mmmw nmm Bi Mm jM.il m 'mia A FEUILLETON mm mjm a i m mjKLjÊjÊ i K' wm Wê^'wI' SCHAAKRUBRIEK. I PSH li x m, M m. m&m i m. is m DE PARIA. DAMRUBR1EK. m ill 'ww 1 m rn. m. vm RIa de Wascli H A wi' m !a® WW Jm m. w Pi Kt iH IÜ! m vm wk tl SS MAANDAG 24 FEBRUARI 1930 TWEEDE BLAD. PAGINA 3. Wé. 1 mfa a m WM WM Wm RADIO-PROGRAMMA mm mei mm 'Mfo ÉHi vWfo am WM. w Wm,. ,jm. 'M 'MW' iiïih MM am -mm mm. msa tam M i mi WA i ■i m m.Mm 'Mb. Wfo gn m, MM MA êm Wm I RADIO-BERICHTEN Redacteur: P. A. KJOETSHEID. Beukelsweg 51b, Rotterdam. Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 427S. PROF. E. SALARDINI, Verzola. Ie prijs aid. twee-zetten ,,Ned. Ind. Schaakbond 1926'". Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4279. J. A SCHIFFMANN, Chisman. Ie prijs afd. drie-zetten, tornooi ais voren. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4280. J. J. EBBEN. Helmond. 4e prijs tornooi als voren. Mat in drie zetten. In de boekbespreking uit de rubriek van 2 Februari zijn de oplossingen van no. 4. 1 Te3e6, Kb6; 2 Pe7 enz. 1La7, (dS)2 Pb4 enz. Van no. 5. 1 Tb2e2 enz. GOEDE OPLOSSINGEN. Mevrouw Ebben Riemetra, Helmond no. 4267 en 4268; H. v. Gaaien, Rotterdam Idem; J. D. de Jong, Heemstede, idem; J. L. v. Grieken Rotterdam idem. G. Readers, Weert idem; W. Renders, Oudenbosch idem; L. Smit, Berkel idem; P. Welting, Neerlbon idem; J. Marcelis. Rotterdam no. 4268; H. Stneets, Roermond, idem H. Verheggen, RoermonS idem; J. v. Dongen, Rotterdam no. 4267; W. H. Haring, Kethel idem; P. do Jong, Sneek idem J. W. Meulenberg, Apeldoorn idem; H. W. v. Soest, Erika idem; E. v. Pouche, Zeist ideijas. W; M. Stevens, Rotterdam idem; J^s. Wïllekens, Utrecht idem. Jef Helmer, Heerlen, ider.o. CORRESPONDENTIE. J. W. N. te Den H. Uw laatste tweezetje is nevenoplosbaar door 1 Pa3c4 dreigt. 2 Pc4 -b6ft en Pc4e3tf. Bovendien is ook de in houd wat onbeduidend. De andere verschijnt spoedig. J. van D. te R. Wei zullen eens voor U informeeren. J .van E. te P 1. Uhi als sleutelzet in no. 4267, is doelloos. Er naoet hier iets gebeu ren tegen 1. KcS of 1» Le3: om maar wat te noemen. In no. 42 98 haalt 1. Pe3 niets uit wegens 1. Ke4entz. J. L. N. te V. Het tijdschrift N. S. B. kost 6 per jaar en veaschijnt maandelijks Wendt U zich tot den heer J. W. H. J. Wilden- boer, 2de secretaris» WaldoKipetraat 274, 'S-Gra- venhage. CORRECTIlE. Problemen voor het tornooi van Skakbladet bestemd gelieve men te zeiaden aan H. A. H. Larsen niet Lensen, zooals per abuis in de vorige rubriek is afgedrukt. BOEKBESPREKING. „Mijn beste schaakpartijen 1908—1923" door Dr. Alexander Alekhine (Alj|echin), vert. door J. J. G. Delvaux. N.V. G. van Goor Zonen's U. M. Den Haag 5,90). Dat van dit belangrijke boet, dat reeds in het Engelsch, Russisch en ruitscb uitkwam, ook in onze taal een uitgave is verscthenen, zal in onze schaakwereld ongetwijfeld me* onverdeelde in stemming begroet worden. Aijechln, die door zijn overwinning op Capa- blanoa (1927) zich het wereldkampioenschap veroverde, bevestigde dit groote succes door Bogoljubow in zijn match met sprekende cijrers te verslaan en hij ons allen Hgt nog versch in het geheugen het pas