OVER DE LANDBOUW-CRISIS
„Die in onwetendheid
hebben gehandeld"
Het pasvisum aan de Sovjet-
gezante geweigerd
n
DONDERDAG 27 MAART 1930
TWEEDE BLAD.
PAGINA L
DE REGEERING NIET ONWELWILLEND
Verlaging der vrachttarieven voor aardappelen
Wegen verbetering voorloopig in
hetzelfde tempo
ONZE „PRODUCTIEVE'
UITVINDERS
V MEER BEZIT
1 NIET VAN HARTE
„Voor de klaagmuur der
Regeering"
„TEN ONRECHTE ALS VERDUISTERING
GEQUALIFICEERD?"
EEN GESTE VAN MINISTER
VERSCHUUR
De jongeren en de politek
MENSCHEN EN MEENINGEN
TEGEN GEWETENSDWANG
Communistische jeugdactie
TWEEDE KAMER
MAATREGELEN VOOR 65-JARIGEN,
OM NIET GEDUPEERD
TE WORDEN
EERSTE KAMER
EEN LIJSTJE KLACHTEN OVER DE
UITVOERING VAN DE ARBEIDSWET
De totale afhankelijkheid van den arbei
der, den werknemer van het oogenblik: en
daardoor de voortdurende onzekerheid van
verreweg het grootste deel onder hen, of
zij wel werk zullen houden, of zij hun loon
wel zullen houden, of zij wel in staat zullen
zijn hun gezin te blijven onderhouden,
heeft niets van een gezonden toestand.
Daaruit komt voort, dat hij zich, veel
meer dan goed is, in de macht bevindt van
hen, die den arbeid geven..
Zoo'in toestand behoeft de andere partij
nog niet noodzakelijk tot misbruik van die
macht te brengen, het gevaar er voor
bestaat.
En de onzekerheid voor den werkman be
staat ook.
Daarom streeft de katholieke partij naar
meer bezit voor iedereen. Haar groote zorg
moet eerst en vooral uitgaan naar geleide
lijke opheffing van dezen misstand, dat de
arbeider praktisch nooit deelt in de gunsti
ge conjunctuur, in den bloei van een bedrijf,
maar wel de eersteangewezene is, die de
klappen ontvangt, als het niet zoo vlot meer
gaat.
Hoofdzaak in de maatschappij is voor
ons niet het rijk worden van enkele leiders
of van enkele aandeelhouders. Die mogen
gerust hun levensonderhoud verdienen, wij
misgunnen het hun niet, doch wij begrijpen
er niets van, dat het hoofdzakelijk voor
hun personen en hun nakomelingen zou
moeten zijn, dat de arbeiders vooral moeten
werken.
En we meenen ook, dat men gerust vóór
kapitaalvorming kan zijn, dat men zeker de
toekomst van een bedrijf in het oog moet
houden, dat men geen roofbouw mag plegen,
doch dit raakt naar onze meening
niet de zaak waarom het gaat. Het goed-
gaan van een zaak is nog niet hetzelfde als
het hooge winsten opstrijken door enkele
leiders of weinige aandeelhouders.
Meer bezit voor den gewonen man.
Het kapitaal moet niet in handen van
weinigen komen, dat brengt te groote onge
lijkheid. De werkman, hij, die den geregel-
den arbeid presteert, moet de mogelijkheid
hebben, zich op te werken tot een vrij, zelf
standig mensch, die niet ieder oogenblik
door nood gedwongen kan worden.
De eeuwige onrust over het werk, het
eeuwige zorgen door altijd op het kantje
van armoede te leven, het totaal geringe
vooruitzicht van vooruit te komen, werkt
geestdoodend, en demoraliseerend. Het
maakt de menschen tot fatalistische sjok-
kiers om het dagelijksch werk; het blijft
toch eeuwig zoo; uit dien kring komen ze
toch niet los.
Zekei, daar zijn karakters, die dat ge
makkelijk opnemen, daar zijn er ook,
die door een hooger motief dat leven voor
zich weten te vermoeien tot een groote
-tam
Th-^ftpoffering, doch niet voor een ieder
.^Hgaat dat zoo gemakkelijk. En wij ontken
nen ten sterkste, dat men zich uit gods
dienstig motief bij zoo'n toestand zou moe
ten neerleggen.
Bij een misstand behoeft men nooit
te berusten, evenmin als men bij een ziek
te geen gezondheid mag zoeken.
Niet. ieder middel daartoe keuren we goed,
doch het gebruiken van goede middelen,
de katholieke organisatie toont inzicht en
energie en kan van hoog-godsdienstig ge
halte zijn.
