FEUILLETON
Regeling van het Aanvullend Onderwijs
ACHTER DE SCHERMEN
DINSDAG 25 MAART 193Ü
TWEE DU BLAD.
P1GIN/ Z
VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN 'T AANHANGIG
WETSONTWERP. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
DE
DEFENSIEVOORSTELLEÏ
VOOR INDIE
HET DRAMA IN DE FABER VAN
RIEMSDIJKSTRAAT TE DEN HAAG
BEEEDIGDE KLERKEN AAN HYPOTHEE)
KANTOREN.
DOOR EEN AUTOBUS OVERREDEN
KNAAPJE DOOR EEN VRACHT
AUTO OVERREDEN
VERDUISTERING VAN SPOOR
KAARTJES
HAAR OUDERS BESTOLEN?
KOLENDAMP-VERGIFTIGING
ALS DE ROODE HAAN KRAAIT.
LIMBURGSCHE STEENKOOLPRODUCTIE.
VERDRONKEN.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
RAPPORT DER COMMISSIE
VAN WIJNBERGEN
INWERKINGTREDING 0"
1 JANUARI 1931
Gelijkluidende wetsvoorschriften voor
alle soorten aanvullend onderwijs
De Staatscommissie voor het aanvullend
onderwijs aan de rijpere jeugd, ingesteld bij
Koninklijk besluit van 7 Maart 1927, heeft ten
vervolge op haar 14 Juli 1928 reeds uitgebracht
voorloopig rapport, thans haar rapport aan de
Kpningin aangeboden.
Aan dit rapport is het volgende ontleend:
Door den Minister van Onderwijs was ter
kennis der Staatscommissie gebracht, dat hem
een afzonderlijke invoeringswet niet wensclie-
lijk voorkwam, doch dat hij er de voorkeur aan
gaf de overgangs- en slotbepalingen in het aan
hangige ontwerp op te nemen.
Het aanhangige ontwerp is gebaseerd op het
beginsel, dat de grootst mogelijke vrijheid moet
worden gelaten ten aanzien van de oprichting
en inrichting van cursussen. Zij, die de belan
gen der rijpere jeugd behartigen, kunnen, in
dien het ontwerp wet wordt, terstond de handen
ineenslaan en nieuwe onderwijs-gelegenheden
scheppen.
Door niets worden zij in de uitvoering hun
ner plannen belemmerd. Daar staat tegenover
een niet onaanzienlijk bedrag aan Rijks
subsidie en volkomen vrijheid van inrichting
der cursussen al naar gelang de maatschappe
lijke behoeften dit vragen.
Met nadruk wenscht de Staatscommissie in
dit verband te verklaren, dat het cursus-onder
wijs, naar haar oordeel, niet zal mogen achter
staan bij het bestaand aanvullend onderwijs.
Ook zal het bestaand aanvullend onderwijs
en met name het nijverheids-avondonderwijs in
hoedanigheid niet mogen achteruitgaan, wan
neer het zal worden beheerscht door de be
palingen der Cursuswet.
De Cursuswet zal, indien zij ook het thans
bestaand aanvullend onderwijs omvat, geen
enkele avondschool of cursus dwingen tot ver
andering van leerplan. Zij biedt wel de gelegen
heid tot rijker variatie in den lesrooster, maar
verplicht niet tot ongewenschte veranderingen
in den leergang.
Naast de groote vrijheid kenmerkt zich het
ontwerp door eeij stelsel van subsidieering, dat
nog in geen enkele andere onderwijswet toe
passing heeft gevonden. Er zal uit 's Rijks kas
een subsidie worden gegeven op den grondslag
van het leerlinguur.
De toepassing van de bepalingen der Cursus
wet, ook ten aanzien van het Rijkssubsidie, op
de than3 bestaande soorten van aanvullend
onderwijs, kan aanvankelijk voor sommige in
richtingen moeilijkheden opleveren. Daarom
zal tot wijziging der bestaande subsidie-regeling
eerst dan behooren te worden overgegaan, wan
neer de Cursuswet gedurende eenige jaren in de
-praktijk heeft gewerkt.
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De overgangs- en slotbepalingen zijn dan ook
op bovenstaande overwegingen gegrond. Vooi-
gesteld wordt, in het ontwerp Cursuswet de
artikelen 25 en 26 te doen vervallen, en deze
te vervangen door de nieuwe artikelen 2530.
Deze nieuwe artikelen hebben ten doel:
a. de oprichting van nieuwe cursussen bin
nen zeer korten tijd mogelijk te maken (art. 30)
door den datum van inwerkingtreding det wet
te stellen op 1 Januari 1931;
b. de rechtspositie te regelen van het onder
wijzend personeel, dat werkzaam is aan avond
scholen en cursussen, die eigener beweging zul
len worden omgezet in cursussen volgens de
Cursuswet (art. 27
c. vast te stellen, dat het bestaand aanvul
lend onderwijs voorloopig in stand kan worden
gehouden volgens de thans geldende voorschrif
ten (art. 25);
d. de gegevens te verzamelen, welke zullen
moeten dienen om alle thans bestaande soorten
van aanvullend onderwijs in de toekomst aan
gelijkluidende wettelijke voorschriften, ook
aanzien van het Rijkssubsidie, te onderwerpen
(art. 26)
e. den termijn te bepalen, binnen welken
uiterlijk bij de Staten-Generaal een ontwerp
van wet zal moeten worden ingediend, dat alle
thans bestaande soorten van aanvullend onder
wijs aan gelijkluidende wettelijke voorschrif
ten, ook ten aanzien van het Rijkssubsidie,
onderwerpt (art. 28), welke termijn wordt ge
steld op 5 jaar na het in werking treden der
wet.
