mmmw
nmm Bi
Mm jM.il
m 'mia A
FEUILLETON
mm
mjm
a i
m
mjKLjÊjÊ
i
K' wm Wê^'wI'
SCHAAKRUBRIEK.
I PSH
li x m, M m.
m&m
i m.
is m
DE PARIA.
DAMRUBR1EK.
m
ill 'ww
1 m rn. m. vm
RIa de Wascli
H A
wi'
m
!a® WW Jm
m.
w Pi
Kt
iH IÜ!
m
vm wk
tl SS
MAANDAG 24 FEBRUARI 1930
TWEEDE BLAD.
PAGINA 3.
Wé. 1
mfa a m
WM WM Wm
RADIO-PROGRAMMA
mm mei mm
'Mfo ÉHi vWfo am
WM. w Wm,. ,jm.
'M 'MW' iiïih MM
am -mm mm. msa tam
M
i mi WA i
■i m
m.Mm
'Mb. Wfo gn
m, MM MA êm Wm I
RADIO-BERICHTEN
Redacteur: P. A. KJOETSHEID.
Beukelsweg 51b, Rotterdam.
Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand
adres te richten.
PROBLEEM No. 427S.
PROF. E. SALARDINI, Verzola.
Ie prijs aid. twee-zetten ,,Ned. Ind.
Schaakbond 1926'".
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4279.
J. A SCHIFFMANN, Chisman.
Ie prijs afd. drie-zetten, tornooi ais voren.
Mat in drie zetten.
PROBLEEM No. 4280.
J. J. EBBEN. Helmond.
4e prijs tornooi als voren.
Mat in drie zetten.
In de boekbespreking uit de rubriek van 2
Februari zijn de oplossingen van no. 4. 1 Te3e6,
Kb6; 2 Pe7 enz. 1La7, (dS)2 Pb4 enz.
Van no. 5. 1 Tb2e2 enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Mevrouw Ebben Riemetra, Helmond no. 4267
en 4268; H. v. Gaaien, Rotterdam Idem; J. D.
de Jong, Heemstede, idem; J. L. v. Grieken
Rotterdam idem. G. Readers, Weert idem; W.
Renders, Oudenbosch idem; L. Smit, Berkel
idem; P. Welting, Neerlbon idem; J. Marcelis.
Rotterdam no. 4268; H. Stneets, Roermond, idem
H. Verheggen, RoermonS idem; J. v. Dongen,
Rotterdam no. 4267; W. H. Haring, Kethel idem;
P. do Jong, Sneek idem J. W. Meulenberg,
Apeldoorn idem; H. W. v. Soest, Erika idem;
E. v. Pouche, Zeist ideijas. W; M. Stevens,
Rotterdam idem; J^s. Wïllekens, Utrecht idem.
Jef Helmer, Heerlen, ider.o.
CORRESPONDENTIE.
J. W. N. te Den H. Uw laatste tweezetje
is nevenoplosbaar door 1 Pa3c4 dreigt. 2 Pc4
-b6ft en Pc4e3tf. Bovendien is ook de in
houd wat onbeduidend. De andere verschijnt
spoedig.
J. van D. te R. Wei zullen eens voor U
informeeren.
J .van E. te P 1. Uhi als sleutelzet in
no. 4267, is doelloos. Er naoet hier iets gebeu
ren tegen 1. KcS of 1» Le3: om maar
wat te noemen. In no. 42 98 haalt 1. Pe3 niets
uit wegens 1. Ke4entz.
J. L. N. te V. Het tijdschrift N. S. B.
kost 6 per jaar en veaschijnt maandelijks
Wendt U zich tot den heer J. W. H. J. Wilden-
boer, 2de secretaris» WaldoKipetraat 274, 'S-Gra-
venhage.
CORRECTIlE.
Problemen voor het tornooi van Skakbladet
bestemd gelieve men te zeiaden aan H. A. H.
Larsen niet Lensen, zooals per abuis in de vorige
rubriek is afgedrukt.
BOEKBESPREKING.
„Mijn beste schaakpartijen 1908—1923" door
Dr. Alexander Alekhine (Alj|echin), vert. door
J. J. G. Delvaux. N.V. G. van Goor Zonen's
U. M. Den Haag 5,90).
Dat van dit belangrijke boet, dat reeds in het
Engelsch, Russisch en ruitscb uitkwam, ook in
onze taal een uitgave is verscthenen, zal in onze
schaakwereld ongetwijfeld me* onverdeelde in
stemming begroet worden.
