Het Land der wintersporten
K
Een partij-regeering en een partij-oppositie
Is het leven waard
geleefd te worden?
f:
DONDERDAG 20 FEBRUARI 1930
DERDE BLAD.
De sportieve balans van het Zwitsersche seizoen
PAGINA 2.
ROMEÏNSCHE OUDHEDEN
si
V'J
DE „DAILY HERALD" ALS
„ENFANT TERRIBLE"
Vegetarische propaganda
HOUTSUIKER EN VARKENSTEELT
(Van onzen correspondent
Genève, 11 Februari 1930.
Juist nu wij in de Zwitsersche steden eigen
lijk voor bet eerst een wintersche temperatuur
beöben en in de bergdistricten nieuwe sneeuw
gevallen is, is het hoogtepunt van het Zwit
sersche wintersportseizoen al weder voorbij.
Januari is, zooals steeds, de belangrijkste sport-
maand geweest. Voorgisteren hebben wij nog
de groots Zwitsersche ski-kampioenschappen
en de paardenrennen op het ijs te St. Moritz
gehad. Thans blijven ons nog slechts over de
Bob-derby en de „Grand National" voor ske
letons, beide te St. Moritz, en dan behooren
alle klassieke wintersportwedstrijden en alle
groote internationale seizoens-ontmoetingen
weder tot het verleden en kunnen de Zwit
sers zich alleen nog verheugen in de gedachte,
dat ondanks dezen abnormalen winter met
abnormaal weinig sneeuw en abnormaal zacht
weder het geheele wintersportprogramma kon
worden uitgevoerd, zooals het in den zomer
en den herfst was ontworpen, toen de initia
tieflost tot het maken van grootsche plannen
gelukkig niet beinvloed kon worden door de
voorkennis omtrent het weder, dat ons ook
hier te wachten stond.
Zwitserland heeft in dezen winter meer dan
ooit bewezen het land bij uitnemendheid voor
de wintersporten te zijn. De hooge ligging van
de belangrijkste sportplaatsen heeft gemaakt,
dat de sneeuw, die zoo nu en dan een korte
verschijning maakte, daar bleef liggen, omdat
de in het laagland heersckende voorjaarsche
temperatuur in de bergen steeds zooveel la
ger, was, dat de sneeuw daar niet wegsmolt,
terwijl ook het ijs door de voldoende koude
nachten den aanvallen der warme middagzon
kon blijven weerstand bieden. Zoo konden de
groote wintersportgebeurtenissen in Zwitser
land alle regelmatig gehouden worden, terwijl
de Scandinavische winterspelen te Stockholm
moesten worden afgelast, de Dultsche winter
spelen slechts zeer gebrekkig konden worden
ten uitvoer gebracht en de ijshockey-wereld
kampioenschappen te Chamonix een lijdensge
schiedenis hadden, die ten slotte met de ver
plaatsing van de eindstrijdeu naar Berlijn
moest eindigen
Eén belangrijke internationale wedstrijd in
Zwitserland was ook bijna aan het abnormale
weder ten offer gevallen; de wereldkampioen
schappen voor vier-psrsoon3-bobs te Caux, bo
ven Montreux. Het westelijke, Fransch-spre-
kende gedeelte van Zwitserland was dit jaar
wel buitengewoon slecht met sneeuw bedeeld
en bovendien werd het reeds togen het einde
van Januari aan de oevers van het meer van
Genève zoo warm, dat het kleins laagje sneeuw
wegsmolt ais in letterlijken zin „sneeuw voor
de zon". Dat desniettemin de wereldkampioen-
scbapoen hebben kunnen doorgaan, is uitslui
tend te danken aan het geld noch moeiten
sparende werk van het organisatie-comité dat
nu eenmaal een eerezaak ervan maakte, dat
Caux niet bederven zou hst trotsehe record van
Zwitserland in dezen winter, die geen winter
was: dat alle belangrijke, aan de Zwitsersche
zorg toevertrouwde internationale wedstrijden
konden gehouden worden, zonder uitzondering.
Waar er dus in de onmiddellijke nabijheid van
de bobbaan van Caux geenerlei sneeuw te be
kennen wa3, namen de organisatoren der we
reldkampioenschappen het koene besluit om de
noodige sneeuw van de 1000 meter hooger ge
legen Rochers-de-Naye (het bekende fraaie uit-
zichtspunt, dat men met een trandradbaan be
reiken kan) naar beneden te doen brengen, om
aldus te midden van een lentelandschap een
bob-baan op te bouwen van de gewone eerbied
waardige lengte van 2600 meter met natuurlijk
da noodzakelijke hooge sneeuwwallen in de
gevaarlijke bochten. Daar de bobbaan vrijwel
geheel in de schaduw van het bosch lag, kon
de warme zon niet al te veel schade aanrich
ten en iederen avond werd nieuwe van de koude
toppen van de Rochers-de-Naye gehaalde
sneeuw op de baan en haar wanden gelegd,
terwijl ook de ijslaag van de baan zelf werd
instandgehouden door de zorgvuldige begie
ting des nachts, wanneer het nog eenige graden
vroor, met water. Zoo konden de wereldkam
pioenschappen bobslederennen verreden worden
in een voorjaarsachtige omgeving, zooals zich
wellicht nimmer meer bij deze sport van sneeuw
en ijs zal voordoen, zoodat na den afloop der
wedstrijden het organisatiecomité een min
stens even fraaie overwinnning behaald had,
als de Italiaansche ploeg, die na een gewel
digen strijd tegen de Duit3chers en Zwitsersch
het wereldkampioenschap veroverd had.
