Twaalf jaren geeischt „NEDERLANDSCHE DAG" DONDERDAG 10 APRIL 1930 "T"* POLITIEK DER JONGEREN DE R.K. UNIVERSITEIT bezoek van minister terpstra MENSCHEN EN MEENINGEN DE UITZENDING VAN 19 APRIL De postvluchten op Indië DE MOORDZAAK TE WADDINXVEEN Meer dan de helft van zijn leven in de gevangenis doorgebracht Een pijp als revolver De vrouwen uit het Vredespaleis GANDHI IN MEMORIAM MGR. ARIENS DE WIJDING VAN MGR. OLAV OFFERDAHL We doen aan politiek. Ten minste, wij, groote menschen, houden ons zoo. We zetten bij gelegenheid een heelen boom op over onze politieke mondigheid, onze politieke macht, onze politieke wen- schen. Doch, onder ons gezegd en gezwegen, dat is schijn, dat is bluf, dat is je reinste larie. Daar wordt, door ons, groote en oudere menschen, aan niets zoo weinig gedaan als aan politiek De heele politiek interesseert het volk voor het negen tiende deel der natie voor 90 pet. geen haar. Kom maar eens op een politieke vergade ring kijken! Wat een belangstelling! Zijn ze misschien gewoon, om daar toch niets te weten te komen? Dat dient aardig voor uitvlucht, maar snijdt geen hout. Daar wordt wel dege lijk zeer belangrijk gepraat somtijds. En dat er niet meer kan gedaan worden ligt alweer voor negentig procent aan degenen, die niet komen, die nooit gekomen zijn, en ook nooit zullen komen. Ondanks alle mogelijk algemeen kiesrecht blijft de aigemeene lusteloosheid voor dat bedrijf bestaan, omdat, als er iets te hoog gaat voor den doorsnee-menseh, het de poli tiek is, die te veel omvattend is, te veel van een mensch vraagt aan ontwikkeling, aan kennis, en aan rekening houden met anderen Dat is de toestand bij ons, ouderen! Nu laten de zoogenaamde „jongeren" zich den laatst en tijd hooren. En dat zij nu Ineens de politiek tot terrein van hun be langstelling hebben gekozen, vindien wij, ondanks alles, een geluk! We hebben onder elkaar zoo lang gepraat en het hoofd geschud over het wegblijven van de jongeren, over de lusteloosheid dier toekomstige mannen. We hebben geredeneerd: waarin zou 'm dat zitten? We hebben tal van motieven aangehaald. En ze hebben ons weer eens verrast door hun spontaan komen. Natuurlijk door een luidruchtig komen. Zij zijn 't met ons niet eens! Hoe kaïn dat ook! Daarvoor weten ze nog veel te weinig va.n de praktijk, van het leven, van al wat er noodig geweest dis, om zoover te komen, en te behouden, wat we hebben. Daarvoor hebben ze te veel vertrouwen ook in zich zelf, t- alweer: gelukkig! te veel vuur en rustelooze werkdrift in hun binnenste, dubbel gelukkig! Onder ons gezegd en gezwegen: het besef, dat "er gevochten moet worden, gaat er bij ons wel een beetje uit! We denken wel wat veel: we zijn boven Jan, of: we komen toch niet verder. Sommigen hebben de lauweren al lang klaar liggen, om lekker te gaan rusten! Spuien, heeren! Ramen en deuren open! Laat het maar eens trekken, laat het maar eens rumoeren. Ouderen moeten midden in de jeugd blijven, willen ze niet verouwelijken. Ze willen hetzelfde als wij. Ze willen het echter heftiger dan wij. Ze willen het op wat rumoeriger wijze dan wij! Goed: iedere tijd heeft zijn manier van doen. En daarom: welkom de jeugd, ook in de politiek! Gistermorgen bracht de minister van Onder wijs, K. en W., minister Terpstra, vergezeld van den chef der afdeeling Hooger Onderwijs mr. A. van Beeck Calkoen en den chef der af deeling Kunsten en Wetenschappen den heer P. Visser, een bezoek aan de