Aijechln, die door zijn overwinning op Capa-
blanoa (1927) zich het wereldkampioenschap
veroverde, bevestigde dit groote succes door
Bogoljubow in zijn match met sprekende cijrers
te verslaan en hij ons allen Hgt nog versch in
het geheugen het pas beëindigde tornooi te San
Remo, waar zijn deelname hem een triomf bracht
zooals in een tornooi gelijk dit zonder weerga
in de schaakgeschiedenis is.
Moeten wij voor een werk vam zijn hand nog
een aanbeveling schrijven? Eigewilijk is dit haast
overbodig.
Voorafgegaan door een kort THografisch over
zicht en de resultaten in de tornooien gedurende
19091927, alsmede de matchen door hem in dit
tijdvak gespeeld, volgt een verzameling van
honderd zijner fraaiste partijen.
Een boek van Aljechin te bijzitten, met par
tijen door hem zelf geanalyseqril moet wel in
staat zijn, den schaakliefhebber te bekoren zich
dit werk aan te schaffen.
De uitgave is in elk opzicht Jcevrig verzorgd
en in linnen band gebonden,
PARTIJ No. 946.
Dame-gambiet.
Gespeeld In de 19de ronde van. het tornooi te
Trebitsch 16 December 1929.
Wit: E. Koning
Oplossingen over drie weken. Deze worden
zij ons ingewacht tot Dinsdag 11 Maart. In den
laatstcn tijd komt het nog al eens voor, dat een
oplossing later dan de bepaalde datum ons be
reikt. Daar de rubriek, tegen het midden der
week afleverbaar moet zijn, is een late inzending
voor ons wel eens lastig. Die oplossers nu, die
toch maar van een of twee weken tegelijk in
zenden, zouden ons werk vergemakkelijken als
zu tijdig inzonden Onder de oplossers zpn er.
die van drie rubrieken gelijktijdig de oplossing
geven en die zijn steeds nog op tijd.
De lezers zullen, vertrouwen we, wel zoo vrien
deltjk zijn met dit verzoek rekening te houden.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4267. 1 Lg3—f2 enz. Deze tweezet heeft de
goede eigenschappen, dat zij de menschen foppen
kan. Oplossingen als 1 Tcöc3 weer.egt z™**1
door 1Peld3, dezelfde zet pareert ook 1
Te3e£>.
No. 4268. 1 Le8c6 dreiging: 2 Pd5—b6 enz.
1..., Kc4, Ke4:, Pb7, ad lib., b3. e6 ad lib.,
2 Pd2t, Te2f, Pc5f, Pff. Bbt5 enz.
Bi) de oplossers schijnt deze opgave een goe
den Indruk gemaakt te hebben. Dat de looper
met de inleiding wordt belast is nu 'uist geen
verrassing, maar hoe hij ingrijpt, toch wel een
beetje: de dreiging 's zeer goed Verder mo
gen we nog wel wijzen op de blok.ioeringen door
1 b4b3, e6e5en e6eö waarvan lis*is
te partij getrokken. Ook de verscheilenheid van
variatie verhoogt de waarde, zoodat het geheel
als een keurige eerste publicatie mag bestem
peld worden.
door CHARLES GARVICE.
(Vertaling van L. V.)
24.)
Zwart: R. Spielmann.
d7—dó
Pg8—f6
c7c6
g7—g6
Lf8—g7
0—0
d5Xc4
Pb8d7
Dd8e8
e7eó
eóe4?
Wat moet die hier? zei een hunner. Zeker
eens rondsnuffelen. Jammer dat je hem de
strikken, die je in je zak hebt, niet hebt laten
zien, Bill, Misschien had hij dit ook wel graag
eens willen bekijken en hij haalde van on
der zijn jas een haas te voorschijn. Euid werd
er gelachen om de onbeschaamdheid van den
spreker, van welke gelegenheid Heriot gebruik
maakte, om op te staan en de gelagkamer te
verlaten, glimlachend bij de gedachte.-hoe zij
op hun neus zouden hebbeu gekeken, als hij
hun gevraagd had, of ze dien haas op het jacht
gebied van zijn vader gestrikt hadden.
Het was een mooie avond. De maan was in-
tusscben opgekomen, en Heriot kon duidelijk
de scboorsteenen van White Cot onderschei
den. Zijn hart begon sneller te kloppen, terwijl
hij langzaam de dorpsstraat afliep in de rich
ting van Eva's woning.
