Twaalf jaren geeischt
„NEDERLANDSCHE DAG"
DONDERDAG 10 APRIL 1930
"T"*
POLITIEK DER
JONGEREN
DE R.K. UNIVERSITEIT
bezoek van minister terpstra
MENSCHEN EN MEENINGEN
DE UITZENDING VAN 19 APRIL
De postvluchten op Indië
DE MOORDZAAK TE
WADDINXVEEN
Meer dan de helft van zijn leven
in de gevangenis doorgebracht
Een pijp als revolver
De vrouwen uit het Vredespaleis
GANDHI
IN MEMORIAM MGR. ARIENS
DE WIJDING VAN MGR. OLAV
OFFERDAHL
We doen aan politiek.
Ten minste, wij, groote menschen, houden
ons zoo. We zetten bij gelegenheid een heelen
boom op over onze politieke mondigheid,
onze politieke macht, onze politieke wen-
schen. Doch, onder ons gezegd en gezwegen,
dat is schijn, dat is bluf, dat is je reinste
larie.
Daar wordt, door ons, groote en oudere
menschen, aan niets zoo weinig gedaan als
aan politiek De heele politiek interesseert
het volk voor het negen tiende deel der natie
voor 90 pet. geen haar.
Kom maar eens op een politieke vergade
ring kijken!
Wat een belangstelling! Zijn ze misschien
gewoon, om daar toch niets te weten te
komen? Dat dient aardig voor uitvlucht,
maar snijdt geen hout. Daar wordt wel dege
lijk zeer belangrijk gepraat somtijds. En
dat er niet meer kan gedaan worden ligt
alweer voor negentig procent aan degenen,
die niet komen, die nooit gekomen zijn, en
ook nooit zullen komen.
Ondanks alle mogelijk algemeen kiesrecht
blijft de aigemeene lusteloosheid voor dat
bedrijf bestaan, omdat, als er iets te hoog
gaat voor den doorsnee-menseh, het de poli
tiek is, die te veel omvattend is, te veel van
een mensch vraagt aan ontwikkeling, aan
kennis, en aan rekening houden met anderen
Dat is de toestand bij ons, ouderen!
Nu laten de zoogenaamde „jongeren" zich
den laatst en tijd hooren. En dat zij nu
Ineens de politiek tot terrein van hun be
langstelling hebben gekozen, vindien wij,
ondanks alles, een geluk!
We hebben onder elkaar zoo lang gepraat
en het hoofd geschud over het wegblijven
van de jongeren, over de lusteloosheid dier
toekomstige mannen.
We hebben geredeneerd: waarin zou 'm
dat zitten?
We hebben tal van motieven aangehaald.
En ze hebben ons weer eens verrast door
hun spontaan komen. Natuurlijk door een
luidruchtig komen.
Zij zijn 't met ons niet eens! Hoe kaïn dat
ook! Daarvoor weten ze nog veel te weinig
va.n de praktijk, van het leven, van al wat
er noodig geweest dis, om zoover te komen, en
te behouden, wat we hebben.
Daarvoor hebben ze te veel vertrouwen
ook in zich zelf, t- alweer: gelukkig! te
veel vuur en rustelooze werkdrift in hun
binnenste, dubbel gelukkig!
Onder ons gezegd en gezwegen: het besef,
dat "er gevochten moet worden, gaat er bij
ons wel een beetje uit! We denken wel wat
veel: we zijn boven Jan, of: we komen toch
niet verder.
Sommigen hebben de lauweren al lang
klaar liggen, om lekker te gaan rusten!
Spuien, heeren! Ramen en deuren open!
Laat het maar eens trekken, laat het maar
eens rumoeren. Ouderen moeten midden in
de jeugd blijven, willen ze niet verouwelijken.
Ze willen hetzelfde als wij. Ze willen het
echter heftiger dan wij. Ze willen het op wat
rumoeriger wijze dan wij!
Goed: iedere tijd heeft zijn manier van
doen.
En daarom: welkom de jeugd, ook in de
politiek!
