwallen in de gevaarlijke bochten. Daar de bobbaan vrijwel geheel in de schaduw van het bosch lag, kon de warme zon niet al te veel schade aanrich ten en iederen avond werd nieuwe van de koude toppen van de Rochers-de-Naye gehaalde sneeuw op de baan en haar wanden gelegd, terwijl ook de ijslaag van de baan zelf werd instandgehouden door de zorgvuldige begie ting des nachts, wanneer het nog eenige graden vroor, met water. Zoo konden de wereldkam pioenschappen bobslederennen verreden worden in een voorjaarsachtige omgeving, zooals zich wellicht nimmer meer bij deze sport van sneeuw en ijs zal voordoen, zoodat na den afloop der wedstrijden het organisatiecomité een min stens even fraaie overwinnning behaald had, als de Italiaansche ploeg, die na een gewel digen strijd tegen de Duit3chers en Zwitsersch het wereldkampioenschap veroverd had. "Waren de wereldkampioenschappen te Caux natuurlijk het hoogtepunt van het bobslede- seizoen, waarop helaas een zwarte schaduw geworpen is door het doodelijk ongeval van een Engelsche ploeg bij een bobsledewedstrijd te Mürron, met betrekking tot de voornaamste sueeuwsport, het ski-en, is het moeilijker uit te maken, wat wel de voornaamste sport gebeurtenis van dezen winter is geweest. Heel veel belangstelling bestond voor de aeade- Itiische wereldkampioenschappen te Davos en vooral voor het nieuwe en zeer goed geslaagde nummer: de estafette-wedstrijd tusschen natio nale ploegen, die uit 5 personen hestonden, die ieder den staf na een marsch van ongeveer 6 K.M. (nu eens steil-daleud, dan weder stijgend of langs den vlakken weg) aan zijn opvolger moesten ter hand stellen, totdat de laatste der vijf bij de eindstreep den staf aan de jury overhandigde. Een niet minder groot succes was een andere nieuwigheid, ditmaal te St. Moritz, de zoogenaamde „kilometer lancê op ski's", waarbij de deelnemers, als tevoren reeds op gang gebrachte automobielen bij den oor- spronkelijken kilometer-lancé-wedstrijd, door een 100-meter-aanloop op sterk dalend terrein de startlijn in veile vaart passeeren, om dan op een kaarsrechte, door geen enkele kromming onderbroken, met een sterke helling van 33 giaad naar beneden voerende sneeuwbaan onge veer 200 meter omlaag te suizen, om de eind streep door te vliegen en daarna in een on metelijke sneeuwvlakte weder tot stilstand te worden gebracht. Daar negens in de buurt van St. Moritz een bnan^van een geheelen kilometer lengte te vinden was, die aan de vereischten van een wedstrijdbaan voor dan „kilomcter- lancé-op-ski's" voldeed, heeft men zich met oen haan van 200 meter lengte vergenoegd. Ook zoo kon men uitrekenen, wat de maximum-snelheid van een skilooper zijn kon. De Oostenrijksche student Lantschner, academisch wereldkam pioen in den afdalingsren te Davos geworden, wi~t ook dezen St. Moritzer sensatie-wedstrijd te winnen en legde de baan van 200 meter af met een snelheid, die gelijk staat aan meer dan 105 kilometer per uur Onder de ZwitBersche bevolking zelf bestond echter voor geen ski-wedstrijd zooveel be langstelling als voor de nationale ski-kam pioenschappen, die verleden Zondag te Engel berg gehouden werden en waarvoor in het ge bral ruim 500 inschrijvingen waren ontvangen! De kampioenschapswedstrijden waren vooraf gegaan door een wekenlange serieuse training der ploeg, die dezer dagen naar Oslo vertrekt, om daar in de internationale wedstrijden, die de werkelijke ski-wereldkampioenschappen vor men, de Zwitsersche kleuren hoog te houden. Geen wonder, dat groote verrassingen dan ook uitbleven en dat de Zwitsersche favorieten voor Oslo het kampioensohap wonnen: Walter Bussmann (Luzern) over den langen afstand, Fritz Kaufmann (Grindelwald) in het ski springen. De voor Oslo uitverkoren ski-ers toon den allen, dat hun keuze gerechtvaardigd was. De eenige verrassing was, dat Adolf Rubi (Grindelwald), die in 1928 en 1929 het ge combineerde ski-kampioenschap gewonnen had als beste „all round"-ski-er, ditmaal dit kam pioenschap aan Bussmann moest afstaan, om dat