375 Rotterdamsche jongens kunnen geen
plaats krijgen op de bestaande amba> hts-
scholen. En dat terwijl er daar zulk een
dringende behoefte is aan geschoolde vak
lieden, dat buitenlanders de plaatsen v>.n
Nederlanders innemen in onze eigen
industrie.
De Rotterdamsche raad kreeg in deze om
standigheid te heslissen over subsidie
aanvragen voor een Katholieke en prote*-
tantsohe ambachtsschool.
De Nijverheidsonderwijswet staat de stick,
ting voor bijzondere ambachtsscholen t .e,
indien de gemeente de oprichting noodig
acht.
De Rotterdamsche Raad erkende de nj I-
zakelijkheid en besliste dienovereenkom it5gr.
Dit besluit, waaraan ook de socialisten
medewerkten, doet de „Voorwaarts" ver
zuchten:
Geen verwachtingen, ook geen
onverantwoordelijke beloften
EEN INTERPELLATIE, DIE TOCH
SUCCES HEEFT GEHAD
Nog een dozijn sprekers hebben, getracht den
minister van landbouw een of ander recept aan
de hand te doen bij gebruik waarvan de acute
crisis, die vooral den akkerbouw teistert, met
een opgelost zou kunnen worden. Maar wij ge-
looven niet, dat iemand in ernst meende de op
lossing in den zak te hebben van een vraagstuk,
dat heel de wereld beroert.
Dat socialisatie van den grond hier onmid
dellijke uitkomst zou brengen, gelooven de so
cialisten zelf ook niet: de heeren v. d. Sluis en
Hiemstra, die voor de S.D.A.P. het woord voer
den, gaven dit dadelijk toe en de beide commu
nisten-, die daarin onmiddellijk heil zagen, kon
den toch ook maar geen behoorlijk antwoord
geven op de vraag, waarom de socialisatie in
sovjet-Rusland zoo'n bedroevend succes heeft.
Natuurlijk is, volgens socialistische redenee
ring, „het kapitalistisch Stelsel" schuld van het
eigenaardig verschijnsel, dat een deel der we
reld overvloed van graan heeft, en een ander
deel honger lijdt. Het zou de winsthonger van
het kapitalisme zijn, dat de productie niet
richtte op de behoefte. Maar men vergeet toch
wel een beetje dat de tegenstelling, alsof het ka
pitalisme alléén om winst en het socialisme al
léén voor behoefte zou produceeren, een beetje
valsch is. Het is Immers duidelijk, dat elke pro
ductie geschiedt om in een behoefte te voorzien
en, wie eerlijk ls, zal moeten toegeven, dat het,
in 't algemeen, met die voorziening onder het
„kapitalistisch" stelsel niet zoo slecht gaat. Die
voorziening geschiedt volkomen vrij; als er dis
tributie voor in de plaats treedt wij hebben
dat ondervonden begint er werkelijk een en
ander aan te haperen. En dat die voorziening
gelijken tred houdt met de behoefte ls, trots
Malthus' profetie, ook bewezen. Als er ergens
wat hapert en dat is b.v. in China het geval
dan komt dit door den burgeroorlog en den
binnenlandschen chaos. En deze hapering wordt
niet weggenomen door den Russischen buur
man die, ondanks den gesocialiseerden grond,
zelf distributie heeft.
Er komt iets bij. In ons land is de helft der
boeren „eigen", d.w.z. geen pachter. Indien men
de Russische methodes niet wil toepassen, door
aan de eigenaren hun grond zonder schadeloos
stelling te ontnemen (dit laatste wil de heer de
Visser) hoe zal men zoo'n socialisatie dan be
talen?
Iets anders is natuurlijk, dat de gemeen
schap het risico der boeren beperkt. Heel de
gemeenschap toch profiteert van de lage prij
zen der landbouwproducenten en zoo zou ook
heel de gemeenschap op een of andere wijze de
boeren, die voor een groot deel niet kapitaal
krachtig zijn, te hulp kunnen komen.
Om deze hulp is gisteren weer van verschil
lende kanten gevraagd.
De socialisten hebben intusschen met hun
handelspolitiek een kwaad kwartier beleefd.
