DE MOORD AAN DEN OOSTZEEDIJK
TE ROTTERDAM
m
DE ONOVERWINLIJKEN
E3T HULPINE
Filial I. J. KIWEI
4 GeM hij ons li ïiaaliiurlle
ADVERTEERDERS,
DENKT DAAR AAN!
i
f 0.60 1
g ACCOUNTANTSKANTOOR
f
f
G. A. DE WINTER
B. SCHERMER ZOON
Mr. Kokosky dringt aan op een vrijsprekend vonnis
Advertentiën
GEVRAAGD
AFSLAG
KABOUTER
LEGIOENEN
Eenigst Fabrikant T. VLASKAMP Jr
ADVERTEERT IN DIT BLAD.
SCHERMERS ADVOCAAT
Luxueus ingericmen uiinKei
mee en Home 15 ci. per kop
WOENSDAG 26 FEBRUARI 1930
TWEEDE BLAD.
PAGINA 4.
HET O. M. PERSISTEERT BIJ ZIJN EISCH VAN
TWINTIG JAAR
Repliek.
VERLOOFD:
VERLOOFD:
VERLOOFD:
GETROUWD:
GETROUWD:
GETROUWD:
GETROUWD:
GEBOHEN:
Mère MARIE MADELEINE,
ANNA CATHARINA ZAAT,
Wilhelmus van Paassen,
Broodbakkersjongen
NET R. K. MEISJE
NET DIENSTMEISJE
ETERNITPLAAT
i«,
GAARNE RICHTEN DE
HUGO DE GROOTSTRAAT 106 - ROTTERDAM.
UW A DRE S vcor het fcehsndelen Uwer Wasch
i:i i in i i i i i i i i lüiiiii'iüiiiiüi'üriiiiiiiiiiiqiiiiiiKiüiüiniiiiüiniiiiiiii'iiiiiiiiiiniiiiiiiu^
J. F. M.-RADEMAKERS
1 ROTTERDAM, CLAES DE VRIESELAAN 28 - TEL. INT. 32438
MOLE hi STEEG 22-30
ILu i i i i i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ;i::i;!iiH!iiiiiiiiniiiiaiiJii! i iiiiiiuiii uiüiiiiiiiüi; nijp
Oe Courant, die hier
ter stede het MEEST
GELEZEN wordt, is
KOEMARKT 4
TELEFOON 68085
De bloedspatten op de schoenen
Daarna komen de schoenen aan de beurt.
Een groote booglamp -wordt op het tafeltje
voor den president gezet en daaronder worden
do schoenen bekeken, waarop de bloedspatjes
voorkomen. De deskundigen krijgen een voor
een de microscoop onder de oogen. Alles ge
schiedt met de grootste nauwkeurigheid.
Dr. Van Itallie merkt op, dat de spatjes wel
op vreemde plaatsen zijn gevonden.
Dr. van Steehouwer zegt, dat men al bespat
kan worden aan de schoenen, als men zon
der veel kracht in bloed stapt
Dr. Van Itallie acht het niet aannemelijk,
dat iemand, die op een met bloed besmeurde
mat trapt, bloedspatjes krijgt op die plaats
aan de schoenen, waar ze gevonden zijn.
De president: En vaststaat, dat een dienst
meisje den dag na den moord de mat heeft
uitgeklopt en geen spoor van bloed heeft ge
vonden.
Dr. Hesselink heeft nu nog proeven geno
men met de vijl. Als men slaat met het
scherpe, omgebogen gedeelte naar beneden,
dan spat het bloed alleen naar de zijkanten,
niet naar voren en achteren.
Heeft Lans getelefoneerd?
Getuige mejuffrouw P. C. Lans was op 23
November met haar moeder en zuster aan het
winkelen geweest.
President: U is alleen thuis gekomen. Hoe
laat was dat
Getuige: Even vóór kwart vóór zes.
President: Weet U zeker, dat uw vader niet
getelefoneerd heeft, dat hij iets later zou thuis
komen.
Getuige: Ik weet zeker, dat vader niet gete
lefoneerd heeft.
President: Wanneer kwam uw moeder thuis?
Getuige: Dat weet ik niet.
President: Zoodra uw moeder en zuster thuis
kwamen, was er toen ongerustheid.
Getuige: Ja edelachtbare.
Dan wordt gehoord mejuffrouw C. G. W.
Lans, die den bewusten 29en November met
haar moeder om circa kwart voor zeven is thuis
gekomen.