Rubi. in zijn laatsten sprong het ongeluk had met zijn handen den bodem aan te raken, zoodat deze sprong niet als „gestaan" kon wor den berekend Het ski-seizoen 1930 van 1930 zal verder In Zwitsërland bekend blijven staan door de groote successen van Fritz Kauffmann als springer, die slechts één wedstrijd verloren heeft, de lengte-records der sprongen van vier verschillende springschansen achtereenvolgens verbeterd heeft en meermalen in prachtigen stijl de 70-meter grens overschreed. Zwitserland heeft nimmer nog zulk een voortreffelijken springer bezeten. Meer nog dan de lange af stand-kampioen Bussmann, die zich reeds op de Olympische winterspelen te St. Moritz onder scheidde, is Kauffmann inderdaad een Zwit sersche „hoop" voor Oslo. Wat de ijssporten betreft, waren de ijshockey- wedstrijden tijdens de Academische wereldkam pioenschappen te Davos een teleurstelling, doordat alleen Italiaansche en Zwitsersche stu denten daarvoor uitkwamen. Des te succes voller was de tournee der Canadeesche ijs hockeyspelers door Zwitserland, al was h%t sportieve succes der Zwitsers tegen deze on navolgbare meesters der ijshockeysport nu niet bepaald groot: 77 doelpunten wisten de Ca- nadeezen in hun zes wedstrijden tegen de Zwit sers te maken, waartegenover alleen de Davo- sers in twee wedstrijden 4 eere-punten wisten te behalenDe wedstrijden om het wereld kampioenschap te Chamonix brachten den Zwitsers toen de voldoening, dat zij toch toonen konden tot de sterkste spelers van Europa te behooren, ook al verloren de aan wedstrijden in de gezonde stalende buitenlucht gewende Davosers ten slotte den eindstrijd om het Europeesche kampioenschap tegen Duitschland dat, tengevolge van de ijs-ellende van Cha monix, op eigen terrein den eindstrijd speelde, n.l. in de met dichte rookwalmen gevulde on gezonde atmo^ser van het Berlijnsche kunstijs paleis. Ten slotte nog een enkel woord over de andere ijssport: het hardrijden op schaatsen. Dit is en blijft de wintersport, die in Zwitser land het minst beoefend wordt. Toch hebben de academische wereldkampioenschappen te Davos eenige nieuwe belangstelling voor deze sport onder de Zwitsersche studenten gebracht en hebben ook daarna, op de schaatsenwedstrijden te St. Moritz eenige plaatselijke grootheden getoond niet geheel zonder talent te zijn. Het v interseizoen 1929/1930 zal in de met heel wat beroemde gebeurtenissen op dit ge bied reeds gevulde annalen der Davoser ijs- club bekend blijven staan om twee redenen omdat hier de laatste ontmoeting heeft plaats gevonden tusschen den ouden wereldkampioen Clas Thunberg (Finland) en een zijner ern stigste tegenstanders, den Noor Ballangrud, met het gevolg, dat beiden in deze laatste ontmoe ting tegen elkander een wereldrecord verbeterd hebben; en in de tweede plaats om de schitte rend wijze, waarop onze landgenoot Van der Scheer het academische wereldkampioenschap over alle vier afstanden won, géén oogenblik door zijn Hongaarsche, Italiaansche, Oosten rijksche, Zwitsersche en Nederlandsche tegen standers ook maar bedreigd. De uitslagen van de sinds dien in Noorwegen gehouden wedstrij den, waar de jonge Van der Scheer telkens op nieuw toonde een beter „all round"-hardrijder te zijn dan alle Scandinaviërs op Staksrud en Ballangrud na, hebben daarna in nog sterker mate aangetoond, dat de academische jeugd trotsch mag zijn op haar wereldkampioen 1 Een bijzonder interessante ontdekking In de nabijheid van het stadje Tivoll heeft men een bijzonder Interessante archeologische ontdekking gedaan. Bij de Verbreeding der antieke via Valeria stiet men n.l. op eenige oude graven, waarbij men gelooft, dat ook dat van Lucius Amicus Varo zich zal bevinden, daar volgens een opschrift het graf van zijn zoon alree is blootgelegd. Door deze vondst zou aan een langdurige controverse onder de geleerden, die het over Varo's laatste rustplaats niet eens konden wor den, een einde zijn gesteld. Zij lost tevens de kwestie op omtrent de herkomst der Varo's die blijkbaar van