DE MOORD AAN DEN OOSTZEEDIJK TE ROTTERDAM m DE ONOVERWINLIJKEN E3T HULPINE Filial I. J. KIWEI 4 GeM hij ons li ïiaaliiurlle ADVERTEERDERS, DENKT DAAR AAN! i f 0.60 1 g ACCOUNTANTSKANTOOR f f G. A. DE WINTER B. SCHERMER ZOON Mr. Kokosky dringt aan op een vrijsprekend vonnis Advertentiën GEVRAAGD AFSLAG KABOUTER LEGIOENEN Eenigst Fabrikant T. VLASKAMP Jr ADVERTEERT IN DIT BLAD. SCHERMERS ADVOCAAT Luxueus ingericmen uiinKei mee en Home 15 ci. per kop WOENSDAG 26 FEBRUARI 1930 TWEEDE BLAD. PAGINA 4. HET O. M. PERSISTEERT BIJ ZIJN EISCH VAN TWINTIG JAAR Repliek. VERLOOFD: VERLOOFD: VERLOOFD: GETROUWD: GETROUWD: GETROUWD: GETROUWD: GEBOHEN: Mère MARIE MADELEINE, ANNA CATHARINA ZAAT, Wilhelmus van Paassen, Broodbakkersjongen NET R. K. MEISJE NET DIENSTMEISJE ETERNITPLAAT i«, GAARNE RICHTEN DE HUGO DE GROOTSTRAAT 106 - ROTTERDAM. UW A DRE S vcor het fcehsndelen Uwer Wasch i:i i in i i i i i i i i lüiiiii'iüiiiiüi'üriiiiiiiiiiiqiiiiiiKiüiüiniiiiüiniiiiiiii'iiiiiiiiiiniiiiiiiu^ J. F. M.-RADEMAKERS 1 ROTTERDAM, CLAES DE VRIESELAAN 28 - TEL. INT. 32438 MOLE hi STEEG 22-30 ILu i i i i i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ;i::i;!iiH!iiiiiiiiniiiiaiiJii! i iiiiiiuiii uiüiiiiiiiüi; nijp Oe Courant, die hier ter stede het MEEST GELEZEN wordt, is KOEMARKT 4 TELEFOON 68085 De bloedspatten op de schoenen Daarna komen de schoenen aan de beurt. Een groote booglamp -wordt op het tafeltje voor den president gezet en daaronder worden do schoenen bekeken, waarop de bloedspatjes voorkomen. De deskundigen krijgen een voor een de microscoop onder de oogen. Alles ge schiedt met de grootste nauwkeurigheid. Dr. Van Itallie merkt op, dat de spatjes wel op vreemde plaatsen zijn gevonden. Dr. van Steehouwer zegt, dat men al bespat kan worden aan de schoenen, als men zon der veel kracht in bloed stapt Dr. Van Itallie acht het niet aannemelijk, dat iemand, die op een met bloed besmeurde mat trapt, bloedspatjes krijgt op die plaats aan de schoenen, waar ze gevonden zijn. De president: En vaststaat, dat een dienst meisje den dag na den moord de mat heeft uitgeklopt en geen spoor van bloed heeft ge vonden. Dr. Hesselink heeft nu nog proeven geno men met de vijl. Als men slaat met het scherpe, omgebogen gedeelte naar beneden, dan spat het bloed alleen naar de zijkanten, niet naar voren en achteren. Heeft Lans getelefoneerd? Getuige mejuffrouw P. C. Lans was op 23 November met haar moeder en zuster aan het winkelen geweest. President: U is alleen thuis gekomen. Hoe laat was dat Getuige: Even vóór kwart vóór zes. President: Weet U zeker, dat uw vader niet getelefoneerd heeft, dat hij iets later zou thuis komen. Getuige: Ik weet zeker, dat vader niet gete lefoneerd heeft. President: Wanneer kwam uw moeder thuis? Getuige: Dat weet ik niet. President: Zoodra uw moeder en zuster thuis kwamen, was er toen ongerustheid. Getuige: Ja edelachtbare. Dan wordt gehoord mejuffrouw C. G. W. Lans, die den bewusten 29en November met haar moeder om circa kwart voor zeven is thuis gekomen. President: Wat heeft u gedaan in den tijd, dat uw zuster reeds naar huis was? Getuige: Met moeder verder gewinkeld en ook eenige inkoopen gedaan. Getuige heeft met het kantoor getelefoneerd, nadat haar moeder gevraagd had of vader ook had opgebeld. De zitting wordt hierna geschorst. Heeft men twee mannen kunnen zien. Te kwart over 2 wordt de zitting hervat. Gehoord wordt het dienstmeisje C. J. Regeer, die op 29 November om kwart vóór zeven onge veer, toen zij, staande op het balcon der familie Landsmeer, een tafelkleed