Eerst was het de heer Fleskens, die den heer
v. d. Sluis dwong tot de erkenning, dat te
Genève niets was bereikt voor den internatio
nalen vrijhandel (de katholieke afgevaardigde
sprak niet ofschoon hij zich had laten inschrij
ven) en later bezorgde rechts een oogenblik
zenuwachtigheid aan den heer Hiemstra door
hem eraan te herinneren, dat zijn Duitsche
partijgeuooten eergisteren net hadden ge
stemd voor de verhoogir.g der invoerrechten
op landbouwproducten. Het wilde ons ook voor
komen dat de heer v. d. Sluis wat luchtig dacht
ever een eventueel Nederlandsch recht op Ame-
ïikaansche auto's. Dat men aan de overzijde
van den Oceaan ietwat gevoelig zou zijn voor
een verhooging onzer invoerrechten op Ameri-
ka.ansche auto's, schijnt ons toch niet onmo
gelijk.
Trouwens, wat wij gisteren reeds schreven,
nat n.l. de voorstanders van de actieve handels
politiek heusch geen gebrek hebben aan argu
menten, bleek wel uit de redevoeringen van
baron van Voorst tot Voorst en van den heer
Schouten. De eerste gaf een betoog, dat klonk
als een klok en de laatste ontpopte zich al even
zeer als een geduchte tegenstanden* van den
dogmatischen vrijhandel. De katholieke afge
vaardigde herinnerde eraan, dat Hoover aan
de Amerikaansche boeren 100 millioen dollar
crediet gaf, dat Zweden reehtstreekschen
steun geeft aan den bietenbouw en dat ons
aardappelmeel door moordende protectie wordt
getroffen. En dit laatste is maar al te waar.
Nederland produceerde de beide laatste jaren
2.000.000 balen (van 100 kilo) aardappelmeel.
Een 500.000 baal verbruikt het binnenland; de
rest moet worden uitgevoerd. Maar hoe ont
vangt het buitenland ons product Op elke
100 kilo, die ongeveer 10 kost .wordt aan de
Invoerrechten geheven: door België 1.12;
Zwitserland 2.88; Finland 4.70; Italië 6.91,
Frankrijk 7.76; Duitschland 9.521; Spanje
7.20, Ver. Staten 9.55; Tsjecho-Slowakije
11.82; Zweden 13.36; Noorwegen 16.35.
Is het wonder dat bij zulke invoerrechten op
een product, dat in onze fabrieken jaarlijks
7 millioen gulden doet verloonen, de heer
van Voorst tot Voorst met nadruk vroeg om
een onderhandelingstarief dat onzen landbouw
zou beschermen tegen een omsingelingspolitiek
door middel van invoerrechten, die bijna over
al de 50 pet., ja, de 100 pet. te hoven gaan
De heer Schouten verdedigde dan ook met
kracht een bijslag op het aardappelmeel, dat z.i.
kon gebruikt worden als grondstof voor een
binnenlandsch fabricaat als gluton, dat nu
buitenlandsche gerondstoffen gebruikt.
Burgemeester Kampschoer wensebte ook
voorzichtige inwerltstelling van een dubbel
handelstarief, verlaging van het hooge statis-
tiekrecht en vroeg tevens, dat in alle rijksin
stellingen binnenlandsche producten zouden
worden gebruikt. -Voorts drong hij, behalve op
verlaging der vrachttarieven waar algemeen
naar gevraagd werd, ook aan op sneller ver
voer.
Tegenover dominee Zandt en andere klagers,
die heil zochten in de afbraak van sociale wet
geving, stond de heer Loerakker op de bres.
Terecht wees de Katholieke afgevaardigde erop,
dat men daarvan geen groote verwachtingen
moest hebben en dat dit ook zwaar onrecht zou
zijn tegenover een groote groep hard werkende
menschen.
„Wij staan voor de klaagmuur der regeering"
kermde de heer Braat en de heer v. d. Sluis
zuchtte, dat elke duizend gulden voor de ver
betering van den landbouw bij de regeering als
„voor de deur van de hel" moest worden weg
gehaald. „Ik vrees, dat wrekende Nemesis niet
ver meer is", waarschuwde baron van Voorst
tot Voorst, die blijkbaar met eenige verbazing
verschillende leden hoorde betoogen, dat er
een Directeur van landbouw moest komen.
Indien wij ons wel herinneren, kost zoo n
directeur met wat er bij hoort, een 60.000.
Wellicht dacht de baron bij zich zelf: dat geld
kunnen we wel heter rechtstreeks voor onze
boeren gebruiken wier producten het slechtst
betaald worden van heel Europa.