President: Wat heeft u gedaan in den tijd,
dat uw zuster reeds naar huis was?
Getuige: Met moeder verder gewinkeld en
ook eenige inkoopen gedaan. Getuige heeft met
het kantoor getelefoneerd, nadat haar moeder
gevraagd had of vader ook had opgebeld.
De zitting wordt hierna geschorst.
Heeft men twee mannen
kunnen zien.
Te kwart over 2 wordt de zitting hervat.
Gehoord wordt het dienstmeisje C. J. Regeer,
die op 29 November om kwart vóór zeven onge
veer, toen zij, staande op het balcon der familie
Landsmeer, een tafelkleed uitschudde, twee
mannen in de gang heeft zien staan vóór de
Wijnzaak van van de Heuvel. Zij blijft geheel
bij haar verklaring, zooals die de vorige maal
ls afgelegd, ook wat betreft de kleeding. Zij
kon zich zelfs herinneren, dat *een der mannen
een bruin lederen actetasch bil zich had.
Bij de plaats gehad hebbende reconstructie
had getuige op de plaats waar de mannen ge
staan hebben, geen der personen kunnen zien.
De president: Hoe kwam dat?
Getuige: Op den avond van den moord was
het lichter.
De president brengt dan in herinnering dat
er geen lichten bij geplaatst zijn, dat de loods
waarvoor de mannen stonden, niet verlicht was.
Is het nu niet mogelijk dat u maar meent, de
mannen gezien te hebben en dat u uw bewe
ren heeft aangedikt om interessant te ziju.
Getuige: Het is geen verbeelding geweest. Ik
heb de mannen duidelijk gezien en zelfs heb ik
de kleur van de actetasch die een der mannen
droeg, kunnen onderscheiden.
De inspecteur van politie L. Hermans heeft
de reconstructie meegemaakt. Den avond van
de reconstructie, was het hetzelfde soort weer
als op den avond van den moord. Getuige heeft
van het balcon geen personen kunnen onder
scheiden. Slechts zag meu schimmen. De proe
ven zijn genomen met maximumbelichting. Den
volgenden dag was het helder weer, en ook toen
heeft men geen personen kunnen zien. De proe
ven zijn op drie avonden genomen. Bij donker
weer kan men zelfs geen schimmen zien van
een persoon, die in het donker gekleed waren.
De president vraagt, of als de mannen voor
het pand van v. d. Heuvel stonden, getuige
ze dan kan zien.
Getuige Regeer. Ik heb altijd gezegd, dat de
mannen voor de loods stonden.
Op de vragen van den verdediger zegt getuige
reeds dadelijk aan haar ouders en den volgen
den dag aan haar mevrouw van deze twee man
nen te hebben gesproken.
President: In één van die mannen meende U
verdachte te herkennen.
Getuige Regeer: Ja.
De verdediger mr. v. d. Meer: Kan de licht
bundel van een auto die keeren wilde, den gang
niet hel verlicht hebben?
Getuige Hermans: U heeft ook bij de in
structie die vraag gesteld.
De president: Is dat dan niet onderzocht.
Had men niet even met een politieauto kunnen
probeeren?
Getuige Hermans: Het licht kwam van boven
dus was een auto uitgeschakeld.
Getuige Regeer heeft ook geen geraas als
van een auto gehoord.
De verdediger mr. v. d. Meer wijst er nog
op dat sedert de moordavond in die omgeving
gebouwd is, waardoor er minder licht in den
gang gevallen kan zijn.
Getuige Hermans. Die bebouwing is te ver af.
De onderwijzer C. A. 't Hart bij wien getuige
Regeer op school is geweest, meent dat de
waarneming van getuige niet betrouwbaar is.
Mr. Kokosky: Hoe lang is het geleden dat u
getuige Regeer het laatst gezien heeft?
Getuige 't Hart: Dat is in Augustus S jaar
geweest.
Mr. Kokosky: En waaruit blijkt nu dat ge
tuige, die toen dus 11 jaar was, fantaseerde en
slecht waarnam?
Getuige 't Hart zegt dan, dat haar slechte
waarneming bleek bij het spel.
De president: Slecht waarnemen is wat
anders dan fantaseeren.
