GRATIS VERZEKERD
1
r™
Van een Afrikaansche keizerin
Het oord van oer-oude wezenlijke cultuur De be,ansen onvo,waard en
mm
SHll <7-*
Ai is eesa Kabouter met heel groot,
velen helpt hij «sk dot nood
VRIJDAG 18 APRIL 1930
het lijk van haar vader in
STEEDS GEHEEL IN WITTE ZIJDE GEHULD
^CySs*»*-
OP TIJD!
GIJ ZIJT DAN EERST
WEDERZIJDSCHE HULP EN INNERLIJKE GEMEENSCHAP
De meest-gebruikte woorden
ARNHEM. CHR. J. VRUCHT.
PROEVEN IN EEN TELEFOONCEL
KORTE BERICHTEN.
til#
giSk
HAAR ARMEN OMKLEMD
Keizerin Zauditü, van Abessynië bet land
van de koningin van Saba was nog slechts
in naam keizerin van haar land. Toen de re
gent en opvolger, Ras Tafari Makonnen, na
haar dood het „Ghebi" binnentrok, het keizer
lijk paleis, was dit slechts een openlijk vast
stellen van het feit, dat hij de ware heerscher
was en het thans definitief geworden is.
Toch is Ras Tafari niet de man, die Abes
synië, het eenige volstrekt onafhankelijk ge
bleven Afrikaansche rijk. op de betrekkelijke
boogte heeft gebracht, waarop het nu staat.
De eigenlijke stichter van het vooral door de
Italianen gevreesde Abessynië is de beroemde
negus Menelik II geweest, en zijn werk werd
onder Zauditü, dat Judith beteekent, op krach
tige wijze voortgezet.
Ras Tafari Makonnen.
De recente geschiedenis van Abessynië, of
Ethiopië is een waarlijk romantische en dra
matische. Dank zij de intriges der groote mo
gendheden, heerschte er gedurende de vorige
eeuw 'n algemeene strijd om de macht tusschen
kroonpretendenten, legeraanvoerders, hoofden
van godsdienstige secten etc.. welke strijd ten
koste van het Abessynische volk werd uitge
vochten.
Toen Keizer Menelik zich met het vraagstuk
van zijn opvolger begon bezig te houden, werd
de toestand critiek. Menelik bezat twee kinde
ren, de uizerö (prinses) Zauditü en de uizerö
Scioa Regga.
In 1896 versloeg Menelik den Negus Micael,
koning der Uollo's, een Muzelmansch volk. Hij
dacht een verstandige regeeringsdaad te ver
richten door den overwonnene aan zich te ver
plichten en hem Scioa Regga tot vrouw te ge
ven. Uit dit huwelijk werd Llgg Jasu (Kleine
Jezus) geboren, welk kind op bevel van Mene
lik als Christen werd opgevoed.
Nu begint een periode, die nog veel duisters
bevat. Menelik riep in 1909, toen hij reeds
eenige jaren aan de gevolgen van een beroerte
leed, de voornaamste stamhoofden en waardig-
heidsbekleeders van het land te zamen en gaf
plechtig als zijn wensch te kennen, dat Ligg
Jasu hem moest opvolgen.
„Mocht hij echter" zoo voegde de keizer er
bij, „zijn plicht niet doen en u verraden, dan
zij hij vervloekt en moge hem tot zoon een
zwarte hond geboren worden."
Dit is de ergste verwensching, die een Abes-
syniër kan uiten.