Tiburtijnschen oorsprong zijn. Zooals bekend, bezat Quintilius Varo een villa op de helling der Tiburtijnsche bergen en ried Horatlus den tribuun, daar wijn te plan ten. Een andere tribuun uit hetzelfde ge slacht, Lucius Rufus Varo, was bevriend met Mecenas en Virgilius. Omtrent de uitgravingen aan de „Villa dei Misteri'" in Pompei worden nog belangrijke bijzonderheden gemeld. Het is nu komen vast te staan, dat de villa uit twee gedeelten bestond, die door een gang met elkaar verbonden waren. Het eerste ge deelte van het bouwwerk is in zuiver Pompe- jaanschen stijd opgetrokken, terwijl het tweede gedeelte voor zoover het is blootgelegd een anderen stijl verraadt. De vertrekken van dit deel maar voor alles de muurschilderingen en beelden doen vermoeden, dat wij hier te doen hebben met een der talrijke slechte huizen van Pompei. Zooals bekend werd onlangs in dit gedeelte van het gebouw een volkomen onge rept marmeren beeld van buitengewone schoon heid ontdekt zoo klassiek van opvatting en afwerking, dat deskundigen het aan Phidias toeschrijven. AANKOOP VAN JOODSCHE VOETBALLERS. Eenige dagen geleden is In opdracht van de S. C. Hakoah-Haifa, een club in Palestina, een zekere Joachim Weiss aangekomen om Joodsche voetballers voor die club aan te werven. De onderhandelingen hadden tot gevolg dat tegen een weekloon van 70 dollar 8 Hongaarsche spe lers reeds 28 Februari naar Palestina zullen vertrekken. Deze aangelegenheid heeft in de Hongaarsche sportkringen groote ontstemming verwekt en de betrokken vereenlgingen eischen van het bondsbestuur maatregelen, die den uit voer zullen verhinderen. m EEN DEEL VAN DE DEMONSTREERENDE KLEERMAKERS te New-York, die betere levensvoorwaarden trachtten te verkrijgen; het dreigend conflict is intusschen voorkomen. 1 TOENEMENDE FRANSCH-ENC1.' :- WANTROUWEN (Van onzen correspondent LONDEN, 15 Februari 1930. De oorzaken waardoor, in sterker mate dan ooit, in Engeland partij-politiek inplaats van nationale politiek gevoerd wordt, zijn gemak kelijk op te sporen. De regeering vertegenwoor digt geen nationale meerderheid de partij waartoe zij behoort, beheerscht het parlement niet. Iedere minderheid3regeering heeft voort durend rekening te houden met de oppositie partijen, m. a. w. haar politiek is voortdurend gericht op partijbelangen. Alle pogingen moeten geconcentreerd worden op het moeilijke vraag stuk hoe de regeering zich in 't zadel kan houden, en aangezien een crisis, welke eindigt met een beroep op de kiezers, iederen dag mogelijk is, moeten de beele wetgeving, de heele economische en de heele buitenlandsche politiek berekend zijn op versterking van de positie der regeeringspartij bij de kiezers. Een meerderheidsregeering kan, onder gewo ne omstandigheden, rekenen op een bewinds periode van vijf jaren, en behoeft dus, vooral wanneer zij, gelijk 't vorige conservatieve kabi net, een onwankelbare positie in 't lagerhuis inneemt, drie en een half of vier jaren lang weinig rekening te houden met de stembus. Zij kan, op grond van het program waarop haar partij het vertrouwen van de meerderheid der kiezers kreeg, een nationale politiek voeren. Het kabinet-MacDonald kan dit niet. Het moet voortdurend de stembus voor oogen houden. Maar hetzelfde geldt natuurlijk voor de oppo sitie. Deze beoordeelt, volkomen terecht overi gens, het beleid der regeering niet volgens de eigenlijke mérites, doch op grond van de stem buskansen. De zekere mate van loyaliteit welke, in het nationaal belang, de betrekkingen tus schen regeering en oppositie beheerschen moet, is geheel zoek. Het parlement is niets anders dan een verkiezingsbureau. Voor een land met slechts 2\i politieke par tijen is een minderheidsregeering, onverschil lig door wie zij uitgeoefend wordt, steeds nood lottig. Hierbij komt nog een aparte factor. Minder- heidsregeeringen, vooral van partijen die nog nooit aan de macht geweest zijn, leggen een neiging aan den dag om tot eiken prijs zekere maatregelen „erdoor te krijgen" vóór den stem busstrijd, die