uitschudde, twee mannen in de gang heeft zien staan vóór de Wijnzaak van van de Heuvel. Zij blijft geheel bij haar verklaring, zooals die de vorige maal ls afgelegd, ook wat betreft de kleeding. Zij kon zich zelfs herinneren, dat *een der mannen een bruin lederen actetasch bil zich had. Bij de plaats gehad hebbende reconstructie had getuige op de plaats waar de mannen ge staan hebben, geen der personen kunnen zien. De president: Hoe kwam dat? Getuige: Op den avond van den moord was het lichter. De president brengt dan in herinnering dat er geen lichten bij geplaatst zijn, dat de loods waarvoor de mannen stonden, niet verlicht was. Is het nu niet mogelijk dat u maar meent, de mannen gezien te hebben en dat u uw bewe ren heeft aangedikt om interessant te ziju. Getuige: Het is geen verbeelding geweest. Ik heb de mannen duidelijk gezien en zelfs heb ik de kleur van de actetasch die een der mannen droeg, kunnen onderscheiden. De inspecteur van politie L. Hermans heeft de reconstructie meegemaakt. Den avond van de reconstructie, was het hetzelfde soort weer als op den avond van den moord. Getuige heeft van het balcon geen personen kunnen onder scheiden. Slechts zag meu schimmen. De proe ven zijn genomen met maximumbelichting. Den volgenden dag was het helder weer, en ook toen heeft men geen personen kunnen zien. De proe ven zijn op drie avonden genomen. Bij donker weer kan men zelfs geen schimmen zien van een persoon, die in het donker gekleed waren. De president vraagt, of als de mannen voor het pand van v. d. Heuvel stonden, getuige ze dan kan zien. Getuige Regeer. Ik heb altijd gezegd, dat de mannen voor de loods stonden. Op de vragen van den verdediger zegt getuige reeds dadelijk aan haar ouders en den volgen den dag aan haar mevrouw van deze twee man nen te hebben gesproken. President: In één van die mannen meende U verdachte te herkennen. Getuige Regeer: Ja. De verdediger mr. v. d. Meer: Kan de licht bundel van een auto die keeren wilde, den gang niet hel verlicht hebben? Getuige Hermans: U heeft ook bij de in structie die vraag gesteld. De president: Is dat dan niet onderzocht. Had men niet even met een politieauto kunnen probeeren? Getuige Hermans: Het licht kwam van boven dus was een auto uitgeschakeld. Getuige Regeer heeft ook geen geraas als van een auto gehoord. De verdediger mr. v. d. Meer wijst er nog op dat sedert de moordavond in die omgeving gebouwd is, waardoor er minder licht in den gang gevallen kan zijn. Getuige Hermans. Die bebouwing is te ver af. De onderwijzer C. A. 't Hart bij wien getuige Regeer op school is geweest, meent dat de waarneming van getuige niet betrouwbaar is. Mr. Kokosky: Hoe lang is het geleden dat u getuige Regeer het laatst gezien heeft? Getuige 't Hart: Dat is in Augustus S jaar geweest. Mr. Kokosky: En waaruit blijkt nu dat ge tuige, die toen dus 11 jaar was, fantaseerde en slecht waarnam? Getuige 't Hart zegt dan, dat haar slechte waarneming bleek bij het spel. De president: Slecht waarnemen is wat anders dan fantaseeren. Mevr. Landsmeer, bij wie getuige Regeer in betrekking was, heeft den dag na den moord van haar meisje gehoord, dat zij twee mannen gezien had. Zij beschreef de kleeding en zeide, dat een hunner een bruine actetasch bij zich had. Op getuige heeft het meisje een pienteren en betrouwbaren indruk gemaakt. Toen het meisje haar het verhaal deed, waarbij zij zeide dat het omstreeks kwart voor zeven was ge weest, had zij haar alleen verteld, dat er een moord gepleegd was, en haar niet over tijd gesproken. Op een vraag