Desondanks greep Ligg Jasu, in 1910, toen de
keizer nog leefde, naar de macht en hij ver
bande Zauditü en haar moeder Taitü, de keize
rin, naar de kamer, waarin Menelik met den
dood streed. Zauditü was haar vader onder deze
droeve omstandigheden een trouwe verzorgster
en met recht kon ze later uitroepen: „Welk
kind heeft ooit het lijk van haar vader ge
durende twee jaar, drie maanden en twaalf da
gen in haar armen omklemd gehouden 7"
In het land woedde intusschen een bloedige
burgeroorlog. Ligg Jasu had het voornemen
te kennen gegeven tot den godsdienst zijner
vadeTen, het Mohammedanisme te willen te-
rugkeeren, waarop de aanhangers van Menelik
en Zaitü het keizerlijk ppleis bezetten. Jasu
trok met een groot leger tegen het paleis op en
tijdens de gevechten, die volgden, brachten
Taitü en Zauditü den stervenden Menelik naar
een kelder van het paleis. Daar stierf de redder
van Abessynië na eenige dagen. De twee vrou
wen waren nog lang gedwongen, met het lijk
in de sterfkamer te blijven. Men wilde n.l. het
volk onkundig laten van Meneliks overlijden.
Ofschoon de bewoners van de landstreek
Scioa, die altijd de meeste soldaten voor het
leger leverden en thans nog onder Ras Kassa
het militaire centrum van Abessynië vormen,
zich tegen Ligg Jasu verklaarden, wist deze
toch de overhand te behouden en zich te ont
doen van de dopr de Scioa's gestelde candida-
tuur van Zauditü en Ras Tafari.
De wereldoorlog had echter ook op de poli
tieke verhoudingen in Ethiopië een grooten
invloed. Ligg Jasu toonde groote sympathieën
voor de Centralen en zijn Mohammedaansche
neigingen brachten hem tot onderhandelingen
met Turkije. Hij toonde tevens neigingen, om
de rond zijn land liggende Italiaansche, Frau-
sche en Engelsche bezittingen binnen te vallen.
Tegelijkertijd maakte hij zich, door zijn stre
ven, het bestuur van het land te centraliseeren,
overal vijanden en dezen zochten steun bij de
militaire partij der Scioa's. Ligg Jasu's houding
tegenover het Mohammedanisme men ver
spreidde spoedig het gerucht, als zou hij reeds
Mohammedaan geworden zijn maakte hem
onmogelijk als keizer van een Tijk, dat eeuwen
lang een bolwerk van het Kruis tegen de Halve
.Maan was geweest en de Scioa's besloten, de
troonsbestijging van Ligg Jasu met geweld te
verhinderen.
Op 27 September 1916, den dag van den Mas-
cül, den grooten nationalen feestdag, kwam te
Addis Abeba een raad van stamhoofden bijeen,
die Ligg Jasu van „den troon van Salomon"
vervallen verklaarden, Zauditü tot keizerin ko
zen en tot opvolger Tafari, aanwezen, die bij
deze gelegenheid tot Ras verheven werd. Ras
Tafari, zoon van Ras Makonnen, behoort tot de
keizerlijke dynastie. Hij trouwde Menen, zus
ter van Ligg Jasu en heeft thans vijf kinderen,
zoodat de troonopvolging ook voor de toekomst
geregeld is.
Maar Ligg Jasu, afschoon in 1917 verslagen,
leeft nog en hij was de lieveling van Zauditü.
Hij wordt door Ras Kassa, zijn persoonlijken
vijand, gevangen gehouden, doch moet nog tal
rijke aanhangers hebben. Eén daarvan was de
onlangs door de troepen van Ras Tafari ver
slagen en gedooden Guzga Oliè, die, naar het
schijnt, een revolutie heeft willen verwekken.
Keizerin Zauditü heeft veertien jaar over
Abessynië geregeerd. Ze is drie maal getrouwd
geweest. Haar eerste man stierf; van den twee
den is ze gescheiden en ook van den derden.
En deze derde was Guzga Olië, de partijganger
van Ligg Jasu, die er op bogen kan, door Me
nelik als zijn opvolger te zijn aangewezen en
door Zauditü als haar opvolger te zijn gewild.