Mevr. Landsmeer, bij wie getuige Regeer in
betrekking was, heeft den dag na den moord
van haar meisje gehoord, dat zij twee mannen
gezien had. Zij beschreef de kleeding en zeide,
dat een hunner een bruine actetasch bij zich
had. Op getuige heeft het meisje een pienteren
en betrouwbaren indruk gemaakt. Toen het
meisje haar het verhaal deed, waarbij zij zeide
dat het omstreeks kwart voor zeven was ge
weest, had zij haar alleen verteld, dat er een
moord gepleegd was, en haar niet over tijd
gesproken.
Op een vraag van mr. v. d. Meer. zet dr.
Hulst uiteen, dat aan de verklaring van den
onderwijzer over de betrouwbaarheid van ge
tuige Regeer geen beteekenis te hechten is.
Getuige F. Wetsel is compagnon met v. d.
Heuvel. Getuige is op de moordavond eenige
minuten na zeven op het kantoor gekomen. Hij
heeft toen twee personen in de gang hooren
loopen. Tien minuten over zeven heeft getuige
in de gang staan te praten met de Korte
Getuige Regeer nogmaals voorgeroepen,
wordt de vraag voorgehouden, of zij de bewuste
personen niet om kwart over in plaats van
kwart vóór zeven heeft gezien. Getuige ant
woordde ontkennend. Ook is getuige WetS'-l
langer dan de langste der twee mannen, die
zij gezien heeft.
De president: Kan het nu niet, dat op het
kantoor van Lans licht gebrand heeft, en ge
tuige Regeer daarom de mannen heett gezien.
Inspecteur Hermans acht dit uitgesloten.
Het schijnsel van dit licht kan niet op de bin
nenplaats vallen»
Getuige Wetzel acht het niet mogelijk, dat
getuige Regeer hem heeft gezien.
Wanneer is de politie gewaarschuwd.
Getuige S. S. de Korte verklaart, dat om
streeks 5 minuten voor zeven mej. Lans den
sleutel bij hem is komen halen.
Getuige C. G. W. Lans was om kwart over
zeven bij het hek gekomen.
De president gaat aan de hand van vroegere
verklaringen na, dat getuige dan een half uur,
of minstens een kwartier verdaan heeft, nadat
zij van het kantoor geen antwoord had ont
vangen op den telefoonsclien oproep.
Getuige zegt, dat zij omstreeks half acht dr.
Mees getelefoneerd heeft.
Getuige de Korte verklaart dat dit vroeger is
geschied. Getuige heeft dadelijk de politie op
gebeld. Dat zal zeven uur geweest zijn.
De president: De politie is om kwart over
zeven opgebeld. Als eerst daarna dr. Mees is
opgebeld, dan kan dat wel omstreeks half acht
geweest zijn.
Getuige de Korte weet zeker dat het vroeger
was. Het heeft heel lang geduurd voordat de
politie kwam. Misschien dat de politie
daarom het tijdstip van waarschuwing verlaat.
De agent van politie G. Timmers heeft de
telefoonsche boodschap aangenomen. Het was
toen kwart over zeven.
De president: Hoe weet u dat?
Getuige Timmers: De klok wees het aan.
De president: Dat ls wat nieuws. Dat heeft u
nooit verklaard. In uw procesverbaal staat, dat
u den juisten tijd niet wist maar, dat het om
streeks kwart over 7 geweest zal ziju.
De vrouw van getuige de Korte wilde tegen
zeven uur naar haar dochter gaan, toen juffr.
Lans kwam om den sleutel.
De president: Hebt u op de klok gekeken.
Getuige: Dat heb ik niet noodig.
Getuige J. L. P. Scheffer heeft hij v. d. Heuvel
gewerkt. Op den moordavond is getuige gere
geld tusschen 5 en 7 uur op de binnenplaats
geweest om flesschen te halen. Hij heeft met
zijn collega Hartman niet staan praten.
Getuige heeft ook niemand in de gang gezien.
De lamp brandde. Getuige noch Hartman had
den een hoed op.
Getuige K. A. Dijkers werkt Donderdag
avond nooit in de loods op de binnenplaats. Als
hij er niet werkt, brandt er ook geen licht.
De bedrijfschef II. J. Alers had tot acht uur
hij v. d. Heuvel gewerkt. Om even voor half
acht had hij van den moord gehoord. Tien
minuten voor half acht was juffrouw Lans den
dokter komen opbellen. Getuige had het buiten
licht aangestoken.
Getuige W. C. Kaptein had op den hoek van
bet Boschland twee mannen gezien. Een van
hen had het postuur van verdachte. Getuige
blijft ook thans bij zijn verklaring, ook wat be
treft den tijd n.l. kwart over zessen.