R. K. Universiteit te Nijmegen. Z.Exc. arriveerde tegen 9 uur aan het station en werd verwelkomd door den rector magnifi cus der Keizer Karei-Universiteit prof. mr. P. Bellefroid en door prof. mr. dr. J. v. d. Grinten, secretaris van den Academischen Senaat. Per auto begaf men zich daarna naar de universiteitsbibliotheek en de instituutsgebou wen, waar de instituutsdirecteur prof. dr. J. Kors O.P. de gasten rondleidde. Vervolgens be zocht de minister het sociëteitsgebouw van het Nijmeegseh studentencorps, waar hij door een vertegenwoordiger van den senaat werd ontvan gen en bezichtigde daarna het museum-Kam. Op het Piusconvict der priester-studenten, dat hierna werd aangedaan, werden de bezoe kers welkom geheeten en rondgeleid door prof. dr. F. v. Welie. Om 11 uur arriveerde de minister met zijn begeleiders aan het universiteitsgebouw, waar hij in de senaatskamer werd ontvangen en ken nis maakte met de professoren en de mode rator der universiteit mr. C. Prinzen, vertegen woordigde hierbij het Curatorium. Na bezichtiging van de verschillende college zalen e.d. reden de bezoekers naar het station terug, vanwaar de minister tegen 12 uur ver trok. EEN TYPISCHE ZAND AAN7 OER. Nabij de B arendrech tsche brug «puit een weghalen ten behoeve van een baggermol®!1, een laag terrein op, waar zandtreintje® weg in d® Hoekse he Waard de specie komen EEN SCHRIJVEN AAN DE V- A, R. A. Nog geen definitieve beslissing van den minister Het V.A.R.A.-bestuur deelt mede, dat het van den Minister van Waterstaat een verzoek heeft ontvangen, op den 19en April, welke dit jaar op Zaterdag valt, den zender ter beschikking te stellen van de A.V.R.O. voor een program ter gelegenheid van den verjaardag van Prins Hendrik. Het V.A.R.A.-bestuur heeft hier evenwel be zwaar tegen gemaakt, op grond van het feit, dat er vroegere jaren nooit een dergelijk bij zonder programma is uitgezonden, dat boven dien de K.R.O. over den Huizer-zender de be schikking heeft en eventueel een nationaal programma wanneer dat dit jaar wel gewenscht wordt, zal kunnen uitzenden, maar dat tenslotte de V.A.R.A. reeds een half jaar tevoren op 19 April een bijzondere uitzending uit het Concert gebouw te Amsterdam beeft georganiseerd, waar een Cantate van Bach en het groote werk „Bin Deutsches Requiem" van Brahms zal worden uitgevoerd, een en ander met de mede werking van het Utrechtsch Stedelijk Orkest. De V.A.R.A. heeft, toen zij vernam dat op den door haar gewenschten middag van 13 April door de A.V.R.O. reeds een uitzending van de Mattheus Passion in elkaar was gezet, haar voorgenomen uitzending van haar demonstra tief congres ten behoeve van die der Mattheus Passion laten varen. De V.A.R.A. mag verwachten, dat ten op zichte van haar uitzending op 19 April een zelfde medewerking wordt verleend, temeer, daar er geen dwingende noodzaak bestaat, ge zien 'de praktijk in vorige jaren, deze te laten vervallen. Op een eveneens van den minister ontvangen verzoek, om op 30 April 's avonds eenzelfde re geling te treffen als het vorige jaar is geschied heeft het V.A.R.A.-bestuur geantwoord, hiertoe bereid te zijn mits haar ditmaal niet de eerste helft van den avond maar de laatste helft, vanaf 9.30 uur, wordt gelaten. Naar de meening van het V.A.R.A.-bestuur Is deze verdeeling beter dan die, welke het vorige jaar geschiedde, toen het wijdingsvolle V.A.R.A.-program werd ge volgd door militaire muziek van de A.V.R.O. Het V.A.R.A.