beëindigde tornooi te San Remo, waar zijn deelname hem een triomf bracht zooals in een tornooi gelijk dit zonder weerga in de schaakgeschiedenis is. Moeten wij voor een werk vam zijn hand nog een aanbeveling schrijven? Eigewilijk is dit haast overbodig. Voorafgegaan door een kort THografisch over zicht en de resultaten in de tornooien gedurende 19091927, alsmede de matchen door hem in dit tijdvak gespeeld, volgt een verzameling van honderd zijner fraaiste partijen. Een boek van Aljechin te bijzitten, met par tijen door hem zelf geanalyseqril moet wel in staat zijn, den schaakliefhebber te bekoren zich dit werk aan te schaffen. De uitgave is in elk opzicht Jcevrig verzorgd en in linnen band gebonden, PARTIJ No. 946. Dame-gambiet. Gespeeld In de 19de ronde van. het tornooi te Trebitsch 16 December 1929. Wit: E. Koning Oplossingen over drie weken. Deze worden zij ons ingewacht tot Dinsdag 11 Maart. In den laatstcn tijd komt het nog al eens voor, dat een oplossing later dan de bepaalde datum ons be reikt. Daar de rubriek, tegen het midden der week afleverbaar moet zijn, is een late inzending voor ons wel eens lastig. Die oplossers nu, die toch maar van een of twee weken tegelijk in zenden, zouden ons werk vergemakkelijken als zu tijdig inzonden Onder de oplossers zpn er. die van drie rubrieken gelijktijdig de oplossing geven en die zijn steeds nog op tijd. De lezers zullen, vertrouwen we, wel zoo vrien deltjk zijn met dit verzoek rekening te houden. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4267. 1 Lg3—f2 enz. Deze tweezet heeft de goede eigenschappen, dat zij de menschen foppen kan. Oplossingen als 1 Tcöc3 weer.egt z™**1 door 1Peld3, dezelfde zet pareert ook 1 Te3e£>. No. 4268. 1 Le8c6 dreiging: 2 Pd5—b6 enz. 1..., Kc4, Ke4:, Pb7, ad lib., b3. e6 ad lib., 2 Pd2t, Te2f, Pc5f, Pff. Bbt5 enz. Bi) de oplossers schijnt deze opgave een goe den Indruk gemaakt te hebben. Dat de looper met de inleiding wordt belast is nu 'uist geen verrassing, maar hoe hij ingrijpt, toch wel een beetje: de dreiging 's zeer goed Verder mo gen we nog wel wijzen op de blok.ioeringen door 1 b4b3, e6e5en e6eö waarvan lis*is te partij getrokken. Ook de verscheilenheid van variatie verhoogt de waarde, zoodat het geheel als een keurige eerste publicatie mag bestem peld worden. door CHARLES GARVICE. (Vertaling van L. V.) 24.) Zwart: R. Spielmann. d7—dó Pg8—f6 c7c6 g7—g6 Lf8—g7 0—0 d5Xc4 Pb8d7 Dd8e8 e7eó eóe4? Wat moet die hier? zei een hunner. Zeker eens rondsnuffelen. Jammer dat je hem de strikken, die je in je zak hebt, niet hebt laten zien, Bill, Misschien had hij dit ook wel graag eens willen bekijken en hij haalde van on der zijn jas een haas te voorschijn. Euid werd er gelachen om de onbeschaamdheid van den spreker, van welke gelegenheid Heriot gebruik maakte, om op te staan en de gelagkamer te verlaten, glimlachend bij de gedachte.