van mr. v. d. Meer. zet dr. Hulst uiteen, dat aan de verklaring van den onderwijzer over de betrouwbaarheid van ge tuige Regeer geen beteekenis te hechten is. Getuige F. Wetsel is compagnon met v. d. Heuvel. Getuige is op de moordavond eenige minuten na zeven op het kantoor gekomen. Hij heeft toen twee personen in de gang hooren loopen. Tien minuten over zeven heeft getuige in de gang staan te praten met de Korte Getuige Regeer nogmaals voorgeroepen, wordt de vraag voorgehouden, of zij de bewuste personen niet om kwart over in plaats van kwart vóór zeven heeft gezien. Getuige ant woordde ontkennend. Ook is getuige WetS'-l langer dan de langste der twee mannen, die zij gezien heeft. De president: Kan het nu niet, dat op het kantoor van Lans licht gebrand heeft, en ge tuige Regeer daarom de mannen heett gezien. Inspecteur Hermans acht dit uitgesloten. Het schijnsel van dit licht kan niet op de bin nenplaats vallen» Getuige Wetzel acht het niet mogelijk, dat getuige Regeer hem heeft gezien. Wanneer is de politie gewaarschuwd. Getuige S. S. de Korte verklaart, dat om streeks 5 minuten voor zeven mej. Lans den sleutel bij hem is komen halen. Getuige C. G. W. Lans was om kwart over zeven bij het hek gekomen. De president gaat aan de hand van vroegere verklaringen na, dat getuige dan een half uur, of minstens een kwartier verdaan heeft, nadat zij van het kantoor geen antwoord had ont vangen op den telefoonsclien oproep. Getuige zegt, dat zij omstreeks half acht dr. Mees getelefoneerd heeft. Getuige de Korte verklaart dat dit vroeger is geschied. Getuige heeft dadelijk de politie op gebeld. Dat zal zeven uur geweest zijn. De president: De politie is om kwart over zeven opgebeld. Als eerst daarna dr. Mees is opgebeld, dan kan dat wel omstreeks half acht geweest zijn. Getuige de Korte weet zeker dat het vroeger was. Het heeft heel lang geduurd voordat de politie kwam. Misschien dat de politie daarom het tijdstip van waarschuwing verlaat. De agent van politie G. Timmers heeft de telefoonsche boodschap aangenomen. Het was toen kwart over zeven. De president: Hoe weet u dat? Getuige Timmers: De klok wees het aan. De president: Dat ls wat nieuws. Dat heeft u nooit verklaard. In uw procesverbaal staat, dat u den juisten tijd niet wist maar, dat het om streeks kwart over 7 geweest zal ziju. De vrouw van getuige de Korte wilde tegen zeven uur naar haar dochter gaan, toen juffr. Lans kwam om den sleutel. De president: Hebt u op de klok gekeken. Getuige: Dat heb ik niet noodig. Getuige J. L. P. Scheffer heeft hij v. d. Heuvel gewerkt. Op den moordavond is getuige gere geld tusschen 5 en 7 uur op de binnenplaats geweest om flesschen te halen. Hij heeft met zijn collega Hartman niet staan praten. Getuige heeft ook niemand in de gang gezien. De lamp brandde. Getuige noch Hartman had den een hoed op. Getuige K. A. Dijkers werkt Donderdag avond nooit in de loods op de binnenplaats. Als hij er niet werkt, brandt er ook geen licht. De bedrijfschef II. J. Alers had tot acht uur hij v. d. Heuvel gewerkt. Om even voor half acht had hij van den moord gehoord. Tien minuten voor half acht was juffrouw Lans den dokter komen opbellen. Getuige had het buiten licht aangestoken. Getuige W. C. Kaptein had op den hoek van bet Boschland twee mannen gezien. Een van hen had het postuur van verdachte. Getuige blijft ook thans bij zijn verklaring, ook wat be treft den tijd n.l. kwart over zessen. De president merkt op, dat de bruggcwachter niemand gezien heeft. Getuige: Ik heb den bruggewachter ook niet