Minister Ruys bleek niet onwelwillend. In
tegendeel, hij preciseerde nu hetgeen hij wilde
doen en gisteren feitelijk had laten doorsche
meren dat hij namelijk:
le. de deskundigen zou booren over mogé-
lijken toeslag op aardappelmeel;
2e. zich nader zou beraden over voorsfchot-
ten aan aardappelmeelfabrieken;
3e. ernstig zou denken over bijslag ann de
bietenbouwers voor één jaar;
4e. de uitvoering van de landbouwuitvoer-
wet zou bespoedigen;
5e. over belastingverlaging voor de boeren
zon denken;
6e. en dat was de lang verwachte klap op
den vuurpijl kan meedeelen, dat ile vracht
tarieven voor aardappelen tot 15 Juni met 50
pCt. zijn verlaagd en dat het overleg voor
andere producten wordt voortgezet met de di
rectie der spoorwegen.
Het was kort maar krachtig. En de premier
zei er royaal bij: ik wek geen verwachtingen,
ik kan ook geen onverantwoordelijke beloften
doen.
De bewindsman is er in geslaagd alle bittere
stemming weg te nemen al kon hij niet de
vurige wenschen voor bescherming inwilligen,
zelfs de heer v. d. Heuvel toonde zich zeer te
vreden over het ministerieel bescheid, dat be
grip toonde voor den nood der boeren. Zoo
had de interpellatie, die twee volle dagen
duurde toch wel succes.
In hooger beroep
Naar wij vernemen is de heer P. J. H., oud
lid der Eerste Kamer, die door het Amsterdam-
sche Gerechtshof is veroordeeld, van dit von
nis in cassatie gegaan, omdat z.i. de handeling,
waarop bedoeld vonnis is gebaseerd, ten on
rechte als verduistering is gequalificeerd.
De ouderdomsverzekering en
de verzekering krachtens
'le Invaliditeitswet
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in
gediend in verband met den samenloop van de
vrijwillige ouderdomsverzekering en verplichte
verzekering krachtens de Invaliditeitswet.
Blijkens de Memorie van Toelichting wordt
ingevolge het bepaalde bij art. 24 der Ouder
domswet 1929, pacto art. 25 dier wet, zooals
dat laatst art. luidde voor het inwerking tre
den der wet van 19 Mei 1922, het bedrag der
ouderdomsrente voor degene, die krachtens het
bepaalde bij art. 24 der Ouderdomswet 1919.
eene ouderdomsverzekering heeft gesloten,
doch die hetzij ten tijde van de aanmelding
tot deze verzekering verzekeringsplichtig was
ingevolge de Invaliditeitswet, hetzij na die aan
melding, verzekeringsplichtig ingevolge de In
validiteitswet is geworden, bepaald door het be-
bedrag der betaalde premie in verband met
den leeftijd bij toetreding tot de verzekering.
De wetgever heeft willen uitsluiten, dat een
zelfde persoon zoowel zou kunnen genieten van
den bijslag uit de Staatskas voor de verplichte
invaliditeits- en ouderdomsverzekering. als van
dien bijslag voor de vrijwillige ouderdoms
verzekering. Uit de aldus gegeven wettelijke
regeling vloeit voort, dat degene, die verzeke-
zekeringsplichtig is ingevolge de invaliditeits
wet en tevens overeenkomstig art. 24 der ouder
domswet 1919 een vrijwillige ouderdomsver
zekering heeft gesloten, voor het verkrijgen
van een ouderdomsrente op 65-jarigen leef
tijd van drie gulden per week in de eerst plaats
moet zorg dragen voor regelmatige premie
betaling overeenkomstig de bepalingen der
invaliditeitswet. Het is evenwel in de practijk
gebleken, dat een aantal personen, die een vrij
willige verzekering krachtens art. 24 der ouder
domswet 1919 hebben gesloten en daarnevens
verzekeringsplichtig zijn krachtens de Invali
diteitswet wèl regelmatig hebben voldaan en
voldoen aan hun verplichting tot betaling der
voor de vrijwillige verzekering verschuldigde
premie maar nagelaten hebben en nalaten voor
de verplichte verzekering rentezegels te plak
ken.
Dit heeft reeds tot gevolg gehad, dat pers>
nen, die bij het bereiken van den 65-jarigen
leeftijd zich aanmeldden voor een ouderdoms
rente van drie gulden per week, niettegenstaan
de zij getrouw elke week een verzekeringspre
mie hadden betaald, tot hunne teleurstelling
moesten ontwaren, dat zij, omdat zij geen of
althans niet voldoende premie hadden betaald
voor de verplichte invaliditeits- en ouderdoms
verzekering, geen aanspraak hadden op een
rente van drie gulden per week, maar alleen
op een gewoonlijk gering bedrag, evenredig aan
de waarde der door hen ingevolge art. 27 der
Ouderdomswet betaalde premiën. Tot diezelfde
teleurstelling zullen, indien geen wettelijke
voorziening zou worden getroffen, anderen ko
men, die binnen korteren of langeren tijd den
65-jarigen leeftijd hopen te bereiken. Het wil
den minister voorkomen, dat er genoegzaam
gronden bestaan voor een wettelijke tusschen-
komst ten bate der biervoren bedoelde perso
nen. Zij hebben, in onwetendheid gehandeld en
zijn niet zelden ook door officieele lichamen
minder juist voorgelicht.