-hoe zij op hun neus zouden hebbeu gekeken, als hij hun gevraagd had, of ze dien haas op het jacht gebied van zijn vader gestrikt hadden. Het was een mooie avond. De maan was in- tusscben opgekomen, en Heriot kon duidelijk de scboorsteenen van White Cot onderschei den. Zijn hart begon sneller te kloppen, terwijl hij langzaam de dorpsstraat afliep in de rich ting van Eva's woning. Misschien bevond zij zich op dat oogenblik daar in den salon te midden van de vrienden van haar vader. Zou zij hun wandelrit in de omgeving van Lendeu en zijn woorden van Liefde vergeten gijn? Terwijl hij zoo over haar liep na te denken, bereikte hij het kleine stuk hei en bleef aan den rand van den ouden grintkuil staan, vol belangstelling om zich heenkijkend. Er was daar heel wat veranderd sedert den dag w^ai- op Eva en Stanuard er voor het eerst samen geweest waren. Overal waren op het oneffen terrein diepe kuilen en schachten gegraven, groote hoopen steenen en puin waren aan alle kanten opgeworpen; een geweldig scheprad verhief zich monsterachtig groot in het maan licht en wierp zijn schaduw over de hutten der mijnwerkers. Waar eens rust en vredige stilte geheerscht hadden, vond men nu de grootste ■wanorde en bedrijvigheid. 1. d2d4 2. Pgl—f3 3. c2c4 4. e2e3 5. Pblc3 6. Ddl—b3! 7. Lel—d2 8. LfIXc4 9. Pf3—g5 10. 0—0 11. Tal—el Dit is echter geheel verkeerd! 12. f2—f3 Daarbij opent wit zich de f-ltjn en de druk op f7 groeit tot in het ondraaglijke. 12e4Xf3 13. TfIXf3 Pd7—b6 14. Lc4Xf7f! Beslist. 14. ...v, TfSXf? 15. e3e4 Lc8g4 16. Tf3—f2 h7—h6 Met 16.Le6 te de dreiging e4e5 eveneens niet af te weren; 17. P', ;efi. Kh8; 18. Tefl! en wint. 17. Db3Xf7f De8X" 18. Pg5Xf7 Kg.SX" 19. e4ea Lg4—f5 20. e5Xf6 Lg7Xf6 21. Pc3e2 Na de kwaliteihv eft. wit eetn gemakke- i)k te voeren par'" 21h6—h5 22. Ld2c3 ÏTa8—e8 23. Tel—fl I'bS -d5 24. Pe2g3 I'd 3e3 Terwijl hij in gedachten verdiept voor zich uit stond te staren, kwam van achter een der pas opgeworpen zandbergen een man te voor schijn, die op hem toetrad en hem vroeg, wat hij daar deed. Het was de boschwachster. Niet stroopen, zei Heriot lachend. De boschwachter het was Ralph Fors Oer her. kende den speelman en knikte. Daar wordt tenminste den laatsten tijd al genoeg aan gedaan, zei hij. Zeker door de mijnwerkers, niet? zei Heriot. Forster knikte. Ja, die kunnen het niaar niet laten. Ik ben er zeker van, dat minstens de helft van die kerels op het oogenblik een haas or een konijn of een fasant in hun zak heeft. Heriot wist, dat de man gelijk had, en kon nauwelijks een glimlach onderdrukkem. Je bent zeker in dienst van lord Aver- leigb? zei hij. Ja, antwoordde Forster, en haaide zijn pijp voor den dag. Zeker werk genoeg tegenwoordCig? zei Heriot. Ja, nacht en dag. Vanavond is het ejr nogal rustig. Ze zitten nu allemaal in de herberg. Zeker vanwege de maan? De boschwachter knikte. Zoo is het. Kt wou, dat die mijn ik weet niet waar was. En boven dien. het wordt toch niets. Heriot zag hem verwonderd aan. Bedoel je, dat het werk niet loonend is? Forster kreeg een kleur en klemde zdjn lip pen op elkaar, als had hij er spijt van, ztfch die woorden te hebben laten ontvallen. Ik weet het niet; ik heb er geea ver stand van, zei hij. Ik ben boschwachter, geen mijnwerker. Sst, voegde hij er plotseling aan toe, terwijl hij Heriot meetrok in de schaduw. Heriot volgde met zijn blik de richting van Forster's oogen en bemerkte een donker»® ge stalte, die