-bestuur wenscht dit dezen keer te voorkomen. Een definitieve beslissing van den minister Is nog niet vernomen. HERVATTING OP 1 OCTOBER Weer toestemming van de Engelsche Regeering Naar „Het Vaderland" verneemt is hier te lande uit Engeland het officieuse bericht ont vangen dat de Engelsche regeering toestemming heeft verleend om voor de vluchten van Neder land op Indië weer gebruik te maken van de vliegvelden in Britsch Indië. Indien het bericht wordt bevestigd bestaat het voornemen, het eerste postvliegtuig op 1 October a.s. te doen vertrekken. Wij hebben ons om nadere Inlichtingen ge wend tot den heer Plesman, directeur deT K. L. M., omtrent het bericht betreffende, de hervat ting van de postvluchten naar Indië. De heer Plesman kon het bericht bevestigen. Het voornemen bestaat om het eerste post vliegtuig op 1 October a.s. van Amsterdam naar Batavia te doen vertrekken. A. VAN COLLEM. In den toestand van den dichter A. van Col- lem, die dezer dagen zorg baarde, is. naar de „N. R. Crt." meldt, vooruitgang ingetreden. EEN DOORKIJK VAN DE BRUG BIJ BARENDRECHT, waarvan, gelijk gemeld, een Noordelijke overspanningen tot hefbrug zal worden omgebouwd. der Kleine oorzaken hadden groote gevolgen BEHANDELING IN HOOGER BEROEP VOOR HET HAAGSCH GERECHTSHOF Het Haagsche Gerechtshof' heeft gisteren in hooger beroep, behandeld de zaak tegen den 35-jarigen houtbewerker A. K. uit Waddinx- veen, thans gedetineerd, die in eerste instantie door de rechtbank te Rotterdam wegens moord gepleegd op zijn buurman H. A. Schotma, tegen wien bij een veete had, is veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf met aftrek van de preven tieve hechtenis. Het O. M. bij de rechtbank had 15 jaar gevangenisstraf geëischt tegen den verdachte. Er werden thans 7 getuigen charge ge hoord. en 3 S. décharge. Verdediger van ver dacht was mr. Eikelenboom uit Rotterdam. Op een vraag van den president antwoordt verdachte, dat hij in hooger beroep is geko men omdat bij de straf nogal hoog vond. Als eerste getuige werd gehoord burgemees- ter Troosl^uit Waddinxveen. Verdachte was eons bij getuige gekomen met het verzoek om een proces-verbaal over een ruzie over een heg met Schotman niet door te laten gaan. Verdachte heeft gezegd, dat er ongelukken zouden gebeuren als het zaakje doorging. Volgende getuige is de rijksveldwachter van Harn, tegen wien verdachte heeft gezegd, dat hij met Schotman zou gaan praten, zij het niet goedschiks, dan kwaadschiks. Dat was op den middag van 10 Augustus. Toen de moord werd gepleegd, heeft getuige K. gearresteerd en hem een verhoor afgenomen. Daarna werd gehoord juffrouw Schotman de weduwe van den verslagene. In den mid dag van 10 Augustus heeft K. tegen getuige ge raasd en getierd en heeft hij haar verweten, dat zij en haar man een valsche getuigenver klaring zouden hebben afgelegd. Getuige heeft toen haar man laten halen. Toen zij dezen zag aankomen heeft ze hem nog een teeken gegeven om voorzichtig te zijn. Haar man is toen echter direct naar K. toegeloopen, die hem met een scheermes den hals doorsneed. Getuige is toen naar haar man gesneld, dien zij hevig bloedend in een slootje vond liggen. Volgende getuige was de 77-jarige mej. Ment. Deze getuige heeft eveneens de vechtpartij ge zien, en ook dat K. zijn huurman Schotman met een scheermes heeft gesneden. Getuigen Spek en van Leeuwen bevestigen hun voor de rechtbank afgelegde verklaringen, evenals getuige