De president merkt op, dat de bruggcwachter
niemand gezien heeft.
Getuige: Ik heb den bruggewachter ook niet
gezien.
Het woord is dan aan het O. M.
Het requisitoir in tweede instantie.
Na het vorige requisitoir, aldus de officier,
dat op 28 October van het vorig jaar door mij
is gehouden, zal ik mij thans alleen bepalen
tot het door uwe rechtbank gewezen tusschen-
vonnis, maar ik verklaar nadrukkelijk, met
handhaving van al datgene, wat ik op 28 Oc
tober j.l. naar voren heb gebracht.
Uw rechtbank heeft destijds uitdrukkelijk
overwogen, dat, al had de verdachte geen ver
mogensdelicten op zijn geweten, verdachte toch
gevangen zal moeten worden gehouden als ver
dacht van moord, hoeveel tijd het tusschenvon-
nis ook zou eischen. Uw rechtbank wenschte
nog over twee cardinale punten te worden in
gelicht en daarom werd een tusschen-onder-
zoek gelast.
Een van die belangrijkste punten was het
onderzoek naar de bloedsporen. De verdediger
heeft mij verweten dr. Hulst en dr. Gerhardt
niet te hebben gedagvaard.
Spr. zette uiteen, dat er strijd was tusschen
de conclusies van prof. dr. van Itallie en dr.
Hesselink. Nu was de dagvaarding van dr.
Hesselink wèl noodig, omdat de door dezen
gevonden bloedsporen op de broek niet door
dr. van Itallie en zijn assistente waren ge
vonden. Ik achtte het. niet noodig, aldus de*
officier, twee deskundigen te hooren, die in
het hernieuwde onderzoek door den rechter
commissaris niet waren gehoord. Daarbij komt
nog, dat wanneer de raadsman van den ver
dachte van oordeel was geweest, dat nog aVi-
dere deskundigen hadden gehoord moeten wor
den, liij daartoe de bevoegdheid had. Hij heeft
daar echter niets van doen blijken, ook niet
toen bekend werd, dat prof. van Itallie en dr.
Hesselink het op verschillende punten niet
eens waren.
Uw rechtbank heeft zich niet bevredigd ge
voeld aangaande het bloed-onderzoek, omdat
de deskundigen 'het niet e^is waren. Een su
per-deskundige werd toen aangewezen. Ik denk,
dat de rechtbank ten aanzien van deze moei
lijkheid ervan overtuigd is, dat de quantiteit
van de deskundigen aan liet onderzoek niet
ten goede is gekomen.
Maar toch zijn in het rapport van prof. Ital
lie zaken bevestigd, die ook door dr. Hesselink
reeds beweerd waren. Als leek, zoo zegt de of
ficier, vind ik de meening van dr. Gerhardt
nog niet zoo gek, temeer daar ook prof. Ital
lie heeft gezegd, dat het hem ook niet onmo
gelijk lijkt, dat bloedvlekken met een spons
verwijderd kunnen worden, althans voorloopig.
In verband met het feit, dat prof. v. Itallie
een vlek heeft ontdekt, die niet door dr. Hes
selink is gevonden, acht spreker de theorie,
dat die vlek later weer is opgekomen, wel te
aanvaarden. Deze oude vlek, die van karakter
en ouderdom verschilt van de andere vlekken,
kan misschien van een bloedneus afkomstig
zijn. Di-. Hesselink heeft nu zijn stelling be
vestigd, dat het aan de onderzijde van het vest
gevonden bloed, toch versch bloed was. Dit
wordt echter door prof. van Itallie en zijn as
sistente aan de hand van een enkel korreltje
zoo maar niet aanvaard.
Het bloed op het vest is echter voor mij niet
de hoofdzaak. Spr. heeft echter op het oog de
verklaring van dr. Gerhardt en dr. Hulst, die
zij hebben afgelegd met betrekking tot het
bloed op broek en schoenen. Prof. Itallie ver
klaarde dat het bloed op de broekspijpen is
opgespat. Hoogstwaarschijnlijk niet door hard
in het bloed te stappen. Hoe kan het er dan op
gekomen zijn? Alle deskundigen zijn het er nu
over eens, dat het 'jong bloed is. Maar spr.
vraagt zich af, indien het bloed er niet door
loopen is opgekomen, hoe dan?
Wat het bloed op de schoenen betreft, prof.
