m De watersnood in Zuid-West Frankrijk De dag van nationalen rouw I DINSDAG 11 MAART 1930 PAGINA 3. DGUMERGUE BIJ DE SLACHTOFFERS Geschiedenis der suffragettes een ware terreur A. K. Poëzie en Proza MODEPRAATJES UIT MOORDRECHT UIT OUDEWATER UIT WADDINXVEEN VENTEN ZONDER VERGUNNING NIEUWERKERK A. D. IJSSEL ommm r f f f, l l De steunactie. (Van onzen correspondent.) P a r ij s, 9 Maart. Frankrijk is vandaag in rouw! Het besluit dsr kamers, om dezen Zondag tot dag van nationalen rouw te verklaren, heeft de sym pathie van het publiek, dat algemeen met de overheid heeft meegewerkt, om den dag tot een hulde aan de tallooze slachtoffers te maken en de gelegenheid heeft aangegrepen, om de tienduizenden die in nood verkeeren, te steu nen. Het voorbeeld van de regeering, om van alle publieke gebouwen de vlag half stok te han gen, is ook door de groote instellingen en een groot deel van het publiek gevolgd. Geen muziek, de plaatselijke feestelijkheden uitge steld, en de schouwburgen en cinema's, die open zijn gebleven hebben aan hun voorstel lingen het karakter van liefdadigheidsfeesten gegeven, collecten gehouden om belangrijke bedragen aan het Ingestelde nationaal comité, in welks bestuur ook Z. Em. kardinaal Verdier heeft zitting genomen, te kunnen afdragen. Ook langs de straten werd op breede schaal gecollecteerd. En de offervaardigheid is zeer groot. Behalve de groote buitenlandsche giften, waaronder de vorstelijke gift van Z. H. den Paus, zijn bij de geopende rekening van de Fransche bank reeds millioenen ingekomen. De gemeente Parijs gaf twee millioen uit de ge meentelijke kas en een millioen uit die van de aepartementa-le klas; de groote gemeenten melden ook zeer belangrijke giften, terwijl de particulieren als om strijd de lijsten teekenen. Men verwacht dat de schatkist minstens een milliard zal moeten beschikbaar stellen, doch de steunbeweging moet ook fabelachtige som men opleveren. De schade toch wordt thans op nicer dan twee milliard geschat. Nog steeds is geen definitieve doodenlijst op gesteld. Onder de puinen worden nog steeds lijken gevonden. De eerste begrafenissen heb ben plaats gehad en zijn zeer ontroerend ge weest De president van de republiek, verge zeld van den minister-president, heeft bij zijn bezoek aan de geteisterde streek op den eersten dag het gebied van de Tarn in Tarn-et-Garonne bezocht, waar de ramp is begonnen en in welk gebied het aantal geborgen lijken reeds 132 bedraagt. Hij heeft eerst het geheel vernielde Moissac bezocht en vandaar uit Montauban, Reynies Villemur, Lavaur en Mazamet, stadjes, die zoo zwaar geleden hebben en zooveel slacht offers tellen, en da tusschen gelegen plaatsjes, waarbij er geen zijn, die niet om dooden treu ren. In die plaatsen zijn de ruïnes reeds bloot ge komen en wordt het opruim!ngswerk met koortsigen ijver voortgezet, ook al kan men zich niet meer de illusie maken, nog slacht offers te redden. Het schouwspel is hartver scheurend. De vernieling is zóó volkomen, als indertijd aan het oorlogsfront, de steden en dorpen na hevig en langdurig bombardement. Do hulzen zijn leterlijk uit elkander gescheurd door de ontzettende kracht van de watergolf, die van de glooiing stortte. Balken en muur brokken zijn vaak meegesleurd en de puinen liggen soms zóó verspreid, dat het is alsof de woeste stroom de sporen van zijn vernielings werk heeft willen meevoeren. De bevolking be vindt zich op de hellingen zoo dicht mogelijk bij haar weggevaagd bezit, in rouw en versla genheid. In de stadjes zijn het juist de industrieele gedeelten, langs de riviertjes gelegen, die zijn neergeslagen. De