zich op eenigen afstand van. hen voortbewoog tusschen de puin- en steenhcicpen. Wie is dat? vroeg hij. Het is in orde, zei Forster. Het ls de <eige. naar, mr. Winsdale. Juist op dat oogenblik hief mr. Winfedale zijn hoofd op, en Heriot schrok, toen hij zag, hoe zijn gezicht in die enkele maanden ïijds veranderd was. Hij zag er oud en zorgelijk" uit. .v... /- DINSDAG 25 FEBRUARI i s:.:'b':Vé BORDJES MET „VERBODEN TOEGANG" schijnen niet afdoende te helpen tegen de Zigeuners, die in het Zuiden de grenzen probeeren te overschrijden; daarom heeft men er de gewapende macht naast gezet, waarvan we hier een post zien afgebeeld. Alle correspondentie te richten aan den dam- fdacteur dezer courant. No. 195. (23 Februari 1936.) PROBLEEM No. 274. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart V/sï/j 'W////. W//< Wit: Zwart: 3, 5, 7, 10, 12, 17/8, 28. 26/7 en 30. Wit: 14, 16, 28/9, 33, 36/8, 43/4 en 47/8. r» PROBLEEM No. 275. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart Wit: Zwart: 5, 11/2, 21, 26, 30/1, 45, dam op 13. Wit: 15. 20, 22, 32/3, 38/9, 42, 44, 47 en 49. heeft men vaak last van schrijnende hinden Dit schrijnen houdt dadelijk op door Purol. Langere tegenstand had Lh4 geboden. 25. Tfl—el! Lf6—h4? Nu ls deze zet een fout, die in ieder geval het djden verkort. 26. Tf2--e2! Opgegeven (Aanteekeningen van A. Becker in de Wiener Schachzeitung). In gedachten verzonken, bleef hij enkele oogenblikken om zich heen staan kijken; toen klom hij langzaam langs het steile voetpad naar boven en verdween in de richting van het huls. Het lijkt er veel op, alsof hij er net zoo over denkt als ik, merkte Forster grimmig cp. Maar tenslotte gaat het mij niet aan en jou evenmin. Zeg, wat ik zeggen wil, jij speelt waarachtig nog zoo kwaad niet, voegde hij er aan toe, naar de vioolkist kijkend. Zeg, hoor eens, zei Heriot, terwijl hij zich neerzatte. Ik zal, zoodra mijn pijp leeg is, wat voor je spelen, als je me een dienst wilt bewij. zen en wilt zorgen, dat ik vannacht een be hoorlijk onderdak krijg. Dat zal wel gaan, denk ik. Ik woon bij kennissen van me in, en die hebben nog wel een kamer vrij, waar je kunt slapen. Je ziet er nogal fatsoenlijk uit. Dat ben ik ook, zei Heriot op ernstigen toon. Ik ben blij, dat je me wilt helpen. Zuilen we dan maar gaan? Eerst spelen, zei de man verlegen. O ja, belofte maakt schuld, antwoordde Heriot; en de beide mannen rookten zwijgend hun pijpen leeg. Op datzelfde oogenblik wandelde een heer en een dame langzaam de hei over in de rich ting van de mijn. Het waren Eva en Stannard Marshbank. Weet u zeker, dat vader dezen kant is uitgegaan? vroeg zij na eenigen tijd zwijgend naast hem voortgewandeld te hebben. Zij had haar mantel om haar schouders ge worpen en in plaats van een hoed de kap over haar hoofd getrekken, waardoor haar mooie gezichtje nog bekoorlijker leek in de omraming van het zachte witte bont. Stannard Marshbank sloeg haar nu en dan met heimelijken blik gade, en telkens begoD zijn hart ontstuimig te kloppen. Hij verkeerde in de vaste overtuiging, dat de tijd, waarnaar hij reeds zoo lang verlangd en waarvoor hij al maandenlang zoo hard gewerkt had, einde lijk gekomen was; dat het oogenblik naderde, waarop hij het net, dat hij om dat meisje, dat zonder iets te vermoeden naast hem liep, ge spannen had, zou kunnen aantrekken. Heel zeker. Hij zei me, dat hij van plan PROBLEEM No. 276. J. BOBLE'NS, Nieuweschans. Zwart Wit: Zwart; 6, 9, 12, 15, 18, 20, 22/3, 28, dam op 26. Wit: 7, 11, 29/32, 34, 37/8, 42/3. PROBLEEM No. 277. J. BOBLENS, Nieuweschans. Zwart Wit: Zwart: 11/3, 16, 18 20, 23. 