Van Itallie heeft proeven genomen, waaruit
blijkt, dat het er alleen op gekomen kan zijn,
als er in een betrekkelijk groote plas bloed ge
trapt is. Dit kon niet gebeurd zijn op den avond
van den moord, toen verdachte door de politie
op het kantoor ontboden was.
Ten aanzien van enkele onderdeelen hebben
de deskundigen een aanvankelijk genomen con
clusie teruggenomen. Spr. doelde op de proef
met do vijl, waaromtrent eenstemmigheid is
gekomen onder de deskundigen. Spr. wijdt ver
der do aandacht aan de verklaring van dr.
Hulst, dat de bloedspatten op de broekspijpen
niet afkomstig kunnen zijn van verdachte's
dochtertje Spr. begrijpt dat het zeer moeilijk
is voor deskundigen om zich positief in alle
opzichten uit te drukken, maar spr. meent, dat
voor wat den ouderdom van het bloed be
treft, men bijzonder voorzichtig moet zijn.
Komend tot het tweede punt,- zegt spr. dat
dit betrof een onderzoek naar twee personen,
die door den verdediger naar voren zijn ge
bracht. Ik kan kort zijn: deze reconstructie
heeft geen enkel resultaat opgeleverd en in
spr.'s systeem past dit uitstekend. Het tus-
schenonderzoek heeft uitgemaakt, dat Regeer
en Kaptein niet dezelfde twee personen hebben
gezien. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
er personen hebben gestaan of geloopen op an
dere plaatsen.
Inzake den tijd waarop de politie is gewaar
schuwd, heb ik mij altijd geschaard aan de
zijde van mejuffrouw Lans. Maar nu laat ik
haar beweren schieten. En indien het waar zóu
zijn, dat juffrouw Lans niet om kwart over
zeven maar vroeger aan het kantoor is geko
men, dan is dit zeer nadeelig voor den ver
dachte. Want dan is de tijd voor den gefin-
geerden inbraak en den doodslag veel te kort
geweest.
De reconstructie van het vertoonen van per
sonen heeft ook al geen positief resultaat opge
leverd, behalve dan de verklaring van Schef
fer, dat hij herhaaldelijk in de gang heen en
weer heeft geloopen en niemand heeft gezien.
Nogmaals wijst fpr. er met nadruk op, dat hij
in zijn requisitoir in tweede instantie niets
heeft terug getrokken en dat hij in alle opzich
ten zijn conclusies van het vorige requisitoir
blijft handhaven.
Mr. Kokosky aan liet woord.
Mr. Kokosky zal zich ook beperken tot wat
na het tusschenvonnis is gebleken. Hij hand
haaft wat bij in eerste instantie heeft gezegd.
Het O. M. dat in zijn eerste requisitoir de rol
van Sherlock Holmes heeft gespeeld, treedt nu
op als gedachtenlezer en geeft de motieven
welke de rechtbank tot haar interlocutoir von
nis heeft geleid. Pleiter moet nu ook tot een
bespreking komen. Hij lieeft er niet in gelezen,
dat de rechtbank reeds van plan was verdachte
te veroordeelen, alleen dat zij nog ingelicht
wilde worden over enkele punten. PI. merkt op
dat de rechtbank op 9 November het bewijs nog
niet had. De zinsnede omtrent de gevangen
houding legt pleiter uitfat het een afsnijden
was van de mogelijkheid dat de verdediging
zou komen met een verzoek tot invrijheid
stelling.
Het nader onderzoek slechts een
zeer negatief bewijs.
Do gewichtige vraag van nu is dus, heeft het
nader onderzoek de bewijzen opgeleverd, dat
verdachte's schuld bewezen is. En conclusie
trekkende uit.hetgeen thans gebleken is, zegt
spr., dat het nader onderzoek slechts een zeer
negatief bewijs heeft opgeleverd. Pleiter blijft
er bij het een zeer groote leemte te vinden dat
njen in de instructie ook niet gehoord heeft
drs. Hulst en Gerhardt. Zelfs is aan deze des
kundigen het rapport van dr. van Itallie niet
toegezonden. Maar het O. M. heeft die heeren
laten vallen omdat liun verklaringen niet in de
kraam van het O. M. te pas kwamen. Men ver
wijt pl. dat hij zich niet tot den rechter van
instructie gewend heeft. Maar pleiter is daar
beu van. Nu het nader onderzoek weer is op
gedragen geweest aan den politie-inspeeteur
Hermans, dat prikkelend is voor de verdediging.
Pleiter brengt een woord van dank aan den
president die dadelijk heeft toegestemd in een
oproeping van deze deskundigen toen bleek,
dat ze van de zijde van het O. M. niet waren
gedagvaard.