ieder oogenblik kan losbreken. En hierbij gaan zij niet alleen uit van electorale overwegingen. Wij hebben hier veeleer te doen met een psychologisch verschijnsel, en wel met den wil van ministers om voetsporen achter te laten in „the sands of time". Mannen als mr, Snowden en mr. Henderson geboren bewindsleden zijn van deze zwakheid vrij. Een man als mr. MacDonald, die de ijdelste eerste minister is sinds Disraeli, is er daaren tegen in hooge mate mede behept. Ondanks de Engelsche verdraagzaamheid blijft zijn prestige als nationaal staatsman steeds min of meer gedrukt door zijn antecedenten. Voor die ante cedenten schaamt hij zich niet, maar een man van zijn ijdelheid heeft het nimmer kunnen verkroppen dat de overgroote massa de houding, die hij van 1914 tot 1919 aannam, onbarmhartig veroordeeld heeft, en heel zijn internationaal beleid waarmede bijvoorbeeld d9 reductie der Britsche vloot zoo nauw verband houdt schijnt erop berekend te zijn de volksmassa ervan te overtuigen, dat hij niet alleen nu gelijk heeft, maar dat hij in 1914 reeds gelijk had. Dit is zeker, ook van Engelsch standpunt bezien, geen reden om de vlootconferentie niet het beste toe te wenschen, maar niets is natuur lijker dan de reactie, welke men in conserva tieve kringen voortdurend waarneemt op alles wat onder de auspiciën van mr. MacDonald gebeurt. Het is een onloochenbaar feit, dat niemand zooveel vertrouwen heeft in mr. Mac Donald als mr. MacDonald zelf, en dat deze, evenals iedere eerste minister, de oppositie heeft die hij verdient. Het is de „Daily Herald" die in de socialis tische regeerings-organisatie de rol speelt van enfant terrible, en die ons eenige malen per week verrast door datgene te schrijven, wat mr. MacDonald, mr. Henderson en andere mi nisters niet zeggen kunnen. Steeds opnieuw leest men in dit blad hoofd artikelen, welke ons doen denken „Wel, wel, heeft de eerste minister, of de kanselier van da sohatkist, of de minister van handel, of welke staatssecretaris dan ook, 't zóó bedoeld?" Vandaag toont het blad in zoo'n artikel aan, dat de voorstelling, alsof de handelscijfers over Januari (wij gaven ze juist weer) zoo slecht waren, op een truc berust. De volgende week immers moet Engeland te Genève den tol- wapenstilstand onderteekenen, waarin dit economlsch-ontwapende land met Amerika, Duitschland, Frankrijk en andere tot de tanden gewapende landen overeenkomt gedurende zekeren tijd hun invoerrechten niet te ver- hoogen. Geen minister had durven zeggen, dat de regeering te 'i geheel niet zoo ontevreden is over den commercieelen toestand daarom schrijft de „Daily Herald" het. Ook wat de vlootconferentie betreft, is de houding van dit blad merkwaardig. Men kan bezwaarlijk aannemen dat het iets schrijft, waarmede mr. MacDonald en mr. Henderson niet ten volle instemmen, maar dan verdient het ook zeker de aandacht, hoe het voortdurend wantrouwen tegen de bedoelingen van Frank rijk heeft aangekweekt, evenals het dit deed tijdens de eerste Haagsche Reparatieconferentie. „De Fransche pers", schrijft het blad, „maakt er geen geheim van dat het de financieele kracht van Frankrijk is welke het in staat stelt dit uitgebreid© (vloot-) program voor den dag te komen. „We want the ships, we want the men, we've got the money, too", (variatie op een oud Jingo-rijmpje). Is 't ons veroorloofd eraan te herinneren dat indien Frankrijk heden rijk is, dit komt doordat het tien jaren lang armoede heeft aangevoerd als een reden om zijn schulden niet te betalen, en omdat met 't oog hierop, zijn Britsche en Amerikaansche credieten het met groote edel moedigheid behandeld hebben „Wij hebben vrij-uitgesproken, want de toe stand is te ernstig dan dat wij met woorden zouden mogen spalen. De houding, die M. Tardieu aanneemt, brengt het succes van de conferentie, en van meer dan dat, in gevaar. Wij hopen, dat hij minder strak zal zijn dan de geruchten 't doen voorkomen. Wij hopen dat mr. MacDonald opnieuw krachtig zal vasthou den aan zijn breede vredesbeginselen, en