Misschien bevond zij zich op dat oogenblik
daar in den salon te midden van de vrienden
van haar vader. Zou zij hun wandelrit in de
omgeving van Lendeu en zijn woorden van
Liefde vergeten gijn?
Terwijl hij zoo over haar liep na te denken,
bereikte hij het kleine stuk hei en bleef aan
den rand van den ouden grintkuil staan, vol
belangstelling om zich heenkijkend. Er was
daar heel wat veranderd sedert den dag w^ai-
op Eva en Stanuard er voor het eerst samen
geweest waren. Overal waren op het oneffen
terrein diepe kuilen en schachten gegraven,
groote hoopen steenen en puin waren aan alle
kanten opgeworpen; een geweldig scheprad
verhief zich monsterachtig groot in het maan
licht en wierp zijn schaduw over de hutten der
mijnwerkers. Waar eens rust en vredige stilte
geheerscht hadden, vond men nu de grootste
■wanorde en bedrijvigheid.
1. d2d4
2. Pgl—f3
3. c2c4
4. e2e3
5. Pblc3
6. Ddl—b3!
7. Lel—d2
8. LfIXc4
9. Pf3—g5
10. 0—0
11. Tal—el
Dit is echter geheel verkeerd!
12. f2—f3
Daarbij opent wit zich de f-ltjn en de druk
op f7 groeit tot in het ondraaglijke.
12e4Xf3
13. TfIXf3 Pd7—b6
14. Lc4Xf7f!
Beslist.
14. ...v, TfSXf?
15. e3e4 Lc8g4
16. Tf3—f2 h7—h6
Met 16.Le6 te de dreiging e4e5 eveneens
niet af te weren; 17. P', ;efi. Kh8; 18. Tefl! en
wint.
17. Db3Xf7f De8X"
18. Pg5Xf7 Kg.SX"
19. e4ea Lg4—f5
20. e5Xf6 Lg7Xf6
21. Pc3e2
Na de kwaliteihv eft. wit eetn gemakke-
i)k te voeren par'"
21h6—h5
22. Ld2c3 ÏTa8—e8
23. Tel—fl I'bS -d5
24. Pe2g3 I'd 3e3
Terwijl hij in gedachten verdiept voor zich
uit stond te staren, kwam van achter een der
pas opgeworpen zandbergen een man te voor
schijn, die op hem toetrad en hem vroeg, wat
hij daar deed. Het was de boschwachster.
Niet stroopen, zei Heriot lachend. De
boschwachter het was Ralph Fors Oer her.
kende den speelman en knikte.
Daar wordt tenminste den laatsten tijd al
genoeg aan gedaan, zei hij.
Zeker door de mijnwerkers, niet? zei
Heriot.
Forster knikte. Ja, die kunnen het niaar niet
laten. Ik ben er zeker van, dat minstens de
helft van die kerels op het oogenblik een haas
or een konijn of een fasant in hun zak heeft.
Heriot wist, dat de man gelijk had, en kon
nauwelijks een glimlach onderdrukkem.
Je bent zeker in dienst van lord Aver-
leigb? zei hij.
Ja, antwoordde Forster, en haaide zijn
pijp voor den dag.
Zeker werk genoeg tegenwoordCig? zei
Heriot.
Ja, nacht en dag. Vanavond is het ejr nogal
rustig. Ze zitten nu allemaal in de herberg.
Zeker vanwege de maan?
De boschwachter knikte. Zoo is het. Kt wou,
dat die mijn ik weet niet waar was. En boven
dien. het wordt toch niets.
Heriot zag hem verwonderd aan.
Bedoel je, dat het werk niet loonend is?
Forster kreeg een kleur en klemde zdjn lip
pen op elkaar, als had hij er spijt van, ztfch die
woorden te hebben laten ontvallen.
Ik weet het niet; ik heb er geea ver
stand van, zei hij. Ik ben boschwachter, geen
mijnwerker. Sst, voegde hij er plotseling aan
toe, terwijl hij Heriot meetrok in de schaduw.
Heriot volgde met zijn blik de richting van
Forster's oogen en bemerkte een donker»® ge
stalte, die zich op eenigen afstand van. hen
voortbewoog tusschen de puin- en steenhcicpen.
Wie is dat? vroeg hij.
Het is in orde, zei Forster. Het ls de <eige.
naar, mr. Winsdale.