Rechtspositie personeel
Naast de oprichting van nieuwe cursussen
bestaat ook de mogelijkheid bestaande om te
zetten in cursussen volgens de Cursuswet, door
de bestaande inrichting op te heffen en te ver
vangen door een cursus als bedoeld in deze
wet.
Opheffing eener inrichting van aanvullend
onderwijs heeft uiteraard voor de aan die in
richting verhonden onderwijzers of leeraren
ontslag wegens opheffing hunner betrekking
tengevolge.
Leerkrachten, die wegens opheffing harer
betrekking worden ontslagen en die uiterlijk
binnen een jaar worden benoemd tot leider van
of onderwijzer aan een cursus, zullen bij het
aanvaarden dier benoeming aan den Minister
van Onderwijs den wensch kunnen te kennen
geven, dat de regeling zal blijven gelden, vol
gens welke zij laatstelijk in die vorige be
trekking werden bezoldigd.
Indien hun nieuwe belooning lager zou zijn
dan hun vroeger salaris, ontvangen de leiders
en onderwijzers der nieuwe cursussen uit
's Rijks kas een persoonlijke toelage ten be
drage van het nadeelig verschil. Wanneer men
later de voorkeur geeft aan de belooning, vol
gens de Cursuswet, kan men aan den Minister
het verlangen kenbaar maken voortaan deze
belooning te ontvangen.
Als men echter eenmaal afstand heeft ge
daan van de oude salarisregeling kan men
daarop niet meer terugkomen.
Volgens art. 15 de Cursuswet bestaat er geen
aanspraak op-pensioen, voor den tijd als leider
of onderwijzer aan den Cursus doorgebracht.
Artikel 25 bepaalt, dat de bestaande inrich
tingen voor aanvullend onderwijs voorloopig
ongewijzigd blijven voortbestaan. Deze periode
van ongewijzigd voortbestaan wordt benut om
de gegevens te verzamelen, waarvan ln artikel
26 wordt gesproken. Het verzamelde materiaal
dient weer ter voorbereidiing van de algemeene
wet. bedoeld in artikel 28.
Binnen vijf jaren na het in werking treden
der Cursuswet zal, volgens artikel 28 bij de
Staten-Generaal een voorstel van wet worden
ingediend, waarbij het geheele aanvullend on
derwijs aan gelijkluidende wettelijke voorschrif
ten kan worden /onderworpen. Een algemeene
wet dus, waarvan de Cursuswet de voorlooper
is. Indien blijken mocht, dat wijzigingen in de
Cursuswet wenschelijk zijn, zullen deze bij die
wet kunnen worden aangebracht.
De Commissie meent dan ook te mogen ver
wachten, dat, in afwachting daarvan, de wette
lijke voorschriften betreffende het niet volle
dig dagonderwijs zullen blijven gehandhaafd
en toegepast.
Subsidieering
Aannemende dat na twee jaren 80.000 leerlin
gen gedurende 40 weken per jaar gemiddeld
5 uren les ontvangen, stelt de Commissie de
kosten van het Rijk, bij een subsidie van 0,10
per leerlinguur, op ten hoogste 1.600.000. Bij
een gemiddeld subsidie van 0,15 per leer
ling stijgen deze kosten tot 2.400.000.
Waar de oprichting der cursussen geleide
lijk vordert en het aantal leerlingen dus lang
zamerhand toeneemt, kunnen deze kosten in
1931 wel niet hooger zijn dan 800.000 en in
1932 dan ƒ1.200.000, of dien overeenkomstig
ƒ1.200.000 en ƒ1.800.000.
WIJZIGING IN HET WETSONTWERP
Gebruik makende van de haar door Minister
Terpstra verleende bevoegdheid wijzigingen in
het aanhangige wetsontwerp voor te stellen,
geeft de Commissie twee wijzigingen in over
weging.
In art. 11, eerste lid, van het ingediend ont
werp wordt bepaald in welke vakken onderwijs
aan cursussen kan worden gegeven.
Onder de vakken bij algemeenen maatregel
van bestuur aan te wijzen zijn uitdrukkelijk
uitgezonderd die van land- en tuinbouwkundi
gen aard, voornamelijk omdat de land- en tuin-
bonweursussen ressorteeren onder eeD ander
Departement, dat voor dit onderwijs een afzon
derlijke regeling heeft vastgesteld.
De Commissie heeft echter gemeend het
land- en tuinbouwonderwijs in zooverre onder
de nieuwe regeling te moeten begrijpen, dat
de gelegenheid gegeven wordt om aan cursus
sen ook onderwijs te geven in vakken van
land- en tuinbouwkundigen aard.