Gistermorgen bracht de minister van Onder
wijs, K. en W., minister Terpstra, vergezeld
van den chef der afdeeling Hooger Onderwijs
mr. A. van Beeck Calkoen en den chef der af
deeling Kunsten en Wetenschappen den heer
P. Visser, een bezoek aan de R. K. Universiteit
te Nijmegen.
Z.Exc. arriveerde tegen 9 uur aan het station
en werd verwelkomd door den rector magnifi
cus der Keizer Karei-Universiteit prof. mr. P.
Bellefroid en door prof. mr. dr. J. v. d. Grinten,
secretaris van den Academischen Senaat.
Per auto begaf men zich daarna naar de
universiteitsbibliotheek en de instituutsgebou
wen, waar de instituutsdirecteur prof. dr. J.
Kors O.P. de gasten rondleidde. Vervolgens be
zocht de minister het sociëteitsgebouw van het
Nijmeegseh studentencorps, waar hij door een
vertegenwoordiger van den senaat werd ontvan
gen en bezichtigde daarna het museum-Kam.
Op het Piusconvict der priester-studenten,
dat hierna werd aangedaan, werden de bezoe
kers welkom geheeten en rondgeleid door prof.
dr. F. v. Welie.
Om 11 uur arriveerde de minister met zijn
begeleiders aan het universiteitsgebouw, waar
hij in de senaatskamer werd ontvangen en ken
nis maakte met de professoren en de mode
rator der universiteit mr. C. Prinzen, vertegen
woordigde hierbij het Curatorium.
Na bezichtiging van de verschillende college
zalen e.d. reden de bezoekers naar het station
terug, vanwaar de minister tegen 12 uur ver
trok.
EEN TYPISCHE ZAND AAN7 OER. Nabij de B arendrech tsche brug «puit een
weghalen ten behoeve van een
baggermol®!1, een laag terrein op, waar zandtreintje®
weg in d® Hoekse he Waard
de specie komen
EEN SCHRIJVEN AAN DE V- A, R. A.
Nog geen definitieve beslissing
van den minister
Het V.A.R.A.-bestuur deelt mede, dat het van
den Minister van Waterstaat een verzoek heeft
ontvangen, op den 19en April, welke dit jaar op
Zaterdag valt, den zender ter beschikking te
stellen van de A.V.R.O. voor een program ter
gelegenheid van den verjaardag van Prins
Hendrik.
Het V.A.R.A.-bestuur heeft hier evenwel be
zwaar tegen gemaakt, op grond van het feit,
dat er vroegere jaren nooit een dergelijk bij
zonder programma is uitgezonden, dat boven
dien de K.R.O. over den Huizer-zender de be
schikking heeft en eventueel een nationaal
programma wanneer dat dit jaar wel gewenscht
wordt, zal kunnen uitzenden, maar dat tenslotte
de V.A.R.A. reeds een half jaar tevoren op 19
April een bijzondere uitzending uit het Concert
gebouw te Amsterdam beeft georganiseerd,
waar een Cantate van Bach en het groote werk
„Bin Deutsches Requiem" van Brahms zal
worden uitgevoerd, een en ander met de mede
werking van het Utrechtsch Stedelijk Orkest.
De V.A.R.A. heeft, toen zij vernam dat op den
door haar gewenschten middag van 13 April
door de A.V.R.O. reeds een uitzending van de
Mattheus Passion in elkaar was gezet, haar
voorgenomen uitzending van haar demonstra
tief congres ten behoeve van die der Mattheus
Passion laten varen.
De V.A.R.A. mag verwachten, dat ten op
zichte van haar uitzending op 19 April een
zelfde medewerking wordt verleend, temeer,
daar er geen dwingende noodzaak bestaat, ge
zien 'de praktijk in vorige jaren, deze te laten
vervallen.
Op een eveneens van den minister ontvangen
verzoek, om op 30 April 's avonds eenzelfde re
geling te treffen als het vorige jaar is geschied
heeft het V.A.R.A.-bestuur geantwoord, hiertoe
bereid te zijn mits haar ditmaal niet de eerste
helft van den avond maar de laatste helft, vanaf
9.30 uur, wordt gelaten. Naar de meening van
het V.A.R.A.-bestuur Is deze verdeeling beter
dan die, welke het vorige jaar geschiedde, toen
het wijdingsvolle V.A.R.A.-program werd ge
volgd door militaire muziek van de A.V.R.O.
