NAAR DE EVENREDIGE IN FRANKRIJK
WANNEER ELKE
PRINS
ROMEIN ZICH EEN
VOELT....
SPORT IN ENGELAND
DÖtfDERDAÖ Ï0 APRIL 1930
SOCIALISTEN TEGEN RADICALEN
ABBE BREMOND IN ONS LAND
sta
DE JONGSTE TUSSCHENTIJDSCHE
VERKIEZINGEN
P a r ij s, 3 April 1930.
Vlak voor de verkiezingen van 1928 heeft
het Fransche „parlement de kieswet veranderd
om een onhoudbaar gebleken en buitengewoon
oneerlijk werkend amalgaam stelsel te vervan
gen door de van ouds weinig gunstig bekende
arrondissementsverkiezingen. Voor het alge
meen stemrecht met evenredige vertegenwoor
diging had men een vrees, die begrijpelijk is
hij het geknoei, waaraan de gekozenen hier hun
zetels danken. Een eerlijk stelsel dreigde zulk
een afwijkenden uitsilag te geven, dat voor hen,
die de kieswet moeten maken, de aanvaarding
der Evenredige eenvoudig harikiri zou heteeke-
nen.
In 1919, nadat in geen jaren verkiezingen
hadden plaats gehad, was men bereid het kies
stelsel, dat aan een ware kaste de stembus in
handen gaf te verbeteren. Het arrondissements-
stelsel verzekerde door den grooten invloed,
die het aan de plaatselijke bestuurders gaf, die
voor het overgroots deel aan de geheime ge
nootschappen gehoorzaamden, aan het radicalis
me sinds 1900 het bewind over het land. Slechts
in overwegend rechtsche arrondissementen kon
de rechterzijde haar setels handhaven, en dan
nog onder welke voorwaarden Meestal, in-
plaats van aan eigen mannen de voorkeur te
geven, moest men de chantage ondergaan van
de kleine minderheid, die den doorslag gaf en
haar „middenman" wist op te dringen. Elke
verkiezing was dientengevolge voor de rechter
zijde een verplaatsing naar links.
Had men toen breed willen zien en de vraag
van liet kiesstelsel landelijk inplaats van plaat
selijk willen stellen, dan ware het mogelijk ge
weest het evenredigheidsstelsel in te voeren.
Maar de rechtschen zijn toen zeer onverstandig
geweest. Zij vreesden in hun districten door de
Evenredige zetels te moeten afstaan aan links,
welks zetels zij door het oude stelsel konden
behouden. Zij zagen voorhij, dat hetzelfde gold
voor de districten die in handen van links wa
ren. Het plaatselijk egoïsme heeft toen verhin
derd, dat naar mannen als de heeren Benoist en
Marin werd geluisterd en men heeft toegestemd
in een bastaardstelsel, dat van de Evenredige
slechts den naam had, doch er de caricatuur
van vormde. Men Is toen tot een lijsten-ste1-
sel gekomen, waarvan het eenige voordeel was,
dat de partijen niet werden aangetast, het par
tijleven zijn waarde behield, en dat de onzede
lijke tweede stembusgang onnoodig was Alleen
de socialisten hebben toen voor de Evenredige
gestreden. De radicalen bleven natuurlijk het
hun zoo bevoorrechtende arrondissementsstel
sel met de uninominale candidaatsMUng en
noodzakelijke herstemming verdedigen.
Bij de Novemberveririezingen van 1919 heeft
dat bastaardstelsel aan de rechtsche pariijen de
overwinnning bezorgd. Maar in 1924 hebben de
radicalen en de socialisten ,die beiden het
kind van de rekening waren geworden, den in
vloed van dat stelsel gebroken ,door te coali-
seeren en liet resultaat is geweest, uat een tniu
derheid het meerendeel der zetels kon verove
ren. De verkiezing van de geheele lijst, zoo zij
de helft plus één der stemmin uit het district
had verworven, leidde het geheels stelsel terug
tot het kwaad der arrondissementsverkiezing.
Het bastaardstelsel voldeed dus allerminst.
Het bleek door ooaliseering elke eerlijke uit
spraak onmogelijk te kunnen maken en de
toestand was dan ook zoo onzeker geworden
dat geen van de partijen zich nog aan dit stel
sel durfde toe te vertrouwen.
De radicalen hebben toen de kans schoon ge
zien den terugkeer naar het arrondissements-
stelsel te bevorderen. Zij werden daarbij ge
steund door de conservatieven, die zich uitslui
tend lieten leiden door de 'deologische overwe
ging, dat het gewenscht is, dat een candidaat
uit ziju eigen kiezersmilieu wordt genomen en
inderdaad da vertrouwensman van zijn cireons-
criptie is.
Het was toen het oogenblik geweest, niet om-
terug te keeren naar het oude kwaad, doch om
het bestaande kwaad uit te roeien en het bast
aardstelsel te zuiveren. Marin en Grousseau
hebben daar toen moedig voor gestreden, doch
zijn in den steek gelaten door de socialisten,
door de partij die zich altijd en overal als de
„paladijn voor duidelijke verkiezingen" op-
Werp. De socialisten meenden toen en te
recht dat zij tactisch verstandiger deden den
rahcalen een kans te geven, wel wetend dat
zij steeds méér de radicalen zouden opslorpen
en dat het eenige resultaat zo i zijn, dat zij de
radicalen zouden vervangen bij het profitee-
ren van het ljnks bevoorrechtende stelsel.