Juist op dat oogenblik hief mr. Winfedale
zijn hoofd op, en Heriot schrok, toen hij zag,
hoe zijn gezicht in die enkele maanden ïijds
veranderd was. Hij zag er oud en zorgelijk" uit.
.v... /-
DINSDAG 25 FEBRUARI
i
s:.:'b':Vé
BORDJES MET „VERBODEN TOEGANG" schijnen niet afdoende te helpen tegen de Zigeuners, die in het Zuiden de grenzen
probeeren te overschrijden; daarom heeft men er de gewapende macht naast gezet, waarvan we hier een post zien afgebeeld.
Alle correspondentie te richten aan den dam-
fdacteur dezer courant.
No. 195. (23 Februari 1936.)
PROBLEEM No. 274.
W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep.
Zwart
V/sï/j 'W////.
W//<
Wit:
Zwart: 3, 5, 7, 10, 12, 17/8, 28. 26/7 en 30.
Wit: 14, 16, 28/9, 33, 36/8, 43/4 en 47/8.
r»
PROBLEEM No. 275.
W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep.
Zwart
Wit:
Zwart: 5, 11/2, 21, 26, 30/1, 45, dam op 13.
Wit: 15. 20, 22, 32/3, 38/9, 42, 44, 47 en 49.
heeft men vaak last van schrijnende hinden
Dit schrijnen houdt dadelijk op door Purol.
Langere tegenstand had Lh4 geboden.
25. Tfl—el! Lf6—h4?
Nu ls deze zet een fout, die in ieder geval het
djden verkort.
26. Tf2--e2! Opgegeven
(Aanteekeningen van A. Becker in
de Wiener Schachzeitung).
In gedachten verzonken, bleef hij enkele
oogenblikken om zich heen staan kijken; toen
klom hij langzaam langs het steile voetpad
naar boven en verdween in de richting van het
huls.
Het lijkt er veel op, alsof hij er net zoo
over denkt als ik, merkte Forster grimmig
cp. Maar tenslotte gaat het mij niet aan en
jou evenmin. Zeg, wat ik zeggen wil, jij speelt
waarachtig nog zoo kwaad niet, voegde hij er
aan toe, naar de vioolkist kijkend.
Zeg, hoor eens, zei Heriot, terwijl hij zich
neerzatte. Ik zal, zoodra mijn pijp leeg is, wat
voor je spelen, als je me een dienst wilt bewij.
zen en wilt zorgen, dat ik vannacht een be
hoorlijk onderdak krijg.
Dat zal wel gaan, denk ik. Ik woon bij
kennissen van me in, en die hebben nog wel
een kamer vrij, waar je kunt slapen. Je ziet er
nogal fatsoenlijk uit.
Dat ben ik ook, zei Heriot op ernstigen
toon. Ik ben blij, dat je me wilt helpen. Zuilen
we dan maar gaan?
Eerst spelen, zei de man verlegen.
O ja, belofte maakt schuld, antwoordde
Heriot; en de beide mannen rookten zwijgend
hun pijpen leeg.
Op datzelfde oogenblik wandelde een heer en
een dame langzaam de hei over in de rich
ting van de mijn.
Het waren Eva en Stannard Marshbank.
Weet u zeker, dat vader dezen kant is
uitgegaan? vroeg zij na eenigen tijd zwijgend
naast hem voortgewandeld te hebben.
Zij had haar mantel om haar schouders ge
worpen en in plaats van een hoed de kap over
haar hoofd getrekken, waardoor haar mooie
gezichtje nog bekoorlijker leek in de omraming
van het zachte witte bont.
Stannard Marshbank sloeg haar nu en dan
met heimelijken blik gade, en telkens begoD
zijn hart ontstuimig te kloppen. Hij verkeerde
in de vaste overtuiging, dat de tijd, waarnaar
hij reeds zoo lang verlangd en waarvoor hij
al maandenlang zoo hard gewerkt had, einde
lijk gekomen was; dat het oogenblik naderde,
waarop hij het net, dat hij om dat meisje, dat
zonder iets te vermoeden naast hem liep, ge
spannen had, zou kunnen aantrekken.
Heel zeker. Hij zei me, dat hij van plan
PROBLEEM No. 276.
J. BOBLE'NS, Nieuweschans.
Zwart
Wit:
Zwart; 6, 9, 12, 15, 18, 20, 22/3, 28, dam op 26.