Het V.A.R.A.-bestuur wenscht dit dezen keer
te voorkomen. Een definitieve beslissing van
den minister Is nog niet vernomen.
HERVATTING OP 1 OCTOBER
Weer toestemming van de Engelsche
Regeering
Naar „Het Vaderland" verneemt is hier te
lande uit Engeland het officieuse bericht ont
vangen dat de Engelsche regeering toestemming
heeft verleend om voor de vluchten van Neder
land op Indië weer gebruik te maken van de
vliegvelden in Britsch Indië.
Indien het bericht wordt bevestigd bestaat
het voornemen, het eerste postvliegtuig op 1
October a.s. te doen vertrekken.
Wij hebben ons om nadere Inlichtingen ge
wend tot den heer Plesman, directeur deT K. L.
M., omtrent het bericht betreffende, de hervat
ting van de postvluchten naar Indië.
De heer Plesman kon het bericht bevestigen.
Het voornemen bestaat om het eerste post
vliegtuig op 1 October a.s. van Amsterdam
naar Batavia te doen vertrekken.
A. VAN COLLEM.
In den toestand van den dichter A. van Col-
lem, die dezer dagen zorg baarde, is. naar de
„N. R. Crt." meldt, vooruitgang ingetreden.
EEN DOORKIJK VAN DE BRUG BIJ BARENDRECHT, waarvan, gelijk gemeld, een
Noordelijke overspanningen tot hefbrug zal worden omgebouwd.
der
Kleine oorzaken hadden groote
gevolgen
BEHANDELING IN HOOGER BEROEP
VOOR HET HAAGSCH GERECHTSHOF
Het Haagsche Gerechtshof' heeft gisteren in
hooger beroep, behandeld de zaak tegen den
35-jarigen houtbewerker A. K. uit Waddinx-
veen, thans gedetineerd, die in eerste instantie
door de rechtbank te Rotterdam wegens moord
gepleegd op zijn buurman H. A. Schotma, tegen
wien bij een veete had, is veroordeeld tot 8
jaar gevangenisstraf met aftrek van de preven
tieve hechtenis. Het O. M. bij de rechtbank had
15 jaar gevangenisstraf geëischt tegen den
verdachte.
Er werden thans 7 getuigen charge ge
hoord. en 3 S. décharge. Verdediger van ver
dacht was mr. Eikelenboom uit Rotterdam.
Op een vraag van den president antwoordt
verdachte, dat hij in hooger beroep is geko
men omdat bij de straf nogal hoog vond.
Als eerste getuige werd gehoord burgemees-
ter Troosl^uit Waddinxveen.
Verdachte was eons bij getuige gekomen met
het verzoek om een proces-verbaal over een
ruzie over een heg met Schotman niet door
te laten gaan. Verdachte heeft gezegd, dat er
ongelukken zouden gebeuren als het zaakje
doorging.
Volgende getuige is de rijksveldwachter van
Harn, tegen wien verdachte heeft gezegd, dat
hij met Schotman zou gaan praten, zij het niet
goedschiks, dan kwaadschiks. Dat was op den
middag van 10 Augustus. Toen de moord werd
gepleegd, heeft getuige K. gearresteerd en hem
een verhoor afgenomen.
Daarna werd gehoord juffrouw Schotman
de weduwe van den verslagene. In den mid
dag van 10 Augustus heeft K. tegen getuige ge
raasd en getierd en heeft hij haar verweten,
dat zij en haar man een valsche getuigenver
klaring zouden hebben afgelegd. Getuige heeft
toen haar man laten halen. Toen zij dezen zag
aankomen heeft ze hem nog een teeken gegeven
om voorzichtig te zijn. Haar man is toen echter
direct naar K. toegeloopen, die hem met een
scheermes den hals doorsneed. Getuige is toen
naar haar man gesneld, dien zij hevig bloedend
in een slootje vond liggen.
Volgende getuige was de 77-jarige mej. Ment.
Deze getuige heeft eveneens de vechtpartij ge
zien, en ook dat K. zijn huurman Schotman
met een scheermes heeft gesneden.
