DE INDISCHE BEGROOTING
n 'I Haar wat
FEUILLETON
TWEE VROUWEN
Ruimere toepassing van Art. 177 R. R.
SPORT EN SPEL
VOETBAL-BESPIEGELING.
ZATERDAG 1 MAART 1930
TWEEDE BLAD.
PAGINA 2
IN DE TWEEDE KAMER
•vr:-
NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND
HET WERVENVRAAGSTUK
DE SPAARNEBANK
R. K. DIOCESANE LAND- EN
TUINBOUWBOND
(Ad Int.) We begonnen met de behande
ling van een twaalftal kleinere wetsontwerpen,
waaronder een aantal naturalisaties. Geen van
deze wetsontwerpen ontlokte ook maar een
enkele opmerking van de Kamer; zonder hoof
delijke stemming werden ze alle goedgekeurd
Hierna werd de Indische Begrooting weer
opengeslagen en ging de Kamer verder met de
behandeling van de 5de afdeeling (Onderwijs
en Eeredienst).
Onderwijs een dankbaar onderwerp, waar
over iedereen meent te kunnen meepraten.
Het bezwaar dat sommige sprekers Indië al
leen maar van hooren zeggen kennen, deed
zich o.a. voor bij den heer Wijnkoop, die het
„Indonesisch" als voertaal op de Iagère- en
middelbare scholen algemeen wenschte te zien
ingevoerd, hetgeen een oud-Indisch gast als
de heer v. Kempen wanhopig de handen in de
lucht deed slaan.
De bedoeling van den heer Wijnkoop was
natuurlijk het onderwijs in de landstaal, maar
dat was ook reeds door andere sprekers be
pleit, o.a door den heer Gerhard en werd later
door den heer -Voller nog eens onderstreept.
Uit de door den minister zelf verstrekte cij
fers blijkt, dat alle instellingen van Westersch
lager onderwijs in Indië te zamen worden be
zocht door 30 pet. Europeanen en 70 pet. in
landers en vreemde Oosterlingen. Deze cijfers
meende de heer Voller, wijzen er op, dat er
te weinig rekening wordt gehouden met de
eigenlijke behoeften van de bevolking. Door de
opleiding aan de Westersche onderwijs-institu-
ten zullen de inlanders, die later leidende func
ties in Indonesië moeten vervullen, vervreemd
worden van de eigen cultuur van hun volk.
Minister De Graaf deelde deze vrees niet.
Aan de invoering van de landstaal op de
scholen zijn voor het onderwijs eigenaardige
moeilijkheden verbonden, meende de bewinds
man en hij betwijfelde bovendien, of de bevol
king zelf deze invoering wel op prijs zou stel
len.
De heer Voller had ook nog verschillende
denkbeelden geuit omtrent de subsidieering
van het bijzonder onderwijs. De minister achtte
deze kwestie van te technisohen aard dan dat
hij daarop terstond zou kunnen antwoorden.
Hij beloofde ze echter onder de aandacht van
den gouverneur-generaal te zullen brengen.
Vet genoegen vernamen wij voorts van mi
nister de Graaff, dat hij geheel instemde met
de woorden van den heer Moller, dat ten aan
zien van de karaktervorming bij de jeugd van
de inlandsche scholen heel wat minder is te
verwachten dan van de bijzondere confessio-
neele scholen.
Behalve „onderwijs" behelst de 5de afdeeling
der Indische begrooting ook „eeredienst" en
zoo kwam thans ook art. 177 van het Regee-
ringsreglement ter sprake.
De heer Lingbeek en de heer Kersten viel
hem bij zag in de toelating vin een katho
liek geestelijke op het eiland Soemba een In
breuk op artikel 177, ofschoon tie heer Ling
beek moest erkennen, dat op dat eiland vroe
ger toch ook een katholieke missie gevestigd
was geweest.
Het feit, dat deze heeren in al de 14 dagen,
dat de Indische begrooting in de Kamer in
behandeling is, hun mond nog niet hebben
opengedaan en nu op eens uit den hoek komen
met een gebaar, of heel Indië wordt bedreigd,
deed de heer Feber terecht opmerken, dat als
de geestelijke en cultureele belangen van Indië
bun zoozeer ter harte gaan, ze ook bij andere
onderwerpen wel wat meer belangstelling had
den mogen toonen.
De heer Lingbeek had spottend gesproken
van een coalitie op Soemba, nu daar de katho
lieken en protestanten naast elkaar aan missie
en zending arbeiden. De heer Feber nam dat
woord over en wees er zeer terecht op, dat dan
die geestelijke coalitie het eiland Soemba dan
wel eens belangrijk zou kunnen vooruit bren-
gen.