Daarenboven en dit gaf voor den minister
Jen doorslag hebben de betrokkenen door
hunne regelmatige premiebetaling, zij 't dan ook
Jat zij voor een verzekering betaal Jen, waar
van zij slechts gering voordeel zo-uden kunnen
behalen, getoond, voor hunne ouderdomsverze
kering een offer over te hebben.
De billijkheid van de hier vooropgestelde
voorziening springt naar het den minister wil
voorkomen, in het oog. Hij heeft dan ook ge
meend, geen bezwaar ertegen te moeten maken,
dat het Bestuur der Rijksverzekeringsbank
ten aanzien van degenen, die inmiddels reeds
den 65-jarigen leeftijd hebben bereikt, handelt,
als ware het onderhavige voorstel reeds wet
geworden.
EEN VERKLARING DER REDACTIE VAN
„DE GEMEENSCHAP"
Wij ontvingen ter publicatie de volgende
„verklaring":
Nadat aan de abonné's van het tijdschrift
„De Gemeenschap" de brochure, getiteld „De
Droom van Nolens en de gevolgen" reeds was
verzonden, werd ons ter kennis gebracht een
schrijven van den Vicaris Kapitulaar van het
Aartsbisdom UI recht, waarin ons verboden
werd elke publicatie van het artikel „Nog oen
verklaring".
Terstond hebben wij toen de nog voorradige
exemplaren, voor den handel bestemd, inge
houden.
Wij betreuren het, dat wij door deze publi
catie te goeder trouw tegen den wil van het
kerkelijk gezag hebben gehandeld.
De Redactie van het Tijdschrift
„DE GEMEENSCHAP".
De politieke bijeenkomst van ile
R. K. Staatspartij te Amersfoort
Zooals destijds gemeld, zal dit jaar op de po
litieke bijeenkomst te Amersfoort het vraag
stuk van „de jongeren en de politiek" worden
behandeld. Nader kan thans worden medege
deeld, dat den eersten dag een drietal sprekers
daarover het woord zal voeren, n.l. de minister
president Jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck en
de voorzitter der Unie van R.-K. Studenten
verenigingen in Nederland, de heer H. v. d.
Sterren en een derde, wiens naam nog niet
bekend is.
Den volgenden dag zal des morgens en des
middags over deze inleidingen van gedachten
worden gewisseld.
DE KLEINE JOHANNES.
De tooneelbewerking van dl*. Fred, van
Eeden's „De Kleine Johannes", die hij het Ver.
Rotterdamsch-Hofstad-Tooneel, (Directeur Cor
van der Lugt Melsert) in studie is, werd door
den heer IJs. .Visse! verzorgd,
Frisch en krachtig pleidooi voor Je
ratificatie der arbeidsconventies
(Ad Int.) Minister Reymer had zich
blijkbaar op een uitvoerig debat over bet We
genfonds in de Eerste Kamer voorbereid, want
de heeren Smeenge en v. d. Lande, die bij deze
begrooting het woord voerden, kregen in het
ministerieele antwoord zoo ruimschoots hun
deel, dat de bewindsman daarvoor nog meer
tijd noodig had dan de beide sprekers te zamen
van de Kamer hadden gevraagd.
Voor opvoering van het tempo der wegenver
betering, waarop was aangedrongen, gevoelt de
minister wel, maar dan moeten de finan
ciën zulks toelaten en dan zal dat versnelde
tempo niet moeten leiden tot opdrijving van
prijzen en kosten. Toen we even later echter
uit den mond van den minister moesten ver
nemen, dat de rijwiel- en wegenbelastingen 16
millioen per jaar opbrengen en de begröoting
van het wegenfonds 25 millioen bedraagt, be
grepen we terstond, dat het ministeriele mede
gevoelen niet veel meer dan een platonische
liefdesverklaring beteekende en de wegenver
betering voorloopig in hetzelfde tempo van
tegenwoordig zal worden voortgezet.
De bruggenbouw over de groote rivieren
hangt nauw samen met de wegverbetering en
daarom heeft de Regeering in plaats van één
brug thans twee bruggen per jaar op het werk
plan genomen. Uitvoerig verdedigde de minister
zich tegen de aantijging als zou er geen be
paald systeem gevolgd worden bij het ontwer
pen van rivierovergangen en als zouden er
maar lukraak plannen worden gemaakt zonder
rekening te houden met de vraag, aan welke
overgangen de grootste behoefte bestaat.