Getuigen Spek en van Leeuwen bevestigen
hun voor de rechtbank afgelegde verklaringen,
evenals getuige Visser.
Bij den laatsten getuige heeft K. op den mid
dag v.an den lOen Augustus een flesch „Ameri-
kaantje'' (slappe jenever) gekocht.
Óp een vraag van den president waarom hij
dit gedaan had, zegt verdachte, dat dit hoofd
zakelijk was geweest om moed in te drinken
voor een gesprek met Schotman.
Als eerste getuige h décharge kwam de vader
van. verdachte naar voren. Deze is op den Zon
dag na den moord met 2 zoons naar het ge
meentehuis gegaan, waar veldwachter Snoek
hun vertelde, dat verdachte op den dag van den
moord stomdronken was, en brieschte als een
leeuw.
Een der zoons, als volgende getuige gehoord
bevestigde deze verklaring.
Vervolgens werd verdachte door den presi
dent ondervraagd. Hij verklaart zich van alles
niets meer te kunnen herinneren. Wel erkent
hij drank te hebben gekocht en gedronken, en
voorts, dat hij een scheermes bij zich had, welk
mes hij wel eens gebruikte om voer te snijden.
Verdachte zegt er nooit over gedacht te heb
ben om Schotman iets te doen.
Requisitoir
De advocaat-generaal mr. Royer zegt, dat we
hier te doen hebben met een allerongelukkigste
zaak. De oorzaak was klein, maar de gevolgen
zijn groot en ernstig. Spreker ging in dit ver
band nog eens de verschillende feiten na en
hij komt tot de conclusie dat de rechtbank op
alleszins goede gronden de juiste qualificatie
aan het door verdachte gepleegde misdrijf heeft
gegeven.
Met een straf van 8 jaar kan spreker zich
echter niet vereenigen, aangezien hij die straf
voor een moord, gepleegd onder de omstandig
heden als in de onderhavige zaak te gering
acht.
Spreker concludeert daarom tot veroordee
ling van verdachte tot 12 jaar gevangenis
straf.
De verdediging
Mr. Eikelenboom wil eenige nieuwe punten
naar vona brengen.
In de eerste plaats is na de behandeling der
zaak te Rotterdam thans komen vast te staan,
dat verdachte geheel onder den invloed van
sterken drank verkeerde. Met deze omstandig
heid is niet voldoende rekening gehouden.
Volgens pleiter is een veroordeeling van ver
dachte niet mogelijk. Onze wet eischt een opzet
en deze opzet is in deze zaak niet komen vast
te staan.
De bewering van de rechtbank dat zekere
omstandigheden den opzet inpliceeren, ia Jaat-
baar onjuist, en door zoodanige opzet aan te
nemen, heeft de rechtbank in flagranten strijd
met de wet gehandeld. Dat moord niet de opzet
is geweest, blijkt ook wel uit het door veld
wachter van Harn opgemaakte proces-verbaal,
waarin Is opgenomen de uitlating van K. direct
na den moord: „Heb ik hem nou nog zoo ge
raakt".
Voorts kan nooit de uitlating van K. tegen
den burgemeester: „er gebeuren ongelukken
al3 ge zaak doorgaat", synoniem worden ver
klaard met „ik zal Schotman vermoorden"
Hoogstens zou men die uitlating als een drei
gement kunnen beschouwen.
Volgens pleiter ls het eenlg bewijsbare delict
mishandeling. Wanneer het Hof dit delict zou
aannemen, zou pleiter willen vragen, om dan
nog eens ernstig na te gaan of in dit speciale
geval niet een voorwaardelijke veroordeeling
op haar plaats zou zijn.
Na repliek van den advocaat-generaal die zijn
eisch handhaaft, wordt de uitspraak bepaald
op 23 April.
een GROOT AANTAL DIEFSTALLEN
Wat hier nog zou kunnen helpen
Voor het Gerechtshof te Amsterdam diende
Dinsdag de zaak tegen den 44-jarigen recidivist
G. E. K. C., die wegens een groot aantal dief
stallen reeds 25 jaar in de gevangenis had
doorgebracht. In Maart van het vorige jaar werd
hij in Haarlem weer op heeterdaad betrap in
een woning, waar hij was binnengeslopen en
waar hij sigaren en een sleutel had weggeno
men. De I-Iaarlemsche rechtbank veroordeelde
hem tot een gevangenisstraf van een jaar. Verd
kwam echter van dit vonnis in hooger beroep.