In het Voorloopig Rapport is vermeld, waar
om de commissie niet kon meegaan met het
voorstel van een harer leden om aan de ge
meentebesturen de verplichting op te leggen
voldoende gelegenheid te bieden tot het ont
vangen van cursus-onderwijs.
Nadere overweging heeft de Commissie thans
tot een andere slotsom gebracht. Het gevaar,
dat zij aanvankelijk duchtte om den gemeenten
nieuwe lasten op te leggen, heeft veel van
zijn kracht ingeboet, nu inmiddels de wettelij
ke regeling betreffende de financieele verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten is tot stand
gekomen. Ook verlicht de Rijkssubsidierege
ling aanzienlijk de lasten voor de gemeenten.
Indien een bepaling als hierbedoeld achter
wege blijft, is het te verwachten, dat in vele,
vooral kleine gemeenten, op dit gebied voor
de oudere jeugd niets wordt gedaan. Dit nu
wenscht de Commissie te voorkomen.
Telkenjare zal de Raad eener gemeente moe
ten nagaan hoeveel leerlingen in het afgeloopen
kalenderjaar de zevende klasse der aldaar ge
vestigde lagere scholen hebben verlaten, zon
der over te gaan naar een inrichting voor vol
ledig dagonderwijs of naar een reeds bestaande
avondschool of cursus. Aan de hand van het
aldus verkregen cijfer zal de Raad het aantal
leerlingen moeten vaststellen, dat ziel ten
minste zal moeten aanmelden, alvorens tot op
richting van gemeentewege van een cursus, vol
gens deze wet zal kunn enworden overgegaan.
Indien in een gemeente slechts bijzojdere
cursussen zijn georganiseerd, zou een gslijk-
soortige verplichting aan de gemeente behooren
te worden opgelegd. Alsdan zou echter aar het
door den Raad vast te stellen minimum atntal
leerlingen uitsluitend ten grondslag mceten
worden gelegd het aantal van hen, die in het
afgeloopen kalenderjaar de zevende klasse der
in die gemeente gevestigde openbare lagere
scholen hebben verlaten, zonder verder emig
voortgezet onderwijs te ontvangen.
Ten einde te voorkomen, dat gemeentebistu-
ren het cursusonderwijs zouden willen t®en-
werken, door een voor hunne gemeente te loog
minimum aantal leerlingen voor een cirsus
vast te stellen, acht de Commissie het ven-
schelijk om de raadsbesluiten betreffende het
verhoudingscijfer ten aanzien van het cusus-
onderwijs aan de goedkeuring van Ged. Sftten
te onderwerpen met beroep op de Kroon.
UIT DE MIJNINDUSTRIE
De 5 pet. Joonsverhooging tot 1 Juli
a.s. verlengd Klachten omtrent
overwerk
Invoering van militieplicht
voor inlanders
BATAVIA, 22 Maart (ANETA) De heren
Dwidjosewojo (B-O.), Thamrin (Nationalist en
Ratulangle (Perserikatan Minahassa) heben
de volgende motie ingediend:
De Volksraad van oordeel, dat de koten
eener afdoende verdediging van Ned. Idië
gezien de financieele draagkracht, zonderin-
iandsche militie, door dat gebied (ook met ssun
van Nederland) niet zijn te dragen, spreek de
wenschelijkheid uit de invoering van den ni-
litieplicht voor de inheemsche bevolking te
doen opnemen in de defensie-grondslagen.
VERGADERING VAN DE
CONTACTCOMMISSIE
In de gisteren gehouden vergadering van de
contactcommissie voor het mijnbedrijf werd
overeengekomen de loonverhooging van 5 pet.
wleke geldt voor het tijdvak 1 October 1929
31 Maart 1930 voor den tijd van drie maan
den, derhalve tot 1 Juli a.s. te verlengen.
Door de vertegenwoordigers der vakbonden
werd gepleit voor een verdere verhooging der
loonen; subsidiair word erop aangedrongen de
tegenwoordige loonen voor een langeren duur
ban tot 30 Juni vast te leggen.
De directies verklaarden niet verder te kun
nen gaan dan de tijdelijk met 5 pet. verhoogde
loonen voor drie maanden te bestendigen. Zij
achtten het waarschijnlijk, dat na afloop van
(lezen termijn de verhooging niet langer zal
worden voortgezet.
Met betrekking tot de groepslndeeling der
werklieden, waaromtrent door aflle vakbonden
wijzigingen waren ingediend werd door de
werkgevers medegedeeld, dat deze voorstellen
bij hen een onderwerp van studie uitmaken
Overweging werd toegezegd van den wensch
der bonden, om, nadat de directies met deze
bestudeering gereed zijn en de uitkomsten
daarvan ter kennis der contactcommissie zijn
gebracht, de zaak verder te doen behandelen
door een kleine commissie, waarvan ook ver.
tegenwoordigers der vakvereenlgingen deel
uitmaken. w
Eenige door de vakbonden geuite klachten,
omtrent het veelvuldig overwerken op som
mige mijnen zullen worden onderzocht de
resultaten ervan aan de bonden worden mede
gedeeld.