De fouten zijn niet meer te
herstellen.
De fouten, die bij het onderzoek op den avond
van den moord en den volgenden dag zijn ge
maakt, zijn niet meer te herstellen, maar zij
leiden tot allerlei supposities, die de oneenig-
heid onder de deskundigen verklaren. Al het
water van de zee wascht de gewichtige verkla
ring van dr. van Itallie en zijn assistenten niet
af, dat het bloed op vest en broek gevonden,
van ouderen datum is dan het bloed op den
hoed van Lans. Het O. M. vindt de verklaring
van dr. Gerhardt omtre;it het afwasschen en
later weer opkomen van de vlekken nog zoo
gek niet. Er zullen nog wel meer leeken zijn,
die die verklaring nog zoo gek niet vinden,
maar de deskundigen wijzen die verklaring af.
Prof. Itallie voelt zich gekrenkt.
Dr. Gerhardt: Neen: Prof. Itallie gaat er
gedeeltelijk mede accoord.
Pleiter bestrijdt dit, en verzoekt den presi
dent prof. van Itallie daarnaar te vragen.
Prof. van Itallie verzoekt de president de
vraag precies te formuleeren want in het re
quisitoir van het O. M. is getuige's verklaring
al genoeg geweld aangedaan en hij wenscht
voor het publiek niet uitgemaakt te worden.
Getuige voegt er bij, dat het O. M. als leek niet
begrijpen kan waarom bij zich gekrenkt gevoelt.
De president is ook leek en dus kon getuige
het hem niet kwalijk nemen dat hij ook geen
krenking gehoord heeft in de woorden van het
O M. De president formuleert dan de vraag.
Getuige Prof. vau Itallie zegt dan, dat hij de
mogelijkheid wel aanneemt, dat er met een
spons over het vest is gewreven. Het gevolg
daarvan kan geweest zijn dat het bloed meer
verspreid, is geworden. Maar het is altijd te
zien geweest.
Dr. Gerhardt zet dan, zijn meening nog eens
uiteen.
Mr. Kokosky zijn pleidooi vervolgend zet uit
een, dat dr. Hesselink verklaard heeft dat het
bloed op vest en broek even oud zijn. Het bloed
op bet vest is ouder dan liet bloed op den
hoed, (lus het bloed op de broek is ook ouder.
Dat is logisch.
Prof. v. Itallie licht dan nog een gedeelte
van zijn rapport toe.
Mr. Kokosky merkt op, dat het O. M. de
verklaringen van de deskundigen uit elkaar
rukt. Dat de deskundigen niet tot een positief
resultaat gekomen zijn ligt niet aan de des
kundigen maar aan de fouten, die bij het
eerste onderzoek zijn gemaakt.
Pleiter zegt, dat het nadere onderzoek naar
het bloed volkomen past in liet systeem der
verdediging.
Door één man is de daad niet
gepleegd.
Komende tot het tweede gedeelte van het
gelaste nadere onderzoek wijst pleiter op het
hoofdartikel in het Weekblad van het Recht
aan dit onderzoek gewijd. Wat daarin voor
speld wordt Is schitterend uitgekomen. Voor
liet O. M. vervallen de verklaringen van juf
frouw Regeer en do verklaring van juffrouw
Lans dat het kwart over zeven was, toen zij
bij het hek kwam. Pleiter meent, dat er geen
enkele reden is om aan de verklaring van ge
tuige Regeer te twijfelen. Pleiter houdt vol
dat liet onmogelijk moet geacht worden dat de
daad door één man is gepleegd. Pl. haalt ver
schillende verklaringen aan, waarin van twee
mannen sprake is. Pleiter haalt de verklaring
aan van zekereu Buis, tegenover de politie,
wien verteld was dat het misdrijf gepleegd
was door iemand die den bijnaam droeg van.
den Cowboy en nog een ander, die handelden
op instigatie van verdachte. Pleiter heeft die
personen niet doen dagvaarden omdat het ner
gens toe zou hebben geleid. De politie heeft het
alibi van beide personen onderzocht, maar vol
gens pleiter is de wijzo waarop dit geschied is
onbevredigend, al geeft hij toe, dat het moei
lijk anders kon. Getuige Brons, die gelukkig
nu niet gehoord is, heeft de lichtstraal niet
kunnen zien, omdat het licht brandde in de
gang. Brons, die den bukkenden man heeft ge
zien, heeft gefantaseerd. Pleiter meent, dat
het feit niet bewezen is, al ziet hij wel in, dat
een veroordeelend vonnis mogelijk zou zijn,
ook een vonnis dat in de oogen van den Hoo-
gen Raad genade zou vinden. Maar pleiter ver
wacht zulk een vonnis van deze rechtbank
niet.