industrie in deze streek moet dan ook geheel opnieuw worden opgebouwd. De lagere boerderijtjes en woonhuizen zijn zonder uitzondering vernield. En bij en rond a'. die puinen zitten de bewoners in rouw, want er is bijna geen familie, of zij heeft een of meer van haar leden onder de slachtoffers der cata strophe. De verlatenheid va de overstrooming in s Frankrijk. "Wrakstukken versperren een brug bij Montauban De heeren Douraergue en Tardieu hebben overal de bevolking moed ingesproken en snelle hulp beloofd #en prijzen de bevolking zeer voor haar moedige houding in de zware beproeving. De heer Tardieu heeft reeds beloofd, dat een wet^zal worden ingediend, waarbij de materieele gevolgen van de ramp methodisch zullen wor den opgeheven, zooals dat is gebeurd na den oorlog voor de verwoeste gebieden ia het Noor den. Tal van gemeenten zijn er niet beter aan toe dan die van de oorlogszone. Maar ook moet gezorgd worden voor een groot aantal weezen en een groot aantal gezinnen, die hun kostwin ner hebben verloren. Algemeen blijft intusschen de verbazing dat de ramp zulk een omvang heeft kunnen nemen. Moissac lag bij de nauwe rivierbedding, doch te Montauban heeft de river een breedte van meer dan 100 M. en het rivierbed 17 M. bene den het stadspeil. En toch is de stad grooten- deels verwoest. De hoeveelheid water, die vooral dien Maandagnacht zich over deze streek heeft gestort, moet immens zijn geweest. Te Reynier, dat zeer hoog boven de rivier lag en waar nimmer aan de mogelijkheid van een overstrooming gedacht is, is alleen de kerk overeind gebleven. Men tast dan ook nog steeds in het duister omtrent het fenomenale feit van dezen watersnood. Zeker is, dat de langdurige ontbosschlngen veel er toe hebben bijgedragen, om den rivieren onregelmatiger afvoer te geven. Maar bosschen mogen in staat zijn, de plotselinge kleinere overstroomingen, na zware onweersbuien, te regulariseeren, op een watermassa als thans ls afgevloeid, hebben ze natuurlijk geen invloed. Twee belangrijke elementen zijn nog de ca lamiteit komen vergrooten. Vooreerst de enor me sneeuwval, die in de Midi dit jaar, in de tweede helft van Februari neerkwam. Die sneeuw was aan 't smelten, en dit proces werd plotseling verhaast door de zware en lang durige regens. Na het invallen der duisternis is toen over het geheele gebied van de Tarn en haar bijri vieren, de afvoer van het water plotseling zoo hevig geworden, dat er zelfs niet meer te waar schuwen viel. Onder den zwaren druk van den stroom zijn sommige moeilijke passages voor het water bezweken en verwijd, en de over strooming kreeg daardoor een enorme breedte en zette alom de wegen onder water, zoodat de slapende bevolking der lager gelegen plaat sen niet meer gewaarschuwd kon worden. Toen men het onheil bemerkte, was het voor vluch ten veel te Iaat. De burgemeester van Montauban, cm een voorbeeld te noemen, werd Zondagavond ge waarschuwd, dat de Tarn onrustbaar steeg. Hij wilde er heen doch op dat oogenblik vernielde het water al de electriciteitswerken, zoodat de stad in het duister werd gedompeld. Hij liet alarm maken en in het duister vluchtte de bevolking naar de hoogere gedeelten. Velen, helaas, die nooit van overstrooming gehoord hadden, waren er niet zoo toe te brengen have en goed te verlaten. Toen in het kwartier van Sapiac spoedig daarop eenige huizen onder den druk van den snel wassenden vloed bezweken en met doffe slagen ineenstortten, ontstond er een paniek onder de vrouwen en kinderen. Twee der redders, die tientallen vrouwen en kinderen in veiligheid hadden gebracht, werden ten slotte door