25, dam op 45. Wit: 26/30, 32, 34, 37. TYPESLAGEN. TYPESLAG No. 1. We beginnen met vol spel: Wit: Zwart. 1. 31—26 18—23 2. 32—27 12—18 3. 3329 19—24 4. 88—33 14—19A 5. 37—32 8—12 6. 42—38 17—22? Zwart heeft angstvallig de damiijn geheel bezet gehouden; toch gaat wit nu naar dam met 32—28 (zwart 23 21), 26 8, 35—30, 29—24 en 34 3. A. Indien zwart hier speelt 712 en wit 37—31 wtat zwart met een typesiag, welke later behandeld wordt, n.l 2328, 24 33, 17 21, en 12 23 met winst van minstens één stuk. TYPES 1. \G No. 2. 1. 34—30 20—25 2. 32—28 25 34 3. 39 30 17—21 4. 37—32 21—26 5. 4137 15—20 6. 31—27 10—15 7. 40—41 6—10 8. 36—31 2024 9. 41—36 15—20 10. 44—39 20—25? Een typeslag, welke meermalen, ook in het middenspel, voorkomt en als regel tot winst voert Wit speelt 28—22 (zw. 25 34) 40 20, 27—21 zwart 26 28) en 32 5. Voor zwart in de volgende opening 1. 31—27 17—22 2. 34—80 22 t 31 3. 36 27 20—24 4. 3025 18—23 5. 37—31 23—29 6. 31—26A 12—18 7. 41—36 l2 8. 46—41? en zwart 2430 en 19 46. A. Indien 4136, dan zwart 2430 en 19 26 zonder damslag maar met winst van een schijf. Een voorbeeld in het midden der partij: Zwart 2/3, 7/8, 11, 13, 19 20, 24, 21, 40. Wit: 22, 27/8, 32, 37/9, 42, 48, 50. Oogenschijnlïjk is hier 5045 de beste zet, waarmede wit zijn veiloren schijf terug zou winnen, maar beter is 3934, 2721, 28 23 (zwart 29 27) en 32 1. Een tweede voorbeeld: Zwart: 7, 8, 9, 17, 1\ 22, 25, 30 en 40. Wit: 26, 33, 37/9, 43, 48 en 49. In dezen, voor wit vrijwel verloren stand, zit winst met 26—21, 37—31, 38—32, 39—34 (zwart 40 38) en 43 1. TYPESLAB No. 3. 1. 33—28 20—24 2. 3933 152fl 3. 44—39 1015 4. 31—27 5—10 5. 36—31 2023 6. 5044 15—20 7. 34—30 23 84 8. 39 39 2025? wit: 4439. 40 20. 2S—22 en 32 6. Deze typeslag heeft veel eg van den vorlgen. Ook hier maakt wit van een vrijen zet gebruik om de winststelling te verkrijgen. TYPESLAG No. 4. 1. 3228 18—23 2. 34—29 23 32 3. 37 28 20—21 4. 29 20 33 24 5. 40—34 10—15 6. 31—27 8—10 7. 2722 2* 8. 41—37 21—26 9. 3429 14 Wit gaat naar dam met 2823. Indien zwart 1728, wit 23 5, indien zwai 19.: 28, wit 2923, 3832 en 32': 5. Deze eigenaardige typesiag komt meermalen voor in midden- of eindspel. Zwart: 2/3, 6/8, 13. 18, 25/6 en 28. Wit: 31, 35/8, 42, 44, 46/8. Wit wint met 37—32 (zwart 28 37), 38—32. 47—41, en 41 1. Nog een opening, waarin zwart dezen type siag uitvoert. 1. 33-28 1722 2. 28 17 31 22 S. 31—26 19—23 4. 37—31 2024 5. 322T 2429 6. 41—37 7-11 7. 4641 2-7 8. 37—32? Zwart: 23—28. (wit 32 23), 22—28, 13—19 en 19 46. OPLOSSINGEN. Probleem tio. 266. Zwart. 3. 11(2, 14. 17, 19, 21, 24 en 25. Wit: 23. 28, 30, 32, 34, 37, 44/5 en 48. Wit: 2318 (zwart 12 23), 3429, 4440 en 40 7. Huizen (298 M., na 6 uur 1071 M., resp. 1007 en 280 K.H.): uitsl. K.R.O.