Keizerin Zauditü was een merkwaardige
vrouw. Ze verscheen steeds geheel in witte
zijde gehuld, sprak met een welluidende, zachte
stem en maakte een eenigszins indolenten in
druk. Maar soms konden haar oogen stralen
van energie en die energie heeft ze, ondanks
haar ziekte ze leed aan suikerziekte in
haar stillen kamp tegen den eerzuchtlgén Ras
Tafari steeds ten toon gespreid. Ze handhaafde,
ofschoon ze volstrekt niet conservatief was, te
genover zijn modernisatiepogingen de oude tra
dities van het land. Volgens hen, die in de
laatste jaren het keizerlijke paleis te Addis
Abeba bezochten, leidde Zauditü daar het te
ruggetrokken leven van een kloosterlinge, bid
den voor het zieleheil van Ligg Jasu, dien ze
door den duivel bezeten waande.
C. P. M. H.
ll!ll!ll!llllllllllllllll!lllI!llllllllll!l>IIHI!ill!ll>l!lllllillllllllll»
VOLDOET UW
ABONNEMENTSGELD
BEWAART UW
KWITANTIEN
-< mL^c 1 WÊê m w 8 llNv -
LONDEN VANAF SET KRÜI8 OP DEN KOEPEL VAN DE 8T. PAULÜS KATHEDRAAL. Een panorama over
Ludgate Hill, genomen tusschen de torens boven de Westelijke deur van de Kathedraal
ALLES BEHOORT AAN ALLEN
Een Paradijs, volgens het hedendaagsche
spraakgebruik beteekent een oord van vreugde,
zonlicht, vrede en welvaart dat in het verleden
ligt, of op een haast onbereikbaren afstand en
dat herinneringen wekt aan het eerste en
eenige Paradijs in den Hof van Eden, öf het
beteekenit een gedroomd oord van ideale goede
zeden en gemeenschappelijk eigendom en alge-
meenen welstand, die den een niet bevoordeelt
boven den ander en dat in de eigenlijk onbereik
bare toekomst óók een heropening bedoelt te
wezen van het aardsche Paradijs.
V.v'-;:
Een schoonc van Runö.
Beide beteekenisseh zijn toepasselijk op het
eiland Runö, waarvan bij een echt paradijs
kan men niet verwonderd staan over wonder
lijke dingen het wonderlijkste is, dat het res
sorteert onder on3 geenszins paradijselijke
Europa.
Het is een oord van oer-oude wezenlijke cul
tuur en tevens een oord van verwezenlijking
van heel wat utopieën, idealistische leuzen en
boeken, gelegen in de blauwe, wijde wateren
van de Oostzee.
De natuur heeft alle moeite gedaan om de
eerste beteekenis van ons paradijs op het kleine
Runö het is nauwelijks vijf kilometer lang
en drie kilometer breed waar en werkelijk
te maken. Maar van meer belang is wellicht het
zelfde van de tweede beteekenis.
De bewoners kennen niet ais kleinste gemeen-
schapsgroep de familie, maar de hoeve, die uit
tien personen bestaat. Daar het eiland uit
zeven en twintig van die hoeven bestaat, is het
sinds eeuw en dag vol met 270 menschen, ver
meerderd met den eenigsten vreemdeling, den
271ste, den geestelijke.
De menschen zijn er christen en vroom. Zij
-men, met uitzondering van wat sieraden,
kleeren, hun jachtgeweer en vischgerei
n eigendom. Alles behoort aan allen
Niemand oefent er een afzonderlijk beroep
uit; ieder kan in zijn levensonderhoud en wat
daarvoor noodig is, zelf voorzien; ieder kan
zijn eigen boot maken (de booten van Runö
zijn tot op de Finsche kust beroemd)ieder is
er zijn eigen schoenmaker; ieder kan er zijn
houten huis houwen, zoo massief en bewoon
baar, als men het voor zes eeuwen in Zweden
gebouwd heeft. Want hun moeilijk te schrijven
taal is een oud-Zweedsch dialect, waaruit men
de afkomst van dit gelukkige volkje mag aflei
den. Iedere man gaat des zomers uit ter viscli-
vangst en jaagt des winters in het barre ijs op
zeehonden; iedere vrouw zit des winters aan
het spinnewiel en werkt des zomers op het land
of weidt het vee.