Minister de Graaff ging op de Soemba-
kwestie niet verder in, dan dat hij kon verkla
ren, dat de toelating van R. K. geestelijken op
dat eiland in overeenstemming was met den
wensch der bevolking. Wat overigens de toe
passing van art. 177 betreft, onderschreef de
minister ten voile hetgeen dr. Moller daarover
had gezegd, n.l. dat bij niet toelating duidelijk
moet worden uiteengezet, om welke redenen
iemand gevaarlijk wordt geacht voor orde en
rust. Men mag hieruit dus conciudeeren, dat
alleen het feit, dat iemand katholiek geestelijke
is en het geloof in een bepaalde landstreek wil
prediken op zich zelf geen reden mag zijn om
zijn toelating te weigeren. Dit is tenminste een
heel wat ruimere en juistere interpretatie dan
tot voor kort door de overheid aan artikel 177
werd gegeven.
Goddank. De rechtvaardigheid begint zich
dan toch eindelijk haan te breken.
Ook ontkende de minister de juistheid van
de veelal verkondigde opvatting, dat er in Indië
zou zijn een scheiding van speciaal protestant-
sche en katholieke streken d.w.z. van streken,
waar de missie en streken waar de zending zou
mogen werken. Volgens den minister zou een
dergelijke scheiding zelfs nooit hebben bestaan!
Ook van deze officieele verklaring nemen we
gaarne nota en wij danken den minister dat hij
dit nu eens klaar en onomwonden heeft wil
len zeggen.
tv;.#1^1
IN DE VUURBAAK STRAAT TE SCHEVENINGEN heeft een hevige uiitsiaande brand gewoed; onze foto geeft een kijkje Op het
perceel, waar het vuur reeds zoo goed als gedoofd Is.
Installatie van de Commissie van
onderzoek
Da minister van defensie, dr. Deckers, heeft
gisterenochtend in een der lokalen van het
departement de door hem ingestelde commis
sie betreffende het werven-vraagstuk geïnstal
leerd niet een korte rede, welke door den voor
zitter der commissie, ir. J. A. Kalft, oud-direc
teur der Nederlandsche Spoorwegen, werd be
antwoord.
RIJKSKLEEDINGCOMMISSIE
Het reinigen en herstellen
In de vergadering der Rijkskleedingcommis-
sie werden nadere mededeelingen gedaan, be
treffende de regeling tot het doen reinigen en
herstellen van de uniformen van het burgerlijk
Rijkspersoneel.
Aan het doen reinigen en herstellen der
uniformen zijn voor het personeel geen bij
zondere kosten verbonden; de kosten deswege
zijn begrepen in den kleedingaftrek.
De Commissie besprak voorts de resolutie
van den Minister van Financiën, betreffende
de onderscheidingsteekenen voor het personeel
der directe belastingen, invoerrechten en- ac
cijnzen. De commissie acht het minder juist
als onderscheidingsteeken aan te wenden het
Rijkswapen met en zonder leeuwen. Naar haar
oordeel mag dit Rijkswapen, indien voorge
schreven, niet in geschonden vorm worden
aangewend.
De commissie besloot zich ter zake te wenden
tot den Minister voornoemd.
Winst en dividend hooger
In de Vrijdag gehouden algemeeno vergadering
van aandeelhouders van de N.V. De Spaamebank
te Haarlem werden de balans en verlies- en
winstrekening over het jaar 1929 goedgekeurd
en het dividend vastgesteld op 6p£ pet. (v. j. 6
pet.), na eer dotatie van 50 0(^0 aan de reserve,
De aftredende leden van den Raad van com
missarissen de heeren dr. E. A. M. Droog, mr.
J N. J. E. Heerkens Thijssen en B. J. V. van
Hees werden herkozen.
Aan het jaarverslag ontleenen wij het vol
gende:
Het afgesloten boekjaar is er een geweest van
opvallende tegenstellingen. Na een periode van
duur geld en groots levendigheid ter beurze
twee factoren, welke de uitkomsten van het
bankbedrijf gunstig plegen te beïnvloeden
veroorzaakte de einde-October tamelijk onver
wacht ingezette crisis, welke zich aan al> inter
nationale beurscentra voltrok, een algcheelen
ommekeer.
Ofschoon deze omstandigheden In de naaste
toekomst onze winstcijfers vermoedelijk zullen
blijven drukken, mogen wij toch allerminst
voorbijzien, dat de gang van zaken het beschik
bare -crediet uit de handen van een al te zeer
opgevoerde fondsenspeculatie wederom ter be
schikking heeft gebracht van het bedrijfsleven,
hetwelk slechts bij een matigen rente-standaard
baat kan vinden.