In December van het vorige jaar beval het Hof
een hernieuwd onderzoek naar de geestvermo
gens van verd. Deze verzette zich hiertegen
echter met kracht, hij weigerde steeds te ant
woorden.
In het rapport, dat Dinsdag door dr. Bouw
man en dr. Heidema werd uitgebracht achtten
de artsen verd. volkomen toerekenbaar, doch
verd. is een hevig tegenstander van de straf,
zooals die op hem wordt toegepast, vooral
liet Huls van Bewaring werkt zeer afschrikwek
kend op verd. Hij moest eigenlijk gelegenheid
hebben het werk te verrichten waar hij voor
geschikt is.
De Procureur-Generaal mr. Bauduin eischte
bevestiging van het vonnis der Haarlemsche
rechtbank en veroordeeling tot een jaar gevan
genisstraf.
De verdediger mr. J. M. Croockewit wees er In
zijn pleidooi op, dat verdachte zeer veel tegen
spoed heeft gehad.
Het eenige middel om verd. te helpen lijkt
pl. een voorwaardelijke veroordeeling met een
zeer langen proeftijd subs, een veroordeeling
comform den eisch, met aftrek van het voor-
arrest( verd. is reeds in preventieve hechtenis
vanaf 3 April). Verd. verzocht een straf gelijk
aan de voorloopige hechtenis met onmiddel
lijke invrijheidstelling. Hij verzocht het Hof
nog dadelijk arest te wijzen. Na in raadkamer
t® zijn geweest deelde de President mr. Jolles
mede, dat het Hof op 15 April uitspraak zal
doen.
EEN AUTODIEFSTAL VAN
9 JAAR GELEDEN
Reeds 12 maal is verdachte veroordeeld
Voor de Arnhemsehe Rechtbank moest Dies
dag terecht staan de 42-jarige situcadoor A.
v. H., voor een misdrijf dat hij negen jaren
geleden reeds bedreef.
In Februari 1921 kwam verd. met zijn Duit-
schen vriend W. N. bij de garage de Rijk te
Arnhem met de vraag om een taxi naar Ede.
Nabij Wolfbezen zelde een der twee reizigers
niet goed geworden te zijn en even te willen
uitstappen. Verdachte zelf en de chauffeur
stapten eveneens even uit. Dat alles was ech
ter in scène gezet. Verdachte heeft op een be
paald moment den chauffeur bedreigd. „Maar
met een tabakspijp" zeide hij.
President: „Je hield den chauffeur de pijp
voor, alsof het een revolver was en riep: „te
rug of je bent een lijk
Verdachte bekent dit. Hij is achter het stuur
gaan zitten en in de duisternis verdwenen
met den wagen. In Duisburg beeft verd. den
auto verkocht voor M. 10.000 en een rol koperen
kabel. Verdachte heeft een bewogen leven ach
ter den rug. Hij is reeds 12 maal veroordeeld
en heeft 11 jaar in de gevangenis gezeten.
De eisch luidde een jaar gevangenisstraf.
Mr. v. d. Waag pleitte voor een voorwaarde
lijke veroordeeling.
ZOMERTIJD EN DE SPOORWEGEN.
Een waarschuwing
In verband met de invoering in den nacht
van 12 op 13 April van den zomertijd in Bel
gië, Frankrijk en Engeland mogen reizigers
naar die landen bedenken, dat dan de treinen
van hier op andere tijden vertrekken, gelijk
zulks trouwens in het spoorboekje is aange
geven.
BEZOEK AAN DE BRUSSELSCHE
JAARBEURS
Wederom hartelijke woorden gewisseld
Woensdag heeft de Nederlandsche delegatie,
die deelnam aan den door het Brusselsche jaar-
beursbestuur georganiseerden „Nederlandschen
dag", .een bezoek gebracht aan de elfde Brus
selsche jaarbeurs, die momenteel aan de Cin-
quantenaire wordt gehouden.