den stroom meegesleurd en ver dronken. De paniek was zóó gToot dat de vrou wen zelfs in de reddingsbooten en vlotten niet tot kalmte waren te brengen, twee sprongen er uit en verdronken. Een der omgekomen gardes-republicaines, de onderofficier Boult, is van vermoeienis bezwe ken. De doktoren hebben geconstateerd, dat hij bij zijn laatste redding tengevolge van hart verlamming bezweken is. Zijn eerst redding was die van een familie met vijf kinderen, die hij met bovenmenschelijke krachtsinspanning van een zolder had gehaald, daar ze weerstand boden en hun woning niet wilden verlaten. Tot vijf keer in den nacht is hij tegen den stroom opgeroeid, om woningen te bereiken en de be woners te redden. De laatste keer had hij een vrouw hooren roepen. Het begon toen te sche meren. Het gelukte hem, opnieuw teruggaande, met enkele kameraden, haar te vinden. Toen hij haar zwemmend naar de boot had gebracht, die niet door de boomen kon dringen, zonk hij zelf plotseling weg. Een ander garde-républicaine kwam om, doordat het slachtoffer dat hij wilde redden inplaats van in het water op het vlot sprong waardoor dit omsloeg. Alleen in Moutauba moeten 6000 noodlijden den worden gesteund. Zij hebben niet alleen hun have en goed, maar ook hun werkgelegen heid verloren. De president van de republiek heeft gisteren het bezoek aan de geteisterde streken voort gezet; in den ochtend bezocht hij de vallei van de Aude, in den namiddag Beziers en om streken. Tegen den avond is de presidentieele trein naar Parijs teruggekeerd. Voor het vertrek heeft de heer Tardieu ver klaard, dat voor de getroffenen dezelfde maatregelen worden genomen als voor de oorlogsslachtoffers. De hulp zal allereerst be treffen de voorziening in den individueelen nood van de getroffenen, en daarvoor zullen ook noodwoningen worden gebouwd. Vervolgens zal schatting van de eigendommen plaats heb ben, die daarna weder opgebouwd zullen wor den. Het gemakkelijkst is het voorzien van vee. Doch het geschikt maken van den bodem voor den landbouw zal veel tijd en arbeid vor deren. Wat de industrie betreft, deze zal weer on middellijk aan voorraden en machines en lood sen worden geholpen om te voorkomen dat de streek door werkloosheid wordt geteisterd. En ook moet tegen verplaatsing van de indus trie en-tegen uittocht /an de arbeidskrachten worden gewaakt. Ook voor de bosschen zal nu worden gezorgd. Tardieu heeft er ook z'jn voldoening over uitgesproken, dat Frankrijk, politiek dikwijls zoo verdeeld en zenuwachtig in kleine moeilijk heden des levens, in deze groote beproeving, die het treft, weer zijn eensgezindheid en kracht toont. De deelneming van president Hindenburg. Eeu N.T.A.-teiegram uit Parijs meldt nog dat de Duitsche gezant von Hoesch gisteren een bezoek heeft gebracht aan het Elysee, om den president der republiek da persoonlijke deelneming te gaan betuigen van president Hindenburg. Daar president Doumerque nog ryiet terug was van zijn reis door het geteisterd gebied, werd de Duitsche gezant door den secretaris generaal Michel ontvangen. ::n LEDEN VAN DE HISTORISCH GEWORDEN RICHMOND BLUES d'ef'ileeren voor president Hoover, bij de liuld-ebe tooging voor den grooten Amerikaanschen strijder Generaal George Washington. MGR. ORSENIGO'S VERTREK UIT BOEDAPEST Een plechtig en hartelijk afscheid BOEDAPEST, 10 Maart. (H.N.) Da pause lijke nuntius, mgr. Cesare ürsenigo, die tot nuntius te Berlijn is benoemd, heeft gisteren Boedapest verlaten, om zich eerst naar Rome en later naar Berlijn te begeven. Na afloop van de vespers begaf de nunttns zich, door een talrijke menigte begeleid, naar