Volop crisis
WATERSCHAPPEN.
Bij Kon. besluit zijn benoemd:
Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot dijkgraf
van het hoogheemraadschap van den Zwii-
drechtsche waard, H. van der Giesen,
te Hendrik Ido Ambacht; met ingang vanl
Mei tot dijkgraaf van het hoogheemraadschp
de Alblasserwaard c.a. G. S 1 o b, te Ms-
kerk;
NOTARIS C- TH. POOL t
Zondag is te Bergen (N.H.) overleden 3
heer C. Tb. Pool, vroeger notaris te Groot
broek doch sinds 1922 wonende te Bergen (N.B
Op de vragen van den heer Smeenk betrei
fende de benoeming van een c immissie met o:
dracht tot het uitbrengen van rapport omtrcx
de positie der beëedigde klerken aan de h-
potheekkantoren en opneming van één of me'
vertegenwoordigers van de ambtenarenorgan
saties in bedoelde commissie heeft de minist»
van financien het volgende geantwoord:
Minder juist wordt uitgegaan van de onde-
steling, dat de taak der te benoemen commi-
sie in hoofdzaak ten doel zou hebben, de positi
van de beëedigde klerken aan de hypotheekkai
toren te regelen. Het doel der commissie z£
zijn, te beoordeelen, op welke wijze 't best voo)
zien wordt in het verrichten van de dienste
aan het hypotheekkantoor ten behoeve van he
publiek, al komt de positie der beëedigde klei
ken daarbij ter sprake. Het voornemen bestaal
de commissie zoo spoedig mogelijk te benoem ei.
Met de benoeming is gewacht op het (than
uitgebrachte) rapport van de ReorganisatU
Commissie voor den belastingdienst betreffenó
do hypothecaire boekhouding.
Het ligt in de bedoeling, den voorzitter vo
één der betreffende ambtenaren-organisaties a
de commissie op te nemen.
ONTSLAG VAN ARBEIDERS
Alhoewel op de jongste kolenconferentie te
Genève, nog geconstateerd kon worden, dat de
mijnindustrie in het algemeen zich in een pe
riode van hoog-conjunctuur mocht verheugen
en dat in dezen gunstigen toestand niet spoe
dig eenige verandering zou intreden, zitten we
thans, slechts enkele maanden later, reeds
volop in een crisis in de mijnindustrie. Deze
crisis heeft een internationaal karakter.
In het Wurmbekken, het Akensche kolendis-
trict, werden reeds geruimen tijd z.g. Feier-
schichten, vrije diensten, ingelegd, terwijl be
richten uit het Roergebied gewagen van een
geleidelijk ontslaan van 50.000 mijnwerkers.
Voorwaar geen kleinigheid.
De kolenprijzen zijn bovendien sterk aan het
dalen, wat mede aanleiding is, dat er slechts
flauwtjes gedocht wordt, in de hoop, nog lagere
prijzen te kunnen bedingen.
Of ook op andere mijnen dan de Laura en
Julia vrije dieneten zullen worden ingelegd,
hangt natuurlijk af van het verdere verloop der
crisis. Met de mogelijkheid hiervan en met het
ontslaan van werklieden de aanneming van
nieuwe werkkrachten is bij de meeste mijnen
volledig stopgezet dient rekening te worden
gehouden.
DOMANIALE MIJN.
Productie in 1929.
In het afgeloopen jaar bedroeg de netto-pro
ductie der Domaniale mijn te Kerkrade 945.000
ton steenkool.
M. E. K. O. G.
Het Duitsch s. Svend Larsen is Zondag ut
een aan de fabriek der Mij. tot Expl. vr
Kooksovengassen (M. E. K. O. G.) te IJmuidi
ingenomen lading zwavelzuur ammoniak (sti
stof) naar Rouaan vertrokken.
HET MEUBELMAKERS- EN BEHANGERS-
BEDRIJF
Aanvaarding van voorstellen
CONFLICT VOORKOMEN
De samenwerkende werknemersorganisaties
n het meubelmakers -en tehangersbedrijf
lebben besloten de voorstellen der werkge-
rers te aanvaarden. De aangekondigde siu
ting gaat derhalve niet door.
UIT DE TOONEELWERELD
Nieuwe combinatie
In verband met de mededeeling in ons blad
■an gisteren omtrent de „hervatting der
werkzaamheden" van het .Nederlandsch Too-
ïeel", lijkt het volgend bericht van „Het Va-
Ierland" van belang:
Naar wij vernemen zou een fusie tot stand
gekomen zijn tusschen het Nieuw Ned. Too-
ueel en de uit het Vereenigd Tooneel getreden
groep-Verbeek. Gezamenlijk zal men onder de
vlag van de Kon. Ver. Het Nederlandsoh Too
neel solliciteeren naar den Stadsschouwburg
te Amsterdam. Van dit nieuwe gezelschap zal
Dirk Verbeek 'directeur en Louis Saalborn ar
tistiek leider worden. Do samensmelting van
het Nieuw Ned. Tooneel en Schouwtooneel zou
hiermee definitief van de baan zijn.