dat hij erin zal slagen zijn Fransche collega's te brengen tot de erkenning van de politieke veiligheid welke Frankrijk reeds heeft en tot samenwerking met ons ter bereiking van de eenige politiek, die den vrede verzekeren zal". Wij gelooven dat dit artikel meer waard is dan alle officieele en officieuss conferentie medede-elingen. Er spreekt uit het wantrouwen dat in werkelijkheid door de Labour-regeering gekoesterd wordt tegen Frankrijk, en waar van men waarschijnlijk met recht beweren kan dat het zijn tegenhanger vindt in een even groot wantrouwen van mr. Tardieu tegen de labour-reigeering. Hierop werpen de uitlatingen van een blad, dat tot taak heeft voor „enfant terrible" te spelen, een fel licht. KORTE BERICHTEN Door de Britsche Aero Club is de Brltannia- Trofee, een prijs die ieder jaar wordt uitgeloofd voor de beste prestatie op luchtvaartgebied, voor het jaar 1929 toegekend aan mevrouw Bailey voor haar solo-vlucht van Londen naar Kaap stad en terug, welke vlucht 16 Januari 1929 te Londen beëindigd werd. In 1928 werd de trofee gewonnen door Bert Hinkler, die in 16 dagen meteen sportvliegtuig van Engeland naar Aus tralië vloog, terwijl in 1927 winnaar werd ltn. Bentley door diens solo-vlucht Londen-Kaapstad, eveneens op een sportvliegtuig. Het bestuur van Santa Cruz, op het eiland Teneriffe, het grootste der Kanarische eilanden, heeft besloten twee straten te noemen n#Br de Duitsche vliegers Albrecht en ven 'ichroeder, die in December met een Arado postvliegtuig van de Duitsche Luft Hansa, een postvlucht van Berljjn naar de Kanarische eilanden uit voerden. Op de terugreis werd het vliegtuig te Neu-Ruppin, niet ver van Berliin, bij duisternis tot een noodlanding gedwongen, waarbij Albrecht en von Schroeder het leven verloren. Betreffende de landingssnelheid van de bü den Franschen legervliegdienst in gebruik zijnde parachutes vertelt „Les Sports", dat de gewone parachutes, belast met een pop van 100 kg., met een snelheid van 6 tot 8 meter per seconde neerkomen. Sommige kleine zijden parachutes landen bij 10 3. 11 meter per seconde. Welke snelheid veel te groot is. Ter vergelijking diene, dat men bij een sprong van 2 M. hoogte, op den grond komt met een snelheid van Gjj M. per seconde; van 3 M. hoogte 7.75 M. per seconde, van 4 M. hoogte 9 M. per seconde, van 5 M. hoogte 10 M. per seconde en van 6 M. 11 M. per seconde. Tot 4 M. hoogte kunnen over het algemeen sprongen worden gemaakt zonder nadeeiige gevolgen. Een belangrijke factor is de aard van den bodem. Een vlieger die met een kleine parachute op een drassig veld neer komt, is er beter aan toe dan een die neerkomt op een zwaar bevroren terrein. De bekende Amerikaansche legervlieger Doo- little, de man die de eerste voorover uitgevoerde looping the loop volbracht en die bekend staat als een der stoutmoedigste vliegers ter wereld, heeft den legervliegdienst verlaten. Hij is In dienst getreden van de Shell in Amerika, om het vliegbedrijf van de groote petroleummaatsehappij te organiseeren. Door de afdeeling New Yersey van het Ameri can Legion zal te Lakehurst bij New-York, dicht bij de groote Zeppelin-loods, een kapel worden gebouwd ter gedachtenis aan alle vliegers, die in de luchtvaart hun leven lieten. De kapel zei 'n kleine 109.000 solden kosten (Van onzen correspondent B e r 1 ij n, Februari 1930 Is bet leven de moeite waard geleefd te wor den wanneer men bet stellen moet op een dieet van aardappelen en boter? Er zijn er die deze vraag bevestigend beantwoorden niet alleen, maar die voor hun stellingen niog reclame maken op den koop toe. Een beetje mensohe- lijker dan dezen is dan eigenlijk toch wel die Badensohe dokter Ritter, die zich een paradijs voor zicb zelf en zijn Eva alleen maakte, daar ginder in de verre en.onbewoonde Galapagose- eilanden en zijn medestervelingen met zijn lu gubere theorieën niet verder lastig viel. Arme dr. Ritter! Hij was een bewonderaar van de natuurleefwijze en moest in bet Zonbabel aan de Spree practizeeren. In die