Zoo leeft iedere bewoner van Runö in het
bewustzijn dat bij een werkman is, die zich
alleen kan behelpen. Nochtans doet hij niette
genstaande deze onafhankelijkheid, niets zelf
standig.
Het idee van wederzijdsehe hulp en innerlijke
gemeenschap zit volgens de overoude overleve
ring bij iederen Runöër ingeboren. Zoo persoon
lijk en veelzijdig een ieder in zijn prestaties
is, zoo collectief is hij in gedachten en daden.
De bewoners van dit eigenlijk pas onlangs
ontdekte eiland houwen tezamen de huizen;
booten en akkers zijn gezamenlijk bezit. Het
streven naar rechtvaardige verdeeling gaat zoo
ver, dat, iedere akker in tienen is gesplitst, zoo-
dat niemand zich bevoordeeld of benadeeld kan
aohten.
Hun wetten dragen zij van geslacht op ge
slacht over. Misschien verbleekt nu de glans
van het ideale een beetje, maar niemand is bet
op Runö toegestaan te trouwen, wie hij wil.
De raad van ouden, die tevens de regeering uit
maakt, bepaalt voor iederen man zijn echtge-
noote. Verder wil de wet, dat iedere bewoner
van Runö huwen möet. Is er een overschot aan
jongens of meisjes, dan wordt het dichtnabij-
gelegen eiland Vormus uitverkoren om echtge-
nooten te leveren.
Zooals gezegd worden zooveel mogelijk alle
bewoners in groepen van tien over de zeven
en twintig hoeven verdeeld. Daar alle menschen
er zonder uitzondering goedaardig en hartelijk
zijn, mag men geen wreedheid of hardheid ver
onderstellen hij de vaders en moeders, die van
een groot gezin hun kinderen soms vroegtijdig
naar een andere hoeve brengen.
De opvatting van een zoo streng gemeen
schappelijk bezit brengt begrijpelijkerwijze met
zich mee, dat de ergste misdaad op het eiland
diefstal van het goed der gemeenschap is. Zulke
euveldaden zijn echter in de laatste tien jaren
maar een paar malen voorgekomen. De mis
dadigers werden door den Raad van Ouden on
middellijk ter dood veroordeeld, of liever aan
een soort godsoordeel overgeleverd. Zij werden
in een kano, wel van proviand, maar van roer
noch riemen voorzien aan het spel der golven
prijsgegeven. Werden zij door een schip opge
pikt, dan waren zij gered, zoo niet, dan kwamen
zij om.
Zoo leven zij op Runö in wonderbaren ge
meenschapszin en in eendracht, omgeven van
een schitterende natuur, reeds 600 jaren lang
hetzelfde leven, ver en wars van het tumult
der overig wereld.
En wanneer zij oenigermate thans „ontdekt"
genoemd mogen worden, dan is het van harte
te hopen, dat zij ook verder ver en wars van de
overige wereld mogen blijven.
Of zulke ernstige en ideale verbalen in het
buitenland soms de ronde dóen over onzo
eilandjes Urk en Marken, weten wij niet, maar
het is wel mogelijk.
Een paradijs in tweeleölgen zin Ï3 haast te
mooi om 't als sprookje te aanvaarden....
E. TH. A- HOFFMANN—MUSEUM.
Te Bamberg is dezer dagen het E. Th. A. Hof-
mann-Museum geopend. Het is gevestigd in de
oude woning van den phantastischen schrijver.
De openingsplechtigheid was ook geheel in dien
geest. Zij begon namelijk 's avonds om half
negen om tot in de vroege ochtenduren te duren.