Wit: 7, 11, 29/32, 34, 37/8, 42/3.
PROBLEEM No. 277.
J. BOBLENS, Nieuweschans.
Zwart
Wit:
Zwart: 11/3, 16, 18 20, 23. 25, dam op 45.
Wit: 26/30, 32, 34, 37.
TYPESLAGEN.
TYPESLAG No. 1.
We beginnen met vol spel:
Wit: Zwart.
1. 31—26 18—23
2. 32—27 12—18
3. 3329 19—24
4. 88—33 14—19A
5. 37—32 8—12
6. 42—38 17—22?
Zwart heeft angstvallig de damiijn geheel
bezet gehouden; toch gaat wit nu naar dam
met 32—28 (zwart 23 21), 26 8, 35—30, 29—24
en 34 3.
A. Indien zwart hier speelt 712 en wit
37—31 wtat zwart met een typesiag, welke
later behandeld wordt, n.l 2328, 24 33, 17 21,
en 12 23 met winst van minstens één stuk.
TYPES 1. \G No. 2.
1.
34—30
20—25
2.
32—28
25 34
3.
39 30
17—21
4.
37—32
21—26
5.
4137
15—20
6.
31—27
10—15
7.
40—41
6—10
8. 36—31 2024
9. 41—36 15—20
10. 44—39 20—25?
Een typeslag, welke meermalen, ook in het
middenspel, voorkomt en als regel tot winst
voert Wit speelt 28—22 (zw. 25 34) 40 20,
27—21 zwart 26 28) en 32 5.
Voor zwart in de volgende opening
1. 31—27 17—22
2. 34—80 22 t 31
3. 36 27 20—24
4. 3025 18—23
5. 37—31 23—29
6. 31—26A 12—18
7. 41—36 l2
8. 46—41?
en zwart 2430 en 19 46.
A. Indien 4136, dan zwart 2430 en 19 26
zonder damslag maar met winst van een schijf.
Een voorbeeld in het midden der partij:
Zwart 2/3, 7/8, 11, 13, 19 20, 24, 21, 40.
Wit: 22, 27/8, 32, 37/9, 42, 48, 50.
Oogenschijnlïjk is hier 5045 de beste zet,
waarmede wit zijn veiloren schijf terug zou
winnen, maar beter is 3934, 2721, 28 23
(zwart 29 27) en 32 1.
Een tweede voorbeeld:
Zwart: 7, 8, 9, 17, 1\ 22, 25, 30 en 40.
Wit: 26, 33, 37/9, 43, 48 en 49.
In dezen, voor wit vrijwel verloren stand,
zit winst met 26—21, 37—31, 38—32, 39—34 (zwart
40 38) en 43 1.
TYPESLAB No. 3.
1. 33—28 20—24
2. 3933 152fl
3. 44—39 1015
4. 31—27 5—10
5. 36—31 2023
6. 5044 15—20
7. 34—30 23 84
8. 39 39 2025?
wit: 4439. 40 20. 2S—22 en 32 6.
Deze typeslag heeft veel eg van den vorlgen.
Ook hier maakt wit van een vrijen zet gebruik
om de winststelling te verkrijgen.
TYPESLAG No. 4.
1. 3228 18—23
2. 34—29 23 32
3. 37 28 20—21
4. 29 20 33 24
5. 40—34 10—15
6. 31—27 8—10
7. 2722 2*
8. 41—37 21—26
9. 3429 14
Wit gaat naar dam met 2823. Indien zwart
1728, wit 23 5, indien zwai 19.: 28, wit 2923,
3832 en 32': 5.
Deze eigenaardige typesiag komt meermalen
voor in midden- of eindspel.
Zwart: 2/3, 6/8, 13. 18, 25/6 en 28.
Wit: 31, 35/8, 42, 44, 46/8.
Wit wint met 37—32 (zwart 28 37), 38—32.
47—41, en 41 1.
Nog een opening, waarin zwart dezen type
siag uitvoert.
1. 33-28 1722
2. 28 17 31 22
S. 31—26 19—23
4. 37—31 2024
5. 322T 2429
6. 41—37 7-11
7. 4641 2-7
8. 37—32?
Zwart: 23—28. (wit 32 23), 22—28, 13—19 en
19 46.
OPLOSSINGEN.
Probleem tio. 266.
Zwart. 3. 11(2, 14. 17, 19, 21, 24 en 25.