De rivier-overgangen zijn te verdeelen in
clrie groepen: de Oostelijke groep bij Nijmegen,
de middengroep bij Zaltbommel en de Weste
lijke groep RotterdamMoerdijk. Voor de
Westelijke groep is het rapport der ambtelijke
commissie thans binnende brug bij Rotterdam
zal 7% millioen moeten kosten, die bij Dor
drecht 5 mill, en die bij Moerdijk 10 millioen.
Dat is te zamen 22% millioen, een bedrag, dat
eerst nog wel eenige overweging verdient al
vorens tot de uitgave er van te besluiten,
meende de minister.
Met de brug bij Zaltbommel zal dit jaar een
aanvang worden gemaakt.
De brug bij Keizersveer is voorgegaan bij
die te Arnhem en Nijmegen, omdat de bouw
der eerstgenoemde betekkelijk weinig admini
stratieve voorbereidingen eischte. Anders staat
het met de bruggen te Arnhem en te Nijmegen.
Voor Arnhem heeft de minister nu de plaats,
waar de brug zal komen, vastgesteld. Als het
provinciaal- en het gemeentebestuur daarmee
aeeoord gaat, dan komt die zaak spoedig in
orde, maar met Nijmegen loopen de onder
handelingen zoo vlot niet. Nijmegen stelt te
hooge eischen omtrent vergoeding voor haar
veerrecht. De minister wil niet meer vergoe
den dan een matige winst, zooals voor een
recognitie betaamt. Als Nijmegen daarmee
niet accoord gaat, dan zal men daar op de brug
moeten wachten tot St. Juttemis, verklaarde
de bewindsman gedecideerd.
De heer v. d. Lande, die de Nijmeegsohe brug
ter sprake had gebracht, kan dit antwoord, dat
hem blijkbaar niet geheel onredelijk voorkwam,
toch aan het Nijmeegsche gemeentebestuur
overbrengen.
Nadat de begrooting van het Wegenfonds
zonder hoofdelijke stemming was aangenomen,
begon cle senaat na de pauze aan die van Arbeid.
De beer Danz las een lijstje klachten voor
over de uitvoering van de Arbeidswet om ver
volgens te komen tot de Arbeidsinspectie. Na
tuurlijk mocht daarbij de benoeming van ir.
Fruytier tot hoofd van de Arbeidsinspectie te
den Haag niet zonder meer worden voorbijge
gaan. De socialistische senator concludeerde
reeds zonder den minister te hebben gehoord,
dat de beer Friytier is bevoorrecht door over
plaatsingen, die niet in liet belang van den
dienst zijn geweest.
Ook de heer Slingenberg roerde deze kwestie
aan, maar de vrijzinnig-democratische senator
was tenministe zoo voorzichtig om zich voor
alsnog geen eindoordeel aan te matigen, voor
dat minister Verschuur zich zal hebben verant
woord.
Het is wel merkwaardig, hoeveel beroering
over deze eenvoudige benoemingskwestie door
het geschrijf in de linksche pers is gewekt. Men
zegt, dat ook de heer Fock over deze aangele
genheid zal spreken en dat hij zelfs met een
motie in zijn zak loopt.
De heer v. d. Lande vestigde 's ministers aan
dacht op den grooten achterstand bij den Oc-
trooiraad. Er moet bij dien Raad een achter
stand zijn van 1 y2 jaar, zoodat niet minder dan
4500 aanvragen onafgedaan liggen. Wat zijn
onze uitvinders toch productief tegenwoordig!
Maar intusschen zitten we met den achter
stand. De heer v. d. Lande wist een goed mid
del. Verhoog de salarissen (deze zijn voor het
moeilijke en verantwoordelijke werk zeer aan
den lagen kant) en ge kunt goede krachten
genoeg krijgen om den achterstand in te halen
en „bij" te blijven, adviseerde hij.
Na dezen practisehen wenk kregen we van
een anderen katholieken senator, den heer Ser-
rar.ens een frisch en krachtig pleidooi te
hooren voor de ratificatie der arbeidsconventies
Van de z.g. door Internationale arbeidseonfe-
renties aangenomen conventies heeft Nederland
er slechts 12 geratificeerd! Natuurlijk kan Mi
nister Verschuur voor dezen achterstand niet
aansprakelijk gesteld worden, maar wel vroe
gere regeeringen, die ze tot nog toe niet aan de
Staten Generaal ter goedkeuring hebben voor
gelegd. De heer Serrarens riep nu de medewer
king van den tegenwoordigen bewindsman in
om de Staten Generaal in de gelegenheid te
stellen tot de conventies toe te treden of ze te
verwerpen. In het laatste geval kan op revisie
worden aangedrongen van die punten, weikp
niet aanvaardbaar worden geacht. Maar ze on
behandeld laten liggen staat gelijk met sa
botage.