"Waren de wereldkampioenschappen te Caux
natuurlijk het hoogtepunt van het bobslede-
seizoen, waarop helaas een zwarte schaduw
geworpen is door het doodelijk ongeval van
een Engelsche ploeg bij een bobsledewedstrijd
te Mürron, met betrekking tot de voornaamste
sueeuwsport, het ski-en, is het moeilijker uit
te maken, wat wel de voornaamste sport
gebeurtenis van dezen winter is geweest. Heel
veel belangstelling bestond voor de aeade-
Itiische wereldkampioenschappen te Davos en
vooral voor het nieuwe en zeer goed geslaagde
nummer: de estafette-wedstrijd tusschen natio
nale ploegen, die uit 5 personen hestonden, die
ieder den staf na een marsch van ongeveer 6
K.M. (nu eens steil-daleud, dan weder stijgend
of langs den vlakken weg) aan zijn opvolger
moesten ter hand stellen, totdat de laatste der
vijf bij de eindstreep den staf aan de jury
overhandigde. Een niet minder groot succes
was een andere nieuwigheid, ditmaal te St.
Moritz, de zoogenaamde „kilometer lancê op
ski's", waarbij de deelnemers, als tevoren reeds
op gang gebrachte automobielen bij den oor-
spronkelijken kilometer-lancé-wedstrijd, door
een 100-meter-aanloop op sterk dalend terrein
de startlijn in veile vaart passeeren, om dan
op een kaarsrechte, door geen enkele kromming
onderbroken, met een sterke helling van 33
giaad naar beneden voerende sneeuwbaan onge
veer 200 meter omlaag te suizen, om de eind
streep door te vliegen en daarna in een on
metelijke sneeuwvlakte weder tot stilstand te
worden gebracht. Daar negens in de buurt van
St. Moritz een bnan^van een geheelen kilometer
lengte te vinden was, die aan de vereischten
van een wedstrijdbaan voor dan „kilomcter-
lancé-op-ski's" voldeed, heeft men zich met oen
haan van 200 meter lengte vergenoegd. Ook zoo
kon men uitrekenen, wat de maximum-snelheid
van een skilooper zijn kon. De Oostenrijksche
student Lantschner, academisch wereldkam
pioen in den afdalingsren te Davos geworden,
wi~t ook dezen St. Moritzer sensatie-wedstrijd
te winnen en legde de baan van 200 meter
af met een snelheid, die gelijk staat aan meer
dan 105 kilometer per uur
Onder de ZwitBersche bevolking zelf bestond
echter voor geen ski-wedstrijd zooveel be
langstelling als voor de nationale ski-kam
pioenschappen, die verleden Zondag te Engel
berg gehouden werden en waarvoor in het ge
bral ruim 500 inschrijvingen waren ontvangen!
De kampioenschapswedstrijden waren vooraf
gegaan door een wekenlange serieuse training
der ploeg, die dezer dagen naar Oslo vertrekt,
om daar in de internationale wedstrijden, die
de werkelijke ski-wereldkampioenschappen vor
men, de Zwitsersche kleuren hoog te houden.
Geen wonder, dat groote verrassingen dan ook
uitbleven en dat de Zwitsersche favorieten
voor Oslo het kampioensohap wonnen: Walter
Bussmann (Luzern) over den langen afstand,
Fritz Kaufmann (Grindelwald) in het ski
springen. De voor Oslo uitverkoren ski-ers toon
den allen, dat hun keuze gerechtvaardigd was.
De eenige verrassing was, dat Adolf Rubi
(Grindelwald), die in 1928 en 1929 het ge
combineerde ski-kampioenschap gewonnen had
als beste „all round"-ski-er, ditmaal dit kam
pioenschap aan Bussmann moest afstaan, om
dat Rubi. in zijn laatsten sprong het ongeluk
had met zijn handen den bodem aan te raken,
zoodat deze sprong niet als „gestaan" kon wor
den berekend
Het ski-seizoen 1930 van 1930 zal verder In
Zwitsërland bekend blijven staan door de
groote successen van Fritz Kauffmann als
springer, die slechts één wedstrijd verloren
heeft, de lengte-records der sprongen van vier
verschillende springschansen achtereenvolgens
verbeterd heeft en meermalen in prachtigen
stijl de 70-meter grens overschreed. Zwitserland
heeft nimmer nog zulk een voortreffelijken
springer bezeten. Meer nog dan de lange af
stand-kampioen Bussmann, die zich reeds op de
Olympische winterspelen te St. Moritz onder
scheidde, is Kauffmann inderdaad een Zwit
sersche „hoop" voor Oslo.