Waren de uitkomsten van den landbouw over
het algemeen niet gunstig, een voor onze streek
belangrijke uitzondering vormde het bloembol-
lenbedrijf.
In het algemeen trouwens mogen wij over de
in 1929 behaalde resultaten tevreden zijn. Voor
verliezen van eenige beteekenis op verstrekte
handelscredieten bleven wij gespaard. Evenmin
bracht de beurscrisis ons in de noodzakelijkheid
onze cliënten tot afwikkeling van ongewenschte
fondsenposities te dwingen, zoodat risico's, we'lke
tot eenige speciale reserve nopen, niet zijn aan
te wijzen.
Hoewel de behaalde resultaten stellig een hoo-
gere uitkeering zouden kunnen rechtvaardigen,
Vergadering van het hoofdbestuur
Men zendt ons het volgende communiqué:
Dezer dagen kwam te 's Gravenhage bijeen
het Hoofdbestuur van den Nederl. R. K. Mid-
denstandbond, ter inwijding van de nieuwe
localiteiten van het Nationaal Hanzebureau,
hetwelk sedert 1 Januari j.l. ondergebracht is
in het pand Hoogewal 10 te "s Gravenhage.
De plechtige inzegening en intronisatie werd
verricht door den geestelijken adviseur van den
Bond, Pastoor L. J. van der Heyden uit Utrecht
die, na de inzegening, allereerst het woord
voerde, daarbij de hoop uitsprekend, dat Gods
zegen zal rusten op het werk, dat in deze
centrale in het belang van den middenstand
wordt verricht.
Vervolgens sprak de voorzitter, de heer C. J.
G. Struycken^ die pastoor van der Heyden dank
bracht voor zijn bereidwilligheid om de inzege
ning te verrichten.
De vice-voorzitter van den Bond, de heer Jos
Meyring wenschte den directeur van het Bu
reau van harte geluk met de nieuwe localiteiten.
Spr. hoopte, dat mr. v. Heilenberg Hubar nog
lange jaren aan 't hoofd van 't bureau zal mogen
staan en naast zijn Kamerwerkzaamheden zijn
arbeid en stuwkracht in dienst zal kunnen
stellen van den R. K. Middenstand van Ne
derland.
Ten slotte sprak de directeur van het Bu
reau mr. van Heilenberg Hubar een woord
van dank voor de Inzegening, daarbij er op
wijzende, dat de nieuwe behuizing van het Na-
itonale Bureau tevens inluidde een nieuwe
periode voor de organisatie. Er valt allerwegen
opleving te bespeuren. De organisatie gaat
thans hard vooruit.
Hierna werd koffie rondgediend, waarna
gezamenlijk de lunch werd gebruik.
Des middags werd een vergadering van het
Hoofdbestuur gehouden, waarin o.rn. de volgen
de punten werden behandeld:
Medegedeeld werd, dat in vervolg op de in
Juli van het vorig jaar te 's Gravenhage ge
houden internationale conferentie met vertegen
woordigers van de zusterorganisaties in
Duitschland en België, eind Maart van dit jaar
wederom een internationale bijeenkomst zal
worden gehouden en wel Essen.
Het rapport der Commissie stands- en
vakorganisatie^ alsmede de daarop ingekomen
antwoorden van de Diocesane Bonden werden
uitvoerig besproken en aan de hand daarvan
werd de houding van het hoofdbestuur vast
gesteld. Een en ander zal thans een onderwerp
van bespreking uitmaken op de vergadering
van het vakbestuur.
Het rapport der door *t hoofdbestuur ingestel
de „bankcommissie", beoogende het oprichten
van Voorschotbanken voor den R. K. Midden
stand, werd besproken.
Dit rapport zal worden gepubliceerd en aan
de Diocesane Bonden worden doorgezonden
ter behandeling.
Aan de hand van het rapport der daarvoor
ingestelde Commissie uit het hoofdbestuur werd
behandeld het ontwerp-Cursuswet. Besloten
werd in overleg met de R. K. Vereeniging van
Leeraren tot bevordering van het handelson
derwijs stappen te doen bij den minister, ten
einde de desiderata van den Bond aangaande
dit ontwerp verwezenlijkt te krijgen.