groote stad vol asfalt en gekunsteldheid, waar de men- schen kleeren dragen en koeien met alcohol besprenkeld verslinden en dansen of op stoelen zitten. Voor hem was dat leven ondragelijk, maar hij trachtte er toch manmoedig het beste van te maken. Hij had op zijn vensterkozijn bloempotten staan waarin hij haver zaaide en welke hij dan later oogstte om in zijn voeding te voorzien. In de schaduw van deze haver wan delde bij steeds in Adamscostuum rond, tenzij bij in een profetenmantel gehuld en met san dalen geschoeid uit ging naar buiten, waar hij in een boom klom om daar dan de rest van den dag met studiën over het probleem van bet dieet te passeeren. En nu is hij dan in de Galapagose-eilanden teruggevonden door een grappenmaker van een Amerikaansch toerist, die van uit zijn jacht voor een jaar levensmiddelen op bet strand van dezen modernen Robinson achterliet. Allerlei hammen, ingemaakte delicatessen, flessöben met whiskey bij Robinson Ritter, die slechts van haver wil leven! Wat zal de man met al die lekkernijen doen? Zal hij voor de verleiding bezwijken of zal hij de beele santekraam aan de schildpadden, de eenige bewoners van zijn eiland voorzetten? In het eerste geval kan hij het zonder blikopener doen. want alvorens in alle stilte uit Berlijn naar de Stille Zuidzee te 'vertrekken werd dr. Ritter door de vrees bekropen, dat zijn gebit een eeuwigheid van haverdegortpap misschien ndet verdragen zou. Waarop hij manmoedig het besluit nam al zijn tanden te laten uitrukken en ze door andere van staal te vervangen. Hoerah! voor de na tuurleefwijze. Dr. Ritter was geschift zooals de heer Jan Fuselier het zeggen zou en wat excentriek zoo- als het in het Hohandseh heet; maar hij staat niet alleen. Daar is bijvoorbeeld de Deenscbo dr. Hinhede, die de menschen van niets dan aardappelen en boter wil laten leven. Dr. Hinhede was niet de eerst© de beste, want hij was adviseur van de Deensche regeering in do dagen van den oorlog, toen de neutralen soi disant in weelde baadden, maar in werke lijkheid op rantsoen waren gesteld. Hij pleegt over die periode nog steeds in helle begeeste ring te ontvlammen, telkens wanneer bij eraan terugdienkt, want volgens hem lieerscbte er toen een soort onsterflijkheid in Denemarken. Helaas braken er later opnieuw normale tijden uit en daaraan stierven de menschen weer als voorheen. Dr. Hinhede is overigens een reusachtig mensehenvriend. Volgens een rode, die hij pas in Cassel gehouden heeft, zijn alle landen van Europa onderbevolkt. Het blanke ras kan vol gens hem nog vervier- of rijfvoudigd worden, altijd natuurlijk wanneer het zijn dieet volgt. Europa dat momenteel 452 milldoen menschen herbergt, biedt plaats voor 1704 millioen; Amerika voor 1200 millioen. Duitschland dat jaarlijks voor honderden miillioenen aan voed sel moet importeeren om zijn 65 millioen kinde ven in leven te houden, kan uit eigen bodem genoeg trekken om er 185 millioen te voeden en Frankrijk kan er zelfs 200 millioen bewoners op na houden. Maar dan moet men zicb op het standpunt zetten, dat eiwit eigenlijk een soort rattekruid is. Vroegere geleerden hebben haarfijn berekend dat een mensch dood gaat, wanneer hij niet ge regeld minstens 118 gram eiwit ontvangt Maar na veertig jaar experimenteerens heeft Hinhede aan zich zelf vastgesteld, dat 20 gram voldoen, terwijl een handwerker hst met 60 gram kan stellen. Nadat hij deze stelling aldus bewezen had, ging Hinhede er toe over aan te toonen, dat de meening, volgens welke het dierlijke eiwit van beter kwaliteit zou zijn dan het plantaardige, precies verkeerd Is. Het gelukte hem zelfs twee Deensche en later ook een paar Duitsche arbeiders te vin den, bereid zich ter staving van zijn stellingen, als proefkonijn te laten gebruiken. Deze heeren leefden twaalf maanden achter' elkaar van aard appelen ea boter. Daarna aclit maanden haver- pap en boter eu vervolgens acht maanden van grof broed en boter. Of ze toen dood zijn ge gaan of gek geworden, meldt de geschiedenis niet, maar