Visser. Bij den laatsten getuige heeft K. op den mid dag v.an den lOen Augustus een flesch „Ameri- kaantje'' (slappe jenever) gekocht. Óp een vraag van den president waarom hij dit gedaan had, zegt verdachte, dat dit hoofd zakelijk was geweest om moed in te drinken voor een gesprek met Schotman. Als eerste getuige h décharge kwam de vader van. verdachte naar voren. Deze is op den Zon dag na den moord met 2 zoons naar het ge meentehuis gegaan, waar veldwachter Snoek hun vertelde, dat verdachte op den dag van den moord stomdronken was, en brieschte als een leeuw. Een der zoons, als volgende getuige gehoord bevestigde deze verklaring. Vervolgens werd verdachte door den presi dent ondervraagd. Hij verklaart zich van alles niets meer te kunnen herinneren. Wel erkent hij drank te hebben gekocht en gedronken, en voorts, dat hij een scheermes bij zich had, welk mes hij wel eens gebruikte om voer te snijden. Verdachte zegt er nooit over gedacht te heb ben om Schotman iets te doen. Requisitoir De advocaat-generaal mr. Royer zegt, dat we hier te doen hebben met een allerongelukkigste zaak. De oorzaak was klein, maar de gevolgen zijn groot en ernstig. Spreker ging in dit ver band nog eens de verschillende feiten na en hij komt tot de conclusie dat de rechtbank op alleszins goede gronden de juiste qualificatie aan het door verdachte gepleegde misdrijf heeft gegeven. Met een straf van 8 jaar kan spreker zich echter niet vereenigen, aangezien hij die straf voor een moord, gepleegd onder de omstandig heden als in de onderhavige zaak te gering acht. Spreker concludeert daarom tot veroordee ling van verdachte tot 12 jaar gevangenis straf. De verdediging Mr. Eikelenboom wil eenige nieuwe punten naar vona brengen. In de eerste plaats is na de behandeling der zaak te Rotterdam thans komen vast te staan, dat verdachte geheel onder den invloed van sterken drank verkeerde. Met deze omstandig heid is niet voldoende rekening gehouden. Volgens pleiter is een veroordeeling van ver dachte niet mogelijk. Onze wet eischt een opzet en deze opzet is in deze zaak niet komen vast te staan. De bewering van de rechtbank dat zekere omstandigheden den opzet inpliceeren, ia Jaat- baar onjuist, en door zoodanige opzet aan te nemen, heeft de rechtbank in flagranten strijd met de wet gehandeld. Dat moord niet de opzet is geweest, blijkt ook wel uit het door veld wachter van Harn opgemaakte proces-verbaal, waarin Is opgenomen de uitlating van K. direct na den moord: „Heb ik hem nou nog zoo ge raakt". Voorts kan nooit de uitlating van K. tegen den burgemeester: „er gebeuren ongelukken al3 ge zaak doorgaat", synoniem worden ver klaard met „ik zal Schotman vermoorden" Hoogstens zou men die uitlating als een drei gement kunnen beschouwen. Volgens pleiter ls het eenlg bewijsbare delict mishandeling. Wanneer het Hof dit delict zou aannemen, zou pleiter willen vragen, om dan nog eens ernstig na te gaan of in dit speciale geval niet een voorwaardelijke veroordeeling op haar plaats zou zijn. Na repliek van den advocaat-generaal die zijn eisch handhaaft, wordt de uitspraak bepaald op 23 April. een GROOT AANTAL DIEFSTALLEN Wat hier nog zou kunnen helpen Voor het Gerechtshof te Amsterdam diende Dinsdag de zaak tegen den 44-jarigen recidivist G. E. K. C., die wegens een groot aantal dief stallen reeds 25 jaar in de gevangenis had doorgebracht. In Maart van het vorige jaar werd hij in Haarlem weer op heeterdaad