Ten slotte werd een bespreking gewijd aan
het vraagstuk der concurrentie door ambte
naren en overheidspersoneel den Middenstand
na diensttijd aangedaan.
wordt voorgesteld van de beschikbare winst ad
f 214.922 (202.224) f 152.048 (120.000) te bestem
men voor uitkeering van 6% pet. (v. j. 6 pet.)
dividend plus de daarvoor verschuldigde belas
ting en tantièmes en van het dan resteerende
bedrag ad f 62.944 over te boeken naar de sta
tutaire reserve f 10.000, naar reserve voor divi
dend en bijzondere doeleinden f 40.000 (50.000)
en het restant over te brengen naar nieuwe
rekening.
De verlies- en winstrekening over 1929 ver
meldt in het:
Debet: Onkosten f 173.634 (173.272), winst
f 214.992 (202.223); en in het
credit: saldo ao po 11.020 (4.210), inte
rest f 239.129 (232.660), provisie 138.477
(138.624).
BADPLAATS HUISDUINEN NABIJ
DEN HELDER
Wij ontvingen van de N.V. Zeebad Huisduinen
te Den Helder een prospectus betreffende het
door haar geëxploiteerde hotel-pension met
badpaviljoen, alsmede diverse gemeubileerde
woningen, gelegen ln de onmiddellijke nabijheid
van strand en zee.
Huisduinen wordt de laatste jaren meer en
meer gezocht als hadplaats voor hen die een
rustig verblijf aan zee verkiezen boven het
mondaine badplaatsleven. De ligging aan ne
Noordzee is gunstig; het geeft een prachtig
uitzicht op zee en het Marsdiep; het eiland
Texel is met het bloote oog gemakkelijk zicht
baar. Op zee is, door de aanwezigheid van
marine-vaartuigen (onderzeebooten, watervlieg
tuigen, enz.), steeds afwisseling; ook visschers-
vaartuigen varen geregeld voorbij. Het strand
strekt zich kilometers ver uit en de wandeling
is er geheel vrij. Ook de duinen, die vele idyl
lische plekjes opleveren, zijn vrij en ten alle
tijde toegankelijk.
De stad Den Helder ligt circa 30 minuten van
Huisduinen verwijderd. In de seizoenmaanden
bestaan er goede autobusverbindingen. Den
Helder telt 30.000 inwoners en biedt gelegenheid
voor velerlei vermaak.
Alle inlichtingen kunnen voorts bij de N.V.
Zeebad Huisduinen worden verkregen (tele
foon 263), waar men tevens bedoeld prospectus,
dat uitvoerige bijzonderheden geeft over het
door de N.V. geëxploiteerd Hotel-Pension en de
woningen, gaarne gratis en franco zal toezenden
AFSLUITING DUINTERREIN BIJ HET
RADIOSTATION TE NOORDWIJK.
Dezer dagen is de afsluiting tot stand geko
men van het duinterrein, behoorende bij het
radiostation te Noordwijk.
Hiertoe heeft men moeten besluiten in ver
band met het toenemend verkeer in de omge
ving en om eventueele beschadiging van het
onder- en bovengrondsche dradennet door het
publiek te voorkomen.
Verboden is thans de toegang tot de onmid
dellijk tot 't ontvangstation en den telefoniehut
behoorende terreinen en antennes, voorzoover
zulks door borden is aangegeven.
Vergadering van de vakgroep tuinders
In het gebouw „St. Bavo" te Haarlem, ver
gaderde Donderdag de vakgroep Tuinders van
den R. K. Diocesanen Land- en Tuinbouwbond
onder voorzitterschap van den heer Jac. Groen
Azn. Den gang van zaken in het voorbije jaar
besprekende, noemde spr. deze niet gunstig.
Eén tak van het tuinbouwbedrijf maakt hierop
een uitzondering: de prijzen der bloembollen
waren nl. goed. Wat het organisatieleven be
treft, constateert spr. een groei van het leden
tal en een toeneming der belangstelling. Hier
na ging spr. het verloop der onderhandelingen
na betreffende het erkennen der afdeelingen
als onderdeelen van bloembollencultuur.
Het advies van het bestuur is intusschen lid
van Bloembollencultuur te worden en waar
noodig, afdeelingen op te richten.
Het bestuur zal alles in het werk stellen
om een actieve handelspolitiek te doen voeren.
Medegedeeld werd, dat de heer van Baar als
bondssecretaris vervangen is door ir. Dekker.
De secretaris, de heeren ir. Dekker, bracht
daarna het jaarverslag uit, dat onder dank
werd goedgekeurd.
De rekening en verantwoording over 1929
sluitend met een batig saldo van 186.50, werd
goedgekeurd. Het saldo blijft, althans voorloo-
plg, in de kas van den vakbond.
De begrooting voor 1930 wijst uit, dat op
400 leden meer wordt gerekend en dat hun
aantal thans 3200 bedraagt. De eindcijfers be-
loopen een bedrag van 2100 aan ontvangsten
en uitgaven.