aangevuurd door dit succes, liet bij nu een paar arbeiders twee jaar lang zonder eenig vet leven, maar alleen op groentesoep, aardappelen en brood. Ook deze operatie slaagde naar wensch, waardoor bewezen is, dat de mer.sch liet ook zonder vet -kan stellen. Mn ar toen kwam de oorlog en kon Hinhede zijn experimenten op groote schaal voortzetten „Slacht de zwijnen en redt de menschen" was zijn leus op grond daarvan werden alle Deen sche varkens en een derde van de koeien naai de slachtbank geleid. Het aldus vrijkomende veevoeder werd aan de menschen voorgezet eu ..Nimmer was een land ter wereld zoo ge zond als Denemarken tijdens de rantsoenesrins" Maar we zijn in die dagen wel eens naar Ko penhagen geweest en daar merkten we, dat de Denen zich dikwijls afvroegen of een leven, zóó volgepropt met aardappelen en meel, dat er V'oon andere versnaperingen beelemaal geen plaats meer overbleef, wel waard was geleefd te worden. Al deze discussies over dieeten passen won derwel in het kader dat professor dr. Bergius en dr. Steiger zoo juist te zamen getimmerd hebben. Bergius is de beroemde man, die de kunst uitgevonden heeft steenkool vloeibaar te ma ken. Hij heeft zich echter ook met andere pro blemen bezig gehouden en nog slechts twee dagen geleden een stuk in de „Vossische Zei- tung" geschreven, waarin hij mededeelt, dat hij er naar veertien-jarigen arbeid in geslaagd is, eetbare suiker uit hout te distilleeren. Men kan reeds lang uit hout cellulose maken Ook wist men dat er een soort suiker ontstaat, wanneer men deze cellulose met geconcentreer de zoutzuren mengde. Maar <b=se «uiker was Aan de bridge-tafel: „Eruit, brand 1" „Jij eerst, Piet; jij zit aan de voor hand 1" onverteerbaar. Aldus begon men dan in 1916 naar het middel te zoeken deze suiker eetbaar te maken en daarin is men tenslotte geslaagd. Het gaat bij deze vinding echter niet om een louter laboratorium-experiment, maar om een proces dat economisch toe te passen is. Welis waar zal men de Duitschers in de naaste toe komst ndet bezig zien met het verslinden van al hun wouden, maar ze stoppen jaarlijks toch 23 millioen ton hout in hun ovens en deze zul len ze voortaan op kunnen eten. Ook alle hout afval, alle zaagsel en spaanders en alle doode takken die nu in de bosscken liggen te ver gaan, zullen in de toekomst op den disch ver schijnen en daar een goed figuur maken. Oude canapé's en boekenkasten, lucifers, gebruikte tandenstokers, ze zullen voortaan niet meer weggeworpen, maar in suiker omgezet en opge peuzeld worden. Nu is de Pruisische minister van landbouw de beer Steiger gekomen en heeft zich met beide handen tegelijkertijd van de houtsuiker meester gemaakt. Men hoeft beelemaal niet te vreezen, aldus deze staatsman, dat de nieuwe vinding schade zal veroorzaken aan onzen toch al zoo slecht maroheerenden landbouw. Het te gendeel is veeleer waar. Want volgens een rede welke hij kort geleden in den Pruisischen land dag gehouden heeft is het 't gegeven ding deze houtsuiker met aardappelmeel te verbinden en ze dan aan de varkens voor te zetten. De var kensteelt Is in Duitschland van zeer groot be lang. Men zal verbaasd staan te vernemen, dat zij van grooter belang is dan de kolenpro- ductle. Maar zij stoot op groote zwarigheden. De meeste varkens wonen in het Westen van de republiek terwijl het beste varkensvoer in bet Oosten groeit. Daarom worden de dieren veel al met geïmporteerd voer gemest, terwijl de boer in de Oostelijke provinciën met zijn aard appelen in zijn maag blijft zitten, om bet zoo maar eens te zeggen. In de toekomst echter zal het mogelijk zijn de boutsuiker met aardappelmeel tot een uit stekend varkensvoer te kunnen mengen, tot een voer van zoo hooge waarde, dat het trans port van het Oosten naar het Westen loont. Met aardappelen alleen is dat niet het geval, en komt het goedkooper uit gerst enz. van el ders in te voeren. De houtsuiker zal hieraan echter een einde maken en je aardappelehteelt, in heit Oosten aldus een nieuwen Schwung geven. HET