CASSATIE TEGEN HET ARREST
VAN HET. HOF
Naar wij vernemen, heeft mr. Bourlier, raads
man van den marktkoopman M. B., die door het
Haagsche Gerechtshof wegens doodslag op zijn
vrouw, gepleegd in den avond van den 30en
Mei van het vorige jaar in de echtelijke woning
aan de Faber van Riemsdijkstraat te Den Haag,
is veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf met
attrek van voorarrest, namens den verdachte
gisteren cassatie tegen 's Hof's arrest aange-
teekend. Zooals men zich zal herinneren, had
in eerste instantie de Haagsche Rechtbank den
verdachte, wegens het veroorzaken van dood
dcor schuld, veroordeeld tot 6 maanden ge
vangenisstraf.
EN OP SLAG GEDOOD
In de Juxriaan Kokstraat te 's Gravenhage is
gistermiddag 't 4-jarig jongetje M. V. uit de
Vuurbaakstraat te Scheveningen overreden
door een autobus van de H. T. M. Eén der wie
len van de bus ging over het hoofdje, zoodat
onmiddellijk de dood intrad. V. was met eenige
vriendjes aan 't spelen op het trottoir, toen hij
plotseling de straat overstak vlak voor de bus.
En in zorgwekkenden toestand
opgenomen
Gisteravond omstreeks zeven uur is in de
Korevaarstraat te Leiden het 7-jarige knaapje
II. L. M. door een vrachtauto van Van Gend
en Loos, bestuurd door E. S. P., overreden. Het
jongetje kreeg een schedelbreuk en Is in zorg
wekkenden toestand naar het Academisch zie
kenhuis vervoerd.
Casatieberoep verworpen
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
rar. Berger, heeft gisteren geconcludeerd tot
verwerping van het cassatieberoep van A. J. C.
v. E., controleur bij de Ned. Spoorwegen te
Utrecht, die in hooger beroep door het Am-
sterdamsche Gerechtshof was veroordeeld tot 4
maanden gevangenisstraf met aftrek van voor-
l.iopl'ge hechtenis, wegens verduistering van
spoorkaartjes. Het arrest is bepaald op 28
April.
OF G1JLD VAN EEN ONBEKEND HEER
Door de politie te Bussum werd gisternacht
omstreeks 12 uur een 19-jarig meisje aangehou
den, dat in de buurt van het station rondliep.
Het bleek te zijn een Amsterdamsche dienstbode
die ook vroeger in Bussum had gediend. Bij
nader onderzoek op het politiebureau, kwam
een bankbiljet van 1000.te voorschijn voor
welks herkomst zij verschillende redenen op
gaf, o.a. dat een onbekend heer haar deze zou
hebben ter hand gesteld. De uit Amsterdam
ontboden moeder verklaarde, dat haar dochter
liet bankbiljet uit de ouderlijke woning heeft
ontvreemd.
Een echtpaar bewusteloos in bed
VERVOER NAAR HET ZIEKENHUIS
NOODIG
Gistermorgen bemerkte de spoorweg-arbeider
B., dat de seinhuiswachter Schiphorst aan de
Torenstraat te Apeldoorn niet op tijd op zijn
post was. B. begaf zich haar de woning van
S., doch kreeg geen gehoor. Hij waarschuwde
de politie, die zich toegang tot de woning ver
schafte en het echtpaar bewusteloos te bed
vond. Dr. Hermanides jr. was spoedig ter
plaatse en achtte het noodzakelijk, dat b id on
naar het ziekenhuis werden vervoerd, waar
eenige uren later het bewustzijn terugtrad. Ko
lendamp wordt als oorzaak van dit ongeluk
beschouwd.
Eenige roggemijten in vlammen
Gisterenavond te half zeven ontstond brand
ln eenige roggemijten van den heer T. te Otter-
loo. Door den hevigen wind stdnden spoedig
acht mijten in lichte laaie. Een oogenhlik
dreigde de brand naaj de in de nabijheid ge
legen uitgestrekte bosscheu te zullen overslaan.
Te half elf was men het vuur meester. De
brandweer uit Otterloo werd geassisteerd door
een motorspuit uit Ede.
De oorzaak van den brand is onbekend.
In een kippenfokkerij
Men meldt ons uit Haarlem:
Gisterenmiddag heeft in de boerderij aan
deD Oudeweg in den Waardepolder, waar
in de heer P. J. v. B., een kippenfokkerij
heeft, een felle brand gewoed, die ontstaan
is doordat uit een schoorsteen vonken op het
rieten dak vielen. Daar de boerderij voor de
brandweer zeer moeilijk bereikbaar is, ging
het blusschingswerk met groote moeilijkheden
gepaard.
Twee schuren en een stal brandden geheel
uit, terwijl het woonhuis belangrijke schade
kreeg. Een 1000-tal kippen kon nog juist in
veiligheid gebracht worden. Verzekering dekt
de schade.
Boschbrand bjj Tilburg
Onder de gemeente Tilburg en Berkel heeft
een boschbrand gewoed in een perceel 5-jarig
schoorhout toebehoorende aan A. S., Ensehot-
schestraat. Het schoorhout werd een prooi van
het vuur, terwijl tevens 2500 takkenbossen,
in de vlammen verloren gingen. Door de poli
tie van Tilburg werd het vuur gebluscht.