In het vakbondsbestuur werden de heeren
C. Broersen en J. J. de Jong herkozen.
Voor da keuring van tuinbouwzaden zal een
reglement worden ontworpen. Een commissie
uit het bestuur zal een betere regeling tot ver
koop van goedgekeurde producten voorbereiden.
Zeer tijdig zal in het orgaan alles omtront de
keuring in 1930 worden medegedeeld.
Daarna werd de wratziekte onder de aard
appelen besproken.
Het bestuur van den Tuindersbond stelt voor,
goedkeuring te verleenen aan de volgende ge
dragslijn:
a. de plekken, waar wratziekte wordt ge
constateerd, worden afdoende ontsmet;
b. de teelt van voor export bestemde pro
ducten in verdachte streken, worde verboden;
c. de teelt van sterk vatbare soorten worde
van Rijkswege verboden;
d. bevordering van de winning van onvat
bare soorten en bevordering der verspreiding
hiervan met Rijkssteun;
e. slechts ln overleg niet de organisaties zul
len bouwverboden uitgevaardigd mogen worden.
Na eenige discussie vereenigde de vergade
ring zich met de voorgestelde conclusie, waar
na werd gepauzeerd.
Na de pauze kwamen de afdeelingsvoorstel-
len aan de orde.
Hierop volgden besprekingen over de wijzi
ging der bondsstatuten. Eenige afdeelingen
wilden de vakgroepen herstellen, zooals ze
vroeger in de afdeelingen bestonden.
Besloten werd om er bij de algemeene ver
^adering op aan te dringen in die afdeelin
gen vakgroepen op te richten, waar dat noo
dig en gèwenscht bleek.
Bij de rondvraag sprak de geestelijk advi-
Ajax gehandicapt De kwaliteit der
A.D.O.-ploeg Een gelijk spel te
Velsen? Z.F.C. en Blauw Wit voor
hun Iaatsten wedstrijd
R. K. F.
Eerste klasse E.
De voornaamste wedstrijd is hier het treffen
tusschen H. B. C. en D. E. M. In den eersten
kamp te Beverwijk won de laatste met een ver
rassende meerderheid van 4 0. In deze cijfers
lijkt ons het verschil in krachten wel wat sterk
uitgedrukt. De Heemstc-daaaren zullen dit
morgen in hun voorlaatsten thuiswedstrijd
trachten te bewijzen. "Wij reikenen zoo ongeveer
op een geluk spel. D. H. L. en Leomdas zullen
intusschen hun kans op het kampioenschap
handhaven door beide op eigen veld een over
winning te behalen- De Dolf tenoren krijgen
Graaf Willem op bezoek, waarover ze in den
Haag met 3—'0 de baas bleven, terwijl de Rotter
dammers Lissa op Kralingen ontvangen, dat zo
in de werste ontmoeting mot 71 bezegevierden.
In den wedstrijd te Loosduinen tusschen G. D.
A. en T. Y. B. B. nemen we de thuisclub favo
riet, hoewel ze in in Haarlem met 5 2 verloor-
IC. N. V. B.
Afdeeling T
Ajax is "aan haar voorlaatsten comijitetitie-
wedsttrii'd en speelt dien op eigen veld togen
Sparta. In het bewustzijn van een kostbaren
voorsprong van twee punten op A. D. O. en
van ongeslagen te zijn in de Meer, zou de ploeg
met goed moreel den kamip tegemoet gaan, ware
het niet dat ze morgen haar doel verdediger, spil
en internationalen aohterspeler moeten missen.
Den Amsterdammers wordt het in hun laatste
ontmoeting niet gemaikkelijik gemaakt: eerst
den gevaarlijken uitwedstrijd tegen Excelsior,
nu het bezoek van Sparta en ten slotte komt dan
nog een tocht naar Houtrust. Wanneer ze den
kampioenstitel bereiken en daar maken ze
een pracht van 'n kans op dan hebben ze hem
zeker niet cadeau gekregen. Te Rotterdam speel
den Ajax en Sparta gelijk, voor morgen zouden
we een zege der hoofdstedelingen voorspellen,
als het 'ontvangende elftal volledig was. De kwa
liteit der A. D. O.-ploeg is er de laatste weken
niet op vooruitgegaan. De Hagenaars krijgen
echter morgen de zwakste tegenpartij aan Haar
lem, zoodat er geen reden is om aan een over
winning hunnerzijds te'twijfelen; in d'e residentie
verloren de roodbroeken met 61. De wedstrijd
in Velsen tusschen V. S. V. en Excelsior be
looft ongeveer en gelijk spel, (te Rotterdam
zegevierden 'de ICralingei-s met 4—0), terwijl Hil
versum- en H. B. S. elkaar in 't Gooi oolc niet
ver zullen ontloopen Op Houtrust verloren de
Hagenaars met 21-
Afdeeling II.