Wat de ijssporten betreft, waren de ijshockey-
wedstrijden tijdens de Academische wereldkam
pioenschappen te Davos een teleurstelling,
doordat alleen Italiaansche en Zwitsersche stu
denten daarvoor uitkwamen. Des te succes
voller was de tournee der Canadeesche ijs
hockeyspelers door Zwitserland, al was h%t
sportieve succes der Zwitsers tegen deze on
navolgbare meesters der ijshockeysport nu niet
bepaald groot: 77 doelpunten wisten de Ca-
nadeezen in hun zes wedstrijden tegen de Zwit
sers te maken, waartegenover alleen de Davo-
sers in twee wedstrijden 4 eere-punten wisten
te behalenDe wedstrijden om het wereld
kampioenschap te Chamonix brachten den
Zwitsers toen de voldoening, dat zij toch toonen
konden tot de sterkste spelers van Europa te
behooren, ook al verloren de aan wedstrijden
in de gezonde stalende buitenlucht gewende
Davosers ten slotte den eindstrijd om het
Europeesche kampioenschap tegen Duitschland
dat, tengevolge van de ijs-ellende van Cha
monix, op eigen terrein den eindstrijd speelde,
n.l. in de met dichte rookwalmen gevulde on
gezonde atmo^ser van het Berlijnsche kunstijs
paleis.
Ten slotte nog een enkel woord over de
andere ijssport: het hardrijden op schaatsen.
Dit is en blijft de wintersport, die in Zwitser
land het minst beoefend wordt. Toch hebben de
academische wereldkampioenschappen te Davos
eenige nieuwe belangstelling voor deze sport
onder de Zwitsersche studenten gebracht en
hebben ook daarna, op de schaatsenwedstrijden
te St. Moritz eenige plaatselijke grootheden
getoond niet geheel zonder talent te zijn.
Het v interseizoen 1929/1930 zal in de met
heel wat beroemde gebeurtenissen op dit ge
bied reeds gevulde annalen der Davoser ijs-
club bekend blijven staan om twee redenen
omdat hier de laatste ontmoeting heeft plaats
gevonden tusschen den ouden wereldkampioen
Clas Thunberg (Finland) en een zijner ern
stigste tegenstanders, den Noor Ballangrud, met
het gevolg, dat beiden in deze laatste ontmoe
ting tegen elkander een wereldrecord verbeterd
hebben; en in de tweede plaats om de schitte
rend wijze, waarop onze landgenoot Van der
Scheer het academische wereldkampioenschap
over alle vier afstanden won, géén oogenblik
door zijn Hongaarsche, Italiaansche, Oosten
rijksche, Zwitsersche en Nederlandsche tegen
standers ook maar bedreigd. De uitslagen van
de sinds dien in Noorwegen gehouden wedstrij
den, waar de jonge Van der Scheer telkens op
nieuw toonde een beter „all round"-hardrijder
te zijn dan alle Scandinaviërs op Staksrud en
Ballangrud na, hebben daarna in nog sterker
mate aangetoond, dat de academische jeugd
trotsch mag zijn op haar wereldkampioen 1
Een bijzonder interessante ontdekking
In de nabijheid van het stadje Tivoll heeft
men een bijzonder Interessante archeologische
ontdekking gedaan. Bij de Verbreeding der
antieke via Valeria stiet men n.l. op eenige
oude graven, waarbij men gelooft, dat ook dat
van Lucius Amicus Varo zich zal bevinden,
daar volgens een opschrift het graf van zijn
zoon alree is blootgelegd.
Door deze vondst zou aan een langdurige
controverse onder de geleerden, die het over
Varo's laatste rustplaats niet eens konden wor
den, een einde zijn gesteld. Zij lost tevens de
kwestie op omtrent de herkomst der Varo's
die blijkbaar van Tiburtijnschen oorsprong
zijn. Zooals bekend, bezat Quintilius Varo een
villa op de helling der Tiburtijnsche bergen en
ried Horatlus den tribuun, daar wijn te plan
ten. Een andere tribuun uit hetzelfde ge
slacht, Lucius Rufus Varo, was bevriend met
Mecenas en Virgilius.
Omtrent de uitgravingen aan de „Villa dei
Misteri'" in Pompei worden nog belangrijke
bijzonderheden gemeld.
Het is nu komen vast te staan, dat de villa
uit twee gedeelten bestond, die door een gang
met elkaar verbonden waren. Het eerste ge
deelte van het bouwwerk is in zuiver Pompe-
jaanschen stijd opgetrokken, terwijl het tweede
gedeelte voor zoover het is blootgelegd een
anderen stijl verraadt. De vertrekken van dit
deel maar voor alles de muurschilderingen en
beelden doen vermoeden, dat wij hier te doen
hebben met een der talrijke slechte huizen van
Pompei. Zooals bekend werd onlangs in dit
gedeelte van het gebouw een volkomen onge
rept marmeren beeld van buitengewone schoon
heid ontdekt zoo klassiek van opvatting en
afwerking, dat deskundigen het aan Phidias
toeschrijven.
AANKOOP VAN JOODSCHE
VOETBALLERS.
Eenige dagen geleden is In opdracht van de
S. C. Hakoah-Haifa, een club in Palestina, een
zekere Joachim Weiss aangekomen om Joodsche
voetballers voor die club aan te werven. De
onderhandelingen hadden tot gevolg dat tegen
een weekloon van 70 dollar 8 Hongaarsche spe
lers reeds 28 Februari naar Palestina zullen
vertrekken. Deze aangelegenheid heeft in de
Hongaarsche sportkringen groote ontstemming
verwekt en de betrokken vereenlgingen eischen
van het bondsbestuur maatregelen, die den uit
voer zullen verhinderen.
m
EEN DEEL VAN DE DEMONSTREERENDE KLEERMAKERS te New-York, die betere
levensvoorwaarden trachtten te verkrijgen; het dreigend conflict is intusschen voorkomen.