In eenige boerenbehuizingen
Zondagochtend omstreeks half acht is te
Ternaard tot den grond toe afgebrand de boe-
renbehuizing met schuur bewoond door den
heer G, M. Fokkema.
Het vee kon, behalve twee kalveren, met veel
moeite worden gered.
Het huis en de inboedel waren verzekerd
De oorzaak is vermoedelijk kortsluiting.
Te Borsseien, zijn gistermorgen de schuur
en het wagenhuis van den landbouwer van
t Westeinde afgebrand. Enkele kalveren en
biggen zijn in de vlammen omgekomen.
HET „GEDOE" IN DE GROOTE STAD
Alweer een slachtoffer
Aan de Prinsengracht te A'dam is een
vreemdeling, die aldaar had vertoefd beroofd
van 1025. Als verdacht van dit feit is aan
het politiebureau gehoord een 27-jarige
costuumnaaister die in genoemd perceel woont.
LIJK AANGEDREVEN.
Het lijk van den arbeider Harms, die sedert
Kerstmis werd vermist, Is Zaterdag aan het
Dollard-strand aangedreven en naar Vazel ge
bracht
WERKLOOZEN TE WER KGESTELD
Gisteren zijn 110 werklooze Utrechtenaren
vertrokken om bij de Rijkswerkverschaffing te
werk te worden gesteld, en wel 60 naar Giet
hoorn en 50 naar Wittelte. Ze zullen den ge-
heelen zomer'werk hebben. Over enkele weken
zal nog een tweede groep vertrekken.
De totale netto-productie der gezamenlijke
steenkolenmijnen in Limburg bedroeg geduren
de Februari 984.529,47% ton. Het totaal aantal
arbeiders bedroeg op 1 Maart 26.940 onder
gronds en 11.105 bovengronds, totaal 38.045.
Het aantal dagen waarop het bedrijf gedurende
Februari geregeld is uitgeoefend bedroeg 24.
Onder de gemeente Franeker is het 3-jarig
meisje M. H. bij de ouderlijke woning in een
sloo-t geraakt en verdronken.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK
Zaterdagmiddag is te Rietveld (gem. Woer
den) de arbeider G. door den auto van den
heer B. uit Woerden overreden. De borstkas
werd hem ingedrukt.
In hoogst zorgwekkenden toestand is hij
naar een ziekenhuis te Utrecht overgebracht.
DOODELIJK ONGEVAL.
r
Op den weg van Wijchen naar Niftrik Is het
paard van den voerman R. voor een auto ge
schrokken en op hol geslagen. R. sloeg van
den wagen af en kwam eronder. Hij is aan de
gevolgen overleden.
IN DE KERK DOODGEBLEVEN.
Zondagavond, even voor 't beginnen van de
Meditatie, werd de 62-jarige G. v. S. in de kerk,
te Abcoude, plotseling onwel en zakte in elkaar.
De ijlings ontboden geneesheer, dr. Van G.,
kon slechts den dood conata/teeren.
Gister is in 't Academisch Ziekenhuis te Lel
den overleden de 44-jarlge J. de Jong, uit Was
senaar, die Vrijdag j.l. ter hoogte van de Paauw-
laan tegen een stilstaanden auto was opgereden
en met zware verwondingen was opgenomen.
De overledene was gehuwd en vader van vier
kinderen.
Naar het Engelsch van Fergus Hume
Vertaling van Jac. J. Schoon
12)
In het handtaschje, dat de beide mannen ver-
volens onderzochten, werden verschillende
toilet-artikelen en eeuig linnen goed gevonden,
maar noch brief, noch een letterschrift. Gryce
maakte een lijst van elk artikel afzoudailijk.
Kunt u nog anderen getuigen bijbrengen?
vroeg de coroner, bijvoorveeld de apothekers
bedienden?
Ik heb hen gesproken. Zij bevestigen,
hetgeen Molesworth getuigd heeft. Hij hield
voor de deur stil, kwam binnen en verzocht
om bijstand. Zij volgden hem naar buiten, maar
daar kwam hij hen reeds weder tegemoet ge
vlogen, met den uitroep: Te laat, zij Is ïeeds
dood! Het meisje big i^i het rijtuig ineenge
krompen en levenloos. Ds jongelieden dachten
er natuurlijk niet aan. zioh te overtuigen of
zij al koud was. Zij kenden den dokter, geloof
den hem op zijn woord en beijverden zich. hem
ln zijn vreeselijk pijnlijken toestand bij te
staan. Aan den eetten droeg hij op, om u,
mijnheer Braun, per telefoon van het voor
gevallene ln kennis te stellen; de andere,
Herhert Schwartz genaamd, vergezelde hem
Tiaar zjjn woning en hielp hem het lijk naar
boven dragen. Ik ben ook bij den geestelijke
geweest, doch heb niets nieuws vernomen.
Maar de koetsier, dien bij zegt, met een
recept naar een zieke te hebben gezonden? Zijn
getuigenis zou onteg nzeggeiijk van veel nut
zijn.