het Zuiderstation, waar in de feestelijk verlich te en versierde wachtkamer het afscheid plaats had. Tal van autoriteiten, o.a. de minister van bul- tenlandsohe zaken, de burgemeester van Boeda. pest, vele hooge geestelijken en 't diplomatieke oorps waren hier samengekomen, om van den vertreltkenden nuntius afscheid te nemen. De nuntius dankte op de hartelijke toespra ken in bewogen woorden voor de vriendschap, welke hem te Boedapest was ten deel gevallen en eprak de beste wenschen uit voor den ver deren bloei van Hongarije. Ook op de verschillende stations, welke de trein op Hongaarsch grondgebied passeerde, werd den vertrekkenden kerkvorst door het saamgestroom.de publiek een hartelijk afschel*} gebracht. Of er sensatie werd verwekt-... Mrs. Pankhurst heeft te Londen haar stand beeld gekregen; het is met veel belangstelling onthuld en men doet inderdaad ook mensche- lijkerwijze goed alias wat eens gebeurd is maar met den mantel der liefde te bedekken. Dit neemt niet weg, dat uit historisch oogpunt vooral de eerste maanden van 1913 „voor het nageslacht" met enkele grepen mogen her leven. De Engelsche sufragettes, de kiesrecht-da mes oefenden toen een ware terreur uit, waar zij maar konden. Er werd met recht van „suf- fragitis", van kiesrechtvrouwen-waanzin ge sproken, welke een dusdanigen vorm aannam, dat de vraag werd gesteld of men niet het best deed deze „misdadigsters" eenvoudig in een krankzinnigengesticht op te sluiten. Het waren „misdadigsters" naar haar gedragingen en haar daden waren krankzinnig in aard en wezen. Huizen werden in brand gestoken, bom men werden gelegd, ruiten werden stuk gesla gen. Veel sensatie werd verwekt door de suf fragette Emily Davidson, die bij de Derby- rennen plotseling toesnelde op het paard „Am. mer", dat aan den koning toebehoorde. Zij greep het bij den teugel, zoodat de jockey Jo- nee viel en gekwetst werd. De vrouw zelf werd ernstig gewond en moest haar daad met den dood bekoopen. Haar begrafenis werd een nieu we militante demonstratie. Emily Davidson verborg zich In haar daadwerkelijke actie, tot driemaal toe in het Lagerhuis; eens zelfs in een buis van de Centrale Verwarming. Zij stichtte brand in het hoofdpostkantoor, werd negen maal gevangen gezet, en driemaal daar uit ontslagen, omdat zij weigerde voedsel tot zich 'te nemen. Zij verschanste zich eens in de cel van haar gevangenis: met een brandslang werd zij tot andere gedachten gebracht. Toe» men haar kunstmatig voedde, wierp zij zich uit protest de trappen af. Een der vele keeren, dat mevr. Pankhurst tot gevangenisstraf was veroordeeld, werden plannen beraamd om zich op den rechter, die liaar vonniste, rechter Lush, te wreken; men wilde diens zoon, die te Harrow school ging, ontvoeren. In den ochtend van 9 April 1913 lieten de Londensche kiesrechtvrouwen de Londenaars leelijk schrikken door het afvuren van een bij Dudley House staand kanon van Sebastopol. Op het kanon was een plakkaat bevestigd, waarop te lezen stond: „Votes for Women!" „Kiesrecht voor de Vrouwen!" Het was nog slechts een onschuldige aardigheid. Op Woens dag 11 April van hetzelfde jaar veroorzaakten de furiën bijna een verschrikkelijke catastro fe; In een der treinen, welke veel handelslie den uit Londen naar de voorsteden vervoerde, vond men een extra zwaar geladen dynamiet- bom, welke, als zij tot ontploffing was geko men, een ernstig onheil zou hebben veroor zaakt. Bij ontdekking van de bom ontstond in den trein een hevige paniek. Aan de noodige gelden, de nervu3 rerum, hadden In die dagen de suffragettes aanvan kelijk geen gebrek, zoodat de