gezien. Het woord is dan aan het O. M. Het requisitoir in tweede instantie. Na het vorige requisitoir, aldus de officier, dat op 28 October van het vorig jaar door mij is gehouden, zal ik mij thans alleen bepalen tot het door uwe rechtbank gewezen tusschen- vonnis, maar ik verklaar nadrukkelijk, met handhaving van al datgene, wat ik op 28 Oc tober j.l. naar voren heb gebracht. Uw rechtbank heeft destijds uitdrukkelijk overwogen, dat, al had de verdachte geen ver mogensdelicten op zijn geweten, verdachte toch gevangen zal moeten worden gehouden als ver dacht van moord, hoeveel tijd het tusschenvon- nis ook zou eischen. Uw rechtbank wenschte nog over twee cardinale punten te worden in gelicht en daarom werd een tusschen-onder- zoek gelast. Een van die belangrijkste punten was het onderzoek naar de bloedsporen. De verdediger heeft mij verweten dr. Hulst en dr. Gerhardt niet te hebben gedagvaard. Spr. zette uiteen, dat er strijd was tusschen de conclusies van prof. dr. van Itallie en dr. Hesselink. Nu was de dagvaarding van dr. Hesselink wèl noodig, omdat de door dezen gevonden bloedsporen op de broek niet door dr. van Itallie en zijn assistente waren ge vonden. Ik achtte het. niet noodig, aldus de* officier, twee deskundigen te hooren, die in het hernieuwde onderzoek door den rechter commissaris niet waren gehoord. Daarbij komt nog, dat wanneer de raadsman van den ver dachte van oordeel was geweest, dat nog aVi- dere deskundigen hadden gehoord moeten wor den, liij daartoe de bevoegdheid had. Hij heeft daar echter niets van doen blijken, ook niet toen bekend werd, dat prof. van Itallie en dr. Hesselink het op verschillende punten niet eens waren. Uw rechtbank heeft zich niet bevredigd ge voeld aangaande het bloed-onderzoek, omdat de deskundigen 'het niet e^is waren. Een su per-deskundige werd toen aangewezen. Ik denk, dat de rechtbank ten aanzien van deze moei lijkheid ervan overtuigd is, dat de quantiteit van de deskundigen aan liet onderzoek niet ten goede is gekomen. Maar toch zijn in het rapport van prof. Ital lie zaken bevestigd, die ook door dr. Hesselink reeds beweerd waren. Als leek, zoo zegt de of ficier, vind ik de meening van dr. Gerhardt nog niet zoo gek, temeer daar ook prof. Ital lie heeft gezegd, dat het hem ook niet onmo gelijk lijkt, dat bloedvlekken met een spons verwijderd kunnen worden, althans voorloopig. In verband met het feit, dat prof. v. Itallie een vlek heeft ontdekt, die niet door dr. Hes selink is gevonden, acht spreker de theorie, dat die vlek later weer is opgekomen, wel te aanvaarden. Deze oude vlek, die van karakter en ouderdom verschilt van de andere vlekken, kan misschien van een bloedneus afkomstig zijn. Di-. Hesselink heeft nu zijn stelling be vestigd, dat het aan de onderzijde van het vest gevonden bloed, toch versch bloed was. Dit wordt echter door prof. van Itallie en zijn as sistente aan de hand van een enkel korreltje zoo maar niet aanvaard. Het bloed op het vest is echter voor mij niet de hoofdzaak. Spr. heeft echter op het oog de verklaring van dr. Gerhardt en dr. Hulst, die zij hebben afgelegd met betrekking tot het bloed op broek en schoenen. Prof. Itallie ver klaarde dat het bloed op de broekspijpen is opgespat. Hoogstwaarschijnlijk niet door hard in het bloed te stappen. Hoe kan het er dan op gekomen zijn? Alle deskundigen zijn het er nu over eens, dat het 'jong bloed is. Maar spr. vraagt zich af, indien het bloed er niet door loopen is opgekomen, hoe dan? Wat het bloed op de schoenen betreft, prof. Van Itallie heeft proeven