Zij zijn niet voor een mtsiekening komen te
staan. Maar toch zijn zij gestraft voor het feit
het beginsel te hebben prijsgegeven. Het arron-
dissaments-stelsel hieft hen in conflict met de
radicalen gebraoht, die nu ach en wee roepen
dat bet de socialisten zijn, die thans van de ar-
rondiseementa-verkiezli;,; gaan proflteeren.
Twee belangrijke feiten, al betrof het tus-
schentijdsche verkiezingen, hebben nu de vraag
van het kiesstelsel hoogst actueel gemaakt.
Vat toch Is gebeurd. De machtige radicale
partij Is zoodanig reeds door de socialisten
afgetakeld, dat het oogenblik daar is, waarop
het de socialisten zullen zijn die de talrijkste
partij van het bartel vormen en niet meer de
radicalen. De radicalen zijn reeds teruggebracht
tot op 113 zetels, de socialisten zijn al tot 103
gestegen en voelen het oogenblik naderen,
waarop zij voor goed de roode stemmen aan het
radicalisme kunnen ontnemen. Zulks is hun
geleerd bij de tus3chentijdsche verkiezing te
Narbonne, waar Blum den zetel veroverde op
den candidaat van de Sarrauts, en zulks ls ook
weer te Bergerae gebleken, j.l. Zondag waar de
socialist gekozen werd tegen het partij-advies
nota bene in en tegen de radicalen, wier can
didaat bij eerste stemming boven den socia
list uitkwam.
Het is natuurlijk zeer vermakelijk, welk een
herrie daar over gemaakt wordt en het is nog
veel grappiger dat de radicalen nu de sociali|-
ten sommeeren hun niet langer zetels af te
nemen. Er wordt zelfs naar het middel gezocht
om de stemming ongedaan te maken.
De socialisten zijn echter met een antwoord
gekomen, dat onverwacht mag heeten, maar
toch door ons in 1928 reeds voorzien werd, toen
wij schreven, dat toch de socialisten den een
of anderen dag tot de Evenredige zouden moe
ten terugkeeren. En inderdaad, zij doen het
thans; vroeger dan men had kunnen verho
pen.
De socialisten zijn gegroeid de radicalen ver
zwakt. Het oogenblik is dus gekomen, waarop
het arrondissementsstelsel tegen de socialisten
werkt. Om in 1932 den grooten slag te slaan,
dien zij wenschen en het meerendeel der radi
caal-socialistische zetels te nemen, (want zij
kunnen slechts winnen op de radicalen) moe
ten zij de allianties der radicalen verijdelen. Ze
hebben tot nu toe moeten toelaten, dat de
radicalen zich niet alleen met hen verbinden,
maar ook tegen hen met de midden^lementen.
Al naar gelang dat in den radicalen kraam te
pas komt. Het middel om de „combineste ver
ijdelen is natuurlijk de Evenredige.
Het roode partijorgaan, de „Populaire", is
#dan ook als de bok op de haverkist gesprongen
om van het feit, dat de radicalen twist zoeken,
gebruik te maken, om het arrondissementsstel
sel over boord te werpen en de roode partij
secretaris, Faure, wiens invloed minstens zoo
groot is als dien van Blum, en die in Blum
trouwens voor ijn denkbeeld een medestander
vindt, eischt de Evenredige en schrijft: „Alleen
de Evenredige, zonder panachage per district,
integraal, met landelijk gebruik der resten,
staat een eerlijk en duidelijk kiesstelsel toe".
Precies hetzelfde wat sinds jaar en dag bij elke
kiesrechthervorming bepleit is door den Katho
lieken leider, den heer Groussier, en wat sinds
1892 geschreven is door den heer Charles Be
noist.
Jean Gulraud, de zeer strijdvaardige en be
leidvolle politieke hoofdredacteur van de
„Croix", is natuurlijk Faure direct bijgeval
len en waar de socialisten er allen belang bij
hebben, daar is er geen gevaar meer voor nieuw
verraad aan de zaak van het algemeen stem
recht. Waar thans elke nieuwe algemeene
verkiezing plaats dreigt te hebben onder een
ander verkiezingssysteem, daar zal de kamer
zfch wel weer aan de kieswet moeten zetten. Er
is in de kamer een meerderheid die dat ver
langt, want zij durft met het bestaande stelsel
de verkiezingen niet in. De radicalen zelf ook
niet, want nu de socialisten zoo machtig zijn
geworden, dat zij vooral in de Midi overal
boven de radicalen zijn uitgewassen, daar zijn
ook zij door een groote ongerustheid bevangen.
We gaan dientengevolge naar de Evenredige
toe en het zou ons niet verwonderen, wanneer
de aanstaande algemeene verkiezingen eindelijk
onder een definitief stelsel zouden plaats heb
ben.