Ten slotte vroeg de heer Serrarens nog een
onderzoek naar de vraag, of wettelijke maat
regelen ten opzichte van het vraagstuk der
trusts en kartels, die een gezond economisch
leven bedreigen, noodig zijn.
De minister heeft in de memorie van ant
woord meegedeeld, dat een wijziging der Wo
ningwet reeds op stapel staat, maar dit was
den christelijk-historisehen senator nog niet
voldoende. Hij wensebte een noodvoorziening,
waarom hij reeds vier jaren lang in deze
Kamer heeft geroepen, teneinde de schromelijke
onrechtvaardigheid weg te nemen, dat voor twee
absoluut gelijkwaardige stukken grond door de
overheid verschillende prijzen worden betaald
alleen omdat in het uitbreidingsplan het eene
stuk bestemd is voor bouwterrein en bet an
dere voor sport- of speelterrein of een goud-
visschenvjjverl.
De heer Polak zeide in de Eerste Kamer,
dat de sociaaldemocraten vijanden zijn van
gewetensdwang en geweldpleging; zij willen
hun doel bereiken door de massa van de
juistheid hunner beginselen le overtuigen.
Wat bedoelen die beginselen? Juist het
zelfde als het communisme. Dus ook den
menschen bij te brengen, dat godsdienst
opium is voor het volk?
Niet met geweld, maar door overtuiging.
Ilebben de sociaaldemocraten hetzelfde doel
als de communisten in Rusland: d.i. te komen
tot algeheele verandering van de gedachte
over godsdienst?
Meenen ook de socialisten dat godsdienst,
bijv. de Katholieke godsdienst iets is, dat die:
ontwikkeling en verandering in den veg
staat, dat dus bestreden moet worden, omdat
zij het volk toch moeten verlossen uit de
macht van die „opium-b er eiders en -ver
spreiders
Natuurlijk niet bloedig, maar door over
tuiging. Zoodat dan toch de beginselen van
die twee richtingen eigenlijk elkaar niet
erg verdragen?
Nog anders: zal de sociaaldemocratie hier
op haar weg naar het beloofde land van het
communisme den Katholieken godsdienst,
totaal links laten liggen in de geruste over
tuiging, dat bij en na de komst van dat
socialisme aan zijn doel ook die godsdienst
zijn tijd heeft gehad?
Natuurlijkdat. heeft niets bloedigs en niets
gewelddadigs aan zich, en toch staat het lijn
recht tegenover den godsdienst.
Of ook weer niet lijnrecht: het lijkt een film
die voortloopt en voortgestuwd wordt: het
Katholicisme loopt zachtjesaan af'en het
socialisme dringt dat Katholicisme van het
witte doek af?
In ieder geval: het een niet met het ander.
Wat zegt de heer Polak hiervan?
MINISTERIEEL ANTWOORD OP DE
VRAGEN VAN DEN HEER ALBARDA
Weigering van toelating was plicht van
zelfrespect
Op de vragen van den heer Albarda betref
fende de weigering van een Nederlandsch pas-
visum aan mevrouw Kollontay, gezante van
de Unie der Sovjet-Republieken te Oslo, heb
ben de heeren Donner en Beelaerts van Blok
land, Ministers van Justitie en van Buiten
landsche Zaken het volgende geantwoord:
Ad. 1. Door de secretaresse van het Neder
landsch Comité voor de nationaliteit van de
gehuwde vrouw werd begin Maart aan de re
geering medegedeeld, dat door haar was ont
vangen een telegram van mevrouw Kollontay,
gezant van de Unie der Sovjet-Republieken te
Oslo, houdende bericht, dat zij door haar Re-
gearing was aangewezen om de Sovjet-Unie op
de Internationale Women Council Conference
in den Haag te vertegenwoordigen, met verzoek
haar eb haar particuliere secretaresse een
visum te bezorgen. Het Nederlandsch comité
vroeg in verband daarmede, of het mogelijk
was aan beide Russische dames het verlangde
visum te verschaffen.
Ad. 2. Aan de secretaresse voornoemd is
daarop bericht, dat de regeering geen voldoende
termen aanwezig achtte om aan de dames een
visum voor de toelating in Nederland te ver
schaffen.