Wit: 23. 28, 30, 32, 34, 37, 44/5 en 48.
Wit: 2318 (zwart 12 23), 3429, 4440 en
40 7.
Huizen (298 M., na 6 uur 1071 M., resp.
1007 en 280 K.H.): uitsl. K.R.O.-uitzendingen:
8.15-9.30 gramofoonmuziek; 11.3032 godsdien
stig halfuurtje; 12.151.15 K.R.O.-Trio; 1.152
gramofoonmuziek; 23 vrouwenuurtje; 33.30
kniples; 46.15 gramofoonmuziek; 6.156.30
nieuwsber. in Esperanto; 6.30—6.40 beursber.;
6.407 gramofoonmuziek; 77.30 Kerklatijn;
7.308 lezing over: „Een burgerlijk proces IX";
8„Die Jahreszeiten" van Jos. Haydn, koor,
orkest en solisten; 11.30 sluiting; ca. 9.30 pers
berichten.
Hilversum (1875 M„ 160 K.H.): 12.15—2
A.V.R.O.-Ensembie; 2—3 gramofoonmuziek;
34 knipcursus; 44.15 gramofoonmuziek; 4.15
5 solisten-concert, Bram Verhoef (viool). Frits
Ulttenboogaard (piano); 5.306.30 dinermuziek
uit cabaret „La Gaite" te Amsterdam; 6.306.45
gramofoonmuziek; 6.457.45 Engelsche les; 7.45
politieber.; 8.019 omroeporkest; 99.45 Susie
Minden (piano), Charles van Isterdael (cello);
9.45 Omroeporkest; 10.persber.; 11.aansl.
van het Carlton Hotel te A'dam, Ensemble Lis-
monde; 12.sluiten.
Daventry (1554.4 M., 193 K.H.): 10.35 mor
genwijding; 11.05 lezing; 11.20 gramofoonmuziek;
12.20 concert, Anita Vaughan (ait), D. Evans
(sopraan); 12.50 orgelconcert door E. O'Henry;
I.202.20 orkest; 2.50 uitzending voor scholen;
4.20 orkest; 4.35 lezing; 4.50 orkest en orgel;
5.35 kinderuurfje; 6.20 voordracht; 6.35 nieuws
ber.; 7.strijkkwartet; 7.20 lezingen; 8.05
orkest, D. Bennett (sopraan); 8.208.50 lezing;
9.20 nieuwsber.; 9.40 lezing; 10.05 Vaudeville;
II.1012.15 dansmuziek; 12.2012.50 pr'oefultz.
televisie.
Parijs Radio-Paris", 1725 M„ 174 K.H.):
12.502.20 gramofoonmuziek; 4.05 orkest en
solisten; 6.55 gramofoonmuziek; 8.20 orkest en
solisten.
Langenberg (473 M., 634 K.H.): 6.20
7.20, 9.3510.30 en 11.30 gramofoonmuziek; 12.25
1.50 orkest; 4.505.50 gramofoonmuziek; 7.20
7.35 orkest, Aramesco (tenor); daarna: berich
ten en sluiting.
Kalundborg (1153 M„ 260 K.H.): 11.20—
1.20 orkest; 24 orkest en pianiste; 45 kinder*
uurtje; 7.209.35 orkest, daarna opvoering van
„Don Carlos", drama in 5 bedrijven van Frie-
drich von Schiller; 9.5011.20 her-uitzending
van buitenlahdsche stations.
Brussel (508.5 M., 590 K.H.): 5.20 dansmu
ziek; 6.50 en 8.35 gramofoonmuziek; 8.50 orkest,
zang en sprekers.
Zeesen (1635 M., 183.5 K.H.): 6.15—11.50
lezingen en berichten; 11.5012.15 gramofoon
muziek; 12.15—12.50 berichten; 1.201.50 gramo
foonmuziek; 1.507.50 lezingen; 7.50 pianorecital
door G. Berti*m; 8.20 orkest uit Konigsbergen
daarna berichten en lezing.
Sprekers voor den K. R. O.
Deze week zullen voor den K. R. O. o.m. de
volgende sprekers optreden:
Dinsdag 25 Februari. 7.308 Mr. H. F. M,
Donders: „Een burgerlijk proces II".