Er is een zeer dringende reden, waarom de
georganiseerde partijen het evenredigheids
stelsel zullen moeten aanvaarden. De tegen
woordige toestand doet de vertegenwoordigers
of juister gezegd, hun herkiezingsmogelijkheid
veel meer afhankelijk zijn van hun kiezers,
dan van hun partij. De partijdiscipline ls dien
tengevolge verdwenen. Alle partijleven is ver
nietigd. Programs hebben geen zin meer, kort
om het parlementaire leven is een personen
strijd geworden. Bovendien heeft het arron
dissementstelsel het peil der vertegenwoordi
ging doen zakken en heeft het zulk een be-
neden-middelmatige kamer opgeleverd, dat een
lager peil niet meer mogelijk is.
Dit heeft zijn grooten invloed op de regeering
die niet meer in staat is regeeringsmeerder-
heden te vestigen, ondanks de stemmen wel
ke zij kan verzamelen. De persoonlijke ambi
ties domineeren en het is bijna niet meer moge
lijk een toonbare oplossing aan een ministe
rieels crisis te geven. Dientengevolge is een
regeeringscrisis ingetreden, die door alle par
tijen word aanwezig geacht. Die regiemcrisis
is een volkomen parlementaire. Men moet dus
wel een ernstige poging doen het parlemen
tairisme te redden. Een fel links blad, dat
echter niet bepaald kartellistlsch is, en toont
te zien waar het heen gaat, schreef dezer da
gen deze merkwaardige woorden: „Er zijn
er toch velen in Frankrijk die niet voor de
eenige keus willen gedreven worden, die tus-
schen den koning of de sovjets."
Voor die eenige keus staat Frankrijk zeker
nog niet. Maar er is maar één weg om er aan
te ontkomen dat het dien weg op gaat en
dat is de Evenredige. Maar dat wil niet zeg
gen dat de Evenredige het kwaad kan vernie
tigen. De invoering van de Evenredige is op
zichzelf van zoo verstrekkenden aard als een
regiemwijziging, want zij belooft zulk een
diep-ingrijpenden omkeer in het Fransche poli
tieke leven, dat niemand kan zeggen wat er de
uitwerking van kan zijn. Door de wijze waarop
hier altijd het beeld van het kiezerscorps door
de verkiezingen geëscamoteerd is, heeft men
absoluut geen overzicht van de sterkte van
de verschillende politieke stroomingen Slechts
twee dingen staan vast. In de eerste plaats
dat de Evenredige aan de Katholieken ten
goede zou komen, en hun een veel betere ver
tegenwoordiging in het parlement zou verschaf
fen. Jn de tweede plaats, dat het ook tot een
belangrijke versterking der socialisten zou
leiden. En bet is niet zeker, dat zulks op zich
zoo kwaad zou zijn. Want de versterking zou
geschieden ten koste der radikalen, die inder
daad al te lang, bijkans een halve eeuw lang,
een positie hebben ingenomen, die volstrekt
niet aan hun numerieke macht beantwoordt, en
onnoemlijk veel kwaad heeft gesticht door de
ontwrichting van alle eerlijke meeningsuiting.
Ook de Evenredige blijft een experiment.
Maar het eenige wat nog mogelijk is. Het eeni
ge waar het naar toe gaat, trouwens. Het eeni
ge wat ook in den lande herstel van het open
baar vertrouwen kan bewerken, en het land
uit handen van het caesarisme der geheime
genootschappen kan redden. En het is een
verblijdend verschijnsel dat het parlement zoo
zichtbaar tot die hervorming wordt gebracht.
KOLONIALE TROEPEN UIT FRAN8CH MAROKKO brengen hulde aan den onbekenden
soldaat bij den Are de Triomphe te Parijs.
HET WONDER VAN DEN
H. FILIPPO NERI
(Van onzen H-corr es pondent
ROME, 24 Maart 1930
Elk jaar, op een dag in Maart, opent het
GESCHENK VAN KARDINAAL PACELLI
AAN DE ST. PIETER.
Men meldt ons uit Rome d.d. 6 dezer
Kardinaal Paeelli, de nieuwe aartspriester
van Sint Pieter, heeft ter herinnering aan zijn
ambtsaanvaarding aan de basiliek van Sint
Pieter een kostbaar missaal geschonken.
Het missaal, dat met kostbare miniaturen is
gesierd, werd weleer door de Benedictinessen
van Solesmes aan Z. H. Paus Pius X geschon
ken bij gelegenheid van zijn gouden priester-
jubilé.
Benedictus XV schonk het op zijn beurt aan
den toenmaligen mgr. Paeelli, toen Hij hem
tot titulair aartsbisschop van Sard! consa
creerde en als pauselijk nuntius naar München
zond.
DE AMERIKAANSCEE
VLIEGENIER kap. Frank
Hawks die zich met een
zeilvliegtulg dwars over
Amerika liet sleepen
deftige maar tevens melancholieke Palazzo
Massimo zijn zware deuren voor iedereen. Ge
woonlijk treden tusscben de kolommen, waar
om het paleis „alle colonne" wordt genoemd,
slechts lieden met heel veel blauw bloed als
gasten binnen, maar op dien dag in Maart zijn
alle Romeinen welkom, althans, prins Massimo
en zijn familie doen dan net, alsof iedereen ge
apprecieerde bezoeker i3.
Dat doen ze uit traditie. Hun voorouders
hebben het sinds eeuwen uit traditie gedaan.