betrap in een woning, waar hij was binnengeslopen en waar hij sigaren en een sleutel had weggeno men. De I-Iaarlemsche rechtbank veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van een jaar. Verd kwam echter van dit vonnis in hooger beroep. In December van het vorige jaar beval het Hof een hernieuwd onderzoek naar de geestvermo gens van verd. Deze verzette zich hiertegen echter met kracht, hij weigerde steeds te ant woorden. In het rapport, dat Dinsdag door dr. Bouw man en dr. Heidema werd uitgebracht achtten de artsen verd. volkomen toerekenbaar, doch verd. is een hevig tegenstander van de straf, zooals die op hem wordt toegepast, vooral liet Huls van Bewaring werkt zeer afschrikwek kend op verd. Hij moest eigenlijk gelegenheid hebben het werk te verrichten waar hij voor geschikt is. De Procureur-Generaal mr. Bauduin eischte bevestiging van het vonnis der Haarlemsche rechtbank en veroordeeling tot een jaar gevan genisstraf. De verdediger mr. J. M. Croockewit wees er In zijn pleidooi op, dat verdachte zeer veel tegen spoed heeft gehad. Het eenige middel om verd. te helpen lijkt pl. een voorwaardelijke veroordeeling met een zeer langen proeftijd subs, een veroordeeling comform den eisch, met aftrek van het voor- arrest( verd. is reeds in preventieve hechtenis vanaf 3 April). Verd. verzocht een straf gelijk aan de voorloopige hechtenis met onmiddel lijke invrijheidstelling. Hij verzocht het Hof nog dadelijk arest te wijzen. Na in raadkamer t® zijn geweest deelde de President mr. Jolles mede, dat het Hof op 15 April uitspraak zal doen. EEN AUTODIEFSTAL VAN 9 JAAR GELEDEN Reeds 12 maal is verdachte veroordeeld Voor de Arnhemsehe Rechtbank moest Dies dag terecht staan de 42-jarige situcadoor A. v. H., voor een misdrijf dat hij negen jaren geleden reeds bedreef. In Februari 1921 kwam verd. met zijn Duit- schen vriend W. N. bij de garage de Rijk te Arnhem met de vraag om een taxi naar Ede. Nabij Wolfbezen zelde een der twee reizigers niet goed geworden te zijn en even te willen uitstappen. Verdachte zelf en de chauffeur stapten eveneens even uit. Dat alles was ech ter in scène gezet. Verdachte heeft op een be paald moment den chauffeur bedreigd. „Maar met een tabakspijp" zeide hij. President: „Je hield den chauffeur de pijp voor, alsof het een revolver was en riep: „te rug of je bent een lijk Verdachte bekent dit. Hij is achter het stuur gaan zitten en in de duisternis verdwenen met den wagen. In Duisburg beeft verd. den auto verkocht voor M. 10.000 en een rol koperen kabel. Verdachte heeft een bewogen leven ach ter den rug. Hij is reeds 12 maal veroordeeld en heeft 11 jaar in de gevangenis gezeten. De eisch luidde een jaar gevangenisstraf. Mr. v. d. Waag pleitte voor een voorwaarde lijke veroordeeling. ZOMERTIJD EN DE SPOORWEGEN. Een waarschuwing In verband met de invoering in den nacht van 12 op 13 April van den zomertijd in Bel gië, Frankrijk en Engeland mogen reizigers naar die landen bedenken, dat dan de treinen van hier op andere tijden vertrekken, gelijk zulks trouwens in het spoorboekje is aange geven. BEZOEK AAN DE BRUSSELSCHE JAARBEURS Wederom hartelijke woorden gewisseld Woensdag heeft de Nederlandsche delegatie, die deelnam aan den door het Brusselsche jaar- beursbestuur georganiseerden „Nederlandschen dag", .een bezoek gebracht aan de elfde Brus selsche jaarbeurs, die momenteel aan de Cin- quantenaire wordt gehouden. Tevoren werd de delegatie