Tevoren werd de delegatie verwelkomd In het
eerepaviljoen van de jaarbeurs.
Het was de Brusselsche wethouder en presi
dent van de jaarbeurs, de heer Jacquemen, die
de welkomstwoorden uitsprak. In zijn speech
dèed hij verder een beroep op gemeenschappe
lijke samenwerking, om de handelsbetrekkingen
tusschen Nederland en België zooveel mogelijk
te helpen bevorderen.
H. M.'s gezant Jhr. mr. O. F. A. M. van Nis
pen tot Sevenaer dankte voor de hartelijke ont
vangst welke de Nederlandsche delegatie hier
te beurt is gevallen en verheugde er zich in, dat
door ontmoetingen als deze de vriendschappe
lijke relaties tusschen Nederland en België be
vorderd worden.
Hierna werd de delegatie ontvangen in de
stands van de afdeeling handel der Nederland
sche Kamer van Koophandel te Brussel.
Hier was het de heer C. Springer, voorzitter
dezer Kamer, die de gasten verwelkomde en
eveneens speechte op meer economische samen
werking tusschen Nederland en België, daarbij
den wensch uitsprekende, dat de tusschen beide
landen hangende geschilpunten weldra uit den
weg zouden geruimd zijn.
Op zijn beurt het woord nemend, huldigde
oud-minister Posthuma de Ned. Kamer van
Koophandel te Brussel en haar ijverigen voor
zitter, den heer Springer die reeds sedert tal
van jaren onverdroten werkzaam is om econo
misch de twee nabuurstaten dichter tot elkan
der te brengen.
Nadat de receptie geëindigd was, werd een
rondgang gemaakt.
HET INCIDENT TER CONFERENTIE
Een mededeeling van den voorzitter
De president van de conferentie voor de codi
ficatie van het internationaal recht, mr. Th.
Heemskerk, deelt het volgende mede:
Sedert eenigen tijd bevonden zich lederen
dag in de groote voorhal van het Vredespaleis
een aantal dames van de Intern. Amerikaan-
sche Vrouwenmissie, die daar onder de gedele
geerden ter conferentie haar ideeën van gelijke
rechten voor man en vrouw inzake nationali
teit propageerden.
Hoewel het Vredespaleis, zooals de Carnegle-
stichting op 11 Maart heeft doen bekend maken
in verband met de codificatie-conferentie voor
het publiek is gesloten, en deze dames dus
aanstonds hadden kunnen worden gewezen op
het ongeoorloofde van hare aanwezigheid is
zulks toch udt hoffelijkheid nagelaten. De aan
wezigheid der dames en de communiqué's, die
deze dames dagelijks in de pers verspreiden en
waarin dingen vermeld werden, die niet voor
publicatie bestemd waren, gaven evenwel aan
meerdere gedelegeerden aanstoot.
Dit gaf het conferentie-bestuur, dat in de
eerste plaats er voor te zorgen heeft, dat de
gedelegeerden in het Vredespaleis ongestoord
(en onbespied) hunne vertrouwelijke bespre
kingen kunnen voeren, aanleiding te bepalen,
dat geen dames meer ter propageering van
hare ideeën zullen worden toegelaten.
Het type van een Oosterling, door een
Westerling slecht te begrijpen.
Iemand, die het goed schijnt te mecnen;
die gedacht heeft en gezwegen voor zijn plan
nen, welke zich bewegen rondom hel Ooster-
sche volk, zijn vrijheid en zijn gewoonten;
die meer zijn dan het uiterlijke nanklcedsel
van zijn leven, die de zuivere uiting zijp van
hun innerlijkste, diepste en heiligste opvat
tingen.
Gandhi, een geest, dien wc tegelijk koel cn
een dweeper zouden noemen.
Een man, in staat om een massa te be
geesteren, terwijl wij bijna moeten lachen
om zijn kinderlijke middelen.
Maar hij kent het Oosten en de Oostersclie
menschen met de Oostersclie ziel. Wij slaan
er tamelijk wel buiten.
Wie weet hoe het geweldige daar nog in
beweging kan raken om het kinderachlig-
kleine. Hij zal met het zout beginnen, zegt
men.