genomen, waaruit blijkt, dat het er alleen op gekomen kan zijn, als er in een betrekkelijk groote plas bloed ge trapt is. Dit kon niet gebeurd zijn op den avond van den moord, toen verdachte door de politie op het kantoor ontboden was. Ten aanzien van enkele onderdeelen hebben de deskundigen een aanvankelijk genomen con clusie teruggenomen. Spr. doelde op de proef met do vijl, waaromtrent eenstemmigheid is gekomen onder de deskundigen. Spr. wijdt ver der do aandacht aan de verklaring van dr. Hulst, dat de bloedspatten op de broekspijpen niet afkomstig kunnen zijn van verdachte's dochtertje Spr. begrijpt dat het zeer moeilijk is voor deskundigen om zich positief in alle opzichten uit te drukken, maar spr. meent, dat voor wat den ouderdom van het bloed be treft, men bijzonder voorzichtig moet zijn. Komend tot het tweede punt,- zegt spr. dat dit betrof een onderzoek naar twee personen, die door den verdediger naar voren zijn ge bracht. Ik kan kort zijn: deze reconstructie heeft geen enkel resultaat opgeleverd en in spr.'s systeem past dit uitstekend. Het tus- schenonderzoek heeft uitgemaakt, dat Regeer en Kaptein niet dezelfde twee personen hebben gezien. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat er personen hebben gestaan of geloopen op an dere plaatsen. Inzake den tijd waarop de politie is gewaar schuwd, heb ik mij altijd geschaard aan de zijde van mejuffrouw Lans. Maar nu laat ik haar beweren schieten. En indien het waar zóu zijn, dat juffrouw Lans niet om kwart over zeven maar vroeger aan het kantoor is geko men, dan is dit zeer nadeelig voor den ver dachte. Want dan is de tijd voor den gefin- geerden inbraak en den doodslag veel te kort geweest. De reconstructie van het vertoonen van per sonen heeft ook al geen positief resultaat opge leverd, behalve dan de verklaring van Schef fer, dat hij herhaaldelijk in de gang heen en weer heeft geloopen en niemand heeft gezien. Nogmaals wijst fpr. er met nadruk op, dat hij in zijn requisitoir in tweede instantie niets heeft terug getrokken en dat hij in alle opzich ten zijn conclusies van het vorige requisitoir blijft handhaven. Mr. Kokosky aan liet woord. Mr. Kokosky zal zich ook beperken tot wat na het tusschenvonnis is gebleken. Hij hand haaft wat bij in eerste instantie heeft gezegd. Het O. M. dat in zijn eerste requisitoir de rol van Sherlock Holmes heeft gespeeld, treedt nu op als gedachtenlezer en geeft de motieven welke de rechtbank tot haar interlocutoir von nis heeft geleid. Pleiter moet nu ook tot een bespreking komen. Hij lieeft er niet in gelezen, dat de rechtbank reeds van plan was verdachte te veroordeelen, alleen dat zij nog ingelicht wilde worden over enkele punten. PI. merkt op dat de rechtbank op 9 November het bewijs nog niet had. De zinsnede omtrent de gevangen houding legt pleiter uitfat het een afsnijden was van de mogelijkheid dat de verdediging zou komen met een verzoek tot invrijheid stelling. Het nader onderzoek slechts een zeer negatief bewijs. Do gewichtige vraag van nu is dus, heeft het nader onderzoek de bewijzen opgeleverd, dat verdachte's schuld bewezen is. En conclusie trekkende uit.hetgeen thans gebleken is, zegt spr., dat het nader onderzoek slechts een zeer negatief bewijs heeft opgeleverd. Pleiter blijft er bij het een zeer groote leemte te vinden dat njen in de instructie ook niet gehoord heeft drs. Hulst en Gerhardt. Zelfs is aan deze des kundigen het rapport van dr. van Itallie niet toegezonden. Maar het O. M. heeft die heeren laten vallen omdat liun verklaringen niet in