regeering in over weging nam de kas in beslag te nemen. Die kas vormde een groot gevaar voor de veilig heid in Londen. Hoe de dames aan de pecu- naire middelen kwamen, leert een verslag van een op 9 April 19X3 gehouden bijeenkomst in Albert Hall onder leiding staande van mrs. Drummond. In deze vergadering werd een col lecte gehouden voor de propaganda. Men kon daarbij terstond zijn gave offeren en ook voor een bedrag inschrijven. Dadelijk werd een be drag van bijna 15.000 pond bijeengebracht. Er bevonden zich giften onder van 1000 en 3200 p.St. Zeer vele dames stonden staande de vergadering kostbaarheden en sieraden af „voor het goede doel"; de bestuurstafel had tenslotte veel weg van een juwelierswinkel. Een oudje, dat leefde van een staatspensioentje tracht zelfs een zakje farthings, stuivertjes van vele jaren moeilijk sparen. Zoo kwam men aan geld om den oorlog voort te zetten. Op 15 April werd sensatie verwekt doordat in een melkkan, welke tegen een pilaar aan de buitenzijde van de Bank of England was ge zet, een bom werd gevonden. Een bobby, die de eerlijke vinder was en eens in de melkkan had geneusd, dompelde het ding in eeu naburige fontein, zoodat de bom onschadelijk werd. De bom was op wetenschappelijke wijze samenge steld en bevatte een hoeveelheid kruit plus een uurwerk met eiectrische batterij. Groot opzien baarde Indertijd de ontdekking, dat de verwoede vrouwen niet pro Deo of uit idealistische aandrift werkten. Bij een overval in een der kiesrechtvrouwen-clubs vond men, dat de vereeniging in een paar maanden 76000 gulden aan „salarissen" had uitgegeven. Miss Annie Kenney, voor de afdeeling bommen, stond genoteerd voor een weekloon van 60 gulden. Miss Kerr en mrs. Drummond, befaam de ruitenbreeksters ontvingen wekelijks ieder 45 gulden. Een eigenaardige bijzonderheid was, dat de meeste kierrechtdames hoogst ontwikkelde vrouwen waren. Daarom werd de toenmalige moderne meisjes-opvoeding sterk becritiseerd. Een Engelsche psycholoog heeft zich destijds moeite gegeven om de houding van vrouwelijke gymnasiasten en studenten in den huiselljken kring gade te slaan. Hij noemde deze bedroe vend. Door hare aanmatiging, onverschillig heid, verwaarloozing van uiterlijk schoon, de. den zij het familieleven verkillen. Intusschen de wereld draait nog, en over kiesrecht wordt anders gedacht. Maar dat de suffragettes ge schiedenis hebben gemaakt, is zeker. Een romantisch eiland HET PROCES VAN BARONESSE DE SAINT—LéGER In het blauwe Lago Maggiore, daar liggen twee eilanden: San Pancrazio en Sant Apol- linare. San Panqrazio is 24000 vierkante meter groot en Sant Apollinare heeft maar een uitge strektheid van 5000 vierkante meter. Een geheimzinnige sluier blijft met de neve len van azuur water en het blonde waas van het Zuidelijke zonlicht geweven om dat eiland San Pancrazio, en niet alleen de vele toeris ten, van her en der gekomen, om te spelevaren op dat paradijzelijke Lago Maggiore weten niet, wanneer zij het eiland voorbijgaan, dat het lang geen alledaagsehe geschiedenis is, die zij gesloten laten, maar ook de bewoners van het naburige Brissago en Ronco waren er tot voor kort onwetend van, dat het eiland bewoond werd door een zeer voorname, maar even zonderlinge en nog meer menschenschuwe dame.... De weinigen, die trachtten voet aan land van San Pancrazio te zetten, werden in hun moedig pogen afgeschrikt door een pa trouille bassende waakhonden en 'n regiment blazende katten.... San Pancrasio en Sant Apollinare worden beiden genaamd de „Isole de Brissago" naar het wonderprachtige grensdorp Brissago, het mooiste plekje van