Z. F. C. en Blauw Wit staan beide voor hun
iaatsten wedstrijd, diio zoowel van de Zaan- als
van de Amsterdammers de inspanning van alle
krachten za.l vergen. Z. F. C. heeft het voordeel
op eigen veld te spolen, maar krijgt in Edo een
sterke tegenpartij. Deze Haarlemmers zijn heel
wat in kwaliteit vooruit sinds ze thuis met 62
van Zaandam verloren. Blauw-Wit moet naar
den Haag om H. V. V. te bekampen. Een bezoek
aan den Wassenaarschen Weg is nooit zonder
gevaar en in Amsterdam wisten de geel-zwarten
tegen de zebra's 'reeds een gelijk spel te be
werkstelligen. De Hagenaars zijn eohter de
laatste weken wat achteruitgeboerd. Hoe het ook
zij, deze Zondag houdt veel muziek in. Wanneer
Z. F. C en Blauw-Wit beide winnen, is een be-
slissingswedstrijd voor hat kampioenschap
noodig, verliezen beide, dan krijgt Edo ook nog
een kans om als derde een rol te spelein. En dan
is. er nog de mogelijkheid, dat de een wint,
de andere verliest, of een gelijk spel enz. In één
woord: spanning! H. F. C., die te Haarlem met
6—2 won van V. IT. C., is ook in Den Haag
tot een zege capabel, terwijl H. D V. S., die in
Hilversum tegen 't Gooi gelijk speelde in Schie
dam de beste kan# maakt.-
Purol wrijven des
morgens; daardoor
wordt het mooier en
zachter en blijft
bovendien na het
kammen den heelen
dag keurig zitter
seur een krachtig woord van opwekking tot
bet R. K. vereenigingsleven. Vervolgens wees
spr. nog op de retraite van den L. T. B. en
spoorde de aanwezigen aan, om daar steeds
propaganda voor te maken.
Nadat nog eenige afgevaardigden enkele
vragen hadden gesteld, sloot de voorzitter de
vergadering met. den Christeiijken groet.
PASTOOR H. VAN LOON.
De Zeere-erw. heer H. van Loon, pastoor te
I.óbith, is uit voorzorg van de H.H. Sacramen
ten der Stervenden voorzien.
Vrij naar het Engelsch
van
R. HENRY.
CVertaling van L. V.)
38)
Bij de tweede barricade begon de strijd op
nieuw. De verliezen aan beide ziiden waren
ontzettend. Weer trokken wij terug, en weer
werden wij aangevallen. Zoo duurde de wor
steling den geheelen dag voort. Ieder uur werd
ona aantal kleiner, en onze arm zwakker, maar
wanhopig streden wij door. Bij de twee laatste
verschansingen vochten honderden vrouwen aan
de zijde van haar echtgenooten en broeders.
De laatste barricade werd door de Spanjaarden
veroverd, toen de zon onderging, en onder be
scherming van de in vil lende duisternis vlucht
ten de overblijvendcn van ons naar de duchtig
versterkte pyramide, Dien nacht werd er niet
gevochten.
Naarmate de Spanjaarden verder waren ge
komen, hadden zij de stad ln brand gestoken.
By het schijnsel van de brandende huizen be
vonden wij, dat er totaal ongeveer 400 strijdbare
mannen waren overgebleven, en bijna 2000
vrouwen en kinderen. De pyramide, aan den
voet waarvan wij bijeen waren, was niet zoo
hoog als die in Tenochtitlan, maar zij was
steiler en ongenaakbaarder. Het platvorm
bovenop mat ongeveer 100 bij 100 pas. Dit plat
was met marmer geplaveid. In het midden
stond de tempel van Huitzel, en daarvoor de
offersteen, bet altaar voor bet vuur, en verder
de opslagplaatsen der priesters. Tusschen den
tempel en den offersteen was een diep-gepleis-
terd gat, zoo groot als een ruime kamer, dat
vroeger gediend had ais bewaarplaats van graan
in tijden van hongersnoöd. Deze put bad ik
met water laten vullen, en ln den tempel was
een groote voorraad voedsel opgestapeld, zoo-
dat wij voorshands geen honger of dorst be
hoefden te lijden.