Tal van liederen van Hoffmann, uit diens opera
„Aurora" werden uitgevoerd in de kleine, uit
kamer, keuken en mansarde bestaande woning,
waarin Hoffmann van 1809 tot 1813 heeft ge
leefd, toen hij als kapelmeester was verhouden
aan den stedelijken schouwburg van Bamberg.
Het museum heeft zijn bestaan te danken aan
de „Gesellscliaft der Hoffmann-Kreunde", die er
tal van herinneringen aan den kunstenaar in
beeft vereenigd.
JERUSALEM VIERT IEDER JAAR DE ^P.EN °P d®
plaatsen, die Jesu3 voorbijging op Zijn weg naür Golgotha, de vijfde statie
HET EEUWFEEST VAN DEN
H. EMERICUS
Men meldt ons uit Rome d.d. 11 dezer:
Naar thans definitief gemeld wordt, zal de
H. Vader naar het groote eeuwfeest van den
H. Emericus in Hongarije een bijzonderen
pauselijken legaat afvaardigen.
Deze feesten zullen, zooals men weet, in
Augustus plaats hebben.
PAASCHCOLLECTE BIO-VACANTIE-OQRD.
Zooals gebruikelijk is, zal tijdens de komen
de Paasohweek in een groot aantal bioscopen
een geldinzameling gehouden worden, ten bate
van het Bio-Yacanlie-oord, de stichting der Ne-
derlaadsche bioscoop-directeuren.
GEVELD NAALDHOUT
De Minister van Binneniandsche Zaken en
Landbouw heeft goedgevonden met aanvulling
van de rainlsterieele beschikking van 28 April
1923, de gemeenten Bloemendaal en Wittem
aan te wijzen als gemeenten, waar het in art.
5, lid 1, der Eoschwet 1922 verbod zal gelden.
Bedoeld artikel luidt:
1. Het is verboden in de door onzen Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel aan te
wijzen gemeenten tusschen 15 Mei en 1 Augus.
tus geveld naaldhout te laten liggen of opge
stapeld te houden. Onze voornoemde Ministei
Is bevoegd van zoodanig verbod geheel of ge
deeltelijk en al dan niet voorwaardelijk onthef
fing te verleeuen.
2. Dit verbod is niet toepasselijk op geheel
ontschorst hout geïmpregneerd hout, takkebos-
sen, boonenstaken, hout, dat in water ïigt, en
hout, aanwezla de plaatsen van gebruik.
ARBEID NIET VOLDOENDE
Het groote verschil tusschen gesproken
en geschreven taal
Voor ons Katholieken spelen de
beginselen een rol
Wanneer men de belangen van onvolwaardi-
gen wil behartigen, dan is die taak niet volle
dig opgevat, wanneer men zich alleen ten doel
stelt genezing door een geëigende behandeling
in speciale inrichtingen, of door onderwijs en
vakopleiding de ai baidsgeschiktheid te ver
meerderen en de invaliditeit tot een minimum
terug te brengen.
Bij Katholieke onvolwaardigen immers moet
ook opvoeding hen er toe brengen of houden
de Katholieke beginselen in het practische le
ven onzer geloofsgenooten uit te leven.
Naast de verzorging van het zieke lichaam
en den zieken geest moet ook de gezondheid
der ziel worden verzorgd, omdat het bestaan,
het zijn op deze wereld een relatieve beteekenis
heeft in zooverre het de voorbereiding, den
weg naar de eeuwigheid vormt.
De behartiging van de belangen van onvol
waardigen mag dus niet beoogen het welzijn
van dat relatief bestaan alleen, maar ook de
verzorging van die relativiteit, En dit laatste
kan alleen geschieden, wanneer een godsdien
stige ondergrond de basis vormt.