1 TOENEMENDE FRANSCH-ENC1.' :-
WANTROUWEN
(Van onzen correspondent
LONDEN, 15 Februari 1930.
De oorzaken waardoor, in sterker mate dan
ooit, in Engeland partij-politiek inplaats van
nationale politiek gevoerd wordt, zijn gemak
kelijk op te sporen. De regeering vertegenwoor
digt geen nationale meerderheid de partij
waartoe zij behoort, beheerscht het parlement
niet. Iedere minderheid3regeering heeft voort
durend rekening te houden met de oppositie
partijen, m. a. w. haar politiek is voortdurend
gericht op partijbelangen. Alle pogingen moeten
geconcentreerd worden op het moeilijke vraag
stuk hoe de regeering zich in 't zadel kan
houden, en aangezien een crisis, welke eindigt
met een beroep op de kiezers, iederen dag
mogelijk is, moeten de beele wetgeving, de heele
economische en de heele buitenlandsche politiek
berekend zijn op versterking van de positie
der regeeringspartij bij de kiezers.
Een meerderheidsregeering kan, onder gewo
ne omstandigheden, rekenen op een bewinds
periode van vijf jaren, en behoeft dus, vooral
wanneer zij, gelijk 't vorige conservatieve kabi
net, een onwankelbare positie in 't lagerhuis
inneemt, drie en een half of vier jaren lang
weinig rekening te houden met de stembus.
Zij kan, op grond van het program waarop
haar partij het vertrouwen van de meerderheid
der kiezers kreeg, een nationale politiek voeren.
Het kabinet-MacDonald kan dit niet. Het moet
voortdurend de stembus voor oogen houden.
Maar hetzelfde geldt natuurlijk voor de oppo
sitie. Deze beoordeelt, volkomen terecht overi
gens, het beleid der regeering niet volgens de
eigenlijke mérites, doch op grond van de stem
buskansen. De zekere mate van loyaliteit welke,
in het nationaal belang, de betrekkingen tus
schen regeering en oppositie beheerschen moet,
is geheel zoek. Het parlement is niets anders
dan een verkiezingsbureau.
Voor een land met slechts 2\i politieke par
tijen is een minderheidsregeering, onverschil
lig door wie zij uitgeoefend wordt, steeds nood
lottig.
Hierbij komt nog een aparte factor. Minder-
heidsregeeringen, vooral van partijen die nog
nooit aan de macht geweest zijn, leggen een
neiging aan den dag om tot eiken prijs zekere
maatregelen „erdoor te krijgen" vóór den stem
busstrijd, die ieder oogenblik kan losbreken.
En hierbij gaan zij niet alleen uit van electorale
overwegingen. Wij hebben hier veeleer te doen
met een psychologisch verschijnsel, en wel met
den wil van ministers om voetsporen achter
te laten in „the sands of time". Mannen als
mr, Snowden en mr. Henderson geboren
bewindsleden zijn van deze zwakheid vrij.
Een man als mr. MacDonald, die de ijdelste
eerste minister is sinds Disraeli, is er daaren
tegen in hooge mate mede behept. Ondanks de
Engelsche verdraagzaamheid blijft zijn prestige
als nationaal staatsman steeds min of meer
gedrukt door zijn antecedenten. Voor die ante
cedenten schaamt hij zich niet, maar een man
van zijn ijdelheid heeft het nimmer kunnen
verkroppen dat de overgroote massa de houding,
die hij van 1914 tot 1919 aannam, onbarmhartig
veroordeeld heeft, en heel zijn internationaal
beleid waarmede bijvoorbeeld d9 reductie der
Britsche vloot zoo nauw verband houdt
schijnt erop berekend te zijn de volksmassa
ervan te overtuigen, dat hij niet alleen nu
gelijk heeft, maar dat hij in 1914 reeds gelijk
had.
Dit is zeker, ook van Engelsch standpunt
bezien, geen reden om de vlootconferentie niet
het beste toe te wenschen, maar niets is natuur
lijker dan de reactie, welke men in conserva
tieve kringen voortdurend waarneemt op alles
wat onder de auspiciën van mr. MacDonald
gebeurt. Het is een onloochenbaar feit, dat
niemand zooveel vertrouwen heeft in mr. Mac
Donald als mr. MacDonald zelf, en dat deze,
evenals iedere eerste minister, de oppositie
heeft die hij verdient.
Het is de „Daily Herald" die in de socialis
tische regeerings-organisatie de rol speelt van
enfant terrible, en die ons eenige malen per
week verrast door datgene te schrijven, wat
mr. MacDonald, mr. Henderson en andere mi
nisters niet zeggen kunnen.
Steeds opnieuw leest men in dit blad hoofd
artikelen, welke ons doen denken „Wel, wel,
heeft de eerste minister, of de kanselier van
da sohatkist, of de minister van handel, of
welke staatssecretaris dan ook, 't zóó bedoeld?"