Doch er was een andere moeilijkheid. Het
plat van de pyramide zou nog niet de helft
kunnen bergen van ous aantal. Zoo wij de
sterkte wilden verdedigen, moest het meeren-
deel van hen, die nu op het voorplein beneden
bijeen waren, elders een goed heenkomen
zoeken.
Ik legde de zaak voor aan de aanvoerders,
en zij kwamen tot het besluit, dat alle gewon
den en ouderen van dagen, tezamen rpet het
meerendeel der kinderen, en ook zij, die er de
voorkeur aan gaven, om te gaan, dien nacht
zouden wegtrekken, om te trachten, de stad te
verlaten, of anders zich over te geven aan de
genade der Spanjaarden.
Vijftienhonderd wenden er uitgepikt, en te
middernacht werd de poort van den voorhof
voor hen geopend. Vrseselijk was het afscheid,
dat nu volgde. De tooinee'en. die plaats vonden,
gaan alle beschrijving te bevenEindelijk
wa3 de poort achter den laatste gesloten.
Weldra hoorden wij ln de verte het geroep
der Spaansehe schildwachten, en het geluid
van enkele schoten, gevolgd door kreten.
De TIasca,lanen vermoorden hen, zei Ik
tot Otomie, die naast mij stond.
Maar dat was niet zoo. De Spanjaarden be
merkten weldra, dat zij ooriogvoerdem tegen
een ongewapende menigte, die voor het meeren
deel bestond uit ouden van dagen, vrouwen en
kinderen, en de aanvoerder, Bernal Diaz, een
medelijdend man, zij het ook wat ruw, beval
het bloedbad te staken.
LV.
Voordat de dag aanbrak, liet ik de vrouwen
en kindaren onder ons, ongeveer 603 in getal,
naar het piat van de pyramide gaan, want
ik verwachtte, dat de Spanjaarden ons bij den
dageraad zouden aanvallen. Zelf bleef ik met
300 strijdbare mannen, die overgebleven waren
want 100 hadden zich nog bij de vluchte
lingen gevoegd achter, om den Spaanschcn
aanval af te wachten, onder bescherming van
de muren van den voorhof.
In de vroegte begon de strijd, en omstreeks
den middag waren de muren stormenderhand
Ingenomen hoe wij cas ook verweerden
en met achterlating van ongeveer honderd
liooden en gewonden, wenden wij naar het
wentelpad gedreven, dat naar den top der
pyramide voerde. Hier vielen zij ons weer aan,
maar de weg was te steil en te nauw, en wij
sloegen hen terug met verlies.
Dien nacht braebtten wij door op het plat.
Den volgenden morgen begon de worsteling
opnieuw, en nu met meer succes voor de Span
jaarden. Duim voor duim dreven zij ons voor
zich uit, en omhoog, onder dekking van een
hevig vuur uit hun haakbussen en kanonnen.
Den geheels dag duurde de strijd voort op het
nauwe pad, dat langs de pyramide omhoog
kronkelde. Eindelijk, tegan zonsondergang,
boreikte de voorhoede der Spanjaarden onder
zegekreten den top, en sneld9 naar den tempel
in het midden.
De vrouwen hadden zwijgend toegezien, maar
nu sprong een van haar op, en riep:
Grijpt hen! het zijn er maar weinig!
Met een vreeseHjk gekrijsch wierpen de
vrouwen zich op de vermoeide Spanjaarden en
Tlascalanen, e® slaagden erin, hen gevangen
te nemen, waarna zij hen mat koorden vast
bonden aan de koperen ringen in het pla
veisel.
Vol verbazing zagen wij het aan. Toen riep
ik uit:
Wat! mannen der Otomie, zullen de vrou
wen het in moed van ons winnen?
En gevolgd door ongeveer honderd van mijn
krijgers snelde ik met den moed der wanhoop
langs het steile en nauwe pad naar heneden.
Bij de eerste kromming stieten wij op de
hoofdmacht de Spanjaarden en bondgenooten,
die nu langzaam omhoog kwamen, zeker als
zij waren van de overwinning. En zóó groot
was de schok van ons samentreffen, dat ver-
scheidenen van hen over den rand van het
pad geslingerd, en langs den stellen kant van
de pyramide naar heneden stortten.
Bij het zien daarvan hielden de volgenden
halt, en begonnen vervolgens terug te trekken.
Nu deed de kracht van onzen stoot zich ook op
hen gevoelen, e,n op hun beurt duwden zij weer
degenen, die lager stonden, totdat tenslotte een
paniek zich van hen meester maakte, en onder
luide kreten de lange rij mannen, die zich rond
de pyramide kronkelde van den voet tot
bijna aan den top nog slechts heil zocht In
de vlucht.