Tessin. De eilandjes zijn tooverachtig schoon, maar, tot den allerjongsten tijd lacie, geheel verwil derd en jammerlijk verwaarloosd. Rond het jaar 1000 heette het grootste eiland naar Sint Sylvester, en in 1131 bouwde er Gio vanni Meda een klooster, dat bewoond werd door monniken der Humiliatenorde, die in de 16de eeuw werd opgeheven. Daarna verviel het klooster, en de geschiedenis van het eiland verzonk in de vergetelheid. Totdat in de tachtiger jaren op San Pancra zio een dynamietfabriek gevestigd werd; een vreemd aanknoopingspunt met het vorige hoofdstuk der historie; deze fabriek "vloog in de lucht, en daar het eiland deze stichting ook aan een zelfde ongeval te Ascona te wijten had, had het daaraan evenals Aoona ook de ver huizing te danken. De fabriek werd over de grens in Lombardije geplaatst, en het eiland bleef als 'n verkoolde ontredderde ruïne in het stille meer achter. In 1885 vestigde zich toen op San Pancrazio een jeugdige en zeer voorname dame. Deze was baronesse de Saint-Léger. Zij, gesproten uit een oud-adellijk geslacht, veranderde het kaalverbrande eiland binnen korten tijd in een toovertuin. Zij liet humus-aarde in zakken aan voeren, en met heel veel moeite en zorg slaag de zij er in een flora te verwekken, die volko men harmonieerde met de omgeving van een Lago Maggiore. Het schoone bezit San Pancrazio wierp geen winsten af; en de wereldoorlog bezorgde de débacle.... De schuldeischers vorderden hun geld, en dreigden met een gedwongen verkoop. Maar nog was het vermogen van Saint-Léger in staat reddend in te grijpen. 1 De droom van de barones was gedroomd; de menschenschuwe dame, die zich in afzondering van de wijde wereld vergenoegd had met hon den, katten en vogels, zij was gedwongen om naar het vaste land over te steken en een koo- per te vinden voor haar sprookjeseiland. De baronesse was niet zóó ter wereld afge storven, cf zij begreep, dat zij zakelijk te werk moest gaan, en om haar goederen duur en goed van de hand te doen, het niet in het verarmde Europa moest zoeken, maar veeleer in het dol- larland. Zoo bereiken wij het doel van ons proza; dat snapt u. Zij wendde zich tot een veramerikaniseerden Zwitser, mr. Rutis, in Texas, die niet bekend met het bestaan en nog minder op de hoogte van den toestand van San Pancrazio en Sant Apollinare om als een eerzaam en eerlijk ma kelaar inlichtingen won te ervaren of de ge vraagde koopsom van 750.000 franc aan de waarde beantwoordde. Mr. Rutis wendde zich op zijn beurt naar het Zwltsersche Propaganda-kantoor in New York, waar men niet beter meende te kunnen doen, dan hem een artikel thuis te sturen uit P a r ij s, 4 Maart 1930. Een soepele, niet te dikke en niet te dunne mantel is in dezen overgangstijd met zijn sterk wisselende temperatuur haast onmisbaar. Voor zuik een mantel zijn de tweeds en nattës en die de mode in zulk een ruime mate biedt, voor al om haar soepelheid bij voorkeur aangewezen. Aantrekkelijk zijn die stoffen over het alge meen ook om haar lcleu- ren-combinatie. Aanvan kelijk waren het de hei- ge tinten, gemengd met kastanje, rood, groen, of wit, die 't meest suc ces hadden. Later kwa men de nuances grijs, gemengd met grijs en wit. Op 't oogenblik tre den de blauwe en grijs blauwe tinten in allerlei combinaties meer op den voorgrond. Een mooi voorbeeld van zulk een modernen mantel geeft ons bij gaand model. De man tel is van geruit grijs tweed met een sprekend tailleur-allure. Als eeni ge garneering enkele dé- coupes en knoopen, die aan de sobere, van on deren wat uitloopende lijn alle recht laten wedervaren. De sjaal-col van liebt-grijs