Vandaag toont het blad in zoo'n artikel aan,
dat de voorstelling, alsof de handelscijfers over
Januari (wij gaven ze juist weer) zoo slecht
waren, op een truc berust. De volgende week
immers moet Engeland te Genève den tol-
wapenstilstand onderteekenen, waarin dit
economlsch-ontwapende land met Amerika,
Duitschland, Frankrijk en andere tot de tanden
gewapende landen overeenkomt gedurende
zekeren tijd hun invoerrechten niet te ver-
hoogen.
Geen minister had durven zeggen, dat de
regeering te 'i geheel niet zoo ontevreden is
over den commercieelen toestand daarom
schrijft de „Daily Herald" het.
Ook wat de vlootconferentie betreft, is de
houding van dit blad merkwaardig. Men kan
bezwaarlijk aannemen dat het iets schrijft,
waarmede mr. MacDonald en mr. Henderson
niet ten volle instemmen, maar dan verdient
het ook zeker de aandacht, hoe het voortdurend
wantrouwen tegen de bedoelingen van Frank
rijk heeft aangekweekt, evenals het dit deed
tijdens de eerste Haagsche Reparatieconferentie.
„De Fransche pers", schrijft het blad, „maakt
er geen geheim van dat het de financieele
kracht van Frankrijk is welke het in staat
stelt dit uitgebreid© (vloot-) program voor
den dag te komen. „We want the ships, we
want the men, we've got the money, too",
(variatie op een oud Jingo-rijmpje). Is 't ons
veroorloofd eraan te herinneren dat indien
Frankrijk heden rijk is, dit komt doordat het
tien jaren lang armoede heeft aangevoerd als
een reden om zijn schulden niet te betalen, en
omdat met 't oog hierop, zijn Britsche en
Amerikaansche credieten het met groote edel
moedigheid behandeld hebben
„Wij hebben vrij-uitgesproken, want de toe
stand is te ernstig dan dat wij met woorden
zouden mogen spalen. De houding, die M.
Tardieu aanneemt, brengt het succes van de
conferentie, en van meer dan dat, in gevaar.
Wij hopen, dat hij minder strak zal zijn dan de
geruchten 't doen voorkomen. Wij hopen dat
mr. MacDonald opnieuw krachtig zal vasthou
den aan zijn breede vredesbeginselen, en dat
hij erin zal slagen zijn Fransche collega's te
brengen tot de erkenning van de politieke
veiligheid welke Frankrijk reeds heeft en tot
samenwerking met ons ter bereiking van de
eenige politiek, die den vrede verzekeren zal".
Wij gelooven dat dit artikel meer waard is
dan alle officieele en officieuss conferentie
medede-elingen. Er spreekt uit het wantrouwen
dat in werkelijkheid door de Labour-regeering
gekoesterd wordt tegen Frankrijk, en waar
van men waarschijnlijk met recht beweren kan
dat het zijn tegenhanger vindt in een even
groot wantrouwen van mr. Tardieu tegen de
labour-reigeering. Hierop werpen de uitlatingen
van een blad, dat tot taak heeft voor „enfant
terrible" te spelen, een fel licht.
KORTE BERICHTEN
Door de Britsche Aero Club is de Brltannia-
Trofee, een prijs die ieder jaar wordt uitgeloofd
voor de beste prestatie op luchtvaartgebied, voor
het jaar 1929 toegekend aan mevrouw Bailey
voor haar solo-vlucht van Londen naar Kaap
stad en terug, welke vlucht 16 Januari 1929 te
Londen beëindigd werd. In 1928 werd de trofee
gewonnen door Bert Hinkler, die in 16 dagen
meteen sportvliegtuig van Engeland naar Aus
tralië vloog, terwijl in 1927 winnaar werd ltn.
Bentley door diens solo-vlucht Londen-Kaapstad,
eveneens op een sportvliegtuig.
Het bestuur van Santa Cruz, op het eiland
Teneriffe, het grootste der Kanarische eilanden,
heeft besloten twee straten te noemen n#Br de
Duitsche vliegers Albrecht en ven 'ichroeder,
die in December met een Arado postvliegtuig
van de Duitsche Luft Hansa, een postvlucht
van Berljjn naar de Kanarische eilanden uit
voerden. Op de terugreis werd het vliegtuig te
Neu-Ruppin, niet ver van Berliin, bij duisternis
tot een noodlanding gedwongen, waarbij Albrecht
en von Schroeder het leven verloren.
Betreffende de landingssnelheid van de bü den
Franschen legervliegdienst in gebruik zijnde
parachutes vertelt „Les Sports", dat de gewone
parachutes, belast met een pop van 100 kg., met
een snelheid van 6 tot 8 meter per seconde
neerkomen. Sommige kleine zijden parachutes
landen bij 10 3. 11 meter per seconde. Welke
snelheid veel te groot is. Ter vergelijking diene,
dat men bij een sprong van 2 M. hoogte, op
den grond komt met een snelheid van Gjj M.
per seconde; van 3 M. hoogte 7.75 M. per seconde,
van 4 M. hoogte 9 M. per seconde, van 5 M.
hoogte 10 M. per seconde en van 6 M. 11 M. per
seconde. Tot 4 M. hoogte kunnen over het
algemeen sprongen worden gemaakt zonder
nadeeiige gevolgen. Een belangrijke factor is
de aard van den bodem. Een vlieger die met
een kleine parachute op een drassig veld neer
komt, is er beter aan toe dan een die neerkomt
op een zwaar bevroren terrein.