Zoo was in vijftien minuten alles, wat de
Spanjaarden dien dag gewonnen hadden, weer
verleren, en zóó groot was hun verbijstering,
dat zij zich met meeneming van hun dooden en
gewonden in hun kamp buiten den voorhof
terugtrokken.
Uitgeput keerden wij naar den top van do
pyramids terug. Maar toen lb aan de tweede
kromming kwam, die bijna honderd voet hoven
den beganen grond was, kwam lk op een
idee. Ik liet de steenblokken, die hier den weg
vormden, stuk voor stuk opbreken, en langs
den steile® bant van de pyramide werpen, en
vervolgens ook den grond onder de steenen
wegnemen, zoodat, waar het pad geweest was,
niets anderg meer was, dan een gapende kloof
van meer dan 80 voet breed.
Ziezoo, dacht ik, terwijl ik het resultaat
overzag, bij het licht van do opkomende maan,
de Spanjaard, die in ons nest zou willen
komen, most vleugels hebben.
Het was bijna middernacht, toen ik den
tempel beroikte. Tot mijn verbazing zag ik de
deuren van den tempel open, en dat het vuur,
hetwelk daar al die jaren niet moer gebrand
had, wederom in feilen gloed op het altaar
flikkerde.
Ik bleef staan, en luisterde. Speelde mijn
verbeelding mij parten, of was dat de vreese
lijko offerzang? Ja, nu hoorde ik het du ld si ijk.
Ik snelde naar den tempel, en bevond mij van
aanschijn to-t aanschijn tegenover het verleden.
Daar stonden, als voor Jaren terug, de pries
ters, ln hun offerkleed; hun lange hare® over
hun schouders golvend, het offermes ln hun
gordel, Rechts van den offersteen waren zij,
die bestemd waren vow den afgod, ©n daar
werd reeds het eerste slachtoffer, een Tlas-
caiaan, naar den steen gevoerd. BI.I hem stond,
in den scharlaken offermantel, een van mijn
eigen aanvoerders, die zooals ik mij her
innerde jaren terug, voordat de dienst der
afgoden in de Stad der Pijnboomen verboden
werd, priester van Tezcat was geweest, en
rondom stond een wijde kring van vrouwen
toe to zien, onder hot zingen van don vreese-
lijke® offerzang.
Nu liegroep lk alles. In haar uiterste wan
hoop, tot waanzin gedreven door het verlies
van vaders en echtgenooten en kind-ren. en
met een wissen dood vo-or oogen, wilden de
vrouwen een laatsite wraak genieten. Daar stond
de tempel, daar was de offereteen, en daar
waren de slachtoffers, gevangen gonomen in
den strijd
Maar het vreeselijkste moet ik nog zeggen.
In de voorste rij van den kring stond een
vrouw In wit gewaad, die de maat aangaf met
een kleinen staf, en dio vrouw was Otomie,
mijn echtgenoote!
Nooit had ik haar zoo schoon gezien, maar
ook nooit zco vreeselijk. Hier stond zij vóór
mij als de levende wraak, in de gedaante van
een vrouw. Ik giste de waarheid. In haar
hart was deze vrouw, hij wie iedere daad liefde
was, en ieder woord vriendelijk, nog altijd een
wilde. Deze keerzijde had zij al deze jaren voor
mij kunnen verbergen misschien was zij er
zich solt nauwelijks van bewust. Slechts twee
maal, toen zij mot Marina sprak, op den avond,
dat zij ons kwam redden, en de twee maal kort
daarop, toen zij met den Tlascalaam afrekende,
dis zich over mij heen boog.
Dat alles schoot mij in dit korte oogenblik
■te binnen. Het volgende oogenblik was ik naast
haar.
Wal.' gebeurt hier? vroeg ik streng.
LVI.
Otomie zag mij aan met koele verbazing in
de Ieege oogen, alsof zij mij niet kende. De
ontzettende rampen, die over haar en haar volk
gekomen waren, hadden haar tijdelijk van haar
verstand beroofd.
Ga heen, blanke man, zcide zij. Het
past eeh vreemde niet, zich in onzen dienst te
mengen.
Ik etend-als verbijsterd, niet wetend, wat te
doen. Dan ontwaakte ik uit mijn droom
want het leek mij een booze droom en mijn
zwaard trëkkehd, snelde ik op don priester
af, om hem neer te slaan. De mannen verroer
den zich niet, maar de vrouwen waren mij te
vlug af. Voor ik mijn zwaard kon opheffen,
of zelfs maar een woord kon spreken, hadden
zij zich op mij geworpen als wilde katten.
(Wordt vervolgd).