de kraam van het O. M. te pas kwamen. Men ver wijt pl. dat hij zich niet tot den rechter van instructie gewend heeft. Maar pleiter is daar beu van. Nu het nader onderzoek weer is op gedragen geweest aan den politie-inspeeteur Hermans, dat prikkelend is voor de verdediging. Pleiter brengt een woord van dank aan den president die dadelijk heeft toegestemd in een oproeping van deze deskundigen toen bleek, dat ze van de zijde van het O. M. niet waren gedagvaard. De fouten zijn niet meer te herstellen. De fouten, die bij het onderzoek op den avond van den moord en den volgenden dag zijn ge maakt, zijn niet meer te herstellen, maar zij leiden tot allerlei supposities, die de oneenig- heid onder de deskundigen verklaren. Al het water van de zee wascht de gewichtige verkla ring van dr. van Itallie en zijn assistenten niet af, dat het bloed op vest en broek gevonden, van ouderen datum is dan het bloed op den hoed van Lans. Het O. M. vindt de verklaring van dr. Gerhardt omtre;it het afwasschen en later weer opkomen van de vlekken nog zoo gek niet. Er zullen nog wel meer leeken zijn, die die verklaring nog zoo gek niet vinden, maar de deskundigen wijzen die verklaring af. Prof. Itallie voelt zich gekrenkt. Dr. Gerhardt: Neen: Prof. Itallie gaat er gedeeltelijk mede accoord. Pleiter bestrijdt dit, en verzoekt den presi dent prof. van Itallie daarnaar te vragen. Prof. van Itallie verzoekt de president de vraag precies te formuleeren want in het re quisitoir van het O. M. is getuige's verklaring al genoeg geweld aangedaan en hij wenscht voor het publiek niet uitgemaakt te worden. Getuige voegt er bij, dat het O. M. als leek niet begrijpen kan waarom bij zich gekrenkt gevoelt. De president is ook leek en dus kon getuige het hem niet kwalijk nemen dat hij ook geen krenking gehoord heeft in de woorden van het O M. De president formuleert dan de vraag. Getuige Prof. vau Itallie zegt dan, dat hij de mogelijkheid wel aanneemt, dat er met een spons over het vest is gewreven. Het gevolg daarvan kan geweest zijn dat het bloed meer verspreid, is geworden. Maar het is altijd te zien geweest. Dr. Gerhardt zet dan, zijn meening nog eens uiteen. Mr. Kokosky zijn pleidooi vervolgend zet uit een, dat dr. Hesselink verklaard heeft dat het bloed op vest en broek even oud zijn. Het bloed op bet vest is ouder dan liet bloed op den hoed, (lus het bloed op de broek is ook ouder. Dat is logisch. Prof. v. Itallie licht dan nog een gedeelte van zijn rapport toe. Mr. Kokosky merkt op, dat het O. M. de verklaringen van de deskundigen uit elkaar rukt. Dat de deskundigen niet tot een positief resultaat gekomen zijn ligt niet aan de des kundigen maar aan de fouten, die bij het eerste onderzoek zijn gemaakt. Pleiter zegt, dat het nadere onderzoek naar het bloed volkomen past in liet systeem der verdediging. Door één man is de daad niet gepleegd. Komende tot het tweede gedeelte van het gelaste nadere onderzoek wijst pleiter op het hoofdartikel in het Weekblad van het Recht aan dit onderzoek gewijd. Wat daarin voor speld wordt Is schitterend uitgekomen. Voor liet O. M. vervallen de verklaringen van juf frouw Regeer en do verklaring van juffrouw Lans dat het kwart over zeven was, toen zij bij het hek kwam. Pleiter meent, dat er geen enkele reden is om aan de verklaring van ge tuige Regeer te twijfelen. Pleiter houdt vol dat liet onmogelijk moet geacht worden dat de daad door één man is gepleegd. Pl. haalt ver schillende verklaringen aan, waarin van twee mannen sprake is. Pleiter haalt de verklaring aan van zekereu