De bekende Amerikaansche legervlieger Doo-
little, de man die de eerste voorover uitgevoerde
looping the loop volbracht en die bekend staat als
een der stoutmoedigste vliegers ter wereld, heeft
den legervliegdienst verlaten. Hij is In dienst
getreden van de Shell in Amerika, om het
vliegbedrijf van de groote petroleummaatsehappij
te organiseeren.
Door de afdeeling New Yersey van het Ameri
can Legion zal te Lakehurst bij New-York, dicht
bij de groote Zeppelin-loods, een kapel worden
gebouwd ter gedachtenis aan alle vliegers, die
in de luchtvaart hun leven lieten. De kapel zei
'n kleine 109.000 solden kosten
(Van onzen correspondent
B e r 1 ij n, Februari 1930
Is bet leven de moeite waard geleefd te wor
den wanneer men bet stellen moet op een dieet
van aardappelen en boter? Er zijn er die deze
vraag bevestigend beantwoorden niet alleen,
maar die voor hun stellingen niog reclame
maken op den koop toe. Een beetje mensohe-
lijker dan dezen is dan eigenlijk toch wel die
Badensohe dokter Ritter, die zich een paradijs
voor zicb zelf en zijn Eva alleen maakte, daar
ginder in de verre en.onbewoonde Galapagose-
eilanden en zijn medestervelingen met zijn lu
gubere theorieën niet verder lastig viel.
Arme dr. Ritter! Hij was een bewonderaar
van de natuurleefwijze en moest in bet Zonbabel
aan de Spree practizeeren. In die groote stad
vol asfalt en gekunsteldheid, waar de men-
schen kleeren dragen en koeien met alcohol
besprenkeld verslinden en dansen of op stoelen
zitten. Voor hem was dat leven ondragelijk,
maar hij trachtte er toch manmoedig het beste
van te maken. Hij had op zijn vensterkozijn
bloempotten staan waarin hij haver zaaide en
welke hij dan later oogstte om in zijn voeding
te voorzien. In de schaduw van deze haver wan
delde bij steeds in Adamscostuum rond, tenzij
bij in een profetenmantel gehuld en met san
dalen geschoeid uit ging naar buiten, waar hij
in een boom klom om daar dan de rest van den
dag met studiën over het probleem van bet
dieet te passeeren.
En nu is hij dan in de Galapagose-eilanden
teruggevonden door een grappenmaker van een
Amerikaansch toerist, die van uit zijn jacht
voor een jaar levensmiddelen op bet strand van
dezen modernen Robinson achterliet. Allerlei
hammen, ingemaakte delicatessen, flessöben met
whiskey bij Robinson Ritter, die slechts van
haver wil leven! Wat zal de man met al die
lekkernijen doen? Zal hij voor de verleiding
bezwijken of zal hij de beele santekraam aan
de schildpadden, de eenige bewoners van zijn
eiland voorzetten? In het eerste geval kan hij
het zonder blikopener doen. want alvorens in
alle stilte uit Berlijn naar de Stille Zuidzee
te 'vertrekken werd dr. Ritter door de vrees
bekropen, dat zijn gebit een eeuwigheid van
haverdegortpap misschien ndet verdragen zou.
Waarop hij manmoedig het besluit nam al zijn
tanden te laten uitrukken en ze door andere
van staal te vervangen. Hoerah! voor de na
tuurleefwijze.
Dr. Ritter was geschift zooals de heer Jan
Fuselier het zeggen zou en wat excentriek zoo-
als het in het Hohandseh heet; maar hij staat
niet alleen.
Daar is bijvoorbeeld de Deenscbo dr. Hinhede,
die de menschen van niets dan aardappelen en
boter wil laten leven.
Dr. Hinhede was niet de eerst© de beste, want
hij was adviseur van de Deensche regeering
in do dagen van den oorlog, toen de neutralen
soi disant in weelde baadden, maar in werke
lijkheid op rantsoen waren gesteld. Hij pleegt
over die periode nog steeds in helle begeeste
ring te ontvlammen, telkens wanneer bij eraan
terugdienkt, want volgens hem lieerscbte er
toen een soort onsterflijkheid in Denemarken.
Helaas braken er later opnieuw normale tijden
uit en daaraan stierven de menschen weer als
voorheen.
Dr. Hinhede is overigens een reusachtig
mensehenvriend. Volgens een rode, die hij pas
in Cassel gehouden heeft, zijn alle landen van
Europa onderbevolkt. Het blanke ras kan vol
gens hem nog vervier- of rijfvoudigd worden,
altijd natuurlijk wanneer het zijn dieet volgt.
Europa dat momenteel 452 milldoen menschen
herbergt, biedt plaats voor 1704 millioen;
Amerika voor 1200 millioen. Duitschland dat
jaarlijks voor honderden miillioenen aan voed
sel moet importeeren om zijn 65 millioen kinde
ven in leven te houden, kan uit eigen bodem
genoeg trekken om er 185 millioen te voeden
en Frankrijk kan er zelfs 200 millioen bewoners
op na houden.