En altijd was het zoo, zooals het nu op 16
Maart ls. Tegen de vier middelste kolommen
van den imposanten voorgevel hangen prach
tige, oude gobelins en de poort wordt door een
weelderige draperie verborgen. Bij den ingang
slaat de portier in groot ornaat, met zijn
Napoleonsteek en verblindende passementen op
een imponeerend uniform. En boven waaien
de Italiaansche en de Pauselijke vlag. De Mas
simo's zijn den Paus altijd trouw gebleven en
de huidige Prins Massimo is erfelijk directeur
der Vaticaansche Posterijen.
Van zonsopgang tot liet Ave Maria staat het
Palazzo Massimo voor iedereen open, ter her.
denking van het wonder, dat de heilige Filippo
Neri op 16 Maart van het jaar 1583 wrochtte,
dus nu 247 jaar geleden.
Op dien dag stierf de vertienjarlge Paolo
Massimo, die een groote vereering voor Filippo
Neri koesterde. De heilige had gezegd, dat men
hem moest waarschuwen, indien de toestand
van den jongen edelman, die zwaar ziek was,
mocht verergeren, en, zoo kunnen we lezen in
de documenten van het proces der heiligver
klaring van Filippo Neri op 16 Maart 1583
moest men een bode zenden om te zeggen, dat
de kleine Paolo stervende was. De bode kwam
juist, ten de heilige de Mis las en kon dus zijn
boodschap niet onmiddellijk volbrengen. In-
tusschen stierf Paolo. De pastoor van de paro
chie, die hem de laatste H.H. Sacramenten had
toegediend, was reeds vertrokken en men
maakte water gereed, om het lijk te wasschen
en te kleeren, om het te kleeden voor het
doodsbed. Na een half uur verscheen de heilige
Filippo Neri, maar de vader van Paolo moest
hem boven aan de trap toeroepen, dat zijn kind
niet meer tot de levenden behoorde „Paolo is
dood
Filippo trad de kamer binnen, waarin de
doode jongen lag en wierp zich voor het bed
op de knieën. Een kwartier bleef hij in gebed
verzonken bevend over al zijn leden. De vader
zag vol droefheid toe, tot Filippo wijwater
nam, daarmede het gelaat van Paolo bespren
kelde en een weinig tussehen diens lippen
goot. Daarna legde Filippo den dociu:' knaap
de hand op het voorhoofd en riep tweemaal
met zijn sonore stem „Paolo, Paolo", waarop
Paolo de oogen opende en het woord „vader"
fluisterde, er onmiddellijk aan toevoegend „ik
heb een zonde vergeten en wil die nog biech
ten",
Nadat de jongen had gebiecht, sprak Filippo
een half uur met hem, hem ten slotte vragend,
of hij graag wilde sterven. Paolo antwoordde,
dat hij gaarne naar het paradijs ging, om daar
zijn pas gestorven moeder en zusje te zien. De
heilige herhaalde zijn vraag en ontving het
zelfde antwoord. Toen zei hij zacht „ga, wees
gezegend en bid God voor me". En op hetzelfde
oogenblik viel Paolo Massimo weder in zijn
doodsslaap terug
De kamer, waarin dit wonder geschiedde,
werd in een kapel herschapen en deze kapel
is op den zestienden Maart het pelgrimsoord
van vele Romeinen. Alle zalen en kamers van
bet eeuwen en eeuwenoude Palazzo Massimo
staan d,an zooals gezegd voor hen open en
Prins Massimo neemt met zijn heele familie
te honneurs waar.
In de z.g. ivoren zaal vindt de plechtige re
ceptie voor het Romeinsche patriciërsdom
plaats. De namen van hen, die komen, zijn
even bekend en bijna zoo oud als Rome, als het
Pauselijke Rome. Alle groote Romeinsche fami
lies geven acte de presence, zooals de Cenci's,
de Orsini's, de Colonna's, Aldobrandinl's, Rus
poli's, Barberini's enz. enz.
Maar langs den indrukwekkenden portier
gaan ook Totarello er carzolaro en Giggetto
er murantore; Totarello de schoenmaker en
Oiggetto de metselaar.
Sinds zestig jaar komt de H. Vader niet
meer in de kapel een H. Mis opdragen, maar
Totarello er carzolaro en Giggetto er muratore
verschijnen onveranderlijk ieder jaar, al is
Rome nu een millioenenstad geworden en zijn
de echte Romeinen grootendeels met uit alle
deelen van het land naar de Eeuwige Stad ge
trokken elementen versmolten. En de schoen
maker en de metselaar en andere echte Ro
meinsche volkstypen toonen zich volstrekt niet
geïntimideerd door de weelde dezer paleiselijke
omgeving, waar de muren wemelen van
koningsportretten. Ze doen niet als de Fransche
sansculotten, toen deze het paleis van Versail
les waren binnengedrongen. Integendeel. Het
trotsche „civls romanum sum" doet hen zelf
bewust door de majestatelijke gangen wandelen
en ze voelen zich, terwijl ze spreken over het
verleden, dat ook hun verleden is, familieleden
van de Massimo's en tenslotte Massimo's, echte
prinsen van den bloede. Voor het portret van
den Massimo, die tijdgenoot was van Napoleon,
hcuden ze stil en uur aan uur wordt daar op
gehaald, hoe deze Massimo deu veroveraar
troefde.