verwelkomd In het eerepaviljoen van de jaarbeurs. Het was de Brusselsche wethouder en presi dent van de jaarbeurs, de heer Jacquemen, die de welkomstwoorden uitsprak. In zijn speech dèed hij verder een beroep op gemeenschappe lijke samenwerking, om de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en België zooveel mogelijk te helpen bevorderen. H. M.'s gezant Jhr. mr. O. F. A. M. van Nis pen tot Sevenaer dankte voor de hartelijke ont vangst welke de Nederlandsche delegatie hier te beurt is gevallen en verheugde er zich in, dat door ontmoetingen als deze de vriendschappe lijke relaties tusschen Nederland en België be vorderd worden. Hierna werd de delegatie ontvangen in de stands van de afdeeling handel der Nederland sche Kamer van Koophandel te Brussel. Hier was het de heer C. Springer, voorzitter dezer Kamer, die de gasten verwelkomde en eveneens speechte op meer economische samen werking tusschen Nederland en België, daarbij den wensch uitsprekende, dat de tusschen beide landen hangende geschilpunten weldra uit den weg zouden geruimd zijn. Op zijn beurt het woord nemend, huldigde oud-minister Posthuma de Ned. Kamer van Koophandel te Brussel en haar ijverigen voor zitter, den heer Springer die reeds sedert tal van jaren onverdroten werkzaam is om econo misch de twee nabuurstaten dichter tot elkan der te brengen. Nadat de receptie geëindigd was, werd een rondgang gemaakt. HET INCIDENT TER CONFERENTIE Een mededeeling van den voorzitter De president van de conferentie voor de codi ficatie van het internationaal recht, mr. Th. Heemskerk, deelt het volgende mede: Sedert eenigen tijd bevonden zich lederen dag in de groote voorhal van het Vredespaleis een aantal dames van de Intern. Amerikaan- sche Vrouwenmissie, die daar onder de gedele geerden ter conferentie haar ideeën van gelijke rechten voor man en vrouw inzake nationali teit propageerden. Hoewel het Vredespaleis, zooals de Carnegle- stichting op 11 Maart heeft doen bekend maken in verband met de codificatie-conferentie voor het publiek is gesloten, en deze dames dus aanstonds hadden kunnen worden gewezen op het ongeoorloofde van hare aanwezigheid is zulks toch udt hoffelijkheid nagelaten. De aan wezigheid der dames en de communiqué's, die deze dames dagelijks in de pers verspreiden en waarin dingen vermeld werden, die niet voor publicatie bestemd waren, gaven evenwel aan meerdere gedelegeerden aanstoot. Dit gaf het conferentie-bestuur, dat in de eerste plaats er voor te zorgen heeft, dat de gedelegeerden in het Vredespaleis ongestoord (en onbespied) hunne vertrouwelijke bespre kingen kunnen voeren, aanleiding te bepalen, dat geen dames meer ter propageering van hare ideeën zullen worden toegelaten. Het type van een Oosterling, door een Westerling slecht te begrijpen. Iemand, die het goed schijnt te mecnen; die gedacht heeft en gezwegen voor zijn plan nen, welke zich bewegen rondom hel Ooster- sche volk, zijn vrijheid en zijn gewoonten; die meer zijn dan het uiterlijke nanklcedsel van zijn leven, die de zuivere uiting zijp van hun innerlijkste, diepste en heiligste opvat tingen. Gandhi, een geest, dien wc tegelijk koel cn een dweeper zouden noemen. Een man, in staat om een massa te be geesteren, terwijl wij bijna moeten lachen om zijn kinderlijke middelen. Maar hij kent het Oosten en de Oostersclie menschen met de Oostersclie ziel. Wij slaan er tamelijk wel buiten. Wie weet hoe het geweldige daar