Met dien vent heb ik bijna een uur ver
knoeid. Hij Is een knorr g4, stuurs he kerel
en wou maar niet klappen. Wat ik van hem
vernam, kwam echter overeen met hetgeen Mo
lesworth zegt. Ds dok er had hem in het hotel
C.... ontboden, om dominee Prei3s r.a afloop
der trouwplechtigheden weer naar huis te bren
gen. Hij trof daar evenwel slecnts zijn her
aan. die hem mededeelde, dat het huwelijk niet
zou plaats hebben, daarna in 't rijtuig stapte en
hem wenkte aan zijn zijde plaats te nemen. Zij
reden versc hillende straten door, toen de dokter
op eenmaal, stil liet houden en hem een briefje
overhandigde met bevel, dat zoo gauw mogelijk
naar mijnheer Monroe in de 73ste straat te
brengen. Juist was hij van daar teru;g komtn
toen ik hem opzocht. Ik e'el niet veel ve trou
wen tn zijn getuigenis, zij komt mij verdacht
voor. Niettegenstaande ik hem allerlu strik
vragen vragen deed, blaef hij weliswaar bij het
geen hij gezegd had, maar hot scheen mij toa,
dat hij bang was voor zijn patroon en dus niet
openhartig.
Ket schijnt, zei de coroner, dat daar iets
achter schuilt.
Ik wensch nog op een ander punt te
wijzen; Molesworth beweert, dat hij door ver
scheidene stra'en gereden ls, om zijn bruid te
zoeken. Bij dit zoeken, en ook later, toen hij
juffrouw Farley in zulk een ellendige toestand
bad aangetroffen, kan hij onmogelijk snel ge
reden hebben. Maar toen ik het paa d naar
de stal bracht, merkte ik op, dat het, doodmoe
en afgejakkerd was, juist alsof het een groots®
afstand in razsnden vaart had afgelegd.
Een merkwaardige omstandigheid.
U ziet dus, dokter Braun, ging Gryce
voort, dat er bij deze zaak nog menige vraag
onopgelost le. Ik moet nog heel wat Inlich
tingen over bet verleden van bet meisje In
winnen, waar zij zich in de laatste dagen vr
haven dood heeft opgehouden de hosplla zt,
dat zij ter onlspaunLg op reis is geweest. V
len wij de waarheid achterhalen, dan moeit
nog een poesje wachten, met de jury ope
roepen. Ik zal natuurlijk de kwestie onnrxg
vertragen.
Hoel good, doe wat In uw vermogen isk
verlaat mij heelemaal op u, Gryce.
VIII.
FEITEN EN VERMOEDENS
De verontwaardiging van juffrouw Oy
over de aanwezigheid van den poiitieait
Harrisson was spoedig bedaard, to rn zij zag.e
eerbiedig en meegaand zich de jonge mani-
droeg. Gedurende de lange nachtwaken zout
hem zeker gelukt zijn, aller ei van haar ter-
nemen, wat juist zijn overheid wenschtce
weten, maar de sombere tegenwoordigheid n
dokter Molesworth maakte de goede vrouw r-
Iegen.
De dokter zat daar met een knorrig gezt,
barsch en ongenaakbaar; zijn waakzaams
en scherp gehoor verhinderden elke verj-
welijke samenspraak.
Da politieagent zag zich derhalve tot n
eigen waarnemingen beperkt, welke een s ki
resultaat opleverden: alleen hetgeen bij»
morgens over den toes'and der kiesdingn
iongejuffrouw Farley had mede te deeien. kt
voor Gryce e n bij onder belanc.
Na het onderhoud met den coroner beschg.
de Gryce het als zijn eersten plicht zich.n
het vroegere leven van het ongelukkige n(e
op de hoogte te stellen. Dit gelukte hem bn
verwachting.
Juffrouw Olney, aan wie hij zich ten -n
einde in zijn ware hoedanigheid voorse.
vertelde hem zonder erg allee, wat zij «t.
tlaarhlijkeiijk zeer voldaan over den oplettenden
toehoorder, voor wien zij haar hart eens flink
kom uitstorten.
Wat zij hem mededeelde kwam op het. vol
gende neer:
Mi.dred Farley was een wees. Eerst een
maand geleden was haar moeder gestorven,
die al jaren weduwe, met haar doch.er tea
kamer op de bovenste verdieping bewoonde,
weike laatstgenoemde tot aan haren plotseiingen
docd in gebruik had. Voor deze moeder, een
zeer aamtrtkke.ijk, maar sukkelende vrouw, eeu
beetje stil en terughoudend van aard, en in
wier droef geestige oogen een lange geschiedenis
van liefde en hartseer te lezen stond, had de
dochter enkel en uitsluitend geleefd. Mildred
verafgoodde haar, offerde zich geheel voor haar
op en werkte van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat, niet alleen om haar voor gebrek te vrij
waren, maar tevens ook om haar die kleine
genoegens des levens te verschaffen, waaraan
zij gewoon was. Opdat juffrouw Farley niet
al te zeer de goede dagen van weleer zou missen
koos de dochter oen beroep, dat blijkbaar niet
strookte met hare uitmuntende opvoeding eu
geestesgaven, doch bij inspannendën arbeid
toch een fatsoenlijk stuk brood gaf. Ook na
den dood barer moeder verminderde Mildred
haar vlijtige werk-aau heden niet, alhoewel zij
ziüh thans wat meer ontspanning kon gunnen.