-uitzendingen: 8.15-9.30 gramofoonmuziek; 11.3032 godsdien stig halfuurtje; 12.151.15 K.R.O.-Trio; 1.152 gramofoonmuziek; 23 vrouwenuurtje; 33.30 kniples; 46.15 gramofoonmuziek; 6.156.30 nieuwsber. in Esperanto; 6.30—6.40 beursber.; 6.407 gramofoonmuziek; 77.30 Kerklatijn; 7.308 lezing over: „Een burgerlijk proces IX"; 8„Die Jahreszeiten" van Jos. Haydn, koor, orkest en solisten; 11.30 sluiting; ca. 9.30 pers berichten. Hilversum (1875 M„ 160 K.H.): 12.15—2 A.V.R.O.-Ensembie; 2—3 gramofoonmuziek; 34 knipcursus; 44.15 gramofoonmuziek; 4.15 5 solisten-concert, Bram Verhoef (viool). Frits Ulttenboogaard (piano); 5.306.30 dinermuziek uit cabaret „La Gaite" te Amsterdam; 6.306.45 gramofoonmuziek; 6.457.45 Engelsche les; 7.45 politieber.; 8.019 omroeporkest; 99.45 Susie Minden (piano), Charles van Isterdael (cello); 9.45 Omroeporkest; 10.persber.; 11.aansl. van het Carlton Hotel te A'dam, Ensemble Lis- monde; 12.sluiten. Daventry (1554.4 M., 193 K.H.): 10.35 mor genwijding; 11.05 lezing; 11.20 gramofoonmuziek; 12.20 concert, Anita Vaughan (ait), D. Evans (sopraan); 12.50 orgelconcert door E. O'Henry; I.202.20 orkest; 2.50 uitzending voor scholen; 4.20 orkest; 4.35 lezing; 4.50 orkest en orgel; 5.35 kinderuurfje; 6.20 voordracht; 6.35 nieuws ber.; 7.strijkkwartet; 7.20 lezingen; 8.05 orkest, D. Bennett (sopraan); 8.208.50 lezing; 9.20 nieuwsber.; 9.40 lezing; 10.05 Vaudeville; II.1012.15 dansmuziek; 12.2012.50 pr'oefultz. televisie. Parijs Radio-Paris", 1725 M„ 174 K.H.): 12.502.20 gramofoonmuziek; 4.05 orkest en solisten; 6.55 gramofoonmuziek; 8.20 orkest en solisten. Langenberg (473 M., 634 K.H.): 6.20 7.20, 9.3510.30 en 11.30 gramofoonmuziek; 12.25 1.50 orkest; 4.505.50 gramofoonmuziek; 7.20 7.35 orkest, Aramesco (tenor); daarna: berich ten en sluiting. Kalundborg (1153 M„ 260 K.H.): 11.20— 1.20 orkest; 24 orkest en pianiste; 45 kinder* uurtje; 7.209.35 orkest, daarna opvoering van „Don Carlos", drama in 5 bedrijven van Frie- drich von Schiller; 9.5011.20 her-uitzending van buitenlahdsche stations. Brussel (508.5 M., 590 K.H.): 5.20 dansmu ziek; 6.50 en 8.35 gramofoonmuziek; 8.50 orkest, zang en sprekers. Zeesen (1635 M., 183.5 K.H.): 6.15—11.50 lezingen en berichten; 11.5012.15 gramofoon muziek; 12.15—12.50 berichten; 1.201.50 gramo foonmuziek; 1.507.50 lezingen; 7.50 pianorecital door G. Berti*m; 8.20 orkest uit Konigsbergen daarna berichten en lezing. Sprekers voor den K. R. O. Deze week zullen voor den K. R. O. o.m. de volgende sprekers optreden: Dinsdag 25 Februari. 7.308 Mr. H. F. M, Donders: „Een burgerlijk proces II". Vrijdag 28 Februari. 6.407 Dr. H. J. Schim van der Loeff: „Sanatorium-behandeling en nazorg van alcoholisten". j-jju Zaterdag 29 Februari. 7715 S. P. J. Bor sten: Sportmassage; 7.308 Dr. P. v. d. Hey- den te Den Bosch: „Katholieke gezondheids zorg". Probleem no. 267 (J. Noome.) Zwart: 4, 9, 10. 12. 15, 17. 19, 20 28 en 28. Wit: 31/2, 34/5, 37/40, 45 en 48. Wit: 38—33 (zwart 17—22), 33—29 (zwart 12—18), 31—27, 35—30, 30—24, 34 6 en 49 47. Probleem no. 268 (G. J. A. v. Dam.) Zwart: 4. 10, 18. 18, 22. 24, 26. 