GEVAAR VAN LANDEN BIJ DUISTERNIS Het nut van koplampen op vliegtuigen Naar aanleiding van het bericht in ons blad onder hetzelfde opschrift wordt er onze aan dacht op gevestigd, dat wielremmen een bijzonder groote verbetering beteekenen bij landingen onder moeilijke omstandigheden, doch dat bij de uiteenzetting van het noodlottige ongeval bij Dieppe, overkomen aan een Fransch vliegtuig bü een landing in duisternis, verzuimd werd te vermelden, dat het geheele ongeluk evenzeer te wijten kan zijn aan een misrekening bij de landing. Wanneer de piloot had kunnen zien, waar hij zijn toestel bij de landing op-zette, dan zou hij waarschijnlijk al vroeger aan den grond gegaan zijn en zou ook zijn uitloop niet grooter geweest zijn, dan het vóór hem liggende stuk veld. Had hij kunnen zien, dat dit veld voor een landing te klein was, dan zou hij niet dSAr, doch ergens anders geland zijn. Wij lezen méér van landingen in duisternis, die mislukken, deels met zéér ernstige gevolgen. Wielremmen zün wel uitermate nuttig, maar helpen niet In eerste instantie om een landing te doen slagen. Overdag zou een piloot er toch niet aan denken met dichte oogen te gaan landen, daarbij alléén op zijn remmen vertrouwende Er zün nog duizend en één andere oorzaken voor het mislukken van een landing In duisternis. Er kunnen op het terrein hindernissen zijn, die fataal worden. Wij denken nog aan een landing van één onzer Indië-postvliegtuigen na zons ondergang, waarbij een od liet vliegterrein aan wezige hooiberg noodlottig werd. Verloor de bemanning van het Engelsche Fairey record vliegtuig op een non-stop-vlucht van Londen naar Zuid-Afrika niet het leven, door bü duis ternis tegen een heuvelrug aan te vliegen, dien zij niet gezien had Al helpt het bij mist niet (mist legt trouwens niet alléén de luchtvaart voor een deel stil, maar ontwricht evenzeer spoorweg-, scheepvaart- en ander verkeer) toch behooren vliegtuigen, die voor duisternis-vluchten gebruikt moeten wor den, uitgerust te zijn met een behoorlijke krach tige lichtinstallatie, door welker lichtbundel de piloot in staat is verkenningen te verrichten en zün landingsterrein over een voldoende lengte en breedte te verlichten, teneinde hem de landing mogelijk te maken, alsof het bij daglicht ware. Dan kan de bestuurder zün vliegtuig voor het éérst op den grond zetten aan den uitersten rand van het terrein, om dat vervolgons "in zijn volle afmeting af te rollen. Is het tekort, ja dAn pas kunnen wielremmen hem helpen. Maar licht komt éérst, de rest achteraan. En het kén, want het vraagstuk der verlich ting aan boord van vliegtuigen is door onze gloeilampen-industrie immers gehéél opgelost? Kleine eivormige lantaarns met een zéér bijzon dere lamp stralen op wensch van den bestuurder een kraehtigen bundel uit, die bij een landing in volslagen duisternis het veld over een lengte van 600 en meer meter en over een breedte van méér dan 100 meter als by dag verlichten. Dat zU in een groote behoefte voorzien, blijkt vol komen uit het feit, dat zij hun weg reeds naar 14 verschillende landen „all over the world" gevonden hebben, dat er verschillende luchtvaart maatschappijen zijn, die haar luchtvloten er ge heel mede uitrusten, dat steeds nabestellingen komen en ook onze groote vliegtuigbouwer Fok- ksr besloot, al zijn daarvoor in aanmerking komende vliegtuigen, dl» in circa 18 fabrieken gebouwd worden, van din verlichtings-installaties te voorzien. Klngsford Smith heeft ze, van Lea1' Black liet er zijn „Free State of Maryland" ro®0 uitrusten en de Zwitsersche milllonnair Ziet2 moest en zou zoo'n lantaarn op zijn Fokker hebben. Ongelukken door duisternis zijn dus niet meer noodig. En ln mist Ja, dAn moet radio te hulp komen en zullen vliegtuigen# die niet weten zij zijn, naar de groote luchtvaartterreinen gele' moeten worden door middel van radio instrumen ten, om liet hun mogelijk te maken met kan_ van slagen daar te landen. Maar licht is blijft aoodig.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10