Zag men vroegei- tot in de middeleeuwen,
dat de kloosters vaak de toevluchtsoorden wa
ren van zieken en gebrekkigen, ten huidigen
dage ziet men wederom vele kloosterlingen zich
aan die ongelukkigen wijden. En dan denken
wij niet zoozeer aan de Gast- en Ziekenhuizen,
maar meer aan de gestichten voor krankzinni
gen en geesteszieken, aan het blindeninstituut
te Grave, aan de inrichting voor doofstommen
te Sint-Michelsgestel, aan de internaten voor
zwakzinnigen te Udenhout, Breda, Druten, enz.
Eu internaten, die niet over inrichtingen be
schikken, stellen voorop, opvoeding en verzor
ging in Katholieke gezinnen en wel onder
scherpe controle.
De verzorging van lichamelijke en geestelijke
defecten moet geleid worden in godsdienstige
hanen, en te dezer zake bestaat in ons land
vooral ten Noorden van de groote rivieren
nog een ontzettend tekort.
Gezinsverpleging voor lichte geesteszieken
en krankzinnigen, zooals in het Kempische
dorp Gheel, in België, bestaat nergens. En toch
zou zij zoo nuttig zijn, omdat thans de gestich
ten meer dan overbevolkt zijn met patiënten,
die niet behoefden opgenomen te worden.
Zwakzinnige kinderen zijn er 15.000 in den
schoolpllehtigen leeftijd. Van deze genieten er
7000 buitengewoon onderwijs, doch slechts
1200 van deze genieten Katholiek onderwijs. En
van de overige 8000 zijn er 5000 Katholiek.
In slechts 34 van de 1100 gemeenten in ons
land bestaat een onderwijsinrichting voor deze
zwakzinnige kinderen en slechts 10 daarvan
zijn Katholieke, terwijl de nazorg voor deze al
zeer onvoldoende geregeld is.
De zaak van het Katholiek buitengewoon
lager ondeAvijs verkeert dus wel in een sta
dium van groote urgentie.
De Centrale Vereeniging voor lichamelijke
gebrekkigen berekent dat er 38.000 misvorm
de kinderen zijn beneden het 15de levensjaar.
Stel daarvan eën derde Katholiek en van dit
derde deel negen tienden, dat geen speciale be
handeling noodig heeft; dan zijn er toch nog
1200 lichamelijk gebrekkige kinderen, voor wie
geen enkele Katholieke speciale inrichting be
staat om medisch verpleegd en orthopaedisch
behandeld te worden.
Geen wonder dan ook, dat niên thans alle
vertrouwen vestigt op de Charitatieve Vereeni
ging voor Geestelijke Volksgezondheid, die
reeds een voorbereidende actie ontplooit en,
naar wij hopen, den lOden Juni a.s. definitie!
zal worden gesticht.
Wanneer een der resultaten dezer Vereeni
ging zal wezen, dat de Rijksgezondheidsdientt
zich mede zal uitstrekken over de psychische
hygiëne over de geestelijke volksgezondheid
wanneer verwezenlijkt zal worden, wat op vei-
zoek van de R.-K. Artsenvereeniging en het
Wit-Gele Kruis in ons R.-K. Partijprogram is
opgenomen, dat n.l. de overheidsbemoeiing op
het gebied van ziekenverzorging zoo .geregeld
worde, dat de confossionseie vereenigingen en
inrichtingen naar eigen beginsel zich vrij kun
nen ontwikkelen en werkzaam zijn, dan kan en
zal ook iederen Katholieken onvolwaardige niet
alleen worden gevormd tot een bruikbaar lid
der maatschappij, maar ook tot burger der Ka
tholieke Kerk.
En als niet allen hiertoe medewerken, zoo
waarschuwt Dr. L. A. Veeger. in het jubileum
nummer van het R.-K. Artsenblad, „als wij
Katholieken, dit. werk niet zelf ter band nemen,
dan zal de dag komen, dat wij te laat herinnerd
worden aan deze ouomstootelijke waarheid, dat
gezondheidszorg en zielzorg in onderlinge har
monie moeten beoefend worden.