Dat was, toen de IJzeren Corsicaan te Rome
vertoefde en een receptie gaf, waarop ook don
Francesco Massimo verscheen. De Fransche
keizer vroeg hem tijdens een gesprok terloops
ironisch, of het waar was, dat zijn familie re
gelrecht van een oud-Romeinschen patriciër
uit de tijden vóór Christus afstamde „Ik zou
het niet kunnen zeggen, Majesteit", antwoord
de don Francesco den veroveraar, die in zijn
oogen natuurlijk een geweldige parvenu was,
„maar de burgers van Rome beweren dit al
sinds twee duizend jaar"
Het is jammer, dat dit portret aan de wand
geen ooren heeft om te hooren. Want dan zou
Don Francesco plezier van zijn bon mot bele
ven en met welgevallen kunnen luisteren naar
den commentaar van de jonge Romeinen, die
het verhaal later weder ontelbare malen aan
hun kinderen zullen vertellen, op 16 Maart.
Wie op 16 Maart naar het Palazzo Massimo
gaat, dat daar voornaam en deftig tus3chen
de kakelbonte winkels van het woelige Corso
Vittorio Emanuelle staat, is een echte Romein-
Want alleen de echte Romeinen kennen de
traditie. De krant geeft slechts een beschrij
ving van de receptie, als ze is gebeurd. De tal-
looze nieuw-bakken Romeinen blijven buiten de
muren en ze vergapen zich aan den dreigend
starenden portier en zien velen naar binnen
gaan, maar meenen In hun argeloosheid, dat
het alle uitverkorenen zijn. En inderdaad, het
zijn ook uitverkorenen, maar ze bewareu het
geheim en de man van buiten, die het achter
af hoort, weet na een jaar niet meer precies
den datum en vraagt zich af, waarom ziju
krant hem niet even gewaarschuwd heeft. Dit
zal echter wel op verzoek van Prins Massimo
zijn gebeurd, want als heel Rome op visite
kwam, zou hij zelf geen plaats hebben, om zich
te bewegen. Ouderwetsche tradities te handha
ven is heel aardig, doch in een millioenenstad
valt zooiets niet mee. Daarom blijft het op den
zestdienden Maart een onderonsje van hen,
„die het weten"
Volkomen op hun gemak en zelfbewust be
kijken deze Romeinen, die het weten, den hee-
len inventaris van het paleis, dat antieke sar-
cophagen bevat, Romeinsche beeldhouwwerken,
schilderijen van Madonna's en heiligen en tal-
Iooze andere kunstvoorwerpen. Bedienden en
lakeien in uniformen van rood en blauw hou
den met carabinieri een oogje in het zeil. Maar
wat de laatsten te doen hebben is slechts het
werpen vau een somberen blik naar een klei
nen zwartharigen Romein, die met zijn groe
zelige handjes een duizendjarige, kleurige dra
perie beetpakt en dreinend uitroept mio,
rnio", bet is van mij, het is van mij. Die som
bere blik van den zwartrooden carabiniere zegt
duidelijk genoeg, dat liet eigendom van prins
Massimo geen speelgoed is, zelfs niet op 16
Maart en de vader of moeder van den dreumes
sust beschaamd het gekrijt van den teleurge-
stelden kleine, die van de gastvrijheid in den
huize Massimo op ongepaste wijze wilde profi-
teeren
Al ls thans de verzoening tussehen het Vati-
caan en Italië tot stand gekomen, de Paus
heeft nog steeds geen gebruik gemaakt van
den troon, die telkens voor hem wordt opge
slagen. Dit jaar ls echter Kardinaal Paeelli
hem komen vertegenwoordigen en de hoogste
kerkelijke autoriteit na den H. Vader is er
plechtig ontvangen. En toen hij heenging, 'hiel
den de dienaren van het paleis naar oud ge
bruik de toortsen omhoog.
De jaarlijksche receptie in het Palazzo Mas
simo vormt een evenement In het leven der
echte Romeinen en al is het paleis dan voor
iedereen toegankelijk, er vindt nooit zelfs het
geringste incident plaats.
Het laatste onaangename geval dateert uit
1830. Tijdens de receptie bemerkte prinses Co-
lonna opeens, dat ze een kostbaar collier mist
te, welk kleinood ze, naar ze zich heel goed
herinnerde, nog droeg, toen ze het paleis bin
nentrad. Allerwegen schrik en ontsteltenis. De
familie Massimo ten einde raad. In haar
huis dieven en een Colonna, die bestolen was!