haas wordt er los bijgedragen, zoodat men den mantel desnoods ook zonder bont kan dragen. De mantel heeft dan ook een col en revers van stof,' waarbij, voor het geval hij zonder bont gedragen wordt, een soepele sjaal gevoegd kan worden, die door twee breede knoopsgaten gehaald Uan worden, welke aan beide zijden van den col zijn aan gebracht. ZANGKOOR. Onder leiding van den Zeereerw. Heer Pastoor werd Zondag onder de Hoogmis, door het zang koor op verdienstelijke wijze, de Mlssa „Te Deum Laudamus'', van Perosi uitgevoerd. Nadat het koor jarenlang een „rustkuur" heeft ondergaan, is door het energiek optreden van onzen Herder dit succes bereikt. Alle paro chianen zullen hem er dankbaar voor zijn. Mogen de heeren zangers ten volle begrijpen dat alleen door voortdurende repetities veel tie bereiken Is. EIERENVEILING Aanvoer 4325 kipeieren, prijs 3S5510; 90 eondeiere®, prijs 4905.00. VOOR HET ACHTERLIJKE KIND. Door den heer C. de Bode, hoofd der school voor Buitengewoon Lager Onderwijs te Gouda, zal op Vrijdag 14 Maart te 7% uur n m. hij den heer Geleeds een lezing worden gehouden over het onderwerp: „Zorg en onderwijs voor heit achterlijke kind." een brochure „All about Schwitzerland" van April 1925, een artikel dat twee jaren oud was, j dat vertaald was uit Zwitsersche bladen, en waarin vermeld stond dat op verlangen der crediteuren de eilanden verkocht moesten wor den „in a bankrupty sale". Amerikaansche redacteur had het ongeluk gehad het faillissements-motief in deze historie te brengen, daar, waar er nog geen sprake van was. De gevolgen spreken voor zich. Bovendien had de brochure verteld, dat het bezit van de barones op 109.500 franc getaxeerd kon worden, een bedrag dat wel contrasteerde met de ge vraagde 750.000 franc. Saint-Léger klaagde daarop het New York- scha bureau voor een kwart millioen aan; maar Bern heeft in eerste instantie deze klacht af gewezen, op grond van de feiten, dat het bu reau niet de minste bedoeling heeft gehad om de barones te benadeelen, en dat een schade vergoeding niet kan worden toegewezen, om dat alle aanwijzing van geleden nadeel en een causaal verband in deze zaak ontbreken. De barones was intusschen met deze uit spraak heelemaal niet tevreden; zij heeft echter van twee of in dit geval van drie kwaden het minst kwade gekozen. Op het einde van 1927 kon zij beide eilanden wel niet voor 750.000 maar dan toch voor 356.000 franc kunnen ver- koo pen. In Tessin is men lang onzeker geweest, wie de nieuwe eigenaar zou zijn. Niet ex-kroonprins Wilhelm was het, zooals de geruchten in de dagbladen bekend maakten; noch Gerhard Hauptman. die bij Emil Ludwig thuis te Mos- cia deze eilanden in de diepe verte vaak en begeerig moet aanschouwd hebben, maar Max Embden uit Hamburg, die San Pancrazio ge moderniseerd beeft met electrisch licht, lan dingsplaatsen, motorboothavens en autogarages Barones de Saint-Léger heeft elders haar eenzaamheid gevonden, weliswaar in de nabij heid van San Pancrazio en Sant Apollinare, om wellicht de droeve ervaring wakker te houden, dat geen kapitaal zoo groot is ora een in zich zelf gekeerde, menschenschuwe en afgezonder de vrouw voor teleurstellingen te vrijwaren. CONSULTATIEBUREAU. Het consultatiebureau Groene Kruis, geves tigd L. Burchwal (rooie dorp) is verplaatst naar L. Burchwal in het pand vroeger bewoond door K. M. Luiten, muziekleeraar. KALVERENMARKT. Op Vrijdag 1.1. gehouden kalverenmarkt waren aangevoerd 78 stuks. De prijzen varieerden van 8.tot 14. GESLAAGD. Mej. M. Baars heeft met goed gevolg haar examen afgelegd voor de Industrieschool. WINKELSLUITING. De