Pleiter dringt er voorts op aan dat de recht
bank verdachte, bij een vrijsprekend vonnis
van den doodslag, geen duw zal geven voor de
gepleegde malversatie, imaar van oordeel za.l
zijn dat hij daartoe genoeg gestraft is, door de
voorloopige hechtenis, die verdachte onder zul
ke ontzettende omstandigheden lieeft moeten
ondergaan.
t
In zijn repliek lieeft het O. M. zeer begrijpe
lijk gevonden, dat de rechter-commissaris het
nadere onderzoek weer aan inspecteur Hermans
heeft opgedragen. Wave dat niet gedaan dan
zou een onnoodige blaam geworpen zijn op
dezen politieman, die zich ingespannen heeft
een duistere zaak tot klaarheid te brengen.
Spr. nam het politieonderzoek in bescherming.
Op verschillende punten ging het O. M nog
nader in, o.a. op die van de schoenen. Nu wordt
wel gezegd, dat liet heel goed mogelijk is dat
verdachte in bloecl getrapt heeft, maar is men
vergeten lioe verdachte getracht heeft het be
staan van deze schoenen te ontkennen?
Mocht de rechtbank komen tot een vrijspre
kend vonnis, dan zal spr. zich niet verzetten
tegen het in mindering brengen van de pre
ventieve hechtenis van de straf voor de ge
pleegde malversaties.
Mr. Kokosky, dupliceerend, zeide nog dat het
O. M. het politieonderzoek sauveert, omdat het
O. M, zoowel als de rechter-commissaris, die
aan liet eerste onderzoekhébben deelgenomen,
mede debet zijn aan de gemaakte fouten. Plei
ter ging daarna nog op eenige punten in, die
door het O. M. in zijn repliek naar voren waren
gebracht. Pleiter blijft er bij, dat er twijfel is
of verdachte schuldig is. Hij wil nog even
den nadruk leggen op hot leven van den heer
Lans. De familieverhouding was niet zoo Ideaal
als men' thans wil doen voorkomen en zeker
kan ook een spoor in een andere richting lel
den.
Verdachte, die het laatste woord lieeft, heeft
niets meer te zeggen.
Uitspraak 11 Maart.
MARIE NIJMAN
en
THEO BRESSER.
Voorhaven W.z. 9 Rotterdam.
„Hoekhove Vijverweg
Receptie: Zondag 2 Maart 1930 van
3 tot V/f uur. 72656 8
In plaats van kaarten.
M. S. v. d. LINDEN
en
J. M. v. VLIET.
Rotterdam, 24 Februari 1930.
's-Gravendijkwal 149.
Hoflaan 47.72639 8
THEA GOEBERGH
en
L. L. M. JANSSEN.
Rotterdam, Heemraadssingel 97.
Arnhem. Rijnkade 44.
Ontvangdag: Zaterdag 1 Maart van
3.304.30 uur. 72623 8
Het huwelijk van
HUUB RUYSENAARS en
DORA WITTEVEEN
wordt wegens ernstig ziektegeval
uitgesteld.
Heemstede 25 Februari 1930.
72670 6
PIET DÜIJNSTEE
en
LYDLA VAN IPEREN
die, mede namens wederzijdsche fa
milie, hartelijk dank zeggen voor de
vele blijken van belangstelling bij
hun huwelijk ondervonden.
Toekomstig adres: Van Wijngaar
denlaan 48, Voorschoten.
72608 10
GODFRIED 11 AND AG
en
DORA SCHMITZ
die, mede namens wederzijdsche fa
milie, hartelijk dank zeggen voor de
vele blijken van belangstelling bij
hun huwelijk ondervonden.
Amsterdam, 25 Februari 1930.
72632 9
ANTOON SCIIILTE
en
LEIDA PEETERS
zeggen, mede namens wederzijdsche
familie, hartelijk dank voor de vele
blijken van belangstelling onder
vonden.
Echt (Limburg), 25 Februari 1930.
72651 9
BAS MENHEERE
en
BETS VAN GELOVEN
die, mede namens wederzijdsche fa
milie, hartelijk dank zeggen voor de
belangstelling bij hun huwelijk on
dervonden.