Gasten en bedienden zochten in alle hoeken en
gaten, tot iemand na 'n uur zag, dat het snoer
om den hals van het beroemde beeld van Miro-
ne schitterde. Men nam aan, dat een grappen
maker aan het werk was geweest, maar het
is nooit uitgekomen, wie deze grappenmaker
was. Niemand wilde althans zijn naam noemen
en aangezien ook het beeld zweëg, bleef de
dader voor altijd onbekend
HET KAMPIOENSCHAP VAN HET
VEREENIGD KONINKRIJK
WILDE STAKING
Aan 20 schepen ligt het werk stil
LONDEN, 9 April (R.O.) Bij een wilde sta
king in de Manchester-dokken te Salford zijn
vijf duizend man betrokken. De werkzaamheden
aan een twintigtal schepen liggen daardoor
De kansen van Chelsea
Engeland juicht! Zijn wimpel heeft gewap
perd op Wembley! In een strijd, welke aan
vuur en verve niets te wenschen overliet, heeft
het Schotland van den aardbodem weggevaagd
Met een ferme 52 zege veroverde het de veste
welke 18 jaar lang voor zijn kracht to sterk
was gebleken: het kampioenschap van het
Vereenigd Koninkrijk. Onze erkentelijkheid!
Dit suces is dusdanig daverend geweest, dat
men zich in gemoede gaat afvragen hoe het
eigenlijk heeft bestaan, dat de bloem dezer
voetbalnatie zooveel jaren lang het hoofd heeft
moeten buigen voor Schotland, Ierland en
Wales. Thans staan de Engelschen zegenrijk
aan de spits met 3 gewonnen matches, en de
cijfers van de triomphen laten aan duidelijk
heid niets te wenschen over: 60, 30 en 5—2.
Dit laatste succes vormde met recht den meer-
genoemden klap op de vuurpijl. Honderddui
zend Britten hadden den gang naar Wembley
Stadium aanvaard en alles wat ras-Eugelscli
was, deed zulks met een bang hart. Weliswaar
gaven de knetter-successen op de twee ge
sneuvelde candidaten reeds veel vertrouwen,
maar aan de andere zijde stond dat men de
voorhoede van de ploeg, die Ierland en Wales
geslagen had, eigenlijk volledig had thuis ge
laten, afstand doende van het eeuwenlang ge
huldigde principe „never change the winning
team".
Doch ziet! Er speelde een herrezen Engeland.
Van den aanvang af namen de Britten de
overhand, al zij gezegd, dat in die eerste mi
nuten een doorzetten van den Schotschen mid
denvoor haast het eerste doelpunt aan gene
zijde had doen ontstaan. Doch de kansen keel
den en na twaalf minuten zette de debutant
Crooks van de rechtsbuitenplaats keurig voor
doel, waar het hoofd van Bradford het leder
deponeerde voor de voeten van Watson en
luttele tellen later stond gansch Wembley op
zijn teenspitsen.
Toen was het ijs gebroken! Toen kwam de
lawine tevens. In het nauw gedreven door
Crooks, pingelde Law voor goal, Crooks be
machtigde opnieuw het kleinood, prikte het
van de achterlijn af naar den doelmond en weer
was Watson ter plaatse om thans met een
knikje een donderend gejuich te ontketenen.
Ongekende luxe voor al 'li* duizenden!
Deze waren de uren, vjimjfvan ik U twee jaar
geleden verhaalde ran &We zelfde match: de
volkomen meesterschap van den een over den
ander. Thans wist Engeland zich winnaar. Met
korte hakken en hamerslagen werd dat heele
hechte fundament van Schotland's defensie ge
broken. En was het twee jaar terug Alec
Jackson, die van de rechtsbuitenplaats demon
streerde, hoe er gaten kunnen worden geslagen
in het sterkste bolwerk, tbans liet Crooks blij
ken, dat er in lieel de laatste Schotsche linie
geen Rots van Gibraltar meer te vinden was.
Hij diepte uit een gekibbel bij de cornervlag
het leder op verscheen er zegevierend mee in
bet front, zette hard en hoog voor en Bradford
en Rimmer tippelden beiden den bal in de
touwen. En nog geen minuut later nam Crooks
een hoekschop perfect, legde den bal als 't
ware op den schoenpunt van David Jack, die
liet leder ln het doel volleyde. Een beauty van
een goal! En in die bedrijven wentelde het
scoring-bord als een ventilator en in de 32ste
minuut van den strijd was de stand op 40
voor Engeland. Da laatste drie goals waren
gescoord in een tijdperk van vier minuten!
Toen kwam er eenige stagnatie in het
scoring-bedrijf en de menschen maakten van de
gelegenheid gebruik elkaar eens aan te zien
met gezichten van hoe-hebben.we-het-nu. En
het Engelsche team vergenoegde zich met wat
salon-voetbal, dat in de perfectie werd ver
toond, maar tenslotte niet de goals bracht,
zooals bij het lawine-werk. Inmiddels ging de
rust in.
Wie gedacht had dat Schotland zich geslagen
wegend, bij de pakken zouden gaan neerzitten,
kwamen bedrogen uit want nauwelijks was de
ploeg het veld weer op, of ze tr°k van leer
dat het een lieve lust was om te aanschouwen,
welke overdonderende meerderheid werd uitge
drukt ln het eerste tegenpunt, overigens op
eenigszins gelukkige wijze door Flemig ter
wereld gebracht. Daarna bombardeerde Jackson
de dwarslat. Zoo op het oog was Engeland
blijkbaar nog verre van veilig, want de bordjes
van vóór de rust waren eenvoudig volledig
verhangen. Dooh toen kreeg Bradford het leder
weer, centerde naar linksbuiten Rimmer, die
twee tegenstanders achter zich liet en een
schitterend doelpunt scoorde. Vijféén! Luis
ter lezer: met 51 was Engeland twee jaar
geleden weggesmolten voor de Schotsche ava
lanche. Nu was het omgekeerd- Er was niemand
die het niet wist. Die donderende toejuichingen
waren niet alleen voor de prachtgoal, het was
meer voor het 5-l-feit, waarvan geen
Engelschman dien nacht had durven droomen.