28, dam op 23, Wit: 15, 20. 29. 31/2, 34, 36/7, 39, 44, 47/8, Wit: 4843. 31—27, (zwart 23 38), 32 12, (zwart 38 31), 36 9 en 15 4. Probleem no. 269, (damslag voor wit)'. Zwart: 2, 4/9. 11/4, 17. 19, 23/4 en Wit: 25, 27/8, 32/5, 37/9, 42/4, 46/8 en 50. Wit: 35—30, 25—20. 44—40. 28—22, S3 22. 38 18, 34—29, 27—21 en 32 1. Goede oplossingen ontvangen van: A. Turken burg, HaarlemW. J. v. d. V ïort, Nieuw Ven nep. J. Boelens, Nieuweschans; J. P. H„ D. R., C. v. d. S„ H. H. W, Borghardt en Joh. Lode- wijkx, allen Rotterdam; W. Schreuder, den Haag. was. eens naar de mijn te wandelen. Eva zuchtte. De mijn, zei ze op zachten toon. Altijd en eeuwig de mijn. Ik zou willen Zij hield even op. Maar neen, dat mag ik niet zeggen, want dat zou al heel ondankbaar tegen u zijn. Maar is het u ook niet opgevallen, dat vader den laatsten tijd veel veranderd is? Maakt u zich daar maar niet ongerust over, trachtte hij haar gerust te stellen. Uw vader verkeert natuurlijk in de grootst moge lijke spanning. Het is natuurlijk een angstige tijd geweest en dat is het ivg voor ons even goed als voor hem; maar ik ben ervan over tuigd, dat er spoedig een eind zal komen aan ai die onzekerheid, en dat binnen enkele weken. Eva zuchtte. Ja, daizeifde zegt hij ook steed3, zei ze bijna onhoorbaar. Als het maar alvast zoover was. Als hij maar niet zoo zenuwachtig en ge drukt was. Maar, neemt u het mij maar niet kwalijk, mr. Marshbank, ik wil u niet langer hinderen met mijn zorgen en narigheden. Hij kwam dichter naast haar loopen en zijn oogen schitterden. Zeg dat niet, zei hij. Hoe zouden uw zor gen en angst en vreugde mij onverschillig kunnen laten? Miss Winsdale Eva weet ge dan niet hebt ge dan niet gemerkt, hoe, hoe het met mij gesteld is? Zijn stem trilde van aandoening en Eva trachtte hem met een handbeweging het zwij gen op te leggen; maar hij stoorde er zich niet aan en hernam: Nog nooit heeft een man een vrouw zoo liefgehad als ik u. Ik ben geen schooljongen meer, die het verschil nog niet kent tusschen verliefdheid en liefde. Ik ben een man van de wereld, die weet wat hij zegt en doet. Ik ken mezelf maar ai te goed. Ik weet, hoe vurig, hoe oprecht ik u bemin. Stil stil toch, bracht zij eindelijk met moeite uit. Zijn bleeke gezicht, zijn bevende lippen, de stortvloed van woorden, die hem als liet ware uit den mond vloeide, dat alles beang stigde haar en deed haar heele ziel in opstand komen. Ik ik wist niet Ik wist niet Zij drukte haar hand tegen haar boe zem en kromp ineen van de pijn. Geloof me, als ik geweten had als ik had kunnen vermoeden, dat Dat Ik u beminde, dan zoudt u mij ge meden hebben? zei hij. Dat wist ik, en daarom trachtte ik zoo goed mogelijk mijn geheim te bewaren. Ik had me voorgenomen, te wachten, tot ik eerst geprobeerd had, uw liefde te win nen; en ik heb gewacht. O, als u eens wist, hoeveel moeite me dat gekost heeft. En nu nu ik het u verteld heb nu ik mijn zaak be pleit heb ais was er mijn leven mee gemoeid, Eva, nu zult ge niet „neen" zeggen. Wilt ge probeeren, van me te houden; wilt ge mijn viouw worden? Ge vindt me toch niet onuit staanbaar? Neen neen, antwoordde zij. Maar Wacht, drong hij aan. Als