Buis, tegenover de politie, wien verteld was dat het misdrijf gepleegd was door iemand die den bijnaam droeg van. den Cowboy en nog een ander, die handelden op instigatie van verdachte. Pleiter heeft die personen niet doen dagvaarden omdat het ner gens toe zou hebben geleid. De politie heeft het alibi van beide personen onderzocht, maar vol gens pleiter is de wijzo waarop dit geschied is onbevredigend, al geeft hij toe, dat het moei lijk anders kon. Getuige Brons, die gelukkig nu niet gehoord is, heeft de lichtstraal niet kunnen zien, omdat het licht brandde in de gang. Brons, die den bukkenden man heeft ge zien, heeft gefantaseerd. Pleiter meent, dat het feit niet bewezen is, al ziet hij wel in, dat een veroordeelend vonnis mogelijk zou zijn, ook een vonnis dat in de oogen van den Hoo- gen Raad genade zou vinden. Maar pleiter ver wacht zulk een vonnis van deze rechtbank niet. Pleiter dringt er voorts op aan dat de recht bank verdachte, bij een vrijsprekend vonnis van den doodslag, geen duw zal geven voor de gepleegde malversatie, imaar van oordeel za.l zijn dat hij daartoe genoeg gestraft is, door de voorloopige hechtenis, die verdachte onder zul ke ontzettende omstandigheden lieeft moeten ondergaan. t In zijn repliek lieeft het O. M. zeer begrijpe lijk gevonden, dat de rechter-commissaris het nadere onderzoek weer aan inspecteur Hermans heeft opgedragen. Wave dat niet gedaan dan zou een onnoodige blaam geworpen zijn op dezen politieman, die zich ingespannen heeft een duistere zaak tot klaarheid te brengen. Spr. nam het politieonderzoek in bescherming. Op verschillende punten ging het O. M nog nader in, o.a. op die van de schoenen. Nu wordt wel gezegd, dat liet heel goed mogelijk is dat verdachte in bloecl getrapt heeft, maar is men vergeten lioe verdachte getracht heeft het be staan van deze schoenen te ontkennen? Mocht de rechtbank komen tot een vrijspre kend vonnis, dan zal spr. zich niet verzetten tegen het in mindering brengen van de pre ventieve hechtenis van de straf voor de ge pleegde malversaties. Mr. Kokosky, dupliceerend, zeide nog dat het O. M. het politieonderzoek sauveert, omdat het O. M, zoowel als de rechter-commissaris, die aan liet eerste onderzoekhébben deelgenomen, mede debet zijn aan de gemaakte fouten. Plei ter ging daarna nog op eenige punten in, die door het O. M. in zijn repliek naar voren waren gebracht. Pleiter blijft er bij, dat er twijfel is of verdachte schuldig is. Hij wil nog even den nadruk leggen op hot leven van den heer Lans. De familieverhouding was niet zoo Ideaal als men' thans wil doen voorkomen en zeker kan ook een spoor in een andere richting lel den. Verdachte, die het laatste woord lieeft, heeft niets meer te zeggen. Uitspraak 11 Maart. MARIE NIJMAN en THEO BRESSER. Voorhaven W.z. 9 Rotterdam. „Hoekhove Vijverweg Receptie: Zondag 2 Maart 1930 van 3 tot V/f uur. 72656 8 In plaats van kaarten. M. S. v. d. LINDEN en J. M. v. VLIET. Rotterdam, 24 Februari 1930. 's-Gravendijkwal 149. Hoflaan 47.72639 8 THEA GOEBERGH en L. L. M. JANSSEN. Rotterdam, Heemraadssingel 97. Arnhem. Rijnkade 44. Ontvangdag: Zaterdag 1 Maart van 3.304.30 uur. 72623 8 Het huwelijk van HUUB RUYSENAARS en DORA WITTEVEEN wordt wegens ernstig ziektegeval uitgesteld. Heemstede 25 Februari 1930. 72670 6 PIET DÜIJNSTEE en LYDLA VAN IPEREN die, mede namens wederzijdsche fa milie, hartelijk dank zeggen voor de vele blijken van belangstelling bij hun huwelijk ondervonden. Toekomstig adres: Van Wijngaar denlaan 48, Voorschoten. 