Waar ter wereld zal men den tijd hebben
om de meest gebruikte woorden te tellen, tenzij
in Amerika.
Om zeker te zijn van een geloofwaardig
resultaat hebben de Amerikanen twee tel-
methodes toegepast, die evenwel een geheel
verschillende uitkomst hebben opgeleverd.
Vooreerst hebben zij 500 telefoons afgeluis
terd, waarbij 79.330 woorden werden uitge
sproken. Aan de microfoon pleegt men over
het algemeen geen schrijf-, kansel-, of brieven-
taal te bezigen, zoodat men aan mag nemen,
dat men in de dagelijksche omgangstaal op de
eerste plaats het woordje „ik" het meest en het
makkelijkst over de lippen stoot. Daarbij komt,
dat de plaats en de omstandigheid in de tele
fooncel, het percentage van dit woord nog wat
verhoogd moeten hebben, want hoe dikwijls
wordt het gesprek niet onderbroken, met:
hallo, ja, ik ben er nog".
Het pendant van deze interruptie; „ben jij
er nog", wijst tevens uit, „dat „jij" onmiddel
lijk volgt op het „ik". Deze twee woordjes
worden ieder nog heel wat meer gebruikt dan
het lidwoord „the", wat in Amerika geldt voor
twee in een: de en het.
Daarna volgt het onbepaalde lidwoord: een.
Voor de eerste werkwoordsvorm natuur
lijk het woordje: is bereikt wordt, passeert
men een serie voorzetsels: op en naar, maar
deze worden al niet half zooveel gebruikt als
het voorname voornaamwoord: ik, dat de
kroon spant.
Het zal eenige bewondering wekken, dat dan
pas aan de beurt komt het woordje; „en", waar
van het gebruik tot dat van: ik, staat als 13.
Onder de vijf-en-twintig woorden, die het
meest uitgesproken worden, komen „wenschen,
zijn en doen" op de laatste plaats.
De tweede proef heeft men genomen met een
aantal willekeurige hoofdstukken en kolom
men van boeken en kranten, die tezamen 80.000
woorden bevatten. Hier kwam het woord: the
wèl op de eerste plaats, gevolgd door „van
„en" en „een". Zooals bij de telefoongesprekken
kwam ook hier „het" op de negende plaats,
en tenslotte werd de tiende plaats door „ik
bezet met het cijfer 1000 achter zich. Van de
vijf-en-twintig meest gebruikte woorden kwam
hier het woordje: wij onderaan.
Hieruit blijkt voor den theoreticus opnieuw,
dat er een groot verschil bestaat tusschen de
gesproken en de geschreven taal, terwijl ook
de practicus zijn groote voordeel met deze
telling kan doen, althans zij, die zich onver
moeid er op toeleggen, om een nieuw systeem
voor de schrijfmachine uit te denken, waarbij
lettergrepen en woorden opeens kant en klaar
zullen worden neergetikt.
De bekende Duitsche kunstvliegen Gerhard Fie-
selej*, die een der eersten was die een „looping
the loop" voorover uitvoerde, en die ook in ons
land bekend werd door zijn indrukwekkende de
monstraties bij gelegenheid van liet voorlaatste
internationale vliegfeest der Rotterdamsch^,
Aero Club, is eigenaar geworden van de Kegel-
Flugzeugbau te Ihringshausen bij Kassei, welke
fabriek uitsluitend glij- en zweefvliegtuigen
bouwt.
De vermaarde Australische vlieger Capt.
Kingsford Smith, die 4 April te San Francisco
arriveerde, komende van Hawaii, heeft bekend
gemaakt, dat hij' met zijn drie-motorig vliegtuig
„Southern Cross", hetwelk zich nog steeds op
de Amsterdamsche luchthaven Schiphol bevindt,
een vlucht wil maken van Dublin naar New-
York. Mocht dit plan geen uitvoering kunnen
vinden, dan wil hij een solo-vlucht maken van
Amsterdam naar Sydney.