Maar dan moet men zicb op het standpunt
zetten, dat eiwit eigenlijk een soort rattekruid
is.
Vroegere geleerden hebben haarfijn berekend
dat een mensch dood gaat, wanneer hij niet ge
regeld minstens 118 gram eiwit ontvangt Maar
na veertig jaar experimenteerens heeft Hinhede
aan zich zelf vastgesteld, dat 20 gram voldoen,
terwijl een handwerker hst met 60 gram kan
stellen.
Nadat hij deze stelling aldus bewezen had,
ging Hinhede er toe over aan te toonen, dat de
meening, volgens welke het dierlijke eiwit van
beter kwaliteit zou zijn dan het plantaardige,
precies verkeerd Is.
Het gelukte hem zelfs twee Deensche en
later ook een paar Duitsche arbeiders te vin
den, bereid zich ter staving van zijn stellingen,
als proefkonijn te laten gebruiken. Deze heeren
leefden twaalf maanden achter' elkaar van aard
appelen ea boter. Daarna aclit maanden haver-
pap en boter eu vervolgens acht maanden van
grof broed en boter. Of ze toen dood zijn ge
gaan of gek geworden, meldt de geschiedenis
niet, maar aangevuurd door dit succes, liet bij
nu een paar arbeiders twee jaar lang zonder
eenig vet leven, maar alleen op groentesoep,
aardappelen en brood. Ook deze operatie slaagde
naar wensch, waardoor bewezen is, dat de
mer.sch liet ook zonder vet -kan stellen.
Mn ar toen kwam de oorlog en kon Hinhede
zijn experimenten op groote schaal voortzetten
„Slacht de zwijnen en redt de menschen" was
zijn leus op grond daarvan werden alle Deen
sche varkens en een derde van de koeien naai
de slachtbank geleid. Het aldus vrijkomende
veevoeder werd aan de menschen voorgezet eu
..Nimmer was een land ter wereld zoo ge
zond als Denemarken tijdens de rantsoenesrins"
Maar we zijn in die dagen wel eens naar Ko
penhagen geweest en daar merkten we, dat de
Denen zich dikwijls afvroegen of een leven,
zóó volgepropt met aardappelen en meel, dat er
V'oon andere versnaperingen beelemaal geen
plaats meer overbleef, wel waard was geleefd
te worden.
Al deze discussies over dieeten passen won
derwel in het kader dat professor dr. Bergius
en dr. Steiger zoo juist te zamen getimmerd
hebben.
Bergius is de beroemde man, die de kunst
uitgevonden heeft steenkool vloeibaar te ma
ken. Hij heeft zich echter ook met andere pro
blemen bezig gehouden en nog slechts twee
dagen geleden een stuk in de „Vossische Zei-
tung" geschreven, waarin hij mededeelt, dat
hij er naar veertien-jarigen arbeid in geslaagd
is, eetbare suiker uit hout te distilleeren.
Men kan reeds lang uit hout cellulose maken
Ook wist men dat er een soort suiker ontstaat,
wanneer men deze cellulose met geconcentreer
de zoutzuren mengde. Maar <b=se «uiker was
Aan de bridge-tafel: „Eruit, brand 1"
„Jij eerst, Piet; jij zit aan de voor
hand 1"
onverteerbaar. Aldus begon men dan in 1916
naar het middel te zoeken deze suiker eetbaar
te maken en daarin is men tenslotte geslaagd.
Het gaat bij deze vinding echter niet om een
louter laboratorium-experiment, maar om een
proces dat economisch toe te passen is. Welis
waar zal men de Duitschers in de naaste toe
komst ndet bezig zien met het verslinden van
al hun wouden, maar ze stoppen jaarlijks toch
23 millioen ton hout in hun ovens en deze zul
len ze voortaan op kunnen eten. Ook alle hout
afval, alle zaagsel en spaanders en alle doode
takken die nu in de bosscken liggen te ver
gaan, zullen in de toekomst op den disch ver
schijnen en daar een goed figuur maken. Oude
canapé's en boekenkasten, lucifers, gebruikte
tandenstokers, ze zullen voortaan niet meer
weggeworpen, maar in suiker omgezet en opge
peuzeld worden.
Nu is de Pruisische minister van landbouw
de beer Steiger gekomen en heeft zich met
beide handen tegelijkertijd van de houtsuiker
meester gemaakt. Men hoeft beelemaal niet te
vreezen, aldus deze staatsman, dat de nieuwe
vinding schade zal veroorzaken aan onzen toch
al zoo slecht maroheerenden landbouw. Het te
gendeel is veeleer waar. Want volgens een rede
welke hij kort geleden in den Pruisischen land
dag gehouden heeft is het 't gegeven ding deze
houtsuiker met aardappelmeel te verbinden en
ze dan aan de varkens voor te zetten. De var
kensteelt Is in Duitschland van zeer groot be
lang. Men zal verbaasd staan te vernemen, dat
zij van grooter belang is dan de kolenpro-
ductle.
Maar zij stoot op groote zwarigheden. De
meeste varkens wonen in het Westen van de
republiek terwijl het beste varkensvoer in bet
Oosten groeit. Daarom worden de dieren veel
al met geïmporteerd voer gemest, terwijl de
boer in de Oostelijke provinciën met zijn aard
appelen in zijn maag blijft zitten, om bet zoo
maar eens te zeggen.