Vrijdag 28 Februari. 6.407 Dr. H. J. Schim
van der Loeff: „Sanatorium-behandeling en
nazorg van alcoholisten". j-jju
Zaterdag 29 Februari. 7715 S. P. J. Bor
sten: Sportmassage; 7.308 Dr. P. v. d. Hey-
den te Den Bosch: „Katholieke gezondheids
zorg".
Probleem no. 267 (J. Noome.)
Zwart: 4, 9, 10. 12. 15, 17. 19, 20 28 en 28.
Wit: 31/2, 34/5, 37/40, 45 en 48.
Wit: 38—33 (zwart 17—22), 33—29 (zwart
12—18), 31—27, 35—30, 30—24, 34 6 en 49 47.
Probleem no. 268 (G. J. A. v. Dam.)
Zwart: 4. 10, 18. 18, 22. 24, 26. 28, dam op 23,
Wit: 15, 20. 29. 31/2, 34, 36/7, 39, 44, 47/8,
Wit: 4843. 31—27, (zwart 23 38), 32 12,
(zwart 38 31), 36 9 en 15 4.
Probleem no. 269, (damslag voor wit)'.
Zwart: 2, 4/9. 11/4, 17. 19, 23/4 en
Wit: 25, 27/8, 32/5, 37/9, 42/4, 46/8 en 50.
Wit: 35—30, 25—20. 44—40. 28—22, S3 22.
38 18, 34—29, 27—21 en 32 1.
Goede oplossingen ontvangen van: A. Turken
burg, HaarlemW. J. v. d. V ïort, Nieuw Ven
nep. J. Boelens, Nieuweschans; J. P. H„ D. R.,
C. v. d. S„ H. H. W, Borghardt en Joh. Lode-
wijkx, allen Rotterdam; W. Schreuder, den Haag.
was. eens naar de mijn te wandelen.
Eva zuchtte.
De mijn, zei ze op zachten toon. Altijd en
eeuwig de mijn. Ik zou willen Zij hield
even op. Maar neen, dat mag ik niet zeggen,
want dat zou al heel ondankbaar tegen u zijn.
Maar is het u ook niet opgevallen, dat vader
den laatsten tijd veel veranderd is?
Maakt u zich daar maar niet ongerust
over, trachtte hij haar gerust te stellen. Uw
vader verkeert natuurlijk in de grootst moge
lijke spanning. Het is natuurlijk een angstige
tijd geweest en dat is het ivg voor ons even
goed als voor hem; maar ik ben ervan over
tuigd, dat er spoedig een eind zal komen aan
ai die onzekerheid, en dat binnen enkele
weken.
Eva zuchtte.
Ja, daizeifde zegt hij ook steed3, zei ze
bijna onhoorbaar. Als het maar alvast zoover
was. Als hij maar niet zoo zenuwachtig en ge
drukt was. Maar, neemt u het mij maar niet
kwalijk, mr. Marshbank, ik wil u niet langer
hinderen met mijn zorgen en narigheden.
Hij kwam dichter naast haar loopen en zijn
oogen schitterden.
Zeg dat niet, zei hij. Hoe zouden uw zor
gen en angst en vreugde mij onverschillig
kunnen laten? Miss Winsdale Eva weet
ge dan niet hebt ge dan niet gemerkt, hoe,
hoe het met mij gesteld is?
Zijn stem trilde van aandoening en Eva
trachtte hem met een handbeweging het zwij
gen op te leggen; maar hij stoorde er zich niet
aan en hernam:
Nog nooit heeft een man een vrouw zoo
liefgehad als ik u. Ik ben geen schooljongen
meer, die het verschil nog niet kent tusschen
verliefdheid en liefde. Ik ben een man van de
wereld, die weet wat hij zegt en doet. Ik ken
mezelf maar ai te goed. Ik weet, hoe vurig,
hoe oprecht ik u bemin.
Stil stil toch, bracht zij eindelijk met
moeite uit. Zijn bleeke gezicht, zijn bevende
lippen, de stortvloed van woorden, die hem als
liet ware uit den mond vloeide, dat alles beang
stigde haar en deed haar heele ziel in opstand
komen. Ik ik wist niet Ik wist
niet Zij drukte haar hand tegen haar boe
zem en kromp ineen van de pijn. Geloof me,
als ik geweten had als ik had kunnen
vermoeden, dat
Dat Ik u beminde, dan zoudt u mij ge
meden hebben? zei hij. Dat wist ik, en daarom
trachtte ik zoo goed mogelijk mijn geheim te
bewaren. Ik had me voorgenomen, te wachten,
tot ik eerst geprobeerd had, uw liefde te win
nen; en ik heb gewacht. O, als u eens wist,
hoeveel moeite me dat gekost heeft. En nu
nu ik het u verteld heb nu ik mijn zaak be
pleit heb ais was er mijn leven mee gemoeid,
Eva, nu zult ge niet „neen" zeggen. Wilt ge
probeeren, van me te houden; wilt ge mijn
viouw worden? Ge vindt me toch niet onuit
staanbaar?