mamufacturiers alhier hebben besloten om 8 uur hun winkels te sluiten. Gedurende den zomertijd blijven de winkels echter open tot 9 uur. Op Zaterdagavond zal de sluiting echter plaats hebben om 10% uur. RADIO. De radiio-distributie is alhier reeds in vollen gang; het aantal aansluitingen bedraagt reeds zeven. LANDBOUW. Vanwege de afdeeling der Holl. Mij. van Landbouw zal de heer C. Hoogenboom, dieren arts te Poisbroekerdam, aldaar in het café van Van Eist een lezing houden over bestrijding der kal veren ziekten. ONDERLINGE BRANWAARBORG-MIJ. De Onderlinge Brandwaarborg-Mij. Oudewater Stad hield, onder voorzitterschap van den heer Mullink een algemeente ledenvergadering in hotel „De Roos". De secretaris, de heer van Doornen, memo reerde in zijn jaarverslag de financieeje moei lijkheden die de maatschappij, als gevolg van het bekende beheer van den gewezen voorzitter in het afgeloopen jaar heeft moeten doormaken. Door de heeren commissarissen werd bij monj}e van den heer Geuiting verslag uitgebracht v^n de gehouden controle van boeken en kas vgi den penningmeester. Uit dit verslag blijkt, dat de Maatschappij door de catastrophe een ver lies van meer dan 10.000 gulden heeft geleden. Boeken, kas en bescheiden van dan penning meester bleken in orde te zijn. Aan de beurt van periodieke aftreding was de heer A. Joosten als bestuurslid en de heer G. L. Geuting als commissaris. Beide aftredenden werden bijna met algemeene stemmen herkozen. Hierna werd door den voorzitter aan de orde gesteld de ver kiezing van een nieuwen commissaris, wegens aftreding van dan heer Jüngeling. Met bijna algemeene stemmen werd de heer IJff tot commissaris gekozen. Hij heeft de functie aanvaard. Zoodat thans commissaris zijn de heeren: J. Hoogenboom, G. L. Geuting en B. IJff. EEN DER STRATEN VAN MOISSAC ls Zuid-Frankrijk, nadat het water gevallen 0 HANDIG Aan het oude Dorp liep de 2-jarige v. D- de straat over juist toen een auto van den heer Z. uit Rotterdam naderde. Een aanrijding was niet meer te voorkomen. De automobilist manoeuvreerde echter zoo handig dat de kleine onder den wagen doorging zonder door de wielen geraakt te worden. Wel een wonder! AFGEZAAGD De arbeider v. E. zaagde bij zijn werkzaam heden de top van den rechterwijsvinger in een fraismachine geheel af. Hij moest zich onder heelkundige behandeling stellen. VERBRAND De huisvrouw van den heer T. Z, lcreeg een pot kokende koffie over beide beenen. Met brandwonden overdekt en in een zorgelijken toestand is zij opgenomen en onder medische behandeling gesteld. VISCHACTE Wij maken onze lezers voor zoover belang hebbenden erop attent dat aanvraagformu lieren voor een vischacte voor het as. hengei- seizoen (aanvang 1 Juli) uiterlijk einde deze week ter secretarie moeten zijn Ingeleverd, zulks ter voorkoming van teleurstelling. GEVONDEN VOORWERPEN Ter secretarie alhier zijn inlichtingen te be' komen omtrent een gevonden mallejan (wagen) een fietspomp, een bietenriek en een belasting plaatje. Wederom zijn een tweetal kooplieden alhier betrapt op het venten zonder vergunning n'- M. v. d. B. uit Rotterdam en Th. v. L. uR Haarlem. Belden zijn terzake geverbaliseerd. ZIEKTEVERLOF Den heer A. v. Leeuwen, onderwijzer aan de11 School met den Bijbel aan den 's-Gravenweg is verlenging van ziekteverlof tot 1 Mei verleend In zijn plaats zal tijdelijk een. worden aangesteld. Se werkman M. Knocp tfl© werkeeus de spoorlijn te Nieuwerkerk bij de verzakki0^ heeft een zijner duimen zoo bezeerd da hij zich onder behandeling moest stellen varl Dr. de Jong. i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10