nog in beweging kan raken om het kinderachlig- kleine. Hij zal met het zout beginnen, zegt men. Het zout, dat pittige, gezonde en smake lijke iets, dat voor ons van geen waarde is. omdat wij er zooveel van hebben, maar dat voor vele streken evenveel waard is als goud. De Engelsche regeering heeft in Indië het zoutmonopolie. Gandhi wil door lijdelijk ver zet die Regeering laten voelen, dat de Oost er nog is, en dat Oost en West elkaar niet verstaan. Hij wil naar de zee; de oude wijze van zout-winnen weer hervatten. Om alzoo de regeering niet meer noodig te hebben. Wij vinden het kinderachtig, misschien. Maar in dien strijd om het zout zien zij wellicht den strijd om de kostbare vrijheid, die het zout des levens is. HET GEDENKTEEKEN VOOR HET GRAF VAN DEN GROOTEN DOODE Volgens het „Centrum" is het door de Paro chianen van Maarssen geschonken, gpdienk- teeken op het graf van Mgr. Dr. Ariëns reeds eenigen tijd gereed, en zal het op het kerkhof geplaatst worden, zoodra de grafkapel de noo dige herstelling ondergaan heeft. Het portretmedaillon van Mgr. Ariëns, ver. vaardigd door L. Brom te Utrecht, staat thans nog ter bezichtiging op een tentoonstelling van den Nederlanüschen BeeMhouwerskring bij Kleijkamp in Den Haag. „BISSCHOP VAN GARDAR" Monseigneur Olav Offerdahl, Apostolisch Vi caris van Noorwegen, werd den zesden April, op Passie-Zondag, te Rome in de kapel van het Propagandacollege tot bisschop gewijd on der den titel van „episcopus Gardensis". Het bisdom Gardar is een voormalig bisdom van Oost-Groenland, dat eerst onder den Zweed- schen bisschop van Lund stond, maar later bij de opriebting van het Noorsche aartsbisdom Nidaros in 1152, dat veel dichterbij lag, onder Nidaros geplaatst werd. Het Groenlandsche bis dom telde elf kerken met een groote kathedraal, waarvan de ruïnes voor eenigen tijd werden opgegraven. Door de isolatie van het bisdom van Gardar in de ijsvelden, was de bisschopszetel nog al eens vacant. Ongeveer in het midden der 14e eeuw hielden de relaties met Trondhjem (Ni daros) op. Daardoor raakte Groenland en ook het bisdom meer op den achtergrond. In het begin van 1460 wordt er gewag gemaakt van een „episcopus gardensis" en in 1520 zou er een nieuwe .gewijd zijn geworden. Men gelooft echter niet, dat één dezer bisschoppen in zijn bisdom geresideerd heeft. J. HUBRECHT DEN BRANDT, t Te Wassenaar is in den ouderdom van 63 jaar overleden de heer J. Hubrecht den Brandt. De overledene was oud-assuradeur te Dord recht en directeur van de Drentsche Veen- en Middenkanaal-Maatschappij te 's-Gravenhage. HERMAN VENVERLOO- t In het O. L. V.-gasthuis te A'dam is gisteren in den ouderdom van 76 jaar, overleden de heer Herman Venverloo, die in vroegere jaren een vooraanstaande plaats Innam in het Ka tholieke muziekleven In de hoofdstad. NOTARIS C. H. VAN LOTTOM f- Gisteren is in den ouderdom van 66 jaar overleden de heer C. H. van Lottom, notaris te A'dam. De overledene was o.a. voorzit ter van de vereenlging ,,'t Koggeschip". MINISTRIEEL BEZOEK IN NIJMEGEN: Mr. A. van Beek Calkoen, chef der afdeeling; Hoogeo* Onderwijs: minister Terpstra; P. Visser, chef der afdeeling Kunsten en Weten- schappen; prof. v. d. Grinten, secretaris van den Academischen Senaat en prof. Bellefroid, rector-magnificus, bij de Nijmeegsche Studentensociëteit, na bet bezoek, dat Tarpetxa aan de Nijmeegsche universiteit braoltf.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 5