Het zout, dat pittige, gezonde en smake
lijke iets, dat voor ons van geen waarde is.
omdat wij er zooveel van hebben, maar dat
voor vele streken evenveel waard is als goud.
De Engelsche regeering heeft in Indië het
zoutmonopolie. Gandhi wil door lijdelijk ver
zet die Regeering laten voelen, dat de Oost
er nog is, en dat Oost en West elkaar niet
verstaan.
Hij wil naar de zee; de oude wijze van
zout-winnen weer hervatten.
Om alzoo de regeering niet meer noodig te
hebben.
Wij vinden het kinderachtig, misschien.
Maar in dien strijd om het zout zien zij
wellicht den strijd om de kostbare vrijheid,
die het zout des levens is.
HET GEDENKTEEKEN VOOR HET GRAF
VAN DEN GROOTEN DOODE
Volgens het „Centrum" is het door de Paro
chianen van Maarssen geschonken, gpdienk-
teeken op het graf van Mgr. Dr. Ariëns reeds
eenigen tijd gereed, en zal het op het kerkhof
geplaatst worden, zoodra de grafkapel de noo
dige herstelling ondergaan heeft.
Het portretmedaillon van Mgr. Ariëns, ver.
vaardigd door L. Brom te Utrecht, staat thans
nog ter bezichtiging op een tentoonstelling van
den Nederlanüschen BeeMhouwerskring bij
Kleijkamp in Den Haag.
„BISSCHOP VAN GARDAR"
Monseigneur Olav Offerdahl, Apostolisch Vi
caris van Noorwegen, werd den zesden April,
op Passie-Zondag, te Rome in de kapel van
het Propagandacollege tot bisschop gewijd on
der den titel van „episcopus Gardensis".
Het bisdom Gardar is een voormalig bisdom
van Oost-Groenland, dat eerst onder den Zweed-
schen bisschop van Lund stond, maar later bij
de opriebting van het Noorsche aartsbisdom
Nidaros in 1152, dat veel dichterbij lag, onder
Nidaros geplaatst werd. Het Groenlandsche bis
dom telde elf kerken met een groote kathedraal,
waarvan de ruïnes voor eenigen tijd werden
opgegraven.
Door de isolatie van het bisdom van Gardar
in de ijsvelden, was de bisschopszetel nog al
eens vacant. Ongeveer in het midden der 14e
eeuw hielden de relaties met Trondhjem (Ni
daros) op. Daardoor raakte Groenland en ook
het bisdom meer op den achtergrond. In het
begin van 1460 wordt er gewag gemaakt van
een „episcopus gardensis" en in 1520 zou er
een nieuwe .gewijd zijn geworden. Men gelooft
echter niet, dat één dezer bisschoppen in zijn
bisdom geresideerd heeft.
J. HUBRECHT DEN BRANDT, t
Te Wassenaar is in den ouderdom van 63
jaar overleden de heer J. Hubrecht den Brandt.
De overledene was oud-assuradeur te Dord
recht en directeur van de Drentsche Veen- en
Middenkanaal-Maatschappij te 's-Gravenhage.
HERMAN VENVERLOO- t
In het O. L. V.-gasthuis te A'dam is gisteren
in den ouderdom van 76 jaar, overleden de
heer Herman Venverloo, die in vroegere jaren
een vooraanstaande plaats Innam in het Ka
tholieke muziekleven In de hoofdstad.
NOTARIS C. H. VAN LOTTOM f-
Gisteren is in den ouderdom van 66 jaar
overleden de heer C. H. van Lottom, notaris
te A'dam. De overledene was o.a. voorzit
ter van de vereenlging ,,'t Koggeschip".
MINISTRIEEL BEZOEK IN NIJMEGEN: Mr. A. van Beek Calkoen, chef der afdeeling;
Hoogeo* Onderwijs: minister Terpstra; P. Visser, chef der afdeeling Kunsten en Weten-
schappen; prof. v. d. Grinten, secretaris van den Academischen Senaat en prof. Bellefroid,
rector-magnificus, bij de Nijmeegsche Studentensociëteit, na bet bezoek, dat
Tarpetxa aan de Nijmeegsche universiteit braoltf.