72608 10 GODFRIED 11 AND AG en DORA SCHMITZ die, mede namens wederzijdsche fa milie, hartelijk dank zeggen voor de vele blijken van belangstelling bij hun huwelijk ondervonden. Amsterdam, 25 Februari 1930. 72632 9 ANTOON SCIIILTE en LEIDA PEETERS zeggen, mede namens wederzijdsche familie, hartelijk dank voor de vele blijken van belangstelling onder vonden. Echt (Limburg), 25 Februari 1930. 72651 9 BAS MENHEERE en BETS VAN GELOVEN die, mede namens wederzijdsche fa milie, hartelijk dank zeggen voor de belangstelling bij hun huwelijk on dervonden. Tilburg, 25 Februari 1930 72654 9 HENRICUS ADRIANUS MARIE. J. SNELDERS—Van de Watering. Hillegersberg. 25 Februari. Dorpsstraat 37b. 72657 5 De Heer en Mevrouw A. VOS—STOCKMANN geven kennis van de geboorte van hun Dochter LOUS. Gouda 24 Februari 1930. 4366 GM 6 Heden overleed in het Xaverius- klooster te Halfweg tot onze diepe droefheid, tijdig voorzien van de laatste H.H. Sacramenten, in haar 76ste levensjaar en het 51ste van haar kloosterleven, onze innig geliefde Mère assistente Oud-Overste van het Ursulinen- kloosler Weltevreden en filialen. De Overste en Zusters. Halfweg, 25 Februari 1930. Heden overleed na een kortston dig lijden, in het St. Liduinage- sticht, voorzien van de H.H. Sa cramenten der Stervenden, onze geliefde Moeder, Behuwdmoeder en Grootmoeder, Mejuffrouw Weduwe van den Heer A- Duimel, eerder Weduwe van den Heer in den ouderdom van ruim 80 jaar. Schiedam, 24 Februari 1930. Uit aller naam Delft: B. VAN PAASSEN J. VAN PAASSEN—Sigmond en Kinderen Amsterdam: O KNUVELDER-Van Paassen HL KNUVELDER Schiedam: FR. NECESANY—Van Paassen T. NECESANY en Kind. Do H.H. Uitvaartdiensten zullen worden gehouden in de kerk van O. L. Vrouw Visitatie (Franken land). Donderdag 27 Februari a.s. 's morgens te 7 en 7j£ uur, daar na de begrafenis om 9 uur van uit het St. Liduinageslicht. 6364S 42 EEN FLINKE Goed kunnende fietsen, boven do 16 jaar. Aanmelden: v. Haasteren's Bakkerijen, Bilderdijkstr. 31. Schie dam. 6366S 10 op Vrijdag 28 Februari 1930, v.m. 11 uur, in het Café „De Vriendschap" te Kcthol, van een Woonhuis met Pakhuis, Schuur, Erf en Tuin, te Kethel, NOORDEINDE 12 eu 14. Staande in veiling op 3600. Notaris BLAISSE, Schiedam. 6365S 10 Biedt zich aan van g. h. leeftijd 16 j., voor hulp in de huishouding of alskindermeisje v. d. en n. Briev. no. 1925, Bureau N. Schied. Crt. gevraagd, alleen voor het bovenhuis. W. A. VerwaUen, Hoogstraat 186, Schiedam. 1926S Zindelijk en goedkoop is een op het aanrecht. Makkerstraat 8, Tel. 68435. 191DSC t* VAN DIT BLAD ZICH NAAR DE BEVELEN VAN IEDE- REN LEZER, DIE OP HET EEN OF ANDER GEBIED IETS TE VERKRIJGEN, IETS TE WINNEN HEEFT WETTIG GEDEPONEERD Vernietigt SNEL en PIJNLOOS EKSTEROOGEN, EELT en WRATTEN FRANCO TÖEZENDINIj NA ONTVANGST VAN POSTWISSEL a tO.75 72«6'J 17 Voor de'treffende blijken van dee neming, ondervonden tijdens de ziekte en bij het overlijden van den Heer MCOLAAS LAM. betuigt de familie baar hartelijken dank. Uit aller naam Wed. J. F. LAM—Kik. Rotterdam, Februari 1930. ïïiiS 10 Stoom-Wasch- en Strijkinr. „Edelweiss", Westmolenstraat 16-18, Tel. 68519 653S 10 HOORN—AMSTERDAM Luxe Brood- en Banketbakkerij annex Lunchroom en Tearoom Onderzoek van boeken - Opmaken van - rapporten - Opmaken van balansen - Ad- - viezen voor associatie - Adviezen voor -T Cr<j„.a.verleening - Adviezen voor belastingen. - Spreekuur dagelijks van 1 - 2 uur. af Speciaal voor Belasting-Zaken II in onzen Steeds verkrijgbaar: Versche belegde Broodjes, Warme Croquetten, etc. etc.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 8