Tilburg, 25 Februari 1930
72654 9
HENRICUS ADRIANUS MARIE.
J. SNELDERS—Van de Watering.
Hillegersberg. 25 Februari.
Dorpsstraat 37b. 72657 5
De Heer en Mevrouw
A. VOS—STOCKMANN
geven kennis van de geboorte van
hun Dochter
LOUS.
Gouda 24 Februari 1930.
4366 GM 6
Heden overleed in het Xaverius-
klooster te Halfweg tot onze diepe
droefheid, tijdig voorzien van de
laatste H.H. Sacramenten, in haar
76ste levensjaar en het 51ste van
haar kloosterleven, onze innig
geliefde Mère assistente
Oud-Overste van het Ursulinen-
kloosler Weltevreden en filialen.
De Overste en Zusters.
Halfweg, 25 Februari 1930.
Heden overleed na een kortston
dig lijden, in het St. Liduinage-
sticht, voorzien van de H.H. Sa
cramenten der Stervenden, onze
geliefde Moeder, Behuwdmoeder
en Grootmoeder, Mejuffrouw
Weduwe van den Heer
A- Duimel,
eerder Weduwe van den Heer
in den ouderdom van ruim 80
jaar.
Schiedam, 24 Februari 1930.
Uit aller naam
Delft:
B. VAN PAASSEN
J. VAN PAASSEN—Sigmond
en Kinderen
Amsterdam:
O KNUVELDER-Van Paassen
HL KNUVELDER
Schiedam:
FR. NECESANY—Van Paassen
T. NECESANY en Kind.
Do H.H. Uitvaartdiensten zullen
worden gehouden in de kerk van
O. L. Vrouw Visitatie (Franken
land). Donderdag 27 Februari a.s.
's morgens te 7 en 7j£ uur, daar
na de begrafenis om 9 uur van
uit het St. Liduinageslicht.
6364S 42
EEN FLINKE
Goed kunnende fietsen, boven do 16
jaar. Aanmelden: v. Haasteren's
Bakkerijen, Bilderdijkstr. 31. Schie
dam. 6366S 10
op Vrijdag 28 Februari 1930, v.m. 11
uur, in het Café „De Vriendschap"
te Kcthol, van een Woonhuis met
Pakhuis, Schuur, Erf en Tuin, te
Kethel, NOORDEINDE 12 eu 14.
Staande in veiling op 3600.
Notaris BLAISSE, Schiedam.
6365S 10
Biedt zich aan
van g. h. leeftijd 16 j., voor hulp in
de huishouding of alskindermeisje
v. d. en n. Briev. no. 1925, Bureau
N. Schied. Crt.
gevraagd, alleen voor het bovenhuis.
W. A. VerwaUen, Hoogstraat 186,
Schiedam. 1926S
Zindelijk en goedkoop is een
op het aanrecht. Makkerstraat 8,
Tel. 68435. 191DSC
t*
VAN DIT BLAD ZICH NAAR DE BEVELEN VAN IEDE-
REN LEZER, DIE OP HET EEN OF ANDER GEBIED
IETS TE VERKRIJGEN, IETS TE WINNEN HEEFT
WETTIG GEDEPONEERD
Vernietigt SNEL en PIJNLOOS EKSTEROOGEN, EELT en WRATTEN
FRANCO TÖEZENDINIj NA ONTVANGST VAN POSTWISSEL a tO.75
72«6'J 17
Voor de'treffende blijken van dee
neming, ondervonden tijdens de
ziekte en bij het overlijden van den
Heer
MCOLAAS LAM.
betuigt de familie baar hartelijken
dank.
Uit aller naam
Wed. J. F. LAM—Kik.
Rotterdam, Februari 1930.
ïïiiS 10
Stoom-Wasch- en Strijkinr. „Edelweiss", Westmolenstraat 16-18, Tel. 68519
653S 10
HOORN—AMSTERDAM
Luxe Brood- en Banketbakkerij
annex Lunchroom en Tearoom
Onderzoek van boeken - Opmaken van -
rapporten - Opmaken van balansen - Ad- -
viezen voor associatie - Adviezen voor
-T Cr<j„.a.verleening - Adviezen voor belastingen. - Spreekuur dagelijks
van 1 - 2 uur. af Speciaal voor Belasting-Zaken II
in onzen
Steeds verkrijgbaar: Versche belegde
Broodjes, Warme Croquetten, etc. etc.