In de toekomst echter zal het mogelijk zijn
de boutsuiker met aardappelmeel tot een uit
stekend varkensvoer te kunnen mengen, tot
een voer van zoo hooge waarde, dat het trans
port van het Oosten naar het Westen loont.
Met aardappelen alleen is dat niet het geval,
en komt het goedkooper uit gerst enz. van el
ders in te voeren. De houtsuiker zal hieraan
echter een einde maken en je aardappelehteelt,
in heit Oosten aldus een nieuwen Schwung
geven.
HET GEVAAR VAN LANDEN BIJ
DUISTERNIS
Het nut van koplampen op vliegtuigen
Naar aanleiding van het bericht in ons blad
onder hetzelfde opschrift wordt er onze aan
dacht op gevestigd, dat wielremmen een bijzonder
groote verbetering beteekenen bij landingen
onder moeilijke omstandigheden, doch dat bij de
uiteenzetting van het noodlottige ongeval bij
Dieppe, overkomen aan een Fransch vliegtuig
bü een landing in duisternis, verzuimd werd te
vermelden, dat het geheele ongeluk evenzeer te
wijten kan zijn aan een misrekening bij de
landing. Wanneer de piloot had kunnen zien,
waar hij zijn toestel bij de landing op-zette, dan
zou hij waarschijnlijk al vroeger aan den grond
gegaan zijn en zou ook zijn uitloop niet grooter
geweest zijn, dan het vóór hem liggende stuk
veld. Had hij kunnen zien, dat dit veld voor
een landing te klein was, dan zou hij niet dSAr,
doch ergens anders geland zijn.
Wij lezen méér van landingen in duisternis,
die mislukken, deels met zéér ernstige gevolgen.
Wielremmen zün wel uitermate nuttig, maar
helpen niet In eerste instantie om een landing
te doen slagen. Overdag zou een piloot er toch
niet aan denken met dichte oogen te gaan landen,
daarbij alléén op zijn remmen vertrouwende Er
zün nog duizend en één andere oorzaken voor
het mislukken van een landing In duisternis.
Er kunnen op het terrein hindernissen zijn, die
fataal worden. Wij denken nog aan een landing
van één onzer Indië-postvliegtuigen na zons
ondergang, waarbij een od liet vliegterrein aan
wezige hooiberg noodlottig werd. Verloor de
bemanning van het Engelsche Fairey record
vliegtuig op een non-stop-vlucht van Londen
naar Zuid-Afrika niet het leven, door bü duis
ternis tegen een heuvelrug aan te vliegen, dien
zij niet gezien had
Al helpt het bij mist niet (mist legt trouwens
niet alléén de luchtvaart voor een deel stil, maar
ontwricht evenzeer spoorweg-, scheepvaart- en
ander verkeer) toch behooren vliegtuigen, die
voor duisternis-vluchten gebruikt moeten wor
den, uitgerust te zijn met een behoorlijke krach
tige lichtinstallatie, door welker lichtbundel de
piloot in staat is verkenningen te verrichten en
zün landingsterrein over een voldoende lengte
en breedte te verlichten, teneinde hem de landing
mogelijk te maken, alsof het bij daglicht ware.
Dan kan de bestuurder zün vliegtuig voor het
éérst op den grond zetten aan den uitersten rand
van het terrein, om dat vervolgons "in zijn volle
afmeting af te rollen. Is het tekort, ja dAn pas
kunnen wielremmen hem helpen. Maar licht
komt éérst, de rest achteraan.
En het kén, want het vraagstuk der verlich
ting aan boord van vliegtuigen is door onze
gloeilampen-industrie immers gehéél opgelost?
Kleine eivormige lantaarns met een zéér bijzon
dere lamp stralen op wensch van den bestuurder
een kraehtigen bundel uit, die bij een landing
in volslagen duisternis het veld over een lengte
van 600 en meer meter en over een breedte van
méér dan 100 meter als by dag verlichten. Dat
zU in een groote behoefte voorzien, blijkt vol
komen uit het feit, dat zij hun weg reeds naar
14 verschillende landen „all over the world"
gevonden hebben, dat er verschillende luchtvaart
maatschappijen zijn, die haar luchtvloten er ge
heel mede uitrusten, dat steeds nabestellingen
komen en ook onze groote vliegtuigbouwer Fok-
ksr besloot, al zijn daarvoor in aanmerking
komende vliegtuigen, dl» in circa 18 fabrieken
gebouwd worden, van din verlichtings-installaties
te voorzien. Klngsford Smith heeft ze, van Lea1'
Black liet er zijn „Free State of Maryland" ro®0
uitrusten en de Zwitsersche milllonnair Ziet2
moest en zou zoo'n lantaarn op zijn Fokker
hebben.
Ongelukken door duisternis zijn dus niet meer
noodig.
En ln mist Ja, dAn moet radio te hulp
komen en zullen vliegtuigen# die niet weten
zij zijn, naar de groote luchtvaartterreinen gele'
moeten worden door middel van radio instrumen
ten, om liet hun mogelijk te maken met kan_
van slagen daar te landen. Maar licht is
blijft aoodig.