Ad. 3. De gebezigde formuleering is in
overeenstemming met het feit, dat in de uit
zonderingsgevallen, waarin van oixzentwege
alsnog een visum voor toelating wordt vereischt
de verleening van dat visum tegenover de be
trokkenen nog is een positieve daad, ook al
blijft deze dan naar de door de regeering voor
haar zelf aangenomen gedragslijn slechts ach
terwege, indien bepaalde bezwaren, van alge-
meenen of bijzonderen aard, aanwezig moeten
worden geacht.
Ad. 4. Het betrof de zending naar hier van.
een officieele vertegenwoordiger van een door
ons niet erkende Regeering, en dat van een
iaud, van waaruit met stelselmatigheid het
streven op omkeering; ook elders, van de rechte
en zedelijke ordeningen, door propaganda van
denkbeelden als anderszins, is gericht. Open
baar getuigen voor die denkbeelden was, ge
lijk nog nader is bevestigd, het doel van het
bezoek. Weigering van toelating was onder dis
omstandigheden naar het oordeel der Regee
ring weliswaar niet plicht van zelfbehoud, maar
toch wel van zelfrespect.
EEN CENTRAAL STORMPLAN
Cellen vormen, vergaderen,
kranten uitgeven etc
De communistische districtsconferentie Noord-
Holland heeft een centraal stormplan van de
communistische jeugd aangenomen, waar de
taak wordt aangegeven welke de secties, cellen
en afdeelingen hebben te vervullen. Aan de
„Tribune" on tl een en we daarover 't volgende:
De sectie West zal 26 leden winnen en een
nieuwe cel vormen, bedrijfskranten uitgeven,
een soldatenkrant samenstellen, 20 nieuwe
jeugdleden werven voor de Liga enz.
De sectie IJ IJ moet o^n. een cel oprichten
bij De Waal, van Leer en Blooker, 5 fabrieks-
kranten uitgeven.
De Stormgroep voor de van Leerfabriek moet
binnen 12 dagen met 'n fabriekskrant uitkomen,
twee vergaderingen voor de fabriek houden.
De scheepscel heeft zich tot taak gesteld het
winnen van 6 vertrouwensmannen, een cel bij
Verschure en Ned. Dok, poging tot oprichting
van een afweer-organisatie op grondslag van het
bedrijf en uitgave van 4 fabriékskranten.
De houweel besloot een speciale vergadering
voor de nageljongens van den scheepsbouw te
beleggen, voorbereid door spreken op de fabriek
en een bedrijf stelegram, enderwerp: Haarlem-
sche staking en de strijd der nageljongens aan
de Ned. Scheepsbouwmaatschappij.
De sectie Jordaan zal een cel stichten bij
Numan. Haarlemmermeer geeft twee dorps
kranten uit. De nieuwe afdeeling Haarlem zal
haar invloed moeten bevestigen bij de Conrad
en de Haarlemsche Scheepsbouw en Droste^
waarin ze 3 cellen zal vormen.
Deze z.g. „noodzakolij khekls verklaring"
heeft de raad gegeven, al zal menig raadslid
daarbij in stilte verzucht hebben: moet nu
ook al dit zuiver technische
onderwijs gesplitst worden naar kerkelijko
gezindheid en allerlei variatie van geloofs-
overtuiging? Zelfs de 'Tiristelijk-historische
mr. de Visser zuchtte een beetje mee ea hij
deed dat als goed zoon van zijn vador, den
oud-minister van onderwijs, die hoe over
tuigd christen-staatsman ook eertijds de
illusie koesterde dat op dit gebied althaus
splitsing In christelijk, katholiek of „bei-
densch" timmeren en metselen achterwege
zou blijven. Het is niet de eenige illusie ge
weest, die door het Nederlandsche „Sek-
tierertum" wreedelijk verstoord werd.
Dit staaltje van minachting voor net
bijzonder onderwijs, geslaakt in het orgaan
van een partij, die meer dan elke andere,
haar leden, ook de kinderen, van het natio
nale leven afzondert en in eigen vereenigin-
gen, tehuizen en kampen samenbrengt, doet
ons proeven, welk een stillen, maar taa en
tegenstand het vrije onderwijs nog alt:jd
ondervindt.
Het moge een waarschuwing zijn voor
degenen die denken, dat d«- na zwaren strijd
verkregen gelijkstelling van het lager onder
wijs, kibbelend zal worden bewaard of
slapend voor het middetoaar en hooger on
derwijs zal worden verkregen.
OP DE LOOSDRECHTSCHE PLASSEN: wachtend op zometrsche dagen
yan roem
en droomend