Nu was het geen fictie meer.
Nog scoorde Fleming eenmaal voor Schot
land, hetgeen jammer was. Maar 't succes is er
feitelijk niet minder om. De nederlaag van den
Wembley-wonderwedstrijd was gewroken ln een
tweede wervel-wind-match. Afdoende en ver
diend.
Al is op zoo'n Zaterdag als deze de crème de
la crème van twee naties op Wembley Stadium
aan het voetballen, de competitie-wedstrijden
gaan lustig door. Het is overigens 'n eenigszins
scheef geval, waarop dezerzijds al meer de aan
dacht gevestigd werd, omdat juist de duurste
spelers aan de eigen club onttrokken warden
met alle schade van dien. Zoo gebeurde het dat
Arsenal, dat toch nog niet volkomen veilig is,
zijn twee beste voorwaartsen, onmisbare scha
kels in de „All St::r Linie", te weten Jack en
James, moest afstaan, respectievelijk èèn aan
Engeland en èèn aan Schotland. Dit Arsenal
speelde tegen Newcastle, ook in doodsnood,
doch den oentervoor Gallacher, leider van den
Schotsen aanval, had ze voor haar eigen club
doen uitkomen, en doen bedanken voor het
nationale elftal. U voelt dat zulks niet in den
haak is. Ook niet tegenover andere onderaan-
bengelaars die wel zoo sportief zijn hun men
schen voor lxet nationale team af te staan. De
wedstrijd tussehen beide clubs eindigde in een
gelijk spel en daar Evertou weer verloor, be
hoeft Arsenal zoo langzamerhand geen vrees
meer te hebben. Newcastle kon andere dat eene
punt best gebruiken, want ze heeft weliswaar
twee punten meer en een wedstrijd minder ge
speeld dan nummer op-een-na-laatst Grimsby
(Everton doet het hek redes dicht), doch
er staan nog zes matches op het pro
gramma en „anything can happen".
Boeren, burgers en buitenlui, gaat dat zien,
gaat dat zien Ohelsea op de tweede plaats.
Was de vorige week Oldham zoo attent om te
verliezen, thans bleek Blackpool zoo beleefd, en
daar Ohelsea, de gewoonte getrouw, won, krij
gen we nu het interessante gevecht tussehen
drie clubs, Oldham, Chelsea en Blackpool, die
alle dxle bovenaan etaan met 49 punten uit
Zijn eerste lezing te
Roermond
„POëTIEK VAN DE KERKEN"
In het Christoffelhuis te Roermond hield
Dinsdagavond de abbê Henri Brémond van da
Académie Frangaise voor de leden der vereeni-
glng „Geloof en Wetenschap" een belangwek
kende rede over „La poëtique des Eglises.
Na een inleidend woord van den voorzitter,
mr. Van der Grinten, ving de spreker zijn
rede aan met 'n uiteenzetting over de beteeke-
nis der poëzie of „poëtiek van de kerken".
In onzen tijd is er niemand, die zich over
de samenvoeging dezer woorden verwondert:
ieder weet wat zij beteekenen, zooals eenieder
verstaat wat de poëzie der bergen of der bloe
men zeggen wil.
Toch zijn er eeuwen geweest, dat de dichters
de kerken achteloos voorbij gingen. Niet alleen
Voltaire, maar zelfs Pascal en Boileau hebben
niets begrepen van den rijken schat aan dicht
kunst, die in de kerken viel te ontdekken.
Zij kenden trouwens de zending van den
dichter niet, zooals wij baar opvatten en zooals
Francis Jam mes haar heeft omschreven: „Dich
ter is de mensch, aan wien God den glans der
schoonheid verleent, om haar te laten stralen
over de stervelingen, die haar verduisterd in
den boezem dragon."
Chateaubriand was na vele eeuwen de eer
ste, die deze zending vervulde ten aanzien der
kerken: hij was de eerste, die den geest van
het Christendom vertolkte ln dichtertaal. En
zoo werd hij de eerste der romantici ln den
besten zin van het woord. Want het is niet
waar, dat de Romantiek in 1830 is ontstaan.
Het diepste, het machtigste en het meest
ware Romantisme ontstond reeds dertig jaar
vroeger met de meesterwerken van Chateau
briand.
Veel beter dan Victor Hugo, veel inniger dan
Michelet, die zich bij de oppervlakte van de
kerkpoëzie bewegen, heeft Chateaubriand de
diepte gepeild van het dichterlijk mysterie.
Voor de anderen eindigt do dichtkunst waar
liet geheimnis begint: voor hem blijft alle
poëzie ijdel, als ze niet voert tot de mystiek.
Maar toch verwarde hij al te dikwijls de poëzie
der kerken met die der dooden: „Er is niets
dichterlijks in een tempel, dien men zelf heeft
zien bouwen".