ge me dan niet onuitstaanbaar vindt, als er geen andere man is. Even scheen ze te schrikken, maar de on willekeurige beweging, die zij maakte, was zoo onmerkbaar, dat het hem ontging. Het is niet mogelijk, dat er een andere man is, zei hij op bijna heftigen toon Ik heb u voortdurend in het oog gehouden; ik ben steeds in uw gezelschap geweest; als dat waar was zou het me niet ontgaan zijn. Neen, dat is Plotseling weerklonk door de avondstilte over de hei een klagende melodie zoo onver wachts, dat zij er beiden van schrokken. Ze bleven stilstaan en staarden zwijgend in de richting, vanwaar de muziek kwam. Het klonk Stannard als iets vreeselljks in de ooren, want hij zag zich nu genoodzaakt, zijn pogingen, om Eva te overtuigen van de oprechtheid zijner gevoelens, te staken; terwijl Eva onmiddellijk onder den invloed raakte van de vreemde muziek. Het klonk als het zingen van een menschelijke stem; bet was, als hoor de zij in ieder accoord de woorden, die Heriot Fayne haar had toegefluisterd: Ja, ik zal mijn woord gestand doen. Mis schien, als ik erin slaag, mezelf wat beter on der den duim te krijgen; als ik mezelf wat waardiger voel, om in uw gezelschap te ko men, dat ik nog eens terugkom, om u vergiffe. nis te vragen voor wat ik tegen u heb gezegd. En toen was het, alsof hij haaj teeder toe fluisterde: Ik bemin u. Ik be^to u. De muziek hield op. Eva achrol op, ale ont waakte zij uit een heerlijken droom. En juist toen zij zich omwendde naar Stannard Marsh bank en hem wilde zeggen: Neen neen. Ik kan ik kan nooit uw vrouw worden, kwam haar vader op hen toe. Eva Stannard, zei hij op een toon, alsot hij in het geheel niet verwacht had, hen daar aan te treffen. Stannard had nog juist gelegenheid, om haar toe te fluisteren; Vertel er hem niets van. Ik zal wachten. Geef me over een uDr uw ant. woord. Eva snelde op haar vader toe met een uitroep van vreugde. Toen zij het huis bereikt hadden, liet Eva den arm van haar vader los en snelde de trap op naar haar kamer. Stannard Marshbank bleef haar een oogenblik na staan kijken en wendde zich toen tot mr. Winsdale. Zullen we naar de studeerkamer gaan? zei hij. Ik heb u iets te zeggen. Hij sprak op vastberaden, bijna gebieden den toon. Wat? O, Ja, natuurlijk. Is het over de mijn? zei mr. Winsdale, en hij ging hem voor naar zijn werkkamer. HOOFDSTUK XIX. Mr. Winsdale liet zich in een fauteuil neer vallen en verzocht Stannard Marshbank even eens plaats te nemen. Deze echter gaf er geen gevolg aan, maar ging naar den haard en bleef tegen den schoorsteenmantel geleund, ernstig en als in gedachten verzonken, naar den grond staren, als wist hij niet goed, hoe te beginnen. Mr. Winsdale bracht zijn hand aan zijn voorhoofd en zei; Wat scheelt eraan want ik zie, dat er Iets niet in orde is, Marshbank. Is het iets be treffende de mijn? Toch geen slecht nieuwe hoop ik? Stannard keek hem een oogenblik ernstig ean en antwoordde toen: Ja, het is Inderdaad slecht nieuws. Ik vrees, dat wij betreffende de mijn een vergis» sing begaan hebben. Een vergissing? mr, Winsdale verbleekte. Hoezoo, een vergissing? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 7