Neen neen, antwoordde zij. Maar
Wacht, drong hij aan. Als ge me dan niet
onuitstaanbaar vindt, als er geen andere man
is. Even scheen ze te schrikken, maar de on
willekeurige beweging, die zij maakte, was zoo
onmerkbaar, dat het hem ontging.
Het is niet mogelijk, dat er een andere
man is, zei hij op bijna heftigen toon Ik heb
u voortdurend in het oog gehouden; ik ben
steeds in uw gezelschap geweest; als dat waar
was zou het me niet ontgaan zijn. Neen,
dat is
Plotseling weerklonk door de avondstilte
over de hei een klagende melodie zoo onver
wachts, dat zij er beiden van schrokken. Ze
bleven stilstaan en staarden zwijgend in de
richting, vanwaar de muziek kwam.
Het klonk Stannard als iets vreeselljks in
de ooren, want hij zag zich nu genoodzaakt,
zijn pogingen, om Eva te overtuigen van de
oprechtheid zijner gevoelens, te staken; terwijl
Eva onmiddellijk onder den invloed raakte van
de vreemde muziek. Het klonk als het zingen
van een menschelijke stem; bet was, als hoor
de zij in ieder accoord de woorden, die Heriot
Fayne haar had toegefluisterd:
Ja, ik zal mijn woord gestand doen. Mis
schien, als ik erin slaag, mezelf wat beter on
der den duim te krijgen; als ik mezelf wat
waardiger voel, om in uw gezelschap te ko
men, dat ik nog eens terugkom, om u vergiffe.
nis te vragen voor wat ik tegen u heb gezegd.
En toen was het, alsof hij haaj teeder toe
fluisterde: Ik bemin u. Ik be^to u.
De muziek hield op. Eva achrol op, ale ont
waakte zij uit een heerlijken droom. En juist
toen zij zich omwendde naar Stannard Marsh
bank en hem wilde zeggen: Neen neen.
Ik kan ik kan nooit uw vrouw worden,
kwam haar vader op hen toe.
Eva Stannard, zei hij op een toon, alsot
hij in het geheel niet verwacht had, hen daar
aan te treffen.
Stannard had nog juist gelegenheid, om
haar toe te fluisteren; Vertel er hem niets van.
Ik zal wachten. Geef me over een uDr uw ant.
woord. Eva snelde op haar vader toe met een
uitroep van vreugde.
Toen zij het huis bereikt hadden, liet Eva
den arm van haar vader los en snelde de trap
op naar haar kamer. Stannard Marshbank
bleef haar een oogenblik na staan kijken en
wendde zich toen tot mr. Winsdale.
Zullen we naar de studeerkamer gaan? zei
hij. Ik heb u iets te zeggen.
Hij sprak op vastberaden, bijna gebieden
den toon.
Wat? O, Ja, natuurlijk. Is het over de
mijn? zei mr. Winsdale, en hij ging hem voor
naar zijn werkkamer.
HOOFDSTUK XIX.
Mr. Winsdale liet zich in een fauteuil neer
vallen en verzocht Stannard Marshbank even
eens plaats te nemen. Deze echter gaf er geen
gevolg aan, maar ging naar den haard en bleef
tegen den schoorsteenmantel geleund, ernstig
en als in gedachten verzonken, naar den grond
staren, als wist hij niet goed, hoe te beginnen.
Mr. Winsdale bracht zijn hand aan zijn
voorhoofd en zei;
Wat scheelt eraan want ik zie, dat er
Iets niet in orde is, Marshbank. Is het iets be
treffende de mijn? Toch geen slecht nieuwe
hoop ik?
Stannard keek hem een oogenblik ernstig
ean en antwoordde toen:
Ja, het is Inderdaad slecht nieuws. Ik
vrees, dat wij betreffende de mijn een vergis»
sing begaan hebben.
Een vergissing? mr, Winsdale verbleekte.
Hoezoo, een vergissing?
(Wordt vervolgd).