Aan Montalembert was het beschoren, de
kerk te verdedigen, niet als een mooie relikwie
van het verleden, maar als een levende poëzie
van het heden-
Tegenover Victor Hugo en Michelet, maar
ook tegenover Chateaubriand werd hij de kam
pioen van het levend geloof, dat knielt en aan
bidt, waar de Romantici slechts droomden en
zongen. Hij werd de aanvoerder van een heele
schare dichters, die geestdriftig zijn voetspoor
volgden. Toch begingen zij aanvankelijk de
fout om de poëzie der kerken bijna uitsluitend
te zoeken ln de gothische kathedralen. Eerst
later werd de dichterlijke zijde van de Romaan-
sche en nog later die van de Renaissance-kerken
ontdekt „om te zwijgen van het gewapend be
ton." En bovendien oriënteerden de meesten
hunne dichtkunst vooral naar de symboliek,
waarbij zij voorop stelden, dat zoowel de beel-
den-rijen als de geschilderde vensters in hoofd
zaak de bedoeling zouden hebben gehad om
den geloovigen tot aanschouwelijk onderricht
te strekken.
Het was Huysmans, die den voorrang van
de poëzie boven de dMactïèk heeft verkondigd:
Zeker, de symboliek is een edele en eerbied
waardige wetenschap, maar zij verrijkt alleen
onze kennis en laat ons dichterlijk gevoel on
bevredigd."
Bij hem vereenigt- zich de poëzie met het
geestelijk leven der geloovige ziel. Deze ge
dachte werd overgenomen en ontwikkeld door
Maurice Barrès in zijn prachtige kamerrede
van 7 Januari 1911 over „La grande pitié des
églises de France."
Deze rede was niet gericht tot den minister
van schoone kunsten, maar tot het hoofd der
regeering, M. Aristide Briand.
Het was een welsprekend pleidooi niet ten
gunste der groote monumenten, nöch der kunst
tempels, maar voor alle kerken in Frankrijk,
ook de geringe, zelfs de onaanzienlijke: „Hun
eerste poëzie en hun voornaamste verdiensten
is dat zij bedehuizen zijn."
Het is de groote roem van BaTrès, dat hij
niet geschroomd heeft, deze zijde der poëzie
van de kerken in het licht te stellen, en het
lied der geestelijke vreugde te zingen, die uit
gaat ook van de armste en de meest verwaar
loosde dorpskerk.
In een dichterlijke peroratie geeft spreker
de zes verschillende strofen van dit geestelijk
lied: de gewijde steen aan den voet van den
ladder van Jacob, de ark van het Oude Ver
bond, Sion, de heilige tempelplaats, de zuivere
kunst in dienst van de religieuse mystiek, de
Wolk waarin de Godheid schuil ging, en ten
slotte de levende steenen van het hemelsche
Jerusalem.
Met een paraphrase van de hymne der kerk
wijding: „Coelestis Urbs Jerusalem" eindigt
spreker zijn zeer interessante en boeiende voor
dracht, waarna de druk bezochte vergadering
met een hartelijk dankwoord van den voorzitter
werd gesloten.
36 wedstrijden, met slechts het doelgemiddelde,
dat voor den finalen uitslag beslissend zal kun
nen zijn, onderling afwijkend, waarbij Chelsea
de middelste plaats inneemt. Er zijn nog zes
wedstrijden te spelen en twee van de drie clubs
promoveeren zondeT verdere promotie matches
naar de eerste klasse. Andere clubs dan dit
drietal zijn volkomen uitgeschakeld. Dit ter
zake.
Wij zijn dus allen verheugd. We kijken dus
eiken Zondagochtend met meer spanning naar
het ochtendblad, dat smachtend naast het hard
gekookte eitje te popelen ligt om te zien hoe
de zaken staan. Gij, getrouwe lezers van jaren
her, die me hebben gevolgd week-aan-week, die
ervan overtuigd zijn dat ik mijn gansche heb
ben en houen aan Olieisea heb verpand, die we
ten boe lk heb meegeleefd in de „ups" en be
droefd. geweest ben bij de „downs", gij, en gij,
alleen kunt beseffen wat er in deze dagen om
gaat in mijn hart. Men heeft mij gezegd: het is
elk jaar zóó gegaan, en toch zakten ze tegen het
einde af. Neen, lezer, neen Zoo ver als heden
is ons aller goede, oude, dierbare Ohelsea nog
nimmer geweest.
Gelaten zal ik deze enkele weken nog wach
ten. Maar dan zal er ook een feest-verhaal ver
schijnen Want komen gaat hetNog zes
matches ieder. En elk twee thuis-matches en
vier uit. Zoo op het oog zijn de kansen dus
even. Doch er is een zonnestraal in dat pro
gramma, waardoor Ohelsea aal worden gehol
pen. Chelsea zal irnaners noch Oldham, noch
Blackpool hebben te bestrijden. Maar Oldham
en Blackpool ontmoeten elkaar nog tweemaal t
En graven dus elkaar's graf. Ergens moeten
die vier verliespunten vandaan komen, en of
het Oldham of Blackpool ls of beiden de helft,
wat zal het ons deeren
Het ie slechts een kwestie van dagen ge
worden
9 9