Van don vroeger morgen tot diep in den nacht
was zij bezig, om de eene mooie japon na de
andere te voltooien. Juffrouw Olney brak zich
tevergeefs het hoofd om te weten, wat die
rustelooze vlijt te beduiden had. Zij zou gaarne
Mildred3 toekomst verzekerd hebben, gezien
en hoopte en wenschte, dat zij binn nkort haar
levenslot met dat van de® dokter zou ver
eenigen. De twee jongelui zagen elkander iede
ren middag aan tafel en stonden oogenschijnlijk
mot elkander op vriendschappelijben voet, maar
noch uit het somber gesloten karakter van den
dokter/ noch uit de beleefdheid van Mlklr.d,
welke zij, welstaandshalve bewees, kon men
opmaken dat de hartewensch van de voorzorg
koesterende vrouw zich zou vervullen.
Het jonge msisje scheen zich volstrekt net
met huwelijksideeën op te houden. Dat zij van
haren gewonen leefregel afweek, omdat uit
stapjes te maken en zich wat te ontspannen,
was al te natuurlijk om verwondering te baren.
Zoo was dtts jufrouw Onley door het beri ht
van het aantaande huwelijk ten zeerte verrast
en de daarop volgende treurige gebeurtenis,
bad haar diep gesdhokt. Het was deze vrouw
onbegrijpelijk, dat dit jeugdige, bloeiende schep-
Eieltje, dat noch dcor de moeilijke verpieg'ng
van haar moeder, noch door den harden arbeid
der laatste maanden, iets van haar frissehe
gezondheid had verloren, zoo plotseling, in een
ijlende koorts, de hand aam zichzelve had ge
slagen en zelfmoord kon hebben gepleegd.
Het kan wel weren, aldus eindigde zij
hare mededeeling, dat zoo iets lemend kan
overkomen, men weet niet hoe. Maar zulk een
uiteinde komt nu heelemaai niet met Mildred's
karakter overeen, vo rzoover ik haar ken. In
dien zij de:i dokter gloeiend bemind of g haat
had, dan zou ik zooiets misschien beter kunnen
begrijpen. Maar daarvan was geen sprake tm
hoe zou nu zulk een flink, levenslustig, joag
meisje, dat naar hart em ziel gezond is, op
zulke gedachten komen
Zij zei de niets meer, maar de grimmige uit
drukking om haren mond, scheen Gryce een
duidelijk teelten, dat de inmig toegenegene
vrieijdin var Mi'dred Falrey goed op weg was,
om zijnen argwaan te deelcn. In de hoep, nog
meer belangrijke ophelderingen te vernemen,
begon bij haar een reeks vragen te stellen.
Hos handig hij ook de zaak aanpakte, de uit
slag was maar zuinig. Bij het einde van het
urenlange onderhoud had hij ongeveer de vol
gende feiten vernomen: Het Jonge meisje was
in den laatsten tijd zeer achterhoudend ge
weest. wat betrof het werk dat zjj onderhanden
had. Van al de mooie japonnen, welke zij in
de laat site maanden gemaakt had (de lappen in
de kamer gaven er het bewijs vam) had de
hospita, aau wie zij anders alles liet zien, geen
enkele onder de oogen gekregen. Integendeel,
zij sloot zich daarmede in haar kamer op. totdat
de kleeren ter aflevering gereed warsn en
bracht ze dan zelf in een groote bordpa; i ren
doos weg. Dikwijls kwam zij van zulke b od-
schappen eerst des avend laat thuis, wat de
Juffrouw veel angst en zorg berokkend had.
Het huis van haar klant scheen in e?n ge wei
andere wijk van de stad te liggen. Deze l.e un-
stigsier moest een voorname, rijke dame zijn;
zij kwam dikwijls bij Mildred, om te passen en
telkens per rijtuig.
Waar Mildred in de laatste dagen te logeeren
geweest was, wiet noch de hospita, noch iemand
in het geheele huls te zo/gen. Ziek was ze
niet geweest, zij had zich trouwens altijd in
de beste gezondheid verheugd, en, voor zoover
bekend, nooit een dokter noodig gehad.
Dokter Molesworth, die de oude juffrouw
Farley tijdens haar laatste ziekte lirhandefld
had, kwam dientengevolge vesl met hare dochter
in aanraking, doch zonder dat hun omgang
daardoor een vertrouwelijk karakter aan nam.
Hen voor een verliefd paartje te houd n, zou
bij niemand opgekomen zijn. Ds overige kost
gangers hadden haar nimmer tot doelwit van
onschuldige grapte» of plagerijen gemaakt,
gelijk zulks hij d-rgelijke gelerven'ieden zoo
vaak het geval is, ock waren beider namen
nooit in huis te zamen genoemd.
Een enkele keer had men hen op de trap
samen zien fluisteren, maar ook toen niet ln
een soort van teeder tete a tete, maar ln een
afspraak, welke zaken betrof.
(Wordt vervolgd).