De 63-jarige oude Hertogin van Bedford, die
momenteel, vergezeld van haar bestuurder kapi
tein Baruard en den hulpbestuurder Robert
Little, met haar enkel-motorige Fokker, de
'„Spider", een snelle toervlucht van Londen naai
Kaapstad en terug maakt, heeft nog vlak vóór
haar vertrek, op 8 April, haar eerste solo-vlucht
gemaakt met een „Gipsy Moth" sportvliegtuig.
De vlucht werd gemaakt nabij Woburn Abbey,
Bedfordshire, waar de oude Hertogin een p-oot
kasteel bewoont. De 63-jarige dame, die o0
vlieglesuren maakte, heeft het plan na haar
terugkeer in Engeland haar brevetvlucht te
maken.
Op Zondag 6 April viel de 2S-jarige George
Watts uit Totnes, Devon, die bij de National
Flying Services Ltd. vliegen leerde, met een
Bluebird" sportvliegtuig dood. Bij het gerech-
tolijk onderzoek merkte de jury op, dat ze den
indruk had, dat leerlingen langer onderricht be
hoorden te 1. bben alvorens men ze alleen zou
laten vUegon Tegen deze conclusie is in luolit-
vaartsportkrinigen protest aangeteekend, daar die
uitlating den indruk wekt, dat het vhegonder-
richt te oppervlakkig zou geschieden. Het tegen
deel is echter waar. Watts had 17)4 vlieglesuren
gehad met dubbele besturing en 4 uren solo, ter
wijl op velo vliegscholen het gemiddelde voor
vheglesuren met dubbele besturing vóór het
solo-vliegen, 5 uren is.
Het Engelsche dagblad „The Daily Mail heeft
bekend gemaakt, het volgend jaar c-r:. zeer be
langrijke wedstrijd voor motorlooze. vliegtuigen
te zullen organiseèren, in samenwerking met de
Bvitsche Aero Club. Reeds eerder loofde de
„Daily Mail" belangrijke prijzen voor
vliegers uit. Zoo in 1922 een prys van 12.900 gld.
bö gelegenheid van den Itford Ti!-wedstnjd, welke
gewonnen werd' door den Franschman Maneyrol.
Het totaal bedrag aan geldprijzen dat de „Daily
Mail" in den loop der jaren voor de luchtvaart
heeft uitgegeven, bedraagt reeds meer dan
600.000 gulden.
Eind Maart zijn verschillende proefvaarten
gemaakt met het nieuwe Britsclie moederschip
voor vliegtuigen dé „Glorious". Het schip ont
wikkelde eert uursnelheid va a 35 knoopen. Indien
deze snelheid juist is, is de .Glorious" het snelste
groote oorlogsschip ter wereld. Het Amerïkaan-
sche vliegtuigschip „Lexington" heeft een
maximum snelheid ontwikkeld van 34/, knoop
per uur.
De tot Llchtensteiner genaturaliseerde jonge
Duitsche millionnair ZIets, die bij de Fokker
fabriek een weelderig uitgevoerd drie-motorig
vliegtuig liet bouwen, hetwelk hij „Extra Dry"
doopte, heeft aan z(jn voorgenomen Afrika-
vlucht nog steeds geen uitvoering kunnen ge
ven, daar hij moeite heeft met het verkrijgen
van de luchtwaardigheidspapieren voor zijn vlieg
tuig. De Fransche vlieger Charpentier,, die door
Ziets in dienst was genomen, is he'. wachten
moede, weer verkeersvlieger geworden bij e
Air Union. De Jonge Llchtensteiner heeft nu den
vlieger Kneer van do Junkers-fabrielt in dienst
genomen